...vandaag dus weer
omdat
'erna a
ZATERDAG 11 APRIL 1931
DERDE BLAD PAG. 9
DE GROOTE BLAMAGE
(Van onzen Duitschen correspondent).
Hier stehen GemUtaatbleten^ von
Hier kommandlert die Hnndschuh.
Und slcher, l9t der Zuuber erat
Wlrd man sogar Herrn Guebbèls
wtedersehn.
Gebrek aan politieke rijpheid.
I helden met het bruine hemd liggen
eikander overhoop. Onder de revolutio
ns natiunual-socialisten is een revolutie
'miniatuur uitgebroken. Het prestige van
hikcnkruis wordt aangetast door hct.i.
't lragen. De reputatie van Adolf den
iaar. ast bare, wordt hierdoor niet weinig
schaad. Het ontijdig heengaan der 107 at-
raardigden uit den rijksdag wekte reeds
m den indruk, dat politieke rijpheid ont
eekt aan hen, die zich als de redders van
|k cn vaderland aandienen. De verwach
ten der tienduizenden, die hun stem op
u zienderoogen groeiende partij uitbrach-
i, werclcn deerlijk geschokt door dit nega-
ve resultaat.
jet optreden van nationaal-socialistisohe
nisters in Thüringen en iBrunswijk vet-
akte den indruk, dat de volgelingen van
tier niet weten, hoe men zich in parle-
jntaire kringen moet gedragen. In de stad
n denkers en dichters compromitteerde
Frick zijn partij met strijdlustige school-
beden, welke ver buiten Weiniar een storm
n verontwaardiging teweeg brachten. Hij
rwarde den Thüringer Landdag met hei
ortpalast te Berlijn, vergat, dat een minis-
van binnonlandsche zaken niet dezelfde
ures raag aannemen als een agitator uit
opagandistische overwegingen en zoodocn-
werd het exempel van Weimar een waar-
luwing voor gansch Duitschland. Het on-
jig heengaan van dr. Frick en staatsraad
irschler was een blamage voor het systeem
n Adolf Hitler en zijn trawanten.
Een conflict.
Ongeveer terzelfder tijd ontstond te Ber
in een conflict onder de vooraanstaande
innen der Storm-Afdeelingen van de N.
D. A. P. Eon vroegere hoofdinspecteur van
ilit'ie, Stennes, ontevreden met de methoden
in München, verklaart zich in zijn kvvali-
it als S. A.-leider openlijk een tcgenstan-
van Hitier, teekent den grootcn Adolf als
bourgeois satisfait, duidt hem den bouw
in het kostbare Bruine Huis te München
ii zeerste euvel, vindt, dat de daartoe be-
itte gelden beter in dienst van de partij
nut konden worden en legt kortweg be-
ig op het partijbureau in de Hedemann
rasse. Hier wordt het iijforgaan van dr
jebbels, de „Angriff" gedrukt en dit staat
ikele dagen geheel in dienst der opstandi
in. Hitler had juist dr. Goebbels naar Wei-
lar geroepen, om hier nog te redden, wat er
redden viel, maar weldra kwam men tot
onaangename gewaarwording, dat hier
iets meer te redden viel. 1-Ioorende, wat er
imiddels te Berlijn gaande was, gaf Hitier
Goebbels een absolute volmacht en deze
r--dde zich terug naar de Hedemann-
Irasse, waar hij voor een gesloten deur
wam te staan. Daar de gebruiken in natio-
-socialistische kringen hem niet onbe-
end zijn, waagde hij zich niet naar binnen,
r kon „bij vergissing" een schot op hem
orden afgegeven! Maar Stennes maakte
üimte voor zijn door Hitier naar Berlijn
iden opvolger, den eerste-luitcnant Schulz,
ite alle waardevolle documenten in groo-
tisten, en verhuisde naar de Matthaikirch
asse, waar hij tot ontzetting van de
voners dier stille, voorname straat, een
gen bureau opende. Maar ook dit zal Liet
an langen duur zijn, want politie en justi
Begint overal Lente te worden. Ook in 't bergland. En onvergetelijk blijft de aanblik
tan de onmetelijke krokusvelden met op den achtergrond de met eeuwige sneeuw
bedekte bergen.
tie zijn doende, hem en zijn staf tot ontrui
ming te dwingen. Zoo is dan Stennes reeds
van de offensieve in de defensieve positie
overgegaan! Op zijn Duitsch heet dat „Sten
nes soil exmittiert werden!"
De vuile wasch.
Het duurde nog een paar dagen, voordat
Goebbels zioh weer in de drukkerij van zijn
„Angriff" waagde. Hier hoorde hij van ecu
drietal S. A. mannen, die hem trouw geble
ven waren, dat ze de machines voor sabo
tage bewaard hadden en dus kon er direct
weer op losgescholden worden. Stennes, een
maal zijn beste vriend cn partijgenoot, was
nu plotseling een oplichter en bedrieger ge
worden, een eerzuchtige volksophitser, een
gevaar voor de nationaal-socialistische sa
menleving. Hitier en Goebbels hadden dat
allang geweten en hem zijn gang laten gaan
maar nu had men er voorgoed een eind
aan gemaakt
Het is hoogst onverkwikkelijk, wanneer
men met de vuile wasch van andere men-
schcn in aanraking komt. Maar de nazi's
schijnen in dozen anders te denken, want
ze behandelen hun interne aangelegenheden
door middel van kolommen-lange artikelen
in hun publieke organen. Adolf gaat hierbij
in zijn thans alleen nog maar in Mün
chen verschijnenden „Völkischen Beobacli-
ter" vooraan. Reeds uit den enormen om
vang van zijn hoogst onverkwikkelijke uit
eenzettingen,- vol ongemotiveerde hatelijk
heden, kan men afleiden, dat hij zich door
Stennes' attaque danig in zijn prestige ge
schokt voelt Noodgedrongen verklaart thans
de eenmaal zoo vechtlustige Hitier, dat hii
slechts langs legalen weg zijn doel wil na
streven, dat hij vroegere pogingen langs
illegalen weg als verkeerd heeft ingezien,
dat hij dus niets meer wil ondernemen, wat
hem met de wet in minder aangename aan-
aking zou kunnen brengen.
Stennes daarentegen is trouw gebleven
aan den gedachtengang, welke eenmaal den
stoot gaf tot Hitler's doortastend optreden.
Hij wil van samenwerking en overleg met
het huidig bewind niets weten. Hij wijst alle
officieel gedoe van de hand, neemt eer.
'oopje met Hitiers kostbare „Bruine Huis'
in München en vindt, dat de hiertoe besteede
millioenen beter in dienst van het partij-
leven benut konden worden. Hij blijft du:
door en door „stantsfeindlich".
Het gelijk is in zulke netelige gevalln
meestal aan de zijde van hem, die over de
macht en liet noodige geld beschikt. Hitli
commandeert Goebbels naar München 6
beiden verdedigen in een groot circus de
wijzigingen in hun systeem. Hitier teekent
zich en niet ten onrechte als de
„Urheber" van de nationaal-socialistische be
weging, als dictator duldt hij niemand naast
zich en ook al zouden allen hem in den
■iteek laten hij zal op eenmaal ingeslagen
weg verdergaanHet kostbare Bruine
Huis werd gebouwd ter eere van de kamera
den der S. A. die hun leven voor de partij
offerden. Marmer en brons is niet te goed en
le duur, om deze heldendaden vast te leggen
voor latere geslachtent
Groote opruiming.
Joseph Goebbels, van wien ik vaak hoorde
beweren, dat hij 't in. zijn hart allerminst
met Hitier eens is, wordt met absolute vol
machten naar Berlijn teruggezonden, om
hier schoon schip te maken. Allen, die het
niet volmaakt eens zijn met het beleid van
München, kunnen hun biezen pakken, wor
den gediskwalificeerd, gedegradeerd of op
staanden voet ontslagen. Het ligt in den
aard der zaak, dat deze ontslagenen en on
tevredenen naar Stonnes overloopen, die
trouw bleef aan de beginselen, welke een
maal met gloed gepropageerd werden door
Adolf Hitler. Kwamen niet kortelings enkele
jonge officieren der rijksweer in Ulm ten val
DE POENALE SANCTIE
li*)
WAAROM NOODIG.
De Overheid heeft in Indië, dat Is thans
oor ieder die den band tusschcn Moederland
en Koloniën erkent, een uitgemaakte zaak
ten opzichte van de Inheemsche bevolking
een opvoedende taak.
Daarvoor zijn middelen noodig. Hoe rui
mer die middelen vloeien, hoe sneller en
hoe beter die taak kan volbracht worden. Die
Groeiend verzet.
Edoch ook met deze mildere ordonnantie
bleek dat niet alles goed geregeld was.
Zoowel in Engeland als in Nederland
heeft men een langen strijd gezien tegen de
eerste sociale wetten Eerst van t on/enblik
af dat men aan een afzonderlijk instituut de
uitvoering opdroeg kwam nierin verbetering.
Datzelfde euvel openbaarde zich ook in In
dië. De Ambtenaren van het Binnenlands 'i
Bestuur waren de toezichthouders met dit
opvosdende taak wordt steeds breeder, maar Khter_ da, hct van
ook steeds dieper. Vooral in den loop der eeuw een groeiend verzet daartegen ontstond,
laatste jaren is de vervulling van de Over- - - -
heidstaa* die met den polsslag van den tijd
wil rekening houden niet alleen moeilijk,
maar ook kostbaar geworden. Onderwijs en
gezondheidszorg, Irrigatie esn Verkeerswezen,
Weermacht en goede functionneering van
E I c h w a t
Wils.
DE OUDE MIE
„Bekeerings-geschiedenissen" staan bij
velen in een kwade reuk. En ik kan dai
best begrijpen.
U kont ze zeker ook wel: die boekjes van
t j - ,nsi„L,an acht bladzijden, die men vroeger voor een
■n vaigadcring van dan Isidischen duhhe:,jf aan de deur vcrkoch
Bond opI 29 >laart b*X waar o.a r.e heai Qp >vas dc hc|d van v(,rhaal
an I)°' aanwfïi. wa was het n a. de dronkaard en vloeker en soms nog veel er-
Medansche Advocaat Mr. J. van den Brand, 0p b,z. 4 werd verteld van een w.,n
die zich met kracht tegen de practijk van de 3erlijke tekeerlng, vol kunst-
Tann lO.rvrHnnnn n 11 f> VPI-7fUtp Doph h 11 lpt llPt 3
LENTE IN T BERGLAND
Gelukkig is Indië een wereldoord, dat de
bronnen in den bodem in ruime mate aanwe
zig heeft, om de verst doorgevoerde cultuur-
bohoefton te vervullen. Die bodem moet ver
der in cultuur gebracht worden en .de schat
ten die daarbinnen zich bevinden moeten
tijdig worden ontgonnem. Nog onbewoonde
en bebouwde streken roepen om de hand die
ploeg en plantstok hanteert. Kolen en pe
troleum en vele metalen moeten nu gedol
ven worden nu er nog vraag is naar deze
cultuurproducten.
Overheidsdienst en particulier initiatief
moeten hier de handen ineenslaan.
Maar daar waar de bodem om bearbeiding
roept vindt men geen arbeidskrachten; zij
moeten eerst van elders worden aangevoerd.
Nu is het duidelijk dat èn de mijnbouw èn
de landbouw van andere dan consumptie
artikelen noodzaakt om speciaal met de
woonbehoefte en het voedsel vraagstuk dade
lijk rekening e houden, maar eveneens is
het begrijpelijk dat een dergelijke ontgin-
ningsstreek niet als vanzelf lokt tot vesti
ging. Daartoe heeft men speciale middelen
noodig.
Zoo zijn dan ook in Lndië reeds van den
aanvang der exploitatie van de grootcultures
af schatten gelds besteed aan het trekken
van en het verzorgen van een zich vestigende
bevolking. Deze benoodigde werkkrachten
komen izich echter niet aanmelden zooals op
de Europeesc-he arbeidsmarkt maar men
moet ze opzoeken en overreden om zich daar
te vestigen. Dat kost geld aan vervoer en
meestal reeds aan onderhoud voor het ver
trek, dat kost geld gedurende de periode
van het contract, maar kost ook nog door
het verplichte terugzenden na afloop daar
van.
Geen wonder, dat de werkgever er prijs op
stelt, dat het contract zoo effectief mogelijk
zij, niet alleen wat aangaat den tijdsduur tot
het einde, maar ook wat de werkpraestatie
gedurende die periode betreft.
Nu zullen wel de omstandigheden hem no
pen om met die dure werkkrachten niet al
te onvoorzichtig om te springen, maar an
derzijds staat ook de deur open voor allerlei
misbruik. Vandaar dat er van stonde aan
naar gestreefd is om deze overeenkomst met
wettelijke waarborgen te omringen.
De Koelie-ordonnantie.
Had de Tweede Kamer in 1876 aangewezen
„de verplichting van de Regeering om de
rechtsverhoudingen tussohen werkgevers en
de van elders aangevoerde arbeiders bij af
zonderlijke verordening te regelen, deze rege
ling kwam in de Koelieordonnantie van 1880
tot stand. Deze oorspronkelijk 14 artikelen
tellende ordonnantie is later herhaaldelijk
gewijzigd en uitgebreid. Zij regelt tot in vrij
groote bijzonderheden de rechten en plichten
van beide partijen en bedreigt naar beide
zijden straf tegen overtreding. Naar beide
zijden, want ook de werkgever wordt met
zware straffen bedreigd bij overtreding van
de voorschriften.
Tooh hoeft deze eerste Koelie-ordonnantie
reeds aanstonds verzet ontlokt. Het verschil
in reclitsbedeeling tussohen werkgever en
werknemer hoewel in theorie niet aanwezig
was practisch wel aanwezig.
Daarom werd voor Sumatra's Oostkust,
waar hoofdzakelijk deze ordonnantie werkte,
in 18S9 deze ordonnantie herzien. Verschil-
zijn zooveel stof opwerpende brochure „Mi!
lioenen uit Deli", waarin hij niemand en
niets ontzag.
Hoewel de schrijver met smaad en hoon
werd overladen en hij zelf in een het vol
gend jaar verschijnende tweede hrochnr"
Nog eens de millioenen uit Deli", klaagde
dat zijn stem die eens roependen in de woes
tijn was, leende de Regeering toch haar oor.
Een speciaal onderzoek werd ingesteld en 'i
gevolg was:
2. verbetering van de politie in het ge-
een ijverig evangelist of predikant
Ik wil eerlijk' bekennen, dat dergelijke
erhalcn ook mij nimmer konden bekoren
Maar ook is waar, dat God zijn kinderi-ii
soms langs wonderlijke wegen leidt. En
dienstmeisje van Nafiman was waartijk
niet alleen 't middel in Zijn hand om een
groo man of een deftige mevrouw den
eenigen weg ten ieven te wijzen.
oud nummer van „De Zondax:
Paschen viel vroeg en de kerkklokken
noodden de Christenen tot blijden tempel
gang.
Voor Mie echter tevergeefs. Ze was aan
huis gebonden, want haar mees er was ziek.
Het laatste jaar was hij hard achteruit
gegaan. Levenskracht en werklust waren
sterk afgenomen.
Nu lag hij reeds eenige dagen op het ziek
bed en gebruikte weinig meer dan zijn
medicijnen.
Mie begon te vreezen, dat dit ziekbed sterf
bed zou worden. Te vreezenom haar
mee üer zei ven allermeest. Was hij wel be
leid om te sterven? Kon hij gerust den dood
tegemoet zien?
Neen, neen. zijn hart lag niet vlak voor
God, gelijk Mie het uitdrukte.
En ze had daarin gelijkDe professor
had zoo menigmaal vertrouwelijk over gees
telijke dingen met haar gesproken en dan
bode" vond ik een eenvoudig en treffenojhad ze ontdekt, dat op den bodem
verhaal, dat ik hier beknopt weergeef. hart in den laatstcn tijd we. leefde de stille
Mie, de oude uishoudster, luisterde bede: „O, God, leid mij m Uw waarheid
met ingehouden adem aan de deur der maar ze wist ook. hoe zijn ongeloof, zijn
slaapkamer van haar meester. verstand, zijn geleerdheid hem in den weg
Was he laakbare nieuwsgierigheid, die stonden,
er haar toe dreef? Neen, maar hartelijke
4. wettelijke regeling van de koeliewer
ving.
Zoo hebben zich om deze Koelie-ordonnan
tie steeds afzonderlijke regelingen gegroe
peerd en is deze ordonnantie zelf herhaal
delijk gewijzigd, o.a. in 1915 en 1924 en nu
nog in 1930.
Een van de punten die echter nog steeds,
ondanks aandrang tot wegneming, is blijven
bestaan, is de strafbedreiging tegen over
treding, de z.g.n. Poenale Sanctie. De strijd
om en over de Koelie ordonnantie in het al
gemeen, is in wezen eigenlijk een strijd ge
weest tegen Je poenale sanctie.
Om enkele momenten te noemen, die strijd
begon al toen de latere G. G. Mr. D. Fock
op 20 Nov. 1915 in de 2e Kamer oveileggin;
vroeg van de door de Indische Regeering
ter zijde gelegde ontwerp-ordonnantie Van
Blommestcin. Sindsdien is in dc Staten-
Generaal de strijd om dit onderdeel aan de
orde geweest tot de. nieuwe wijziging WSÊ II MBI WKH,
1924 toe. Eveneens is deze aangelegenheid (jgn eenigen troost in leven en sterven!
in den Volksraad voortdurend aan de orde j ^ecr dan eens had ze met den professor
geweest van 1919 af. Daarnaast hebben vur- gesproken over dood en eeuwigheid, maar
schillende organisaties, ambtenaren cn par- j de troost, die de eenvoudige vrouw v»"*-
ticulieren zich in den strijd gemengd. kwikte, verstond de geleerde man nie'.
Intusschen heeft de Indische Regeering bij „Och, mijnheer", bad ze gezegd met
de befaamde verklaring van 1918 ook ver- j nen in haar oogon en stem, „de dood is
klaard dat de Poenale Sanctie geleidelijk zal j verslonden tot overwinning mocht u nog
verdwijnen. De onmisbaarheid van dit in- I eens de kracht van 's Heeren opstanding
stituut bij de verhoudingen zooals die tot I verstaan",
heden bestonden, is wel het boste geïllus- Moo* h-
treerd in de moeilijkheid om die toezegging
binnen redelijke tijdsgremzen gestand te
doen. Nog bij de jongste bcgrootingsbehande-
ling moest die Minister toegeven, dat nog
niemand het einde van de Poenale Sanctie
kan voorspellen.
Er zijn echter andere denkbeelden en an
dere economische golvingen gaande die
meer nog dan wettelijke middelen het ge-
wensohte proces verhaasten zooals wij in
een volgend artikel zullen zien.
belangstelling in het lot van den
wien ze reeds zoo lange iaren als 'u trouwe
hulpe had terzijde gestaan.
Ze achtte haT meester niet alleen, ze
had hem lief. Zijn belangen waren allengs
de hare geworden en er was niemand, die
me de bijzondere levensomstandigheden
van den professor z66 op de hoogte was als
Mie; hij, de hooggeleerde man. met Euro-
peesche vermaardheid, had allengs aan de
eenvoudige, vrome ziel zelfs zijn hartsge
heimen toevertrouwd. Hij praat'e graag
met haar; over geleerdheid beschikte zij
niet. maar ze had een hart van goud. ge
lijk de menschen van baar zeiden, schoon
v.è het zelf nie' geloofde; ook had ze een
rijke levenservaring en, bij alle verschil,
toch dit met den professor gemeen, dat ze
ruim haar deel gehad liad aan 's levens
dieoe droefheid. En gemeenschap des lijdens
vereent.
Scherp luisterde Mie toe. Ja, ze had het
wel goed gehoord, haar meester had weer
een van die droeve buien.
.„Arme man!" zuchtte ze, terwiil ze zich
zacht van de slaapkamer verwijderde. In
dien ge maar mocht kennen en ervaren
aan deze methoden? Zijn niet tienduizenden
jonge menschen uit hun evenwicht gebracht
door de groote verwachtingen, welke zij hier
van verwachten? Staan niet op 't oogenblik
vier nazi's in Charlottenburg terecht, wegens
een moordgeval in de Hebbelstrasse?
In samenwerking met de Duitsch-nationa-
Ien en hun Staalhelm-knapen wilden de na-
tionaal-socialisten den rijksdag tot een bij
eenkomst dwingen, maar met een sterke
meerderheid werd dit voorstel verworpen en
dus zal het rijksparlement zijn vacantie
hoogstwaarschijnlijk tot 13 October voortzet
ten. Inmiddels is de actie voor een volks
petitionnement in vollen gang, streeft men
ernaar, den Pruisischen landdag ten val te
brengen en hiermede een eind te maken aan
het regime der sociaal-democraten onder
Braun en Severing.
Door middel van noodverordeningen zal
de rijksregeering de orde trachten te hand
haven. Zij wordt hierbij direct bijgestaan
door politie en rijksweer indirect door de
ontelbaar velen, die dit interne geharrewar
van ganscher harte zat geworden zijn.
Radio Nieuws.
HUIZEN (1876 M.). N.C.R.V. 10.20 Kerkdlens
anuit de Lutherkapel Euterpestraat. te Am
terdam-Zuid. Voorganger: l>s. P. NeldeeH
lej-st. üv. LuLh. Predikant te Amsterdam
Orgelspel. 2 Votum. S Zingen: Oezung i23
en 4 (Herv. Bundel Ps. 118 1 en 11). 4 Schrift
i tekst: Fll. 3
de kracht Zijnei
zang 294 6 en l
i 6). 9 Dankge
12 Orgelspel
r W. Stout 1 Orgelspi
die bo'
9 Eerste gedeelte der predikatie. 10 Zingen:
Gezang 62:5 en 12. li Tweede gedeelte -Ier
predikatie. 12 Gebed. 13 Zingen: Psalm 73:12.
14 Zegenbede. 16 Orgelspel.
maandag 13 april
HUIZEN (1876
8.15 Schriftlezing. 8.159.30 Concert.
'Ijdsein. 10.3011 Korte Zlekendlenst te
!en door Ds. A. G. Dlederiks, Ned. Hei
wordt: „Vrije Dienst" door
Andrae Bredée. 11.3012 Oramofoonmu
Zlekenuurtje, te leiden door
't Was bijkans een jaar laiter.
In z'n laatste gesprek bad hij haar de vraag
voorgelegd: „Maar Mie, indien eens ou goede
gronden bewezen werd, dat Jezus Christus
nimmer is opgestaan, waar zou je dan blij
ven met je geloof?"
En ze had geantwoord: „Wel mijnheer,
daar. waar mijn geloof met mij blijft En
wie me het geloof in mijn levende Heiland
zou willen ontnemen, zou mij het hart uit
mijn lichaam moeten snijden, want daar
•oont Hij in."
Ja, dat had ze gezegd. En de professor had
daarop gezwegen
Haar overdenkingen werden gestoord.
Ze meende zacht geklop te hooren.
't Kwam uit de ziekenkamer.
„Mie!" klonk het zacht.
Was het de stem van een kind?
Ja eijjdelijk was het zoover gekomen
de man was een kind geworden in de schoon
ste boteëkenis van 't woord.
„Mie!" en vlak bij hem komende, klonk het
nog eens met bewogen stem: „Mie, zou er
voor mij nog hoop zijn?"
„Wel, mijnheer", antwoordde ze zoo een
voudig en waar: „Wel mijnheer, u leeft en
de Heere Jezus leeft zou er dan geen hoop
zijn?"
„Mie, bid dan eens voor mij!"
Zij knielde neer en bad; zij sprak van de
rijke beloften Gods, die in Christus ja en
amen zijn.
De zieke wendde het gelaat van haar al
en weende
Toen sprak hij opeens met heldere stem::
„Ik geloof in Tezus Christus"
Eer de tweede Paaschdag ten einde was,
stierf de hooggeleerde man in het ootmoedig
zondaarsgeloof, getuigend nog met stervende
lippen van Jezus' groote liefde en van de
kraoht Zijner Opstanding.
Ds. a. va/i Kooten, Neh. Herv. Pred. te llot-
.rdam. MuaikaJe medewerking: verleenen: mej.
de Jager^ zang: de heer M. F. JurJaanz.
door het N.C.R.V. Klein Orkest,
den Hurk. 6.307 Spreeketer: Majoor .V.
Krone. Officier van het Leger des Hells. Undi
werp: ..Oetuig-n van Christus" 7.— Tijdse
7—7.80 Halfuurtje voor
ker: Ds. H. L. BoerlIJst
StadsgeJiooi
Drievoudig snoer". Ds. K. Hielkema. Ned.
ilk&le medewerking
ïkoort „Door Een-
L. Neymeyer: het
-Ar. Hengeveld. 9.20—
9.40 Persberichten. 10.4611.80 Gramofoonpla-
2.30—3 Lezing
Morgenwijding. 10.3012 Concert. 13— Tljd-
slen. 12.011 Orgelconcert
ziek. 23 30 Rustpoos.
Gram ofoon mn ziek. 3.30
4154 30 Gramofoonmuzlek 4 30—5.30 Klnder-
5 30—7 Concert 7—7.3P Boekenhalfui
8.10 i
8.10—9.15 Con<
9.45—11' Gramofoom
mofoonmuzlek.
TWEE ENTHOUSIASTEN
Naar het Engelsch van
EVELYN EVERETT—GHEEN
Door J. VAN ZUYLEN
Maar Beatrice was meer beilangetelQend
ai practische bijzonderheden.
„En hoe zal het worden? Er zal wei ge-
bouwd moeten worden, is 't niet? Daar ben
ik blij om. Van het oogenblik ef, dat ik
hier gekomen ben heb ik er naar verlangd
te grabbeleD in eteenen en te pletsen in
kalk!"
Hij kon zich niet weerhouden te lachen
„Ik ben heusoh bang, dat u uw wensoh
tenslotte bevredigd zult zien. Ik had ge
hoopt, dat er wel een goed huisje beschik
baar zou zijn, dat zou kunnen dienen, maar
ik ben tooh bang, dat etr geen een is, dat
geschikt zou zijn. Hoe het zaJ worden? Ooh,
een eenvoudig sollied gebouw, met groote
kamers. Er moet een keu kon bij komen,
waar thee en koffie en broodjes tegen den
koetonden prijs verkrijgbaar zijn. de
rBlauwe Draak" zal daar wel niet mee in
genomen zijn, maar je kunt het nu eenrarvul
niet iedereen naar den zin maken en Mti
leeskamer, waar boekon en kranten ver
krijgbaar zijn en gelezen kunnen worder.
Dan moeten we een kamer hebben, waar
onder zekere beperkingen gespeeld kan
svarden, en een waar cunsufjsen kunnen
worden gefhouden, als we onze menschen
eerst Zoover hebben gekregen dat ze we.n-
sehen het veld van hun kennis uit te
breiden.
Ik ben niet van plam hun ieis te geven,
waar ze niiet om vragen, ofschoon ze zoo
veel mogelijk zuilen wordten aangemoedigd
om te vragen. Indien ze om onderwijs vra
gen, zullen ze zich verplicht gevoelen er
gebruiik van te maken, a>ls het gegeven
wordt. Maar ate we traohten hen te over
reden om onderwijs te ontvangen, en het
verveelt hun, hebben we meteen ai ons
kruit verspeeld en bLijft ons geen enke' ar
gument meer over. Zoo zal het ook met
andere dingen zijn; ik zou een uitleen-
bibliotheek willen oprichten, een spaerban*
een ziekenfonds, en nog veel meer andere
dingen. Maar ik zaïi niets doen. zonder te
dat ze meenen ais zou de wensoh bij
zeflf zijn opgekomen. Ik will niet de ge
dachte bij hen wekken, dat hun alles maar
geschonken wordt, onverschillig of zij er
om gwen of niet; maar ze moeten gevoelen
er op oe kunnen rekenen, dat ze zullen
worden geholpen om zichzelf te helpen, on
dat de goede weg hun daarvoor zall worden
aangewezen, ais ze zelf maar eerst begin-
nen"iin te zien, dat ze, met eon weinig zelf
opoffering en voorzorg en samenwerking.
maar dadelijk h-et bouwterrein willen vast
stellen en zoo gauw mogelijk de plannon
en teekonimgen willen laton maken. U bent
todh niet van plain dit allemaal! in uw eigen
handien te houden? U wilt mij toch wol
toestaain mijn aandeel er in hebben?"
„Zeker, ais u dit wenscht u hebt alle
reoht op een 6tem im het kapittel. Ate u dat
aangenaam is, zullen we het samen doen."
HOOFDSTUK XI
Bedrukt
Vroeger was Beatrice gewoon zich er
beschroomd, om haar te behagen. Als ze
een idee in haar hoofd had, wilde ze er
maar liefst dadelijk een practischen vorm
aan geven, wrar anderen niets den moei
lijkheden en hindernissen zagen en haar
altoos smeekten te wachten en te over
wegen.
Nu had ze een medewerker gevonden,
wiens goeden wil en energie de hare sche
nen te evenaren; terwijl zijn militaire op-
hem een sterk organteatie-verino-
zidh kunnen verheffen tot een eenigszms gen en die gewoonte om te bevelen had blj-
hooger niveau dam waarop ze te voren stom gebracht, evenals de geschikheid om d»
den. We zullen ook e*n ruggegraat bij ons I juiste hulpmiddel^ te kiezen, waardoor
stelsel hebben. Christen dom zal niet mao" hinderpalen even gauw verdwenen als z-
aJJoen een aangeplakt versierseltje zijn."
Maar Beatrice's gedachten waren meer
bij de steenen en de kallk.
„Wanneer kunnen we beginnen? Ik zou
oprezen, en moeilijkheden met evenveel ge
mak en spoed werden oven-wonnen.
„Laat je niet uit het void slaan moei
lijkheden zijn er om overwonnen te wor
den!" kon Raphael soms wel eens lachend
zeggen, aite er oneenigheid ontstond met de
aannemer© of met het werkvolk, en het
scheen, alsof het werk zou moeten worden
sti-lgedegd. „Een soldaat moet nooit erken
nen, dat hij verslagen is, en ten slotte merkt
hij dan ook in 't oJgemeen, dat het mi-et zoo
is. We zuilen er wel door glippen! Wees
maar niiet bang!" En dat deed hij dan ook,
lachende om de moeilijkheden en afltoos
een weg vindende om er uit te komen.
Hij was een prettig mensch om mee te
werken, dacht Beatrice, en hij begon een
stille maar zeer wezenlijke populariteit te
winnen in den geheelen omtrek. In 't eeret
waren zijn onderhoorigen geneigd te mop
peren over 6ommige hervormingen, diie hij
zooate een van de Everards, dde ze zich
herinnei-en konden, vroeger ooit geweest
was. Maar toen het oude paard van J m
Oroft in een vieze moddersloot was geraakt
en de jonge edeimah, daar voorbijrijdende,
direct had gestopt om de zaak te regelen en
even hard had gewerkt ais de anderen, tot
het beestje veilig en wel weer op den koot
stond; toen Tom Moody'6 groote kudde
varkens werd aangetast door ziekte, en hij
bevel kreeg ze adilemaaï te verbranden, om
de verspreiding dier besmetting tegen te
gaan, en de arme man zich bijna geruïneerd
zag door dien slag, en de daarop volgends
week een andere kudde aankwam ih hun
plaats prachtige, zwarte Berkshire-var
kens nog wel! toen zond Sir Raphael een
boodschap, dat, daar de plaatselijke over-
heid door zijn invloe vernietiging van
de besmette kudde ha ast, de beste ver
goeding, dis hij kon gt.on was, dat hij ze
verving door een andere; toen een mangel j
werd gezonden naar Betsy Fringile, wier,
eenige zoon gestorven was, en diie nu haar
eigen koet verdienen moest zond-er eenige i
hulp van anderen. toon begon de pubiie- i
ke opinie zioh te wijzigen en de indruk won
veld. dat werkelijke nood nooit werd ver j
onaohtzeamd, maar dat Sir Raphael geen j
geduld had met luiheid of naJa tig heid en
zorgeloosheid, en dat hij geen medelijden
had met degenen, dde konden werken en I
niet wilden.
Sir Peroival had zich ook wel eenigszins
in die lijn bewogenmaar er was iets op- j
wekkends en frisch' in de manier waarop
zijn opvolger te werk ging. Hij reed zelf de i
plaats rond, won inlichtingen Ln bij ieder j
een over de boerderij en den veestapel en I
den oogst, voedde zich niet te hoog voor een
praatje met de mensohen, die de heggen
bijknipten of de slooten uitbaggerden cn
altoos had hij iets te vragen of te leeren. I
De mensohen mochten hem om zijm gemak
kelijke vriendelijkheid en waren tegelijk
ietwat bang voor zijn militaire waakzaam!
herjd en zijn lastige liefde voor zindelijk i
heid en orde. Hij lachte de jonge mannen j
uit om hun zoutzokkecige houding en gang
en nam zich voor, hen zelf eens onder 'ham
den te nemen, zoorlivr het slappe seizoen
gekomen zou zijn. Hij zond zijn oppasser
i tweemaal peir week naar de schooi, om j
daar ad vast met wat oefemingon te begin-I
nen en dat viel bij het Jonge volkje in de
beste aarde. Als echte pad vinders liepen Je
jongens door het dorp in rijen van \>r.
'kaarsrecht en vlug. terwijl een van het
troepje de 1-eódiing had en bij de commando's
.accent en intonatie van den oppasser zóó
getrouw nabootste ate zijn 6tem hem ver
oorloofde. Raphael had sobiik in deze de
monstraties, en ze werkten ongetwijfeld
wat goeds uit, daar ze de kinderen op be-
twe wijze bezig hielden, dan ze gewoon
wanen, terwijl ze hun gang on houding gun
stig beïnvloedden.
„U bent op en top de held van de plaats",
placht Beatrice lachend tegen hem te zeg
gen; en ze vos niet ver mis, want de jonge
baronet vond met verwondert ijk gemak
zijn weg, ofschoon hij nooit jacht mankte
op populariteit of er zelfs vee] om scueea
te geven.
,J)oe je plicht, en laat de reet maar voor
zichzrif zorgen," was zijn motto; en Bea
trice vroeg zich aams verwonderd «f, of ze,
wanneer ze eens minder moeite had ge
daan om de gunet van de menschen te win
nen door weldaden over hen uit te stronen
hun harten zou hebben gewonnen op de
wijze zooate anderen dat schenen te doen,
mot heel wat minder moeite en k sten
Maar ze had in dii-e dagen al weer niet
veel tijd voor grondige theorieën of m te
ernstige gedachten. De zomer bracht \t-ei
prettige afwisseling hn het rustige leventje,
dot ze tot hiertoe geleid hadden. Er werden
feesten aacngerciht, bloemen tentoonstel lm»
g«n gehouden, tennis- en croquet wedstrij
den gespeeld, en de invitaties kwamen van
alle zijden bi-nnenstroomen. Beatrice emf
zich aan ail deze pretjes over met al de
vreugd van haar onbewolkte natuur, en
was er trotsch op te verklaren, dat ze nog
nooit zoo'n pnettigen zomer had beleefd.
(Wordt vervolgd.)