GASBETON G. 0. VAN BEKKUM ZONEN ;«£*pic ui VEGTER'S WONINGBUREAU SPECIAAL INGERICHT OP SNELSOUW VAN GRODTE COMPLEXEN AEROCRETE GASBETON WEEK-END BOUWBLAD No. 104 (Verschijnt eiken Maandag) DINSDAG 26 MEI 1931 TRIPLEX! e nieuwe woonwijk van Schiebroek De indrukken van ons eerste bezoek Bezichtiging van de Heerenhuizen gebouwd door de Mij. tot Expl. van Onroerende Goederen ScheepenwijckN. V. te Schiebroek. De randgemeenten van Rotterdam vragen steeds onze aandacht voor nieuwe uitbrei dingsplannen. Wanneer wij zoo om Rotter Ham heen zien, bemerken wij, dat de omlig gende plaatsjes steeds, wat betreft het inwo nertal, omhoog gaan. Letten wij b.v. op Hil- legersberg, dan zien we, dat steeds nieuwe woningen worden gebouwd en dat ook steeds nieuwe bewoners zich aanmelden. ,Ook het gemeentebestuur van Schiebroek zit 'niet stil. Men is in gaan zien, dat met het oog op de goede verbinding met Rotterdam, zeer zeker Rotterdammers in Schiebroek kun iien wonen. Daarenboven hebben verschil lende factoren er toe mede gewerkt, de trek naar Schiebroek te vergrooten. In de aller eerste plaats willen wij dan noemen het rui mer en geriefelijker wonen daar. Als tweede punt mag genoemd worden de belasting. Zooals ons werd medegedeeld, is de belas ting in Schiebroek betrekkelijk laag. En vooral noi Rotterdam inplaats belastingver laging ,b ©lasting veihooging zal krijgen is het begrijpelijk, dat vele Rotterdammers rus tig en goedkoop gaan wonen in het mooie Schiebroek. In het mooie Schiebroek zeg gen we. Inderdaad is dat zoo. Want ook wat dat betreft zien wij het Gemeentebestuur steeds actief. Er wordt steeds voor gezorgd, dat de woningen niet dicht op elkaar staan. Dat tusschen de vier tot acht huizen een meter of drie tussdhenruimte komt en dat vooral de straten, lanen enz. flink breed zijn. JDit is ook het kenmerk van het nieuwe Uit breidingsplan, waaraan thans een begin is gemaakt. Dit belooft een complete villawijk ite worden, althans wat aanleg aangaat Naar dit z.g. plan-Molenvliet zijn we van de week geweest. Allereerst trok het onze aan dacht, dat daar op 't oogenblik een begin is gemaakt met den aanleg van een nieuw Zwembad. Nu, dit wordt door het publiek nogal op prijs gesteld. Kijk b.v. eens naar Rotterdam, waar tot op heden nog niet ge heel en al de belangrijkheid hiervan wordt ingezien, tenminste het aantal badhuizen voor zulk een groote stad is nu niet zoo heel groot. Wellicht dat dit nog verandert in de toekomst. Wat betreft het Schiebroeksche zwembad, we hopen hierop in een van de volgende nummers wel terug te komen. Di verse bouwwerken zijn thans in Schiebroek in uitvoering. De eene bouw is wat meer ge vorderd dan de andere, zoodat wij eens rond gezien hebben, welk complex huizen wel het meest gevorderd was. Zoodoende kwamen wij in aanraking met de directeur de heer A. Blonk der Mij. tot Exploitatie van Onroe rende Goederen „Scheépenwijck" N.V., ge vestigd te Schiebroek. Van de huizen, aldus de heer Blonk, kan ik u heel wat vertellen. Nu, dat wilden wij juist weten, dus volgden iwij onzen zegsman* Wij bouwen hier een klein gedeelte van •het groote uitbreidingsplan „Molenvliet". Zooals u ziet zijn het vijf heerenhuizen. Het heet hier Piassingel, 't Zijn hder heel wat breeder© straten, dan de meeste in Rotter dam. Dat is voor de bewoners zoo plezierig. Ze hebben vrij uitzicht en ze kijken ook niet bij de oveiburen op de tafel. Alle bewoners hebben een voor- en achtertuin, dat wil d'r ook wel in. Nu gingen we eens een kijkje bannen ne men. Een mooie betegelde vestibule maakte al direct een goeden indruk. Dat gaf een gunstige verwachting voor het interieur. Hierin werden we niet teleurgesteld, eerder zeer bevredigd. Twee mooie kamers en suite, voorzien van ruime kasten. Speciaal vestig de onze geleider onze aandacht op den schoorsteenmantel, die in het midden van de kamer geplaatst is. Ja, aldus de heer Blonk, dat is wer kelijk een sieraad voor de kamer. Ook het oud-Hollandsche glas in de ramen en de schuifdeuren zullen het wel doen. Vanuit de Voorgevel 'der vijf Heererir huizen aan de Piassingel te Schiebroek. achterkamer kunnen de bewoners in de tuinkamer door een zijdeur. Tegelijk is er dan verbinding met de keuken, die ook op de serre uitkomt. In de keuken is een buf fetkast boven de breede diepe aanrecht. Mooi flink van ruimte. Een kijkje op de eerste verdieping liet ons zien twee groote frissche slaapkamers. Op zij een kleiner slaapvertrek, aan de voorzijde en aan den achterkant een badkamer. Zoo wel voor als achter een balcon, doch achter zoo ongeveer van een meter breedte, zoodat een gezellig zitje daar door de bewoners wel op prijs zal gesteld worden. Tusschen de hui zen aan de achterzijde is een behoorlijke breedte gelaten, zoo ongeveer 17 Meter. Tus schen de tuinen geen heining, zoodat het uitzicht niet belemmerd wordt en het geheel beter aandoet. Voor allerlei op te beogen is een groote vlieiung gebouwd, zoodat de begane grond en de eerste verdieping geheel voor het be wonen benut kunnen worden. Het komt oois voor, dat onze indruk van K U wilt wonen te Voorburg? Wendt U tot U Laan van Rustenburg 2, Voorburg Telef. 778168 IHet geeft belanghebbenden inlich tingen omtrent alle te Voorburg jj beschikbare'huizen, g Bemiddeling kosfeloos. onze 'eerst® rondwandeling in Schiebroek, voor velen een aansporing zal zijn daar eens een kijkje te gaan nemen, en het hierna ons zullen toestemmen. He>t is inderdaad mooi en goedkoop wonen in Schiebroek. Houth. Vh n.v. j. van schijndel Co. 47Ro"erd,m ANNO 1853 Nassauhaven—Boerengat Woningbouw en Volkshuisvesting 3 ervaring van de laatste jaren heeft geleerd dat de Regeering met het verleenen van bij dragen voor den woningbouw niet verder behoeft te gaan. Het verslag van den hoofdinspecteur Aain het jaarvetrëlag van den hoofddinsipec- iteur van den dtienet belast met het toezdioht op de handhaivtiinig ven de wettelijke bepa- Uimg, betreffend© de Volkshuisvesting over 1930, ontleenen we het volgende: De achterstand^, die in de ooriogsjaren wa6 ontstaan, is volledig ingehaald en de be langstelling i6 niet meer in de eerste plaats geancht op den omvang van de jaaaüijksche woniingproduotiie, doch op geheel andere factoi-oil. Of beter gezegd, de groote woning productie gedurende de jairen na den oortlog die den waningaiood in korten tijd tot een einde heeft gebracht, heelt het mogelijk ge maakt, dat de aandacht thans kan worden gevesbigcl op andere omstandigheden dan den omvang derwonaaigpa-oductie. De woningproductie vroeg in het versilag- 'jaar geen zorg meer. Gedurende tien jaren, Waaromtrent door het Centraal Bureau voor de Statistiek vol/ledige gegevens zijn verza meld, bedroeg cle woningproductie gemid deld 47.500 woningen en de netto-vermeer dering van den wowingvooirraad gemiddeld '42.500 per jaar. Het verslagjaar komt met een productie van 52.588 cn een netto-ver- mneendeoiiing van 44.523 boven deze gemiddel den. Het jaar 1930 ie, wat de productie be treft een recordjaar geweest, terwijl ondanks die belangrijke toe- meaning van het aantal door onbewoonbaar- ver klaring ontruimde en door andere oor eaken aan de bestemming onttrokken wo ningen, de netto vermeerdering niet belang rijk minder wa6 dan in de jaren, waarin de grootste vermeer dering kon worden ge boekt. Het aantal woningen in uitvoering was aan het einde van het jaar zóó groot, n.l. 27.207, dat ook in 1931 een aanzienlijke productie kan worden verwacht. Een flacbor, dia tot stagnatie An den voort gang der productie had kunnen leiden, werd dn het vorige verslag vermeld, n.l. de - an- meu'keflijke stijging van die bouwkosten, welke zi'dh -in de tweede helft van 1929 open baarde. De oorzaak hiervan scheen voorna melijk te moeten worden gezocht dn de groote bouwibedrijvighoid, welke was toe te schrijven aan de ophooping van werk gedu rende dien ongewoon langen «n strengen Winter. Hierop wees ook het aantal wc gen in uöitvoeaiing, dat op 31 JilM 1929 het ongekend cijfer van 33.585 haid bereikt. Was deze venondensteOiüng omtrent de oor- •zaak van de prijsstijging, die hier en 'aar zelfs meer dan 10 pet. bedroeg, juist, dan zou daaruit volgen, dat de prijsstijging van tdjdiedijiken aard was. Zuiliks is gedurr~J~ het verslagjaar bevestigd. In d)en loop 1930 is de prijsstijging vrijwel geheel ver dwenen en hebben de bouwkosten weder het peil bereikt, waarop zij sedert omstreeks 1925 hadden gestaan. Dut zal aan den regel matigen voortgang der productie ten gojde komen. De ongunstige gevolgen van deze i stijging ondervinden bliams slechts zij, die niet op het optreden van de dailinig hebb n gewacht en dlie niu gedurende een reeks van jaren een hooger bedrag voor rente en af lossing moeten betalen dan bij eendg uitstel noodiiig ware geweest. Geconstateerd kan worden dat het aandeel van den particulieren bouw, dat in 1921 beneden de helft bleef, thans reeds eenige jaxen meer dan 80 pet. bedraagt, en ind'en men ook herbouw, enz., welke vrijwel geheel door partiou'liieren geschiedt, mede© eken t, zelfs meer dan 85 pCt. Hiermede is het doel bereikt, dat de Regeerimg steeds voor oogen heeft gehad, n.l. dat de particuliere woning bouw weer de n rmaile productie is gewor den en dat die vereenigingen en gemeenten aanvullend optreden, overal waar die voor ziening in de behoeften leemten vertoont. Deze verhouding, die gedurende de crisis jaren, evenals zoovele andere, was omge keerd, schijnt zich thain6 weer te hebben ge consolideerd. Intueschen meene men niet, •dat met het herstel van deze gezonde ver houding het woningvraagstuk zou zijn OP' gelost. Het herstel van de vrije markt, waar van de afschaffing van de eubsidiieering van dien normalen woningbouw en de in trekking van de Huurwetten de beslissende stappen waren en de insdhakefliimg van het particuliere bedrijf in de woningproductie, zijn factoren, welke een egelimatigen voort gang van die woningproductie waarborgen. Het woningvraagstuk is evenwel, zooal6 reeds gezegd, geen vraagstuk van productie alleen. Welke soorten van woningen worclen thans gebouwd? Of m.a.w.: voorziet die tegenwoordige woningproductie op vod- doende wijze in die behoefte aan goedlkoope woningen, of heeft de Overheid nog eefi bi- zomdere taak ten aanzien van de voorzie ning ln de woningbehoefte van hen, die niet dn staat zijn om de huur van een nieuw gebouwde woning te betalen? Welke maat regelen moeten voorts worden getroffen 'im te komen tot opruiming van krotten en krot buurten en om aan de bewoners daarvan een betere huisvesting te verschaffen? Welke maatregelen zijn nooddg in het belang van die huisvesting van groote gezinnen® Deze vragen, die zich aanstonds opdoen, voor hern, dde vender ziet dan het bloots cijfer van de woningproductie, zijn van die hoogste beteekeniis. Om met die laatste vragen te beginnen, de opouiming van keten en krotten, is thans in beginsel behoorlijk geregeld. De regeling welke toestaat, dat voor den bouw van wo ningen ter vervanging van krotten een jaar- lij ksche bijdrage van ten hoogte f 50.— wordt verleend, waarvan de helft te be talen door het RijQc blijkt in een behoefte te voorzien. Ernstige bezwaren bij de toe passing deden zich niet voor. In 1930 werd voor 1771 woningen op deze wijzen steun verleend, w.v. 1234 in de gemeente boven 100.000 inwoners en 42 in die beneden 20.000 inwoners. Uit die cijfer» blijkt, aldus ir. v. d. Keft, dat weliswaar in het algemeen een bevredi gend aantal woningen volgens deze regeling bot stand komt, dodh dat met name in de kleinere gemeenten lang niet voldoende wordt gedaan. Ook de regeling voor het ver strekken van bijdragen is steeds ten be hoeve van krotopruriimiing, welke speciaal voor het platteland is bedoeld, heeft nog niet ■die werking wélke in het belang ven de verbetering der woningtoestanden wensohe- lijk zou zijn. Voor 1931 zijn dn versdhittenide dieeflen de» lands plannen voor krotoprudming in voor- bereidiiing:, zoodiat uitzicht bestaat, dat dit weak langzaam maar toch regelmatig voort gang zal hebben, zoodat ieder jaar een van hef dledht gehuisveste deel van Nederlamdsdbe volk uit de ellende van krot wordt opgeheven en tot een beter be staan gebracht Aan een van de moeilijkheden namelijk deze, dat de in krotten gehuisveste gezinnen dikwijls groot zijn, zoodat groote woningen moeten worden gebouwd, wélke spoedig boven de draagkracht der betrokkenen uit gaan werd in het verslagjaar tegemoet gekomen door de circulair a van 6 Novem ber 1930 betreffende steunverieeniing voor groote gezinnen. De ervaring van de laatste jaren heeft geleerd, dat de Ragieering met het verleenen van bijdragen voorshands niet verder be hoeft. te gaan. In de verdere woningbe hoefte wordt Voorzien door den particulie ren bouw, terwijl daar waar deze eenzijdig eeniidht is op woningen van een bepaald soort en zich daardoor aan andere niet ge legen laat liggen, de voo raéhot verte einin g door het Rijk (zonder bijdrage) en ook iin be duidende mate de vooredhotverleeariaiig en garaintieverleening door de gemeente een behoorlijke voorziening in de behoefte in het leven roept. De hoofdinspecteur acht het met doenlijk een bevredigende splitsing te maken tus schen dat deel der woningproductie, dat ge rangschikt kan worden ondier de arbeiders woningen en dat voor beter gesitueerden. Er worden nieuw gebouwde woningen door arbeiders betrokken, welke van grooter inhoud zijn dan woningen weilike aan mid denstanders worden verhuurd en er worden xn Amsterdam woniaigen gebouwd door ar- beidlerswonangbouwvei-eenigingien, die de huur van tail van mi'didenstan/dswoningen ovenschirij'den. Z. i. is het ook volstrekt niet noodüg, dat de woningproductie voorname lijk gericht wordt op den bouw van zooda nige eenvoudige woningen, dat de huur daar van binnen het bereik zou vallen van alle dus ook van de minder goed betaalde ar- bedidere. In het algemeen kan niet erkend worden, het dikwijls aangevoerde bezwaar, dat niet worden voorzien in de woningbehoefte hen, die de huur van het eenvoudig ste type woning, dat thans gebouwd wordt, niet kunnen betalen en niet. behooren tot groepen waarvoor het Rijk bijdragen in uitzicht stélt. Het wil voorkomen, dat zij, I die meenen, dat de tegenwoordige groote woningproductie niet voldoende in de be hoefte aan goedkoope woningen voorziet en dat bijzondere maatregelen noodig zijn om te voorzien in de woningbehoefte van hen, wiier draagkracht beneden de huur der een voudigste nieuwgebouwde woningen valt, te wetiauiig aanidaoht schenken aan de mogelijkheid van opschuiving. Beschouwt men de woningproductie sinds 1900, dan blijkt, dat van de rond 1.825.000- thans be6taande woningen ongeveer 855.000 na 1900 zijn gebouwd. Meer dan de helft der I bevolking verblijft dus in oude en veelal verouderde woningen, die goadkooper zijn dan de nieuwe. Wie dus dien prijs van een nieuwe weming niet wol of kan betalen, zal met een oude woniing genoegen moeten nemen. De regelmatig verdienende arbeiders kun 3n op dit oogenblik over het algemeen de huur van een nieuwgebouwd© woning beta len. De groep der bevolking echter, welker draagkracht geringer is, zal bestaande wo ningen moeten betrekken, nadat deze door opschuiving zijn vrijgekomen. Wijl de oudere woningen veéLail in het bezit zijn van particulieren kan hier geen dwang worden toegepast. De opschuiving moet dus vrijwillig geschieden. Het is een gelukkig vereahljneél, dat dit, waar het mo gelijk is, ook werkelijk geschiedt Lange jaren heeft deze opschuiving ner- 3116 kunnen werken, doordat de voorraad woningen daarvoor niet voldoende was. De aligemeene verruiming van de woningmarkt heeft er evenwel toe geleid^ dat de opschui ving in varschdMende gemeenten weer tot haar recht kwam. RUSTIG SN GOEDKOOP WONEN? Dan moet U in schiebroek zijn. Vlugge en geiegelde verbinding met Rotterdam. Lage belasiing. Mooie Heerenhuizen 2 Kamers en suite, Keuken, Serre. lste verdieping: 2 flinke, frissche Slaapkamers, groote Zijkamer en Badkamer, Balcon. Verder over het geheele huis een vliering. Inlichtingen geven gaarne: Mij. tot Expl. van Onr. Goederen „Scheepenwijck" N.V. Achterweg BI SCHIEBROEK N.V. HOUTHANDEL v/h Firma J. G. ALBLAS WADDINXVEEN TELEFOON No. 6 OPSLAGPLAATS ROTTERDAM aan den Zwaanshals No. 203-205 - Telefoon No. 40891 METSELWERKEN ROTTERDAM - TEL. 36663 Verhoogde veiligheid Voor het heijersbedrijf. In het orgaan der Stichting Veiligheïds- musieum schrijft de heer A. Zweekhorst het volgende: Voor het tuien van heistellingen worden algemeen staaldraadkabels gebruikt Zij ge nieten de voorkeur boven touw om hun groo te treksterkte, terwijl een redelijke buig zaamheid behouden is gebleven. Een staal draad'kabel is samengesteld uit strengen, welke op hun beurt bestaan uit dunne stalen draden. Een veel gebruikt type is er een van. 6 strengen elk met 23 draden. In 't midden van de kabel en ook in h)et midden van eiken streng zit een hennep- hart. Deze hennepharten zijn gedrenkt in een smeermiddel. De hennepharten maken de kabel soepel; het smeermiddiel vermindert de inwendige slijtage en voorkomt het roesten der draden. De staaldraadkabel bewijst enorme dien sten in de praktijk en zijn toepassingster- rein is zeer groot. Eén en ander dankt de kabel aan zijn uitstekende eigenschappen. Het is echter een h&kend feit, dat staal draadkabels 'n betrekkelijk korten levens duur hebben, welke niet in overeenstem ming is met dé goede kwaliteit van het ge bezigde materiaal en met de constructie van de kabel. De ooi-zaak houdt verband met de natuur van het staal. Dit prachtige materiaal stilt strenge eischen welke bij de behandeling in acht genomen moeten worden en waartegen men niet ongestraft kan zondigen. Vandaar dan ook dat elke verkeerde behandeling, die men een staaldraadkabel doet onder gaan, zich vroeg of laat wreekt, vaak op noodlottige wijze. Zoo zal, om eenige voorbeelden te noe men, het materiaal ontijdig te gronde gaan le. Het afwisselend aan te groote buiging te onderwerpen. Het materiaal wordt ver moeid en breekt spoedig. Een ieder weet dat een stalen draad door hem eenigen mallen heen en weer te buigen zal breken. Groote afwisselende buigingen treden ook op in staalkabels welke worden gebruikt in hijsch- blokken waarvan de schijven een te kleine diameter bezitten. 2e. Snellö slijtage ter plaatse waar de dra den onder groote druk tegen schijven, groe ven of bevestigingsplaatsen aan een schu rende werking zijn ondei-worpen. 3e. Het roesten en daardoor brons worden der draden. Dit gebeurt wanneer het smeer middel uit de hennepharten door te groote druk is weggeperst. 4e. Slippen van kabels, b.v. op lierkoppen waardoor de draden opstroopen en soms lussen vormen. 5e. Verkeerd geconstrueerde ondardeelen der installatie waartegen de kabel in aan raking komt en beschadigd wordt. Naar deze volgens mij noodzakelijke uit eenzetting, kom ik weer op het heiersbe drijf terug. Het onderzoek, dait ik dezer da gen naar aanleiding van een ongeval in stelde naar het gebruik van staaldraad vraagt inlichtingen en referenties aan het verkoopkantoor 'SGRAVENHAGE STATIONSWEG 91 ZOMERVERBLIJVEN D I RECTIEKETEN SNELBOUW VRAAGT PROSPECTUS HAHBO houtbouw N. HARDINXVELD TELEF. 41 kabele in het heierabedrijf, bracht een zeer verkeerde behandeling van. de kabels aan het licht, waartegen ik ernstig wil waar schuwen. Het betreft de wijze van bevestigen der stal en tuien aan tui palen. Aan de tuipaal bevindt zich wen ketting aan wier oog de stalen tui met- een paalsteek wordt beves tigd. Een paalsteek is, waar het materiaal uit touw bestaat, een uitstekende bevestiging, doch voor een staoMraadkabel absoluut te veroord eelen. Op verschillende plaatsen in den knoop en op het oog van de ketting worden de dra den uitwendig en inwendig aan een ge weldigen druk blootgesteld en daarbij veel te sterk gebogen, terwijl bij het steeds vas ter aantrekken van den knoop, die draden een groote sohui-ende werking tegen elkan der uitoefenen. Het materiaal wordt veamoeid en slijt snel af. Verraderlijk worden deze te sterk gebogen en afgesleten plaatsen indien zij het bijvieren van de tui in het rechte eelte van de tui komen. De knikken worden weer terug gebogen, waardoor het materiaal ter plaatse nog meer wordt ver moeid. Het vermoeid worden of zooals het ook genoemd kan worden, het snel verouderen van liet materiaal, is een verschijnsel waar mede in de praktijk veel te weinig rekening wordt gehouden. Het is oorzaak van vele breuken van staaldraadkabels. Met recht mag gezegd worden, dat de staaldraadkabel in de bevestigingsknoop wordt vermoord. Wat gezegd is ten aanzien van de beves tiging van tui aan tuipaal, geldt ook voor de bevestiging van tui aan derdehandtakel. Een veiliger bevestigingswijze dient zoo spoedig mogelijk ingevoeld te worden. Stalen tuien, voorzien van een aangesplitst )g, waarin zich een stevige ijzeren kous bevindt, geven met behulp van een liarp- sluiting een goede en veilige bevestiging. Het verlengen van tuien zou kunnen ge beuren met reserve stukken staaldraad kabel b.v. van 6 M. lengte, elk einde voor zien van een kous. De verbinding wederom met, harpsl uitingen. Ook zijn andere l>3vcs- tigingswijzen mogelijk, zooals door speciaal ontworpen kabelklemmen ,mits voldoende betrouwbaar. Het wooi-d is aan de praktijk om de doel matigste bevestigingswijze te doen kenn -n. Eén ding moet men voortaan beslist ver mijden, dat is het leggen van knoopen in staaldraadkabels. De kabels zullen deze zorg brioonen door een langercn levèns- duur en door een belangrijk verhoogde vei ligheid in het bedrijf. ,rg zwaar In een artikel „Typologie der Bewoliner", voorkomende in „Inrendekoration", wordt de aandacht erop gevestigd, dat de archi tect die woningen bouwt en inricht, ecu praetisclie psycholoog moet zijn; dat nacc- gaan dient te worden hoe een bepaalde ruimte op psyehisch-physischen grond op den mensch werkt; dat onderscheiding vin den Europoeschen mensch in „zyklothymon" en „Selizofhvmen" typen in aanmerking dient te worclen genomen, om te komen 'ot een systematische woonkunde. (Welk nut heeft het om de woning cn haar inrichting steeds meer van psvcholo- gischen en diepzinnig filosophisclnui kant te beschouwen? Red.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11