BINNENLAND. 'ernaa aal VSmX^ndaaq Radio Nieuws. VRIJDAG 29 MEI 1931 EERSTE KAMER INDISCHE BEGROOTING Vergadering va® 28 Med 1931 Bepaald amusant was he>t gisteren in j er|rof. Ste Ü"te heb be n~ a an gedrongen op om ST« $Z£Ë££_ iTLTSS-* beweging ln Indië in goede banen moet wor den geleid: dat de poenale sanotLe zoo spoedig mogelijk moet worden afgeschaft, dat de stof- SlUke goederen meer billijk verdeeld moeten wis vreemde philosophic en vreemde po Htiek. weinig geschikt om misverstanden op tt roepen.' De"1hoogseIeerde 'professor in oliën et l^reê?f ïASSttl de rede uc n Lohman (c «chaps be las 11 ng wordt onjuist is gevaar van dubbele belasting bij de divi dend- en tanüèmebelasting. Ten aanzien van de benoe: wen gouverneur-generaal sloot prof. Lohman rich geheel aan bij den heer Briët en betreurde In booge mote het passeeren van den heer Colljn. De heer Colijn heeft ook na zijn Indische periode ^ntóct^m^et^dië^g^houden^en^s^een eerf kar aioter. een poLiticus. die leidt in plaats van zioh te laten leiden. De beste kenners van Indie hebben uitgesproken, dat de heer Colijn NIEUW WANDELPAD cijn Hij is geen man van reaotie, maar va tructieven opbouw. Met pijnlijke verbazin »k afvragen waarom de re- :rop heeft gesteld dezen bewegen den troon in Buitenzorg geering niet alles staatsman te ber in te nemen. Ws Colljn inderdaad t het dé Kamers moeilijk 'X" te blijven stellen in het Koloniaal beleid van regeering. dat zij tot nu toe ln dat beleid ;n gesteld. t bezwaar van den heer Mendels. dat d. De Jonge commissaris der Koninklijke was. begreep de heer Lohman niet Iedere band tusschen hern en die maatschappij wordt immc- verbroken en de heer De Jonge heeft zijn ami aanvaard met groote offers voor hem persooi De heer De Jonge zal ongetwijfeld het g< Men -allen. dus van hem veel goeds verwachten, waardeering voor den persoon van den heer De Jonge verzacht echter in geen enl de bitterheid, ontstaan door de niet-benoeming m den heer Colijn. De belangrijkste taak jabwijfeld op financieel terrein. Br zal versobering moeten worden aangebracht. Het allereerste vitaal belang voor de bevolking mers credietwaardlgheid. de pauze besprak de heer Lohman aller- de verhouding tusschen opperbestuur en landvoogd. Hij onderscheidt hierbij de rechts vraag en de politieke vraag. Rechtens is de minister verantwoordelijk voor het geheele be leid. tot in alle onderdeelen, en kan hij den gouverneur-generaal bevelen geven; politiek zou dit echter niet verstandig zijn. Toch is het wel degelijk van belang vast te houden, dat de Kroon de bevoegdheid heeft voorschriften te gaven, want al zal de uitoefening van die be voegdheid in 99 gevallen niet noodig zijn. in het honderdste geval kan het wèl noodig zijn. In dien de gouverneur-generaal Iemand als de man. die in een openbare vergadering te Bandoeng zeide. dat er geen boomen hoog genoeg waren, om de leiders der P. N. I. aan op te hangen, tot regeeringsgemachtigde wil benoemen, zou de Regeering dan niet met een veto tusschen- beide mogen komen? Het is dan ook volkomen uiten "doen blijken," zoowel in het geval- idorp als in het geval-Kiewiet de Jonge, te hopen, dat dergelijke dingen in het niet meer zullen voorkomen. Zij ver- Zwakken het gezag en stichten onrust. Van zekere zijde is het voorbeeld der Brit- Bche politiek in Brltsch-Indië aanbevolen voor de Nederlandsche politiek in Ned.-Indië. Ten onrechte. In de eerste plaats moet de vraag ge steld worden of de Britsche politiek werkelijk zoo voorbeeldig is geweest Het wordt betwij feld door bevoegde beoordeelaars als De Kat Angelino. en het is de vraag of men niet reeds zoover in de verkeerde richting is gegleden, dat men niet anders kan. In ieder geval lijkt het bedenkelijk, dat eerst tienduizend rebellen ge vangen worden gezet en dat men daarna met den leider der rebellen als gelijke gaat onder- De verhouding tussohen Engeland en Brltsch- Indic is een gansch andere dan die tusschen Nederland en Ned.-Indië. maar er is één over eenkomst: het defaitisme van velen, die zich diets laten maken, dat het met het Westeirsch bestuur in Indië is afgeloopen en dat de kan sen op constructieve politiek verdwenen zijn. Gelukkig mag met genoegen geconstateerd wor den een toeenemende waardeering bij ons Volk voor een constructieve politiek, gericht op zelf activiteit bij den Inlander en waarvan het doel niet anders mag zijn, dan handhaving van het koninkrijk. Op zeer rake manier rekende de heer Jans sen (r.k.) af met versohillende beweringen van den heer Mendels van den vorigen dag. Hij wees op den lof door buitenlanders bij herhaling toe gezwaaid aan ons bestuur in Indië. welke af steekt bij de crltiek in ons eigen land. waar sommigen spreken van zware en zwarte reactie, die thans hoogtij zouden vieren. De heer Men dels sprak daarvan, doch een bewijs van deze uitspraak is niet gekomen. Er Is op het gebied der sociale voorzieningen veel gedaan. Thans moet er bezuinigd worden, omdat men niet kan doen alsof er geen crisis is, al zal de bevolking eerst in de allereerste plaats de gevolgen van do crisis gevoelen: ongestraft verzwakt men de volkskracht niet Het werk wijs en volksgezondheid blijft doorgaan, zij he hier en daar in iets vertraagd tempo. Van do salaris zijn lage salarissen vrlj- Inddë op het gebied van onder- men zeggen, dat op geestelijk gebied zware en zwarte reactie zou heerachen. De heer Mendels wees op het Bandoengscho vonnis, doch tegen de nationalistische actie, wanneer die orde en rust bedreigt, moet worden PDo nationalistische beweging behoort binnen de perken van orde en rust te blijven. Gaat zij ons gezag ondermijnen, dan moet de Regeering Het Bandoengsche vonnis moge in den vorm niet crltiekloos zijn, maar ln wezen is het Juist gewezen op grond van de feiten. Met zware en zwarte reaotie heeft deze uitspraak niets van doen. t Wat de benoeming van den G O. betreft, hechtte de heer Janssen meor waarde aan de overeenstemmine tussohen den minister en den nieuwen onder-Koning, dan aan wat in verschil lende redevoeringen is gezegd. Kan hij vertrou wen hebben In die overeenstemming, dan zal er zakelijk niet zooveel veranderen en is het beteir de daden van den nieuwen bewindsman af te Wachten Mr. Slingenberg (v.d.) sprak den wenscb bit, dat de nieuwe G.G. nuttig werkzaam zou zijn in het belang van de Inheemsche bevol king. Over de ..benoemde onbekende grootheid" Bprak hij overigens geen oordeel uit. Te ver gaand achtte hij de critlek omtrent het niet-benoemen van den heer Colljn: men kan meenen, dat deze ondanks zijn bijzondere kwaliteiten ln de gegeven omstandigheden niet de eerst-aangewezene is. Vervolgens betoogde de heer Slingenberg. dat de minister wel wat kras is opgetreden tegen den heer Kiewit de Jonge, die in kwaliteit van Regeerlngsgemacbtigde een den verdachten in de Bandoengsche strafzaak bij een terechtzit ting de hand reikte. De minister is scherper ge weest dan noodig was en dat heeft weer een uitlating van den G.G. tengevolge gehad, welko ook niet verdedigbaar is. Tot de financieele politiek komende, hoorden we uit den tmond van dezen spreker den raad om met bezuinigingsvoorstellen niet al snel te zijn. Het is niet noodig. DaaVom was hij het ook «let eens met de salariskortingen, al achtte hij de salarissen ln het algemeen niet onaantast baar. Mr. Fock (Mb.) aohtte in de crisis-periode, waarin we thans verkeeren, de begrooting vol komen waardeloos. Er staan b.v. eredieten op. die niet verwerkt zullen worden. Op de begroo ting zal 10 mlllloen worden bezuinigd. De ra mingen van den directeur van Financiën raak ten indertijd kant nooh wal: er deugde niets Omtrent de bezuinigingen zelf weten we nog maar alleen, dat ook van de salarissen twee maal 5 percent zal afgaan. Dit middel moet ech ter het uiterste blijven. En zeker mag er wel eenlg overleg met de betrokkenen aan vooraf gaan. Ook Is misschien degressle mogelijk. Aan salarissen wordt 206 mlllloen uitgekeerd. Blijft de crisis aanhouden, dan zal het moeilijk zijn dit cijfer onaangetast te laten. De „lndiamisatie" in het bestuur van Inulë heer De Jonge er niet buitengelaten, zoo afgaf over diens vroegeren dienst bij d< Koninklijke. Wat de heer Mendels daarover heef gezegd was ln stem en voord^aoht krachtige Hij vroeg den heer Bri&t bewijs voor die uitspraak, dat de Regeering in Indië de laats jaren een zwak beleid had gevoerd. De minister gaf toe. dat de eindcijfers van weinig praktische waarde hebben, en G.G. besprek* Dr. Colijn. staatsrechte- praotijk. Hi iverweging bogrooti De bei klaarde de m het niet-benoi lijk weinig gangbaar zijn bij ook niet in de constitutioneele zeer de vraag of het nuttig zou zijn. oog op de belangen van Indië, om o dingen te spreken. Intusschen de Regeering erkent wel de groote verdiensten van den heer Colljn. ma: zij is ten slotte in de gegeven tijdsomstandlghi den tot de conclusie gekomen, haar kt ander te moeten vestigen, zulks na o van alle factoren. Mot het oog op de>ze digheden kan men niet verwachten, dat de Re geering zich zou wenden tot den ger woord verwachtte en in Ieder geval ho De vroegere relatie van den heer De Jonge dat steeds land den doorslag °MendoeT"hanhet beste de daden van den len of de Regeering een juiste keuze heeft ge springen daarbij i9 niet te dulden. Op flnamoieeJ gebied worden de levensbelan gen van Indië het best gediend door voorzich tigheid. „Vitale belangen" zijn niet alleen uitgaven gen welvaart. spreekt vanzelf, dat de lnlamdsche be volking meer en meer moet ^aan deelen in de voordeelen van het bedrijfsleven. Maar dit pro- oes kan slechts geleidelijk zich ontwikkelen. Ten aanzien van de nationale beweging en het Bandoengsche vonnis verdedigde de minister nogmaals het standpunt der Regeering. m erklaarde om als verdediger der beklaagden op te treden, wel competent tot de scherpe cri tlek. welke hij zich veroorloofde? (Gelach). De kerstening is van groot gewicht voor de ontwikkeling van Indië. Zij versterkt de banden mDe°mln?ltereverzooht zijn rede te mogen on derbreken: hij miste nog enkele gegevens om het verdere debat te beantwoorden. Uit het brokkelige brokstuk, dat we vaak slecht verstaanbaar aanhoorden, viel te con- stateeren. dat de Regeering opzettelijk den heer Colijn is voorbijgegaan voor een benoe ming tot gouverneur-generaal. In de gegeven tijdsomstandigheden ncibtte zij hem niet de est geschikte: een opvatting, die door velen Nederland en in Indië nilet zal worden ge- En zoo iets te moeten hooren uit den mond in dezen minister van Koloniën! Heden zal de minister zijn rede Mendels, die zich OFFICIEELE BERICHTEN GEMEENTEN. ij Kon. besluit is benoemd tot burge meester der gemeente Hemmen A. R. den Hartog. ONDERSCHEIDINGEN. Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in de Orde van den Nederlandsohen Leeuw prof. dr. W. J. Aalders te Groningen, voor zitter van de Vereeniging voor Christelijk Volksonderwijs. PRINSES JULIANA NAAR GRONINGEN Omtrent het bezoek van Prinses Juliana aan Groningen voor de tewaterlating van het nieuwe instructievaartuig van het onder wijsfonds voor de scheepvaart, meldt men ons: De Prinses zal Zaterdag 13 Juni om half twaalf per auto met klein gevolg te Gronin gen arnkomen. Onmiddellijk na aankomst wordt naar het huis van den commissaris der Koningin, Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda van Starckenborgh Stachouwer, gereden, waar het noenmaal zal worden gebruikt. Tegen 2 uur wordt gereden naar de Oosterhaven Noordzijde, waar 't instructievaartuig „Prins Hendrik" gereed zal liggen. Aan boord van dit vaartuig zal de heer G. de Jong, direc teur van het onderwijsfonds voor de scheep vaart, Prinses Juliana begroeten. Verder zullen zich aan boord bevinden de autoriteiten die bij de tewaterlating tegenwoordig zullen zijn, en het bestuur van het onderwijsfonds. Tegen half drie zal naar de werf Gidion aan liet Winr.choterdiep gereden worden, waar de eigenaar van de werf, de heer J. Koster Hzn., de Prinses zal verwelkomen. Daarna zal H.K.H. het nieuwe instructie vaartuig „Prinses Juliana" doopen en te ater laten. Ongeveer elf honderd schoolkinderen zul- n op vijf booten tevoren naar de werf varen, waar zij onder leiding van den heer R. W. Kuiper eenige liederen zullen zingen. Na afloop zal Prinses Juliana per auto het museum van oudheden bezoeken, waar de thee zal wordsn aangeboden. Prinses Juliana zal daarna naar Het Loo terugkeeren. UITVOERING TARWEWET De Rijksaccountant M. de Bloeme zal worden belast met de controle in verband met de uitvoering van de Tarwewet 1931. Naar aanleiding van de in enkele bladen verschenen berichten omtrent een te ver wachten bloemprijsverhooging, met f 6 per 100 K.G. in verband met een aan de impor teurs van tarwebloem te verleenen tegemoet koming, welke ongeveer f 3.600.000 per jaar zou eischen, vernemen wij van betrouwbare zijde, dat deze cijfers volkomen uit de lucht zijn gegrepen en de daardoor zoowel bij de verbruikers als bij de industrie verwekte ongerustheid op geen enkele reëele basis berust. De uitbreiding van de tarweteelt hier te lande heeft in 1931 lang niet die proporties aangenomen, welke door sommigen van de invoering der Tarwewet 1931 werden tege moet gezien. Terwijl volgens de statistiek van de directie van den landbouw van 1921 tot 1930 gemiddeld een oppervlakte 57.500 H.A. met tarwe werd bebouwd en ook in 1930 deze oppervlakte voor de taweteelt was bestemd, blykt uit de ingekomen loopige gegevens omtrent de thans bebouwde oppervlakte, dat deze in 1931 nog geen 70.000 H.A. zal bedragen, hetgeen een uit breiding beteekent van ongeveer 20 pet- vergeleken by de het vorige jaar cijfers. NIJVERHEIDSONDERWIJSWET Aan de Memorie van Antwoord inzake het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de Nijverheidsonderwijswet wordt ont leend, dat het tekort aan bevoegde leer krachten bij verschillende takken van nij verheidsonderwijs nog vrij groot is. Derhalve zal in den eersten tijd nog een vrij ruim gebruik moeten worden gemaakt van de be voegdheid om vrijstelling te verleenen van den eisch, gesteld in het eerste lid onder a van art. 7 der wet. In den administratieven arbeid, dien het behandelen van deze aan vragen om vrijstelling voornamelijk in de eerste jaren zal veroorzaken, ziet de minis ter echter niet een voldoende reden om voor het nijverheidsonderwijs te breken met het beginsel, ook in andere onderwijswetten neergelegd, dat onderwijs gegeven dient te worden door leerkrachten, die aan de wet telijke eischen van bekwaamheid voldoen. De voorgestelde regel zal de doorvoering van dit beginsel bevorderen. Werd de vrij stelling voor langer dan één jaar verleend, dan zou bovendien afgezien van het on- derwijsbelang terecht het verwijt kunnen gelden, dat met de belangen van de bevoeg den niet in voldoende mate rekening werd gehouden. PERMANENT HOF VAN INTERN. JUSTITIE De president van het permanente hof internationale justitie, de heer Adatci, heeft on gemachtigd mede te deelen, dat hij Woensdag een beschikking heeft gegeven, waarby bepaald is, dat de termijn voor de schriftelijke procedure in de zaak betreffende de Duitsch-Ooisttenrijksche tolunie, Idie door vollcenbondsraad voor advies naar het is verwezen, op 1 Juli a.s. gesloten De openbare behandeling dezer zaak zal in i eerste helft dier maand een aanvang nemen. Met het oog op het spoedeischend karakter der aangelegenheid, hoopt de president, dat het hof zyn advies nog vóór het einde van Augustus zal kunnen uitbrengen. DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN SLIEDRECHT Ir. H. POPPING GEÏNSTALLEERD Gisteren is Ir. H- P o p p i n g door wethou der Rijsdük als burgemeester van Sliedrecht geïnstalleerd. De nieuwe burgemeester werd by deze ge legenheid toegesproken door den heer Rysdijk en door het oudste Raadslid, den heer Van Delft. Een radio-installatie maakte het gesprokene in de zaal verstaanbaar voor de velen, die voor het raadhuis stonden. DE GEMEENTERAADS VERKIEZINGEN Groote broek en Lutjebrock (N.H) Gekozen tien roomsch-kath en een Protestant De Protestanten verliezen een zetel aan de roomsch kath. Muiden (N.H.) Gekozen een antirev., twee chr. hist.; twee roomsch kath. en twee soc. dem. De antirev. en eoc. dem. winnen een zetel van vrijz. dem. en Vrijheidsbond. MAASBODE EN TIJD COMBINATIE VAN DAGBLADEN Naar de N.R.C. verneemt, zal binnen kor ten tijd het dagblad De Tijd door de Maas bode worden overgenomen; STICHTINGEN VAN BARMHARTIGHEID VERGADERING GEREFORM. BOND VAN VEREEN. EN STICHTINGEN Gister hield de Geref. Bond van Vereeni- gingen en Stichtingen van Barmhartigheid in Nederland te Utrecht zijn alg, verg. onder voorzitterschap van Prof .L. Lindeboom, die de vergadering op de gebruikelijke wijze opende. Het verslag van den secretaris, Ds. G. Elshove, van Rotterdam, werd goedge keurd, mededeelingen daaruit namen we reeds vroeger over. Eveneens werd goedge keurd het verslag \an den penningmeester, Dr. Dikiland, waaruit bleek, dat er een kas saldo was van f 2036.17. De penningmeester werd, nadat verslag was uitgebracht door de commissie van controle, bestaande uit de heeren J. V. d. Linden Czn. te Utrecht, L. B. W. A. Mulder te Overzande, en M. Femhout te Kampen, gedechargeerd voor zijn gehou den beheer. Prof. L. Lindeboom werd in het bestuur herkozen. In de vacature van wijlen Dr. D. Schermers werd gekozen Dr. C. J. Honig te Amsterdam. Besloten werd de vacature van den heer J. v. d. Linden in de commksie van controle, niet aan te vullen. De verschillende rapporten werden uitge bracht. Mr. Grosheide, de rapporteur der commissie inzake het verzoek van „Wagen borgen" over de toepassing van Hoofdstuk III art. 2840 der Armenwet, heeft reeds een concept-wetswijziging gereed, waardoor niet alleen „Wagenborgen" maar ook amdere inrichtingen, welke dezelfde moeilijkheden hebben, geholpen zullen zijn. In het rapport der commissie inzake de op leiding van personeel in de niet wettelijk er kende verplegingsartikelen (rapporteur Dr. J. Ronda te Wolfhezc) kwam tot de conclu sie, dat niet weer moet worden overgegaan tot de benoeming van gedelegeerden bij de medische examens, daar dit toch overgangs examens zijn en eventueel bij een later vol gend Staatsexamen de gedelegeerden van den Staat het recht hebben vragen te stel len over de geheele opleiding in de medische vakken. De benoeming ook bij die overgangs examens is te kostbaar en sorteert niet vol doende effect. Voorts meende de commissie dat de Bond zal uitspreken dat verpleg en den, die eenmaal de volledige opleiding voor de theologische examens met succes hebben gevolgd, welk succes blijkt uit de handteeke- ning van den gedelegeerde van den Bond, vrijgesteld behooren te worden van den cui sus en het examen in die vakken, in een an dere stichting aangesloten bij den Bond. Te vens werd de wensch uitgesproken, dat de Boud het programma van de opleiding Ln de theologische vakken herzie. Op de meeste cursussen wordt naar de meening der com missie, op de leerstof veel te diep ingegaan; die leerstof loopt parallel aan het onderwij op de catechisaties. Bij het vak ,3ijbeische Geschiedenis" moeten de voornaamste schiedenissen worden behandeld en wel zoo danig, dat de leerlingen in staat zijn deze in hun eigen woorden over te vertellen. Bij het vak „geloofsleer" wordt vaak te diep inge gaan op meeningsverschillen, die moeilijk door de leerlingen begrepen worden. Het on derwijs worde meer practicaal ingericht, b.v. meer ingegaan op de leer van het gebed, en worden de leerlingen gebracht, dat zij in hun werk een woord kunnen spreken tot de moe dert, een vertroosting uit hun geloof te bren gen in hun werk bij zieken en stervenden. De commissie acht het wenschelijk, dat ook in de Johannes-stichting voortaan een leiding kome. Wellicht dat in die stichting de theologische vakken gegeven zouden kun nen worden door de directeur en het onder wijs in de medische vakken door de genees kundigen van het Chr. Sanatorium te Zeist, dat niet al te ver van de Johannes-stichting verwijderd is. De rapporten werden goedgekeurd. De begrooting voor 1931 werd vastgesteld. Dit jaar zal geen contributie worden gehe ven. De verslagen van de Examencommissie van het maandblad Refajah, van het infor matiebureau en van de commissie inzake Geref. Wijkverpleging, werden goedgekeurd. In totaal namen aan de examens deel 6S8 candidaten, waarvan werden afgewezen 65. Kromsigt, van Amsterdam, voorging in dankgebed. Inzake het maandblad Refajah werd her dacht de overleden eindredacteur Dr. Scher mers, het aantal abonnee's klom van 602 op 640, 370 abonnementen op de stichtingen en 270 daarbuiten. Dr. van Dale is benoemd tot redacteur en Ds. J. H. Haverkate tot eindra dacteur. Aan den cursus voor Geref. wijkver pleging namen 14 cursisten deel, slechts 0 daarvan hielden de studie vol. Bij het infor matiebureau kwamen in 186 aanvragen, af gewezen moesten worden 53 aanvragen. Het bureau had een saldo van f 220.71. Besloten werd Dr. C. J. Honig te Amster dam te benoemen tot lid van het bestuur van den Bond. Aangenomen werd het voor van „Eudokia" te Rotterdam om den be- staanden cursus voor wijkverpleegster om te zetten in een „Opleidingsschool voor Wijk verpleegster" met ingang vai^ 1 Sept. 1932. Een wijziging van het Huishoudelijk Regle ment werd goedgekeurd. Nadat nog enkele mededeelingen waren gedaan, o.m. omtrent het verschijnen van de „Gedachtenis" bij het 10-jarig bestaan van den Bond, werd de vergadering op gebruike lijke wijze gesloten. Des middags vond plaats de wetenschap- pelijk-practische samenkomst, waarin Dr. J. Hekman refereerde over het onderwerp: „De invloed van psychische factoren op het ont staan en 't verloop van inwendige ziekten", en Ds. D. Sikkel refereerde over: „De be tee kenis van de geestelijke verzorging voor de genezing onzer krenken". Van beide referaten namen we reeds eer der de stellingen in ons blad op. ch wat Wils.11 WARENHUIS-GEBOEFTE Een lezeres van een Berlijnsch ochtend blad beschrijft hier onder „een ware ge beurtenis", die zij zelf eenigen tijd geleden in een warenhuis te Berlijn heeft beleefd. Ik ging naar een warenhuis om kousen te koopen. Het liep tegen 12 uur. Er waren slechts betrekkelijk weinig koopers in do doorgangen tusschen de toonbanken, waar achter de hongerig wordende bedienden op aflossing wachtten. Een tafel, waarop in schilderachtige wi orde handtasschen in verschillende kleu ren lagen, trok mijn aandacht Ik bleef staan en greep, voor de hand weg, twee tasschen uit den hoop en hield ze, onder zoekend, een oogenblik in de hand. Plotseling voelde ik, van terzijde, een lich ten druk op mijn arm. Een in het zwart gr- kleede vrouw, jong en elegant, zij het dan ook ©enigszins in heit oog vallend opge maakt, ging dicht naast mij staan. „Neem die dingen toch meeNeen. niet die gele, maar die grijze wildlederen", fluistert zij mij toe. Verbluft keek ik haar aan. „Gauw ■toch!" fluistert zij dringerder. „De verkoopster heeft zich juist omgedraaid. Vlug, schuif het ding in uw achtentasch, geen mensch ziet het en ik kan zwijgen." Ik ben zóó verrast, dat ik voor het oogen blik geen adem voor een antwoord heb. Is dat een dievegge, denk ik bliksemsnel, die zelf den moed niet heeft voor de daad? Of misschien een detective, die bezoekers van 'it warenhuis in verzoeking tracht te leiden, om wellicht door het betrappen van een dader een goed nummer bij de directie te krijgen of een vaste aanstelling? Of mis schien een krankzinnige? „Gauw toch, gauw!" klinkt het daar in mijn oor en de dunne vingers der onbe kende omvatten pijnlijk mijn arm. Om hulp zoekende, kijk ik om. Inderdaad niemand ziet hierheen. Alleen aan de boe- kentoonbank, zoowat twintig passen ver der, staat een enkele heer; meloen in den nek, rood volvet maangedicht. Schijnbaar geintresseerd, bladert hij in de brochures; NED. MIDDERNACHTZENDING VEREENIGING Te Gouda werd 27 Mei in het hotel „Wel- _elegen" de 10de algemeens vergadering ge houden van de Prov. afd. Zuid-Holland. De voorzitter Ds. K. de Bel, Ned. Herv. Pred. te Schiedam opende deze vergadering met gebed, lezende daarna een gedeelte uit Efeze 6 en spreekt een hartelijk welkom tot de aanwezige vertegenwoordigers van afdeelingen uit de provincie en plaatselijke correspondenten. Jaarverslagen van penningmeester en secretaris werden gelezen en met blijdschap werd geconstateerd, dat het werk in de provincie wordt gewaardeerd. Ds. D. Kalkman, Geref. Pred. te Moor drecht hield een inleiding over „Wat te doen tegen het Neo Malthusianisme?" Naar aanleiding hiervan had een goede bespre king plaats. De heer^ E. C. Brusse, secretaris der afdeeling 's-Gravenhago besprak nog de ding wilden schuren werkzaamheden der correspondenten. Ds. J. I Even staat hij stil bij het feit, dat in de .V te Gouda, sprak kringen der z.g. neutrale school nog steeds hierna >en slotwoord naar aanleiding van bitterheid tegen dit beginsel leeft en hoe t wcoid „Zonder Mij kunt gij niets doen".zij ever „andersdenkenden" denken. CHR. NAT. SCHOOLONDERWIJS VERGADERING TE UTRECHT Donderdag heeft de Vereeniging voor ObrierteQij'k-Nation&al Schoolonderwijs in het gebouw voor K. en W. te Utrecht haar 69e aii.gemeene vergadering gebouden. De samen kornet 6tond onder deidïng «van den Voorzit ter, Ds. M. van Grieken, van Rotterdam Bij de vaststelling van het 71e jaarverslag werd met dankbaarheid geconstateerd, dat door de secretaris, de heer Veneana, aan dacht was geschonken aan het rapport-Rut- gers, hetwelk in die middagvergadering be sproken zal worden. Een enkele opmerking werd er thans reeds over gemaakt. Bij 1920 vergeleken zijn we principieed geen stap vooruit gekomen, aldus een der aanwezigen. We hebben wel financieele gr lijkstelling gekregen, maar ook de commit eie-Rutgers heeft niets gedaan voor ©en eigen inspectie, die bij zou dragen tot het eigen karakter van de Christelijke scholen. Daarbij komt ook nog, dat het een bezuini ging zou boteekenen. Spr. is daarom blij, dat onze vereeniging ziicb niet met een kluitje in het riet laat sturen, en alsnog zal probeeren om bij de behandeling van het rapport deze eigen inspectie in de wet te krijgen. Dezelfde spreker maakt vervolgens eeni ge opmerkingen over de heerschenide toe standen in het Noorden, waar, en met name in Groningen, alle onderwijzers op een open bare kweeksóhood opgededd moeten worden. De Voorzitter zegde toe, dat er spe ciale aandacht aan deze kwesties geschon ken zal worden. Het jaarverslag werd hierop goedge keurd. De penningmeester deed verantwoording van het goldéldjk beheer gedurende het af geloopen jaar en bracht tevens een ander punt ter sprake, nl. het voonsted vai hoofdcommissie, om de contributie te brefi- gen op f 5 per ©obool en f 2 per onderwijzer De roden hiervan is, dat er de laatste jaren telkens een tekort van f 2000 tot f 3000 is Het verbruiken van het kapitaal moet voor komen worden en de geringe verhooging is daartoe de aangewezen weg. Bij de bespreking maakte de heer v. d Spek, één der inspecteurs, de opmerking, dat alleen al een verhooging noodig is, om dat de werkzaamheden der inspectie, en daarmee de onkosten, imet 50 verhoogd zijn. De heer Mulder, uit Leiden, stelde voor het bedrag op f 1.50 per onderwijzer te stel len en te bezuinigen op de eala-rieering der inspect euro. Behalve een mogelijke vertoging ven de uitgaven, werd door de heer Lutter uit Schoonbeek, de mogelijkheid bepleit van een venhooging der inkomsten op een andere manier, b.v. door contact te zoeken met het Geref. Schoolverband, teneinde die vereeni ging mede te laten betalen dn de kosten van de inspectie. Hoewel er een goede verhouding is tus schen „Christelijk-Nationaal" en „Geref. Schoolverband", aldus de Voorzitter, 16 er een verschillend karakter, dat voor een gezamenlijke inspectie te groote moeilijkhe den uit den weg geruimd moeten worden. De penningmeester gaf ten slotte een meer gespecificeerde toelichting van het voorstel en de daarmee te bereiken resul taten, waarop het voorstel met op twee na algameene stemmen werd aangenomen. In alles het Chr. Nat beginsel. De heer J. Strikwerda, van Dokkum, hield vervolgens een inleiding over het on derwerp „In alles het Christelijk Nationaal beginsel". De inleider bespreekt eerst wat beginselen in het algemeen zijn en welke beteeken-is ze voor het leven hebben, els drijvingen Go dee voor volken en individuen. Kort geeft hij aan, hoe tweeërlei beginsel de historie van onderwijs en opvoeding beheerscht. Dan komt bij op het Christelijk-nationale begin sel öls drijfkracht van de Vereeniging, he den in jaarvergadering bijeen. Uit de sta tuten en de offic-ieele stukken tracht hij aan te toonen hoe de leiders, met name Mr. Groen van Prinstecer en Prof. Dr. J. Woltjer het Christelijk-nationale beginsel stellen in wat de groote Synode van Dordrecht in 161S/19 i.i doorknede vormen verduurzaamd aaji het nageslacht in de drie formulieren van eenigheid overreikte. Maar tevens legt hij er nadruk op, hoe deze zelfde mannen ruim van hart, medewerking inriepen en begeerden ven allen, die zich onder hun l»i- slechts af en toe werpt hij van onder den rand van zijn hoed een blik hierheen. „Vooruit toch, vooruit toch!" sist de onbe- Nu verzamel ik al mijn moed: „Zult u mij nu eindelijk eens met rust laten?" bijt ik haar toe en verwonder mij er eeai oogeti- blik over, dat ik onwillekeurig even zacht gesproken heb als zij. „Als u een handtasch wilt stelen Op dit oogenblik duikt aan mijn rechter zijde het breede, roode gelaat van den man der boekentoonbank op. Ik houd nog altijd de beide tasschen in mijn hand. „Nu, pak toch die grijze", gromt-ie dicht aan mijn oor. Zijn adem riekt naar bier en goedkoope sigaren. Van beide zijden flankeeren mij de ver dachte gestalten. Plotseling maakt zich een radelooze angst van mij meester. „Als u mij niet oogcnblikkelijk met rust laat", zeg zóó luid, dat de bedienden der tricotage- af deeling hierheen kijken, „dan roep ik om In 'n ommezien zijn beiden weg- Volko men in de war staar ik ze na, als ze met snelle schreden om den naasten hoek ver dwijnen. Dan ga ik naar een der bedienden der tricotage-afdeeling en zeg hem, dat ik terstond bij de huispolitie wensch gebracht te worden. De vrouwelijke detective hoort mijn opge wonden verhaal rustig aan en laat zich de beide personen nauwkeurig beschrijv .n. Dan klapt zij haar notitieboekje dicht en staat op „En wat zou er gebeurd zijn, als ik- nu inderdaad eens gestolen had?" Zij kijkt mij verwonderd aan en glim lacht. Dant zegt zij, terwijl haar gezicht weer heel ernstig wordt „U zoudt uw leven lang niet meer blij geweest zijn. Die twee zouden u aan de deur van het magazijn hebben opgewacht en u dan met afpersin gen vervolgd en gekweld hebben, totdat u er bij zoudt zijn neergezonken. Ons is een geval bekend, waar een jonge vrouw doof zulke lieden tot zelfmoord gedreven werd. Zaterdag: 30 Mei. HUIZEN (1876 M.) KRO. 8—9.15 Morgencon cert. 10—11.30 Gramofoon. 11.3012 Godsdienstig Halfuurtje. 12 Tijdsein. 12.01—12.15 Politiebe richten. 12.151.15 Lunchconcert 1.451.50 Berichten van den Ned. Postduivenhoudersbond. 1.502,lö Gramofoon. 2.15—2.30 Verzorging van den zender. 2,303 Vragenhalfuurtje.- 34.30 Kinderuurtje. 4.305 Zwemcursus IV. 5—6 ■concert. 6 Tödseln. 6.016.15 Sportprs HILVERSUM (298.8 M.) VARA 8 Gramofoon. VPRO. 10 Morgenwijding. VARA 10.15 Uitzen ding voor arbeiders in de Contlnu-Bedrövon. 12 Tijdsein. 12.01 Middagconcert. 1.45 Onderbreking voor verzorging van den zender. 2 Kwartiertje voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling. 3.16 Ons huls een tehuis. 2.40 Oramofoon 2.45 Paedagogisch Concert (XXXIV). 1.15 Extra- V raaghalfuurtje. 4.45 Cursus Eperanto (X). 5.06 Radio-Volksuniversiteit 6.45 Optreden hu morist. 6.15 SDAP-kwartlertJe. 6,30 Literair Halfuurtje. 7.15 Concert 7.50 VARA-Varla. 8 ttttjj Md tfj rdagavond- tcrdagavond-Prograi Daartegenover plaatst hij, ,dat ook onzt kringen ten zeerste tegen de relativiteit^- opvattingen van tegenwoordig op hun hoé^ de dienen te zijn, zonder in vijandschap te genover personen op te treden. Wij men. schen mogen geen vijandschap stellen, an ders dan die door God1 zelf in het Paradst gesteld is. Maar kloek moeten we het Chris- telijk-nationale beginsel doen blinken, ot»- dat juist in de tegenstelling het op zijn beid uitkomt. De dichter van Collem geef», in consequente driestheid aan hoe verloochb» ning er van voert tot gruwelijke blaspho» mie. Met voorbeelden aan het school on d^-wlfi en wat de heer Janse schreef, ontleend, komt naar voren, dat er nog steeds over blijft, wat uitgezuiverd moet worden als fd strijd met het Christelijk-nationale beginsiel Evenzeer geldt dit omtrent de opvattingen inzake het zedelijke leven en de tuchtoefe ning. En allermeest is deze zuivering volgens den spreker noodzakelijk, wanneer we in het Christelijk-nationale beginsel niet en kel een drijfzucht zien, die ons zinnen, peinzen en handelen horizontaal over de menscheit uitbreidt, maar ook verticaal ons opvoert en in verbinding brengt, met wat God van zichzelf en aijn dienst openbaart. Wanneer het in de opvoeding er om gaat de kinderen, die we van God ontvingen voor Hem op te voeden en we verstaan, dat Hij hun wél en wee voor een belangrijk deel verbindt aan onze eigen verbinding tot Hem en de wijze, waarop wij ze leiden tot Hem of afleiden van Hem, dan verstaan we de noodroep Ik geloof Heiere, kom mijn ongeloovigheid te hulp. Op dit terrein vooral spreekt sterk het moeten en het niet-kunnon, een tweespalt, Gods ontferming en het stil berusten en die haar oplossing vindt in het bouwen, op zijn beleid. Na rondraag werd de vergadering door Ds. J. Douma met dankzegging gesloten. <sl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9