Het Communisme in de Practijk
zrliaal Vïn\4n Jaaq
DINSDAG 21 APRIL 1931
DERDE BLAD PAG. 9
(Nadruk verboden
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
DE SALON DER G. P. OE.
Dni, het te Parijs verschonende dagblad
van de Kerenski-groep, bevat een corres
pondentie uit Moskou, waarin aardige mede
deelingen worden gedaan over de houding
der G. P. Oe. tegenover de gevangen specia
listen.
D: gevangenen waren, tijdens hun werk
in het sowjet-apparaat van meening ge
weest, dat de taktiek van het Stallnsrhe
vijfjarenplan onvermijdelijk tot een crisis
moest voeren.'Wegens deze meening waren
zij eigenlijk gevangen genomen. Gedurende
hetvooronderzoek werd deze mcening echter
ook openlijk verkondigd door Syrtsof, toen
nog een der leiders in het partijbestuur, het
geen in de partij kringen de grootste onrust
verwekte.
Toen werden de geïsoleerde gevangenen
voorgeroepen en kreeg ieder van hen de
mededeeling, dat hij een „gijselaar der
overwinning" was. Hij zou zoo lang gevan
gen blijven, totdat het succes van het vijf
jarenplan ten volle was verzekerd. En ais
het zou mislukken, zou men gezamenlijk
ten onder gaan, maar in volgorde „de.
eerste kogel voor jullie, de tweede voo.
ons".
Onder die omstandigheden wordt het
zonderinge verschijnsel verklaarbaar van
een politieke salon op Loebiaaka, het ver
maarde hoofdkwartier der G. P. Oe. Men
roept de geïsoleerde gevangenen van tijd
tot tijd uit hun cellen niet voor een yerlnor,
maar voor een vertrouwelijk, openlijk ge
sprek. Daarbij komen de gevangenen, be
halve bij de meest „verlichte" G. P. Oe amb
tenaren, soms zelfs bij Menshinski, den voor
zitter dier instelling, terecht De uitgenoodig-
de krijgt bij Menshinski thee met versnape
ringen, mag buitenlandsche litteratuur in
zien. men brengt hem op de hoogte van het
nieuws, waarna de G, P. Oe-voorzitter „vol
maakt openlijk" begint te spreken, en daar
door ook openhartigheid van de andere
zijde uitlokt.
Om de revolutie te redden.
Menshinski betoont zich bij die gesprek
ken onderhoudend. Hij uit zich zeer scep
tisch over alles, maar geeft te verstaan, dat
rnen tot redding der revolutie voor niets
moet terugschrikken, zelfs niet daarvoor,
dat men zijn ziel opoffert. Zoowel Ramzin
als Groman zijn geregelde bezoekers van
hun hoofdcipier Menshinski.
De gevangenen zijn in drie categorieën
verdeeld, naar gelang van de houding, die
zij aannemen ten aanzien van hun „ziel".
Ramzin, Groman en nog eenige anderen
hebben een eigen kabinet, waarin zij kun
nen werken, natuurlijk in het belang van
het vijfjarenplan. De anderen, die iets min
der toeschietelijk zijn, hebben een cel voor
zich, terwijl de minst handelbaren in de
kelders zijn opgeborgen.
In overeenstemming hiermede is ook het
voedsel en de behandeling der bloedver
wanten en vrienden, die nog op vrije voe
ten zijn. De eerste groep mag gebruik ma
ken van de uitstekende bibliotheek der
G. P. Oe, heeft typisten en vertalers tot haar
beschikking, kortom, deze menschen kun
nen normaal werken, behalve dan dat zij
gevangen worden gehouden, en weten, dat
die gevangenschap duurt tot de overwin
ning van de Stalinsche lijn.
De voorbereiding der processen.
In dit salon der G. P. Oe. nu werden de
diverse processen voorbereid. Het proces
van Ramzin wérd terstond in de defini
tieve redactie opgesteld, bij dat der mensche-
wisten heeft men langer geaarzeld, Eerst
had men een redactie, waarbij de socialisten
verbonden zouden zijn met Poincaré en
Pilsudski. Reeds in December hadden Inge
wijden in Moskou dit soort bekentenissen
gelezen Vervolgens had men een versie,
waarbij hoofdzakelijk Vandervelde de be
middelaar zou zijn. Daarna heette het weer,
dat van het heele proces niets zou knmen.
De protesten der Fransche vertegenwoordi
gers na het proces tegen Ramzin en de zij
nen hadden zooveel indruk gemaakt, dat
men „zoo een geschiedenis" niet wilde her
halen.
Vrij onverwachts ging het proces toch
door. De correspondent geeft als reden op,
dat dit het gevolg is van een onderhoud
tusschen Stalin en Woroshilof, waarin deze
laatste wees op de toenemende strooming
ten gunste van een democratisch socialisme
onder de bevelvoering van het roode leger.
Toen liet men Poincaré en Pilsudski uit het
oorspronkelijke ontwerp verdwijnen -en
haalde de Duitsche sociaal-democraten ten
tooneele, om een schrikbeeld van dat de
mocratische socialisme op te hangen, ter
wijl op aandringen van Molotof ook de
sabotage in de voedselvoorziening werd ln
gelascht met het oog op de stemming on
der de bevolking.
In hoeverre al deze mededeelingen juist
zijn kunnen wij niet beoordeelen. Zeker is
het echter, dat zij een goede verklaring ge
ven voor het onweerlegbare feit, dat het
jongste proces tegen Groman c.s. een plomp
in elkaar gezette vertooning was.
BELOONING VOOR
PROF. TSHIZJEFSKI
Bij besluit van den raad van volkscom
missarissen der Sovjet-Unie is aan Prol.
Tshizjefski een belooning toegekend van
10.000 roebel voor een door hem gedane uit
vinding. Deze uitvinding betreft het ionisne-
ren van de lucht door middel van een elec-
trische stroom. Deze geïoniseerde lucht zou
an gr x>ten invloed zijn op den snellen groei
ran verschillende dieren.
De trusts voor vogelkweekerij, de vleesch-
trust en de schapenfokkerstrust zullen dpze
uitvinding, onder leiding van den profess >r,
toepassen.
Men hoopt op deze wijze de veefokkerij
nog veel sneller te kunnen, uitbreiden dan
in het vijfjarenplan was gedacht. Straks
wordt Rusland nog het land, waar de gebra
den duiven de menschen zoo maar in de
mond vliegen. Nog een paar zulke uitvin
dingen en men is aardig op weg.
Afgewacht moet worden wat deze uitvin
ding voor pract'.sche beteekenis zal hebben.
Gaat het niet zoo goed met de geïoniseerde
beesten, dan zal er wel een middel bestaan
om de geschonken 10.000 roebel weer te
onteigenen.
Allicht kan dit middel dan ook op de
beiders worden toegepast om ze nog harder
te laten werken. Een buitenkansje voor
Stalin.
BEVREDIGENDE GEGEVENS
Volgens de Sovjet-bladen hebben de eerste
10 dagen van April in economisch opzicht
bevredigende resultaten gegeven. Zoowel de
productie van kolen als van gietijzer is voor
uitgegaan, terwijl de uitzaai in de ZuidPlijke
provincies in vollen gang is en bevredigend
verloopt Men heeft overal op het platteland
stukloon ingevoerd, en bereikt daarmede,
volgens de Sovjet-berich'en, soms een
dubbeling van de productie.
De republiek der Duitschers aan de Wolga
is voor 100 procent tot het collectieve land
bouwbedrijf overgegaan.
Zoo kunnen wij een heele lijst gegevens
verstrekken, die alle blijk geven van het
zelfde optimisme. Het lijkt eenigszins
vreemd, dat die omkeer in een paar weken
tijds heeft plaats gevonden. De vorige maand
waren de officieele berichten nog in mineur
gestemd. Een wenk echter van de centrale
organen, en de pers geeft voorlichting in
een andere „lijn".
Noodlijdende Nederlanders
in Duitsciiland
(Van i
Berlijnsohen Correspondent)
Gemengd Nieuws.
Einde Maart heeft het Hoofdbestuur van
den Nedcrlandschen Bond in Duitschland
een wrgadering te Dortmund gehouden, wel
ke belegd was op het speciale verzoek van
een aantal leden van het Hoofdbestuur in
West-Duitschland. Hier werden de belangen
•an de aldaar wonende Nederlanders ampel
besproken en de mededeelingen, welke het
Dagelijksch Bestuur daar moest ontvangen
aren van dien aard, dat dit college zich
geroepen achtte, om ook eens met de Neder-
landsche Dagbladcorrespondenten te Berlijn
de belangen van onze landgenooten onder
het oog te zien. Wij gaven elkander hiertoe
rencontre in de clubruimte van „Nederland
en. Oranie" in Kurfürstenstrasse en op den
aangegeven tijd waren tien collega's ver
schenen.
Collega Blokzijl deelde ons als Bondsvoor
zitter mede, dat binnenkort ook ie Berlijn-
schc vertegenwoordigers van West-Duitsche
organen tot een soortgelijke bespreking uit-
genoodigd zullen worden om langs dien weg
m breeden kring de aandacht van publiek "n
overheid op zeer betreurenswaardige toe
standen te vestigen.
De nood der tijden heeft den Ned. Bond in
Duitschland genoopt, om zich bezig te hou
den met vraagstukken, welke oorspronkelijk
allerminst op zijn program stonden. De klach
ten, welke den laaisten tijd -chter door land
genooten werden ingezonden, dwongen het
hoofdbestuur, op nader onderzoek uit te
gaan en de ons weergegeven indrukken ge-
een droevig beeld van de omstandig
heden, waaronder vele van onze landgenoo
ten moeten leven.
De Nederlandsche Bond in Duitschland,
die tien jaar geleden met 25 vereenigingen
werd opgericht, omvat tegenwoordig ruim
70 vereenigingen, welke over gansch Duitsch
land verspreid zijn. Vooral in Zuid- en West
Duitschland heeft men veel bereikt. De toene
mende werkloosheid deed het aantal leden
den laatsten tijd helaas sterk afnemen. Vele
vereenigingen konden zich niet meer over
eind houden en het is voorgekomen, dat
zulk een vereeniging wegens werkloosheid
van alle leden moest worJen ontbonden.
Hierdoor zijn de bondsinkomsten achteruit
gegaan, kan dus de toestand van den Bond
niet kunstig genoemd worden. Het rijks
subsidie, welke oorspronkelijk 5000 gulden
bedroeg, werd ten gunste van de federatie
Sint Joseph met 300 verminderd en de
kans op verhooging van het subsidie schijnt
niet groot te zijn.
Op initiatief van generaal Wittert zal
den Ssten Mei a.s. in het Carl ton-Hotel te
Amsterdam een liefdadigheidsavond geor-
garniseerd worden, waarvan de opbrengst
voor den Nederl. Bond bestemd is. Hierdoor
hoopt men in staat te zijn, op de vele aan
vragen, om dezen zomer kinderen van nood
lijdende Nederlandsche familie's met vacan-
tie naar ons land te zenden, een gunstig
antwoord te kunnen geven. De Nederl. Bond
heeft ook voor dit werk de leiding voor
gansch Duitschland op zich genomen. Als
het eenigszins mogelijk blijkt, hoopt men
500 Nederlandsche kinderen uit te zenden.
Dit werk wordt met. groote zorgvuldigheid
voorbereid. Aan de scholen wordt gevraagd,
of een vacantietijd van zes weken mogelijk
is, aan de ouders, of zij verwanten in ons
land hebben, waar de kinderen eventueel
kunnen wonen, want men weet uit ervaring,
dat particulier logies meestal het beste re
sultaat oplevert Men hoopt en verwacht,
SCHILDERIJENZWENDEL.
Men meldt ons uit Oosterbeek:
De politie is er in geslaagd drie geraffi
neerde oplichters te arresteeren, die do«-r
verkoop van vrijwel waardelooze schilde
rijen tegen fabelachtig hooge prijzen de i
heer C. te Oosterbeek voor vele duizenden
guldens hebben benadeeld. Zij spiegelden
hun slachtoffer voor, dat hij de gekochte
schilderijen gemakkelijk later met veel winst
zou kunnen verkoopen aan een Amerikaan
dien zij kenden en die een Hollandsche
kunstverzameling wilde aanleggen. Inder
daad verscheen dezer dagen een „Ameri
kaan" bij den heer C., die inderdaad een
ongehoord bedrag bood voor de schilderijen
waarop de heer C. natuurlijk gretig inging.
Eenige dagen later kwamen de oplichters
weer bij hem, met het verzoek hun 15.000 gul
den te willen leenen om daarmee een las
tigen schuldeischer te betalen. Hij kon dun
de schilderijen als onderpand houden.
De verkwistende levenswijze der heeren
trok echter de aandacht der politie met hei
gevolg, dat zij nu, tezamen met den pseurlo
Amerikaan zijn ingerekend. Het zijn de
34-jarige S., de 50-jarige K. D., en de 36-jari-
ge Q. Te Amsterdam is een der oplichters
gearresteerd en naar Oosterbeek getranspor
teerd.
Het sleepschip „Lipquenda", dat Zater
dagavond in de sluis te Hansweert bekneld
geraakt is vannacht gezonken. Het
keer in de sluis is thans geheel gestremd. De
„Linquenda" is een sleepschip van 550 ton
en was geladen met grint Het schip geraak
te beklemil tusschen den lichter „Nenuphai"
en het sleepschip „Leo".
Bij laag water is de „Linquenda" van
morgen boven de oppervlakte gekomen. Met
pompen heeft men getracht het schip boven
water to houden, hetgeen echter niet mocht
gelukken. Toen de vloed opkwam is het
schip weer volgeloopen. De experts hebban
een inschrijving gehouden om het schip en
lading te bergen. De gunning werd toege
wezen aan de firma De Graaf en Koelman
te Rotterdam, die reeds materiaal naar Hans
weert heeft afgezonden. De Westersluis
blijft voorloopig gestremd.
Slechts de vloeddeuren kunnen worden
gesloten, de ebdeuren evenwel niet Het
keer door midden- en Oostersluis vindt
op normale wijze doorgang.
De „Leo" en de „Nenuphar" hebben hun
reis naar Antwerpen voortgezet, hoewel zij
beide beschadigd werden.
HET SPOORWEGONGEVAL BIJ BLERIK
Het scheidsgerecht der Spoorwegen heeft
heden In besloten zitting vergaderd in een
der localiteiten van het Staatsspoorstation
le Den Haag. Behandeld werd het hooger
beroep, ingesteld door de baanwachteres te
Blerik tegen het haar gegeven ontslag in
verband met het ernstig ongeluk bij Blerik,
waarbij eenige monschenlevens vielen te be-
betreuren. Het scheidsgerecht zal te zijner
tijd zijn beslissing aan de betrokken partijen
mededeelen.
DOODELIJK F IETSONGELUK
Te Ilpendam (N.H.) is de 70-jarige de
Graaf door een wielrijder aangereden. Hij
kwam te vallen en kreeg een hersenschud
ding. Na eenige uren is de man overleden.
dat er onder de duizenden Nederlandsche
families, die eertijds zoo graag en zoo gul
Duitsche, Oostenrijksche of Hongaarsche
kindéren opnamen, nu ook velen gevonden
zullen worden, die voor de kinderen van
hun eigen landgenooten wat over hebben.
Het onderbrengen in kinderkolonie's kost
in doorsnee 1.80 per dag en zou met ver
dere kosten vöor reis en verblijf 100 per
kind komen, hetgeen boven de financieele
draagkracht van den bond uitgaat
De Sint Joseph-federatie omvat ruim 20
ereenigingen, wordt bijgestaan door een
Katholiek Huisvestingscomité in Nederland
beschikt over kerkelijke ondersteuning.
De Nederlandsche Bond is „überparteilich"
en telt onder haar leden ook honderden
katholieken. De eerste twintig aanvragen
van ouders, die hun kinderen graag dezen
zomer uitgezonden willen zien, waren toe
vallig alle van katholieke families.
Het werk van den Bond omvat voorts nog
een twaalftal cursussen in West-Duitsch
land, welke Nederlandsche ouders in staat
stollen, hun kinderen in de taal van het
vaderland onderwijs te doen geven in ver
schillende vakken. De Bond betaalt zelfs
het tramgeld voor kinderen, die buiten de
stad wonen en cr toch graag aan willen
deelnemen.
Collega Koelensmid vertelde ons iets na-
deFs omtrent onze in Duitschland levende
en werkende landgenooten. Het aantal Ne
derlanders in Duitschland, dat voor den
oorlog circa 150.000 bedroeg, is tot de helft
gedaald. Alleen voor Berlijn bedraagt het
aantal ongeveer 2200. Het procent werk-
loozen bedroeg nog een jaar geleden 50 en
is thans tot ruim 75 pCL gestegen. Naast
ruim 22000 Nederlandsche werknemers in
Duitschland plaatste spreker een veel groo-
ter aantal Duitsche werknemers in Neder
land. Door het „Arbeitsamt Köln" wordt
het bij ons arbeidende aantal mijnwerkers
op 6000 en het aantal Duitsche dienstmeis
jes op 10.000 getaxeerd. De „Rhein-und Ruhr-
zeitung" van 20 Maart 1931 vertelt van
30.000 Duitsche dienstmeisjes in ons land!
In Duitschland worden Nederlanders den
laatsten tijd al net eender als Polen en
Tsjechen behandeld, dat wil zeggen: ont
slagen. Slechts zij, die een „Befreiungs-
schein" kunnen voorleggen, worden ietwat
menschelijker behandeld, maar niettemin
zijn er gevallen, dat Nederlanders, die vele
jaren in groote bedrijven gearbeid hebben,
zonder verderen vorm van proces op straat
komen te staan. Natuurlijk heeft dit groote
ontstemming en ontevredenheid onder onze
landgenooten teweeg gebracht en werden
door sommigen van hen represaille-maat
regelen voorgeslagen. Hierop werd echter
door den bond niet ingegaan, ook al er
kent hij het groote gevaar van zulk een
anti-Nedprlandsch optreden. De „Rhein-und
Ruhrzeitung" waarschuwde dezer dagen na
drukkelijk tegen zulk een vijandig beleid.
Onze arbeidlooze landgenooten zijn voor
ondersteuning op het „Wohlfahrtsamt" aan
gewezen, dus op de „armenzorg" en die
ondersteuningmogelijkheid is slechts van
korten duur. Na overleg tusschen de Duit
sche en Nederlandsche grenscommissie wor
den sommige families geheel ten onrechte
uitgewezen, anderen, die hun boeltje al in
gepakt hadden, krijgen op t laatste nip
pertje de mededeeling, dat ze met Neder
landsche hulp vooralsnog in Duitschland
kunnen blijven. De staat schijnt onze land
genooten liever in den vreemde te onder
steunen, dan dat hij ze naar ons land laat
komen. De rijksondersteuning voor behoef
tige Nederlanders in het buitenland wordt
in de begrooting met vier ton aangegeven,
maar niemand weet in dezen precies, wat
er eigenlijk gaande is. Zelfs kamerleden
krijgen op desbetreffende vragen geen af
doend antwoord. De bureaucratische nauw-
.keurigheid schijnt sterker te wezen dan
het menschelijk gevoel. De tak van dienst
in Nederland laat veel te wenschen over.
De werkloozen, die ondersteuning dringend
behoeven, moeten naar een Postbus schrij
ven en het duurt dan een heele tijd, aleer
ze een afdoend, helaas maar al te
afwijzend antwoord ontvangen. Sommigen
krijgen ondersteuning in hypothecairen
vorm, gaan dus een leenning aan, welke
boven hun krachten uitgaat Dit systeem
wordt tegenwoordig door den Rijkssteun
dienst en het Wohlfahrtsamt gevolgd. Hoogst
onverkwikkelijke gevallen worden ons voor
gelezen waaruit valt af te leiden, dat nood
lijdende Nederlanders van allen kant zon
der den gewenschten tact en de vereischte
humaniteit worden behandeld.
Daar de minister van buitenlandsche
zaken verklaard heeft, dat de Bond maar
moet zien, hoe hij elders aan de noodige
gelden komt, is deze op particulieren steun
aangewezen en komt hij thans een beroep
doen op allen, die het vruchtdragend werk
van den Bond waardeeren. In alle Neder
landsche bladen zal dezer dagen een op
roep verschijnen, welke aller aandacht ten
volle verdient Het is te hopen, dat velen
hun scherfje zullen bijdragen tot een onder
steuning van hen die trouw bleven aan hun
vaderland, ook al woonden zij jaren achter
een in den vreemde en werd het hun niet
gemakkelijk gemaakt, in Duitschland een
bescheiden stukje brood te verdienen.
Ter vergemakkelijking noem ik u een
tweetal adressen van het Nationaal Comité
tot steun van den Nederlandschen Bond in
Duitschland:
Penningmeester voor Den Haag:
P. D. SCHULLER TOT PEURSUM,
Lange Vijverberg 3.
Penningmeester voor Amsterdam:
G. H. DE MAREES OYENS,
Keizersgracht 280.
E I c h wat Wils
HUN BRIEFJE VAN T EN
„Moet je nog niet even rooken, vader?"
Het oude vrouwtjo keek glimlachend, met
een tinteling van spot in haar oogen, naar
den man die stil tegenover haar zat
Hij had, zeker al een kwartier geleden,
zijn krant dichtgevouwen en zat voor zich
uit te-kijken, terwijl zijn handen een beetje
onrustig over het rood-en-zwart gebloemde
tafelkleed heen bewogen. In zijn oogen was
weer dat sombere, dat eigenlijk niet bij hem
hoorde en dat er alleen maar was als hij
gedachten had, die hem onrustig maakten.
De vrouw had het wel gemerkt, hoe het
met hem gesteld was; en ze meende te be
grijpen wat hem onrustig maakte: zijn half-
pondje tabak was bijna op en het was nog
rnaar Donderdag en hij moest er de week
mee uitkomen; pas Zaterdagavond kon er
nieuwe worden gekocht. Hij zou tFek in roo
ken hebben en toch niet willen om z'n ta
bak. Vandaar die rimpels en die onrustige
handen. Daarom kón het moedertje het niet
helpen dat ze hem even plagen moest'„Moet
je nog niet even rooken?"
Maar nu het antwoord niet dadelijk kwam
nu haar plagende vraag niet dadelijk de rim
pels in zijn voorhoofd deed verdwijnen, ver
dween toch hij ha&r het spottende uit haar
oogen. Zou hij over iets anders piekeren'/
Zou het toch nog weer in hem opkomen, die
bitterheid om hun zorgelijk bestaan?
Ja, daar kwam het al. „Och, het is dan
toch ook treurig, dat wij het zoo krap heb-
l>en, nu wij oud zijn. 'k Heb straks de laatste
cokes opgeschept uit het hok. Dat wordt
morgen al weer 'n uitgave. Dat zal ons ons
stukje vleesch van Zondag wel weer kosten.
En dat is nog niet erg; maar die zorg, dat
rekenen. Vroeger ging dat, dan ben je jong.
Maar 'k ben er te oud voor. 't Is treurig nu
ik niet meer werken kan. Vroeger had je
's winters wat achteruit, voor brandstof en
zoo. Maar nu? Nooit eens iets extra's. Die
ouderdomsrente en die paar centen pen
sioen en wat moet jij als ik er niet meer
ben? Nu sloeg z'n stem over; z'n hand ging
naar z'n oogen.
Maar nu viel het oude vrouwtje dadelijk
in. Ze wist: d i t was eigenlijk zijn groote
zorg: „als ik er niet meer ben". Als hij daar
over sprak, beefden z'n oude handen.
Ze stond bedrijvig op om hem af te leiden;
praatte intusschen al": „Kom man, zoo mo
gen wij niet. Wij zijn er nog en wij komen
nog rond. Er zijn er die het slechter hebben.
En later, nu dan zorgt Hij wel weer. Hier.
een kopje troost"
■Hij keek naar haar. „Ja", zei hij, „jij denkt
altijd het goeie."
Nu zaten ze wieer stil. Zij had haar brei
werk weer opgenomen. Hij streelde de oude
grijze kat, die naast hem op de leuning van
z'n stoel was komon zitten.
Ineens een geluidje in huis. De brieven
bus. Beide maakten ze een beweging om op
te staan. „Wat kan dèt zijn op den laten
avond?"
Hij ging. Zij liet haar handen rusten en
luisterde. Daar was hij al weer. „Wat is
het?"
„Ik weet het niet Ons adres staat er op
met rare letters, net of een kind het geschre
ven heeft".
Haastig scheurde de oude man de enve
loppe open. Iets kleins zat er in. Van ver
bazing gingen ze beiden zitten: Een biljet
van tien gulden. Anders niets. Geen briefje.
Geen afzender. Het couvert werd om-en-om
gekeerd. Niets,
„Hoe kan dat? Van wie kan dat zijn?"
kwam eindelijk, wonderlijk onvast uit het
hoekje waar het vrouwtje zat
Hij antwoordde niet; schudde enkel het
hoofd.
Eindelijk helderde haar gezicht op. „'t Kan
alleen van Jan en Marie wezen."
„Ja", zei hij-, „van niemand anders."
„Van Jan en Marie" in die enkele woor
den lag al hup dankbaarheid voor deze bei
de menschen, hun vrienden, die, jonger dan
zij. hen zoo trouw opzochten: hen altijd
weer zóó hartelijk ontvingen als ze eens
kwamen. Jan en Marie, die zóó goed voor
hen waren, alsof 't hun eigen kinderen wa
ren. Van niemand anders kon dit geld zijn.
En vast hadden ze kleine Anneke het adres
laten schrijven en vast had Jaap den briet
ln de bus gedaan. Jan en Marie, die hadden
iets van hun zórg begrepen
„Moeder, wat doen we met het geld?"
Ze voelde wét hij wilde en antwoordde
glimlachend: „Ik vind, bewaren, \ader. mot
kwadere dagen".
„Juist", zei hij, „dat vind ik ook."
Juist een week later ritten ze wéér zoo
ieder op hun plaats bij het rood-en-zwarte
tafelkleed. Maar alles is anders geworden.
Het oude vrouwtje breit niet Ze zit ineen
gedoken en er vallen telkens tranen in haar
schoot. De man mompelt telkens iets stil
voor zich heen.
Er is groote rouw. Jaap, de jongen van
Jan en Marie, is dood. Plotseling hevige
griep en zóó weg. Over het heengaan van
een eigen kleinkind kon het leed niet groo-
ler zijn.
„Moeder", zegt schor de oude man, „moe
der, weet je wat wij moesten doen?"
„Nu?" wil ze vragen, maar er komt geen
geluid.
Dan wordt het hem ook te machtig, maar
hij zegt toch: „wat bloemen voor de jongen,
of een krans."
Zij kijkt hem dankbaar aan. „Ja", zegt ze,
„dat móét, dat is toch het laatste."
Hij grijpt naar het laadje van het kastje
naast hem. Een tdengulden-biljet verdwijnt
in zijn vestzakje. Met iets veerkrachtigs in
z'n gebaren staat hij op. „Ik ga 't nog he
stellen".
„Ja", zegt ze, „een mooie hoor, van tien
gulden."
Terwijl hij langs haar gaat naar de deur
strijkt het oude vrouwtje even met hulpeloos
gebaar langs zijn mouw. „Die Jan en Marie,
gaven ze daarvoor nu hun tien gulden?"
„Stil moeder", zegt hij, „het „waarom" is
alleen voor onzen lieven Heer."
Of dit „echt gebéurd" Is? Ik kau 't u
heusch niet zeggen.
'k Trof dit schetsje aan in „Kerk en Volk".
In m'n jeugd heb 'k vaak een versje ge
zongen van een stervend meisje, dat verzocht
geen bloemen op haar graf te hebben „om
dat de Heere Jezus met doornen werd ge
kroond". Slechts 'n paar regels zijn in m'n
herinnering bewaard gebleven, maar als 'k
bij een doodsbericht lees „geen bloemen",
dan moet 'k nog vaak aan dat versje den
ken.
Maar zelfs zij, die den dood in letterlijken
zin niet willen „verbloemen", zullen toch ge
roerd, kunnen zijn door 't besluit dezer oud
jes om voor hun briefje van tien. dat ze zoo
heel best konden gebruiken, „wat bloomen
voor de jongen of een krans" te koopen.
Zulke menschen zijn er, ook thans nog:
eenvoudige luidjes, maar met harten van
goud. Arm naar de wereld en toch van adel!
Radio Nieuws.
W oenkdng 22 April.
HUIZEN (1875 M.) NCRV. 8 Tijdsein. 8—8.16
:jnfUezlng. 8.15—9.30 Morgenconcert. 10.30
Ïj?,3.®7711 ^ort® slekendienst. te leiden
door l)s. K. Prins. Geref. Predikant
ii_12 Uarmonlumbi
'Jaanz te HU
11 TtJdi
den taee
Mej. Ai
12.15—12...
12.302 Mlddagconci
nzwauyMöllenkamp,
Gramofoon
1: Mevi
ang, H.
uutoi jr., ceilo, Mevr.
d Horst—Bleekrode, piaDo. 2 TUcise
Gramofoon. 2.30—3 Lezen van Ohr. Lec
inej. M. Wentlnk. te Hilversum 3 Tt
4.30 Concert: Mevr. J. Hekkertva
sopraan. Plet Zwager, tenor. Mej. Eve
-12.16 Politic-"
Salzedo,
4.45 Gramofoon
Tijdsein. 6—6 Kind.
iar. te Hlllegersberg;
4.4435 Verzorging
Mej.
Mej. N. Vei
L. Steen
te Hllve;
.Kersberg; Zang.
Rotterdam, Plano: Mej To
6 Tüdseln. 6—6.45 üiirtj.
voor de 1.
heer H. Pllon. Onder't.lu
land". 6.457.15 Halfuurtje voor de rijp
Jeugd. Spreker Dr. K. Dijk. Uere,. Rred.
S enhase- Onderwerp: ..Lenteleeai.i
ïdLfur er: d\ heer K" Kruithof te Utrecht.
V-oorzltter van het Chr. Nat. Val
Nederland. 7.30—7.45 Politieberichten. 1.46—8
twnmofoon. 8 Tüdseln. 8 Uitzendavond te ver-
;nlglng.
het Hoofdbestuur
\fI«e0?iKln& Muzlkalfi med.
aiej. Jeanne van Ameronge
■s: Dr. P.
de Ned.
igenga Azn.. J
heer N. Schenki
werking verleenen
HendrlkseKlem,
•Egb. A Vos orgel, D. Kuiper,
Amsterdamsche Muzlekvereenlglng ..Inter Nos".
Na ^afloop Persberichten van Vaz L>ias en Gra-
XVE?S (Z988 M VARA 8 Gramofoon
VPRO- 10 Morgenwijding. VARA
11 Gramofoon. 11.05 IUdio-
36 Gramofoon. 12 Mldaag-
oor verzorging van
iweiiurtje.
vartlertje.
ifoon. 4.80
10.15 Onze Keuker
Volkunl-
concert. _l-45 Onderbreki_„
2-15 Gramofoon. 2.2!
3.15 Gramofoi
3.35 Maak
Voor dc
Onderwijsfonds van de Blnn
XXII. 7 Radio-Volkstin
ilf. Cui
6-^-6.30 Uitzending
Mandollne-
7.30 Orgel; 0
spel. 10.06 Persberichten
Orkest, 11.30 Gramofoon,
6.30
>£l. 8 Uitzending Orkest 8.4
g I Hl t Dim
WEDSTRIJDPRAATJE
ACTIE!
dan weer ACTIE
en dan nog eens ACTIE!
Op allerlei terrein, bij elke partij, op
elk gebied. En wat is het sterkste actie
middel in vele opzichten?
DE KRANT. Helpt dan allen mee,
de invloed van onze eigen pers uit tc
breiden, werft abonné's, in meer dan
één opzicht is het nü een gunstige tijd
FEUILLETON
TWEE ENTHOUSIASTEN
Naar het Engelsch van
EVELYN EVERETT—GREEN
Door J. VAN ZUYLEN
„Neen, wonderlijk verschillend im elk op-
zicht; maar zoo zacht, en lief en goed. Je
zou dat beter begrijpen, als je haar beter
kende. Het kost even tijd om het te ontdok
ken, maar men voelt het ais bij instinct,
zooals Raphael deed. Ik weet, dat de men
schen zich over hem z,uilen verwonderen,
zullen zeggen, det hij een geduchte vergis
eing gemaakt heeft; maar mij dunkt dat hij
met bet iog op zijn eigen geluk, juist ge
oordeeld heeft".
„Ik zou 0edacht hebben, dat een vrouw-
als juffrouw Gholmond lederen man geluk
kig zou maker
Louise docht een oogenblik na en zei
toen bedachtzaam: „Ik weet het niet. Ik
houd veel van haar. meer dan ik zeggen
kan; maar soms denk ik dat ze meer is
aangelegd om de eerste plaats in te nemen
don de tweede, meer te bevelen dan te ge
hoorzamen. Mij schijnt ze het best m baar
plaats a;l6 de onafhankelijke bestierder vaui
haar eigen huis en zaken. Bovendien ik
weet dot Raphael iet6 in haar mist -- juist
datgene, waarnaar hij het allereerst zou
Kien bij een vrouw. Je weet wat ik bedoel.
Jack en je kent Raphael. Ik geloof met dal
het mogelijk voor hem zou zijn iemand li- f
te hebben, wiens sympathieën w'n nipt
met de zijne overeen komen. Hij praat er
•»el niet ovor, maar hij voelt het z>> gauw".
Jack keek ernstig en tamelijk vernaasd.
„Maar ze is zoo goedl Kijk eens naar wat
ze doet en wat ze weggeeft Little Ferra.rs
is compleet gemetamorphoseerd. Ik zou ge-
daoht hebben, dat dat nu wel het allerlaat
ste was, dat tegen haar zou kunnen worden
ingebracht"
„Ik wil ook niets, geen enkele beschuldd-
ging of verwijt, of hor je 't ook noemen
wiit, tegen haar inbrengen. Ik bedoelde
alleen maar duidelijk te maken, dat zij en
Raphael het leven met een verschillenden j
maatstaf meten antwoordde Beatrice I
vriendelijk. „Beatrice is zeer ernstig. Ze is I
niet zorgeloos of onbedachtzaam en ze heeft
voor zich zelf een leveneleus waarnaar ze
met olie kracht zoekt te leven. Maar"i
„En wat ie haar leus?" vroeg Jack. „t!
Schijnt me toe, dat het heel goed zou
wezen als meer menschen daarnaar trach
ten te leven, wat het dan ook moge zijn."
„Je weet het heel goed, Jack: „De zuivere
en onbevlekte godsdienst is deze, weduwen
en weezen te bezoeken in hun verdrukking
en zichzelve onbesmet bewaren van de we
reld." Beatrice zegt, dat dit haar godsdienst
is en dat ze daarnaar wil leven".
„Wel. me dunkt, dat ze dit doet."
Louise was een oogenblik stil; toen ze
weer sorek,klonk het rustig en nadenkend
„Raphael z*gt, dat ^niemand zichzelven on
besmet van de wereld kan bewenen, zonder
de hulp vain den Heiligen Geest. Beatrice
meent, dat het kan gebeuren door de daden
van liefdadigheid, die ze zoo graag ver
richt. Zij meent. dat. door de eene helft vam
I haar levene'^us im practijk te brengen, liet
bezit van de andere haar verzekerd :s.
I Raphael denkt er zoo niet over; en ik ge
loof. dat hij gelijk Treeft"
Jack keek ernstig en nadenkend.
„Maar ad te waar, Louise, zooais iedereen
je kan vertellen, die tegen het leven heeft
moeten vechten en die iets van de teleur
stellingen en beproevingen af weet Juf
frouw Cholmond weet dot niet de din
gen zien er zoo anders uit voor vrouwen
en vooral voor vrouwen, die alles wat ze
begeeren om zich heen schijnen te hebben.
Ik denk zoo vaak hoe moeilijk het moet
wezen, zijn eigen zwakheid te kennen,
wanneer men niet in bijzondere verzoeking
is, ais olies voor den wind gaat en het
zonnetje schijnt Er is een flunk e storm
voor noodig, om te maken, dat je weet hoe
hulpeloos je eigenlijk bent. Men mist het
anker niet voordat men het wiil uitwerpen
en merkt, dat het er niet i6. Het moet wel
prettig zijn te leven zonder tegenwind of
soesalh van eeiuige soort, maar dat is toch
niet de manier waarop men de behoefte
aan goddelijke hulp leert kennen."
Louise keek hem aan met een stralenden
liefdevollen blik. Zijn woorden mochten al
niet sierlijk zijn, en taalkundig misschien
niet geheel in orde, maar ze gaven zijn
meéning heel duidelijk te kennen en die
meening was er een, welke ze met blij i-
schap en trots hoorde.
Maar terwijl anderen over Beatrice spra
ken als over iemand, d.ie vreemd was aan
hét dienste levensgeluk, dacht z er zelf
volstrekt niet zoo over. Het scheen haar
tpe, al6of ai de schatten van de wereld aan
haar voeten lagen, alsof zij haar hand maar
had uit te strekken om 't beste en mooiste
van wat het leven had aan te bieden te
vergaderen.
In bot geluk vain Louise en Jack zag zij
een voor-afschaduwing van haar eigen ge
luk en in de plannen en ontwerpen die zij Iedereen voor haan wagentje gespannen,
te hunnen behoeve ontwierp en besprak,'en had altoos overwonnen, zelfs doer wï
gevoelde ze iets, alsof ze wat weggaf van
den overvloed van zegeningen en weldoden
diie haar eigen pad en haar eigen leven
omringden. Het was bijna een noodzakelijk
heid voro haar om rondom zich zonneschijn
te verspreiden, diie zoo op haar eigen leven
was geconcentreerd. En bij al die andere
zegeningen kwam nu nog de vreugde, die
de kroon van een vrouwenleven is, een
liefde, die haar stempel zet op al 't andere
Went zij beminde Raphael en ze was zich
daarvan bewust en ze geloofde zelf ook be
mind te worden.
de lust om te overwinnen ontbrak. Het was
dus niets meer dan natuurlijk, dat zij zich
hier van de zegepraal zeker gevoelde.
Zoo snelden de dagen voorbij als op vleu
gelen, en om velschillende redenen heersch
te er m veler harten geluk; bij sommigen
was het een diepe, ernstige, dankbare vreug
•de, bij anderen een opgewekt gevoel van
■verrukking en zegepraal. De vroolijkste van
de vroolijken was Beatrice onzelfzuchtig
jook in haar geluk, altoos vol van plannen
iOm warmte en weldaden rondom zich te
erspreiden, terwijl ze een levendig maar
hiT <tot e*100"»- m moeU«k goed vèrborgen genoegen «naakte in het
hebben kunnen zeggen want nooit had hij feit, dnt Raphael haa7 medewerker »"e
een woord gefluwtórd of haar met een Mik laan u ien ze haar ontwerpen e»ri vde én
aangekeken, die kon worden uitgelegd ate die haar prectieohe raadgever was die ha*
een aanduidtag ™.n zulk een gevoelen. Hij weldadigheid regelde en beperkte of u t
wan vriendelijk ent,ech en zeer ernstig ,n breidde. Op zijn helder, "elo™wogen «r.
zijn genegenheid en bewondering, maar deel bouwde ze. hij was te eterk- ann
nooit had hij de guenzen van een gewone, waarop ze vertrouw?. Kalm dadegen.'tad""'
prettige vriendschap overschreden,
door de kracht der omstandigheden
lichtelijk ongewonen vorm had aangeno
men. Beatrice had zich zelf daarvan wel
rekenschap gegeven, en toch twijfelde zij
niet, kende geen oogenblik van angstige
vrees en nog minder van zweem van
jaloezie.
Voor iemamd van haar vurig tempera
ment was zelfbedrog, wear (het haarzelf
betrof, maar al te gemakkelijk. Zij zag hel
der genoeg als het over audeiren g'ng, maar
■haan* leven was tot hiertoe zoo vol blijd
schap en triomf geweest, dat ze nooit de
gedachte aan mislukking en teleurstelling
inet zichzelf in verband kon brengen.
Ze had overal genegenheid gewonnen,
waar ze dat had wenschen te doen; had
die j daad maair de storm was al bezig op te
steken in de heldere lucht wolken en
donkerheid en conflicten voerde hij mee; de
crisis in haar leven 6tond voor de deur.
HOOFDSTUK XIV
Een ontploffing
Daar was het geluld van een dof, onheil
spellend gerommel, dat uit her hart der
aarde scheen op te komen Het vreemde
geluid was vergezeld van een trillende be
weging van den grond, gelijk als bij een
aardbeving. Beatrice en Erica, dï° ramen
m den tuin wandelden, stonden stil en wis
selden verwonderde blikken.
«Wat kan dat zijn?" vroeg Beatrice, maar
Erica kan zelfs geen veronderstelling maken
Ze wandelden in de richting van den
grooten weg, met het voornemen eenige op-
heldotnng te vragen over het vreemde «e-
luid. Beiden waren niet op hun gemak en
wet zenuwachtig; een onbestemd gevoel zei
hun, dat er 6tal*ig iets niet in orde was.
r°en zij den straatweg bereikt hadden
zagen zij Raphael Everard aankomen, die
zoo snel zijn paard loopen kon :n de rmn
ting van Port Ferrans draafde.
Bnntrice pat h«n n tfak.-n en r,ep hem
^hrtïonrbtjgean toe: .Wat ie er an Jé
.Een ontploffing in de mijn!" riep hit
tenig, en wan in sen oogwenk uit het go
ziicht verdwenen.
Beatrice keerde zich om en keek Erica
aan, met daen vastberaden trek op haar
Jong gezichtj.die duidelijk toonde, uit
welk hout ze gesneden was.
„Erica, we moeten ook gaan. Als er een
ongeluk gebeurd is. zal er hulp noodig zijn.
Een ontploffing, zei hij; wat voor soort" won
den zijn da-n het meest waarschijnlijk?"
„Allerlei soort, zou ik denken", nntwoord-
SSd€rWfli ze *amon buis
"i e wZlillon «mbu
lence noodig hebben".
k "nn€« zoon.**', meenemen als we
kunnen. Wil je het njtuig voor ons bestel-
5:"?" b*1 vrachtwagentje voor de b-noo-
dagdiheden en kom je don bij me in de
groote pro visie-kam er? We zullen dekens
meenemen on olie *n pluksel en /wirht«l«
en brandewijn, natuurlijk, en zooveel soep
als er maar in huis .s. En we moefo,, ons
Xgh3j aau- A,l0S l">m' zoo n
.C'nxHi v»PvnM