Het Communisme in de Practijk
t^mVancJ aaq
TWEE ENTHOUSiASTEN
ZATERDAG 18 APRIL 1931
(Nadruk verboden)
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
DE BEVOORDEELING DER
KEURARBEIDERS
Do oedarnibi, dio als drijvers optreden.
Wij hebben reeds vaker vermeld, dat de
genen, die zich leenen tot aandrijving hun
ner kameraden, beloond worden door betere
voedselvoorziening. Thans kunnen wij het
officieele besluit daaromtrent weergeven,
waarin tevens wordt aangegeven op welke
manier die bevoordeeling geschiedt.
De oedarniki krijgen op hun gewone voed
sel kaarten het recht om in de eerste plaats
geholpen te worden. Bovendien krijge'n zij
nog exrta kaarten, die recht geven op groo-
tere hoeveelheden producten en op produc
ten, die anders slechts voor „vrije prijzen"
worden Verkocht, ongeveer vijfmaal zop
hoog als de prijzen voor de gerantsoeneerde
producten.
Niet ieder echter, die zich oedarnik
noemt, krijgt zulk een extra kaart. Daar
voor komen alleen in aanmerking zij, dio
hun taak, zoowel wat hoeveelheid als kwa
liteit betreft, volgens de fabrieksdirectie
meer dan vervuld hebben, en danvoor
één maand. Munten zij de volgende maand
niet meer zoo uit, dan worden de extra-
kaarten ingetrokken en komt de betrokkene
weer in het gelid met de anderen. Het
komt er dus op aan oedarnik te zijn en te
blijven.
Tevens wordt in dit besluit vastgesteld,
dat luiaards, spijbelaars en zij, die te vaak
van betrekking veranderen, op voorstel van
de directie in de tweede categorie verlaagd
kunnen worden. Zij moeten dan hun voei-
selkaarten inleveren en krijgen daarvoor
een terug van tweederangburger. Doen zij
dit niet dan worden zij ontslagen en hun
voedselkaart wordt geheel ingetrokken- Zij
zijn dan op de „vrije markt" aangewezen.
In verband hiermede kan ook gewezen
worden op een soortgelijke groep in den
landbouw, de 25.000, gelijk wij reeds b-j
richtten, ruim 25.000 arbeiders, die als aan
jagers het platteland zijn opgestuurd. Een
aantal van deze heeren zijn wegens voort
durende dronkenschap door de plaatselijke
bestuurders ontslagen, en voor het gerecli
gebracht.
De centrale regeering heeft hierbij inge
grepen en de vonnissen, waarvan sommige
twee jaar dwangarbeid luidden, ongeldig
verklaard. De leden der 25.000 zijn weer
hersteld op hun plaatsen en de regeering
heeft duidelijk te verstaan gegeven, dat zij
voortaan dergelijk soort klachten niet meer
wenscht te hooren. Deze uitgezochte krach
ten zijn taboe en moeten-met alle mogelijke
voorkomendheid behandeld worden. Hoe ze
hun taak' verrichten moet men ter beoor
deeling aan de centrale partij-organen over
laten- Men heeft in de sowj et-unie dus niet
alleen burgers, die wetteloos zijn, van het
schijnkiesrecht zelfs beroofd en veel hoo-
ger belastbaar dan anderen, maar ook om
gekeerd groepen, die boven de wet staan.
DE VOORJAARSZAAICAMPAGNE
In de opzweeptactiek der sowjet-regeering
<4eeft dit jaar het beslissende voor het vijf
jarenplan en daarin is dan /eer dit kwar
taal beslissend, omdat nu de uitzaai op ge-
ïneenschappelijken grondslag moet geschie
den.
Natuurlijk wordt er niets beslist, maar
zeker is het, dat het resultaat van deze zaai
campagne van groot belang is. Het warme
weer heeft in Rusland lang op zich laten
wachten en toen men bij gunstig weer was
begonnen met zaaien, sloeg het in Midden-
Rusland weer om en kwamen zelfs sneeuw
stormen voor met 8 graden /orst. Het voor
deel hiervan is, dat men nu een paar weken
tijd heeft om de vele aan het lioht getreden
fouten te verbeteren, waar tegenover staat
dat de rest der campagne met verdubbelde
Spoed zal moeten worden afgewerkt. Over
het resultaat zijn er nog geen berichten.
Werk, waarbl] men zich stuk werkt.
Een reizend verslaggever van de Moskou-
sche Izwestia Iaat in zijn blad nu eens zien
hoe knap hij het „stukloon" kan invoeren
en vertelt van zijn succes bij een collectief
boerenbedrijf in den Kaukasus. Daar waren
28 man tewerk gesteld aan het rooien van
wortels op een oppervlakte van 4 Hectare.
Het bleek dat men het werk op vier dagen
had begroot en dus in totaal 112 arbeids
dagen daarvoor in rekening zouden worden
gebracht
De correspondent stelde echter voor vier
groepen er van te maken, die ieder 1 Hec
tare zouden bewerken, of zooveel meer als
ze konden. Het totaal zou dan nog steeds
voor 112 arbeidsdagen gerekend worden,
maar de groepen konden met elkaar „wed
ijveren". Als de eene groep meer dan 1 Hec
tare gereed zou krijgen, zou zij dienovereen
komstig meer ontvangen, dp groep der ver
liezers evenveel minder. En de correspon
dent verhaalt met trots hoe allen zich na
deze afspraak met verdubbelde inspanning
op het werk wierpen.
Deze gemeene afjakkerij is dus het top
punt van communistische wijsheid. Jakke
ren om te jakkeren, want de kolchoz blijft
voor het geheel van 112 arbeidsdagen beta
len. Alleen worden de kolchoz leden tegen
elkaar uitgespeeld en de communisten ken
nen ook het spreekwoord: verdeei en heersch
Is het wonder dat vaak dergelijk» opjagers
op het Russische platteland een flink pak
slaag oploopen of zelfs vermoorri worden?
Wat zouden de Hollandsche arbeiders zeg
gen als ze met zulk soort communisme ge
lukkig werden gemaakt?
Kerknieuws.
STANDBEELD Dr. A. C. VAN RAALTE
In Noord-Amerika is door zekeren John
C. Cappon, zoon van den eersten burgemees
ter van Holland (Michigan), Isaac Cappon,
in zijn testament een bedrag van 25 000 d 1-
lar vermaakt ten behoeve van een standbeeld
voor Dr. A. C. van Raalte, die in 1847 te
Holland de eerste kolonie van Hollandsche
emigranten stichtte.
BIJBELSCH MUSEUM.
Regelmatig geeft ons blad bericht van de
openstelling van en de samenkomsten inhei
Bijbelsch Museum te Amsterdam. Het is ons
aangenaam er nog eens in 't bijzonder de
aandacht op te mogen vestigen door een
schrijven, dat de heer A. J. van Rutten, on
derwijzer te Berkel (Z.-H.), ons ter opneming
in ons blad toezond.
Deze schrijft als volgt:
Bij een bezoek aan het Bijbelsch Museum
in Amsterdam verwonderde het mij, dat bo
vengenoemde inrichting zoo weinig bekend is
't Kostte zelfs moeite, te weten te komen boe
laat en wanneer het Museum geopend »s. En
waaraan is het te wijten, dat personen, die
dikwijls in Amsterdam zijn geweest, zich wel
herinneren er langs gek men te zijn, maar
er niet zijn hinnengeweest?
M.i. is de eenige oorzaak, de weinige he-
Het Koninklijk bezoek aan de Primavera.
kehdheid. Ik kan niet anders dan getuigen,
dat het Bijbelsch Museum, Stadhouderskade
137, in Amsterdam mijn voorsellingsvermö-
gen is te hulp gekomen en scheeve voorstel
lingen, vooral betreffende Israels ceremo
nieels wetgeving, heeft verbeterd. Taoerna-
kel en voorhof met alles wat er in is, zijn
schitterend nagebootst op 1/7 van de ware
grootte. Er zijn belangrijke voorwerpen, voor
al ook resultaten van opgravingen b.v. te
Sichem.
M ige dit voor vele Christenen een opwek
king zijn, hun kennis van Oud- en Nieuw-
Testament (naboo sing van eersten en twee
den tempel en van Jeruzalem ten tijde van
den Heere Jezus) te verbreiden.
EVANGELISATIE.
De gramofoon.
Men schrijft ons:
Het is een teeken des tijds en tevens een
zeer verblijdend verschijnsel, dat voor het
Verbreiden van het Evangelie alle moderne
hulpmiddeelen der techniek, voor zoover nuf
tig gebruikt worden. Wie zal zeggen aan
hoevelen de radh reeds ten zegen is geweest
Het bezwaar bleef echter steeds, dat de
radio in een Evangelisatie-samenkomst niet
goed bruikbaar was. Slechts de spreker, die
PORTRET VAN H.M. DE KONINGIN
De heer W. B. Tholen, heeft in opdracht van het Ministerie van Koloniën een portrt
geschilderd van H.M. de Koningin, bestemd voor een der zalen van het gebouw van den
Volksraad van Nederlandsch-lndiè.
in de zaal spreekt, voelt aan en wordt daar
door geïnspireerd.
De toespraak moet echter worden afgewis
seld door samenzang en de harten der toe
hoorders zijn op het juiste moment zoo ont
vankelijk voor 'n slotzang, waarbij niet zoo
zeer het artistieke element op den voorgrond
treedt, doch een eerste vereischte is: duide
lijke uitspraak en een zuivere toon, boven
dien een zich geheel inleven in het gezonge
ne. En deze eigenschappen vereenigd waren
n_ juist mjo zeldzaam.
Daarom vernamen wij met genoegen, dat
er eerstdaags gramofoonplaten zullen ver
schijnen, waarop de alom bekende stem van
den alombekenden Joh. de Heer zal vastge
legd zijn in liederen uit zijn alom bekenden
zangbundel.
Voor zoover ons ter oore kwam, zal Vital
phon vonrloopig 8 dublielzijdige platen var
dezen evangelist uitbrengen, die speciaal
voor de luidspreker zijn gegroefd.
Met belangstelling zien wij deze platen te
gemoet. -
EEN MUUR VOL GEBEDEN.
In de „Geref. Kerkbode" voor Rotterdam
vertelt Ds. J. A. lazeiaar van een bezoek
aan een klein Ruoiuacb kerkje, noog u
rotsen bij Dieppe (iNoord-Eiaukrijk). Van
buiten was het geheel verweerd eu van
nen zeer verwaarloosd en vuil. Niemand
er aanwezig, en liet was er koud. Desniette
genstaande bracht Ds. Tazelaar er anuerhail
uur door, want dit gebouw bleek iets zeer
eigenaardigs te bezitten, nat begrijpelijker
wijs zijn aandacht boeide. Behalve bij het
altaar, waren van binnen alle wanden lot
op manshoogte wit gestukadoord en geheel
volgeschreven met alle mogelijke wensciien
en gebeden, die daar mei polloud zijn aan
gebracht door bidders, die iets bijzonders
van de Moedermaagd, aan wie deze kerk is
gewijd, te vragen ffadden.
-Ds. Tazelaar verhaalt er het volgende van
„Niet alleen komen hier vrouwen bidden
voor den behouden terugkeer van hun i
nen, en voor een goede vangst, maar ieder,
die een bepaalden wensoh heeft, komt Jie
kris en kras tusschen de duizenden andere,
op den witten muur neerschrijven.
Ik heb er onderscheidene honderden nage
lezen, ik ben er voor geklommen op een
stoel en gekropen op den vloer; en ik heb
de moeite genomen, er eenige tientallen, die
op de één of andere manier merkwaarliR
waren, nauwkeurig te copiëeren
Er waren er van algemeene strekking: Be
scherm ons huisgezin. Geef mij zoolang mo
gelijk te leven. Verhoor mijn gebed. Help
mij Red mij.
Voorts,dié betrekking hebben op ziekte:
Geef mij mijn lijden geduldig te dragen. Ge
nees mijn kiespijn. Zorg dat ik geen tweeden
blindedarm-aanval krijg. Geef mij een goedp
gezondheid
Ten derde een groep, verband houdend
met zaken en handel: Geef mij een goede be
trekking. Laat mijn L. zijn proces winnen
Geef mijn kleinen jongen de gezondheid
Verder een groot aantal, slaande op exa
mens: Geef, dat ik slagen mag voor M ULO
Laat mii mijn vliegeniersbrevet halen in Juli
Geef me, dat ik bij elk rapport de eerste van
mijn klas ben. Veel dank omdat ik geslaagd
ben.
En bovenal een zeer groote categorie inza
ke huwelijk en gezinsleven: Laat mij zoo
spoedig mogelijk trouwen. Geef me binnen
het jaar een echtgenoot. Geef me dat mijn
man me niet vergeet. Laat ons spoedig weer
verëenigd worden. Laat de liefde teeder bli)
ven. Laat de ruzie tusschen vader en m »eder
ophoifden. Geef mij den man van mijn
schen. Laat mijn verloving weer worden
geknoopt.
En ten slotte een heele serie van allerlei
ge.beden betreffende alle mogelijke verhou
dingen; er waren er zelfs hij, die ik wel af
geschreven heb, maar die ik niet gaarne hier
zou laten afdrukken. Trouwens, het Kerkbs-
wat W 115 _1!
Elch
HET „SPREKEN" DER DIEREN
Van de dieren worden vaak zeer merk
waardige dingen verteld.
Vooral van den hond zijn wonderlijke
verhalen in omloop betreffende zijn trouw,
gehech'heid, listigheid enz.
Tk herinner me nog heel goed, dat we
vroeger een hond hadden, die wild- en
woest werd wanneer 's nachts iemand te
dicht ons huis naderde. Vreeselijk ging bij
dan te keer en geen vreemdeling zou jk
hebben durven aanraden dan dicht in z'n
nabijheid te komen.
Maar toen midden in den nacht een on
geluk gebeurd was en een dokter gehaald
werd. stond diezplfde hond kwispelstaar
tend den geneeheer op te wachten, en lekte
z.'n handen net of hij tonnen wou, dat
hii met ons blij was, dat er dan toch einde
lijk hulp gekomen was.
F.en hekend natuurkundige, zekere mijn
heer Lacaze Duthiers, deelde uit zijn rijke
ervaring treffende staaltjes mee.
Drie jachthonden zoo vertelt hij be
gonnen eenige nachten achtereen op een
zonderlinge manier te janken. In hun ge
jank mengde zich iets als zurhten; zij ver
lieten hun hok en gingen, tegen elkaar
aangedrongen, vnor de buitendeur staan.
Men wilde weten wat dat heteekende on
hiplrl de wacht. Wéér stonden de honden
jankend voor de deur, en daarbij een
vierde heest, dat hen met geweld aanviel.
Dit was een wolf. De drie honden zouden
zich best hehben kunnen verdedigen, maar
zij waren klaarblijkelijk verlamd door
schrik.
Men opende een venster en de wolf koos
het hazenpad; een geweerschot wondde
hem. maar hij ontkwam. Onder gewone
omstandigheden zouden de jachthonden
den gewonde hebhen vervolgd, maar nu ble
ven zij jankpnd voor de deur staan.
Den volgenden winter kwam er weer een
wolf en deze viel een der honden aan; de
wolf zou hem meegesleurd hebben, want hij
had hem reeds hij de keel gegrepen, maar
ditmaal kwam er voor 't slachtoffer hulp
opdagen
Een mooie hond uit de Pyreneeën was, op
het gejank van z'n kameraden, toegeschoten.
De wolf vluchtte en keerde niet terug. Het is
duidelijk, dat de honden in dit geval om
hulp hadden gejankt.
De heer de Lacaze Duthiers heeft voorts
een Pvreneeschen hond gehad, die zoodra
de avond was gevallen, om het huis liep
en voor elke deur twee of driemaal baste;
met den koop omhoog scheen hij naar zijn
eigen stem te luisteren en te willen zeggen-
„Ik ben er. hoor!" Dan verwijderde hii zich
en liep zwijgend een pad op, dat tusschen
zware bpukon en heggen naar een bosch
leidde. Had hij dat donkere plantsoen be
reikt, dan kefte hij driemaal in de richting
van het bosch, luisterde even, kefte nog eens
en keerde terug. En dit geschiedde iederen
avond.
Des nachts hervatte hij zijn ronde, die
niemand hem had geleerd. Hij was werke
lijk een schrandere wachterl
Wat beteekende dat geblaf? Het was hel
der, werd veel langer aangehouden en had
een geheel anderen toon dan wanneer er
iemand het erf voorhij ging. Klaarblijkelijk
wilde de hond zich doen hooren; ongetwij
feld met het doel om te waarschuwen, dat
hij waakte en niemand op het erf zou toe
laten.
Duthiers deelt ook nog een aardig geval
van hondenlist mede. hoe n.l. een hond zijn
doel bereikte door op een bijzondere manier
te janken.
De jachthonden hebben v»»el last van rheu
matiek en houden veel van het vuur, zelfs
op 't gevaar af van zich te branden.
Eenige honden hadden de gewoonte zich
bij een grooten haard te komen warmen;
één van deze, een heel oud beest, vond in
den regel de beste plaatsjes zich voor den
neus weggekaapt.
Op zekeren dag begon hij te Maffen alsof
er iemand naderde. Alle honden richtten
zirh op en liepen naar de deur. De oude,
listige haas strekt zich onderwijl kalm bij
de warme asch uit. Hij herhaalde deze list
met goed gevolg, zoo dikwijls men hem een
plaats aan dien haard weigerde! Blijkbaar
werden zijn kameraden door zijn stembui
ging op een dwaalspoor gebracht.
Duthiers verhaalt nog veel meer bijzon
derheden en niet van honden alleen. Interes
sant is ook wat hij van z'n papegaai Jaco
vertelt.
Wanneer Jaco niets te eten heeft, zegt
hij: „mijn arme cocotte, mijn arme rat." op
een nndeuepnden, kwasi zoeten toon die zeer
komiek is. Men weet in huis wat dat hetee-
kent. Hij houdt dol veel van versche appel-
pitjes: wanneer men hem deze brengt, maar
ze niet scheel onder ziin hereik plaatst,
bromt hii zacht: „arme roro!" Heeft hlf ze
in dén hek, dan laat hij eenige „ah's"
hoorpn, die van voldaanheid getuigen en
heel grappig zijn. Het is, wanneer men goed
luistert, niet het woord dat voor hem waar
de heeft, maar de toon die hem een indruk
herinnert: het is hier waarlijk le ton qui
fait la musique.
De papegaai houdt niet van de eenzaam
heid. Wanneer hii geruimen tiid aan zijn
lot is overgelaten gpweest en ziin repertoire
heeft uitgeput begint hij ten slotte te roe
pen: „Jaco!" Indien men aanstalten maakt
om hij hem te komen, luistert hij, en na
zirh pvpn te hehben stilgehouden, roept hij
nog eens: „.Tncn!" maar nu veel zachter en
gerekter: indien de deur niet wordt eenpend,
begint hii luider te roepen en eindigt hij
met een prhten smartkreet.
Al deze ervaringen versterken Duthiers in
zijn overtuiging, dat ook de dieren spreken,
al uiten zij zirh dan ook in een taal, die
voor ons meestal onverstaanbaar is.
Wij hebben over „de taal der dieren" zoo
onze eigen gedarhten.
Maar toch vonden wij Duthiers mededee
lingen interessant genoeg om er hier iets
van mee te deelen.
Radio Nieuws.
ZONDAG 10 APRIL
HUIZEN (1875 M N.C.R.V. 8.309.30 Mor
renwij'ling. te lelden door Ds. J. Jeronlmus
'red. der Baptisten Gemeente te Den Haag
lang door een dubbelkwartet.Zmg-uu.
Jerste gedëelLe der toespraak over liet onder
i'erp: „De He
sello
jesprii
8 ZUgei
(H.
stuur schijns wel eenigszins toezicht te hou
den; want verscheidene waren opzettelijk on
leesbaar gemaakt,en van te intiemen aard'
Bijzonder opvallend was, dat alle gebeuen
slechts het uiterlijke en stoffelijke raakten.
Slechts twee toonden eenigen geestelijken
zin. Een daarvan luidde: „Geef dat ik altqd
een voorbeeld mag zijn, om tot eere Gods te
leven", wat, naar Ds. Tazelaar opmerkt, een
gebed zou kunnen zijn van Calvijn. Ds Ta
zelaar zegt, zoo vrij te^zijn geweest tusschen
al die opschriften, groot en klein, fijn en
grof, keurig en onbeholpen, ook het zijne te
zetien, met een omlijsting: „Alleen het
bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt
van alle zonde"; en hij vraagt tenslotte:
„Is het niet teekenend, dat bij de dich'e
drommen van gebeden het allereerste ge
bed van den verslagen zondaar, nl. dat om
schuldvergeving, volkomen ontbreekt?", om
te eindigen met de opmerking:
„Laai ons bewaren het kostelijk pand, dat
ons toebetrouwd is, als kinderen der Refor
matie op gedurige Reformatie bedacht ook
ten opzichte van den inhoud van ons gebeds
leven I".
•n. 6 Schriftlezing: 1 Oor. 15:1—11. 7 Gebe<J
Zingen. 9 Prediking over 1 Oor. 15 7s:
„Daarna is HIJ gezk-n van Jacobs". 10 Zingen.
11 'Tweede gedeelto der prediking. IJ Gebea.
13 Zingen. 14 Zegen. 15 Orgelspel.
MAANDAG K» APRIL
HUIZEN (1875 M.). N.C.K.V. 8.— TljdseiD.
—8.15 Schriftlerlng. 8.15—9 30 Concert, 10.S0
Tijdsein. 10.30—11 Korte Zlekendlenst, te lei
den door den heer J. Valk, oud-Godsdienston
derwijzer dor Nod. Herv. Kerk. te Hilversum.
11—11.30 Dezen van Chr. Lectuur, door mej.
J. C. M. Doyen, te Hilversum, Voorgelezen
wordt: „Harten van goud", door Jan Maclaren
11.30—12 Gramofoonmuziek. 12—12.15 Politie
berichten. 12 16—12.30 GramofoonmuzioK. 1230
Tijdsein. 12.30—1.«5 Orgelconcert, vanuit de
t. Evang. Duth. Kerk aan den Klovenlevs-
gellst dlei
iade. te Den Haag. „Deeshairuurtje".
2.35—3.16 Causerie over: „Het aanleggen ven
een rotstulntje", door den hoer A. J. Herwig.
te Bussum. 3.15—3.45 Cursus Knippen on Stof-
versleren, te geven door het Instituut ENSAID.
Tolsteegsingel 54. te Utrecht. 3 45—4 Verzor
ging zonder. 4.— Tijdsein. 4—6 ZIekenuurtje.
te lelden door Ds. H. A. Munnlk Jr.. Geref.
Pred. te Zwolle. Muzikale medewerking verloe-
nen: mej. C. de Jager, zang: Fr.
6.30—7.80 Christelijk Diedei
HTLVERSUM (298 8 M.I. A.V.R.O.
8.01—9.50
1015
Tljdst
2.30 Rustpoos. 2.30—
nofoonmuzlek. 4.30—5 30 Kinderuur. S.30—7
lek. 7—7.30 Boekenhalfuur. 7.30—S Gramo-
muzlek. 8— Tijdsein. 8.01—9 Muzlex. 9—
Vloolvonrdrneht. 9 30—10.2(1 Muziek. 10.20
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
EVELYN EVERETT—GREEN
Door J. VAN ZUYLEN
„Beatrice's gezicht betrok even; een wolk
streek voor een oogenblik over haar ge-
Zicht. maar zij verdween even spoedig als
ze gekomen was."
lfJe bent mij te wijs, Erica; je noemt de
dragen t» ernstig op. Ik houd er ven mijn
verbeelding te laten spelen en mij over te
geven aan gouden droomen."
„Dat doe iik ook. Mijn diroomen zijn net
eoo goed goud a.ls de jouwe, daar ben ik
van overtuigd, Beatrioe."
Ze bracht het gesprek terug o-p het oude
punt
„Het was een heel prettige avond. Ik
vond het zoo leuk, zooals Jack daar bin
nen kwam. Zeelui zijn meestal aardige lui;
ze hebben zoo iets gemakkelijks en man
nelijks en oprechts over zich. Wat een ver
schil is er toch tua&chen mannen, die er
op uit getrokken zijn en iets van de we
reld gezien hebben en zij, die lui en ledig
thuis gebleven zijn! Ik begrijp me maar
niet., waa.rom ouders niet aitooe hun zoons
ar op uit zenden, om wat in 't model ge
bracht te worden Vergelijk in dat opzicht
Jack nu e*»ns met den Proef."
„Arme Proef! Ik ben bang, dat er mets
SP, dat hem goed zou doen Hij heeft het
Scwai'Gte hoofd van zijn moeder zonder do
uitstekende eigenschappen van haar hart
Maar e»r is meer rtoodig don tegen de we
redd be strijden, Beatrice, om mannen te
vormen ais Sir Raphael Evenard
Beatrice's oogen werden plotseling zaaht
„Dat denk ik ook. Hij is stellig anders
dan ik nog ooit remand ontmoette. Hij
komt morgen met Louise ons helpen de kin
deren te ontvangen, en adde Johns-tones
komen ook. Ik hoop maar, dat het een
prettige dag zal worden voor de kleintjes.
Ik hoor, dat ze allemaal wild van blijde ver
wachting zijn."
Beatrice enheen wed „prachtig weer te
kunnen bestellen, voor ai haar feesten De
zon schoen den volgenden dag, zooais ze
den boelen zomer maar zelden had gedaan.
Al vroeg waren er mannen aan 't. werk,
om in het groote weideveld een ruime ron
de tent op te nichten, en binnenshuis was
de staf van medewerkers bijna even druk
ais den vorigen dag. Met hetgeen er toen
was overgebleven en wat er voor vandaag
werd klaargemaakt, bestand er geen ge
vaar, dat de gasten niet rijkelijk zouden
worden onthaald. Ook de kinderen uit het
dorp waren niet vergeten, op dezen epecia
len kinderdag, want een deel vau 'e tent
was voor hen gereserveerd, en een groote
tafel werd aangericht in een schuur, waar
ze thee zouden drinken aan het 6iot ram
de oircus-vertooning.
Het leed geen twijfel of he»t jonge volkje
zich wel vermaakte. Beatrice was de beate
hospita voor gelegenheden al6 deze. Ze wist
de kinderen, bijna zoo gauw ais ze kwamen
aam het 6toeien te krijgen op de grasvelden,
Joeg aillle bleuheid en stijfheid op de vlucht
door haar zonnige.n glimlach en was dr
©prl van de heele partij. Jack was
.willig en bekwaam medewerker, die bijna
evenveel er toe bijdroeg als do gastvrouw
om de kinderen vroolijk en blij te maken
en ze te doen schudden van het lachen. Ji.il
Louise, Raphael, Erica en Duncan hielpen
a Heimaal flink mee om de stem mint er tn
(e brengen en op het oogen blik dat «ie klei
ne schare vroolijk naar de groote tent mar
cheerde, weerklonk aan alle kanten druk
gesnap en blijde kinderstemmen en harte
lijk gelach; en dat wa6 wel het boste be
wijs dut het kleine volkje op zijn gemak
was, en ten volle van het feest genoot De
dorpskinderen zaten al op hun plaats en
wachtten met een soort angst op het begin
j van de geheim zinnige gebeurtenissen Lu
cie Keith, die 6teeds in Beatrice's nabijheid
was gebleven, en die er in was g «slaag i
het zoo begeerde eereplaatsje naast haar ti
bemachtigen, I-egde haar handje vertrouwe-
lijk in die van de dame, en fluisterde.
I „Het is toch zoo goed en lief van u, om
!hun ook allemaal te laten kamen. Da pa
jwas er zoo blij om, en zoo ging het. ons al
iemaa.1. De kleine Janey is hier ook. Daar
[zit ze, vlak vooraan. Mijnheer Jack neeft
j Ben Travers hier naar toe gereden. J.iney
j vindt het nu weer prettig al6 ik bij haar
I kom om voor te lezen. Ze vindt het niet.
I vervelend, zooals ik eens dacht, dat ze
doen zou.'
Beatrice drukte de hand van het meisje,
ten teeken van sympathie en daarop be-
gom de wonderbare voorstelling VoMe twee
,uur zaten ze geboeid en bekoord, en Nn
ze weer naar buiten kwamen en zich te
goed deden aan de thee, bewezen het ge-
j gons en gebabbel van blijde stemmntjefi
duidelijk hoezeer ze genoten hadden.
De .spelletjes op het grasveld, drie daar
I na begonnen, waren de moeite waard om
lor naar te kijken, niet het minst door het
aandeel dat Beatrice zelf er in nam: en
voortdurend was ze omstuwd door een
troepje vurige jonge bewonderaars.
„Is ze niet Lief?" vroeg Erica, bijna on
bewust haar gedachten luid uitsprekende,
terwijl ze met Sir Raphael E vera id onder
een cederboom stond te kijken naar het
blijdie spel en de dartele sprongen van de
gelukkige kinderen. „Ik zag nog iiooi.t
iemand a.l6 haar in mijn leven."
„Ik ook niet", antwoordde hij. zijn blik
vast op de jonge gastvrouw gericht. „Me
dunkt, ik heb haar nog nooit in zulk voor-
deelig licht gezien a.ls vandaag."
„Mij dunkt, ze ziet er altoos voordcelig
uit," zei Erica, terwijl haar oogen straalden
van liefde voor haar vriendin. „Zij schijnt
mij altoos de koningin van de samen
komst, die de mindere lichten verdooft
door haar persoonlijke schittering."
„Denkt u dat?"
„li niet?"
„Neen. ten minste niet in dezelf le mate
Ik begrijp wel, wat u bedoedt. Ik zie er.
onderga wel de bekoring van haar te>en
woorvügheid, maar ik geloof niet, dat zij
anderen iets meer verdooft dan een paar
uitgezochte vurigie exotische planten oen
eenvoudige roos zouden doen Men kan
over "de rijke schoonheid van de een ver
baasd staan on die bewonderen, en toch te
meer de zoete geur ran de ander prijzen,"
en de jonge man richtte zijn blik plotseling
ton volle op Erica.
Ze stond stil naar Beatricp te kijken, ter
wijl Raphael rustig verder wandelde en
zich tusschen de spelenden begaf.
HOOFDSTUK XIII
Kalme dagen
Ofschoon stille dagen altoos gevolgd wor
den door storm, wie zou er daarom niet
ten volde van genieten, onbewust van do
wolken, diie zich aan den horizon samen
pakken, terwijl alles zoo kalm en vredig
en helder lijkt?
Als men met stille en kalme dagen bedoelt
dagen van wolklonzon zonneschijn en uit
gezocht geluk, dan was de vroegn hsrtst
ran dat jaar stellig een rustige periode
voor zeer velen van hen, die rondom Port
For rans woonden.
Over Erioa kwam een stil geluk, dat haar
hart vervulde met een vreemde, ongekende
blijdschap. Haar geloof had zich meer en
meer ontwikkeld en in haar hart heorschte
groote vrede. De kleur verdiepte zich op
haar kalm gelaat en het licht werd hel
derder in haar groote, grijze oogen; en
Beatrice lachte, a.ls ze haar aankeek, en
zei met iets van zorgzame trots, dat Erica
e- eiken dag beter ging uitzien.
„Ik had je noodig, om zelf beter te kun
nen uitkomen," zei ze eens lachend, „maar
ik geloof, dat hot eind zal wezen, dat je
mijn mededingster wordt!"
Een pijnlijke steek schoot plotseling door
Erica's hart bij deze woorden, en ze begon
zichzelf ernstig n.f te vragen, of ze niet on
wetend en onbewust, een onherstelbare »>n-
rechtvaardigheid beging jegens haar beste
en liefste vriendin. Als dat waar was en
ze begon het nu te gelooven - dat Raphael
Everard héér beminde, welk een .nv'oed
zon de ontdekking van dat feit op Beatrice
hebhen? Zou ze niet bedenken, dot, a.ls ze
Erica niet in haar huis opgenomen en haai
de ar de plaats van een zuster en vriendin
had doen In n>e»men, zij zelf het hart zou
hebben gewonnen, dat nu aan een ander
werd gegeven?
Het was een vreeseüjk pijnlijke gedachte,
en Erica vroeg zich af, of het niet tiet b«st
zou zijn Port Kerrors zoo 6poedi« mogelijk
vaarwel te zeggen. Maar een oogenbl k van
«nadenken toonde haar het onuitvoerbare
van d.it plan. In de eerete plaats z»^u Bea
trice er geon oogenblik van willen hooien,
en het was onmogelijk om iets te doen. dat
openlijk en lijnrecht tegen haar wenschen
inging. In de tweede plaats zou het onmo
gelijk zijn een afdonnde reden op te geven
voor zulk een gedragslijn, want Sur Ra
phael Kverwrd had geen enke! woo-d van
liefde tot haar gesproken, en zijn eohe.m,
als het een geheim was, hAd zij ontdekt
door iets onzegbaara in zijn manier vee.
doen, dat duidelijk tot haar hart sprak, al
kon het niet worden ontleed en verklaanL
Ten derde, indien het kwaad al b-.dieveu
was. wat zou dan een vlucht baten? Ra
phael was er de man niet naar >m z ch
te laten afschrikken door tijdelijke hinder
palen. Ilij zou eenvoudig het meisje at hij
liefhad, volgen m haar trachten te «mnm,
en wat «ou dan door een verandering van
verblijfplaats zijn gewonnen® Zelfs al h«.d
Erica gelijk in al haar veronderetollln .on.
waf nut zou dan nog een vlucht d'ien? Kn
zij begon een hoop te koesteren, dat re rich
in een ander punt vergiste.
Erica zou Bmtrice alles verteld hebben
wat in haar hart was, als ei- maar iets te
vertellen was geweest.
(Wordt vervolgd)