Nog eens radio Handwerken HUISHOUDING EN KEUKEN MODE-VAKSCHOLEN VRIJDAG 5 JUNI 1931 In het stukje over radio dan, had ik alleen een beetje willen spotten met de m a n i e die de radioliefhebberij bij velen is geworden. Plet is altijd radio, altijd en door alles heen. Onder het werk (ja ook onder het school werk der kinderen, en dan krijgen de mees ters later nog de schuld dat ze zoolang moe ten blokken en toch zoo dom blijven al drukken de meeste ouders dat liever een beetje anders uit!) onder het eten, of terwijl er bezoek isaltijd en altijd staat het ding daar te spelen, of te oreeren of het ergste: te applaudisseeren. De herrie die het soms in de kamer brengt, is afgrijselijk, en vaak moet ik denken: als de eigen kinderen het eens deden, zoo'n kabaal maken als dat applaus, waar nu het werk of gesprek door onderbroken wordt Ik heb een tijdlang gewoond bij memschen die er ook zoo'n manier (manie) van hadden Altijd stond de radio er open, dan „miste je niets". Vaak was ik er 's middags alleen thuis en wanneer ik dan, als onderbreking van m'n werk, eens de trap afliep, om een oogen blikje naar m'n tuin te gaan, kon ik in de benedengang van het leege huis „er wiis toch niemand?" zoo echt opschrikken van een schelle schreeuwstem. „En nu daaonès!? van de een of andere lesgevende juffrouw ol 700. En dan wist ik nooit hoe gauw ik de kamer in zou loopen om de stekkers uit hel stopcontact te trekken. Daarom is het, dat ik dat eeuwig en altijd doordurende geradio echt iets vind voor ihol- hoofden, die nooit eens behoefte hebben aan Dogeblikken van stil nadenken. En dan zijn er heusch menschen, die be weren, dat je tegenwoordig niet meer be hoeft te lezen, alles kom je toch wel te we ten door de radio. Wel ieder ga zijn gang! maar laat mij dan maar m'n krant en blad, die zich ten minste niet opdringen als 't me ongelegen komt, maar behoorlijk wachten tot 11c met m'n thee of koffie voor me, in een lekkere stoel zit. En waar je tenminste geen medpmensch mee hindert. Is het in een massa gezinnen tegenwoor dig niet zóó, dat de druik-lecrende, alreeds overspannen opgroeiende kinderen, te keer gaan als de kleintjes wat luidruchtig spelen, of de anderen wat muziek maken op orgel of piano, zelfs als de stofzuiger even moet worden gebruikt Zij kunnen on-mo-ge-iijk zitten leeren in zoo'n leven, enz. enz. Aan opspelen geen gebrek. Maar nog geen uur later, als de andere kinderen maar weer hoewel met stille (wrevel hebben toegegeven, en alles allang stil is, ieder rustig bezig, 't zij handwer kende, lezende of zacht-pratend... dan komt daar de jongedame of jongeheer uit de leer kamer beneden, klaar met de studie, en gaat daar, of de heele wereld hem niet raakt, in dezelfde of aangrenzende kamer de radio aanzetten, eens probeeren dit, dan eens hard en dan weer zachter gaat het gefrunnik door. En of daardoor de lezende zich gestoord voelt, de handwerkende dat ge probeer een vervelend gedrein vindt of de pratenden, waar soms zelfs bezoek bij is, elkander moeilijker kunnen verstaan, dat schijnt er allemaal niet toe te doen: radio is radio, dat schijnt te willen zeggen: die heeft alleen het eerste en hoogste recht, daar mede mogen zelfs kinderen den baas spelen in huis. Gaat het niet bij velen zoof En daaraan dacht dk, toen ik" schreef de onbeschoftheid waarmee men, ook als men bezoek ontvangt, het ding maar laat door schreeuwen of juist laat aanzetten door kin deren, die soms niet eens voor den dag ko- Zoo ook aan tafel: Lunchmuziek, zoo ge zellig o ja, maar men laat het door bidden en danken heen soms maar doorspe len. Ik weet nog goed hoe, toen we ergens aan tafel gingen, ik vlak voor het bidden verbaasd, dat niemand daaraan scheen te denken durfde vragen: Moet de radio niet even af? Waarom? vroeg iemand verbaasd. Ik weet niet, het lijkt zoo oneerbiedig. Men hoeft er toch niet naar te luiste ren, als men niet wil. En ja, dan moet je verder wel zwijgen, dan heb je, terwijl je ergens als gast ter tafel komt, eigenlijk al véél geopperd, maar duidelijk blijkt m.i. uit zulke gevallen wel, hoe doodgewoon men die storingen is gaan vindon, zóó gewoon, dat het geen storingen !meer schijnen ie zijn tenslotte. En al is het natuurlijk wel waar, dat de [gehoorzenuwen van den één meer kunnen verdragen dan die van een ander ik voor biij geloof, en specialisten, vooral in het buitenland, beginnen daar al steeds meer op 1e wijzen en tegen te waarschuwen dat de groote zenuwachtigheid, de algemeeno [oververmoeidheid van de menschen dezer eeuw voor een groot deel gevolg is van de opeenstapeling van eikaars overschreeuwen de geluiden, waar we, vooral in do steden dagelijks in te leven hebben. Of kan niet ieder normaal mensch nog voelen hoe ver moeiend het is een uur lang met iemand in degelijk gesprek te zijn, terwijl al dien tijd een loud-speaker heel wat anders (maar niet „wat beters") er doorheen staat te roe- Maar natuurlijk staat het geval heel an ders wanneer het betreft bepaalde mededee- lingen, lessen, zieken- en kerkdiensten, die de radio, als een onzichtbaar dienend, nede rig op den achtergrond blijvend tusschen- persoon overbrengt aan zwakken, zieken, eenzamen of afgelegen wonenden. In zulke gevallen wordt de radio ook niet „aangezet" om de radio zelf, doch is slechts het middel om de les, de toespraak, dc preek over te brengen. En 1111 heb ik de vorige maal dus geen óogenblik willen beweren, dat, wanneer men ergens onverwcht op bezoek komt en _astheer of gastvrouw zegt even later met een verontschuldiging, dat zij juist dien avond (middag of morgen) wilde luisteren naar een preek (lezing of wat ook) dat ik zooiets onbeschaafd zou vinden. Immers evonmin als men het onbeschaafd noemen mag, wanneer de gastheer zich verontschul digde dat hij naar zijn kantoor, les of school moet of, als het Zondag is, dat hij naar de avondkerk gaat. Dan zou men met hetzelfde recht het onbeleefd kunnen noemen om er gens tegen avondkerktijd op bezoek te gaan. Dit, men boude het mij ten goede, is dus niet mijn bedoeling geweest in m'n eerste artikeltje. Ik dacht er toen alleen aan, hoe soms, terwijl een gastvrouw zit te praten, met bezoek, een der kinderen (in huizen waar vroeger de kinderen geen enkel onge vraagd woord mochten zeggen tegen bezoe kers) eenvoudig in dezelfde suite, als on gezien binnenkomen en voor tijdverdrijf gaan zitten radio-en, zoodat de volwassen menschen moeite hebben elkander te ver- Dat is zeer zeker een onbeleefdheid die in onzen tijd veel te weinig wordt gevoeld. Waar nu onze andere lezeres over klaag de, dat is een geheel ander geval, een kwes tie apart. Een ziek kind dat heele dagen voor het open raam moest liggen en daar heel den dag door geplaagd werd door radio van overburen (socialisten), die, ook door ge opende ramen door de straat klinkende, niet alleen het kind oververmoeid maken, maar het bovendien allerlei woorden en uitdrukkingen, ideeën misschien zelfs, doen slikken, die de moeder liefst zoover moge lijk van haar kind vandaan zou houden. Nu weet ik niet of zoodanige burenhinder niet langs gerechtelijken weg een oplossing zou kunnen vinden, maar dat is altijd wel het laatste wat men moet wagen in buren- kwesties. Want hier betreft het een buren- kwestie. Op een vriendelijk verzoek de radio wat minder en wat zachter aan te zet ten terwille van de kleine zieke, wordt ge antwoord dat het „maar kunsten" zijn van het kind. En dan raadt ten slotte de dokter om van twee kwaden de minste te keeren en het kind, als het daar hoofdpijn van krijgt van die aanhoudende radio maar er gens anders te leggen, hoewel dat minder goed is. Het is een ernstige zieke. Neen dit is eigenlijk geen radio-kwestie, hetzelfde zou met gramafoon kunnen gebeu ren, hoewel dan had men er misschien de moeite niet voor over en radio vind ik het ellendige „gaat vanzelf" Maar wellicht dat we zulk soort burenkwes- ties (ik weet er van mee te praten) nog eens nader zullen bezien in een ander ar tikel. THEEKLEED VAN TULE Met versiering uit sigaretten-doozen Het is alweer een tijdje geleden, dat hier een vraag inkwam over het bewerken van een tulen theekleed met de vlinders en bloemen, die wel als reclame in de rettendoosjes voorkomen. Ik heb de vraag toen doorgegeven en was zoo gelukkig, al spoedig van een leerares antwoord te ont vangen, maar daar het vaak gebeurt, dat er pas weken later nog antwoorden ko men velen hebben niet dadelijk tijd, anderen ontvangen als medelezeres de krant of de enkele vrouwenrubriek) steeds wat later heb ik toen nog eerst even afgewacht met het resultaat, dat er in totaal drie en allemaal verschillende antwoorden zijn binnengekomen. Die zullen we n<u achtereenvolgens be handelen. Eén briefschrijfster (had klaarblijkelijk niet begrepen, dat het ging om het ver werken van de sigarettenmotieven, en gaf als idee: een zwart tule theekleed, dat m de hoeken van zijde gehaakte zonnebloe men Kreeg., dat had zij gezien en heel mooi gevonden. In haar (brief sloot zij een ge haakt patroon in, dat ik zoo'n beetje na- geteekend heb, welke teekening evenals andere, welke door een leerares ingezon den werden, keurig gefatsoeneerd is door de teekenaar van onize krant. Dit idee is zeer goed na te volgen degenen, die geen sigaretten-versiersels be zitten. Men haakt van fijne haakzijde eerst een randje van 5 lossen, dat men vult met vaste steken en verder uftbreidt met aldoor vastentoeren in het rond te haken, meer derend al naar het noodig blijkt om een platte cirkel te krijgen. Men zal dus ln de eerste toer wel twee Vasten in elke lus moeten haken, later om de twee, daarna om de drie steken meerderen, enz. Dit stond er niet bijgeschreven, onze briefschrijfster had geregeld doorgehaakt in een spiraal, dus dat kan ook, ik voor mij vind het geregefld sluiten van de toeren mooier en ook gemakkelijker om het juiste aantal meerderingen te berekenen. Men kan anders wellicht aan één zijde meer steken maken dan aan de andere en al dus bobbels krijgen. Men gebruikt zwart of heel donker bruin en gaat, wanneer het cirkeltje de grootte van een gulden of rijksdaalder (naar ver kiezing) heeft, met helder geel de stralen haken. Men hecht de gele draad aan, waar ds> (bruine (of zwarte) ophoudt en haakt een aantal, zeg bijv. 15 of 20 kettingsteken. Op die kettingsteken (te beginnen met de derde van de haaknaald af), gaat men nu 'terug stokjes haken, tot rnen weer aan de donkere cirkel is. Na het laatste stokje wordt met eon halve vaste in den cirkel- rand gehaakt, twee steken verder dan men met het geel begon, en gaat dan weer een evengroot aantal k. steken haken stok jes terug 2 steken verder weer ln den cirkelrand, weer k. steken, en®. Zoo krijgt then in dc rondte, losse lange rechthoekjes van stokjes, die de breede stralen van de zonnebloem kunnen voor stellen. Het is werkelijk een aardig idee vind ik. En ik hoop, dat ik het werkje duidelijk genoeg omschreven heb en ook zonder fouten naar de bedoeling van In- zenderes, die ik bij deze hartelijk dank voor haar hulp. Als men deze bloem (ze kunnen natuur lijk ook voor andere gevallen dienen, bijv. op kussens, gordijnen, boekomslagen, thee mutsen, enz.) opnaait, zal men wel alle stralen afzonderlijk moeten hechten, an ders zullen ze allicht gaarne krullen. Daar- opi moet men er bij het haken ook op let ten. dat de k.-steken voor de stralen niet te vast gehaakt worden, anders komen de stokjes er allicht te wijd en te los op naar verhouding. Tenslotte hopen we het werk nog verder bij te lichten met de teekening, waaivan men echter de aantallen cirkels en stralen niet als bindend moet beschouwen. Ge woonlijk. zal men er minder maken, wat echter afhangt van de fijnheid van draad. De tweede briefschrijfster meent dat een theekleed met sigaretten-versiering èn bloem motieven te druk zal worden. Ook zij geeft de zonnebloem, maar in beschrijving. Daar worden de laatste toeren van het hartje 'zonder meerdering gehaakt, zoodat dit wat bol komt te staan en de stralen haakt zij aan één stuk, los van het hartje. Als het stuk zoolang is als de omtrek van het hartje, sluit zij de cirkel, en gaat deze rond het hartje vastnaaien. Ook dat lijkt me een goed idee, maar velen zullen liever meteen aanhaken. Men kieze dus zelf. Rest me nog te vertellen, dat hier de buitenkanten van de stralen, dus waar de rij k-steken over gaat in stokjes eerst een vaste, dan een Vyifstokje en daarna pas de stokjes ge haakt worden. Me dunkt: zoo moeten de stralen puntiger uitloopen en dat zal wel nog aardiger staan. Deze lezeres merkt nog op, dat men het zelfde voorbeeld kan uitvoeren in wit met geel hartje en dan als margrieten op peau de pêche kussen naaien kan. Ook deze lezeres hartelijk dank. Zij schrijft verder nog hoe men het kleed borduren kan naar strijk patronen, maar dat was nu eenmaal niet de bedoeling van de vraag. De rijkste brief heb ik bewaard voor het laatst. Daarin heeft een lezeres de moeite genomen om in schetsteekening verschil lende motieven aan te geven die te gebrui ken zijn als tusschenvulling bij de sigaret- ten-vlinders en -bloemen. Onze teekenaar heeft de modellen zoo keurig gefatsoeneerd, dat zij er evenals ik van op zal kijken en nu hoop ik maar dat de vraagsters en ook anderen hiermee volledig ingelicht zul len zijn. Daar zijn in de eerste plaats de slingei tjes met klaverblaadjes, met margrieten en met het andere bloemmotief. De bedoeling is nu, om die slingers in steelsteek te bor duren en liefst wat losjes en vrij, zoodat er geen strijkpatronen noodig zijn van vlinder tot vlinder. Men kan ze dan zoo lang uitrekken als men zelf wil. Heeft men geen vlinders maar bloemen, dan kan men die ook opnaaien in plaats van de getee- kende bloemen en alleen de steeltjes met bladeren en ranken borduren als tusschen vulling. Men neemt ze dan natuurlijk wat grooter dan in de afbeeldingen maar dat zal zoo moeilijk niet zijn. Ten slotte zijn er dan nog twee zeer een voudige motieven bijgegeven. Het kleinste 't zij om te gebruiken bij het andere bor duurwerk of anders alleen wanneer men zoowel opgenaaide bloemen als vlinders ge bruikt. Voor hetzelfde geval kan het laatste (dik gelijnd) motiefje dienen zonder blaad jes en bloemen, dat men dus heel vlug op schietend kon werken als hoek of tus schenvulling in gevallen dat het kleed te druk zou worden met bloemslingers, dus als men véél losse motieven heeft. GEBREID 'JONGENSBROEKJE We beginnen dit onderbroekje aan het linkerpijpje; bovenaan, d.w.z. aan het mid del zetten we 74 steken op; de eerste 12 toeren in een ribbetje 1 recht 1 averecht breien. Hierna volgt het verhoogde gedeelte van het broekje. Nu zijn dus 12 toeren af. De 13e toer: de eerste 7 steken averecht, om- keeren en recht terug breien op de zoo juist gebreide 7 steken. 15e toer: de eerste 21 steken averecht breien, omkeeren en reaht terug en zoo dooi gaan, eiken averechten toer 7 extra steken averecht breien, totdat er 25 seken overblij ven waarop nog niet gebreid is. Nu over alle steken breien, en doorgaan met om beurten 1 toer recht, 1 toer averecht; bij eiken Gen toer 1 steek meerderen aan het schuine ge deelte van het werk, tot de voorkant (recht gedeelte) pijn. 25 c.M. lang is, gemeten vanaf het begin. Nu staan er 84 steken op de naald. Nu' om den anderen toer aan weerskanten van het werk 1 steek minderen, tot er 64 steken over zijn. Op deze steken 12 toeren 1 recht 1 averecht breien. Daarna losjes afkanten. Nu is de linkerhelft gereed. Voor de rechterpijp zetten we SI steken op. Dit zijner7meer dan voor de linkerpijp Deze 7 steken zijn voor (het split aan de voorzijde van het broekje. De eerste 12 toe ren 1 recht 1 averecht; dan begint het ver hoogde gedeelte. Wa hebben nu net als aan de linkerpijp 12 toeren af. 13 de toer: de eerste 7 steken recht, om keeren en averecht terug. 15de toer: de eer ste 14 staken recht, omkeeren en averecht terug, en zoo doorgaan met 7 extra steken recht te breien tot. er maar 32 steken meer overblijven. Nu op dezelfde manier verder breien als voor den achterkant, totdat men, gemeten vanaf het begin, 19 c.M. gebreid heeft: dit ook gemeten aan den rechten kant. Nu aan dezen rechten kant 7 steken afkanten, en de rechterpijp breien in overeenstemming met de linkerpijp. De getallen op de afbeelding duiden het aantal centimeters aan. De naden van de pijpjes dichtnaaien en de twee pijpjes aan elkaar naaien. Langs eiken voorkant een toer vaste haken om een stevigen rand te krijgen. In den linker- voorkant 3 knoopsgaten in het breiwerk maken. Daarvoor neemt men een priem. Dien steekt men in het werk en men fes tonneert het gat om. Aan den rechterkant 3 knoopen aanzetten. Op het geribde ge deelte van den band nog een kort eindje band naaien. Dit is om de bretels door te laten gaan, voor men ze aan de bovenbroek astknoopt. Om het broekje mooi glad te krijgen, kan men het aan den achterkant met een warm ijzer oppersen. Wanneer 't broekje klaar is, is het pl.m. 321,ó c.M. lang. De wijdfte (niet uitgerekt), pl.m. 58 c.M. De geribde boordjes sluiten goed af. ONDERHOUD VAN METALEN VOORWERPEN Koper Is een hard metaal en heeft een ro-j kleur of wel 'n gele. Vochtige lucht bedekt langzaam met 'n laagje groen en giftig hope roest. Wanneer de zuurstof vrii toe treden k verbindt het koper zich met zuren zouten Geel Koper Wrijf peel koper stevig In met een lapje e»» en weinig poetsextract of vloeibaar poetsgued n één richting wrUvend zoolang tot de kopei- Te vast poetsextract kan met wat terpentijn Dit gaat sneller wanneer men het voorwc nawrüft met fijn wit krüt dat nu tevens polöetmiddel dienst doet. Het langdurig 1 doet ontstaan. Gewerkt d koper poetst men het beste met 'n borstelt het daarna n lapje geslagen is, vloeibaar poetsmiddel met 'n borsteltje waar stevig uit. o fwrijft h 1 het aanhechtende terpentijn schoonwrijven. Voor koperen voor werpen, geschroefd op 'n geschilderd vlak, snijdt men vooraf 'n passend stukje linoleum sn houdt dit met het poetsen tegen de verf en sorgt dat het malletje goed aansluit. BU liet poetsen van kranen diene men er op met azjjn, citroen voorwerpen kunnen .Indien noodig, in u/.(jn zout gelegd worden. Zorg vooral, dat het voi werp dadelijk en zorgvuldig nagespoeld won zoodra de koperkleur voldoende te voorschi komt. Antiek geel koper of imitatie daarvan, poe se men met blauwsteen en terpentijn of nu Bood Koper Rood koper behandelt men evenals geel ko per. doch men neemt in plaats van wit krijt, rood poetspoeder en voor grof rood koper Nikkel Nikkel is ook een vrij hard metaaal. Men onderschoide echter reinnikkelen en vernUkel- de voorwerpen; de massief nikkelen geeft men lelfde behandeling als bli kopei :h de ve 1 nikkell behandeld worden. Massief nikkelen voorwerpe met kokend water en droogt I Indien het nikkel zóó vuil is, dat het op bovengenoemde wijze behandeld, niet schoon wordt, dan gebruike men poetsextract In dat geval nawr(jven met f(jn wit krijt. Vernikkelde voorwerpen worden met zéér heet water overgoten en met zachte doeken droog en glimmend gewreven. Is dit nikkel vuil dan kan men warm zeepsop nemen en in het ergste geval slaolie met Weener krut of Parijsch rood. Het nikkellaagje slüt hiervan en daarom moet dit niet dikwijls geschieden. Tin Dit metaaal is zeer gevoelig voor tempera- tuurs-verschillen; bi) 'n zeer lage temperatuur ontstaat de zg. tinpest, dit zijn vlekken en bobbels, waardoor het tin op den duur als poe- Tin ls een week metaal, toch kan men krach tige middelen aanwenden voor het reinigen, omdat de aanslag moeilijk te verwijderen is. Tin wordt bij uitzondering ««.poetst; na het schuren komt de kleur van niet te stent ge polijst tin mooier te voorschijn. Zelfs gegra- geschuurd worden. Weinig gepolijst tin wordt na n' sodabad geschuurd met Brusselsche aar de of zeer fijn zand; daarna afspoelen en dro gen. Doorgaans is het voldoendo tinnen eie- raden zooals antieke kannen en schotels enke le keeren per jaar te schuren; het bv. eens per maand afwasschen in heet zeepsop is genoeg: het veelvuldig schuren zou het tin to veel af- Vertlnde voorwerpen worden ln zeer heet water afgewasschen en met zachte doeken droog gewreven. Indien ze vettig zijn. word«-i ze in heet zeepsop gewasschen, gedroogd en gepoetst met fijn wit kr(jt; ztln de \/«orwerpen sterk aangeslagen dan poetse men liet als DE ..LEKKERE ZES WEKEN'" Maggirecepten van Martine Wittop-Koning lld t°* ys ken die tusschen 1 Juni en 15 Juli liggen, of wel als het seizoen wat lang op zich heeft laten wachten tusschen 15 Juni en 1 Augustus. Bladgroenten, die we sedert Mei al onder keur; daarvoor zorgt de kweeker wel met behulp van zijn op elkaar volgende zaalsels. teleln. de spinazie, de zu ring en de stoofsla verschijnt nu ook een over ,'loed van mulschb kropsla, zoo b(j uitstek ge schikt als rouwe zomergroente, al of niet in ets later komt de zomer-and|jvle nog helpen >m de bladgroenten-keus ruimer te maken. Een totaal andere rubriek vormen de Jonge >eulvruchten: de peultjes, de doperwten, de ;apucl|ners, de tuinboonen, spoedig gevolgd ioor de slaboonen en de sniJboonen. En nog weer tot een ander genre rekenen re de steviger producten als: bloemkool, wor eitjes, raapjes, zomerbieten om dan nog riet eens te spreken van de asperges, die tot ter onzer beschikking langsten dag" Keus genoeg dus: en óók gelegenheid om aan de huisgenooten eens gerechten voor te zetten, die hoewel eenvoudig genoeg niet algemeen bekend zl)n. Daten wil daarvan eens een paar voorbeelden onder de oogen zien. Gestoofde slakroppen (S personen) 6 a 8 flinke kroppen sla (afhankelijk v. grootte) 2% dl, kokend water met 1 Maggi-Bouillon- biokjc, 50 G. ons) boter. Maak de slakroppen schoon, snijd ze in vier de parten en schik die in een stoofpan (een wijdt niet te diepe pan). Giet er den bouillon >ter tusschen. Lnnt in laag bedruipende icht uur), nu en c t de vloeistof 1 de vloeistof, die 2 Maggi's-Bouillon-blokjes. 100 G. (1 1 i. 20 G. (2 afgestreken eetlepels) bloem. 40 .-etlepels) boter, 1 eetlepel boter lichtbruin. Voeg hier redeelte van het slakropje Schud er de gedopte erwtjes in en de he< uitjes; laat in een goed gesloten pan het g recht zachtjes doorkoken tot de groenten ga zün en de saus juist voldoende gebonden 3 kg. tuinboonen (ongedopt gewogen). 200 G. (2 ons) mager rookspek. wat zout. 2 thee lepels Maggi's Aroma. Dop de boonen. wasch ze en zet ze op met kokend water, waarin (voor het blank houden der boonen) wat melk wordt gedaan en waar in verder wat zout wordt "bestrooid. Koe* de dichtgedekt op een vergiet om volkomen droog uit te lekken. Snijd het spek in dobbelsteentjes, bak die lichtbruin, voeg er de uitgelekte boonen bij. PRACTISCHE WENKEN gepast) kan men zeil 6"oed^i op uitglijdt. -aren teveel zouden uitrekken. kreukels krijgen, kan men "t i op de°manier van spreihangei den uitglijden en zich lengt en goed roert. In dit bad 'i-rde doken (die geen kapotte 'tooncn) flink gekneed en ge- (00 goed moge- de deken tot den anderen dag blijft Liggen. Eruit halen en weer flink uitdrukken Een tweede koudwaterbad volgt, waarna de deken (zoo stevig mogelijk 1 de punten!) stokje, geklopt laken. On Ier het et spreekt vanzelf dat men zoo noodig nog tweede sop of een derde spoelba-d gebruiken Hebben de dekens kapotte (open) plekken moeten deze natuurlijk vóór hc-t wasschen ALS HET LICHT WORDT Als het licht wordt, vliedt het duister En met ongekenden luister Gloort de nieuwe morgen aan. Bange stonden zijn verslonden Door het licht, dat op mo^ht gaan. Als het licht wordt, klaart de mórgen, Wijken lasten, vlieden zorgen, Ziet, hoe alles dan herleeft, Jonge krachten, nieuwe machten Komen zachtkens aangezweefd. Als het licht wordt, daalt Gods zegen Van omhoog ons heilzaam tegen, 't Nieuwe leven vangt dan aan. 's Heeren handen vlechten banden, Die in eeuwigheid bestaan. Als het licht wordt, vroeg of spade Daalt in 't zondaarshart genade Uit des Vaders Hemelhuis, Louter zegen wordt verkregen Aan den voet van Jezus' kruis. (Uit een Evang. blaadje.) anaf 20 bekroond. JOH. CCMC MIIM KNETCMANN Voet kundige Batavierenstraat 19a <b.d. West Kruiskade), Rotterdam, Telefoon 32129 VOOR DAMES EN JONGE MEISJES te ROTTERDAM, UTRECHT en 's-GRAVENHAGE OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN Lessen voor eigen gebruik in het geheel zelfstandig leeren vervaardigen van alle voorkomende kleeding, handwerken, enz. Ochtend-, Middag- en Avond-, Cursus-, Club- en Privaatlessen. Jonge meisjes die de school verlaten! kunnen zich nu reeds aanmelden voor de lessen tegen September a.s. Scholen: te ROTTERDAM: Directrice Mevr. S. A. v. AMIJDE—PORS. Schietbaan- laan 99, Spreekuren Donderdags van 24 en van 7—9; Annastraat 5 (bij Av. Concordia), Spreekuren Dinsdags van 7S; Beyerlandschelaan 40. Spreekuren Dinsdags van 45 en Vrijdags van 67 uur. Correspondentieadres: Schietbaanlaan 114, tel. 33739. te UTRECHT: Directrice Mej. J. W. LAGENDIJK. Nieuwe Gracht 74. Spreekuren Dinsdags en Donderdags van 47 uur! te S-GRAVENHAGE: Directrice Mej. L. LIGTIGHEID, Acaciastraat 49, Spreekuren Dinsdags en Donderdags v. 10-12 en v. 4 6 u. PROSPECTI OP AANVRAGE AAN DE DESBETREFFENDE ADRESSEN »oor scholen, aangesloten bij de Vtreeniging. in andere plaatsen. \- .ee men ii- «drossen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3