Pe produktieprijzen van Zomer- en Wintermeik rOVEMBERKALVENDE KOEIEN ZIJN HET VOORDEELIGST. 24.— 13.02 28- n) p LAKD- EN 7U1NBOUW No 89, Verschijnt eiken Donderdag HANDEL IN RUIGE PAARDENMESI FüURAGE EN TÜRFSTROOISEL DONDERDAG 4 JüNl 1931 gfe benzo Rijwielen UillllUllllllllllllliiliiUI De hoeveelheid melk wordt meer beïnvloed, dan het vetgehalte. Van de Ihand van den Rijksveeteeltconsu- mt Ir. P. Verhoeven verscheen een vlug- ihrift over de berekening van den produk- &75ti eprijs van Zomer- en Wintermeik aan dc Loopband van gegevens uit de Hoeksche Waard Om hierover een studie te maken was in 3 eerste plaats nocdig den invloed na te 48 27%an van de maand van afkalven van de oeien, op de melkopbrengst en het vetge- alte. Door den heer Zwagerman werden 3675 5MüL^helklijsten uit Zeeland nagegaan, waarbij Is resultaat werd vastgesteld, dat de maand 'ecember de beste maand voor afkalven 2.48JiFas, d.w.z. van deze koeien de hoogste S4.9l>tUlkopbrengst W6rd verkregen, echter met en lager vetgehalte dan van de koeien die I de maand Augustus afkalfden. De De- •mber-koeien gaven gemiddeld 4130 K.G. jelk met een vetgehalte van 3.18 pCt., ter- J ijl de Augustuskoeien 3540 K.G. gaven met 36 pGt. vet. 't Verschil in botervet bedroeg us ongeveer 12,3 K.G. De heeren Dr. A. G. Breen en C. Leeuw- 118.71 ik hadden in Overijsel voor hun onderzoek beschikking over 6634 melklijsten over |24-'25 en 9425 melklijsten over 1926-'26 en wamen tot het resultaat, dat Nov. de beste aand van afkalven was, daar deze koeiert ïoi -middel d 42-19 Kjg. melk gaven met 3.33 pCt. ut, terwijl het laag9t stonden de in Juli ilvende koeien welke 3292 K.G. melk pro- uceerden met 3.21 pCt. vet. Een verschil in roductie aan botervet van 35.80 K.G. De provincie Gelderland waar Ir. A. Hyl- ema 9005 melklijsten naging gaf aan als ste maanden November en December met 17 K.G. melk en 3.25 pOt. vet en als laagste aand Juni met. 3289 K.G. melk en 3.12 pCt, ït, Een verschil dus van 34.4 K.G. botervet II voordeele van de najaarskalvende leien. En eindelijk hadden de heeren Ir. H. G. Leignes Bakhoven en F. Keestra in Fries- nd de lijsten van 25738 koeien in 1927 en ,n 24044 koeien in 1928 tot hun beschik ing en vonden dat de Octoberkoeien met K.G. melk het hoogst stonden en de Kadprilkoeien met 3722 K.G. melk het laagst pk het vetgehalte was van de October- leien het hoogste en van de Apri'-koeien 't agst. De juiste cijfers kunnen wij, helaas, et vermelden. De volgende conclusies kun- in uit deze gegevens getrokken worden. X De gunstigste maanden van het afkal- n voor het verkrijgen van de grootste lelkgift waren tevens de gunstigste voor t hoogste vetgehalte en omgekeerd. (Vol- ns de gegevens uit Zeeland is, als de cij- rs juist zijn weer gegeven, deze conclusie et geheel juist Red. L. en T.) II. De invloed van de kalfmaand is veel paiooter op de hoeveelheid melk per lactatie- 11 1 node, dan op het. gemiddelde jaarvetge- lte- d* UI. Het jaarvetgehalte voor iedere koe ":t een vrij constante grootheid te zijn. T.o.z. van het vetgehalte speelt de erfe- 1 aanleg ongetwijfeld de belangrijkste iafV. De invloed van de kalfmaand heeft p£tT\n ongeveer 6 4 7 maal eoo'n groote be- Poeia akenis met betrekking tot de melkop- •r rajengst, dan tot het gemiddelde vetgehalte. VoienWfU de invloed op den duur der lactatie- sche node betreft was deze in 1927 het kortst Maart als kalfmaand tot en met Juli en 1928 het kortst van April tot en met Juli et 292 tot 295 dagen en het langst in Sep- nïn mber en October als kalfmaand met 313— dagen. aus Conclusie: In vrijwel alle gevallen (totale Mo eikopbrengst, gemiddeld vetgehalte, dagop neep engSt en duur der lactatieperiode) blijkt maand April als kalfmaand het ongun- Junlgst te zijn en in nagenoeg alle gevallen de aand October het gunstigst. Wat het percentage van de koeien, afkal- in de verschillende maanden betreft, ,veïeft het volgende tabelletje hiervan een ,e' erzicht: Jan. t./m. Juni t./m. Oct. t./m. Mei Sept. Dec. 53.6 19.1 27.3 Iderland erijsel 4 iesland 70.4 13.6 77.9 10.7 6.8 10.6 Voor Zuid-Holland zijn hieromtrent geen gevens verwerkt en bovendien zou diit vrij tm t stip zijn met het oog op het sterk uiteen open van do verschillende gebieden. Ne4^e Vereeniging van oud-leerlingen ln de gd t ueksche Waard achtte het wenschelijk een iderzoek in te stellen welke koeien voor bin ln streek het m'eest geschikt waren. fATER N00DIG? AST VAN HET WATER? Vraag Inlichtingen •I. LEMMERS Jr., Nijverdal 3- lichéfabriek „Het Oosten" Gedempte Slaak No. 120 Teleioon No. 29425 ROTTERDAM WATERLEIDING 'NTLUCHTING of VERWARMING loor Uw kassen van noode???? Irnjt eens prijs aan bij: H. BQOGERTMAM IlLLEGERSBERG, Kleiweg 9, Tel. 40054 3ERKEL, Rodenrijscheweg, Tele'oon No. 70 AUTOGEEN LASCH WERKEN De Rijksveeteeltconsulent ontving van een daartoe benoemde commissie de verschillen de gegevens die te verkrijgen waren. Men stuitte op heel wait praktische bezwaren, doch men oordeelde, dat 'er verschillende el kaar weer ophieven. De noodige aanmerkin gen zijn wel te maken, doch de leden waren .an oordeel, dat het rapport toch gepubli ceerd moest worden, zoodat een ieder het voor zijn eigen omstandigheden na kan gaan. Naar schatting zullen in de Hoeksche Waard driekwart van de koeien in het voor jaar en één vierde gedeelte in het najaar af kalven. Bij de berekening van de opbrengst van de melk werd rekening gehouden met den toeslag, die per J.. door de fabrieken gege ven werd, bij de levering in den winter van een bepaald procent van de hoeveelheid ge leverde melk in den zomer. Verder werd uitgegaan van de betaalde melkprijzen over het vorige jaar, die overgenomen zijn uit „Do Melkveehouder". Uitgegaan is van het standpunt, dat een koe per halve H. A. ge houden kon worden. Hiervan werd de pacht onderhoud en bemestingskosten op f 130 ge rekend, aoodait de kosten van een koe, ge durende den weidetijd o'p f 130 kwamen. Voor den staltijd werd het volgende rant soen genomen voor koeien van 500 K.G. le vend gewicht, die droogstaan of 5 L. melk geven: 3 K. G. hooi15 cent 3 K.G. erwtenstroo 9 cent 3 K.G. haverstroo9 cent 10 K. G. voederbieten 15 cent 6 K. G. aardappelen6 cent K.G. grondnoten 9 cent Totaal 63 cent Voor iedere volgende 5 L. melk werd ge rekend noodig te zijn l1/^ K.G- van het vol gende mengsel: 7 deelen zemelen, 7 deelen kokos 8 deelen lijnmeel, 12 deelen soya of sesam, 16 deelen grondnoten, 20 deelen mais, 30 deelen gerat. Dit mengsel kwam ongeveer 10 cent per K.G., zoodat de productiekosten van iedere 5 L.. melk boven de ëerate 5 L. op 15 cent kwamen. Een -koe, die 10 L. melk gaf at dus per op: Grondrantsoen V/z K.G- mengsel Totaail 63 cent 15 cent 78 cent Nu nam de heer V. de lijsten van 10 koeien van 5 jaar, die denzelfden stier als vader hadden en zooveel mogelijk op één stal voorkwamen. Vijf hiervan hadden afge kalfd in April en vijf in November. De ge middelde meikgift van de Aprilkoeien be droeg 4721 KG. melk in 307 dagen en die van de Novemberkoeien 5630 K.G. melk in 306 dagen. Het gemiddeld aantal staldagen was 181. De 5 Novemberkoeien kwamen volgens een zeer nauwkeurige berekening op f 976.15 aan voeder per staltijd. Voegt men hierbij de wel dekoeien als boven berekend op f 130 per koe dan komen deze 5 in November afgekalf de koeien op f 976.15 f 650 f 1626.15. De opbrengst aan melk bedroeg rond f 2520. Zoodat de winst op deze 5 koeien on geveer f 900 bedroeg .De opbrengst per L. melk was 9 cent en de productiekosten bijna 5.8 cent. Bij de in April kalvende kooien kreeg men natuurlijk een geheel andere bo rekening, omdat hier een kleiner bedrag aan extra bijmengsel gegeven behoefde te wor- De vijf kwamen op f 570.15 per staltijd. De weide kostte alweer f 650, totaal dus t 1368.25 De opbrengst aan melk bedroeg f 2007.53, zoodat de winst rond f 640 bedroeg. De op brengst per L. melk bedroeg 8.5 cent, de pro ductiekosten daarvan bedroegen ook 5.8. ent. Men heeft dn beide gevallen de zelfde pro ductieprijs per L. doch de hoeveelheid melk der Novemberkoeien is beduidend hooger en ook de prijs per L., zoodat het voordeel zeer duidelijk aan de kant der Novemberkoeien is Als wij ons wel herinneren is men jaren geleden ongeveer in 1917 ook al tot deze con clusie gekomen, de juiste gegevens daarom trent kunnen wij momenteel niet meer in ons archief vinden. De berekening was toen echter niet zoo nauwkeurig uitgewerkt als thans de beer V. doet. De conclusies waren echter gelijk. Red. L. en T.). Nu zou men nog eens kunnen berekenen wat het verschil zou zijn, als men bedrij ven nam met 4 koeien, waar in het ééne geval 1 koe in November en 3 in April af kalfden en omgekeerd. Het eerste zoii onge veer den tegenwoordigen toestand in de Hoeksche Waard weergeven en het tweede geval het omgekeerde De berekening hier van is echter zeer gemakkelijk te doen aan de hand van bovenstaande gegevens en zullen wij overlaten aan de lezers zelf- Een feit is echter, dat de boer met het omgekeerde geval de meeste winst maakt. De productieprijs zal in beide gevallen weer ongeveer gelijk zijn, doch de opbrengst per L. zal in het laatste geval weer iets hoogei zijn. Als slotbeschouwing voegt Ir. Verhoeven aan dit belangrijke rapport de volgende opmerkingen toe: De April-koeien zullen meer gras noodig hebben dan de November-koeien (wat de bovenstaande berekening te hare nadeele beïnvloedt. Red. L. en T.). De pacht met onkosten k f 130 per H.A. zijn aan den hoogen kant. De berekeningen zijn gemaakt aan de hand van de prijzen in 1929—'30- Thans zijn deze prijzen nogal gewijzigd. Aan de hand van de gegevens, kan ieder echter rekening houden met zijn eigen om standigheden. (Zoowel wat pacht-, melk- als veevoederprijzen betreft). Ook zonder de erin verwerkte toeslag zullen de November-koeien meer winst op- loveren dan de April-koeien. Een gedeeltelijke, geleidelijke omzetting van April-koeien is in November-koeien aan te bevelen voor streken als De Hoek sche Waard. Voor zelfkazende streken zou ddt weer afzonderlijk nagegaan dienen te worden. Voor den eenvoud bij de berekening is geen rekening gehouden met de afval- en bijproducten uit 't akkerbouw-bedrijf, waar de gemengde bedrijven altijd van profi teeren en waardoor de productiekosten per L. nog verminderen. Het zou van zeer veel beteekenis zijn als in meerdere weidestreken zulke berekenin gen gemaakt engepubliceerd werden. Het komt ons voor, dat naar alle waar schijnlijkheid zoo goed als steeds de groot ste voordeelen bij November-kalverende koeien gevonden zullen worden. Red L en T. De graslanddagen in Overijssel Belangrijke besprekingen ii. Den volgenden dag begaven we ons haar Hengelo. Ook hier was als te Zwolle een groot aan tal belangstellenden samengekomen. Allereerst sprak Ir. H. T. Tjallema, van Zwolle, over: Volgens Spr. is een lage winterwaterstand steeds zeer gewenscht. Men moet hebben veel luchttoetreding, omdat, zooals de prac- tijk het uitdrukt, de grond bij te veel wa ter en te weinig lucht „verzuurt". Een gevolg daarvan zal zijn, dat er goede grassen verdwijnen en de slechte grassen zich ontwikkelen. De zomerwaterstand mag wel weer wat hooger zijn. Een waterstand van 40 50 c.M. op zandgrond is goed te achten. Regenwater moet snel weggevoerd kunnen worden: stilstaand water op grasland is zeer nadeelig. Stroomend water is lang zoo erg niet. Daar is nog voldoende zuurstof aanwezig, om de plantengroei te doen doorgaan. Om regenwater snel te doen afvoeren is greppelen of draineeren noodig. Voor draineeren echter is de grond-wa terstand in Overijsel meestal te hoog en zijn de kosten te duur. Daarom is greppelen aan te bevelen. Wat vóór den winter moet plaats hebben om het winterwater vlug af te voe ren. Men kan heel goed de in Friesland wel bekende doch in Overijssel nog niet veel gebruikte snijzeis gebruiken. Ook greppel- ploegen doen tegen woord"- heel goed werk. De verdere verbetering an grasland kan geschieden door scheuren, 't enkele jaren als bouwland gebruiken en daarna weer be zaaien van een goed grasmengsel (niet alleen van goedkoope graszaden. Red. L. en T.) Ook door het deels stukmaken en daar na inzaaien van graszaad kan men het grasland verbeteren doch daar hiervoor al leen grovere graszaden geschikt zijn is het meestal niet aan te bevelen. Door een sterke doelmatige bemesting echter kan ook heel wat tot verbetering in grasland gedaan worden. Bij de bespreking werd gewezen op de meer dan ergerlijke wijze waarop ook rond om de fabrieksplaatsen de beken door fa briekswater vervuild werden en een goede i afwatering onmogelijk maakten en bij oyer- Veel belangstelling strooming door het vuile water de gras landen totaal bedierven. Ook werd gewezen op de vaak zware las ten, die waterschappen op de gronden leg gen, hooger dan soms het gewin is, dat een waterschap aanbrengt Met veel genoegen luisterden we daarna naar den heer L. W e y e r, te Meppel, over: Gebruik en verzorging van Qrasland. Hij deed dit op zoo'n populaire vaak hu moristische wijze, dat het insloeg. Dat zag men. De nog veel voorkomende russchen en bentepollen kunnen heel best door kalkstik- stof verdreven worden, mits ze wakker, d.w.z. aan de groei zijn. Op de plaats waar ze stonden groeit heel best het gras. Kalk- stikstof is beter dan fijn gemalen kaimet als onkruidbestrijdingsmiddel. Gewezen werd op het door ons wel be kende „omweidingssysteem". Een bezwaar was vaak de onvoldoende drankgelegenheid. Doch ook vaak is het een /ooraak dat de koeien goed drinkwater krijgen. Daar hapert nog wel eens wat an_ Dat de koeien onrustig zouden worden is wel denkbeeldig. 't Land mag niet ruig de winter ingaan: in het voorjaar zou het jonge gras totaal verstikken. Geheel afweiden vóór den winter is echter ooik niet goed. 't Moet nog ietsje kunnen uitgroeien. Dat jongvee bij het nieuwe beweidingssy steem achter de melkkoeien aan komt vindt iemand niet goed, doch volgens inleider is verschil in eiwitgehalte tusschen wat de melkkoeien afgrazen en wat voor het jong vee overblijft niet zoo groot Hoe minder vee, hoe grooter de perceelen naar evenredigheid moeten zijn. Zoo neemt men bij 20 a 22 koeien de perceelen plm. 1 H.A. bij 10 koeien plm. H.A. De lezing van de heer E. J. Lankwar- d e n te Hengelo over Bemesting van grasland, konden we helaas niet tot het einde hooren. Wij moesten terug. Ons wachtte nog 300 K.M rijden, daar we ook nog hier en daar even moesten rondzien. Maar wat we hoorden was zeer leerzaam. Naar aanleiding van een vraag door iemand uit Diffelen bij Hardenberg waar ze ook in den zomer de koeien 's nachts op stal houden voor mestproduktie, werd even ge wezen op het groote nut dat stalmest heeft voor grasland, daar het de uitstoeling sterk bevordert. En daar in Twente over 't al gemeen de zode nog al slecht is kan stal mest, mits het korte nieuwe stalmest is, wonederen doen. Waarschijnlijk hebben wij hier iets wat in venband staat met wat Ir. J. A. van Riel in het laatste nummer van het Landbouwkundig tijdschrift schreef, dat als „bij overgens normal - klei de ontwatering te wenschen overlaat, dan hebben de voor het leven der planten noodzakelijke processen in den bodem onvoldoende plaats, en dat is de fout, die daardoor aan den bodem kleeft, 6lechts op te heffen en dan nog maar voor een gedeelte door het geven van natuurlij ken mest: stalmest groenmest of beide". In Twente is het met de afwatering nog niet goed gesteld weten we en hoorden we ook op deze bijeenkomst en wat pp klei, waar Ir, van Riel over schreef is waar te nemen zal waarsohijnlijk ook o~ de Twentschc bo dem van toepassing zijn. (Red. L. en T.) De rier moet 'afzonderlijk bewaard wor den. De kelder vooral utet te klein nemen. Wat de minerale meststoffen aangaat kon worden gezegd, dat kalk zelden een hoogere opbrengst geeft en men van de gewenschte kalktoestand van grasland nog niet veel Wat de fosforzuurbemesting aangaat kan gezegd worden v^ut groote giften niet zoo heel noodig zijn. Slakkenmeel is wel goed op grasland. Een plantengewas haalt 40 70 Kg. Ps Os uit den grond; dus zooveel moet men ongeveer geven. 't Komt ons voor, dat de heer L. gedwongen door gebrek aan tijd, wat hem parten speel de deze aangelegenheid wat oppervlakkig behandelde, 't Is waar, dat zooals hij op merkte toen men het grasland pas met fos- forzuur begon te bemesten, men reuzen meer opbengsten kreeg, omdat toen de grond aan fosforzuur uitgeput was. Maar ook is 't waar dat al heeft zoo goed als geen uitspoeling plaats het niet meer teruggeven als de plan ten opnemen opnieuw de grond kan doen uitputten. Er hebben nog heel wat andere werkingen plaats als uitspoelen en opnemen door de gewassen. Ook het ijzer, waaraan de bodem soms nog al rijk is, waarschijnlijk in sommige deelen van Overijssel ook wel vraagt heel veel fosfonzuur voor binding, Vandaar ook dat flinke giften Thomasslak- kenmeel zoo gunstig werken op groei en gehalte der grassen. Zooals we schreven: we moesten vertrekken. Het speet ons. Ook dit onderwerp interesseerde ons bijzonder. De graslanddagen hebben onze Indruk, die we hadden van Overijssel versterkt, n.l. dat daar een landbouwende stand leeft, die ijve rig streeft met zijn tijd mee te willen. En daartoe de uiterste krachten inspant. Zulke veehouders kunnen in den strijd om het bestaan, die thans scherp gevoerd moet worden, een stootje uitstaan. Wij hebben een paar mooie dagen gehad. 2^elf gewonnen graan in eigen bedrijf benutten Over het vraagstuk: In hoeverre is het mogelijk en rendabel om het verbouwde graan in eigen be drijf te gebruiken, door middel van vee houder ij en varkensmes- terij rapporteerde de 21 afdeelingen van de Gron. Mij. van Landbouw. Een resumé dezer 21 rapporten verscheen in het „Groninger Landbouwblad", waar aan wij het volgende ontleenen. Het opmerkelijke is wel, dat in deze rap porten, niettegenstaande de inhoud ervan in details soms belangrijk uiteen liep, steeds weer de wenschelijkheid naar-voren werd gebracht, dat de rentabiliteit onzer bedrijven gezochit moet worden in de vee houderij als nevenhedrijf, met de nauw hieraan verbonden fokkerij. Uit 't feit, dat zelfs vanuit de specifieke akkerbouwstreken geraden wordt, dat voor een meer rendabele exploitatie onzer ak- kehbouwbedrijven een gedragslijn gevolgd moet worden, die leidt naar een uitbrei ding van de veehouderij, mag alleen reeas geconcludeerd worden, dat dit advies als een juiste raadgeving kan worden aan vaard. Het gaat niet aan, de plaatsruimte belet het ons, dit zeer belangrijk rapport over te nemen of zelfs maar een uittreksel er van te geven, hoewel de verleiding daartoe wel sterk is. Zelfs zouden wij geneigd zijn ur commentaren op te geven, doch dat zou ons veel te ver voeren. We willen daarom alléén volstaan met de zestien conclusies weer te geven, waartoe de resumécommis sie komt. Deze luiden: 1. De uitbreiding van de veehouderij is onder de gegeven omstandigheden, zoowel op onze specifieke akkerbouwbedrijven als op gemengde bedrijven gewenscht. 2. Hoever deze uitbreiding wenschelijk is, zal door den ondernemer .zelf moeten worden beoordeeld. 3. Belangrijke uitgaven voor nieuwbouw ter verkrijging van stalgelegenheid dienen te worden vermeden of tot een minimum beperkt. 4. Daar, waar vakkennis en geschoold zijn van den ondernemer en het personeel ontbreken, is een geleidelijke overgang naar het gemengde bedrijf aan te bevelen. 5. Uitbreiding van het veebedrijf kan met betrekking tot het personeel eenige moeilijkheden met, zich mede brengen; dit is echter geen overwegend bezwaar. 6. Het mestor. van rundvee is doorgaans niet of wéinig loonend. 7. De aan- en opfok van jonge dieren is aan te bevelen. 8. Naast de blijvende weiden verdienen witte klavers vooral aanbeveling als tijde lijke weiden. 9. Naast de rundveehouderij komt de var kenshouderij zeker wel het meest ln aan merking bij te dragen tot de uitbreiding van den veestapel. 10. De voorwaarden voor de varkenshou derij in ons land zijn gunstig. 11. De afzet, uniformiteit en kwaliteit onzer mesterij.-productcn dienen te worden verbeterd. 12. De uitbreiding van de varkenshou derij is geen bezwaar, zoolang de afzet naar het buitenland niet wordt bemoeilijkt. 13. Naast de beroepsmesterij zal de ge legenheidsmesterij steeds bestaansrecht hebben. 14. De paardenfokkerij dient zich onder de gegeven omstandigheden doorgaans te bepalen tot den aan- en opfok van eigen gebniiksdieren. I 15. De schapenhouderij komt voor een belangrijken afzet onzer akkerbouwproduc en niet in aanmerking. I 16. De pluimveehouderij kan in kleine HIJSCKT ELECTRISCH Onmisbaar v.Land-enTuinbouw- bedrijven. Vertegenwoordiger HERMANN SCHAEFER Wassenaarscheweg 34 DEN HAAG - Telefoon 14779 traprernnnaV J44.^rembouri met vrij zicht. Tranco station BENZO RiJWIELFABRIEK VLAARDINGEN. IMIfflfflllMlElüE GROENTEPLANTEN inpru^nma 1000 ƒ2.50; Bloemkool Le Cerf p. 1000 ƒ4; Langend, roode. gele witte er. Deensche witte bewaarkool per 1000 ƒ3.Langend. ndr. groene. Llersche Spruiten, nterprei p. 1000 ƒ1.25: Knol-. VAX NOORT, tniiu Telef. 2172 ZWIJXDRECHT H.H. Kweekers, „R O O K D O O D" het ideale middel tegen LUIS fn Kaaaen. Serre-a Platstaa, Geer bencbndiging der Gewasaen. Uitsluitend verkrijgbaar bij de fabrtkante ASEPTAFABRIEK (Fa. Gebrs Manger), DELFT, Tel. 532 (Speciale Fabriek van PlantenzlektenbestrljdlngsmidiK-ien) WOON in Uw EIGENHUIS en gtj bespaart pl.m. 40 der huursom. Voor spaar rekeninghouders 85 Hypotheek. Individueel sparen met vaste rente en gegarandeerd eindbedrag (gpen spaarkas, geen verzekering). Aanvragen te richten aan NIEUW EIGENHUIS, Jan Pzn. Coenstraat 21, 's GRAVENHAGE. Overal actieve vertegenwoordigers gevraagd, aangename werkkring, ruime belooning. Berichten van den Plantenziektenkundigen Dienst De Aardappelziekte Bij den Plentenzi-eiktenkundigen Dien6t te Wogerfingen ie bericht binnengekomen, dat cte aardappetolelkte (Phytophthora imfestams) is waargenomen in de 6O0Tt Eersteling. Het eerste optreden van de ziekte is dit jaar dus zeer vroeg. Hoewel hieruit nog niet volgt, dat die ziekte zidh dadelijk sterk zal uitbreiden, moet met de mogelijkheid dear- van toch ernstig rekening gehouden wor den. Daarom is het gewenscht de aardappel velden, wöike door hun loofontwikkeling hiervoor in aam merk ing komen, zeker ais de weensomstapdigheden gunstig zijn voor het optreden van de ziekte, reeds nu te bespui ten met Bordeauxsche of Bourgondische pap. De resultaten tooh, die bereikt worden met deze beepuitiing hangen geheel et, ven het tijdstip waarop zij wordt uitgevoerd. Er moet n.l. bespoten worden vóór dat de ziekte optreedt. Zooals bekend kan worden verondersteld, is heithaüng van de bespudtieg ter bescher ming van het later bijgegroeide loof noodig Nadere inlichtingen worden gaarne ver strekt door den Plantenzdeiktenkundigen Dienst te Wageningen en door de op ver- schiiliendie pQaatsien werkzame ambtenaren van dezen Dienst. Inkuilen van groenvoeder Het inkuilen van gras, mais en zoonoodig ook van legerende graangewassen, stoppel knollen, bietenloof enz., heeft gedurende de allerlaatste jaren in Gelderland een groote uitbreiding ondergaan. Mede dank zij de openbare lessen die hier in zijn gegeven en de handelingen, die zijn uitgereikt is over het algemeen het resul taat uitstekend, terwijl men over het ge bruik van het kuilvoer als veevoeder zeer tevreden is. In het afgeloopen voorjaar zijn door den heer J. B. Nakken, leeraar aan de Rijks- landbouwwinterschool te Zutphen vrijwel alle op demonstraties gemaakte kuilen ge controleerd en het is gebleken, dat alle zijn geslaagd, behalve de enkels waarvoor te grof en te oud materiaal is gebruikt Dit gaat licht 6dhimmel«n, vooral aan de buiten kanten en geeft dan eenig verlies. Perehoo- pen van sappig, blaidrijk materiaal] kunnen zoodanig slagen, dat er geen K.G- aifveil aan is. Dergelijke zijn er meerdere bij. Voorzoover daaraan nog behoefte wordt gevoeld zijn wij bereid ook thans weer de monstraties te doen geven indien d-eze plaatselijk door organisaties behoorlijk wor- rv-hw Wij tijdig opgave hiervan opdat de graslanden \UOr tlici. UJU MHiiUOli ..uuu-en «11 het juiste tijdstip voor het inkuilen kan worden vastgesteld. Voor belanghebbenden stelQen wij boven dien op aanvraag gratis uitvoerige hand leidingen ter beschikking. Wij beahalen rncg eens met nadruk, dat goed kuilvoer ailileen bereid kan worden van voldoende jong sappig gres. De praktijk moet rich er dus aan gewennen om hiervoor vroeg te maaien. Men verheet hierdoor niets want men heeft des te vroeger een beste naweide, waarvan de zode door verstikking van on der,grassen zoo weinig mogelijk heeft ge leden, veel minder don bij laat maaien. Zutphen, Mei 1931. De Rijkelandhouwconsuilent, O. J. CLEVERINGA VEILINGEN Aalsmeer (Centrale), Snijbloemen vanaf IV2 uur v.m. Potplanten: Dinsdag, Don derdag, Zaterdag sy2 uur vm. Amersfoort, Dinsdag, Donderdag, Za terdag 9 uur v.m. Rijnsburg (Flora), dagelijks 8% u. v.m. B e r k e 1, diagelijks 9y2 uur vjn. Boskoop, dagelijks 8V2 uur vm. Eist, Maandag, Woensdag en Vrijdag. bedrijven op haar plaats zijn; op groote bedrijven zal zij vanwege practische be zwaren moeilijk in die mate ingang kun nen vinden, dat zij beteekenis krijgt voor een belangrijke omzetting van plantaardige in dierlijke producten. Honselersdijk, dagelijks 8% uur vm. (Woensdag, Vrijdag 8 uur). Groningen, Snijbloemen en potplanten Maandag, Woensdag 2 uur; Vrijdag 10 uur vm. N ij m e g e n, Groenten en Fruit Dinsdag, Vrijdag 1 u. nam. Bloemen: Maandag en Woensdag 9 uur v.m. Rijnsburg (Bloemenlust)Maandag, Woensdag, Vrijdag 8V2 uur v.m., andere dagen 8 uur v.m. Tilburg, dagelijks 10 uur vm. ]V\arktoverzicht (Medegedeeld door het Centraal Bureau). Meststoffen. Stikstofmeststoffen. Van eenige verbetering in het stikstofverbruik door groo tere vraag voor den suikerbietenbouw is niets te bespeuren geweest. We zouden hier uit willen afleiden, dat de suikerbietencul- tur wellicht ingekrompen is, doch in elk ge val met minder zware stikstofbemesting be proefd wordt in dit seizoen. Eigenlijk is dit de algemeene conclusie, waartoe men komt, indien men het mindere gebruik van mest- stoffen nader beschouwt. De landbouwer in ons land, die tot heden bekend stond om zijn zeer intensieve cultuur, heeft ae bemesting ingekrompen en beproeft thans op deze wij ze zijn bedrijf sluitend te maken, in de over weging, dat zware bemestipgen alleen bij hooge prijzen der producten loonend zijn. De stikstofproducenten hebben al enkele malen over de plannen voor het komende seizoen beraadslaagd, doch tot heden ontöre- ken de resultaten. In landbouwkringen wacht men met spanning af, of de heeren verstandig genoeg zijn om te begrijpen, dat alleen een zeer sterke verlaging ln «taat zal zijn het verbruik weer op het oude peil te brengen. De afgeloopen week was het al erg slapjes met de vraag. Men kan merken, dat het sei zoen ten einde loopt. In enkele streken gaat het nog tamelijk, doch in de veenkoloniën en op de klei is het vrijwel gedaan. Het al gemeen beeld blijft hetzelfde; nog altijd is de kalksalpeter beneden pariteit te koop, ter wijl zwavelzure ammoniak door de concur rentie der „vrije" partijen opnieuw sterk omlaag gedrukt werd. Thomasmeel. Met de maand April Is het thomasmeel-seizoenjaar op een zeer kal me wijze ingezet. Terwijl in April 1930 het invoeroverschot ook reeds kiem was met 11.750 ton is de hoeveelheid in April 1931 nog geringer geworden en wel 10.200 ton. Duitschland echter, dat in April 1930 een invoeroverschot had van 22.250 ton, heeft in April 1931 een hoeveelheid van 59.000 ton méér ingevoerd dan uitgevoerd. Waar men aanneemt, dat Duitschland ook in Mei veel heeft aangekocht en ingevoerd, daar zou men mogen aannemen, dat de lage prijs van het Ster-merk niet geheel zonder bedoeling zóó is bepaald. België houdt zich op het oogenblik rustig en wacht eenvoudig weer zijn beurt af. Superfosf aat. Doordat het seizoen ta melijk laat is geweest bedroeg de invoer van superfosfaat uit België in Nederland in dc maand April nog bijna 11.800 ton. Over Ja nuari/April 1931 is in totaal 37.773 ton en vanaf 1 Juli 1930 t/m 30 April 1931 is het 41.204 ton. Zelfs wanneer men dus de geheele Jull^ December-hoeveelheid van het vorige jaar erbij telt, komt men toch nog maar op een invoer van nog minder dan de helft van het voor Nederlandsch verbruik verkochte su perfosfaat Voor directe levering gaat er zoo goed als niets meer om. Voer artikelen. Nadat in het begin der vorige week de. mais nog wat verder gezakt was. kwan. rr de laatste dagen eenige opleving, tengevolge van de verbetering van den pesokoera. De prijsstijging was echter van geen beteekenis. In den grond ligt Laplalamais nog steeds zwak; de groote oogst in Argentinië drukt nog steeds. In andere soorten mais gaat niets Gerst blijft nog tamelijk prijshoudend, of schoon ook hier in den loop der week een verlaging intrad. Klein aanbod van den Do- nau en Rusland hudt echter verdere daling tegen. Haver en rogge bleven vrijwel op een zelfde peil. Doordat opnieuw groote partijen Russische rogge verkocht werden, liep deze soort zelfs iets op. Russische haver is zo»» goed als geruimd, zoodat nu de aandacht meer op Canada-soorten valt, welke echter nog niet loco zijn. Er is van de koekenmarkt weinig nieuws te vermelden. De vraag naar lijnkoeken ts uitermate klein, terwijl de prijzen zich, on danks hot zeer kleine aanbod, nauwe!i.lxs kunnen handhaven. Cocoskoek iets gemak kelijker gestemd. Grondnotenkoek prijshou- dend met weinig aanbod. Afvalartikelen der meelfabrieken, vooral zemelen, ruimer aan geboden tot lagere prijzen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11