L. VAN DEN BERG Stat. berekeningen ENCI-CEMENT Handel Maatschappij N.V. „HET BOUWBEDRIIF" Uw IDEAAL..:1. VOLLEDIG INGERICHTE BADKAMER' N.V. Administratie Mij „Amsterdam" DINSDAG SS MEI 1931 N.V. HET ONDERLING CREDIET Gevestigd te Rotterdam HOOFDSTEEG 39 h. Toerijstuin Opgericht 1865 BOUWCREDIETEN nminnmniiiminiiiiinnininniniiiiniiinininiiiiiiiiiiiuiiiiiMiniiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiQiuiiiiiiiiiniiniiiiiiiiiiiiuüinQiiiiniiiiiroiinnaiiinntifmDiiiu Ins woonhuis in zijn ontwikkeling JAC. RIJKSE Leeraar en Conservator aan de Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag III De primitieve Imensch had zich vele eeuwen lang met zijn wapens en gebruiks voorwerpen, uit steen en been geanaakt, staande gehouden. Er volgt nu echter een periode, waarin hij naar een materiaal gaat zoeken, dat hom voorwerpen verschaft, die minder aan slijtage onderhevig zijn. Koper, ijzer en brons zijn wel de oudste metalen, die voor dit doel toegepast werden en in verband hiermede worden de nu vol gende perioden in de ontwikkelingsgeschie denis dan ook als het Bronstijdperk en de ijzertijdperken onderscheiden. HET BRONSTIJDPERK. Vit vondsten, die in Egyptische graven, duizend jaren voor Christus, gedaan zijn, blijkt, dat de Egyptenaren lang vóór het brons, het koper hebben gekend Het was echter door zijn weinige hardheid geen groo- te verbetering op de vroeger gebruikte steen soorten. Door vermenging van koper (90 gr.) en tin (10 gr) verkreeg men het veel hardere brons. Waar of wanneer men voor 't eerst dit mengsel gebruikte is niet met. zekerheid te zeggen. Het is alweer bij de Egyptenaren dat we een juiste dateering vinden nl. onge veer 2000 jaar v. Chr. Ook op het eiland sporen van plantaardig ornament voor komen. Naast speerpunten, bijlen, messen, zwaar den, schilden, trompetten en paardetuigver- sierselen zijn ook lijfsieraden gevonden. Het waren bronzen doekspelden (fibula's), arm- been- en halsringen, diademen en haar spelden, benevens veel vaatwerk en deelen van beslag, dat oorspronkelijk op hout was bevestigd geweest- Een typisch verschijnsel in dezen tijd is ook het weefgetouw, dat aantoont, dat het geweven kleed de dierenhuiden gaat ver vangen als bedekking van den mensch te gen het ruwe klimaat. GRAVEN Terwijl in het steentijdperk de dooden mvoudig in een rotsspleet of grot werden begraven, werd in het begin van het brons tijdperk het lijk in een uitgeholden boom stam bijgezet. Deze boomstamkist werd in een kuil geplaatst, deze met zware steenen gevuld en bovenop dit alles een heuvel of tumulus van aarde opgeworpen. In de latere bronstijd werden de dooden verbrand de asch in urnen bewaard. Soimmige van deze aschurnen geven ons eenig idee van de vorm der huizee terwijl bij anderen een poging te vinden is om een afbeelding van de overledene te geven. 't Aardewerk krijgt in 't algemeen betere vormen al wordt het nog steeds uit de hand vervaardigd. HET IJZERTIJDPERK Het bereiden van ijzer eisoht een gTootere mate van technische bekwaamheid en hoogere "temperaturen dan het maken en be werken van brons. Toch zijn er grondstof fen te vinden die het mogelijk maakten, dat sommige primitive volkeren vrij goede bruikbare voorwerpen uit ijzer konden vervaardigen. Naar een der voornaamste vindplaat sen, het grafveld te Hallstadt bij Salzburg in Oostenrijk, wordt het oudiste ijzartijdperk Europa de Hallstadtperiode genoemd (900700) v. Chr. Dat het ijzer zeer kostbaar was, blijkt uit Creta en in Spanje kwanj het in dien tijd voor en verspreidde zich van hier over Europa. De eerste bronzen voorwerpen waren na bootsingen van de vroeger uit steen en been vervaardigden en eerst later werden vor men gevonden, die aan het metaalgieten ontleend waren. Wapens en sieraden wer den nl. ruw gegoten en daana door smeden drijven en gravecrcn bijgewerkt en versierd Vele gietvormen uit dezen tijd zijn in onze musea tc zien. Gereedschappen en wapens hadden veelal gevesten en heften van hout, hoorn of been De grondvormen vertoonen soms zeer dui delijk invloeden uit oostelijke landen; de versieringen bestaan nu uit een meer lo gisch samenstél van punten, lijnen en cir kels en spiralen, terwijl soms ook reeds Inlichtingen "treffende Bin wels- aa nijclegenheden Bureau van Ingen Vlietstraat 8b, Rotterdam Telefoon 11748 Gewapend Beton- en Kunststeenwerken Terrazzovloeren en Gootsteenen Houtgranietvloeren Kerstant v. d. Bergelaan 2a HILLEGERSBERG Telefoon 42587 Rotterdam llzer, hout, gewapend beton enz Bur. A. H. VAN WIJNGAARDEN Leede 179-ROTTERDAM-Tel. 56380 MAASTRICHT NEDERLANDSCH FABRIKAAT ROTTERDAM en OMSTREKEN: TELEFOON 30404-30233 TELEFOON 57650 (2 lijnen) bronzen armringen gevonden te Mcxningen aan het Bielenneer die met. versieringen van ijzer zijn ingelegd. Het brons blijft naast het ijzer in gebruik voor kookgerei en sieraden. Het uit klei gebakken vaatwerk vertoont meer afwisseling in vorm en versiering welke laatste uit ingekraste geometrische motieven bestaal Een latere periode is genoemd naar een vondst nabij liet dorp Marin, aan het meer van Neufchatel op een plek, bekend als Het „La Téne"-tijdperk 500 v. Chr.) stond onder invloed van Griéksche en Etrus kische cultuur en is als een vervolg op de Hallstadtperiode te beschouwen. In midden- Europa ontstond het groote rijk van d"e Kelten die hunne gebieden uitstrekten over het Rijngebied, de Alpen, de Donau, Opper- Italië, die Balkan en een cteel van Kilein- Azië. Zij namen in hun voortbrengselen veel van de vormen en motieven uit het Zuiden over. Zij droegen wapens en siera den mtót goud en zilver ingelegd, en hadden gouden en zilveren munten. In hun versie ringen worden nu, ook al zijn zij primitief, mensch- en dierfiguren toegepast. Bij het vervaardigen van aardewerk komt nu de pottenbakkersdraaischijf in gebruik, met als gevolg dat het vaatwerk veel strak ker van vorm wordt en de versiering, be staande uit horizontale banden, veel mooier kan worden ingedeeld. Zooals wij zullen zien blijft deze vóór-his torische tijd niet zonder invloed op latere perioden en versoheidene grondvormen en versieringen zullen we heel veel later weer terugvinden. berustte, maar in den breede de argumenten bevatte, niet te moeten volgen. Zij handelde ooi: in deze aangelegenheden in de lijn, welke zij volgde bij het aanbrengen der ver dere veranderingen; zij had een open oog voor de belangen der particuliere grondbe zitters (aan welker redelijke belangen noch Instituut noch Vereeniging van Nederland- sche Gemeenten uit den aard der zaak iets te kort willen doen), maar maakte zich niet •arm voor het belang van een goed geor- denden stedebouw welke toch voor de ge meenschap meer en meer beteekenis ver- Het koper, in het Latijn „Cuprus" ontleent zijn naam aan het eiland Cyprus (Grieksch: Kupros), waar reeds ten tijde van de Pheniciërs kopererts werd gedolven Het ijzer was bij de Egyptenaren in 1200 v. Chr. en in Griekenland in de tweede eeuw vóór Chr. reeds bekend. Internationale Bouwtentoonstelling, Berlijn (Van onzen Duitschen Correspondent) Steden zijn magneten met enorme kracht-j velden, welke onophoudelijk een groot deel van de landelijke bevolking naar zidh toe trékken. Hierdoor is de verhouding tusschen stad en land sterk gewijzigd en in de meeste cultuurlanden zijn de stedelingen in de meerderheid. Deze majoriteit in beperkte ruimten saamgedrongen vormt een gewel dige verzameling van energie, welke haar uiting vindt in het levendig beeld van de stad. De moderne stedeling is aan voortdu rende -wijziging onderhevig, een type met verfijnde, snel reageerende zenuwen en met velerlei behoeften. Hiermede moet rekening gehouden worden, wil hij niet'lichamelijk en geestelijk zijn evenwicht verlieizen of door onnooclige hindernissen zijn toch al zwaren arbeid nog belast zien. De stad als bouwwerk, dit machtige orga nisme uit huizen, straten, pleinen, parken onderaardsche kabels, waarmee het leven in den bewoner eener wereldstad omsloten ordt en zich tevens vrij kan bewegen is de A'oonnaamste factor bij de bestemming van zijn leven. Er zijn vreeselijke steden, grauw en donker, die als een boo ze nd room op haar bewoners lasten, maar er zijn ook hekïere, lichte steden, waar men gaarne en gelukkig woont. De meeste steden zijn oud en zij hebben het overwegend aan een his torisch toeval of aan him min of meer gun stige ligging te danken, of ze een drukken- den of bevrijdende!! indruk op ons maken. De moderne mensch wil echter niet meer aan het toeval onderworpen zijn. Voor hem is ook de stacl een organisme, dat logisch groeit en dus verzorgd en vast bepaald moet worden. Na duizenden jaren van stedenbouw is men er eindelijk toe overgegaan dit thema aan studie en onderzoek te onderwerpen, naar wegen te zoeken, langs welke de stad tot een dienares der menschen kan op groeien. Men begint thans met alle middelen der wetenschap de vrije, bevrijdende en het leven verlichtende stad te bouwen. Een marksteen in deze activiteit van den menschelijken geest is de „Internationale Ausstellung für Stadtebau und Wohmmgs- wesen" welke een deel uitmaakt van de Bauausstellung 1931. Dui'tschland toont hier in samenwerking met 22 andere staten hoe de steden geholpen kunnen worden en hoe men nieuwe steden moet bouwen. Onder aan voering van een der beste vaklieden der .we reld, prof. dr. Schmidt, Essen, is hier met 'n staf voortreffelijke medewerkers alles in 't werk gesteld, om ons leeken duidelijk te ma ken, welke mogelijkheden er bestaan om het bouwprobleem der steden tot een voor ons allen bevattelijke oplossing te brengen. Het historische „gisteren", dat ongeveer tot 1900 teruggaat, geeft ons een afschrikkend beeld van den tijd, toen iedereen erop los kon bouwen, zooals hij dat voor goed en voor deel ig achtte. Ieder project was aan een ge lukkig of ongelukkig toeval overgelaten. Op dit fatale gisteren" volgde het .historische heden". Het begrip stedenbouw ontstond, de gedachte, dat de stad een door een grooten en vasten wil gedragen organisme beteekent. Maar ook dit heden is nog onvolmaakt, de stad is nog te zeer geïsoleerd ,zij staat nog niet genoeg of niet genoeg meer in contact met het omliggende land, zij drijft voor alsnog een te egocentrische bouwpolitiek, welke pas overwonnen kan worden, als J" stedelijke plannen uitgebreid worden, d.T wanneer het arbeidsveld der steden meer land voor de stad verwerkt. Pas dan zal zich de „historische morgen" kunnen ont wikkelen in een nieuwe stad, welke met de •behoeften harer beivoners voldoende reke ning houdt, om er de best denkbare ruimte uit yoort te brengen, Het is niet eenvoudig, om de veelheid der vragen, vtfelke de moderne stedenlxnrw met zich meebrengt, en welke naties over de gansche wereld hier elk naar eigen inzicht behandelen, op te sommen. Hoe moeten de grenzen der stad bepaald en getrokken wor den? Hoe wordt de woningeisch van alle lagen der bevolking het. meest doelmatig en economisch beantwoord? Hoe moet de zaken wijk gerationaliseerd worden, om rationeel beheer mogelijk te maken?- Hoe moeten de industrieele wijken en die voor sport en ont spanning verdeeld worden? Het verkeers probleem met zijn talloorae moeilijkheden verlangt onze speciale opmerkzaamheid. Do stad als kunstwerk is een der moeilijkste vraagstukken, Avaarmedc men zich moet occupeeren, niet minder het beheer der groote 6teden, de wetgeving voor den steden bouw, de bomvpolitiek en de bouwprijzen en zoo zijn er nóg tallooze andere vraagstuk ken, waarmede we ons bezig houden bii een eerste rondwandeling op de grootste exposi tie, welke we in Berlijn sedert den oorlog aanschouwden. F)e Woningwet in de Tweede Kamer Mr. D. Hu dig schrijft in het April-num- mer van het „Tijdschrift voor Volkshuisves ting en Stedebouw": 27 Miaart 1931 zal velen, wien de zaak van den stedebouw ter harte gaat, in bittere herinnering blijven. De Tweede Kamer heeft zich toen ver- eenigd met voorstellen vervat in het wets ontwerp tot herziening der Woningwet en met een amendement daarop, welke aan de ontwikkeling van den stedebouw voor jaren zware slagen toebrengen. Men herinnert zich hoe zoowel het bestuur in het Instituut, dat zich met de desbetref fende adviezen van den Stedebouwkundigen Raad vereenigde, als de Vereeniging Nederlandsöhe Gemeenten, aan de Tweede Kamer wensohen kenbaar maakten, eerst het wetsontwerp, daarna over de daar in bij Nota A'an wijziging aangebrachte ver anderingen, zulks nadat reeds vroeger door beide organisaties advies was uitgebracht over een voor-ontwerp, dat ik als „wetsont- werp tot bestrijding van den stedebouw" lieb hooren betitelen. Het ernstigste bezwaar in die adressen tot uiting gekomen, Avas dat, geheel noodeloos, de bevoegdheid der gemeentebesturen, ver- eischt om op doeltreffende Avijze leiding te geven aan de ontwikkeling onzer nederzet tingen, werd beperkt. Die beperking betrof voornamelijk: de bevoegdheid tot onteigening van in een uitbreidingsplan begrepen gronden: de bepaling der waarde dier gronden bij onteigening; de 'bevoegdheid der gemeentebesturen om beiboivwinesvoorschriften A'ast te stellen; de bevoegdheid om regelend op te treden ten aanzien A'an het gebruik van gronden en opstallen binnen de bebouwde kom. Ik zou daaraan persoonlijk nog willen toe- A'oegen de be\*oegdheid om een voorloopige bestemming te geven („voor de naaste toe komst" in art, 31). De Tweede Kamer heeft gemeend het ad vies van dc men mag dit zonder zelfover schatting zeggen te dozen bij uitnemend heid deskundigen, dat niet op losse gronden krijgt, nu onze bevolking blijft toenemen, onze groote steden steeds meer uitdijen en ook Areel landelijke gebieden ongekende toe neming van bevolking zien. Wij mogen bij dit onheil den moed niet verliezen, willen hopen dat de praktijk zich zal redden en door de opgeworpen moeilijk heden heen zal wet»n te komen. Maar het stemt bitter te zien, dat, terwijl in Engeland en Pruisen henzieningen van Woningwet en Stedebouwwet aan de orde zijn, welke allereerst beoogen op doelstref- fende wijze het groote belang van deze beide te dienen, in Nederland het inzicht, dat hier wetgevende arbeid van soortgelijke op bouwende strekking verricht moet AA'orden door de Regeering en Tweede Kamer nog niet wordt gedeeld, e.\ dat deze zich niet als de ontwerpers der Woningwet haasten om aan een goede zaak de voor haar ver dere ontwikkeling vereisohte wettelijke basis te geven, maar veeleer een wet helpen tot standbrengen, welke, op enkele te waardeeren uitzonderingen na*), een ernstige achteruit gang beteekent. De Minister noemt er vier; in feite zijn het er twee; de kassenregeling strekt in het •belang A'an particulieren: de herziening van art 31 brengt in de praktijk geen verande ring. Slaapt de meubelindustrie? Waarschijnlijk is er in de laatste 25 jaar geen artist zoo becritiseerd als de meubel ontwerper, niettemin is door de opkomst van de moderne meubelstijl zijn bestaans recht ten) volle bewezen. Door hem is het mogelijk geweest iets te produceeren Avaarin de geest van onzen tijd en generatie wordt uitgedrukt en waardoor de grondslag gelegd wordt van wat in komende tijden als de stijl der twintigste eeuw zal moeten worden aangeduid. Terwijl de woninginrichter moet toegeven, dat de moderne vormen steeds meer in den geest van het publiek vallen, is hij tevens genoodzaakt om zich te realiseeren, dat on- dertusschen een verandering is ingetreden in opvatting, gewoonte en inkomen der men schen. Een veel kleiner gedeelte van het ge zinsinkomen dan vroeger, wordt aan de wo ning besteed en wanneer de woninginrichter even om zich heen ziet, bemerkt hij dat ta melijk royaal met geld omgesprongen wordt, wanneer het betreft uitgaven voor amuse ment, kleeding en auto's. Dat hierdoor minder voor de inrichting der woning kan worden uitgegeven is duidelijk. De vraag dringt zich echter op hoe het komt, dat deze 'uxe-industrieën, zulk een beperkenden invloed hebben kunnen uit oefenen op de woninginrichtingsbranche. Het antwoord hi'erop is gemakkelijk 'te ge- Fabrikanten, handelaars en ondernemers van amusementsgelegenheden, die het pu bliek auto's, kleeding en vermaak leveren, zijn in hun onderscheiden ondernemingen up to date. Zij hebben met overleg het pu bliek voor zich genomen, door te zorgen voor steeds weer nieuwe snufjes, luxe enz., met het oogmerk om de menschen te verleiden tot gemakkelijk uitgeven van hun geld. Uit deze feiten blijkt, dat de meubelin dustrie zich haar kansen heeft laten ontne men. Indien deze industrie gelijken tred had ge houden met de andere industrieën, zou zij haar plaats hebben kunnen behouden en de woninginrichting zou 'er sterker hebben voor gestaan dan thans het geval is. Hierbij moei nog opgemerkt, dat de geh'eele automobiel industrie zich in de laatste 20 jaren heeft ontwikkeld van practisch niets tot een der grootste industrieën. Eqn zelfde snelle vooruitgang in de wo ninginrichtingsbranche zou echter alleen mo gelijk geAveest zijn, indien evenals in de automobielindustrie de beste krachten en het meest geraffineerde vernuft zich hier op hadden toegelegd. Doch de moderne woningen zouden dan ook economisch verwarmd en verlicht zijn en daarbij voorzien van een luxe en een meest verfijnd comfort, waarvan men zich geen denkbeeld kan vormen. De auto-industrie maakt meer vooruit gang in één maand, dan de woninginrich tingsbranche in 20 jaar. Van inhalen zal dan ook geen sprake meer kunnen zijn; het eenige dat ons nog rest, is om te profitee- ren van de les die deze industrie ons ge geven heeft en om in de woningen dezelfde ideeën omtrent comfort en luxe uit te wer ken, welke met zulk een succes in de auto worden toegepast. Hoe moet nu 't publiek worden bewerkt? In „The Cabinetmaker" troffen we hier over het volgende aan: De tijd is voorbij, dat men in zijn etalage bijv. een slaapkamer plaatst en dan blijft Avachten op een kooper, of ook adverteert met de afbeelding van deze slaapkamer. Deze verkoopmethoden indien zij nog zoo genoemd kunnen Avorden zijn tegen woordig nutteloos. De woninginrichter moet wel adverteeren en etaleeren, maar geen meubelen, doch het comfort c.q. de tijds- en arbeidsbespa ring, die met deze meubelen te bereiken Indien we dit even omschrijven mogen zouden we dus kunnen zeggen, dat de schrijver met dit laatste meent, dat de aandacht van het publiek afgeleid moet worden van het meubel zelf, van het con crete dus, om al zijn belangstelling op te vorderen voor het meer abstracte. Den kooper moet het idee worden bijge bracht, dat hij zijn geld niet in de eerste plaats'besteedt \'oor het gekochte voorwerp, doch voor de gemakken, die dit biedt. Hierdoor zal lïij ook anders komen te staan tegenover de prijs, die als bijzaak gean nonceerd moet worden, terwijl op overwel digende manier de aandacht gevestigd moet worden, op tijdsbesparing en comfort Dit doet men ook in de automobiel-industrie. Als voorbeeld noemt de schrijver bijv. een kleed'kast, voorzien van allerlei ingenieuse bijzonderheden." De aandacht zou er dan op gevestigd kunnen worden, dat de inrichting van deze kast het mogelijk maakt om des morgens en 's middags tien minuten tijd uit te sparen; het jaar wordt voor den be zitter van deze kast minstens tien dagen langer en daar zulk een kast zeker toch wel tien jaar gebruikt kan worden, ziet de be zitter zich daardoor gedurende deze tien jaren in het genot gesteld van drie vrije maanden. Nu schijnt het Engelsch publiek wel ta melijk naief te zijn, om door een dergelijk voorbeeld gestimuleerd te kunnen worden tot koopen. Deze drie vrije maanden zou den toch eigenlijk alleen maar waarde heb ben, indien zij achtereen als vrijen tijd genoten zouden kunnen worden. Dit neemt echter niet weg, dat het prin cipe er wel mee gedemonstreerd werd. Uit de Tijdschriften Prof. WATTJES noemt In „Bouwbedrijf", waarin hij er een uitvoerige bespreking aan wijdt, het Hotel Atlanta te Rotterdam architectonisch zeer goed geslaagd en een goeden schakel in de vernieuwing van het stadscentrum; ook uit een oogpunt van moderne constructie acht hij het zeer be langrijk. BOUWSTEENEN. Het bijzondere van onzen tijd is een groot deel hierin gelegen, dat men zich zoo vaak verwonderen moet over allerlei tegenstrij digheden. AANBESTEDINGEN GEHOUDEN AANBESTEDINGEN j het R.K. Par. Kerkbest. van don Awthottlus van Padua: het bouwen van een klassige school met overdekte speelplaats aan i Jan Schöfferlaan. Laagste inschr. A. de Wit Sohijndel, f 48.980. TE HOUDEN AANBESTEDINGEN3 WOENSDAG 27 MEI MUSSELKANAAL. iel te Musselkanaal, er Ned. Herv. Gem. t - achter de kerk: hel Musselkanaal, in het ge- Clvr. Nat. Sdhool- ROTTERDAM, 2 nam. De Comm. van Beheert1 ,-er den weg van de Hoflaan te Rotterdam naar Gouda, in het Stad-stimmerhuis te Rotterdams onderhoud van dien weg met de noodige irantiën tot en met 31 Dee. '31: 't bestek ligt: lezing op de Secretarieën der gem. Moor* :lhit, Nleuwerkerk a. d. IJssel en Cap. a. <3j »el, Tm. van 1012 uur en is ad f0.50 ver* lorijgb. bij den secr., StadetimmeirtiuAs, Oosters kade 1, Rotterdam; inl. zijn te bekomen bij deit jpz. C. Fyan te Nieuwerlterk a. d. IJssel sm. Het Gom, School ©n heit drie lokalen met bijk. werkenJ teek. ad f7. rest. f3.50, verkrijgb. aan VLA ARDINGER-AMBACHT, beat.: het bijbouwen iet bur, dcT gem.-opz. Dahldastr. 1, alda; WATERINGEN. De arch. D. Oosthoek te Deit ïaag. voor het best. der Ver. tot Stichting eö Instandh. van scholen m. d. Bijbel te Water-in* gen: liet bouwen van een gymnastieklokaal c.a.j estek en teek. ad f 2 verkrijgb. bij den boekhj Jireud, Toussaintkade te Den Haag, ZAANDAM. 2 nam. De bouwk. J. J. Koeman zn.. namens het best. van de Woninbouwvereen, Zaandams-Volkshuisvesting" te Zaandam: het ouwen van 74 woningen te Zaandam: beetelc n teek. ad f 5 verkrijgb. aan het kantoor xaaj oom. vereenigng, DONDERDAG 38 MEI BILTHOVEN, 11 am. De airch. J. Wilke en Thj lelie, Mcokl e nb uxgl aan 43, B u-s sum, in hotel De je yen, S o estd i j ksch ©straat weg 183 te B litho* en: het bouwen van 10 mdddenstamdswonlngea iet garages en schuren aan den Palster weg, al* reap. 54, 20 en verkrijgb. ad f 10. fr. p. p. f 10.35, van voorn. aroh.. Bourgogmestr. 22. Wijk-Maastrichit, die t Knoers, v. Norembroghatr. 20. Den Bosch, na* mens de Bouwver. „St. Joseph" aldaar: het bou* wen van 68 woningen op terrein, gelegen aan' de W. v. Nassaulaan en A. v. Gelderstr. te Den. i" aan de Westhavenplaats: het één lokaal met bergplaats enz. aa Marnix-Sohool te Vlaardingen; bentek en 1 verkrljgh. ad f5, rest, f2.50, aair arch., Dahlias'tr, 1, Vlaardinger-. MAANDAG 1 JUNI i het best. dei van het schoolgebou- „Een School HANDEL IN BOUWMATERIALEN Drijf stee '-Betonblokjes voor Btonwerken Kantoor, Magazijnen en Industrie: AELBRECHTSKADT* 1 TeleL 30933 ROTTERDAM N.V. d'Agnolo Co, H. R. LAUWAARS ZONEN Pijnackerplein 44, Rotterdam - Magazijnen: Schommelstr. 8-30 Waal-, Mssel-, Kalkzandsteen Speciaal dunne Gevelsteen Handvorm In verschillend formaat innniQtniMiiinniiPniM WOON in uw EIGEN HUIS en gij 3ESPAART =i= 40 der huursom. Voor spaarrekeninghouders 85 Hypotheek. Individueel sparen met vaste rente en gegarandeerd eind bedrag, (geen spaarkas, geen verzekering). Aan vragen te richten aan NIEUW-EIGENHUIS, Jan Pzn. Coenstraat 21, 's-Gravenhage. Overal actieve vertegenwoordigers gevraagd, aangename werk kring, ruime belooning. een WOHING met Kom nu deze week eens kijken aan de GOEVERNEURLAAN *n VAN ZEGGELENLAAN te 's-Gravenhage met zijn moderne Winkel- en Woonhuizen (4 of 6 kamers, met volledig ingerichte badkamer). Maximum comfort GOEVERNEURLAAN 626 TELEF. 119118 's-GRAVENHAGE jg OOK IN VERSCHILLENDE STADSDEELEN WONINGEN TE HUUR ag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 12