Pe produktieprijzen van
Zomer- en Wintermeik
rOVEMBERKALVENDE KOEIEN ZIJN HET VOORDEELIGST.
24.—
13.02
28-
n) p
LAKD- EN 7U1NBOUW No 89, Verschijnt eiken Donderdag
HANDEL IN RUIGE PAARDENMESI
FüURAGE EN TÜRFSTROOISEL
DONDERDAG 4 JüNl 1931
gfe benzo
Rijwielen
UillllUllllllllllllliiliiUI
De hoeveelheid melk wordt meer beïnvloed, dan het vetgehalte.
Van de Ihand van den Rijksveeteeltconsu-
mt Ir. P. Verhoeven verscheen een vlug-
ihrift over de berekening van den produk-
&75ti eprijs van Zomer- en Wintermeik aan dc
Loopband van gegevens uit de Hoeksche Waard
Om hierover een studie te maken was in
3 eerste plaats nocdig den invloed na te
48 27%an van de maand van afkalven van de
oeien, op de melkopbrengst en het vetge-
alte.
Door den heer Zwagerman werden 3675
5MüL^helklijsten uit Zeeland nagegaan, waarbij
Is resultaat werd vastgesteld, dat de maand
'ecember de beste maand voor afkalven
2.48JiFas, d.w.z. van deze koeien de hoogste
S4.9l>tUlkopbrengst W6rd verkregen, echter met
en lager vetgehalte dan van de koeien die
I de maand Augustus afkalfden. De De-
•mber-koeien gaven gemiddeld 4130 K.G.
jelk met een vetgehalte van 3.18 pCt., ter-
J ijl de Augustuskoeien 3540 K.G. gaven met
36 pGt. vet. 't Verschil in botervet bedroeg
us ongeveer 12,3 K.G.
De heeren Dr. A. G. Breen en C. Leeuw-
118.71 ik hadden in Overijsel voor hun onderzoek
beschikking over 6634 melklijsten over
|24-'25 en 9425 melklijsten over 1926-'26 en
wamen tot het resultaat, dat Nov. de beste
aand van afkalven was, daar deze koeiert
ïoi -middel d 42-19 Kjg. melk gaven met 3.33 pCt.
ut, terwijl het laag9t stonden de in Juli
ilvende koeien welke 3292 K.G. melk pro-
uceerden met 3.21 pCt. vet. Een verschil in
roductie aan botervet van 35.80 K.G.
De provincie Gelderland waar Ir. A. Hyl-
ema 9005 melklijsten naging gaf aan als
ste maanden November en December met
17 K.G. melk en 3.25 pOt. vet en als laagste
aand Juni met. 3289 K.G. melk en 3.12 pCt,
ït, Een verschil dus van 34.4 K.G. botervet
II voordeele van de najaarskalvende
leien.
En eindelijk hadden de heeren Ir. H. G.
Leignes Bakhoven en F. Keestra in Fries-
nd de lijsten van 25738 koeien in 1927 en
,n 24044 koeien in 1928 tot hun beschik
ing en vonden dat de Octoberkoeien met
K.G. melk het hoogst stonden en de
Kadprilkoeien met 3722 K.G. melk het laagst
pk het vetgehalte was van de October-
leien het hoogste en van de Apri'-koeien 't
agst. De juiste cijfers kunnen wij, helaas,
et vermelden. De volgende conclusies kun-
in uit deze gegevens getrokken worden.
X De gunstigste maanden van het afkal-
n voor het verkrijgen van de grootste
lelkgift waren tevens de gunstigste voor
t hoogste vetgehalte en omgekeerd. (Vol-
ns de gegevens uit Zeeland is, als de cij-
rs juist zijn weer gegeven, deze conclusie
et geheel juist Red. L. en T.)
II. De invloed van de kalfmaand is veel
paiooter op de hoeveelheid melk per lactatie-
11 1 node, dan op het. gemiddelde jaarvetge-
lte-
d* UI. Het jaarvetgehalte voor iedere koe
":t een vrij constante grootheid te zijn.
T.o.z. van het vetgehalte speelt de erfe-
1 aanleg ongetwijfeld de belangrijkste
iafV. De invloed van de kalfmaand heeft
p£tT\n ongeveer 6 4 7 maal eoo'n groote be-
Poeia akenis met betrekking tot de melkop-
•r rajengst, dan tot het gemiddelde vetgehalte.
VoienWfU de invloed op den duur der lactatie-
sche node betreft was deze in 1927 het kortst
Maart als kalfmaand tot en met Juli en
1928 het kortst van April tot en met Juli
et 292 tot 295 dagen en het langst in Sep-
nïn mber en October als kalfmaand met 313—
dagen.
aus Conclusie: In vrijwel alle gevallen (totale
Mo eikopbrengst, gemiddeld vetgehalte, dagop
neep engSt en duur der lactatieperiode) blijkt
maand April als kalfmaand het ongun-
Junlgst te zijn en in nagenoeg alle gevallen de
aand October het gunstigst.
Wat het percentage van de koeien, afkal-
in de verschillende maanden betreft,
,veïeft het volgende tabelletje hiervan een
,e' erzicht:
Jan. t./m. Juni t./m. Oct. t./m.
Mei Sept. Dec.
53.6 19.1 27.3
Iderland
erijsel
4 iesland
70.4 13.6
77.9
10.7
6.8 10.6
Voor Zuid-Holland zijn hieromtrent geen
gevens verwerkt en bovendien zou diit vrij
tm t stip zijn met het oog op het sterk uiteen
open van do verschillende gebieden.
Ne4^e Vereeniging van oud-leerlingen ln de
gd t ueksche Waard achtte het wenschelijk een
iderzoek in te stellen welke koeien voor
bin ln streek het m'eest geschikt waren.
fATER N00DIG?
AST VAN HET WATER?
Vraag Inlichtingen
•I. LEMMERS Jr., Nijverdal
3-
lichéfabriek „Het Oosten"
Gedempte Slaak No. 120
Teleioon No. 29425
ROTTERDAM
WATERLEIDING
'NTLUCHTING of VERWARMING
loor Uw kassen van noode????
Irnjt
eens prijs aan bij:
H. BQOGERTMAM
IlLLEGERSBERG, Kleiweg 9, Tel. 40054
3ERKEL, Rodenrijscheweg, Tele'oon No. 70
AUTOGEEN LASCH WERKEN
De Rijksveeteeltconsulent ontving van een
daartoe benoemde commissie de verschillen
de gegevens die te verkrijgen waren. Men
stuitte op heel wait praktische bezwaren,
doch men oordeelde, dat 'er verschillende el
kaar weer ophieven. De noodige aanmerkin
gen zijn wel te maken, doch de leden waren
.an oordeel, dat het rapport toch gepubli
ceerd moest worden, zoodat een ieder het
voor zijn eigen omstandigheden na kan
gaan.
Naar schatting zullen in de Hoeksche
Waard driekwart van de koeien in het voor
jaar en één vierde gedeelte in het najaar af
kalven.
Bij de berekening van de opbrengst van
de melk werd rekening gehouden met den
toeslag, die per J.. door de fabrieken gege
ven werd, bij de levering in den winter van
een bepaald procent van de hoeveelheid ge
leverde melk in den zomer. Verder werd
uitgegaan van de betaalde melkprijzen over
het vorige jaar, die overgenomen zijn uit
„Do Melkveehouder". Uitgegaan is van het
standpunt, dat een koe per halve H. A. ge
houden kon worden. Hiervan werd de pacht
onderhoud en bemestingskosten op f 130 ge
rekend, aoodait de kosten van een koe, ge
durende den weidetijd o'p f 130 kwamen.
Voor den staltijd werd het volgende rant
soen genomen voor koeien van 500 K.G. le
vend gewicht, die droogstaan of 5 L. melk
geven:
3 K. G. hooi15 cent
3 K.G. erwtenstroo 9 cent
3 K.G. haverstroo9 cent
10 K. G. voederbieten 15 cent
6 K. G. aardappelen6 cent
K.G. grondnoten 9 cent
Totaal 63 cent
Voor iedere volgende 5 L. melk werd ge
rekend noodig te zijn l1/^ K.G- van het vol
gende mengsel:
7 deelen zemelen,
7 deelen kokos
8 deelen lijnmeel,
12 deelen soya of sesam,
16 deelen grondnoten,
20 deelen mais,
30 deelen gerat.
Dit mengsel kwam ongeveer 10 cent per
K.G., zoodat de productiekosten van iedere
5 L.. melk boven de ëerate 5 L. op 15 cent
kwamen.
Een -koe, die 10 L. melk gaf at dus per
op:
Grondrantsoen
V/z K.G- mengsel
Totaail
63 cent
15 cent
78 cent
Nu nam de heer V. de lijsten van 10
koeien van 5 jaar, die denzelfden stier als
vader hadden en zooveel mogelijk op één
stal voorkwamen. Vijf hiervan hadden afge
kalfd in April en vijf in November. De ge
middelde meikgift van de Aprilkoeien be
droeg 4721 KG. melk in 307 dagen en die van
de Novemberkoeien 5630 K.G. melk in 306
dagen.
Het gemiddeld aantal staldagen was 181.
De 5 Novemberkoeien kwamen volgens een
zeer nauwkeurige berekening op f 976.15 aan
voeder per staltijd. Voegt men hierbij de wel
dekoeien als boven berekend op f 130 per
koe dan komen deze 5 in November afgekalf
de koeien op f 976.15 f 650 f 1626.15.
De opbrengst aan melk bedroeg rond
f 2520. Zoodat de winst op deze 5 koeien on
geveer f 900 bedroeg .De opbrengst per L.
melk was 9 cent en de productiekosten bijna
5.8 cent. Bij de in April kalvende kooien
kreeg men natuurlijk een geheel andere bo
rekening, omdat hier een kleiner bedrag aan
extra bijmengsel gegeven behoefde te wor-
De vijf kwamen op f 570.15 per staltijd. De
weide kostte alweer f 650, totaal dus t 1368.25
De opbrengst aan melk bedroeg f 2007.53,
zoodat de winst rond f 640 bedroeg. De op
brengst per L. melk bedroeg 8.5 cent, de pro
ductiekosten daarvan bedroegen ook 5.8. ent.
Men heeft dn beide gevallen de zelfde pro
ductieprijs per L. doch de hoeveelheid melk
der Novemberkoeien is beduidend hooger en
ook de prijs per L., zoodat het voordeel zeer
duidelijk aan de kant der Novemberkoeien is
Als wij ons wel herinneren is men jaren
geleden ongeveer in 1917 ook al tot deze con
clusie gekomen, de juiste gegevens daarom
trent kunnen wij momenteel niet meer in
ons archief vinden. De berekening was toen
echter niet zoo nauwkeurig uitgewerkt als
thans de beer V. doet. De conclusies waren
echter gelijk. Red. L. en T.).
Nu zou men nog eens kunnen berekenen
wat het verschil zou zijn, als men bedrij
ven nam met 4 koeien, waar in het ééne
geval 1 koe in November en 3 in April af
kalfden en omgekeerd. Het eerste zoii onge
veer den tegenwoordigen toestand in de
Hoeksche Waard weergeven en het tweede
geval het omgekeerde De berekening hier
van is echter zeer gemakkelijk te doen aan
de hand van bovenstaande gegevens en
zullen wij overlaten aan de lezers zelf-
Een feit is echter, dat de boer met het
omgekeerde geval de meeste winst maakt.
De productieprijs zal in beide gevallen weer
ongeveer gelijk zijn, doch de opbrengst per
L. zal in het laatste geval weer iets hoogei
zijn.
Als slotbeschouwing voegt Ir. Verhoeven
aan dit belangrijke rapport de volgende
opmerkingen toe:
De April-koeien zullen meer gras noodig
hebben dan de November-koeien (wat de
bovenstaande berekening te hare nadeele
beïnvloedt. Red. L. en T.).
De pacht met onkosten k f 130 per H.A.
zijn aan den hoogen kant.
De berekeningen zijn gemaakt aan de
hand van de prijzen in 1929—'30-
Thans zijn deze prijzen nogal gewijzigd.
Aan de hand van de gegevens, kan ieder
echter rekening houden met zijn eigen om
standigheden. (Zoowel wat pacht-, melk-
als veevoederprijzen betreft).
Ook zonder de erin verwerkte toeslag
zullen de November-koeien meer winst op-
loveren dan de April-koeien.
Een gedeeltelijke, geleidelijke omzetting
van April-koeien is in November-koeien
aan te bevelen voor streken als De Hoek
sche Waard. Voor zelfkazende streken zou
ddt weer afzonderlijk nagegaan dienen te
worden.
Voor den eenvoud bij de berekening is
geen rekening gehouden met de afval- en
bijproducten uit 't akkerbouw-bedrijf, waar
de gemengde bedrijven altijd van profi
teeren en waardoor de productiekosten per
L. nog verminderen.
Het zou van zeer veel beteekenis zijn als
in meerdere weidestreken zulke berekenin
gen gemaakt engepubliceerd werden.
Het komt ons voor, dat naar alle waar
schijnlijkheid zoo goed als steeds de groot
ste voordeelen bij November-kalverende
koeien gevonden zullen worden. Red L en T.
De graslanddagen in Overijssel
Belangrijke besprekingen
ii.
Den volgenden dag begaven we ons haar
Hengelo.
Ook hier was als te Zwolle een groot aan
tal belangstellenden samengekomen.
Allereerst sprak Ir. H. T. Tjallema,
van Zwolle, over:
Volgens Spr. is een lage winterwaterstand
steeds zeer gewenscht. Men moet hebben
veel luchttoetreding, omdat, zooals de prac-
tijk het uitdrukt, de grond bij te veel wa
ter en te weinig lucht „verzuurt".
Een gevolg daarvan zal zijn, dat er goede
grassen verdwijnen en de slechte grassen
zich ontwikkelen.
De zomerwaterstand mag wel weer wat
hooger zijn. Een waterstand van 40 50
c.M. op zandgrond is goed te achten.
Regenwater moet snel weggevoerd kunnen
worden: stilstaand water op grasland is
zeer nadeelig. Stroomend water is lang zoo
erg niet.
Daar is nog voldoende zuurstof aanwezig,
om de plantengroei te doen doorgaan.
Om regenwater snel te doen afvoeren is
greppelen of draineeren noodig.
Voor draineeren echter is de grond-wa
terstand in Overijsel meestal te hoog en zijn
de kosten te duur. Daarom is greppelen aan
te bevelen. Wat vóór den winter moet plaats
hebben om het winterwater vlug af te voe
ren.
Men kan heel goed de in Friesland wel
bekende doch in Overijssel nog niet veel
gebruikte snijzeis gebruiken. Ook greppel-
ploegen doen tegen woord"- heel goed werk.
De verdere verbetering an grasland kan
geschieden door scheuren, 't enkele jaren
als bouwland gebruiken en daarna weer be
zaaien van een goed grasmengsel (niet
alleen van goedkoope graszaden. Red. L. en
T.) Ook door het deels stukmaken en daar
na inzaaien van graszaad kan men het
grasland verbeteren doch daar hiervoor al
leen grovere graszaden geschikt zijn is het
meestal niet aan te bevelen.
Door een sterke doelmatige bemesting
echter kan ook heel wat tot verbetering in
grasland gedaan worden.
Bij de bespreking werd gewezen op de
meer dan ergerlijke wijze waarop ook rond
om de fabrieksplaatsen de beken door fa
briekswater vervuild werden en een goede
i afwatering onmogelijk maakten en bij oyer-
Veel belangstelling
strooming door het vuile water de gras
landen totaal bedierven.
Ook werd gewezen op de vaak zware las
ten, die waterschappen op de gronden leg
gen, hooger dan soms het gewin is, dat een
waterschap aanbrengt
Met veel genoegen luisterden we daarna
naar den heer L. W e y e r, te Meppel, over:
Gebruik en verzorging van Qrasland.
Hij deed dit op zoo'n populaire vaak hu
moristische wijze, dat het insloeg. Dat zag
men.
De nog veel voorkomende russchen en
bentepollen kunnen heel best door kalkstik-
stof verdreven worden, mits ze wakker,
d.w.z. aan de groei zijn. Op de plaats waar
ze stonden groeit heel best het gras. Kalk-
stikstof is beter dan fijn gemalen kaimet als
onkruidbestrijdingsmiddel.
Gewezen werd op het door ons wel be
kende „omweidingssysteem". Een bezwaar
was vaak de onvoldoende drankgelegenheid.
Doch ook vaak is het een /ooraak dat de
koeien goed drinkwater krijgen. Daar hapert
nog wel eens wat an_
Dat de koeien onrustig zouden worden is
wel denkbeeldig.
't Land mag niet ruig de winter ingaan:
in het voorjaar zou het jonge gras totaal
verstikken. Geheel afweiden vóór den winter
is echter ooik niet goed. 't Moet nog ietsje
kunnen uitgroeien.
Dat jongvee bij het nieuwe beweidingssy
steem achter de melkkoeien aan komt vindt
iemand niet goed, doch volgens inleider is
verschil in eiwitgehalte tusschen wat de
melkkoeien afgrazen en wat voor het jong
vee overblijft niet zoo groot
Hoe minder vee, hoe grooter de perceelen
naar evenredigheid moeten zijn. Zoo neemt
men bij 20 a 22 koeien de perceelen plm.
1 H.A. bij 10 koeien plm. H.A.
De lezing van de heer E. J. Lankwar-
d e n te Hengelo over
Bemesting van grasland,
konden we helaas niet tot het einde hooren.
Wij moesten terug. Ons wachtte nog 300
K.M rijden, daar we ook nog hier en daar
even moesten rondzien.
Maar wat we hoorden was zeer leerzaam.
Naar aanleiding van een vraag door iemand
uit Diffelen bij Hardenberg waar ze ook
in den zomer de koeien 's nachts op stal
houden voor mestproduktie, werd even ge
wezen op het groote nut dat stalmest heeft
voor grasland, daar het de uitstoeling sterk
bevordert. En daar in Twente over 't al
gemeen de zode nog al slecht is kan stal
mest, mits het korte nieuwe stalmest is,
wonederen doen. Waarschijnlijk hebben wij
hier iets wat in venband staat met wat Ir. J.
A. van Riel in het laatste nummer van het
Landbouwkundig tijdschrift schreef, dat als
„bij overgens normal - klei de ontwatering te
wenschen overlaat, dan hebben de voor het
leven der planten noodzakelijke processen in
den bodem onvoldoende plaats, en dat is de
fout, die daardoor aan den bodem kleeft,
6lechts op te heffen en dan nog maar voor
een gedeelte door het geven van natuurlij
ken mest: stalmest groenmest of beide". In
Twente is het met de afwatering nog niet
goed gesteld weten we en hoorden we ook
op deze bijeenkomst en wat pp klei, waar
Ir, van Riel over schreef is waar te nemen
zal waarsohijnlijk ook o~ de Twentschc bo
dem van toepassing zijn. (Red. L. en T.)
De rier moet 'afzonderlijk bewaard wor
den. De kelder vooral utet te klein nemen.
Wat de minerale meststoffen aangaat kon
worden gezegd, dat kalk zelden een hoogere
opbrengst geeft en men van de gewenschte
kalktoestand van grasland nog niet veel
Wat de fosforzuurbemesting aangaat kan
gezegd worden v^ut groote giften niet zoo
heel noodig zijn. Slakkenmeel is wel goed
op grasland. Een plantengewas haalt 40
70 Kg. Ps Os uit den grond; dus zooveel moet
men ongeveer geven.
't Komt ons voor, dat de heer L. gedwongen
door gebrek aan tijd, wat hem parten speel
de deze aangelegenheid wat oppervlakkig
behandelde, 't Is waar, dat zooals hij op
merkte toen men het grasland pas met fos-
forzuur begon te bemesten, men reuzen meer
opbengsten kreeg, omdat toen de grond aan
fosforzuur uitgeput was. Maar ook is 't waar
dat al heeft zoo goed als geen uitspoeling
plaats het niet meer teruggeven als de plan
ten opnemen opnieuw de grond kan doen
uitputten. Er hebben nog heel wat andere
werkingen plaats als uitspoelen en opnemen
door de gewassen. Ook het ijzer, waaraan de
bodem soms nog al rijk is, waarschijnlijk
in sommige deelen van Overijssel ook wel
vraagt heel veel fosfonzuur voor binding,
Vandaar ook dat flinke giften Thomasslak-
kenmeel zoo gunstig werken op groei en
gehalte der grassen. Zooals we schreven: we
moesten vertrekken. Het speet ons. Ook dit
onderwerp interesseerde ons bijzonder.
De graslanddagen hebben onze Indruk, die
we hadden van Overijssel versterkt, n.l. dat
daar een landbouwende stand leeft, die ijve
rig streeft met zijn tijd mee te willen. En
daartoe de uiterste krachten inspant.
Zulke veehouders kunnen in den strijd
om het bestaan, die thans scherp gevoerd
moet worden, een stootje uitstaan.
Wij hebben een paar mooie dagen gehad.
2^elf gewonnen graan
in eigen bedrijf benutten
Over het vraagstuk: In hoeverre is
het mogelijk en rendabel om het
verbouwde graan in eigen be
drijf te gebruiken, door middel
van vee houder ij en varkensmes-
terij rapporteerde de 21 afdeelingen
van de Gron. Mij. van Landbouw.
Een resumé dezer 21 rapporten verscheen
in het „Groninger Landbouwblad", waar
aan wij het volgende ontleenen.
Het opmerkelijke is wel, dat in deze rap
porten, niettegenstaande de inhoud ervan
in details soms belangrijk uiteen liep,
steeds weer de wenschelijkheid naar-voren
werd gebracht, dat de rentabiliteit onzer
bedrijven gezochit moet worden in de vee
houderij als nevenhedrijf, met de nauw
hieraan verbonden fokkerij.
Uit 't feit, dat zelfs vanuit de specifieke
akkerbouwstreken geraden wordt, dat voor
een meer rendabele exploitatie onzer ak-
kehbouwbedrijven een gedragslijn gevolgd
moet worden, die leidt naar een uitbrei
ding van de veehouderij, mag alleen reeas
geconcludeerd worden, dat dit advies als
een juiste raadgeving kan worden aan
vaard.
Het gaat niet aan, de plaatsruimte belet
het ons, dit zeer belangrijk rapport over
te nemen of zelfs maar een uittreksel er
van te geven, hoewel de verleiding daartoe
wel sterk is. Zelfs zouden wij geneigd zijn
ur commentaren op te geven, doch dat zou
ons veel te ver voeren. We willen daarom
alléén volstaan met de zestien conclusies
weer te geven, waartoe de resumécommis
sie komt. Deze luiden:
1. De uitbreiding van de veehouderij is
onder de gegeven omstandigheden, zoowel
op onze specifieke akkerbouwbedrijven als
op gemengde bedrijven gewenscht.
2. Hoever deze uitbreiding wenschelijk
is, zal door den ondernemer .zelf moeten
worden beoordeeld.
3. Belangrijke uitgaven voor nieuwbouw
ter verkrijging van stalgelegenheid dienen
te worden vermeden of tot een minimum
beperkt.
4. Daar, waar vakkennis en geschoold
zijn van den ondernemer en het personeel
ontbreken, is een geleidelijke overgang
naar het gemengde bedrijf aan te bevelen.
5. Uitbreiding van het veebedrijf kan
met betrekking tot het personeel eenige
moeilijkheden met, zich mede brengen; dit
is echter geen overwegend bezwaar.
6. Het mestor. van rundvee is doorgaans
niet of wéinig loonend.
7. De aan- en opfok van jonge dieren is
aan te bevelen.
8. Naast de blijvende weiden verdienen
witte klavers vooral aanbeveling als tijde
lijke weiden.
9. Naast de rundveehouderij komt de var
kenshouderij zeker wel het meest ln aan
merking bij te dragen tot de uitbreiding
van den veestapel.
10. De voorwaarden voor de varkenshou
derij in ons land zijn gunstig.
11. De afzet, uniformiteit en kwaliteit
onzer mesterij.-productcn dienen te worden
verbeterd.
12. De uitbreiding van de varkenshou
derij is geen bezwaar, zoolang de afzet
naar het buitenland niet wordt bemoeilijkt.
13. Naast de beroepsmesterij zal de ge
legenheidsmesterij steeds bestaansrecht
hebben.
14. De paardenfokkerij dient zich onder
de gegeven omstandigheden doorgaans te
bepalen tot den aan- en opfok van eigen
gebniiksdieren.
I 15. De schapenhouderij komt voor een
belangrijken afzet onzer akkerbouwproduc
en niet in aanmerking.
I 16. De pluimveehouderij kan in kleine
HIJSCKT ELECTRISCH
Onmisbaar v.Land-enTuinbouw-
bedrijven. Vertegenwoordiger
HERMANN SCHAEFER
Wassenaarscheweg 34
DEN HAAG - Telefoon 14779
traprernnnaV J44.^rembouri
met vrij zicht. Tranco station
BENZO RiJWIELFABRIEK
VLAARDINGEN.
IMIfflfflllMlElüE
GROENTEPLANTEN inpru^nma
1000 ƒ2.50; Bloemkool Le Cerf p. 1000 ƒ4; Langend, roode. gele
witte er. Deensche witte bewaarkool per 1000 ƒ3.Langend.
ndr. groene. Llersche Spruiten,
nterprei p. 1000 ƒ1.25: Knol-.
VAX NOORT, tniiu
Telef. 2172 ZWIJXDRECHT
H.H. Kweekers,
„R O O K D O O D"
het ideale middel tegen LUIS fn Kaaaen. Serre-a Platstaa,
Geer bencbndiging der Gewasaen.
Uitsluitend verkrijgbaar bij de fabrtkante
ASEPTAFABRIEK (Fa. Gebrs Manger), DELFT, Tel. 532
(Speciale Fabriek van PlantenzlektenbestrljdlngsmidiK-ien)
WOON in Uw
EIGENHUIS
en gtj bespaart pl.m. 40 der huursom. Voor spaar
rekeninghouders 85 Hypotheek. Individueel sparen
met vaste rente en gegarandeerd eindbedrag (gpen
spaarkas, geen verzekering). Aanvragen te richten
aan NIEUW EIGENHUIS, Jan Pzn. Coenstraat 21,
's GRAVENHAGE. Overal actieve vertegenwoordigers
gevraagd, aangename werkkring, ruime belooning.
Berichten
van den Plantenziektenkundigen Dienst
De Aardappelziekte
Bij den Plentenzi-eiktenkundigen Dien6t te
Wogerfingen ie bericht binnengekomen, dat
cte aardappetolelkte (Phytophthora imfestams)
is waargenomen in de 6O0Tt Eersteling.
Het eerste optreden van de ziekte is dit
jaar dus zeer vroeg. Hoewel hieruit nog niet
volgt, dat die ziekte zidh dadelijk sterk zal
uitbreiden, moet met de mogelijkheid dear-
van toch ernstig rekening gehouden wor
den. Daarom is het gewenscht de aardappel
velden, wöike door hun loofontwikkeling
hiervoor in aam merk ing komen, zeker ais de
weensomstapdigheden gunstig zijn voor het
optreden van de ziekte, reeds nu te bespui
ten met Bordeauxsche of Bourgondische pap.
De resultaten tooh, die bereikt worden met
deze beepuitiing hangen geheel et, ven het
tijdstip waarop zij wordt uitgevoerd. Er
moet n.l. bespoten worden vóór dat de ziekte
optreedt.
Zooals bekend kan worden verondersteld,
is heithaüng van de bespudtieg ter bescher
ming van het later bijgegroeide loof noodig
Nadere inlichtingen worden gaarne ver
strekt door den Plantenzdeiktenkundigen
Dienst te Wageningen en door de op ver-
schiiliendie pQaatsien werkzame ambtenaren
van dezen Dienst.
Inkuilen van groenvoeder
Het inkuilen van gras, mais en zoonoodig
ook van legerende graangewassen, stoppel
knollen, bietenloof enz., heeft gedurende de
allerlaatste jaren in Gelderland een groote
uitbreiding ondergaan.
Mede dank zij de openbare lessen die hier
in zijn gegeven en de handelingen, die zijn
uitgereikt is over het algemeen het resul
taat uitstekend, terwijl men over het ge
bruik van het kuilvoer als veevoeder zeer
tevreden is.
In het afgeloopen voorjaar zijn door den
heer J. B. Nakken, leeraar aan de Rijks-
landbouwwinterschool te Zutphen vrijwel
alle op demonstraties gemaakte kuilen ge
controleerd en het is gebleken, dat alle zijn
geslaagd, behalve de enkels waarvoor te
grof en te oud materiaal is gebruikt Dit
gaat licht 6dhimmel«n, vooral aan de buiten
kanten en geeft dan eenig verlies. Perehoo-
pen van sappig, blaidrijk materiaal] kunnen
zoodanig slagen, dat er geen K.G- aifveil aan
is. Dergelijke zijn er meerdere bij.
Voorzoover daaraan nog behoefte wordt
gevoeld zijn wij bereid ook thans weer de
monstraties te doen geven indien d-eze
plaatselijk door organisaties behoorlijk wor-
rv-hw
Wij
tijdig opgave hiervan opdat de graslanden
\UOr tlici. UJU MHiiUOli ..uuu-en «11
het juiste tijdstip voor het inkuilen kan
worden vastgesteld.
Voor belanghebbenden stelQen wij boven
dien op aanvraag gratis uitvoerige hand
leidingen ter beschikking.
Wij beahalen rncg eens met nadruk, dat
goed kuilvoer ailileen bereid kan worden van
voldoende jong sappig gres. De praktijk
moet rich er dus aan gewennen om hiervoor
vroeg te maaien.
Men verheet hierdoor niets want men
heeft des te vroeger een beste naweide,
waarvan de zode door verstikking van on
der,grassen zoo weinig mogelijk heeft ge
leden, veel minder don bij laat maaien.
Zutphen, Mei 1931.
De Rijkelandhouwconsuilent,
O. J. CLEVERINGA
VEILINGEN
Aalsmeer (Centrale), Snijbloemen vanaf
IV2 uur v.m. Potplanten: Dinsdag, Don
derdag, Zaterdag sy2 uur vm.
Amersfoort, Dinsdag, Donderdag, Za
terdag 9 uur v.m.
Rijnsburg (Flora), dagelijks 8% u. v.m.
B e r k e 1, diagelijks 9y2 uur vjn.
Boskoop, dagelijks 8V2 uur vm.
Eist, Maandag, Woensdag en Vrijdag.
bedrijven op haar plaats zijn; op groote
bedrijven zal zij vanwege practische be
zwaren moeilijk in die mate ingang kun
nen vinden, dat zij beteekenis krijgt voor
een belangrijke omzetting van plantaardige
in dierlijke producten.
Honselersdijk, dagelijks 8% uur vm.
(Woensdag, Vrijdag 8 uur).
Groningen, Snijbloemen en potplanten
Maandag, Woensdag 2 uur; Vrijdag 10
uur vm.
N ij m e g e n, Groenten en Fruit Dinsdag,
Vrijdag 1 u. nam. Bloemen: Maandag en
Woensdag 9 uur v.m.
Rijnsburg (Bloemenlust)Maandag,
Woensdag, Vrijdag 8V2 uur v.m., andere
dagen 8 uur v.m.
Tilburg, dagelijks 10 uur vm.
]V\arktoverzicht
(Medegedeeld door het Centraal Bureau).
Meststoffen.
Stikstofmeststoffen. Van eenige
verbetering in het stikstofverbruik door groo
tere vraag voor den suikerbietenbouw is
niets te bespeuren geweest. We zouden hier
uit willen afleiden, dat de suikerbietencul-
tur wellicht ingekrompen is, doch in elk ge
val met minder zware stikstofbemesting be
proefd wordt in dit seizoen. Eigenlijk is dit
de algemeene conclusie, waartoe men komt,
indien men het mindere gebruik van mest-
stoffen nader beschouwt. De landbouwer in
ons land, die tot heden bekend stond om zijn
zeer intensieve cultuur, heeft ae bemesting
ingekrompen en beproeft thans op deze wij
ze zijn bedrijf sluitend te maken, in de over
weging, dat zware bemestipgen alleen bij
hooge prijzen der producten loonend zijn.
De stikstofproducenten hebben al enkele
malen over de plannen voor het komende
seizoen beraadslaagd, doch tot heden ontöre-
ken de resultaten. In landbouwkringen
wacht men met spanning af, of de heeren
verstandig genoeg zijn om te begrijpen, dat
alleen een zeer sterke verlaging ln
«taat zal zijn het verbruik weer op het oude
peil te brengen.
De afgeloopen week was het al erg slapjes
met de vraag. Men kan merken, dat het sei
zoen ten einde loopt. In enkele streken gaat
het nog tamelijk, doch in de veenkoloniën
en op de klei is het vrijwel gedaan. Het al
gemeen beeld blijft hetzelfde; nog altijd is
de kalksalpeter beneden pariteit te koop, ter
wijl zwavelzure ammoniak door de concur
rentie der „vrije" partijen opnieuw sterk
omlaag gedrukt werd.
Thomasmeel. Met de maand April Is
het thomasmeel-seizoenjaar op een zeer kal
me wijze ingezet. Terwijl in April 1930 het
invoeroverschot ook reeds kiem was met
11.750 ton is de hoeveelheid in April 1931
nog geringer geworden en wel 10.200 ton.
Duitschland echter, dat in April 1930 een
invoeroverschot had van 22.250 ton, heeft in
April 1931 een hoeveelheid van 59.000 ton
méér ingevoerd dan uitgevoerd.
Waar men aanneemt, dat Duitschland ook
in Mei veel heeft aangekocht en ingevoerd,
daar zou men mogen aannemen, dat de lage
prijs van het Ster-merk niet geheel zonder
bedoeling zóó is bepaald.
België houdt zich op het oogenblik rustig
en wacht eenvoudig weer zijn beurt af.
Superfosf aat. Doordat het seizoen ta
melijk laat is geweest bedroeg de invoer van
superfosfaat uit België in Nederland in dc
maand April nog bijna 11.800 ton. Over Ja
nuari/April 1931 is in totaal 37.773 ton en
vanaf 1 Juli 1930 t/m 30 April 1931 is het
41.204 ton.
Zelfs wanneer men dus de geheele Jull^
December-hoeveelheid van het vorige jaar
erbij telt, komt men toch nog maar op een
invoer van nog minder dan de helft van het
voor Nederlandsch verbruik verkochte su
perfosfaat
Voor directe levering gaat er zoo goed als
niets meer om.
Voer artikelen.
Nadat in het begin der vorige week de.
mais nog wat verder gezakt was. kwan. rr
de laatste dagen eenige opleving, tengevolge
van de verbetering van den pesokoera. De
prijsstijging was echter van geen beteekenis.
In den grond ligt Laplalamais nog steeds
zwak; de groote oogst in Argentinië drukt
nog steeds. In andere soorten mais gaat niets
Gerst blijft nog tamelijk prijshoudend, of
schoon ook hier in den loop der week een
verlaging intrad. Klein aanbod van den Do-
nau en Rusland hudt echter verdere daling
tegen. Haver en rogge bleven vrijwel op een
zelfde peil. Doordat opnieuw groote partijen
Russische rogge verkocht werden, liep deze
soort zelfs iets op. Russische haver is zo»»
goed als geruimd, zoodat nu de aandacht
meer op Canada-soorten valt, welke echter
nog niet loco zijn.
Er is van de koekenmarkt weinig nieuws
te vermelden. De vraag naar lijnkoeken ts
uitermate klein, terwijl de prijzen zich, on
danks hot zeer kleine aanbod, nauwe!i.lxs
kunnen handhaven. Cocoskoek iets gemak
kelijker gestemd. Grondnotenkoek prijshou-
dend met weinig aanbod. Afvalartikelen der
meelfabrieken, vooral zemelen, ruimer aan
geboden tot lagere prijzen.