BINNENLAND.
'ernaa
aal VSmX^ndaaq
Radio Nieuws.
VRIJDAG 29 MEI 1931
EERSTE KAMER
INDISCHE BEGROOTING
Vergadering va® 28 Med 1931
Bepaald amusant was he>t gisteren in j
er|rof. Ste
Ü"te heb be n~ a an gedrongen op om
ST« $Z£Ë££_ iTLTSS-*
beweging ln Indië in goede banen moet wor
den geleid: dat de poenale sanotLe zoo spoedig
mogelijk moet worden afgeschaft, dat de stof-
SlUke goederen meer billijk verdeeld moeten
wis vreemde philosophic en vreemde po
Htiek. weinig geschikt om misverstanden op tt
roepen.' De"1hoogseIeerde 'professor in oliën et
l^reê?f ïASSttl
de rede
uc n Lohman (c
«chaps be las 11 ng wordt onjuist
is gevaar van dubbele belasting bij de divi
dend- en tanüèmebelasting.
Ten aanzien van de benoe:
wen gouverneur-generaal sloot prof. Lohman
rich geheel aan bij den heer Briët en betreurde
In booge mote het passeeren van den heer Colljn.
De heer Colijn heeft ook na zijn Indische
periode ^ntóct^m^et^dië^g^houden^en^s^een
eerf kar aioter. een poLiticus. die leidt in plaats
van zioh te laten leiden. De beste kenners van
Indie hebben uitgesproken, dat de heer Colijn
NIEUW WANDELPAD
cijn
Hij is geen man van reaotie, maar va
tructieven opbouw. Met pijnlijke verbazin
»k afvragen waarom de re-
:rop heeft gesteld dezen
bewegen den troon in Buitenzorg
geering niet alles
staatsman te ber
in te nemen. Ws
Colljn inderdaad
t het
dé Kamers moeilijk 'X"
te blijven stellen in het Koloniaal beleid van
regeering. dat zij tot nu toe ln dat beleid
;n gesteld.
t bezwaar van den heer Mendels. dat d.
De Jonge commissaris der Koninklijke
was. begreep de heer Lohman niet Iedere band
tusschen hern en die maatschappij wordt immc-
verbroken en de heer De Jonge heeft zijn ami
aanvaard met groote offers voor hem persooi
De heer De Jonge zal ongetwijfeld het g<
Men
-allen.
dus van hem veel goeds verwachten,
waardeering voor den persoon van den heer
De Jonge verzacht echter in geen enl
de bitterheid, ontstaan door de niet-benoeming
m den heer Colijn.
De belangrijkste taak
jabwijfeld op financieel terrein.
Br zal versobering moeten worden aangebracht.
Het allereerste vitaal belang voor de bevolking
mers credietwaardlgheid.
de pauze besprak de heer Lohman aller-
de verhouding tusschen opperbestuur en
landvoogd. Hij onderscheidt hierbij de rechts
vraag en de politieke vraag. Rechtens is de
minister verantwoordelijk voor het geheele be
leid. tot in alle onderdeelen, en kan hij den
gouverneur-generaal bevelen geven; politiek
zou dit echter niet verstandig zijn. Toch is het
wel degelijk van belang vast te houden, dat de
Kroon de bevoegdheid heeft voorschriften te
gaven, want al zal de uitoefening van die be
voegdheid in 99 gevallen niet noodig zijn. in het
honderdste geval kan het wèl noodig zijn. In
dien de gouverneur-generaal Iemand als de man.
die in een openbare vergadering te Bandoeng
zeide. dat er geen boomen hoog genoeg waren,
om de leiders der P. N. I. aan op te hangen,
tot regeeringsgemachtigde wil benoemen, zou
de Regeering dan niet met een veto tusschen-
beide mogen komen? Het is dan ook volkomen
uiten "doen blijken," zoowel in het geval-
idorp als in het geval-Kiewiet de Jonge,
te hopen, dat dergelijke dingen in het
niet meer zullen voorkomen. Zij ver-
Zwakken het gezag en stichten onrust.
Van zekere zijde is het voorbeeld der Brit-
Bche politiek in Brltsch-Indië aanbevolen voor
de Nederlandsche politiek in Ned.-Indië. Ten
onrechte. In de eerste plaats moet de vraag ge
steld worden of de Britsche politiek werkelijk
zoo voorbeeldig is geweest Het wordt betwij
feld door bevoegde beoordeelaars als De Kat
Angelino. en het is de vraag of men niet reeds
zoover in de verkeerde richting is gegleden, dat
men niet anders kan. In ieder geval lijkt het
bedenkelijk, dat eerst tienduizend rebellen ge
vangen worden gezet en dat men daarna met
den leider der rebellen als gelijke gaat onder-
De verhouding tussohen Engeland en Brltsch-
Indic is een gansch andere dan die tusschen
Nederland en Ned.-Indië. maar er is één over
eenkomst: het defaitisme van velen, die zich
diets laten maken, dat het met het Westeirsch
bestuur in Indië is afgeloopen en dat de kan
sen op constructieve politiek verdwenen zijn.
Gelukkig mag met genoegen geconstateerd wor
den een toeenemende waardeering bij ons Volk
voor een constructieve politiek, gericht op zelf
activiteit bij den Inlander en waarvan het doel
niet anders mag zijn, dan handhaving van het
koninkrijk.
Op zeer rake manier rekende de heer Jans
sen (r.k.) af met versohillende beweringen van
den heer Mendels van den vorigen dag. Hij wees
op den lof door buitenlanders bij herhaling toe
gezwaaid aan ons bestuur in Indië. welke af
steekt bij de crltiek in ons eigen land. waar
sommigen spreken van zware en zwarte reactie,
die thans hoogtij zouden vieren. De heer Men
dels sprak daarvan, doch een bewijs van deze
uitspraak is niet gekomen. Er Is op het gebied
der sociale voorzieningen veel gedaan. Thans
moet er bezuinigd worden, omdat men niet kan
doen alsof er geen crisis is, al zal de bevolking
eerst in de allereerste plaats de gevolgen van do
crisis gevoelen: ongestraft verzwakt men de
volkskracht niet
Het werk
wijs en volksgezondheid blijft doorgaan, zij he
hier en daar in iets vertraagd tempo. Van do
salaris zijn lage salarissen vrlj-
Inddë op het gebied van onder-
men zeggen, dat op geestelijk
gebied zware en zwarte reactie zou heerachen.
De heer Mendels wees op het Bandoengscho
vonnis, doch tegen de nationalistische actie,
wanneer die orde en rust bedreigt, moet worden
PDo nationalistische beweging behoort binnen
de perken van orde en rust te blijven. Gaat zij
ons gezag ondermijnen, dan moet de Regeering
Het Bandoengsche vonnis moge in den vorm
niet crltiekloos zijn, maar ln wezen is het Juist
gewezen op grond van de feiten. Met zware en
zwarte reaotie heeft deze uitspraak niets van
doen.
t Wat de benoeming van den G O. betreft,
hechtte de heer Janssen meor waarde aan de
overeenstemmine tussohen den minister en den
nieuwen onder-Koning, dan aan wat in verschil
lende redevoeringen is gezegd. Kan hij vertrou
wen hebben In die overeenstemming, dan zal er
zakelijk niet zooveel veranderen en is het beteir
de daden van den nieuwen bewindsman af te
Wachten
Mr. Slingenberg (v.d.) sprak den wenscb
bit, dat de nieuwe G.G. nuttig werkzaam zou
zijn in het belang van de Inheemsche bevol
king. Over de ..benoemde onbekende grootheid"
Bprak hij overigens geen oordeel uit.
Te ver gaand achtte hij de critlek omtrent
het niet-benoemen van den heer Colljn: men
kan meenen, dat deze ondanks zijn bijzondere
kwaliteiten ln de gegeven omstandigheden
niet de eerst-aangewezene is.
Vervolgens betoogde de heer Slingenberg. dat
de minister wel wat kras is opgetreden tegen
den heer Kiewit de Jonge, die in kwaliteit van
Regeerlngsgemacbtigde een den verdachten in
de Bandoengsche strafzaak bij een terechtzit
ting de hand reikte. De minister is scherper ge
weest dan noodig was en dat heeft weer een
uitlating van den G.G. tengevolge gehad, welko
ook niet verdedigbaar is.
Tot de financieele politiek komende, hoorden
we uit den tmond van dezen spreker den raad
om met bezuinigingsvoorstellen niet al snel te
zijn. Het is niet noodig. DaaVom was hij het ook
«let eens met de salariskortingen, al achtte hij
de salarissen ln het algemeen niet onaantast
baar.
Mr. Fock (Mb.) aohtte in de crisis-periode,
waarin we thans verkeeren, de begrooting vol
komen waardeloos. Er staan b.v. eredieten op.
die niet verwerkt zullen worden. Op de begroo
ting zal 10 mlllloen worden bezuinigd. De ra
mingen van den directeur van Financiën raak
ten indertijd kant nooh wal: er deugde niets
Omtrent de bezuinigingen zelf weten we nog
maar alleen, dat ook van de salarissen twee
maal 5 percent zal afgaan. Dit middel moet ech
ter het uiterste blijven. En zeker mag er wel
eenlg overleg met de betrokkenen aan vooraf
gaan. Ook Is misschien degressle mogelijk.
Aan salarissen wordt 206 mlllloen uitgekeerd.
Blijft de crisis aanhouden, dan zal het moeilijk
zijn dit cijfer onaangetast te laten.
De „lndiamisatie" in het bestuur van Inulë
heer De Jonge er niet buitengelaten,
zoo afgaf over diens vroegeren dienst bij d<
Koninklijke. Wat de heer Mendels daarover heef
gezegd was ln stem en voord^aoht krachtige
Hij vroeg den heer Bri&t bewijs voor die
uitspraak, dat de Regeering in Indië de laats
jaren een zwak beleid had gevoerd.
De minister gaf toe. dat de eindcijfers van
weinig praktische waarde hebben,
en G.G. besprek*
Dr. Colijn. staatsrechte-
praotijk. Hi
iverweging
bogrooti
De bei
klaarde de m
het niet-benoi
lijk weinig gangbaar zijn bij
ook niet in de constitutioneele
zeer de vraag of het nuttig zou zijn.
oog op de belangen van Indië, om o
dingen te spreken.
Intusschen de Regeering erkent wel de
groote verdiensten van den heer Colljn. ma:
zij is ten slotte in de gegeven tijdsomstandlghi
den tot de conclusie gekomen, haar kt
ander te moeten vestigen, zulks na o
van alle factoren. Mot het oog op de>ze
digheden kan men niet verwachten, dat de Re
geering zich zou wenden tot den ger
woord verwachtte en in Ieder geval ho
De vroegere relatie van den heer De Jonge
dat steeds
land den doorslag
°MendoeT"hanhet beste de daden van den
len of de Regeering een juiste keuze heeft ge
springen daarbij i9 niet te dulden.
Op flnamoieeJ gebied worden de levensbelan
gen van Indië het best gediend door voorzich
tigheid.
„Vitale belangen" zijn niet alleen uitgaven
gen welvaart.
spreekt vanzelf, dat de lnlamdsche be
volking meer en meer moet ^aan deelen in de
voordeelen van het bedrijfsleven. Maar dit pro-
oes kan slechts geleidelijk zich ontwikkelen.
Ten aanzien van de nationale beweging en
het Bandoengsche vonnis verdedigde de minister
nogmaals het standpunt der Regeering.
m
erklaarde om als verdediger der beklaagden
op te treden, wel competent tot de scherpe cri
tlek. welke hij zich veroorloofde? (Gelach).
De kerstening is van groot gewicht voor de
ontwikkeling van Indië. Zij versterkt de banden
mDe°mln?ltereverzooht zijn rede te mogen on
derbreken: hij miste nog enkele gegevens om
het verdere debat te beantwoorden.
Uit het brokkelige brokstuk, dat we vaak
slecht verstaanbaar aanhoorden, viel te con-
stateeren. dat de Regeering opzettelijk den
heer Colijn is voorbijgegaan voor een benoe
ming tot gouverneur-generaal. In de gegeven
tijdsomstandigheden ncibtte zij hem niet de
est geschikte: een opvatting, die door velen
Nederland en in Indië nilet zal worden ge-
En zoo iets te moeten hooren uit den mond
in dezen minister van Koloniën!
Heden zal de minister zijn rede
Mendels, die zich
OFFICIEELE BERICHTEN
GEMEENTEN.
ij Kon. besluit is benoemd tot burge
meester der gemeente Hemmen A. R. den
Hartog.
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in
de Orde van den Nederlandsohen Leeuw
prof. dr. W. J. Aalders te Groningen, voor
zitter van de Vereeniging voor Christelijk
Volksonderwijs.
PRINSES JULIANA NAAR
GRONINGEN
Omtrent het bezoek van Prinses Juliana aan
Groningen voor de tewaterlating van het
nieuwe instructievaartuig van het onder
wijsfonds voor de scheepvaart, meldt men ons:
De Prinses zal Zaterdag 13 Juni om half
twaalf per auto met klein gevolg te Gronin
gen arnkomen. Onmiddellijk na aankomst
wordt naar het huis van den commissaris
der Koningin, Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda van
Starckenborgh Stachouwer, gereden, waar
het noenmaal zal worden gebruikt. Tegen 2
uur wordt gereden naar de Oosterhaven
Noordzijde, waar 't instructievaartuig „Prins
Hendrik" gereed zal liggen. Aan boord van
dit vaartuig zal de heer G. de Jong, direc
teur van het onderwijsfonds voor de scheep
vaart, Prinses Juliana begroeten. Verder
zullen zich aan boord bevinden de autoriteiten
die bij de tewaterlating tegenwoordig zullen
zijn, en het bestuur van het onderwijsfonds.
Tegen half drie zal naar de werf Gidion aan
liet Winr.choterdiep gereden worden, waar de
eigenaar van de werf, de heer J. Koster Hzn.,
de Prinses zal verwelkomen.
Daarna zal H.K.H. het nieuwe instructie
vaartuig „Prinses Juliana" doopen en te
ater laten.
Ongeveer elf honderd schoolkinderen zul-
n op vijf booten tevoren naar de werf
varen, waar zij onder leiding van den heer
R. W. Kuiper eenige liederen zullen zingen.
Na afloop zal Prinses Juliana per auto het
museum van oudheden bezoeken, waar de
thee zal wordsn aangeboden. Prinses Juliana
zal daarna naar Het Loo terugkeeren.
UITVOERING TARWEWET
De Rijksaccountant M. de Bloeme zal
worden belast met de controle in verband
met de uitvoering van de Tarwewet 1931.
Naar aanleiding van de in enkele bladen
verschenen berichten omtrent een te ver
wachten bloemprijsverhooging, met f 6 per
100 K.G. in verband met een aan de impor
teurs van tarwebloem te verleenen tegemoet
koming, welke ongeveer f 3.600.000 per jaar
zou eischen, vernemen wij van betrouwbare
zijde, dat deze cijfers volkomen uit de lucht
zijn gegrepen en de daardoor zoowel bij de
verbruikers als bij de industrie verwekte
ongerustheid op geen enkele reëele basis
berust.
De uitbreiding van de tarweteelt hier te
lande heeft in 1931 lang niet die proporties
aangenomen, welke door sommigen van de
invoering der Tarwewet 1931 werden tege
moet gezien. Terwijl volgens de statistiek
van de directie van den landbouw van 1921
tot 1930 gemiddeld een oppervlakte
57.500 H.A. met tarwe werd bebouwd en ook
in 1930 deze oppervlakte voor de taweteelt
was bestemd, blykt uit de ingekomen
loopige gegevens omtrent de thans bebouwde
oppervlakte, dat deze in 1931 nog geen
70.000 H.A. zal bedragen, hetgeen een uit
breiding beteekent van ongeveer 20 pet-
vergeleken by de het vorige jaar
cijfers.
NIJVERHEIDSONDERWIJSWET
Aan de Memorie van Antwoord inzake
het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling
van de Nijverheidsonderwijswet wordt ont
leend, dat het tekort aan bevoegde leer
krachten bij verschillende takken van nij
verheidsonderwijs nog vrij groot is. Derhalve
zal in den eersten tijd nog een vrij ruim
gebruik moeten worden gemaakt van de be
voegdheid om vrijstelling te verleenen van
den eisch, gesteld in het eerste lid onder a
van art. 7 der wet. In den administratieven
arbeid, dien het behandelen van deze aan
vragen om vrijstelling voornamelijk in de
eerste jaren zal veroorzaken, ziet de minis
ter echter niet een voldoende reden om voor
het nijverheidsonderwijs te breken met het
beginsel, ook in andere onderwijswetten
neergelegd, dat onderwijs gegeven dient te
worden door leerkrachten, die aan de wet
telijke eischen van bekwaamheid voldoen.
De voorgestelde regel zal de doorvoering
van dit beginsel bevorderen. Werd de vrij
stelling voor langer dan één jaar verleend,
dan zou bovendien afgezien van het on-
derwijsbelang terecht het verwijt kunnen
gelden, dat met de belangen van de bevoeg
den niet in voldoende mate rekening werd
gehouden.
PERMANENT HOF VAN INTERN.
JUSTITIE
De president van het permanente hof
internationale justitie, de heer Adatci, heeft
on gemachtigd mede te deelen, dat hij
Woensdag een beschikking heeft gegeven,
waarby bepaald is, dat de termijn voor de
schriftelijke procedure in de zaak betreffende
de Duitsch-Ooisttenrijksche tolunie, Idie door
vollcenbondsraad voor advies naar het
is verwezen, op 1 Juli a.s. gesloten
De openbare behandeling dezer zaak zal in
i eerste helft dier maand een aanvang
nemen.
Met het oog op het spoedeischend karakter
der aangelegenheid, hoopt de president, dat
het hof zyn advies nog vóór het einde van
Augustus zal kunnen uitbrengen.
DE NIEUWE BURGEMEESTER
VAN SLIEDRECHT
Ir. H. POPPING GEÏNSTALLEERD
Gisteren is Ir. H- P o p p i n g door wethou
der Rijsdük als burgemeester van Sliedrecht
geïnstalleerd.
De nieuwe burgemeester werd by deze ge
legenheid toegesproken door den heer Rysdijk
en door het oudste Raadslid, den heer Van
Delft.
Een radio-installatie maakte het gesprokene
in de zaal verstaanbaar voor de velen, die voor
het raadhuis stonden.
DE GEMEENTERAADS
VERKIEZINGEN
Groote broek en Lutjebrock (N.H)
Gekozen tien roomsch-kath en een Protestant
De Protestanten verliezen een zetel aan de
roomsch kath.
Muiden (N.H.) Gekozen een antirev.,
twee chr. hist.; twee roomsch kath. en twee
soc. dem. De antirev. en eoc. dem. winnen
een zetel van vrijz. dem. en Vrijheidsbond.
MAASBODE EN TIJD
COMBINATIE VAN DAGBLADEN
Naar de N.R.C. verneemt, zal binnen kor
ten tijd het dagblad De Tijd door de Maas
bode worden overgenomen;
STICHTINGEN VAN
BARMHARTIGHEID
VERGADERING GEREFORM. BOND
VAN VEREEN. EN STICHTINGEN
Gister hield de Geref. Bond van Vereeni-
gingen en Stichtingen van Barmhartigheid
in Nederland te Utrecht zijn alg, verg. onder
voorzitterschap van Prof .L. Lindeboom, die
de vergadering op de gebruikelijke wijze
opende. Het verslag van den secretaris, Ds.
G. Elshove, van Rotterdam, werd goedge
keurd, mededeelingen daaruit namen we
reeds vroeger over. Eveneens werd goedge
keurd het verslag \an den penningmeester,
Dr. Dikiland, waaruit bleek, dat er een kas
saldo was van f 2036.17. De penningmeester
werd, nadat verslag was uitgebracht door de
commissie van controle, bestaande uit de
heeren J. V. d. Linden Czn. te Utrecht, L. B.
W. A. Mulder te Overzande, en M. Femhout
te Kampen, gedechargeerd voor zijn gehou
den beheer.
Prof. L. Lindeboom werd in het bestuur
herkozen. In de vacature van wijlen Dr. D.
Schermers werd gekozen Dr. C. J. Honig te
Amsterdam. Besloten werd de vacature van
den heer J. v. d. Linden in de commksie van
controle, niet aan te vullen.
De verschillende rapporten werden uitge
bracht. Mr. Grosheide, de rapporteur der
commissie inzake het verzoek van „Wagen
borgen" over de toepassing van Hoofdstuk
III art. 2840 der Armenwet, heeft reeds
een concept-wetswijziging gereed, waardoor
niet alleen „Wagenborgen" maar ook amdere
inrichtingen, welke dezelfde moeilijkheden
hebben, geholpen zullen zijn.
In het rapport der commissie inzake de op
leiding van personeel in de niet wettelijk er
kende verplegingsartikelen (rapporteur Dr.
J. Ronda te Wolfhezc) kwam tot de conclu
sie, dat niet weer moet worden overgegaan
tot de benoeming van gedelegeerden bij de
medische examens, daar dit toch overgangs
examens zijn en eventueel bij een later vol
gend Staatsexamen de gedelegeerden van
den Staat het recht hebben vragen te stel
len over de geheele opleiding in de medische
vakken. De benoeming ook bij die overgangs
examens is te kostbaar en sorteert niet vol
doende effect. Voorts meende de commissie
dat de Bond zal uitspreken dat verpleg en
den, die eenmaal de volledige opleiding voor
de theologische examens met succes hebben
gevolgd, welk succes blijkt uit de handteeke-
ning van den gedelegeerde van den Bond,
vrijgesteld behooren te worden van den cui
sus en het examen in die vakken, in een an
dere stichting aangesloten bij den Bond. Te
vens werd de wensch uitgesproken, dat de
Boud het programma van de opleiding Ln de
theologische vakken herzie. Op de meeste
cursussen wordt naar de meening der com
missie, op de leerstof veel te diep ingegaan;
die leerstof loopt parallel aan het onderwij
op de catechisaties. Bij het vak ,3ijbeische
Geschiedenis" moeten de voornaamste
schiedenissen worden behandeld en wel zoo
danig, dat de leerlingen in staat zijn deze in
hun eigen woorden over te vertellen. Bij het
vak „geloofsleer" wordt vaak te diep inge
gaan op meeningsverschillen, die moeilijk
door de leerlingen begrepen worden. Het on
derwijs worde meer practicaal ingericht, b.v.
meer ingegaan op de leer van het gebed, en
worden de leerlingen gebracht, dat zij in hun
werk een woord kunnen spreken tot de moe
dert, een vertroosting uit hun geloof te bren
gen in hun werk bij zieken en stervenden.
De commissie acht het wenschelijk, dat ook
in de Johannes-stichting voortaan een
leiding kome. Wellicht dat in die stichting
de theologische vakken gegeven zouden kun
nen worden door de directeur en het onder
wijs in de medische vakken door de genees
kundigen van het Chr. Sanatorium te Zeist,
dat niet al te ver van de Johannes-stichting
verwijderd is.
De rapporten werden goedgekeurd.
De begrooting voor 1931 werd vastgesteld.
Dit jaar zal geen contributie worden gehe
ven. De verslagen van de Examencommissie
van het maandblad Refajah, van het infor
matiebureau en van de commissie inzake
Geref. Wijkverpleging, werden goedgekeurd.
In totaal namen aan de examens deel 6S8
candidaten, waarvan werden afgewezen 65.
Kromsigt, van Amsterdam, voorging in
dankgebed.
Inzake het maandblad Refajah werd her
dacht de overleden eindredacteur Dr. Scher
mers, het aantal abonnee's klom van 602 op
640, 370 abonnementen op de stichtingen en
270 daarbuiten. Dr. van Dale is benoemd tot
redacteur en Ds. J. H. Haverkate tot eindra
dacteur. Aan den cursus voor Geref. wijkver
pleging namen 14 cursisten deel, slechts 0
daarvan hielden de studie vol. Bij het infor
matiebureau kwamen in 186 aanvragen, af
gewezen moesten worden 53 aanvragen. Het
bureau had een saldo van f 220.71.
Besloten werd Dr. C. J. Honig te Amster
dam te benoemen tot lid van het bestuur
van den Bond. Aangenomen werd het voor
van „Eudokia" te Rotterdam om den be-
staanden cursus voor wijkverpleegster om te
zetten in een „Opleidingsschool voor Wijk
verpleegster" met ingang vai^ 1 Sept. 1932.
Een wijziging van het Huishoudelijk Regle
ment werd goedgekeurd.
Nadat nog enkele mededeelingen waren
gedaan, o.m. omtrent het verschijnen van de
„Gedachtenis" bij het 10-jarig bestaan van
den Bond, werd de vergadering op gebruike
lijke wijze gesloten.
Des middags vond plaats de wetenschap-
pelijk-practische samenkomst, waarin Dr. J.
Hekman refereerde over het onderwerp: „De
invloed van psychische factoren op het ont
staan en 't verloop van inwendige ziekten",
en Ds. D. Sikkel refereerde over: „De be tee
kenis van de geestelijke verzorging voor de
genezing onzer krenken".
Van beide referaten namen we reeds eer
der de stellingen in ons blad op.
ch wat Wils.11
WARENHUIS-GEBOEFTE
Een lezeres van een Berlijnsch ochtend
blad beschrijft hier onder „een ware ge
beurtenis", die zij zelf eenigen tijd geleden
in een warenhuis te Berlijn heeft beleefd.
Ik ging naar een warenhuis om kousen
te koopen. Het liep tegen 12 uur. Er waren
slechts betrekkelijk weinig koopers in do
doorgangen tusschen de toonbanken, waar
achter de hongerig wordende bedienden op
aflossing wachtten.
Een tafel, waarop in schilderachtige wi
orde handtasschen in verschillende kleu
ren lagen, trok mijn aandacht Ik bleef
staan en greep, voor de hand weg, twee
tasschen uit den hoop en hield ze, onder
zoekend, een oogenblik in de hand.
Plotseling voelde ik, van terzijde, een lich
ten druk op mijn arm. Een in het zwart gr-
kleede vrouw, jong en elegant, zij het dan
ook ©enigszins in heit oog vallend opge
maakt, ging dicht naast mij staan. „Neem
die dingen toch meeNeen. niet die gele,
maar die grijze wildlederen", fluistert zij
mij toe.
Verbluft keek ik haar aan.
„Gauw ■toch!" fluistert zij dringerder. „De
verkoopster heeft zich juist omgedraaid.
Vlug, schuif het ding in uw achtentasch,
geen mensch ziet het en ik kan zwijgen."
Ik ben zóó verrast, dat ik voor het oogen
blik geen adem voor een antwoord heb. Is
dat een dievegge, denk ik bliksemsnel, die
zelf den moed niet heeft voor de daad? Of
misschien een detective, die bezoekers van
'it warenhuis in verzoeking tracht te leiden,
om wellicht door het betrappen van een
dader een goed nummer bij de directie te
krijgen of een vaste aanstelling? Of mis
schien een krankzinnige?
„Gauw toch, gauw!" klinkt het daar
in mijn oor en de dunne vingers der onbe
kende omvatten pijnlijk mijn arm.
Om hulp zoekende, kijk ik om. Inderdaad
niemand ziet hierheen. Alleen aan de boe-
kentoonbank, zoowat twintig passen ver
der, staat een enkele heer; meloen in den
nek, rood volvet maangedicht. Schijnbaar
geintresseerd, bladert hij in de brochures;
NED. MIDDERNACHTZENDING
VEREENIGING
Te Gouda werd 27 Mei in het hotel „Wel-
_elegen" de 10de algemeens vergadering ge
houden van de Prov. afd. Zuid-Holland.
De voorzitter Ds. K. de Bel, Ned. Herv.
Pred. te Schiedam opende deze vergadering
met gebed, lezende daarna een gedeelte uit
Efeze 6 en spreekt een hartelijk welkom
tot de aanwezige vertegenwoordigers van
afdeelingen uit de provincie en plaatselijke
correspondenten.
Jaarverslagen van penningmeester en
secretaris werden gelezen en met blijdschap
werd geconstateerd, dat het werk in de
provincie wordt gewaardeerd.
Ds. D. Kalkman, Geref. Pred. te Moor
drecht hield een inleiding over „Wat te
doen tegen het Neo Malthusianisme?" Naar
aanleiding hiervan had een goede bespre
king plaats.
De heer^ E. C. Brusse, secretaris der
afdeeling 's-Gravenhago besprak nog de ding wilden schuren
werkzaamheden der correspondenten. Ds. J. I Even staat hij stil bij het feit, dat in de
.V te Gouda, sprak kringen der z.g. neutrale school nog steeds
hierna >en slotwoord naar aanleiding van bitterheid tegen dit beginsel leeft en hoe
t wcoid „Zonder Mij kunt gij niets doen".zij ever „andersdenkenden" denken.
CHR. NAT. SCHOOLONDERWIJS
VERGADERING TE UTRECHT
Donderdag heeft de Vereeniging voor
ObrierteQij'k-Nation&al Schoolonderwijs in het
gebouw voor K. en W. te Utrecht haar 69e
aii.gemeene vergadering gebouden. De samen
kornet 6tond onder deidïng «van den Voorzit
ter, Ds. M. van Grieken, van Rotterdam
Bij de vaststelling van het 71e jaarverslag
werd met dankbaarheid geconstateerd, dat
door de secretaris, de heer Veneana, aan
dacht was geschonken aan het rapport-Rut-
gers, hetwelk in die middagvergadering be
sproken zal worden. Een enkele opmerking
werd er thans reeds over gemaakt.
Bij 1920 vergeleken zijn we principieed
geen stap vooruit gekomen, aldus een der
aanwezigen. We hebben wel financieele gr
lijkstelling gekregen, maar ook de commit
eie-Rutgers heeft niets gedaan voor ©en
eigen inspectie, die bij zou dragen tot het
eigen karakter van de Christelijke scholen.
Daarbij komt ook nog, dat het een bezuini
ging zou boteekenen. Spr. is daarom blij,
dat onze vereeniging ziicb niet met een
kluitje in het riet laat sturen, en alsnog zal
probeeren om bij de behandeling van het
rapport deze eigen inspectie in de wet te
krijgen.
Dezelfde spreker maakt vervolgens eeni
ge opmerkingen over de heerschenide toe
standen in het Noorden, waar, en met name
in Groningen, alle onderwijzers op een open
bare kweeksóhood opgededd moeten worden.
De Voorzitter zegde toe, dat er spe
ciale aandacht aan deze kwesties geschon
ken zal worden.
Het jaarverslag werd hierop goedge
keurd.
De penningmeester deed verantwoording
van het goldéldjk beheer gedurende het af
geloopen jaar en bracht tevens een ander
punt ter sprake, nl. het voonsted vai
hoofdcommissie, om de contributie te brefi-
gen op f 5 per ©obool en f 2 per onderwijzer
De roden hiervan is, dat er de laatste jaren
telkens een tekort van f 2000 tot f 3000 is
Het verbruiken van het kapitaal moet voor
komen worden en de geringe verhooging is
daartoe de aangewezen weg.
Bij de bespreking maakte de heer v. d
Spek, één der inspecteurs, de opmerking,
dat alleen al een verhooging noodig is, om
dat de werkzaamheden der inspectie, en
daarmee de onkosten, imet 50 verhoogd
zijn.
De heer Mulder, uit Leiden, stelde voor
het bedrag op f 1.50 per onderwijzer te stel
len en te bezuinigen op de eala-rieering der
inspect euro.
Behalve een mogelijke vertoging ven de
uitgaven, werd door de heer Lutter uit
Schoonbeek, de mogelijkheid bepleit van een
venhooging der inkomsten op een andere
manier, b.v. door contact te zoeken met het
Geref. Schoolverband, teneinde die vereeni
ging mede te laten betalen dn de kosten
van de inspectie.
Hoewel er een goede verhouding is tus
schen „Christelijk-Nationaal" en „Geref.
Schoolverband", aldus de Voorzitter, 16
er een verschillend karakter, dat voor een
gezamenlijke inspectie te groote moeilijkhe
den uit den weg geruimd moeten worden.
De penningmeester gaf ten slotte een
meer gespecificeerde toelichting van het
voorstel en de daarmee te bereiken resul
taten, waarop het voorstel met op twee na
algameene stemmen werd aangenomen.
In alles het Chr. Nat beginsel.
De heer J. Strikwerda, van Dokkum,
hield vervolgens een inleiding over het on
derwerp „In alles het Christelijk Nationaal
beginsel".
De inleider bespreekt eerst wat beginselen
in het algemeen zijn en welke beteeken-is ze
voor het leven hebben, els drijvingen Go dee
voor volken en individuen. Kort geeft hij
aan, hoe tweeërlei beginsel de historie van
onderwijs en opvoeding beheerscht. Dan
komt bij op het Christelijk-nationale begin
sel öls drijfkracht van de Vereeniging, he
den in jaarvergadering bijeen. Uit de sta
tuten en de offic-ieele stukken tracht hij aan
te toonen hoe de leiders, met name Mr.
Groen van Prinstecer en Prof. Dr. J. Woltjer
het Christelijk-nationale beginsel stellen in
wat de groote Synode van Dordrecht in
161S/19 i.i doorknede vormen verduurzaamd
aaji het nageslacht in de drie formulieren
van eenigheid overreikte. Maar tevens legt
hij er nadruk op, hoe deze zelfde mannen
ruim van hart, medewerking inriepen en
begeerden ven allen, die zich onder hun l»i-
slechts af en toe werpt hij van onder den
rand van zijn hoed een blik hierheen.
„Vooruit toch, vooruit toch!" sist de onbe-
Nu verzamel ik al mijn moed: „Zult u mij
nu eindelijk eens met rust laten?" bijt ik
haar toe en verwonder mij er eeai oogeti-
blik over, dat ik onwillekeurig even zacht
gesproken heb als zij. „Als u een handtasch
wilt stelen
Op dit oogenblik duikt aan mijn rechter
zijde het breede, roode gelaat van den man
der boekentoonbank op. Ik houd nog altijd
de beide tasschen in mijn hand.
„Nu, pak toch die grijze", gromt-ie dicht
aan mijn oor. Zijn adem riekt naar bier en
goedkoope sigaren.
Van beide zijden flankeeren mij de ver
dachte gestalten. Plotseling maakt zich een
radelooze angst van mij meester. „Als u mij
niet oogcnblikkelijk met rust laat", zeg
zóó luid, dat de bedienden der tricotage-
af deeling hierheen kijken, „dan roep ik om
In 'n ommezien zijn beiden weg- Volko
men in de war staar ik ze na, als ze met
snelle schreden om den naasten hoek ver
dwijnen. Dan ga ik naar een der bedienden
der tricotage-afdeeling en zeg hem, dat ik
terstond bij de huispolitie wensch gebracht
te worden.
De vrouwelijke detective hoort mijn opge
wonden verhaal rustig aan en laat zich de
beide personen nauwkeurig beschrijv .n. Dan
klapt zij haar notitieboekje dicht en staat op
„En wat zou er gebeurd zijn, als ik- nu
inderdaad eens gestolen had?"
Zij kijkt mij verwonderd aan en glim
lacht. Dant zegt zij, terwijl haar gezicht
weer heel ernstig wordt „U zoudt uw leven
lang niet meer blij geweest zijn. Die twee
zouden u aan de deur van het magazijn
hebben opgewacht en u dan met afpersin
gen vervolgd en gekweld hebben, totdat u
er bij zoudt zijn neergezonken. Ons is een
geval bekend, waar een jonge vrouw doof
zulke lieden tot zelfmoord gedreven werd.
Zaterdag: 30 Mei.
HUIZEN (1876 M.) KRO. 8—9.15 Morgencon
cert. 10—11.30 Gramofoon. 11.3012 Godsdienstig
Halfuurtje. 12 Tijdsein. 12.01—12.15 Politiebe
richten. 12.151.15 Lunchconcert 1.451.50
Berichten van den Ned. Postduivenhoudersbond.
1.502,lö Gramofoon. 2.15—2.30 Verzorging van
den zender. 2,303 Vragenhalfuurtje.- 34.30
Kinderuurtje. 4.305 Zwemcursus IV. 5—6
■concert. 6 Tödseln. 6.016.15 Sportprs
HILVERSUM (298.8 M.) VARA 8 Gramofoon.
VPRO. 10 Morgenwijding. VARA 10.15 Uitzen
ding voor arbeiders in de Contlnu-Bedrövon. 12
Tijdsein. 12.01 Middagconcert. 1.45 Onderbreking
voor verzorging van den zender. 2 Kwartiertje
voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling.
3.16 Ons huls een tehuis. 2.40 Oramofoon 2.45
Paedagogisch Concert (XXXIV). 1.15 Extra-
V raaghalfuurtje. 4.45 Cursus Eperanto (X).
5.06 Radio-Volksuniversiteit 6.45 Optreden hu
morist. 6.15 SDAP-kwartlertJe. 6,30 Literair
Halfuurtje. 7.15 Concert 7.50 VARA-Varla. 8
ttttjj Md tfj rdagavond-
tcrdagavond-Prograi
Daartegenover plaatst hij, ,dat ook onzt
kringen ten zeerste tegen de relativiteit^-
opvattingen van tegenwoordig op hun hoé^
de dienen te zijn, zonder in vijandschap te
genover personen op te treden. Wij men.
schen mogen geen vijandschap stellen, an
ders dan die door God1 zelf in het Paradst
gesteld is. Maar kloek moeten we het Chris-
telijk-nationale beginsel doen blinken, ot»-
dat juist in de tegenstelling het op zijn beid
uitkomt. De dichter van Collem geef», in
consequente driestheid aan hoe verloochb»
ning er van voert tot gruwelijke blaspho»
mie.
Met voorbeelden aan het school on d^-wlfi
en wat de heer Janse schreef, ontleend,
komt naar voren, dat er nog steeds over
blijft, wat uitgezuiverd moet worden als fd
strijd met het Christelijk-nationale beginsiel
Evenzeer geldt dit omtrent de opvattingen
inzake het zedelijke leven en de tuchtoefe
ning.
En allermeest is deze zuivering volgens
den spreker noodzakelijk, wanneer we in
het Christelijk-nationale beginsel niet en
kel een drijfzucht zien, die ons zinnen,
peinzen en handelen horizontaal over de
menscheit uitbreidt, maar ook verticaal ons
opvoert en in verbinding brengt, met wat
God van zichzelf en aijn dienst openbaart.
Wanneer het in de opvoeding er om gaat
de kinderen, die we van God ontvingen
voor Hem op te voeden en we verstaan,
dat Hij hun wél en wee voor een belangrijk
deel verbindt aan onze eigen verbinding
tot Hem en de wijze, waarop wij ze leiden
tot Hem of afleiden van Hem, dan verstaan
we de noodroep Ik geloof Heiere, kom mijn
ongeloovigheid te hulp.
Op dit terrein vooral spreekt sterk het
moeten en het niet-kunnon, een tweespalt,
Gods ontferming en het stil berusten en
die haar oplossing vindt in het bouwen, op
zijn beleid.
Na rondraag werd de vergadering door Ds.
J. Douma met dankzegging gesloten.
<sl