GASBETON
G. 0. VAN BEKKUM ZONEN
;«£*pic ui
VEGTER'S WONINGBUREAU
SPECIAAL INGERICHT OP SNELSOUW VAN GRODTE COMPLEXEN
AEROCRETE GASBETON
WEEK-END
BOUWBLAD No. 104 (Verschijnt eiken Maandag)
DINSDAG 26 MEI 1931
TRIPLEX!
e nieuwe woonwijk van Schiebroek
De indrukken van ons eerste bezoek
Bezichtiging van de Heerenhuizen gebouwd door de Mij. tot Expl.
van Onroerende Goederen ScheepenwijckN. V.
te Schiebroek.
De randgemeenten van Rotterdam vragen
steeds onze aandacht voor nieuwe uitbrei
dingsplannen. Wanneer wij zoo om Rotter
Ham heen zien, bemerken wij, dat de omlig
gende plaatsjes steeds, wat betreft het inwo
nertal, omhoog gaan. Letten wij b.v. op Hil-
legersberg, dan zien we, dat steeds nieuwe
woningen worden gebouwd en dat ook
steeds nieuwe bewoners zich aanmelden.
,Ook het gemeentebestuur van Schiebroek zit
'niet stil. Men is in gaan zien, dat met het
oog op de goede verbinding met Rotterdam,
zeer zeker Rotterdammers in Schiebroek kun
iien wonen. Daarenboven hebben verschil
lende factoren er toe mede gewerkt, de trek
naar Schiebroek te vergrooten. In de aller
eerste plaats willen wij dan noemen het rui
mer en geriefelijker wonen daar. Als tweede
punt mag genoemd worden de belasting.
Zooals ons werd medegedeeld, is de belas
ting in Schiebroek betrekkelijk laag. En
vooral noi Rotterdam inplaats belastingver
laging ,b ©lasting veihooging zal krijgen is
het begrijpelijk, dat vele Rotterdammers rus
tig en goedkoop gaan wonen in het mooie
Schiebroek. In het mooie Schiebroek zeg
gen we. Inderdaad is dat zoo. Want ook wat
dat betreft zien wij het Gemeentebestuur
steeds actief. Er wordt steeds voor gezorgd,
dat de woningen niet dicht op elkaar staan.
Dat tusschen de vier tot acht huizen een
meter of drie tussdhenruimte komt en dat
vooral de straten, lanen enz. flink breed zijn.
JDit is ook het kenmerk van het nieuwe Uit
breidingsplan, waaraan thans een begin is
gemaakt. Dit belooft een complete villawijk
ite worden, althans wat aanleg aangaat
Naar dit z.g. plan-Molenvliet zijn we van de
week geweest. Allereerst trok het onze aan
dacht, dat daar op 't oogenblik een begin is
gemaakt met den aanleg van een nieuw
Zwembad. Nu, dit wordt door het publiek
nogal op prijs gesteld. Kijk b.v. eens naar
Rotterdam, waar tot op heden nog niet ge
heel en al de belangrijkheid hiervan wordt
ingezien, tenminste het aantal badhuizen
voor zulk een groote stad is nu niet zoo heel
groot. Wellicht dat dit nog verandert in de
toekomst. Wat betreft het Schiebroeksche
zwembad, we hopen hierop in een van de
volgende nummers wel terug te komen. Di
verse bouwwerken zijn thans in Schiebroek
in uitvoering. De eene bouw is wat meer ge
vorderd dan de andere, zoodat wij eens rond
gezien hebben, welk complex huizen wel het
meest gevorderd was. Zoodoende kwamen
wij in aanraking met de directeur de heer A.
Blonk der Mij. tot Exploitatie van Onroe
rende Goederen „Scheépenwijck" N.V., ge
vestigd te Schiebroek.
Van de huizen, aldus de heer Blonk, kan
ik u heel wat vertellen. Nu, dat wilden wij
juist weten, dus volgden iwij onzen zegsman*
Wij bouwen hier een klein gedeelte van
•het groote uitbreidingsplan „Molenvliet".
Zooals u ziet zijn het vijf heerenhuizen. Het
heet hier Piassingel, 't Zijn hder heel wat
breeder© straten, dan de meeste in Rotter
dam. Dat is voor de bewoners zoo plezierig.
Ze hebben vrij uitzicht en ze kijken ook niet
bij de oveiburen op de tafel. Alle bewoners
hebben een voor- en achtertuin, dat wil d'r
ook wel in.
Nu gingen we eens een kijkje bannen ne
men. Een mooie betegelde vestibule maakte
al direct een goeden indruk. Dat gaf een
gunstige verwachting voor het interieur.
Hierin werden we niet teleurgesteld, eerder
zeer bevredigd. Twee mooie kamers en suite,
voorzien van ruime kasten. Speciaal vestig
de onze geleider onze aandacht op den
schoorsteenmantel, die in het midden van
de kamer geplaatst is.
Ja, aldus de heer Blonk, dat is wer
kelijk een sieraad voor de kamer. Ook
het oud-Hollandsche glas in de ramen en de
schuifdeuren zullen het wel doen. Vanuit de
Voorgevel 'der vijf Heererir
huizen aan de Piassingel
te Schiebroek.
achterkamer kunnen de bewoners in de
tuinkamer door een zijdeur. Tegelijk is er
dan verbinding met de keuken, die ook op
de serre uitkomt. In de keuken is een buf
fetkast boven de breede diepe aanrecht. Mooi
flink van ruimte.
Een kijkje op de eerste verdieping liet ons
zien twee groote frissche slaapkamers. Op zij
een kleiner slaapvertrek, aan de voorzijde
en aan den achterkant een badkamer. Zoo
wel voor als achter een balcon, doch achter
zoo ongeveer van een meter breedte, zoodat
een gezellig zitje daar door de bewoners wel
op prijs zal gesteld worden. Tusschen de hui
zen aan de achterzijde is een behoorlijke
breedte gelaten, zoo ongeveer 17 Meter. Tus
schen de tuinen geen heining, zoodat het
uitzicht niet belemmerd wordt en het geheel
beter aandoet.
Voor allerlei op te beogen is een groote
vlieiung gebouwd, zoodat de begane grond
en de eerste verdieping geheel voor het be
wonen benut kunnen worden.
Het komt oois voor, dat onze indruk van
K U wilt wonen te Voorburg?
Wendt U tot
U Laan van Rustenburg 2, Voorburg
Telef. 778168
IHet geeft belanghebbenden inlich
tingen omtrent alle te Voorburg
jj beschikbare'huizen,
g Bemiddeling kosfeloos.
onze 'eerst® rondwandeling in Schiebroek,
voor velen een aansporing zal zijn daar eens
een kijkje te gaan nemen, en het hierna ons
zullen toestemmen. He>t is inderdaad mooi
en goedkoop wonen in Schiebroek.
Houth. Vh n.v. j. van schijndel Co. 47Ro"erd,m
ANNO 1853 Nassauhaven—Boerengat
Woningbouw en Volkshuisvesting
3 ervaring van de laatste jaren heeft geleerd dat de Regeering
met het verleenen van bij dragen voor den woningbouw
niet verder behoeft te gaan.
Het verslag van den hoofdinspecteur
Aain het jaarvetrëlag van den hoofddinsipec-
iteur van den dtienet belast met het toezdioht
op de handhaivtiinig ven de wettelijke bepa-
Uimg, betreffend© de Volkshuisvesting over
1930, ontleenen we het volgende:
De achterstand^, die in de ooriogsjaren wa6
ontstaan, is volledig ingehaald en de be
langstelling i6 niet meer in de eerste plaats
geancht op den omvang van de jaaaüijksche
woniingproduotiie, doch op geheel andere
factoi-oil. Of beter gezegd, de groote woning
productie gedurende de jairen na den oortlog
die den waningaiood in korten tijd tot een
einde heeft gebracht, heelt het mogelijk ge
maakt, dat de aandacht thans kan worden
gevesbigcl op andere omstandigheden dan
den omvang derwonaaigpa-oductie.
De woningproductie vroeg in het versilag-
'jaar geen zorg meer. Gedurende tien jaren,
Waaromtrent door het Centraal Bureau voor
de Statistiek vol/ledige gegevens zijn verza
meld, bedroeg cle woningproductie gemid
deld 47.500 woningen en de netto-vermeer
dering van den wowingvooirraad gemiddeld
'42.500 per jaar. Het verslagjaar komt met
een productie van 52.588 cn een netto-ver-
mneendeoiiing van 44.523 boven deze gemiddel
den. Het jaar 1930 ie, wat de productie be
treft
een recordjaar
geweest, terwijl ondanks die belangrijke toe-
meaning van het aantal door onbewoonbaar-
ver klaring ontruimde en door andere oor
eaken aan de bestemming onttrokken wo
ningen, de netto vermeerdering niet belang
rijk minder wa6 dan in de jaren, waarin de
grootste vermeer dering kon worden ge
boekt. Het aantal woningen in uitvoering
was aan het einde van het jaar zóó groot,
n.l. 27.207, dat ook in 1931 een aanzienlijke
productie kan worden verwacht.
Een flacbor, dia tot stagnatie An den voort
gang der productie had kunnen leiden, werd
dn het vorige verslag vermeld, n.l. de - an-
meu'keflijke stijging van die bouwkosten,
welke zi'dh -in de tweede helft van 1929 open
baarde. De oorzaak hiervan scheen voorna
melijk te moeten worden gezocht dn de
groote bouwibedrijvighoid, welke was toe te
schrijven aan de ophooping van werk gedu
rende dien ongewoon langen «n strengen
Winter. Hierop wees ook het aantal wc
gen in uöitvoeaiing, dat op 31 JilM 1929 het
ongekend cijfer van 33.585 haid bereikt.
Was deze venondensteOiüng omtrent de oor-
•zaak van de prijsstijging, die hier en 'aar
zelfs meer dan 10 pet. bedroeg, juist, dan
zou daaruit volgen, dat de prijsstijging van
tdjdiedijiken aard was. Zuiliks is gedurr~J~
het verslagjaar bevestigd. In d)en loop
1930 is de prijsstijging vrijwel geheel ver
dwenen en hebben de bouwkosten weder het
peil bereikt, waarop zij sedert omstreeks
1925 hadden gestaan. Dut zal aan den regel
matigen voortgang der productie ten gojde
komen.
De ongunstige gevolgen van deze i
stijging ondervinden bliams slechts zij, die
niet op het optreden van de dailinig hebb n
gewacht en dlie niu gedurende een reeks van
jaren een hooger bedrag voor rente en af
lossing moeten betalen dan bij eendg uitstel
noodiiig ware geweest.
Geconstateerd kan worden dat het aandeel
van den particulieren bouw, dat in 1921
beneden de helft bleef, thans reeds eenige
jaxen meer dan 80 pet. bedraagt, en ind'en
men ook herbouw, enz., welke vrijwel geheel
door partiou'liieren geschiedt, mede© eken t,
zelfs meer dan 85 pCt. Hiermede is het doel
bereikt, dat de Regeerimg steeds voor oogen
heeft gehad, n.l. dat de particuliere woning
bouw weer de n rmaile productie is gewor
den en dat die vereenigingen en gemeenten
aanvullend optreden, overal waar die voor
ziening in de behoeften leemten vertoont.
Deze verhouding, die gedurende de crisis
jaren, evenals zoovele andere, was omge
keerd, schijnt zich thain6 weer te hebben ge
consolideerd. Intueschen meene men niet,
•dat met het herstel van deze gezonde ver
houding het woningvraagstuk zou zijn OP'
gelost. Het herstel van de vrije markt, waar
van de afschaffing van de eubsidiieering
van dien normalen woningbouw en de in
trekking van de Huurwetten de beslissende
stappen waren en de insdhakefliimg van het
particuliere bedrijf in de woningproductie,
zijn factoren, welke een egelimatigen voort
gang van die woningproductie waarborgen.
Het woningvraagstuk is evenwel, zooal6
reeds gezegd, geen vraagstuk van productie
alleen.
Welke soorten van woningen
worclen thans gebouwd? Of m.a.w.: voorziet
die tegenwoordige woningproductie op vod-
doende wijze in die behoefte aan goedlkoope
woningen, of heeft de Overheid nog eefi bi-
zomdere taak ten aanzien van de voorzie
ning ln de woningbehoefte van hen, die
niet dn staat zijn om de huur van een nieuw
gebouwde woning te betalen? Welke maat
regelen moeten voorts worden getroffen 'im
te komen tot opruiming van krotten en krot
buurten en om aan de bewoners daarvan
een betere huisvesting te verschaffen?
Welke maatregelen zijn nooddg in het belang
van die huisvesting van groote gezinnen®
Deze vragen, die zich aanstonds opdoen,
voor hern, dde vender ziet dan het bloots
cijfer van de woningproductie, zijn van die
hoogste beteekeniis.
Om met die laatste vragen te beginnen, de
opouiming van keten en krotten, is thans
in beginsel behoorlijk geregeld. De regeling
welke toestaat, dat voor den bouw van wo
ningen ter vervanging van krotten een jaar-
lij ksche bijdrage van ten hoogte f 50.—
wordt verleend, waarvan de helft te be
talen door het RijQc blijkt in een behoefte
te voorzien. Ernstige bezwaren bij de toe
passing deden zich niet voor. In 1930 werd
voor 1771 woningen op deze wijzen steun
verleend, w.v. 1234 in de gemeente boven
100.000 inwoners en 42 in die beneden 20.000
inwoners.
Uit die cijfer» blijkt, aldus ir. v. d. Keft,
dat weliswaar in het algemeen een bevredi
gend aantal woningen volgens deze regeling
bot stand komt, dodh dat met name in de
kleinere gemeenten lang niet voldoende
wordt gedaan. Ook de regeling voor het ver
strekken van bijdragen is steeds ten be
hoeve van krotopruriimiing, welke speciaal
voor het platteland is bedoeld, heeft nog niet
■die werking wélke in het belang ven de
verbetering der woningtoestanden wensohe-
lijk zou zijn.
Voor 1931 zijn dn versdhittenide dieeflen de»
lands plannen voor krotoprudming in voor-
bereidiiing:, zoodiat uitzicht bestaat, dat dit
weak langzaam maar toch regelmatig voort
gang zal hebben, zoodat ieder jaar een
van hef dledht gehuisveste deel van
Nederlamdsdbe volk uit de ellende van
krot wordt opgeheven en tot een beter be
staan gebracht
Aan een van de moeilijkheden namelijk
deze, dat de in krotten gehuisveste gezinnen
dikwijls groot zijn, zoodat groote woningen
moeten worden gebouwd, wélke spoedig
boven de draagkracht der betrokkenen uit
gaan werd in het verslagjaar tegemoet
gekomen door de circulair a van 6 Novem
ber 1930 betreffende steunverieeniing voor
groote gezinnen.
De ervaring van de laatste jaren heeft
geleerd, dat de Ragieering met het verleenen
van bijdragen voorshands niet verder be
hoeft. te gaan. In de verdere woningbe
hoefte wordt Voorzien door den particulie
ren bouw, terwijl daar waar deze eenzijdig
eeniidht is op woningen van een bepaald
soort en zich daardoor aan andere niet ge
legen laat liggen, de voo raéhot verte einin g
door het Rijk (zonder bijdrage) en ook iin be
duidende mate de vooredhotverleeariaiig en
garaintieverleening door de gemeente een
behoorlijke voorziening in de behoefte in het
leven roept.
De hoofdinspecteur acht het met doenlijk
een bevredigende splitsing te maken tus
schen dat deel der woningproductie, dat ge
rangschikt kan worden ondier de arbeiders
woningen en dat voor beter gesitueerden.
Er worden nieuw gebouwde woningen
door arbeiders betrokken, welke van grooter
inhoud zijn dan woningen weilike aan mid
denstanders worden verhuurd en er worden
xn Amsterdam woniaigen gebouwd door ar-
beidlerswonangbouwvei-eenigingien, die de
huur van tail van mi'didenstan/dswoningen
ovenschirij'den. Z. i. is het ook volstrekt niet
noodüg, dat de woningproductie voorname
lijk gericht wordt op den bouw van zooda
nige eenvoudige woningen, dat de huur daar
van binnen het bereik zou vallen van alle
dus ook van de minder goed betaalde ar-
bedidere.
In het algemeen kan niet erkend worden,
het dikwijls aangevoerde bezwaar, dat niet
worden voorzien in de woningbehoefte
hen, die de huur van het eenvoudig
ste type woning, dat thans gebouwd wordt,
niet kunnen betalen en niet. behooren tot
groepen waarvoor het Rijk bijdragen in
uitzicht stélt. Het wil voorkomen, dat zij, I
die meenen, dat de tegenwoordige groote
woningproductie niet voldoende in de be
hoefte aan goedkoope woningen voorziet en
dat bijzondere maatregelen noodig zijn om
te voorzien in de woningbehoefte van hen,
wiier draagkracht beneden de huur der een
voudigste nieuwgebouwde woningen valt,
te wetiauiig aanidaoht schenken aan
de mogelijkheid van opschuiving.
Beschouwt men de woningproductie sinds
1900, dan blijkt, dat van de rond 1.825.000-
thans be6taande woningen ongeveer 855.000
na 1900 zijn gebouwd. Meer dan de helft der I
bevolking verblijft dus in oude en veelal
verouderde woningen, die goadkooper zijn
dan de nieuwe. Wie dus dien prijs van een
nieuwe weming niet wol of kan betalen, zal
met een oude woniing genoegen moeten
nemen.
De regelmatig verdienende arbeiders kun
3n op dit oogenblik over het algemeen de
huur van een nieuwgebouwd© woning beta
len. De groep der bevolking echter, welker
draagkracht geringer is, zal bestaande wo
ningen moeten betrekken, nadat deze door
opschuiving zijn vrijgekomen.
Wijl de oudere woningen veéLail in het
bezit zijn van particulieren kan hier geen
dwang worden toegepast. De opschuiving
moet dus vrijwillig geschieden. Het is een
gelukkig vereahljneél, dat dit, waar het mo
gelijk is, ook werkelijk geschiedt
Lange jaren heeft deze opschuiving ner-
3116 kunnen werken, doordat de voorraad
woningen daarvoor niet voldoende was. De
aligemeene verruiming van de woningmarkt
heeft er evenwel toe geleid^ dat de opschui
ving in varschdMende gemeenten weer tot
haar recht kwam.
RUSTIG SN GOEDKOOP WONEN?
Dan moet U in schiebroek zijn. Vlugge en geiegelde verbinding
met Rotterdam. Lage belasiing.
Mooie Heerenhuizen 2 Kamers en suite, Keuken, Serre.
lste verdieping: 2 flinke, frissche Slaapkamers, groote Zijkamer en
Badkamer, Balcon. Verder over het geheele huis een vliering.
Inlichtingen geven gaarne:
Mij. tot Expl. van Onr. Goederen „Scheepenwijck" N.V.
Achterweg BI SCHIEBROEK
N.V. HOUTHANDEL v/h Firma J. G. ALBLAS
WADDINXVEEN TELEFOON No. 6
OPSLAGPLAATS ROTTERDAM
aan den Zwaanshals No. 203-205 - Telefoon No. 40891
METSELWERKEN
ROTTERDAM - TEL. 36663
Verhoogde veiligheid
Voor het heijersbedrijf.
In het orgaan der Stichting Veiligheïds-
musieum schrijft de heer A. Zweekhorst
het volgende:
Voor het tuien van heistellingen worden
algemeen staaldraadkabels gebruikt Zij ge
nieten de voorkeur boven touw om hun groo
te treksterkte, terwijl een redelijke buig
zaamheid behouden is gebleven.
Een staal draad'kabel is samengesteld uit
strengen, welke op hun beurt bestaan uit
dunne stalen draden. Een veel gebruikt type
is er een van. 6 strengen elk met 23 draden.
In 't midden van de kabel en ook in h)et
midden van eiken streng zit een hennep-
hart. Deze hennepharten zijn gedrenkt in
een smeermiddel.
De hennepharten maken de kabel soepel;
het smeermiddiel vermindert de inwendige
slijtage en voorkomt het roesten der draden.
De staaldraadkabel bewijst enorme dien
sten in de praktijk en zijn toepassingster-
rein is zeer groot. Eén en ander dankt de
kabel aan zijn uitstekende eigenschappen.
Het is echter een h&kend feit, dat staal
draadkabels 'n betrekkelijk korten levens
duur hebben, welke niet in overeenstem
ming is met dé goede kwaliteit van het ge
bezigde materiaal en met de constructie van
de kabel.
De ooi-zaak houdt verband met de natuur
van het staal. Dit prachtige materiaal stilt
strenge eischen welke bij de behandeling in
acht genomen moeten worden en waartegen
men niet ongestraft kan zondigen. Vandaar
dan ook dat elke verkeerde behandeling,
die men een staaldraadkabel doet onder
gaan, zich vroeg of laat wreekt, vaak op
noodlottige wijze.
Zoo zal, om eenige voorbeelden te noe
men, het materiaal ontijdig te gronde gaan
le. Het afwisselend aan te groote buiging
te onderwerpen. Het materiaal wordt ver
moeid en breekt spoedig. Een ieder weet dat
een stalen draad door hem eenigen mallen
heen en weer te buigen zal breken. Groote
afwisselende buigingen treden ook op in
staalkabels welke worden gebruikt in hijsch-
blokken waarvan de schijven een te kleine
diameter bezitten.
2e. Snellö slijtage ter plaatse waar de dra
den onder groote druk tegen schijven, groe
ven of bevestigingsplaatsen aan een schu
rende werking zijn ondei-worpen.
3e. Het roesten en daardoor brons worden
der draden. Dit gebeurt wanneer het smeer
middel uit de hennepharten door te groote
druk is weggeperst.
4e. Slippen van kabels, b.v. op lierkoppen
waardoor de draden opstroopen en soms
lussen vormen.
5e. Verkeerd geconstrueerde ondardeelen
der installatie waartegen de kabel in aan
raking komt en beschadigd wordt.
Naar deze volgens mij noodzakelijke uit
eenzetting, kom ik weer op het heiersbe
drijf terug. Het onderzoek, dait ik dezer da
gen naar aanleiding van een ongeval in
stelde naar het gebruik van staaldraad
vraagt inlichtingen en referenties
aan het verkoopkantoor
'SGRAVENHAGE STATIONSWEG 91
ZOMERVERBLIJVEN
D I RECTIEKETEN
SNELBOUW
VRAAGT PROSPECTUS
HAHBO houtbouw
N. HARDINXVELD
TELEF. 41
kabele in het heierabedrijf, bracht een zeer
verkeerde behandeling van. de kabels aan
het licht, waartegen ik ernstig wil waar
schuwen.
Het betreft de wijze van bevestigen der
stal en tuien aan tui palen. Aan de tuipaal
bevindt zich wen ketting aan wier oog de
stalen tui met- een paalsteek wordt beves
tigd.
Een paalsteek is, waar het materiaal uit
touw bestaat, een uitstekende bevestiging,
doch voor een staoMraadkabel absoluut te
veroord eelen.
Op verschillende plaatsen in den knoop en
op het oog van de ketting worden de dra
den uitwendig en inwendig aan een ge
weldigen druk blootgesteld en daarbij veel
te sterk gebogen, terwijl bij het steeds vas
ter aantrekken van den knoop, die draden
een groote sohui-ende werking tegen elkan
der uitoefenen.
Het materiaal wordt veamoeid en slijt
snel af. Verraderlijk worden deze te sterk
gebogen en afgesleten plaatsen indien zij
het bijvieren van de tui in het rechte
eelte van de tui komen. De knikken
worden weer terug gebogen, waardoor het
materiaal ter plaatse nog meer wordt ver
moeid.
Het vermoeid worden of zooals het ook
genoemd kan worden, het snel verouderen
van liet materiaal, is een verschijnsel waar
mede in de praktijk veel te weinig rekening
wordt gehouden. Het is oorzaak van vele
breuken van staaldraadkabels.
Met recht mag gezegd worden, dat de
staaldraadkabel in de bevestigingsknoop
wordt vermoord.
Wat gezegd is ten aanzien van de beves
tiging van tui aan tuipaal, geldt ook voor
de bevestiging van tui aan derdehandtakel.
Een veiliger bevestigingswijze dient zoo
spoedig mogelijk ingevoeld te worden.
Stalen tuien, voorzien van een aangesplitst
)g, waarin zich een stevige ijzeren kous
bevindt, geven met behulp van een liarp-
sluiting een goede en veilige bevestiging.
Het verlengen van tuien zou kunnen ge
beuren met reserve stukken staaldraad
kabel b.v. van 6 M. lengte, elk einde voor
zien van een kous. De verbinding wederom
met, harpsl uitingen. Ook zijn andere l>3vcs-
tigingswijzen mogelijk, zooals door speciaal
ontworpen kabelklemmen ,mits voldoende
betrouwbaar.
Het wooi-d is aan de praktijk om de doel
matigste bevestigingswijze te doen kenn -n.
Eén ding moet men voortaan beslist ver
mijden, dat is het leggen van knoopen in
staaldraadkabels. De kabels zullen deze
zorg brioonen door een langercn levèns-
duur en door een belangrijk verhoogde vei
ligheid in het bedrijf.
,rg zwaar
In een artikel „Typologie der Bewoliner",
voorkomende in „Inrendekoration", wordt
de aandacht erop gevestigd, dat de archi
tect die woningen bouwt en inricht, ecu
praetisclie psycholoog moet zijn; dat nacc-
gaan dient te worden hoe een bepaalde
ruimte op psyehisch-physischen grond op
den mensch werkt; dat onderscheiding vin
den Europoeschen mensch in „zyklothymon"
en „Selizofhvmen" typen in aanmerking
dient te worclen genomen, om te komen 'ot
een systematische woonkunde.
(Welk nut heeft het om de woning cn
haar inrichting steeds meer van psvcholo-
gischen en diepzinnig filosophisclnui kant
te beschouwen? Red.).