Het Communisme in de Practijk zrliaal Vïn\4n Jaaq DINSDAG 21 APRIL 1931 DERDE BLAD PAG. 9 (Nadruk verboden Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen DE SALON DER G. P. OE. Dni, het te Parijs verschonende dagblad van de Kerenski-groep, bevat een corres pondentie uit Moskou, waarin aardige mede deelingen worden gedaan over de houding der G. P. Oe. tegenover de gevangen specia listen. D: gevangenen waren, tijdens hun werk in het sowjet-apparaat van meening ge weest, dat de taktiek van het Stallnsrhe vijfjarenplan onvermijdelijk tot een crisis moest voeren.'Wegens deze meening waren zij eigenlijk gevangen genomen. Gedurende hetvooronderzoek werd deze mcening echter ook openlijk verkondigd door Syrtsof, toen nog een der leiders in het partijbestuur, het geen in de partij kringen de grootste onrust verwekte. Toen werden de geïsoleerde gevangenen voorgeroepen en kreeg ieder van hen de mededeeling, dat hij een „gijselaar der overwinning" was. Hij zou zoo lang gevan gen blijven, totdat het succes van het vijf jarenplan ten volle was verzekerd. En ais het zou mislukken, zou men gezamenlijk ten onder gaan, maar in volgorde „de. eerste kogel voor jullie, de tweede voo. ons". Onder die omstandigheden wordt het zonderinge verschijnsel verklaarbaar van een politieke salon op Loebiaaka, het ver maarde hoofdkwartier der G. P. Oe. Men roept de geïsoleerde gevangenen van tijd tot tijd uit hun cellen niet voor een yerlnor, maar voor een vertrouwelijk, openlijk ge sprek. Daarbij komen de gevangenen, be halve bij de meest „verlichte" G. P. Oe amb tenaren, soms zelfs bij Menshinski, den voor zitter dier instelling, terecht De uitgenoodig- de krijgt bij Menshinski thee met versnape ringen, mag buitenlandsche litteratuur in zien. men brengt hem op de hoogte van het nieuws, waarna de G, P. Oe-voorzitter „vol maakt openlijk" begint te spreken, en daar door ook openhartigheid van de andere zijde uitlokt. Om de revolutie te redden. Menshinski betoont zich bij die gesprek ken onderhoudend. Hij uit zich zeer scep tisch over alles, maar geeft te verstaan, dat rnen tot redding der revolutie voor niets moet terugschrikken, zelfs niet daarvoor, dat men zijn ziel opoffert. Zoowel Ramzin als Groman zijn geregelde bezoekers van hun hoofdcipier Menshinski. De gevangenen zijn in drie categorieën verdeeld, naar gelang van de houding, die zij aannemen ten aanzien van hun „ziel". Ramzin, Groman en nog eenige anderen hebben een eigen kabinet, waarin zij kun nen werken, natuurlijk in het belang van het vijfjarenplan. De anderen, die iets min der toeschietelijk zijn, hebben een cel voor zich, terwijl de minst handelbaren in de kelders zijn opgeborgen. In overeenstemming hiermede is ook het voedsel en de behandeling der bloedver wanten en vrienden, die nog op vrije voe ten zijn. De eerste groep mag gebruik ma ken van de uitstekende bibliotheek der G. P. Oe, heeft typisten en vertalers tot haar beschikking, kortom, deze menschen kun nen normaal werken, behalve dan dat zij gevangen worden gehouden, en weten, dat die gevangenschap duurt tot de overwin ning van de Stalinsche lijn. De voorbereiding der processen. In dit salon der G. P. Oe. nu werden de diverse processen voorbereid. Het proces van Ramzin wérd terstond in de defini tieve redactie opgesteld, bij dat der mensche- wisten heeft men langer geaarzeld, Eerst had men een redactie, waarbij de socialisten verbonden zouden zijn met Poincaré en Pilsudski. Reeds in December hadden Inge wijden in Moskou dit soort bekentenissen gelezen Vervolgens had men een versie, waarbij hoofdzakelijk Vandervelde de be middelaar zou zijn. Daarna heette het weer, dat van het heele proces niets zou knmen. De protesten der Fransche vertegenwoordi gers na het proces tegen Ramzin en de zij nen hadden zooveel indruk gemaakt, dat men „zoo een geschiedenis" niet wilde her halen. Vrij onverwachts ging het proces toch door. De correspondent geeft als reden op, dat dit het gevolg is van een onderhoud tusschen Stalin en Woroshilof, waarin deze laatste wees op de toenemende strooming ten gunste van een democratisch socialisme onder de bevelvoering van het roode leger. Toen liet men Poincaré en Pilsudski uit het oorspronkelijke ontwerp verdwijnen -en haalde de Duitsche sociaal-democraten ten tooneele, om een schrikbeeld van dat de mocratische socialisme op te hangen, ter wijl op aandringen van Molotof ook de sabotage in de voedselvoorziening werd ln gelascht met het oog op de stemming on der de bevolking. In hoeverre al deze mededeelingen juist zijn kunnen wij niet beoordeelen. Zeker is het echter, dat zij een goede verklaring ge ven voor het onweerlegbare feit, dat het jongste proces tegen Groman c.s. een plomp in elkaar gezette vertooning was. BELOONING VOOR PROF. TSHIZJEFSKI Bij besluit van den raad van volkscom missarissen der Sovjet-Unie is aan Prol. Tshizjefski een belooning toegekend van 10.000 roebel voor een door hem gedane uit vinding. Deze uitvinding betreft het ionisne- ren van de lucht door middel van een elec- trische stroom. Deze geïoniseerde lucht zou an gr x>ten invloed zijn op den snellen groei ran verschillende dieren. De trusts voor vogelkweekerij, de vleesch- trust en de schapenfokkerstrust zullen dpze uitvinding, onder leiding van den profess >r, toepassen. Men hoopt op deze wijze de veefokkerij nog veel sneller te kunnen, uitbreiden dan in het vijfjarenplan was gedacht. Straks wordt Rusland nog het land, waar de gebra den duiven de menschen zoo maar in de mond vliegen. Nog een paar zulke uitvin dingen en men is aardig op weg. Afgewacht moet worden wat deze uitvin ding voor pract'.sche beteekenis zal hebben. Gaat het niet zoo goed met de geïoniseerde beesten, dan zal er wel een middel bestaan om de geschonken 10.000 roebel weer te onteigenen. Allicht kan dit middel dan ook op de beiders worden toegepast om ze nog harder te laten werken. Een buitenkansje voor Stalin. BEVREDIGENDE GEGEVENS Volgens de Sovjet-bladen hebben de eerste 10 dagen van April in economisch opzicht bevredigende resultaten gegeven. Zoowel de productie van kolen als van gietijzer is voor uitgegaan, terwijl de uitzaai in de ZuidPlijke provincies in vollen gang is en bevredigend verloopt Men heeft overal op het platteland stukloon ingevoerd, en bereikt daarmede, volgens de Sovjet-berich'en, soms een dubbeling van de productie. De republiek der Duitschers aan de Wolga is voor 100 procent tot het collectieve land bouwbedrijf overgegaan. Zoo kunnen wij een heele lijst gegevens verstrekken, die alle blijk geven van het zelfde optimisme. Het lijkt eenigszins vreemd, dat die omkeer in een paar weken tijds heeft plaats gevonden. De vorige maand waren de officieele berichten nog in mineur gestemd. Een wenk echter van de centrale organen, en de pers geeft voorlichting in een andere „lijn". Noodlijdende Nederlanders in Duitsciiland (Van i Berlijnsohen Correspondent) Gemengd Nieuws. Einde Maart heeft het Hoofdbestuur van den Nedcrlandschen Bond in Duitschland een wrgadering te Dortmund gehouden, wel ke belegd was op het speciale verzoek van een aantal leden van het Hoofdbestuur in West-Duitschland. Hier werden de belangen •an de aldaar wonende Nederlanders ampel besproken en de mededeelingen, welke het Dagelijksch Bestuur daar moest ontvangen aren van dien aard, dat dit college zich geroepen achtte, om ook eens met de Neder- landsche Dagbladcorrespondenten te Berlijn de belangen van onze landgenooten onder het oog te zien. Wij gaven elkander hiertoe rencontre in de clubruimte van „Nederland en. Oranie" in Kurfürstenstrasse en op den aangegeven tijd waren tien collega's ver schenen. Collega Blokzijl deelde ons als Bondsvoor zitter mede, dat binnenkort ook ie Berlijn- schc vertegenwoordigers van West-Duitsche organen tot een soortgelijke bespreking uit- genoodigd zullen worden om langs dien weg m breeden kring de aandacht van publiek "n overheid op zeer betreurenswaardige toe standen te vestigen. De nood der tijden heeft den Ned. Bond in Duitschland genoopt, om zich bezig te hou den met vraagstukken, welke oorspronkelijk allerminst op zijn program stonden. De klach ten, welke den laaisten tijd -chter door land genooten werden ingezonden, dwongen het hoofdbestuur, op nader onderzoek uit te gaan en de ons weergegeven indrukken ge- een droevig beeld van de omstandig heden, waaronder vele van onze landgenoo ten moeten leven. De Nederlandsche Bond in Duitschland, die tien jaar geleden met 25 vereenigingen werd opgericht, omvat tegenwoordig ruim 70 vereenigingen, welke over gansch Duitsch land verspreid zijn. Vooral in Zuid- en West Duitschland heeft men veel bereikt. De toene mende werkloosheid deed het aantal leden den laatsten tijd helaas sterk afnemen. Vele vereenigingen konden zich niet meer over eind houden en het is voorgekomen, dat zulk een vereeniging wegens werkloosheid van alle leden moest worJen ontbonden. Hierdoor zijn de bondsinkomsten achteruit gegaan, kan dus de toestand van den Bond niet kunstig genoemd worden. Het rijks subsidie, welke oorspronkelijk 5000 gulden bedroeg, werd ten gunste van de federatie Sint Joseph met 300 verminderd en de kans op verhooging van het subsidie schijnt niet groot te zijn. Op initiatief van generaal Wittert zal den Ssten Mei a.s. in het Carl ton-Hotel te Amsterdam een liefdadigheidsavond geor- garniseerd worden, waarvan de opbrengst voor den Nederl. Bond bestemd is. Hierdoor hoopt men in staat te zijn, op de vele aan vragen, om dezen zomer kinderen van nood lijdende Nederlandsche familie's met vacan- tie naar ons land te zenden, een gunstig antwoord te kunnen geven. De Nederl. Bond heeft ook voor dit werk de leiding voor gansch Duitschland op zich genomen. Als het eenigszins mogelijk blijkt, hoopt men 500 Nederlandsche kinderen uit te zenden. Dit werk wordt met. groote zorgvuldigheid voorbereid. Aan de scholen wordt gevraagd, of een vacantietijd van zes weken mogelijk is, aan de ouders, of zij verwanten in ons land hebben, waar de kinderen eventueel kunnen wonen, want men weet uit ervaring, dat particulier logies meestal het beste re sultaat oplevert Men hoopt en verwacht, SCHILDERIJENZWENDEL. Men meldt ons uit Oosterbeek: De politie is er in geslaagd drie geraffi neerde oplichters te arresteeren, die do«-r verkoop van vrijwel waardelooze schilde rijen tegen fabelachtig hooge prijzen de i heer C. te Oosterbeek voor vele duizenden guldens hebben benadeeld. Zij spiegelden hun slachtoffer voor, dat hij de gekochte schilderijen gemakkelijk later met veel winst zou kunnen verkoopen aan een Amerikaan dien zij kenden en die een Hollandsche kunstverzameling wilde aanleggen. Inder daad verscheen dezer dagen een „Ameri kaan" bij den heer C., die inderdaad een ongehoord bedrag bood voor de schilderijen waarop de heer C. natuurlijk gretig inging. Eenige dagen later kwamen de oplichters weer bij hem, met het verzoek hun 15.000 gul den te willen leenen om daarmee een las tigen schuldeischer te betalen. Hij kon dun de schilderijen als onderpand houden. De verkwistende levenswijze der heeren trok echter de aandacht der politie met hei gevolg, dat zij nu, tezamen met den pseurlo Amerikaan zijn ingerekend. Het zijn de 34-jarige S., de 50-jarige K. D., en de 36-jari- ge Q. Te Amsterdam is een der oplichters gearresteerd en naar Oosterbeek getranspor teerd. Het sleepschip „Lipquenda", dat Zater dagavond in de sluis te Hansweert bekneld geraakt is vannacht gezonken. Het keer in de sluis is thans geheel gestremd. De „Linquenda" is een sleepschip van 550 ton en was geladen met grint Het schip geraak te beklemil tusschen den lichter „Nenuphai" en het sleepschip „Leo". Bij laag water is de „Linquenda" van morgen boven de oppervlakte gekomen. Met pompen heeft men getracht het schip boven water to houden, hetgeen echter niet mocht gelukken. Toen de vloed opkwam is het schip weer volgeloopen. De experts hebban een inschrijving gehouden om het schip en lading te bergen. De gunning werd toege wezen aan de firma De Graaf en Koelman te Rotterdam, die reeds materiaal naar Hans weert heeft afgezonden. De Westersluis blijft voorloopig gestremd. Slechts de vloeddeuren kunnen worden gesloten, de ebdeuren evenwel niet Het keer door midden- en Oostersluis vindt op normale wijze doorgang. De „Leo" en de „Nenuphar" hebben hun reis naar Antwerpen voortgezet, hoewel zij beide beschadigd werden. HET SPOORWEGONGEVAL BIJ BLERIK Het scheidsgerecht der Spoorwegen heeft heden In besloten zitting vergaderd in een der localiteiten van het Staatsspoorstation le Den Haag. Behandeld werd het hooger beroep, ingesteld door de baanwachteres te Blerik tegen het haar gegeven ontslag in verband met het ernstig ongeluk bij Blerik, waarbij eenige monschenlevens vielen te be- betreuren. Het scheidsgerecht zal te zijner tijd zijn beslissing aan de betrokken partijen mededeelen. DOODELIJK F IETSONGELUK Te Ilpendam (N.H.) is de 70-jarige de Graaf door een wielrijder aangereden. Hij kwam te vallen en kreeg een hersenschud ding. Na eenige uren is de man overleden. dat er onder de duizenden Nederlandsche families, die eertijds zoo graag en zoo gul Duitsche, Oostenrijksche of Hongaarsche kindéren opnamen, nu ook velen gevonden zullen worden, die voor de kinderen van hun eigen landgenooten wat over hebben. Het onderbrengen in kinderkolonie's kost in doorsnee 1.80 per dag en zou met ver dere kosten vöor reis en verblijf 100 per kind komen, hetgeen boven de financieele draagkracht van den bond uitgaat De Sint Joseph-federatie omvat ruim 20 ereenigingen, wordt bijgestaan door een Katholiek Huisvestingscomité in Nederland beschikt over kerkelijke ondersteuning. De Nederlandsche Bond is „überparteilich" en telt onder haar leden ook honderden katholieken. De eerste twintig aanvragen van ouders, die hun kinderen graag dezen zomer uitgezonden willen zien, waren toe vallig alle van katholieke families. Het werk van den Bond omvat voorts nog een twaalftal cursussen in West-Duitsch land, welke Nederlandsche ouders in staat stollen, hun kinderen in de taal van het vaderland onderwijs te doen geven in ver schillende vakken. De Bond betaalt zelfs het tramgeld voor kinderen, die buiten de stad wonen en cr toch graag aan willen deelnemen. Collega Koelensmid vertelde ons iets na- deFs omtrent onze in Duitschland levende en werkende landgenooten. Het aantal Ne derlanders in Duitschland, dat voor den oorlog circa 150.000 bedroeg, is tot de helft gedaald. Alleen voor Berlijn bedraagt het aantal ongeveer 2200. Het procent werk- loozen bedroeg nog een jaar geleden 50 en is thans tot ruim 75 pCL gestegen. Naast ruim 22000 Nederlandsche werknemers in Duitschland plaatste spreker een veel groo- ter aantal Duitsche werknemers in Neder land. Door het „Arbeitsamt Köln" wordt het bij ons arbeidende aantal mijnwerkers op 6000 en het aantal Duitsche dienstmeis jes op 10.000 getaxeerd. De „Rhein-und Ruhr- zeitung" van 20 Maart 1931 vertelt van 30.000 Duitsche dienstmeisjes in ons land! In Duitschland worden Nederlanders den laatsten tijd al net eender als Polen en Tsjechen behandeld, dat wil zeggen: ont slagen. Slechts zij, die een „Befreiungs- schein" kunnen voorleggen, worden ietwat menschelijker behandeld, maar niettemin zijn er gevallen, dat Nederlanders, die vele jaren in groote bedrijven gearbeid hebben, zonder verderen vorm van proces op straat komen te staan. Natuurlijk heeft dit groote ontstemming en ontevredenheid onder onze landgenooten teweeg gebracht en werden door sommigen van hen represaille-maat regelen voorgeslagen. Hierop werd echter door den bond niet ingegaan, ook al er kent hij het groote gevaar van zulk een anti-Nedprlandsch optreden. De „Rhein-und Ruhrzeitung" waarschuwde dezer dagen na drukkelijk tegen zulk een vijandig beleid. Onze arbeidlooze landgenooten zijn voor ondersteuning op het „Wohlfahrtsamt" aan gewezen, dus op de „armenzorg" en die ondersteuningmogelijkheid is slechts van korten duur. Na overleg tusschen de Duit sche en Nederlandsche grenscommissie wor den sommige families geheel ten onrechte uitgewezen, anderen, die hun boeltje al in gepakt hadden, krijgen op t laatste nip pertje de mededeeling, dat ze met Neder landsche hulp vooralsnog in Duitschland kunnen blijven. De staat schijnt onze land genooten liever in den vreemde te onder steunen, dan dat hij ze naar ons land laat komen. De rijksondersteuning voor behoef tige Nederlanders in het buitenland wordt in de begrooting met vier ton aangegeven, maar niemand weet in dezen precies, wat er eigenlijk gaande is. Zelfs kamerleden krijgen op desbetreffende vragen geen af doend antwoord. De bureaucratische nauw- .keurigheid schijnt sterker te wezen dan het menschelijk gevoel. De tak van dienst in Nederland laat veel te wenschen over. De werkloozen, die ondersteuning dringend behoeven, moeten naar een Postbus schrij ven en het duurt dan een heele tijd, aleer ze een afdoend, helaas maar al te afwijzend antwoord ontvangen. Sommigen krijgen ondersteuning in hypothecairen vorm, gaan dus een leenning aan, welke boven hun krachten uitgaat Dit systeem wordt tegenwoordig door den Rijkssteun dienst en het Wohlfahrtsamt gevolgd. Hoogst onverkwikkelijke gevallen worden ons voor gelezen waaruit valt af te leiden, dat nood lijdende Nederlanders van allen kant zon der den gewenschten tact en de vereischte humaniteit worden behandeld. Daar de minister van buitenlandsche zaken verklaard heeft, dat de Bond maar moet zien, hoe hij elders aan de noodige gelden komt, is deze op particulieren steun aangewezen en komt hij thans een beroep doen op allen, die het vruchtdragend werk van den Bond waardeeren. In alle Neder landsche bladen zal dezer dagen een op roep verschijnen, welke aller aandacht ten volle verdient Het is te hopen, dat velen hun scherfje zullen bijdragen tot een onder steuning van hen die trouw bleven aan hun vaderland, ook al woonden zij jaren achter een in den vreemde en werd het hun niet gemakkelijk gemaakt, in Duitschland een bescheiden stukje brood te verdienen. Ter vergemakkelijking noem ik u een tweetal adressen van het Nationaal Comité tot steun van den Nederlandschen Bond in Duitschland: Penningmeester voor Den Haag: P. D. SCHULLER TOT PEURSUM, Lange Vijverberg 3. Penningmeester voor Amsterdam: G. H. DE MAREES OYENS, Keizersgracht 280. E I c h wat Wils HUN BRIEFJE VAN T EN „Moet je nog niet even rooken, vader?" Het oude vrouwtjo keek glimlachend, met een tinteling van spot in haar oogen, naar den man die stil tegenover haar zat Hij had, zeker al een kwartier geleden, zijn krant dichtgevouwen en zat voor zich uit te-kijken, terwijl zijn handen een beetje onrustig over het rood-en-zwart gebloemde tafelkleed heen bewogen. In zijn oogen was weer dat sombere, dat eigenlijk niet bij hem hoorde en dat er alleen maar was als hij gedachten had, die hem onrustig maakten. De vrouw had het wel gemerkt, hoe het met hem gesteld was; en ze meende te be grijpen wat hem onrustig maakte: zijn half- pondje tabak was bijna op en het was nog rnaar Donderdag en hij moest er de week mee uitkomen; pas Zaterdagavond kon er nieuwe worden gekocht. Hij zou tFek in roo ken hebben en toch niet willen om z'n ta bak. Vandaar die rimpels en die onrustige handen. Daarom kón het moedertje het niet helpen dat ze hem even plagen moest'„Moet je nog niet even rooken?" Maar nu het antwoord niet dadelijk kwam nu haar plagende vraag niet dadelijk de rim pels in zijn voorhoofd deed verdwijnen, ver dween toch hij ha&r het spottende uit haar oogen. Zou hij over iets anders piekeren'/ Zou het toch nog weer in hem opkomen, die bitterheid om hun zorgelijk bestaan? Ja, daar kwam het al. „Och, het is dan toch ook treurig, dat wij het zoo krap heb- l>en, nu wij oud zijn. 'k Heb straks de laatste cokes opgeschept uit het hok. Dat wordt morgen al weer 'n uitgave. Dat zal ons ons stukje vleesch van Zondag wel weer kosten. En dat is nog niet erg; maar die zorg, dat rekenen. Vroeger ging dat, dan ben je jong. Maar 'k ben er te oud voor. 't Is treurig nu ik niet meer werken kan. Vroeger had je 's winters wat achteruit, voor brandstof en zoo. Maar nu? Nooit eens iets extra's. Die ouderdomsrente en die paar centen pen sioen en wat moet jij als ik er niet meer ben? Nu sloeg z'n stem over; z'n hand ging naar z'n oogen. Maar nu viel het oude vrouwtje dadelijk in. Ze wist: d i t was eigenlijk zijn groote zorg: „als ik er niet meer ben". Als hij daar over sprak, beefden z'n oude handen. Ze stond bedrijvig op om hem af te leiden; praatte intusschen al": „Kom man, zoo mo gen wij niet. Wij zijn er nog en wij komen nog rond. Er zijn er die het slechter hebben. En later, nu dan zorgt Hij wel weer. Hier. een kopje troost" ■Hij keek naar haar. „Ja", zei hij, „jij denkt altijd het goeie." Nu zaten ze wieer stil. Zij had haar brei werk weer opgenomen. Hij streelde de oude grijze kat, die naast hem op de leuning van z'n stoel was komon zitten. Ineens een geluidje in huis. De brieven bus. Beide maakten ze een beweging om op te staan. „Wat kan dèt zijn op den laten avond?" Hij ging. Zij liet haar handen rusten en luisterde. Daar was hij al weer. „Wat is het?" „Ik weet het niet Ons adres staat er op met rare letters, net of een kind het geschre ven heeft". Haastig scheurde de oude man de enve loppe open. Iets kleins zat er in. Van ver bazing gingen ze beiden zitten: Een biljet van tien gulden. Anders niets. Geen briefje. Geen afzender. Het couvert werd om-en-om gekeerd. Niets, „Hoe kan dat? Van wie kan dat zijn?" kwam eindelijk, wonderlijk onvast uit het hoekje waar het vrouwtje zat Hij antwoordde niet; schudde enkel het hoofd. Eindelijk helderde haar gezicht op. „'t Kan alleen van Jan en Marie wezen." „Ja", zei hij-, „van niemand anders." „Van Jan en Marie" in die enkele woor den lag al hup dankbaarheid voor deze bei de menschen, hun vrienden, die, jonger dan zij. hen zoo trouw opzochten: hen altijd weer zóó hartelijk ontvingen als ze eens kwamen. Jan en Marie, die zóó goed voor hen waren, alsof 't hun eigen kinderen wa ren. Van niemand anders kon dit geld zijn. En vast hadden ze kleine Anneke het adres laten schrijven en vast had Jaap den briet ln de bus gedaan. Jan en Marie, die hadden iets van hun zórg begrepen „Moeder, wat doen we met het geld?" Ze voelde wét hij wilde en antwoordde glimlachend: „Ik vind, bewaren, \ader. mot kwadere dagen". „Juist", zei hij, „dat vind ik ook." Juist een week later ritten ze wéér zoo ieder op hun plaats bij het rood-en-zwarte tafelkleed. Maar alles is anders geworden. Het oude vrouwtje breit niet Ze zit ineen gedoken en er vallen telkens tranen in haar schoot. De man mompelt telkens iets stil voor zich heen. Er is groote rouw. Jaap, de jongen van Jan en Marie, is dood. Plotseling hevige griep en zóó weg. Over het heengaan van een eigen kleinkind kon het leed niet groo- ler zijn. „Moeder", zegt schor de oude man, „moe der, weet je wat wij moesten doen?" „Nu?" wil ze vragen, maar er komt geen geluid. Dan wordt het hem ook te machtig, maar hij zegt toch: „wat bloemen voor de jongen, of een krans." Zij kijkt hem dankbaar aan. „Ja", zegt ze, „dat móét, dat is toch het laatste." Hij grijpt naar het laadje van het kastje naast hem. Een tdengulden-biljet verdwijnt in zijn vestzakje. Met iets veerkrachtigs in z'n gebaren staat hij op. „Ik ga 't nog he stellen". „Ja", zegt ze, „een mooie hoor, van tien gulden." Terwijl hij langs haar gaat naar de deur strijkt het oude vrouwtje even met hulpeloos gebaar langs zijn mouw. „Die Jan en Marie, gaven ze daarvoor nu hun tien gulden?" „Stil moeder", zegt hij, „het „waarom" is alleen voor onzen lieven Heer." Of dit „echt gebéurd" Is? Ik kau 't u heusch niet zeggen. 'k Trof dit schetsje aan in „Kerk en Volk". In m'n jeugd heb 'k vaak een versje ge zongen van een stervend meisje, dat verzocht geen bloemen op haar graf te hebben „om dat de Heere Jezus met doornen werd ge kroond". Slechts 'n paar regels zijn in m'n herinnering bewaard gebleven, maar als 'k bij een doodsbericht lees „geen bloemen", dan moet 'k nog vaak aan dat versje den ken. Maar zelfs zij, die den dood in letterlijken zin niet willen „verbloemen", zullen toch ge roerd, kunnen zijn door 't besluit dezer oud jes om voor hun briefje van tien. dat ze zoo heel best konden gebruiken, „wat bloomen voor de jongen of een krans" te koopen. Zulke menschen zijn er, ook thans nog: eenvoudige luidjes, maar met harten van goud. Arm naar de wereld en toch van adel! Radio Nieuws. W oenkdng 22 April. HUIZEN (1875 M.) NCRV. 8 Tijdsein. 8—8.16 :jnfUezlng. 8.15—9.30 Morgenconcert. 10.30 Ïj?,3.®7711 ^ort® slekendienst. te leiden door l)s. K. Prins. Geref. Predikant ii_12 Uarmonlumbi 'Jaanz te HU 11 TtJdi den taee Mej. Ai 12.15—12... 12.302 Mlddagconci nzwauyMöllenkamp, Gramofoon 1: Mevi ang, H. uutoi jr., ceilo, Mevr. d Horst—Bleekrode, piaDo. 2 TUcise Gramofoon. 2.30—3 Lezen van Ohr. Lec inej. M. Wentlnk. te Hilversum 3 Tt 4.30 Concert: Mevr. J. Hekkertva sopraan. Plet Zwager, tenor. Mej. Eve -12.16 Politic-" Salzedo, 4.45 Gramofoon Tijdsein. 6—6 Kind. iar. te Hlllegersberg; 4.4435 Verzorging Mej. Mej. N. Vei L. Steen te Hllve; .Kersberg; Zang. Rotterdam, Plano: Mej To 6 Tüdseln. 6—6.45 üiirtj. voor de 1. heer H. Pllon. Onder't.lu land". 6.457.15 Halfuurtje voor de rijp Jeugd. Spreker Dr. K. Dijk. Uere,. Rred. S enhase- Onderwerp: ..Lenteleeai.i ïdLfur er: d\ heer K" Kruithof te Utrecht. V-oorzltter van het Chr. Nat. Val Nederland. 7.30—7.45 Politieberichten. 1.46—8 twnmofoon. 8 Tüdseln. 8 Uitzendavond te ver- ;nlglng. het Hoofdbestuur \fI«e0?iKln& Muzlkalfi med. aiej. Jeanne van Ameronge ■s: Dr. P. de Ned. igenga Azn.. J heer N. Schenki werking verleenen HendrlkseKlem, •Egb. A Vos orgel, D. Kuiper, Amsterdamsche Muzlekvereenlglng ..Inter Nos". Na ^afloop Persberichten van Vaz L>ias en Gra- XVE?S (Z988 M VARA 8 Gramofoon VPRO- 10 Morgenwijding. VARA 11 Gramofoon. 11.05 IUdio- 36 Gramofoon. 12 Mldaag- oor verzorging van iweiiurtje. vartlertje. ifoon. 4.80 10.15 Onze Keuker Volkunl- concert. _l-45 Onderbreki_„ 2-15 Gramofoon. 2.2! 3.15 Gramofoi 3.35 Maak Voor dc Onderwijsfonds van de Blnn XXII. 7 Radio-Volkstin ilf. Cui 6-^-6.30 Uitzending Mandollne- 7.30 Orgel; 0 spel. 10.06 Persberichten Orkest, 11.30 Gramofoon, 6.30 >£l. 8 Uitzending Orkest 8.4 g I Hl t Dim WEDSTRIJDPRAATJE ACTIE! dan weer ACTIE en dan nog eens ACTIE! Op allerlei terrein, bij elke partij, op elk gebied. En wat is het sterkste actie middel in vele opzichten? DE KRANT. Helpt dan allen mee, de invloed van onze eigen pers uit tc breiden, werft abonné's, in meer dan één opzicht is het nü een gunstige tijd FEUILLETON TWEE ENTHOUSIASTEN Naar het Engelsch van EVELYN EVERETT—GREEN Door J. VAN ZUYLEN „Neen, wonderlijk verschillend im elk op- zicht; maar zoo zacht, en lief en goed. Je zou dat beter begrijpen, als je haar beter kende. Het kost even tijd om het te ontdok ken, maar men voelt het ais bij instinct, zooals Raphael deed. Ik weet, dat de men schen zich over hem z,uilen verwonderen, zullen zeggen, det hij een geduchte vergis eing gemaakt heeft; maar mij dunkt dat hij met bet iog op zijn eigen geluk, juist ge oordeeld heeft". „Ik zou 0edacht hebben, dat een vrouw- als juffrouw Gholmond lederen man geluk kig zou maker Louise docht een oogenblik na en zei toen bedachtzaam: „Ik weet het niet. Ik houd veel van haar. meer dan ik zeggen kan; maar soms denk ik dat ze meer is aangelegd om de eerste plaats in te nemen don de tweede, meer te bevelen dan te ge hoorzamen. Mij schijnt ze het best m baar plaats a;l6 de onafhankelijke bestierder vaui haar eigen huis en zaken. Bovendien ik weet dot Raphael iet6 in haar mist -- juist datgene, waarnaar hij het allereerst zou Kien bij een vrouw. Je weet wat ik bedoel. Jack en je kent Raphael. Ik geloof met dal het mogelijk voor hem zou zijn iemand li- f te hebben, wiens sympathieën w'n nipt met de zijne overeen komen. Hij praat er •»el niet ovor, maar hij voelt het z>> gauw". Jack keek ernstig en tamelijk vernaasd. „Maar ze is zoo goedl Kijk eens naar wat ze doet en wat ze weggeeft Little Ferra.rs is compleet gemetamorphoseerd. Ik zou ge- daoht hebben, dat dat nu wel het allerlaat ste was, dat tegen haar zou kunnen worden ingebracht" „Ik wil ook niets, geen enkele beschuldd- ging of verwijt, of hor je 't ook noemen wiit, tegen haar inbrengen. Ik bedoelde alleen maar duidelijk te maken, dat zij en Raphael het leven met een verschillenden j maatstaf meten antwoordde Beatrice I vriendelijk. „Beatrice is zeer ernstig. Ze is I niet zorgeloos of onbedachtzaam en ze heeft voor zich zelf een leveneleus waarnaar ze met olie kracht zoekt te leven. Maar"i „En wat ie haar leus?" vroeg Jack. „t! Schijnt me toe, dat het heel goed zou wezen als meer menschen daarnaar trach ten te leven, wat het dan ook moge zijn." „Je weet het heel goed, Jack: „De zuivere en onbevlekte godsdienst is deze, weduwen en weezen te bezoeken in hun verdrukking en zichzelve onbesmet bewaren van de we reld." Beatrice zegt, dat dit haar godsdienst is en dat ze daarnaar wil leven". „Wel. me dunkt, dat ze dit doet." Louise was een oogenblik stil; toen ze weer sorek,klonk het rustig en nadenkend „Raphael z*gt, dat ^niemand zichzelven on besmet van de wereld kan bewenen, zonder de hulp vain den Heiligen Geest. Beatrice meent, dat het kan gebeuren door de daden van liefdadigheid, die ze zoo graag ver richt. Zij meent. dat. door de eene helft vam I haar levene'^us im practijk te brengen, liet bezit van de andere haar verzekerd :s. I Raphael denkt er zoo niet over; en ik ge loof. dat hij gelijk Treeft" Jack keek ernstig en nadenkend. „Maar ad te waar, Louise, zooais iedereen je kan vertellen, die tegen het leven heeft moeten vechten en die iets van de teleur stellingen en beproevingen af weet Juf frouw Cholmond weet dot niet de din gen zien er zoo anders uit voor vrouwen en vooral voor vrouwen, die alles wat ze begeeren om zich heen schijnen te hebben. Ik denk zoo vaak hoe moeilijk het moet wezen, zijn eigen zwakheid te kennen, wanneer men niet in bijzondere verzoeking is, ais olies voor den wind gaat en het zonnetje schijnt Er is een flunk e storm voor noodig, om te maken, dat je weet hoe hulpeloos je eigenlijk bent. Men mist het anker niet voordat men het wiil uitwerpen en merkt, dat het er niet i6. Het moet wel prettig zijn te leven zonder tegenwind of soesalh van eeiuige soort, maar dat is toch niet de manier waarop men de behoefte aan goddelijke hulp leert kennen." Louise keek hem aan met een stralenden liefdevollen blik. Zijn woorden mochten al niet sierlijk zijn, en taalkundig misschien niet geheel in orde, maar ze gaven zijn meéning heel duidelijk te kennen en die meening was er een, welke ze met blij i- schap en trots hoorde. Maar terwijl anderen over Beatrice spra ken als over iemand, d.ie vreemd was aan hét dienste levensgeluk, dacht z er zelf volstrekt niet zoo over. Het scheen haar tpe, al6of ai de schatten van de wereld aan haar voeten lagen, alsof zij haar hand maar had uit te strekken om 't beste en mooiste van wat het leven had aan te bieden te vergaderen. In bot geluk vain Louise en Jack zag zij een voor-afschaduwing van haar eigen ge luk en in de plannen en ontwerpen die zij Iedereen voor haan wagentje gespannen, te hunnen behoeve ontwierp en besprak,'en had altoos overwonnen, zelfs doer wï gevoelde ze iets, alsof ze wat weggaf van den overvloed van zegeningen en weldoden diie haar eigen pad en haar eigen leven omringden. Het was bijna een noodzakelijk heid voro haar om rondom zich zonneschijn te verspreiden, diie zoo op haar eigen leven was geconcentreerd. En bij al die andere zegeningen kwam nu nog de vreugde, die de kroon van een vrouwenleven is, een liefde, die haar stempel zet op al 't andere Went zij beminde Raphael en ze was zich daarvan bewust en ze geloofde zelf ook be mind te worden. de lust om te overwinnen ontbrak. Het was dus niets meer dan natuurlijk, dat zij zich hier van de zegepraal zeker gevoelde. Zoo snelden de dagen voorbij als op vleu gelen, en om velschillende redenen heersch te er m veler harten geluk; bij sommigen was het een diepe, ernstige, dankbare vreug •de, bij anderen een opgewekt gevoel van ■verrukking en zegepraal. De vroolijkste van de vroolijken was Beatrice onzelfzuchtig jook in haar geluk, altoos vol van plannen iOm warmte en weldaden rondom zich te erspreiden, terwijl ze een levendig maar hiT <tot e*100"»- m moeU«k goed vèrborgen genoegen «naakte in het hebben kunnen zeggen want nooit had hij feit, dnt Raphael haa7 medewerker »"e een woord gefluwtórd of haar met een Mik laan u ien ze haar ontwerpen e»ri vde én aangekeken, die kon worden uitgelegd ate die haar prectieohe raadgever was die ha* een aanduidtag ™.n zulk een gevoelen. Hij weldadigheid regelde en beperkte of u t wan vriendelijk ent,ech en zeer ernstig ,n breidde. Op zijn helder, "elo™wogen «r. zijn genegenheid en bewondering, maar deel bouwde ze. hij was te eterk- ann nooit had hij de guenzen van een gewone, waarop ze vertrouw?. Kalm dadegen.'tad""' prettige vriendschap overschreden, door de kracht der omstandigheden lichtelijk ongewonen vorm had aangeno men. Beatrice had zich zelf daarvan wel rekenschap gegeven, en toch twijfelde zij niet, kende geen oogenblik van angstige vrees en nog minder van zweem van jaloezie. Voor iemamd van haar vurig tempera ment was zelfbedrog, wear (het haarzelf betrof, maar al te gemakkelijk. Zij zag hel der genoeg als het over audeiren g'ng, maar ■haan* leven was tot hiertoe zoo vol blijd schap en triomf geweest, dat ze nooit de gedachte aan mislukking en teleurstelling inet zichzelf in verband kon brengen. Ze had overal genegenheid gewonnen, waar ze dat had wenschen te doen; had die j daad maair de storm was al bezig op te steken in de heldere lucht wolken en donkerheid en conflicten voerde hij mee; de crisis in haar leven 6tond voor de deur. HOOFDSTUK XIV Een ontploffing Daar was het geluld van een dof, onheil spellend gerommel, dat uit her hart der aarde scheen op te komen Het vreemde geluid was vergezeld van een trillende be weging van den grond, gelijk als bij een aardbeving. Beatrice en Erica, dï° ramen m den tuin wandelden, stonden stil en wis selden verwonderde blikken. «Wat kan dat zijn?" vroeg Beatrice, maar Erica kan zelfs geen veronderstelling maken Ze wandelden in de richting van den grooten weg, met het voornemen eenige op- heldotnng te vragen over het vreemde «e- luid. Beiden waren niet op hun gemak en wet zenuwachtig; een onbestemd gevoel zei hun, dat er 6tal*ig iets niet in orde was. r°en zij den straatweg bereikt hadden zagen zij Raphael Everard aankomen, die zoo snel zijn paard loopen kon :n de rmn ting van Port Ferrans draafde. Bnntrice pat h«n n tfak.-n en r,ep hem ^hrtïonrbtjgean toe: .Wat ie er an Jé .Een ontploffing in de mijn!" riep hit tenig, en wan in sen oogwenk uit het go ziicht verdwenen. Beatrice keerde zich om en keek Erica aan, met daen vastberaden trek op haar Jong gezichtj.die duidelijk toonde, uit welk hout ze gesneden was. „Erica, we moeten ook gaan. Als er een ongeluk gebeurd is. zal er hulp noodig zijn. Een ontploffing, zei hij; wat voor soort" won den zijn da-n het meest waarschijnlijk?" „Allerlei soort, zou ik denken", nntwoord- SSd€rWfli ze *amon buis "i e wZlillon «mbu lence noodig hebben". k "nn€« zoon.**', meenemen als we kunnen. Wil je het njtuig voor ons bestel- 5:"?" b*1 vrachtwagentje voor de b-noo- dagdiheden en kom je don bij me in de groote pro visie-kam er? We zullen dekens meenemen on olie *n pluksel en /wirht«l« en brandewijn, natuurlijk, en zooveel soep als er maar in huis .s. En we moefo,, ons Xgh3j aau- A,l0S l">m' zoo n .C'nxHi v»PvnM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9