Nog eens radio
Handwerken
HUISHOUDING EN KEUKEN
MODE-VAKSCHOLEN
VRIJDAG
5 JUNI 1931
In het stukje over radio dan, had ik alleen
een beetje willen spotten met de m a n i e die
de radioliefhebberij bij velen is geworden.
Plet is altijd radio, altijd en door alles heen.
Onder het werk (ja ook onder het school
werk der kinderen, en dan krijgen de mees
ters later nog de schuld dat ze zoolang moe
ten blokken en toch zoo dom blijven al
drukken de meeste ouders dat liever een
beetje anders uit!) onder het eten, of terwijl
er bezoek isaltijd en altijd staat het
ding daar te spelen, of te oreeren of het
ergste: te applaudisseeren. De herrie die het
soms in de kamer brengt, is afgrijselijk, en
vaak moet ik denken: als de eigen kinderen
het eens deden, zoo'n kabaal maken als dat
applaus, waar nu het werk of gesprek door
onderbroken wordt
Ik heb een tijdlang gewoond bij memschen
die er ook zoo'n manier (manie) van hadden
Altijd stond de radio er open, dan „miste je
niets". Vaak was ik er 's middags alleen thuis
en wanneer ik dan, als onderbreking van
m'n werk, eens de trap afliep, om een oogen
blikje naar m'n tuin te gaan, kon ik in de
benedengang van het leege huis „er wiis
toch niemand?" zoo echt opschrikken van
een schelle schreeuwstem. „En nu daaonès!?
van de een of andere lesgevende juffrouw ol
700. En dan wist ik nooit hoe gauw ik de
kamer in zou loopen om de stekkers uit hel
stopcontact te trekken.
Daarom is het, dat ik dat eeuwig en altijd
doordurende geradio echt iets vind voor ihol-
hoofden, die nooit eens behoefte hebben aan
Dogeblikken van stil nadenken.
En dan zijn er heusch menschen, die be
weren, dat je tegenwoordig niet meer be
hoeft te lezen, alles kom je toch wel te we
ten door de radio.
Wel ieder ga zijn gang! maar laat mij dan
maar m'n krant en blad, die zich ten minste
niet opdringen als 't me ongelegen komt,
maar behoorlijk wachten tot 11c met m'n thee
of koffie voor me, in een lekkere stoel zit.
En waar je tenminste geen medpmensch
mee hindert.
Is het in een massa gezinnen tegenwoor
dig niet zóó, dat de druik-lecrende, alreeds
overspannen opgroeiende kinderen, te keer
gaan als de kleintjes wat luidruchtig spelen,
of de anderen wat muziek maken op orgel
of piano, zelfs als de stofzuiger even moet
worden gebruikt Zij kunnen on-mo-ge-iijk
zitten leeren in zoo'n leven, enz. enz. Aan
opspelen geen gebrek.
Maar nog geen uur later, als de andere
kinderen maar weer hoewel met stille
(wrevel hebben toegegeven, en alles allang
stil is, ieder rustig bezig, 't zij handwer
kende, lezende of zacht-pratend... dan komt
daar de jongedame of jongeheer uit de leer
kamer beneden, klaar met de studie, en
gaat daar, of de heele wereld hem niet
raakt, in dezelfde of aangrenzende kamer de
radio aanzetten, eens probeeren dit, dan
eens hard en dan weer zachter gaat het
gefrunnik door. En of daardoor de lezende
zich gestoord voelt, de handwerkende dat
ge probeer een vervelend gedrein vindt of
de pratenden, waar soms zelfs bezoek bij is,
elkander moeilijker kunnen verstaan, dat
schijnt er allemaal niet toe te doen: radio is
radio, dat schijnt te willen zeggen: die
heeft alleen het eerste en hoogste recht, daar
mede mogen zelfs kinderen den baas spelen
in huis.
Gaat het niet bij velen zoof
En daaraan dacht dk, toen ik" schreef de
onbeschoftheid waarmee men, ook als men
bezoek ontvangt, het ding maar laat door
schreeuwen of juist laat aanzetten door kin
deren, die soms niet eens voor den dag ko-
Zoo ook aan tafel: Lunchmuziek, zoo ge
zellig o ja, maar men laat het door
bidden en danken heen soms maar doorspe
len. Ik weet nog goed hoe, toen we ergens
aan tafel gingen, ik vlak voor het bidden
verbaasd, dat niemand daaraan scheen te
denken durfde vragen: Moet de radio niet
even af?
Waarom? vroeg iemand verbaasd.
Ik weet niet, het lijkt zoo oneerbiedig.
Men hoeft er toch niet naar te luiste
ren, als men niet wil.
En ja, dan moet je verder wel zwijgen,
dan heb je, terwijl je ergens als gast ter
tafel komt, eigenlijk al véél geopperd, maar
duidelijk blijkt m.i. uit zulke gevallen wel,
hoe doodgewoon men die storingen is gaan
vindon, zóó gewoon, dat het geen storingen
!meer schijnen ie zijn tenslotte.
En al is het natuurlijk wel waar, dat de
[gehoorzenuwen van den één meer kunnen
verdragen dan die van een ander ik voor
biij geloof, en specialisten, vooral in het
buitenland, beginnen daar al steeds meer op
1e wijzen en tegen te waarschuwen dat
de groote zenuwachtigheid, de algemeeno
[oververmoeidheid van de menschen dezer
eeuw voor een groot deel gevolg is van de
opeenstapeling van eikaars overschreeuwen
de geluiden, waar we, vooral in do steden
dagelijks in te leven hebben. Of kan niet
ieder normaal mensch nog voelen hoe ver
moeiend het is een uur lang met iemand in
degelijk gesprek te zijn, terwijl al dien tijd
een loud-speaker heel wat anders (maar
niet „wat beters") er doorheen staat te roe-
Maar natuurlijk staat het geval heel an
ders wanneer het betreft bepaalde mededee-
lingen, lessen, zieken- en kerkdiensten, die
de radio, als een onzichtbaar dienend, nede
rig op den achtergrond blijvend tusschen-
persoon overbrengt aan zwakken, zieken,
eenzamen of afgelegen wonenden.
In zulke gevallen wordt de radio ook niet
„aangezet" om de radio zelf, doch is slechts
het middel om de les, de toespraak, dc preek
over te brengen.
En 1111 heb ik de vorige maal dus geen
óogenblik willen beweren, dat, wanneer
men ergens onverwcht op bezoek komt en
_astheer of gastvrouw zegt even later
met een verontschuldiging, dat zij juist dien
avond (middag of morgen) wilde luisteren
naar een preek (lezing of wat ook) dat ik
zooiets onbeschaafd zou vinden. Immers
evonmin als men het onbeschaafd noemen
mag, wanneer de gastheer zich verontschul
digde dat hij naar zijn kantoor, les of school
moet of, als het Zondag is, dat hij naar de
avondkerk gaat. Dan zou men met hetzelfde
recht het onbeleefd kunnen noemen om er
gens tegen avondkerktijd op bezoek te gaan.
Dit, men boude het mij ten goede, is dus
niet mijn bedoeling geweest in m'n eerste
artikeltje. Ik dacht er toen alleen aan, hoe
soms, terwijl een gastvrouw zit te praten,
met bezoek, een der kinderen (in huizen
waar vroeger de kinderen geen enkel onge
vraagd woord mochten zeggen tegen bezoe
kers) eenvoudig in dezelfde suite, als on
gezien binnenkomen en voor tijdverdrijf
gaan zitten radio-en, zoodat de volwassen
menschen moeite hebben elkander te ver-
Dat is zeer zeker een onbeleefdheid die in
onzen tijd veel te weinig wordt gevoeld.
Waar nu onze andere lezeres over klaag
de, dat is een geheel ander geval, een kwes
tie apart.
Een ziek kind dat heele dagen voor het
open raam moest liggen en daar heel den
dag door geplaagd werd door radio van
overburen (socialisten), die, ook door ge
opende ramen door de straat klinkende,
niet alleen het kind oververmoeid maken,
maar het bovendien allerlei woorden en
uitdrukkingen, ideeën misschien zelfs, doen
slikken, die de moeder liefst zoover moge
lijk van haar kind vandaan zou houden.
Nu weet ik niet of zoodanige burenhinder
niet langs gerechtelijken weg een oplossing
zou kunnen vinden, maar dat is altijd wel
het laatste wat men moet wagen in buren-
kwesties. Want hier betreft het een buren-
kwestie. Op een vriendelijk verzoek de
radio wat minder en wat zachter aan te zet
ten terwille van de kleine zieke, wordt ge
antwoord dat het „maar kunsten" zijn van
het kind. En dan raadt ten slotte de dokter
om van twee kwaden de minste te keeren
en het kind, als het daar hoofdpijn van
krijgt van die aanhoudende radio maar er
gens anders te leggen, hoewel dat minder
goed is. Het is een ernstige zieke.
Neen dit is eigenlijk geen radio-kwestie,
hetzelfde zou met gramafoon kunnen gebeu
ren, hoewel dan had men er misschien
de moeite niet voor over en radio
vind ik het ellendige „gaat vanzelf"
Maar wellicht dat we zulk soort burenkwes-
ties (ik weet er van mee te praten) nog
eens nader zullen bezien in een ander ar
tikel.
THEEKLEED VAN TULE
Met versiering uit sigaretten-doozen
Het is alweer een tijdje geleden, dat hier
een vraag inkwam over het bewerken van
een tulen theekleed met de vlinders en
bloemen, die wel als reclame in de
rettendoosjes voorkomen. Ik heb de vraag
toen doorgegeven en was zoo gelukkig, al
spoedig van een leerares antwoord te ont
vangen, maar daar het vaak gebeurt, dat
er pas weken later nog antwoorden ko
men velen hebben niet dadelijk tijd,
anderen ontvangen als medelezeres de
krant of de enkele vrouwenrubriek)
steeds wat later heb ik toen nog eerst
even afgewacht met het resultaat, dat er
in totaal drie en allemaal verschillende
antwoorden zijn binnengekomen.
Die zullen we n<u achtereenvolgens be
handelen.
Eén briefschrijfster (had klaarblijkelijk
niet begrepen, dat het ging om het ver
werken van de sigarettenmotieven, en gaf
als idee: een zwart tule theekleed, dat m
de hoeken van zijde gehaakte zonnebloe
men Kreeg., dat had zij gezien en heel mooi
gevonden. In haar (brief sloot zij een ge
haakt patroon in, dat ik zoo'n beetje na-
geteekend heb, welke teekening evenals
andere, welke door een leerares ingezon
den werden, keurig gefatsoeneerd is door
de teekenaar van onize krant.
Dit idee is zeer goed na te volgen
degenen, die geen sigaretten-versiersels be
zitten. Men haakt van fijne haakzijde eerst
een randje van 5 lossen, dat men vult met
vaste steken en verder uftbreidt met aldoor
vastentoeren in het rond te haken, meer
derend al naar het noodig blijkt om een
platte cirkel te krijgen. Men zal dus ln de
eerste toer wel twee Vasten in elke lus
moeten haken, later om de twee, daarna
om de drie steken meerderen, enz.
Dit stond er niet bijgeschreven, onze
briefschrijfster had geregeld doorgehaakt in
een spiraal, dus dat kan ook, ik voor mij
vind het geregefld sluiten van de toeren
mooier en ook gemakkelijker om het juiste
aantal meerderingen te berekenen. Men
kan anders wellicht aan één zijde meer
steken maken dan aan de andere en al
dus bobbels krijgen.
Men gebruikt zwart of heel donker bruin
en gaat, wanneer het cirkeltje de grootte
van een gulden of rijksdaalder (naar ver
kiezing) heeft, met helder geel de stralen
haken.
Men hecht de gele draad aan, waar ds>
(bruine (of zwarte) ophoudt en haakt een
aantal, zeg bijv. 15 of 20 kettingsteken.
Op die kettingsteken (te beginnen met de
derde van de haaknaald af), gaat men
nu 'terug stokjes haken, tot rnen weer aan
de donkere cirkel is. Na het laatste stokje
wordt met eon halve vaste in den cirkel-
rand gehaakt, twee steken verder dan men
met het geel begon, en gaat dan weer een
evengroot aantal k. steken haken stok
jes terug 2 steken verder weer ln den
cirkelrand, weer k. steken, en®.
Zoo krijgt then in dc rondte, losse lange
rechthoekjes van stokjes, die de breede
stralen van de zonnebloem kunnen voor
stellen. Het is werkelijk een aardig idee
vind ik. En ik hoop, dat ik het werkje
duidelijk genoeg omschreven heb en ook
zonder fouten naar de bedoeling van In-
zenderes, die ik bij deze hartelijk dank
voor haar hulp.
Als men deze bloem (ze kunnen natuur
lijk ook voor andere gevallen dienen, bijv.
op kussens, gordijnen, boekomslagen, thee
mutsen, enz.) opnaait, zal men wel alle
stralen afzonderlijk moeten hechten, an
ders zullen ze allicht gaarne krullen. Daar-
opi moet men er bij het haken ook op let
ten. dat de k.-steken voor de stralen niet
te vast gehaakt worden, anders komen de
stokjes er allicht te wijd en te los op naar
verhouding.
Tenslotte hopen we het werk nog verder
bij te lichten met de teekening, waaivan
men echter de aantallen cirkels en stralen
niet als bindend moet beschouwen. Ge
woonlijk. zal men er minder maken, wat
echter afhangt van de fijnheid van draad.
De tweede briefschrijfster meent dat een
theekleed met sigaretten-versiering èn bloem
motieven te druk zal worden. Ook zij geeft
de zonnebloem, maar in beschrijving. Daar
worden de laatste toeren van het hartje
'zonder meerdering gehaakt, zoodat dit wat
bol komt te staan en de stralen haakt zij
aan één stuk, los van het hartje. Als het
stuk zoolang is als de omtrek van het
hartje, sluit zij de cirkel, en gaat deze rond
het hartje vastnaaien. Ook dat lijkt me een
goed idee, maar velen zullen liever meteen
aanhaken. Men kieze dus zelf. Rest me nog
te vertellen, dat hier de buitenkanten van
de stralen, dus waar de rij k-steken over
gaat in stokjes eerst een vaste, dan een
Vyifstokje en daarna pas de stokjes ge
haakt worden. Me dunkt: zoo moeten de
stralen puntiger uitloopen en dat zal wel
nog aardiger staan.
Deze lezeres merkt nog op, dat men het
zelfde voorbeeld kan uitvoeren in wit met
geel hartje en dan als margrieten op
peau de pêche kussen naaien kan.
Ook deze lezeres hartelijk dank. Zij schrijft
verder nog hoe men het kleed borduren
kan naar strijk patronen, maar dat was nu
eenmaal niet de bedoeling van de vraag.
De rijkste brief heb ik bewaard voor het
laatst. Daarin heeft een lezeres de moeite
genomen om in schetsteekening verschil
lende motieven aan te geven die te gebrui
ken zijn als tusschenvulling bij de sigaret-
ten-vlinders en -bloemen. Onze teekenaar
heeft de modellen zoo keurig gefatsoeneerd,
dat zij er evenals ik van op zal kijken en
nu hoop ik maar dat de vraagsters en
ook anderen hiermee volledig ingelicht zul
len zijn.
Daar zijn in de eerste plaats de slingei
tjes met klaverblaadjes, met margrieten en
met het andere bloemmotief. De bedoeling
is nu, om die slingers in steelsteek te bor
duren en liefst wat losjes en vrij, zoodat
er geen strijkpatronen noodig zijn van
vlinder tot vlinder. Men kan ze dan zoo
lang uitrekken als men zelf wil. Heeft men
geen vlinders maar bloemen, dan kan men
die ook opnaaien in plaats van de getee-
kende bloemen en alleen de steeltjes met
bladeren en ranken borduren als tusschen
vulling. Men neemt ze dan natuurlijk wat
grooter dan in de afbeeldingen maar dat
zal zoo moeilijk niet zijn.
Ten slotte zijn er dan nog twee zeer een
voudige motieven bijgegeven. Het kleinste
't zij om te gebruiken bij het andere bor
duurwerk of anders alleen wanneer men
zoowel opgenaaide bloemen als vlinders ge
bruikt. Voor hetzelfde geval kan het laatste
(dik gelijnd) motiefje dienen zonder blaad
jes en bloemen, dat men dus heel vlug op
schietend kon werken als hoek of tus
schenvulling in gevallen dat het kleed te
druk zou worden met bloemslingers, dus
als men véél losse motieven heeft.
GEBREID 'JONGENSBROEKJE
We beginnen dit onderbroekje aan het
linkerpijpje; bovenaan, d.w.z. aan het mid
del zetten we 74 steken op; de eerste 12
toeren in een ribbetje 1 recht 1 averecht
breien. Hierna volgt het verhoogde gedeelte
van het broekje. Nu zijn dus 12 toeren af.
De 13e toer: de eerste 7 steken averecht, om-
keeren en recht terug breien op de zoo juist
gebreide 7 steken.
15e toer: de eerste 21 steken averecht
breien, omkeeren en reaht terug en zoo dooi
gaan, eiken averechten toer 7 extra steken
averecht breien, totdat er 25 seken overblij
ven waarop nog niet gebreid is. Nu over alle
steken breien, en doorgaan met om beurten
1 toer recht, 1 toer averecht; bij eiken Gen
toer 1 steek meerderen aan het schuine ge
deelte van het werk, tot de voorkant (recht
gedeelte) pijn. 25 c.M. lang is, gemeten
vanaf het begin.
Nu staan er 84 steken op de naald. Nu'
om den anderen toer aan weerskanten van
het werk 1 steek minderen, tot er 64 steken
over zijn. Op deze steken 12 toeren 1 recht
1 averecht breien. Daarna losjes afkanten.
Nu is de linkerhelft gereed.
Voor de rechterpijp zetten we SI steken
op. Dit zijner7meer dan voor de linkerpijp
Deze 7 steken zijn voor (het split aan de
voorzijde van het broekje. De eerste 12 toe
ren 1 recht 1 averecht; dan begint het ver
hoogde gedeelte. Wa hebben nu net als aan
de linkerpijp 12 toeren af.
13 de toer: de eerste 7 steken recht, om
keeren en averecht terug. 15de toer: de eer
ste 14 staken recht, omkeeren en averecht
terug, en zoo doorgaan met 7 extra steken
recht te breien tot. er maar 32 steken meer
overblijven.
Nu op dezelfde manier verder breien als
voor den achterkant, totdat men, gemeten
vanaf het begin, 19 c.M. gebreid heeft: dit
ook gemeten aan den rechten kant. Nu aan
dezen rechten kant 7 steken afkanten, en
de rechterpijp breien in overeenstemming
met de linkerpijp.
De getallen op de afbeelding duiden het
aantal centimeters aan.
De naden van de pijpjes dichtnaaien en
de twee pijpjes aan elkaar naaien. Langs
eiken voorkant een toer vaste haken om
een stevigen rand te krijgen. In den linker-
voorkant 3 knoopsgaten in het breiwerk
maken. Daarvoor neemt men een priem.
Dien steekt men in het werk en men fes
tonneert het gat om. Aan den rechterkant
3 knoopen aanzetten. Op het geribde ge
deelte van den band nog een kort eindje
band naaien. Dit is om de bretels door te
laten gaan, voor men ze aan de bovenbroek
astknoopt.
Om het broekje mooi glad te krijgen, kan
men het aan den achterkant met een warm
ijzer oppersen.
Wanneer 't broekje klaar is, is het pl.m.
321,ó c.M. lang. De wijdfte (niet uitgerekt),
pl.m. 58 c.M.
De geribde boordjes sluiten goed af.
ONDERHOUD VAN METALEN
VOORWERPEN
Koper Is een hard metaal en heeft een ro-j
kleur of wel 'n gele. Vochtige lucht bedekt
langzaam met 'n laagje groen en giftig hope
roest. Wanneer de zuurstof vrii toe treden k
verbindt het koper zich met zuren zouten
Geel Koper
Wrijf peel koper stevig In met een lapje e»»
en weinig poetsextract of vloeibaar poetsgued
n één richting wrUvend zoolang tot de kopei-
Te vast poetsextract kan met wat terpentijn
Dit gaat sneller wanneer men het voorwc
nawrüft met fijn wit krüt dat nu tevens
polöetmiddel dienst doet. Het langdurig 1
doet ontstaan. Gewerkt
d koper poetst men het beste met 'n
borstelt het daarna
n lapje geslagen is,
vloeibaar poetsmiddel
met 'n borsteltje waar
stevig uit. o fwrijft h
1 het aanhechtende
terpentijn schoonwrijven. Voor koperen voor
werpen, geschroefd op 'n geschilderd vlak,
snijdt men vooraf 'n passend stukje linoleum
sn houdt dit met het poetsen tegen de verf en
sorgt dat het malletje goed aansluit.
BU liet poetsen van kranen diene men er op
met azjjn, citroen
voorwerpen kunnen .Indien noodig, in u/.(jn
zout gelegd worden. Zorg vooral, dat het voi
werp dadelijk en zorgvuldig nagespoeld won
zoodra de koperkleur voldoende te voorschi
komt.
Antiek geel koper of imitatie daarvan, poe
se men met blauwsteen en terpentijn of nu
Bood Koper
Rood koper behandelt men evenals geel ko
per. doch men neemt in plaats van wit krijt,
rood poetspoeder en voor grof rood koper
Nikkel
Nikkel is ook een vrij hard metaaal. Men
onderschoide echter reinnikkelen en vernUkel-
de voorwerpen; de massief nikkelen geeft men
lelfde behandeling als bli kopei
:h de ve
1 nikkell
behandeld worden.
Massief nikkelen voorwerpe
met kokend water en droogt I
Indien het nikkel zóó vuil is, dat het op
bovengenoemde wijze behandeld, niet schoon
wordt, dan gebruike men poetsextract In dat
geval nawr(jven met f(jn wit krijt.
Vernikkelde voorwerpen worden met zéér
heet water overgoten en met zachte doeken
droog en glimmend gewreven. Is dit nikkel
vuil dan kan men warm zeepsop nemen en in
het ergste geval slaolie met Weener krut of
Parijsch rood. Het nikkellaagje slüt hiervan en
daarom moet dit niet dikwijls geschieden.
Tin
Dit metaaal is zeer gevoelig voor tempera-
tuurs-verschillen; bi) 'n zeer lage temperatuur
ontstaat de zg. tinpest, dit zijn vlekken en
bobbels, waardoor het tin op den duur als poe-
Tin ls een week metaal, toch kan men krach
tige middelen aanwenden voor het reinigen,
omdat de aanslag moeilijk te verwijderen is.
Tin wordt bij uitzondering ««.poetst; na het
schuren komt de kleur van niet te stent ge
polijst tin mooier te voorschijn. Zelfs gegra-
geschuurd worden. Weinig gepolijst tin wordt
na n' sodabad geschuurd met Brusselsche aar
de of zeer fijn zand; daarna afspoelen en dro
gen. Doorgaans is het voldoendo tinnen eie-
raden zooals antieke kannen en schotels enke
le keeren per jaar te schuren; het bv. eens per
maand afwasschen in heet zeepsop is genoeg:
het veelvuldig schuren zou het tin to veel af-
Vertlnde voorwerpen worden ln zeer heet
water afgewasschen en met zachte doeken
droog gewreven. Indien ze vettig zijn. word«-i
ze in heet zeepsop gewasschen, gedroogd en
gepoetst met fijn wit kr(jt; ztln de \/«orwerpen
sterk aangeslagen dan poetse men liet als
DE ..LEKKERE ZES WEKEN'"
Maggirecepten van Martine Wittop-Koning
lld t°* ys
ken die tusschen 1 Juni en
15 Juli liggen, of wel als het seizoen wat
lang op zich heeft laten wachten tusschen
15 Juni en 1 Augustus.
Bladgroenten, die we sedert Mei al onder
keur; daarvoor zorgt de kweeker wel met
behulp van zijn op elkaar volgende zaalsels.
teleln. de spinazie, de zu
ring en de stoofsla verschijnt nu ook een over
,'loed van mulschb kropsla, zoo b(j uitstek ge
schikt als rouwe zomergroente, al of niet in
ets later komt de zomer-and|jvle nog helpen
>m de bladgroenten-keus ruimer te maken.
Een totaal andere rubriek vormen de Jonge
>eulvruchten: de peultjes, de doperwten, de
;apucl|ners, de tuinboonen, spoedig gevolgd
ioor de slaboonen en de sniJboonen.
En nog weer tot een ander genre rekenen
re de steviger producten als: bloemkool, wor
eitjes, raapjes, zomerbieten om dan nog
riet eens te spreken van de asperges, die tot
ter onzer beschikking
langsten dag"
Keus genoeg dus: en óók gelegenheid om
aan de huisgenooten eens gerechten voor te
zetten, die hoewel eenvoudig genoeg niet
algemeen bekend zl)n.
Daten wil daarvan eens een paar voorbeelden
onder de oogen zien.
Gestoofde slakroppen
(S personen)
6 a 8 flinke kroppen sla (afhankelijk v. grootte)
2% dl, kokend water met 1 Maggi-Bouillon-
biokjc, 50 G. ons) boter.
Maak de slakroppen schoon, snijd ze in vier
de parten en schik die in een stoofpan (een
wijdt niet te diepe pan). Giet er den bouillon
>ter tusschen. Lnnt in
laag bedruipende
icht
uur), nu en c
t de vloeistof 1
de vloeistof, die
2 Maggi's-Bouillon-blokjes. 100 G. (1 1
i. 20 G. (2 afgestreken eetlepels) bloem. 40
.-etlepels) boter, 1 eetlepel
boter lichtbruin. Voeg hier
redeelte van het slakropje
Schud er de gedopte erwtjes in en de he<
uitjes; laat in een goed gesloten pan het g
recht zachtjes doorkoken tot de groenten ga
zün en de saus juist voldoende gebonden
3 kg. tuinboonen (ongedopt gewogen). 200
G. (2 ons) mager rookspek. wat zout. 2 thee
lepels Maggi's Aroma.
Dop de boonen. wasch ze en zet ze op met
kokend water, waarin (voor het blank houden
der boonen) wat melk wordt gedaan en waar
in verder wat zout wordt "bestrooid. Koe* de
dichtgedekt op een vergiet om volkomen droog
uit te lekken.
Snijd het spek in dobbelsteentjes, bak die
lichtbruin, voeg er de uitgelekte boonen bij.
PRACTISCHE WENKEN
gepast) kan men zeil 6"oed^i
op uitglijdt.
-aren teveel zouden uitrekken.
kreukels krijgen, kan men "t
i op de°manier van spreihangei
den uitglijden en zich
lengt en goed roert. In dit bad
'i-rde doken (die geen kapotte
'tooncn) flink gekneed en ge-
(00 goed moge-
de deken tot den
anderen dag blijft Liggen. Eruit halen en weer
flink uitdrukken Een tweede koudwaterbad
volgt, waarna de deken (zoo stevig mogelijk
1 de punten!)
stokje, geklopt
laken. On Ier het
et spreekt vanzelf dat men zoo noodig nog
tweede sop of een derde spoelba-d gebruiken
Hebben de dekens kapotte (open) plekken
moeten deze natuurlijk vóór hc-t wasschen
ALS HET LICHT WORDT
Als het licht wordt, vliedt het duister
En met ongekenden luister
Gloort de nieuwe morgen aan.
Bange stonden zijn verslonden
Door het licht, dat op mo^ht gaan.
Als het licht wordt, klaart de mórgen,
Wijken lasten, vlieden zorgen,
Ziet, hoe alles dan herleeft,
Jonge krachten, nieuwe machten
Komen zachtkens aangezweefd.
Als het licht wordt, daalt Gods zegen
Van omhoog ons heilzaam tegen,
't Nieuwe leven vangt dan aan.
's Heeren handen vlechten banden,
Die in eeuwigheid bestaan.
Als het licht wordt, vroeg of spade
Daalt in 't zondaarshart genade
Uit des Vaders Hemelhuis,
Louter zegen wordt verkregen
Aan den voet van Jezus' kruis.
(Uit een Evang. blaadje.)
anaf 20 bekroond. JOH.
CCMC MIIM KNETCMANN Voet kundige
Batavierenstraat 19a <b.d.
West Kruiskade), Rotterdam, Telefoon 32129
VOOR DAMES EN JONGE MEISJES
te ROTTERDAM, UTRECHT en 's-GRAVENHAGE
OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN
Lessen voor eigen gebruik in het geheel zelfstandig leeren vervaardigen van
alle voorkomende kleeding, handwerken, enz. Ochtend-, Middag- en Avond-,
Cursus-, Club- en Privaatlessen. Jonge meisjes die de school verlaten!
kunnen zich nu reeds aanmelden voor de lessen tegen September a.s.
Scholen:
te ROTTERDAM: Directrice Mevr. S. A. v. AMIJDE—PORS. Schietbaan-
laan 99, Spreekuren Donderdags van 24 en van 7—9;
Annastraat 5 (bij Av. Concordia), Spreekuren Dinsdags
van 7S; Beyerlandschelaan 40. Spreekuren Dinsdags
van 45 en Vrijdags van 67 uur.
Correspondentieadres: Schietbaanlaan 114, tel. 33739.
te UTRECHT: Directrice Mej. J. W. LAGENDIJK. Nieuwe Gracht 74.
Spreekuren Dinsdags en Donderdags van 47 uur!
te S-GRAVENHAGE: Directrice Mej. L. LIGTIGHEID, Acaciastraat 49,
Spreekuren Dinsdags en Donderdags v. 10-12 en v. 4 6 u.
PROSPECTI OP AANVRAGE AAN DE DESBETREFFENDE ADRESSEN
»oor scholen, aangesloten bij de Vtreeniging. in andere plaatsen. \- .ee men ii- «drossen