naai VarA4ndaaq MAANDAG 20 APRIL 1931 DERDE BLAD PAG. 9 DE BZTEEKENIS VAN DE VERKIEZINGEN VOOR DE PROVINCIALE STATEN Men krijgt wel eens den indruk dat de verkiezingen voor de Prov. Staten zien niet in dezellüe belangstelling mogen verheu gen als die van Tweede rvamer en Gemeen teraad. In de couranten kan men de Kamerver slagen en de Gemeenteraadsvergaueringen geregeld volgen, van de Prov. Staten hoort men weinig of niets hetgeen wel verklaar baar is, daar de Staten slechts twee zittin gen hebben, nl. een voorjaarszitting, thans liever gezegd een zomerzitting, een najaarszitting. Tooh onderschatte men het gewicht dezer verkiezingen niet en wel om de volgende reden. Ie. Verkiezing der leden voo de Eerste Kamer. De leden van de Eerste Kamer worden gedert 1848 door de Prov. Staten gekozen, toentertijd uit de hoogst aangeslagenen in 's Rijks directe belastingen, maar tegen woordig op basis van de etenredige verte genwoordiging Hieruit volgt dus, dat de Eerste Kamer eeu vrij getrouwe copie vormt van de sterkte der politieke partijen in de provinciale staten. De Eerste Kamer, aanvankelijk bedoeld als een bolwerk voor de Kroon, heeft te genwoordig meer tot taak de door de Twee de Kamer aangenomen wetsontwerpen en verdragen nog eens aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen, voor overijling te waken en zoo mogelijk na te gaan of de voorgestelde wetten of de tractaten hun weerklank vinden bij de meerderheid der bevolking. Het kan mogelijk zijn dat ondanks de evenredige vertegenwoordiging een door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerp of tractaat toch tegen den zin of het rechts gevoel van de meerderheid der bevolking indruischt. Men herinnere zich b.v. het verwerpen van het wetsvoorstel tot afschaffing van den zomertijd door de Eerste Kamer en het verwerpen van het voorgestelde tractaat met België inzake het verbindingskanaal met Antwerpen. Er zijn politieke partijen die de reden van bestaan van de Eerste Kamer ontken nen, maar het is een feit dat nooit een wet of tractaat tot stand komt wanheer zij het veto uitspreekt De Regeering kan de Eerste Kamer des poods wel ontbinden, maar dit heelt bij bet tegenwoordige kiesstelsel weinig zin omdat vrijwel van te voren berekend kan worden hoe de nieuwe samenstelling zal worden. Een ander geval was dit toen Dr. A. Kuy per in 1904 de Eerste Kamer naar huis zond toen zij het door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerp ter regeling van het Hooger Onderwijs verwierp. Toen was inmiddels de samenstelling der Provinciale Staten van politieke kleur vei anderd en de minister-president kon erop rekenen dat de Staten een rechtsche meer derheid naar het Hoogerhuis zouden afvaai digen, hetgeen ook geschied is, waarna de wet op het Hooger Onderwijs tot stann kwam. Het gaat dus thans om de toekomstige samenstelling van de Eerste Kamer en dit alleen is reeds voldoende om in het geweer te komen. Men noemt dit, het stelsel eener getrapte verkiezing, d.w.z. een verkiezing met trap pen, waarbij de kiezers de statenleden et» laatstgenoemden de leden der Eerste Kam ei kiezen. 2e. Toezicht op, de belangrijkste handelingen en besluiten der gemeentebesturen Al is een gemeente nog zoo groot, zij moet aan een klein college, van 4 tot 6 le den, de Gedeputeerde Staien, die het dage- lijksch bestuur der Prov. Staten vormen, met alleen linancieele rekening en verant woording afleggen, maar ook zijn tal van hesluiten aan ue goeukeunng van Gedepu teerde Staten onderworpen. Weliswaar is er in vele gevallen beroep op de Krom mogelijk, maai dit neemt toch mei weg dat de Geu. Staten zich er in eer ste instantie mede bemoeien. Toen <le gemeente Rotterdam enkele ja ren geleden een huurverordening wilde in voeren, werd dit door Ged. Staten belet en de Krcon bevestigde dit Wie belang stelt in een opsomming der beslui .en die aan de goedkeuring van Ged. Staten zijn onderworpen, leze art. 194 e.v. der Gemeentewet eens door. Het Nederiandsche volk staat thans op het punt de voogden en opzieners der ge meenten te kiezen. 3e. Het beslissen van diverse geschillen. Door bijzondere wetten (de wet op de grondbelasting, de Lager- en Middelbaar Onderwijswet e. a.) is aan Ged. Staten de beslissing van speciale bestuursgeschillen opgedragen en vervult dit college het arnnt van administratief rechter. 4e. Het toezicht op bijna alle wa terstaatswerken, waterschap pen, veenschappen en veenpol- dei's. Niet ten onrechte worden de waterschap pen vaak de kinderen der Provinciale Sta ten genoemd. De verschillende waterschapswetten (o.a. de Keurenwet van 1895 en de Waterstaais- wet van 1900) kenneu zoowel preventief als repressief toezicht aan Ged. Staten tqe La.v de door de waterschapsbesturen te maken verordeningen. Voor politieverordeningen, die de wet meer speciaal keuren noemt, is altijd de goedkeuring van Gedeputeerde Staten noo- dig. Het is niet mijn bedoeling de werkkring der Provinciale Staten nog verder te gaan beschrijven, maar alleen om de aandacht te vestigen op het zeer uitgebreide terrein waarop zij zich bewegen en het groote be lang van deze verkiezingen. Men zij dus niet lauw voor deze zaak, doch ga zoo vroeg mogelijk ter stembus, teneinde ook voor dit gewichtig deel van ons staatsbestuur mannen af te vaardigen die pal staan tegen revolutionaire ontbin dende en demagogische bewegingen. VAN DER PAUW. AART VAN DER LEEUW t De beleende dichter en prozaschrijver Aart van der Leeuw, die in 1876 te Hof van Delft werd geboren, is Vrijdag te Voorburg overleden. Hij werd in 1902 aan de Univer siteit van Amsterdam meester in de rech ten, werkte eenige jaren als chef de bureau bij de Levensverzekeringmaatschappij „Dor drecht" en begon in 1908 zijn literaire loop baan. Hij was 35- jaar toen zijn „Liederen en Balladen" het licht zagen. Hij schrééf verschillende verhalen tussohen 1914 en 1930. De Maatschappij der Nederiandsche Letterkunde heeft hem eens den jaarlijk- schen prijs van'duizend gulden toegekend voor zijn dichtbundel „Het aardsche Para dijs". Dinsdag' half 3 vindt de begrafenis plaats te Voorburg. VOLKSHUMOR HET BRANDENDE BLUCHER- PALA1S (Van onzen Duitsohen correspondent) Het paleis van Fürst Blücher, onmiddel lijk achter het Brandenburger Tor aan den Pariser Platz gelegen, werd voor een be langrijk deel een prooi der vlammen. Juist enkele maanden geleden ging het statige gebouw in Amerikaansch bezit over. Tegen den niet geringen koopprijs van twee mil- lioen dollar werd het door de regeering der U.S.A. aangekocht als toekomstig gezant schapsgebouw. In de hoogste étage had reeds enkele jaren geleden de Amerikaan- sche handels-attaché zijn intrek genomen. Van de vroegere huurders bewoonden slechts nog weinigen het paleis, zoodat de meeste ruimten onbewoon-cl waren. De eer ste verdieping, welke op den Tiergarten uit ziet, werd thans nog bewoond door den ban kier Herbert Guttmann en ook de „Genos- sensohaft zur Verwertung musikalis-cher Auffürungsrechte" had er haar bureau's. Abusievelijk werd de brandweer naar Ho tel Adlon gealarmeerd, hetgeen onder de voorname buitenlandsche gasten midden in den nacht groote opschudding teweeg bracht Hotel Adlon ligt eohter aan de an dere zijde van den Pariser Platz en wordt van het Paleis Blücher gescheiden door de Pruisische Akademie en het vroegere Adels casino en de daarachter liggende tuinen. Oberbrandmeister Gempp constateerdet, dat de brand onder het dak was uitgebroken en liet direct meerdere spuiten aanrukken. Sedert den brand in het warenhuis Tietz in ■de Müllerstrasse beleefde Berlijn niet zulk een grooten brand. Het paleis staat zoo, dat het van allen kant met water bespoten ikon worden. Aan den Pariser Platz werden viér mechanische ladders benut, om de wa terslangen naar boven te krijgen en aan Fried rich Ebertstrasse maakte men van vijf ladders gebruik. Ook van de daken der om liggende huizen maakte men gebruik om het vuur te blusschen. Pas na urenlanr werken slaagde men erin, althans een ge deelte van -cle bovenste etage te redden. De verbinding tusschen den Pariser Platz de Friedrich Ebertstrasse was door het vuur vernield. Hier bevond zich de groote ontvangzaal, welke tot de woning van den Fürst Henckel-Denneremarck behoort Deze Fürst Donnersmarck, meer beken-d als Gui- do Henckel, was een der grootste finan- cieele genieën uit de kringen der aristo cratie en hield in den keizerlijken glanstijd hier zijn recepties, waaraan ook door den voormaligen keizer vaak werd deelgenomen Hij had zijn Berlijnsohe woning met veel smaak ingericht en in de groote ontvang zaal hingen waardevolle gobelins, welke de eerste echtgenoote van den Fürst, de mar quise de Paiva, uit de vertrekken van haar hotel aan de Champs Elisees naar Berlijn had meegebracht Sedert het overlijden van den ouden Fürst woonden zijn zoon Fürst Guidotto en zijn broer zoo nu en dan in het "paleis, maar met de enorme festivi teiten van vroeger was het gedaan. De te genwoordige Fürst leidt een teruggetrokken leven. Met de waardevolle wandbekleeding gingen Venetiaansohe spiegels en kostbare meubelen verloren. De toenemende omvang van het vuur vindt zijn verklaring in de zware houten balken, welke volgens tradi tie van den toenmaligen tijd overal werden gebruikt. Het droge hout was een der groot ste gevaren en de enorme hoeveelheid wa ter, welke bij het bluschwerlc werd aange wend richtte uitteraard ook veel schade aan. Aan den Pariser Plateis de verdie ping onder het dak en de tweede etage ge heel leeggebrand en aan den kant van de Friedrich' Ebertstrasse niet minder dan drie verdiepingen. Voortdurende ontploffingen wekten nieu we opschudding en pas veel later kon men vaststellen, dat 't hierbij om jachtmunitie gin?, welke graaf Kraift—Henckel in een ruimte had weggoborgen. Graaf Krafft Hen cke' —TVnnersmarek keerde in den vroegen ochtend juist van zijn slot Neudeck in Si- lezië naar Berlijn terug en kwam geheel onverwacht voor het brandende huis te slaana Begeleid door eenige brandweerman nen waagde hij zich in de brandende wo ning, maar moest weldra inzien, dat hier weinig legnnnen kon worden. Meer nog dan a» kostbare meubelen in de receptie ruimten, betreurde hij de kostbare Fran- sche gobelins, welke voor hem een onherstel baar verlies beteekenen. Natuurlijk vroeg iedereen naar de oor zaag van dezen geweldigen brand. Toen bet vuil" crtaekl werd, had het reeds een fijdteng gewoed. Hierdoor was het ondoen lijk, de oorzaak neg precies vast te stellen. Men geio. ft echt» r, dat het is uitgebroken m de bureau-ruimten van den Amerikaan- svben liai «Ibis-attaché. Men vertelt van een kachel. die voor 't eerst sedert vele jaren was aange'tgd en de mogelijkheid bestaat d-rt hierbij vuur op het tapijt is gevallen. Het Blücher'sche paleis bevindt zich of ficieel nog in handen van de Zimdinische Grunderwerbs-Aktiengesellschaft, welke aan het Amerikaansche gezantschap een nota- rieele offerte heeft gedaan. Ook al werd het contract nog niet onderteekend men houdt den koop voor perfect Het paleis is verzekerd bij de „Berliner Feuersozietat, welke verplicht is, het huis in den ouden stijl te herstellen. Aan het bluschwerk werd meegeholpen door graaf HenckelDonnersmarck, bijge staan door Frau von Thüna, de schoonzus ter van Herbert Guttmann en Frau von Maltzahn. de weduwe van den vroegeren Duitschen gezant in Amerika. Zoodoende kon men nog redden een be roemd portret van Bismarok, geschilderd door Lenibach, een portret van Fürst Gui- do von Henckel, een werk van Kaulbach en een kleine rest der gobelins. Een en ander werd in Hotel Adlon ondergebracht. Aan de geschiedenis van dit waardevol bouwwerk aan den Pariser Platz moge het volgende nog ontleend zijn: Toen de derde Blücher von YVahlstatt, Gebhart Leberecht, het huis zijner oudere verliet, om naar En- geland te gaan, wijl de Duitsche zeden en I gebruiken hem niet behaagden verhuur- I de hij een deel van het enorme complex aan het Oostenrijksch-Hongaareche gezant schap, terwijl een ander gedeelte door den toenmaligen graaf Guido Henckel, den la- teren Fürst von Donnersmarck werd over genomen. Fürst Blücher had nog slechts financieele interessen voor zijn huis. Hij leefde op het eiland Henn in het Engelsche Kanaal en hild zich met kangoeroe's bezig, j Toen Maart 1888 de oude keizer stierf en i de stad Berlijn aan den Pariser Platz tri bunes plaatste, van waaruit de gasten der j stad de uitvaart van keizier Wilhelm I kon den gadeslaan, eischte Fürst Blüoher 1 de stad een schadevergoeding van 1625 M. j Hij beweerde, dat hij de vensters van zijn I paleis hi'ertoe had kunnen verhuren en wil de nu financieele vergoeding hebben, j Zijn zoon, de vierde Blüoher, die even- j eens de traditioneele voornamen Gebhard Lbecrecht draagt, verkocht het vaderlijk erf stuk 1922 aan Zimdin, en thans in Amedi- ka denaturaliseerden Letlander, een vijand der bolsjewiki, die zijn millioenen met wa penhandel bij de witte gardisten in Siberië heeft verdiend. Zimdin opende in het pa leis zijn Centrale Bank, speelde een tijd lang een toonaangevende rol in het Duit- sclhe kali-bedrijf en was jarenlang de geld schieter van de „keizerlijke Kreuzzeitung" Hij leeft sedert enkele jaren in Amerika en heeft door zijn grondstukonderneming in December 1930 het paleis aan de Ameri kaansche ambassade aangeboden. Het langst van allen woont in het ge bouw de familie van Fürst HenckelDon nersmarck en juist deze had het zwaarst te lijden onder den enormen brand. Gemengd Nieuws* ERNSTIG MOTOR-ONGELUK Een doode; twee gewonden. Zaterdagmiddag had op den Enschede- schen Straatweg een ernstig motorongeluk plaats. Terwijl de motorrijders, de gebroeders S., uit Hengelo in de richting Enschede reden, kwam een wielrijder, ter hoogte van de ket tingbrug uit een zijweg links van de straat. De motorrijders wilden eveneens links uit wijken en kwamen tegen een boom terecht met het gevolg, dat een der gebroeders S. zoodanig gewond werd, dat hij spoedig over leed. De andere berijder bekwam beenbreuken. De wielrijder kreeg een hersenschudding. De overledene werd naar het R.K. Zieken huis te Hengelo vervoerd. De beide anderen werden naar Enschede gebracht. DOODELDKE MIJNONGELUKKEN Op de staatsmijn „Hendrik'» ia een motor uit elkaar gesprongen waardoor de 38-jarige arbeider Sch., vader van vyf kinderen, op slag is gedood. In de mijn Anna II is de arbeider T. H., uit Nieuwenhagen in een schacht geval len en onmiddellijk gedood. GEVAARLIJKE HEISTELLING Te Amsterdam Is door de Arbeidsinspec tie een ondeugdelijke heistelling in ge bruik op een bouwwerk in de Groote Wit tenburgerstraat afgekeurd. Een der bec- nen van de stelling was zoo slecht, dat groot gevaar bestond "voor Instorten. In overleg met het Gemeentelijk Bouw toezicht is daarop het bouwwerk stilgelegd AKELIGE VONDST. Nabij Urk is uit de Zuiderzee In een ha ringfuik het l(jk opgehaald van den 21-jarigen Urker visscher Sjoerd Pasterkamp, die den 16en Januari j.L overboord geslagen en ver dronken is. PLUIMVEE IN VLAMMEN. Bij den pluimveehouder Huurneman te Oud-Eibergen (Gld.) raakte een petroleum- kunstmoeder in brand, waardoor een groot kippen- en kuikenhok, bevolkt met 100 kip pen en 100 kuikens, een prooi der vlammen werd. In deze omgeving is dit reeds de derde brand in twee weken tijds, veroorzaakt door een petroleum-kunstmoeder. BRANDSTICHTING Te Amersfoort is de 26-jarige L. gearres teerd. Hij bekende brand te hebben gesticht in het bosch „Nimmerdor" aan den Arn hemschenweg bij de chocoladefabriek „Walden". De brand werd door brand weer en particulieren spoedig gebluscht. DE OUDSTE NOTARIS OVERLEDEN. Te Tiel is in den ouderdom van 85 jaar overleden Mr. H. J. A. van Heumen, notaris aldaar. De overledene land. Elch wat Wil5_l1 UIT DEN HEKSENTIJD Van den heer B. te D. ontvingen we nog een bijdrage voor dit hoekje, waaraan we eveneens plaats verleenen. In den tijd der heksenproL ron regeerde aan den Rijn een goedaardig en verstandig vorst, die de speurwoede zijner ambtenaren naar tooverij zooveel mogelijk temperde. Temeer daar hij zeer wel wist, dat him ambtsijver vaak voortsproot uit hebzucht naar de goederen der veroordeelden. Eens bezocht hij een stadje in zijn gebied, dat in bijzonder kwaden reuk van tooverij stond. Al spoedig na zijn aankomst werd hem dan ook een lijst aangebodien met 12 namen van vrouwen, wegens hekserij ten vura gedoemd. De magistraat meende Zijn Genade niet beter te kunnen vereeren, dan door de straf in zijn tegenwoordigheid te voltrekken. De vorst kon dan meteen de goederen der var oordeelden als reispenning in zijn zak steken. Maar Zijn Genade had zoo'n haast niet Hij verlangde eerst persoonlijk de veroor deelden te verhooren. Zoo geschiedde en wat bleek nu? Enkelen hadden maar bekend uit vrees voor pijniging erger dan de dood. En de rest der beklaagden bestond uit kindsche oudjes, die maar wat staan ijlen hadden. Vrijspraak volgde terstond. Een der vrouwspersonen echter, k>en mooi jong meisje, maar met wat ingezonken oogen en verwilderd uitzicht, verklaarde, verlegen naar den grond starend, ronduit, dat zij vrijwillig en naar waarheid erkend had een heks te zijn. Op d\3 vraag van den vorst, van wie ze dan toch wel de kunst geleerd had, gaf zij ten antwoord: „Van een overleden buurvrouw, die mij een pot met tooverzalf nagelaten heeft" „En", onderzocht de vorst verder, „zou je me wel eens een proefje van je bekwaamheid toonen willen?" „Welzeker, Uw Genade", gaf ze toe, „zoo 't u slechts gelieve mee naar m'n woning te gaan. Hier kan dat niet" Ze kreeg haar zin en gevolgd door den vorst met wat ambtenaren en geestelijken, trad ze onder politiegeleide naar haar wo ning. Daar liet men haar ongehinderd haar gang gaan. Zij haalde uit een bestoven kastje een smullig smeerpotje voor den dag, smeer de wat van 't potjesvet onder haar oksels, onder den neus. langs de slapen, greep een bezemsteel voor stokpaardje, prevelde een paar woorden zonder slot of zin, maakte vlak bij den schoorsteen een kringsprong als een hond naar zijn staart en viel voor den vloer in een vasten slaap. Verbaasd zagen de aanwezigen toe in spanning, waar dit alles op uitloopen zou. Na twee volle uren ontwaakte zij. sprong met een wip overeind en vroeg, of m«n haar niet in en uit den schoorsteen had zien vliegen. De vorst hield zich van ja. En vorschte, waar ze geweest was en wat ze gedaan had. Nu, ze had heel wat te vertellen. Ze was vele mijlen ver gezweefd naar een plaats, waar ze geweldig gedanst had. Ze voelde 't nog in haar beenen. De dansmeester was een man geweest met zwarte baret en een keten om den hals. „Kijk, hij soms?", onderbrak de vorst, en wees op een der rechters, een echte heksen- brader. „Ja", verklaarde ze, „dat is 't ie, ik kan er een eed op doen." „Dat hoeft niet", lachte Zijn Genade, „vertel nu maar, wat je op je terugtocht hebt uitgespookt" ,,'k Ben", ging zij voort, „tegen de mast van een Rijnschip aangevlogen, dat het bijna zonk. Kijk maar, ik heb er nog een buil van aan mijn hoofd", en ze wees op het blauwe bewijs van haar aanraking met den vloer. De vorst liet haar nog even doorijlen, maar achtte, toen ze eindelijk zweeg en stond met neergeslagen oogen, zijn tijd van spreken gekomen. Kalm voerde hij haar tegen: „AI je vertelsels berusten op inbeelding. Je hebt hier t-vee uur in de kamer liggen slapen en alles gedroomd. Is 't niet zco heeren?" En ja, de heeren bevestigden het. Maar nog scheen ze niet overtuigd. Daarom liet de vorst een hond halen en wat van de zalf onder den neus smeren. Het dier viel terstond neer en strekte de pooten recht van zich alsof het dood was. Geschokt in haar dwangvoorstelling luisterde het meisje, één en al verslagenheid, naar één der geeste ken, die haar, op verzoek van oen vorst, vermaande, dat zotte bijgeloof te laten varen en liever hart en leven te richten op het zoeken van dien God. die innerlijk rijker en gelukkiger maken kan dan alle tooverzalven ter wereld. Radio Nieuws. sein. 8—8.15 Gi de Koninklijke dam van Verdi's Requiem, m het Concertgebouw te Amsterdam. Solisten: Jo Vincent, sopraan; Suze Luger, alt; Louis van '.uider, tenor. u- lem Kavzlll, bas. orkest Het Conecertgebouw orkest Dirigent: Hubert Cuypers. In de pauze: Spreker Dr. Ir. H. G. van Beusekom. te '-Gra- venhage. Onderwerp: „Gandhl bö het kruis van Christus".^ Na afloop: Persberichten van Vaz KRO. fr9.15 Morgencoflcert 1111.30 Ura- mofoon. 11.3012 Godsdienstig Halfuurje. 12 Tfldseln. 12.01—12.15 Politieberichten. 12.15— 1.45 Lunchconcert 1.462 Gramofoon. 23 Vrouwenuurtje. 3—4 Verzorging van den zen- der. 46 Gramofoon. 66.80 Spreker. 6.3U6.4ö Verbondskwartlertje. 6.457.15 Cursus In Sc^rirt verbetering. 7.15—7.45 Muziek. 7.458 Politie berichten. Vanaf 8 uur geruild met NCRV. HILVERSUM (298.8 M.) AVRO. 8 Tpdseln 8.01—9.50 Gramofoon. 10 Tijdsein. 10.01—10.15 Morgenwijding. 10.3012 AVRO-kwartet 12.01 Gramofoon. 22.S0 Rustpoos voor het verzor gen van den zender. 2.30—3 Kamermuziek. 31 Knipcursus. 44.30 Piano-studie-muzlek. -.30 5 'Radlo-KInderkoorzang. 65.30 Lezing van een „Vorst van Geleen". 8.35—9.40 Coi 10.05 Lezing. 10.0510.15 Nieuwsbt 11 Concert 1112 Gramofoon. 1 8.1a8.85 ir. Leurkens >p den titel DE KWESTIE VOGT—VERBIEST De commissie, bestaande uit de heeren Prof. Mr. C. W. de Vries, voorzitter, Mr. B. de Gaay Fortman en Mr. C. P. M. Romme, door Dr. J. Th. de Visser samengesteld, naar aanleiding van het verzoek van den heer W, Vogt om een onderzode in te stellen inzak» de beschuldigingen tegen hem door den heer J. Verbiest in „De Gelderlander" geuit, heeft haar rapport aan Dr. de Visser ingediend. Deze is voornemens dit in den loop der vol gende week te publiceeren. NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS s de oudste notaris in ons 71. Karo neemt met de trap de vlucht, Heer Pimpelmans hangt in de lucht En wondt door 't water flink besproeid, Dat langs zijn mouw naar binnen vloeit; Zijn pak staat bol; met stralen spuit Het nat zijn broek en mouwen uit! 72. Daar schiet de haak er uit, o wee! Hoer Pimpelmans gaat naar benêe! Hij valt o jongens, wat een ramp! Juist boven op de mooie lamp! En van den schrik gooit Willemijn Ook nog de kopjes kort en klein! (Wordt Woensdag vervolgd.) TWEE ENTHOUSIASTEN Naar het Engelsch van EVELYN EVERETT—GREEN Door J. VAN ZUYLEN Maair Beatrice, met all haar steu-ke sym pathie ivoor bepaalde gevallen vain nood en zorg, ontbrak dat medelijden, 't w-eik cle «grootste bekoring varn sommige vrouwen fe, en dat bij amderen den wensch doet ont staan om ven-trouwen im hen te stellen en tot hen te komen om terechtwijzing er. raad. Erica bezat die gave, welke aan Bea trice ontbrak. Aam haar wenden heel wat mcdiediecllngen toevertrouwd," die aan de einder nooit gegeven zouden zijn Het scheen soms zelfs, alsof juist de schoonheid, en glans en vrooQijke vriendelijkheid varn het hart, die Beatrice zoozeer karakteriseerden, haar met een harnas omkleedden, waar te gen alle gedachten vam zorg of pijnlijke verrassingen terugkaatsten, zonder dënr te dringen tot haar wezenlijk begrip. Ze nati opgewekte woordjes voor elke gelegenheid en een open hand om stoffelijke nood tp lenigen, maar het orgaan voor een opr-echt, hartelijk m-ee-lijdien bezat ze niet Haar sympathie zetelde meer un het verstand dan in het hart, en, tenzij de moeilijkheden door geld waren te overwinnen, stond zij, practisch gesproken, hulpeloos. Zoo kon Erica, niet in 6taat haar hart tp ontlasten, slechte hopen, dat haar indtmik- ken onjuist waren, en ze kon slechts ver trouwen, dat de weg in die toekomst zooi worden geëffend en dat zij nooit dr» om- zaak zou zijn van moeate en verdriet in het leven van haar, dlie zij zoo oprecht liel had. Wat Beatrice betreft, voor haar was het in waarheid kaèm weder; de zon scheen onophoudelijk op haar kleine wereld, gedu rende die p.nachtiige herfstdagen, en, zooals gewoonlijk, was ze vol van plannen en ont werpen om het geluk van anderen te ver- Zij had het ietwat doorzichtige geheim van Jack, dien zeeman, den eersten avond van zijn aamkoant al geraden, en reeds lamg had ze zijn vertrouwen gewonnen, en hij had haar de gansche geschiedenis van zijn teedietre gevoelens ivoor Louise verteld. Zij kon sympathiek genoeg zijn; niemand was er liever dan zij, in gevallen waarin alles voor den wind ging, en vooral als ze een soort van goede fee kon wezen, en een handje kon helpen aan den gewenschten gang van trouwe liefde. Het was in geval len waarbij meer teere moeilijkheden reizen, waar meer tegenstrijdige factoren met el kaar in conflict kwamen, waan- iels moei dan vriendelijke hulpvaardigheid n->odig was, dat Beatrice te kort schoot. Maar Jack zag geen enkel gebrek in haar. Voor hem bleef ze de too veneres, zooals hij haar bij bun eerste ontmoeting had genoemd. Hij stelde zich haar altoos voor In een soort van sprookjesland, als een koningin h-eer- schenda te midden van Licht en bloomen. Hij vertrouwde volkomen, dat alles goed zou gaan, wanneer zij zijn zaak in handen zou nemen. „Het begon, toen we nog echte kinderen waren", zei hij, me een Moe op zijn ge bruinde wangen. „Tenminste, ak zorgde altoos ivoor haar en dik geloof wol, dat zij van mij hield. Toch heb ik nooit een woord tegen haar gesproken, maar ik geloof, dat ze het toch wed begrijpt. Ik was gewoon haar boodschapjes te zenden door Jill, en ze zond me altoos een antwoord, en ik schreef haar op haar geboortedag en met Kerstfeest, en zij deed hetzelfde. Ik was eigenlijk een beetje bang voor den ouden Sir Percivai, of60hoan hij een keurige oude heer was, en er van hield aJ het nieuws von die zee te hooren; daarom noodigde hij me soms wel eens te dlineeren, om alles te weten, wat dik te vertellen had. Hij wist echter niet, dat ik een oogje op Louise bads en ik zou het hem noodt hebben durven zeggen. Bovemdiiien dacht ik, dat ze heel rijk zou worden en ad die dringen meer; maar Jlil zegt, dat ze dat niet is, en ik ben o zoo blij dat te hooren. Ik zou nriet graag 'n erf dochter willen trouwen; maar als Louise mriiet veel meer heeft, den ik in mijn positie kan halen, zie ik niiet in waarom me dat moet afschrikken; viiruJt u ook niet?" „Dat behoeft het ook niet, en evenmin iets andere. Louisa is een heel lief meisje, Jack, en ails je haar hart gewonnen hebt. bezit je een schat. Waarom maak je geen eind aan al drie onzekerheid?" Jack keeik vrij ernstig. ..Dat :"6 de kwade kant van de 'marine het is geen Dlaat6 voor vrouwen. Offici-ere- vrouwen hebben daardoor een slechten tijd denk ik 'vaak; en Louise schijnt niet sterk genoeg om er zich op een vreemde plaats goed doorheen te slaan, zelfs al kon ik haar daar bijstaan, en de mogelijkheid bestaat toch om voor ©en paa.r jaar ergens heen gedirigeerd te wooden. Het eohijnt me nau welijks recht van een man om zooi ets te vergen. Soirns sta ik ain tweestrijd of ik maar niet weer weg zal gaan zonder een woord te zeggen". J31oó Jan...." begon Bee tri oe, lachende, maar hij viel haar snel in de rede. „Dat is het niet precies. Ik geloof, dat ze wel wat om mie geeft, maar...." Nu was het Beatrice's beurt om in die rede te vallen. „In dat geval heb je werkelijk geen keu zo. Als ze van je houdt, is het minste wat je doen kunt, haar precies te vertollen hoe de zaken er met je bij staan, en te zien o.' zij de moeilijkheden van het leven, dat jo haar kunt aanbieden, zal willen dragon". In zijn oogen kwam een licht van hoop en verwachting. „U hebt gelijk, juffrouw Cbolmond, u hebt gelijk. Ik zal zeggen, wat me op het hairt ligt, en dan kan ze voor zichzelf oor dealen. Maar wat zou haar broer er van denken? Hij was altoos zoo dol op Louise" „Ais hij haar liefheeft, za,l hij gaarne haar geluk verzekerd zien. Ik geloof ntel, dat je bang behoeft te wezen voor Sir j „Maar hjj zal haar zoo missen. Hij zal niemand anders hebben, om zijn huishou- !i den te besturen". Beatrice laohte hartelijk. ..Miin beste jongen, je bent toch niet van nlan Louise op «taanden voet te trouw-inV 'e zegt zelf, dat je voor 't oogonblik alleen nog aan een engagement denikt, on met trouwen wilt wachten minstens tot na je °erstvolgende reis. Daar heb je groot gelijk in, want je bent beiden nog jong, en het is altoos het beste voorzichtig te zijn. Ouige twijfedd zal Sir Raphael in staat zijn, tegen drien tijd zijn zaken naar eigen genoegen ie 1 regelen. Ik denk niet, dat hij je Louise om |dle reden zou weigeren". Jack onderging den invloed van haar viroolijkbeid en lachte ook. „Neen, ik verwacht ook niet, dat hij dut doen zou", zei hij. „Ik zal mij aan uw raad houden, juffrouw Cbolmond, en geen tij-a mieer verliezen. Ik beschouw u zoo'n beetje alls een sprookjesachtige peettante". Beatrice vond h-et met het oog op een be paald doel wol aangenaam de rol van sprookjesachtige peettante te vervullen voor deze gelief dien, die zij onder haar spe ciale bescherming had genomen. Ze begon een onderzoek in te stellen op verschillen de plaatsen naar die wagen, dèe er open stonden voor zeelui, die de KonmklijKe Martne wilden verlaten en iets wilden aan pakken, dat meer samenging met de genoe gens va-n den huiselijken haard. Ze bevond, dat de kustwacht open stond, en een inspecteurschap van reddiinysSoolen scheen e»en andore goedie weg om de tegen strijdige belangen te vereenigen. Beatrice kon wel ©enigen Invloed uitoefenen, even als Sir Raphael, met wien ze later eens raadpleegde, en ten slotte werd besloten, dat Jack nogeens voor twee jaar naar zee zou gaan, en dan zijn ontslag zou nomen en naar een van die baantjes sol!icitoeren, en zich gemakkelijk zon inrichten als een eenvoudig getrouwd man. Louise straalda va-n blijdschap, toon hat plan haar voor 't eeret werd ontvouwd. „Het is alles het werk van juffrouw Cbolmond!" riep Jack, in een vervoering •van oprechte dankbaarheid. „Je we«t niet, hoeveel we aan haar te danken heb ten, Louise. Zij is onze beste vriendin gnve-esl van het eerste oogenbl'ik af, tot nu toe. Ajs er meer van 'haai- slag in de wereld waren, zou het en- anders uitzien dan nu". „O, Jack, Jack! Wat een akelige vleier ben jij!" riep Beatrice lachend. „Lcruise woet wel beter!" „Kent jou beter, m-iesohien", antwoordde het meisje, haar hand nemende en die te gen haar wang dirukkend, „en zoo weet ze welk een goede vriendin je voor me bont geweest van 't begin af een. Een zuster kon niet meer gedaan hebben". Een blosje kwam op Beat-rice's gezicht, terwijl ze zrioh voorover boog om Louise te kussen. „Ik denk nriet, det een zuster meer van .je zou kunnen houden, lieve kind ze; ze, met meer teerheid, dan men van haar ge woon was. „Ik hoop, dat je heel, heei erg gelukkig zult zijn". „Daar ben ik zeker van; even geiukkig als jij, lioop ik. En ik beschouw jou altoos als een soort van personificatie vaA het geluk". „Ik geloof, dat ik dat ook ben", antwoord de Beatrice, terwijf ze wegliep, niet een stralenden Inch op de lippen. „Ik begrijp maar niet. Louise", zti Jack iai rondborstige zeemanstaal, toen de deur achter haar gesloten was, ,.hoe het mogelijk is. dat Raphael tviet verltefd on haar ia. Bon je zeker, dat het niet zoo i6?" ..Even zeker als tk kan wezen van a!!.-«, wat hij me niet met zooveel voor ten he-Mt verteld. Ik heb er me soms zelf ,-x- ver wonderd en toch BPlonf ik, l.it k ie reden begrljji. Roven'Men. heb je n m niets opgemerktHij denkt om niemand andere dan om Erica Grey". Jack trok zijn wenkbrauwen op. „Is dat zoo? Het is een aaraag meisje, (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9