...vandaag dus weer omdat 'erna a ZATERDAG 11 APRIL 1931 DERDE BLAD PAG. 9 DE GROOTE BLAMAGE (Van onzen Duitschen correspondent). Hier stehen GemUtaatbleten^ von Hier kommandlert die Hnndschuh. Und slcher, l9t der Zuuber erat Wlrd man sogar Herrn Guebbèls wtedersehn. Gebrek aan politieke rijpheid. I helden met het bruine hemd liggen eikander overhoop. Onder de revolutio ns natiunual-socialisten is een revolutie 'miniatuur uitgebroken. Het prestige van hikcnkruis wordt aangetast door hct.i. 't lragen. De reputatie van Adolf den iaar. ast bare, wordt hierdoor niet weinig schaad. Het ontijdig heengaan der 107 at- raardigden uit den rijksdag wekte reeds m den indruk, dat politieke rijpheid ont eekt aan hen, die zich als de redders van |k cn vaderland aandienen. De verwach ten der tienduizenden, die hun stem op u zienderoogen groeiende partij uitbrach- i, werclcn deerlijk geschokt door dit nega- ve resultaat. jet optreden van nationaal-socialistisohe nisters in Thüringen en iBrunswijk vet- akte den indruk, dat de volgelingen van tier niet weten, hoe men zich in parle- jntaire kringen moet gedragen. In de stad n denkers en dichters compromitteerde Frick zijn partij met strijdlustige school- beden, welke ver buiten Weiniar een storm n verontwaardiging teweeg brachten. Hij rwarde den Thüringer Landdag met hei ortpalast te Berlijn, vergat, dat een minis- van binnonlandsche zaken niet dezelfde ures raag aannemen als een agitator uit opagandistische overwegingen en zoodocn- werd het exempel van Weimar een waar- luwing voor gansch Duitschland. Het on- jig heengaan van dr. Frick en staatsraad irschler was een blamage voor het systeem n Adolf Hitler en zijn trawanten. Een conflict. Ongeveer terzelfder tijd ontstond te Ber in een conflict onder de vooraanstaande innen der Storm-Afdeelingen van de N. D. A. P. Eon vroegere hoofdinspecteur van ilit'ie, Stennes, ontevreden met de methoden in München, verklaart zich in zijn kvvali- it als S. A.-leider openlijk een tcgenstan- van Hitier, teekent den grootcn Adolf als bourgeois satisfait, duidt hem den bouw in het kostbare Bruine Huis te München ii zeerste euvel, vindt, dat de daartoe be- itte gelden beter in dienst van de partij nut konden worden en legt kortweg be- ig op het partijbureau in de Hedemann rasse. Hier wordt het iijforgaan van dr jebbels, de „Angriff" gedrukt en dit staat ikele dagen geheel in dienst der opstandi in. Hitler had juist dr. Goebbels naar Wei- lar geroepen, om hier nog te redden, wat er redden viel, maar weldra kwam men tot onaangename gewaarwording, dat hier iets meer te redden viel. 1-Ioorende, wat er imiddels te Berlijn gaande was, gaf Hitier Goebbels een absolute volmacht en deze r--dde zich terug naar de Hedemann- Irasse, waar hij voor een gesloten deur wam te staan. Daar de gebruiken in natio- -socialistische kringen hem niet onbe- end zijn, waagde hij zich niet naar binnen, r kon „bij vergissing" een schot op hem orden afgegeven! Maar Stennes maakte üimte voor zijn door Hitier naar Berlijn iden opvolger, den eerste-luitcnant Schulz, ite alle waardevolle documenten in groo- tisten, en verhuisde naar de Matthaikirch asse, waar hij tot ontzetting van de voners dier stille, voorname straat, een gen bureau opende. Maar ook dit zal Liet an langen duur zijn, want politie en justi Begint overal Lente te worden. Ook in 't bergland. En onvergetelijk blijft de aanblik tan de onmetelijke krokusvelden met op den achtergrond de met eeuwige sneeuw bedekte bergen. tie zijn doende, hem en zijn staf tot ontrui ming te dwingen. Zoo is dan Stennes reeds van de offensieve in de defensieve positie overgegaan! Op zijn Duitsch heet dat „Sten nes soil exmittiert werden!" De vuile wasch. Het duurde nog een paar dagen, voordat Goebbels zioh weer in de drukkerij van zijn „Angriff" waagde. Hier hoorde hij van ecu drietal S. A. mannen, die hem trouw geble ven waren, dat ze de machines voor sabo tage bewaard hadden en dus kon er direct weer op losgescholden worden. Stennes, een maal zijn beste vriend cn partijgenoot, was nu plotseling een oplichter en bedrieger ge worden, een eerzuchtige volksophitser, een gevaar voor de nationaal-socialistische sa menleving. Hitier en Goebbels hadden dat allang geweten en hem zijn gang laten gaan maar nu had men er voorgoed een eind aan gemaakt Het is hoogst onverkwikkelijk, wanneer men met de vuile wasch van andere men- schcn in aanraking komt. Maar de nazi's schijnen in dozen anders te denken, want ze behandelen hun interne aangelegenheden door middel van kolommen-lange artikelen in hun publieke organen. Adolf gaat hierbij in zijn thans alleen nog maar in Mün chen verschijnenden „Völkischen Beobacli- ter" vooraan. Reeds uit den enormen om vang van zijn hoogst onverkwikkelijke uit eenzettingen,- vol ongemotiveerde hatelijk heden, kan men afleiden, dat hij zich door Stennes' attaque danig in zijn prestige ge schokt voelt Noodgedrongen verklaart thans de eenmaal zoo vechtlustige Hitier, dat hii slechts langs legalen weg zijn doel wil na streven, dat hij vroegere pogingen langs illegalen weg als verkeerd heeft ingezien, dat hij dus niets meer wil ondernemen, wat hem met de wet in minder aangename aan- aking zou kunnen brengen. Stennes daarentegen is trouw gebleven aan den gedachtengang, welke eenmaal den stoot gaf tot Hitler's doortastend optreden. Hij wil van samenwerking en overleg met het huidig bewind niets weten. Hij wijst alle officieel gedoe van de hand, neemt eer. 'oopje met Hitiers kostbare „Bruine Huis' in München en vindt, dat de hiertoe besteede millioenen beter in dienst van het partij- leven benut konden worden. Hij blijft du: door en door „stantsfeindlich". Het gelijk is in zulke netelige gevalln meestal aan de zijde van hem, die over de macht en liet noodige geld beschikt. Hitli commandeert Goebbels naar München 6 beiden verdedigen in een groot circus de wijzigingen in hun systeem. Hitier teekent zich en niet ten onrechte als de „Urheber" van de nationaal-socialistische be weging, als dictator duldt hij niemand naast zich en ook al zouden allen hem in den ■iteek laten hij zal op eenmaal ingeslagen weg verdergaanHet kostbare Bruine Huis werd gebouwd ter eere van de kamera den der S. A. die hun leven voor de partij offerden. Marmer en brons is niet te goed en le duur, om deze heldendaden vast te leggen voor latere geslachtent Groote opruiming. Joseph Goebbels, van wien ik vaak hoorde beweren, dat hij 't in. zijn hart allerminst met Hitier eens is, wordt met absolute vol machten naar Berlijn teruggezonden, om hier schoon schip te maken. Allen, die het niet volmaakt eens zijn met het beleid van München, kunnen hun biezen pakken, wor den gediskwalificeerd, gedegradeerd of op staanden voet ontslagen. Het ligt in den aard der zaak, dat deze ontslagenen en on tevredenen naar Stonnes overloopen, die trouw bleef aan de beginselen, welke een maal met gloed gepropageerd werden door Adolf Hitler. Kwamen niet kortelings enkele jonge officieren der rijksweer in Ulm ten val DE POENALE SANCTIE li*) WAAROM NOODIG. De Overheid heeft in Indië, dat Is thans oor ieder die den band tusschcn Moederland en Koloniën erkent, een uitgemaakte zaak ten opzichte van de Inheemsche bevolking een opvoedende taak. Daarvoor zijn middelen noodig. Hoe rui mer die middelen vloeien, hoe sneller en hoe beter die taak kan volbracht worden. Die Groeiend verzet. Edoch ook met deze mildere ordonnantie bleek dat niet alles goed geregeld was. Zoowel in Engeland als in Nederland heeft men een langen strijd gezien tegen de eerste sociale wetten Eerst van t on/enblik af dat men aan een afzonderlijk instituut de uitvoering opdroeg kwam nierin verbetering. Datzelfde euvel openbaarde zich ook in In dië. De Ambtenaren van het Binnenlands 'i Bestuur waren de toezichthouders met dit opvosdende taak wordt steeds breeder, maar Khter_ da, hct van ook steeds dieper. Vooral in den loop der eeuw een groeiend verzet daartegen ontstond, laatste jaren is de vervulling van de Over- - - - heidstaa* die met den polsslag van den tijd wil rekening houden niet alleen moeilijk, maar ook kostbaar geworden. Onderwijs en gezondheidszorg, Irrigatie esn Verkeerswezen, Weermacht en goede functionneering van E I c h w a t Wils. DE OUDE MIE „Bekeerings-geschiedenissen" staan bij velen in een kwade reuk. En ik kan dai best begrijpen. U kont ze zeker ook wel: die boekjes van t j - ,nsi„L,an acht bladzijden, die men vroeger voor een ■n vaigadcring van dan Isidischen duhhe:,jf aan de deur vcrkoch Bond opI 29 >laart b*X waar o.a r.e heai Qp >vas dc hc|d van v(,rhaal an I)°' aanwfïi. wa was het n a. de dronkaard en vloeker en soms nog veel er- Medansche Advocaat Mr. J. van den Brand, 0p b,z. 4 werd verteld van een w.,n die zich met kracht tegen de practijk van de 3erlijke tekeerlng, vol kunst- Tann lO.rvrHnnnn n 11 f> VPI-7fUtp Doph h 11 lpt llPt 3 LENTE IN T BERGLAND Gelukkig is Indië een wereldoord, dat de bronnen in den bodem in ruime mate aanwe zig heeft, om de verst doorgevoerde cultuur- bohoefton te vervullen. Die bodem moet ver der in cultuur gebracht worden en .de schat ten die daarbinnen zich bevinden moeten tijdig worden ontgonnem. Nog onbewoonde en bebouwde streken roepen om de hand die ploeg en plantstok hanteert. Kolen en pe troleum en vele metalen moeten nu gedol ven worden nu er nog vraag is naar deze cultuurproducten. Overheidsdienst en particulier initiatief moeten hier de handen ineenslaan. Maar daar waar de bodem om bearbeiding roept vindt men geen arbeidskrachten; zij moeten eerst van elders worden aangevoerd. Nu is het duidelijk dat èn de mijnbouw èn de landbouw van andere dan consumptie artikelen noodzaakt om speciaal met de woonbehoefte en het voedsel vraagstuk dade lijk rekening e houden, maar eveneens is het begrijpelijk dat een dergelijke ontgin- ningsstreek niet als vanzelf lokt tot vesti ging. Daartoe heeft men speciale middelen noodig. Zoo zijn dan ook in Lndië reeds van den aanvang der exploitatie van de grootcultures af schatten gelds besteed aan het trekken van en het verzorgen van een zich vestigende bevolking. Deze benoodigde werkkrachten komen izich echter niet aanmelden zooals op de Europeesc-he arbeidsmarkt maar men moet ze opzoeken en overreden om zich daar te vestigen. Dat kost geld aan vervoer en meestal reeds aan onderhoud voor het ver trek, dat kost geld gedurende de periode van het contract, maar kost ook nog door het verplichte terugzenden na afloop daar van. Geen wonder, dat de werkgever er prijs op stelt, dat het contract zoo effectief mogelijk zij, niet alleen wat aangaat den tijdsduur tot het einde, maar ook wat de werkpraestatie gedurende die periode betreft. Nu zullen wel de omstandigheden hem no pen om met die dure werkkrachten niet al te onvoorzichtig om te springen, maar an derzijds staat ook de deur open voor allerlei misbruik. Vandaar dat er van stonde aan naar gestreefd is om deze overeenkomst met wettelijke waarborgen te omringen. De Koelie-ordonnantie. Had de Tweede Kamer in 1876 aangewezen „de verplichting van de Regeering om de rechtsverhoudingen tussohen werkgevers en de van elders aangevoerde arbeiders bij af zonderlijke verordening te regelen, deze rege ling kwam in de Koelieordonnantie van 1880 tot stand. Deze oorspronkelijk 14 artikelen tellende ordonnantie is later herhaaldelijk gewijzigd en uitgebreid. Zij regelt tot in vrij groote bijzonderheden de rechten en plichten van beide partijen en bedreigt naar beide zijden straf tegen overtreding. Naar beide zijden, want ook de werkgever wordt met zware straffen bedreigd bij overtreding van de voorschriften. Tooh hoeft deze eerste Koelie-ordonnantie reeds aanstonds verzet ontlokt. Het verschil in reclitsbedeeling tussohen werkgever en werknemer hoewel in theorie niet aanwezig was practisch wel aanwezig. Daarom werd voor Sumatra's Oostkust, waar hoofdzakelijk deze ordonnantie werkte, in 18S9 deze ordonnantie herzien. Verschil- zijn zooveel stof opwerpende brochure „Mi! lioenen uit Deli", waarin hij niemand en niets ontzag. Hoewel de schrijver met smaad en hoon werd overladen en hij zelf in een het vol gend jaar verschijnende tweede hrochnr" Nog eens de millioenen uit Deli", klaagde dat zijn stem die eens roependen in de woes tijn was, leende de Regeering toch haar oor. Een speciaal onderzoek werd ingesteld en 'i gevolg was: 2. verbetering van de politie in het ge- een ijverig evangelist of predikant Ik wil eerlijk' bekennen, dat dergelijke erhalcn ook mij nimmer konden bekoren Maar ook is waar, dat God zijn kinderi-ii soms langs wonderlijke wegen leidt. En dienstmeisje van Nafiman was waartijk niet alleen 't middel in Zijn hand om een groo man of een deftige mevrouw den eenigen weg ten ieven te wijzen. oud nummer van „De Zondax: Paschen viel vroeg en de kerkklokken noodden de Christenen tot blijden tempel gang. Voor Mie echter tevergeefs. Ze was aan huis gebonden, want haar mees er was ziek. Het laatste jaar was hij hard achteruit gegaan. Levenskracht en werklust waren sterk afgenomen. Nu lag hij reeds eenige dagen op het ziek bed en gebruikte weinig meer dan zijn medicijnen. Mie begon te vreezen, dat dit ziekbed sterf bed zou worden. Te vreezenom haar mee üer zei ven allermeest. Was hij wel be leid om te sterven? Kon hij gerust den dood tegemoet zien? Neen, neen. zijn hart lag niet vlak voor God, gelijk Mie het uitdrukte. En ze had daarin gelijkDe professor had zoo menigmaal vertrouwelijk over gees telijke dingen met haar gesproken en dan bode" vond ik een eenvoudig en treffenojhad ze ontdekt, dat op den bodem verhaal, dat ik hier beknopt weergeef. hart in den laatstcn tijd we. leefde de stille Mie, de oude uishoudster, luisterde bede: „O, God, leid mij m Uw waarheid met ingehouden adem aan de deur der maar ze wist ook. hoe zijn ongeloof, zijn slaapkamer van haar meester. verstand, zijn geleerdheid hem in den weg Was he laakbare nieuwsgierigheid, die stonden, er haar toe dreef? Neen, maar hartelijke 4. wettelijke regeling van de koeliewer ving. Zoo hebben zich om deze Koelie-ordonnan tie steeds afzonderlijke regelingen gegroe peerd en is deze ordonnantie zelf herhaal delijk gewijzigd, o.a. in 1915 en 1924 en nu nog in 1930. Een van de punten die echter nog steeds, ondanks aandrang tot wegneming, is blijven bestaan, is de strafbedreiging tegen over treding, de z.g.n. Poenale Sanctie. De strijd om en over de Koelie ordonnantie in het al gemeen, is in wezen eigenlijk een strijd ge weest tegen Je poenale sanctie. Om enkele momenten te noemen, die strijd begon al toen de latere G. G. Mr. D. Fock op 20 Nov. 1915 in de 2e Kamer oveileggin; vroeg van de door de Indische Regeering ter zijde gelegde ontwerp-ordonnantie Van Blommestcin. Sindsdien is in dc Staten- Generaal de strijd om dit onderdeel aan de orde geweest tot de. nieuwe wijziging WSÊ II MBI WKH, 1924 toe. Eveneens is deze aangelegenheid (jgn eenigen troost in leven en sterven! in den Volksraad voortdurend aan de orde j ^ecr dan eens had ze met den professor geweest van 1919 af. Daarnaast hebben vur- gesproken over dood en eeuwigheid, maar schillende organisaties, ambtenaren cn par- j de troost, die de eenvoudige vrouw v»"*- ticulieren zich in den strijd gemengd. kwikte, verstond de geleerde man nie'. Intusschen heeft de Indische Regeering bij „Och, mijnheer", bad ze gezegd met de befaamde verklaring van 1918 ook ver- j nen in haar oogon en stem, „de dood is klaard dat de Poenale Sanctie geleidelijk zal j verslonden tot overwinning mocht u nog verdwijnen. De onmisbaarheid van dit in- I eens de kracht van 's Heeren opstanding stituut bij de verhoudingen zooals die tot I verstaan", heden bestonden, is wel het boste geïllus- Moo* h- treerd in de moeilijkheid om die toezegging binnen redelijke tijdsgremzen gestand te doen. Nog bij de jongste bcgrootingsbehande- ling moest die Minister toegeven, dat nog niemand het einde van de Poenale Sanctie kan voorspellen. Er zijn echter andere denkbeelden en an dere economische golvingen gaande die meer nog dan wettelijke middelen het ge- wensohte proces verhaasten zooals wij in een volgend artikel zullen zien. belangstelling in het lot van den wien ze reeds zoo lange iaren als 'u trouwe hulpe had terzijde gestaan. Ze achtte haT meester niet alleen, ze had hem lief. Zijn belangen waren allengs de hare geworden en er was niemand, die me de bijzondere levensomstandigheden van den professor z66 op de hoogte was als Mie; hij, de hooggeleerde man. met Euro- peesche vermaardheid, had allengs aan de eenvoudige, vrome ziel zelfs zijn hartsge heimen toevertrouwd. Hij praat'e graag met haar; over geleerdheid beschikte zij niet. maar ze had een hart van goud. ge lijk de menschen van baar zeiden, schoon v.è het zelf nie' geloofde; ook had ze een rijke levenservaring en, bij alle verschil, toch dit met den professor gemeen, dat ze ruim haar deel gehad liad aan 's levens dieoe droefheid. En gemeenschap des lijdens vereent. Scherp luisterde Mie toe. Ja, ze had het wel goed gehoord, haar meester had weer een van die droeve buien. .„Arme man!" zuchtte ze, terwiil ze zich zacht van de slaapkamer verwijderde. In dien ge maar mocht kennen en ervaren aan deze methoden? Zijn niet tienduizenden jonge menschen uit hun evenwicht gebracht door de groote verwachtingen, welke zij hier van verwachten? Staan niet op 't oogenblik vier nazi's in Charlottenburg terecht, wegens een moordgeval in de Hebbelstrasse? In samenwerking met de Duitsch-nationa- Ien en hun Staalhelm-knapen wilden de na- tionaal-socialisten den rijksdag tot een bij eenkomst dwingen, maar met een sterke meerderheid werd dit voorstel verworpen en dus zal het rijksparlement zijn vacantie hoogstwaarschijnlijk tot 13 October voortzet ten. Inmiddels is de actie voor een volks petitionnement in vollen gang, streeft men ernaar, den Pruisischen landdag ten val te brengen en hiermede een eind te maken aan het regime der sociaal-democraten onder Braun en Severing. Door middel van noodverordeningen zal de rijksregeering de orde trachten te hand haven. Zij wordt hierbij direct bijgestaan door politie en rijksweer indirect door de ontelbaar velen, die dit interne geharrewar van ganscher harte zat geworden zijn. Radio Nieuws. HUIZEN (1876 M.). N.C.R.V. 10.20 Kerkdlens anuit de Lutherkapel Euterpestraat. te Am terdam-Zuid. Voorganger: l>s. P. NeldeeH lej-st. üv. LuLh. Predikant te Amsterdam Orgelspel. 2 Votum. S Zingen: Oezung i23 en 4 (Herv. Bundel Ps. 118 1 en 11). 4 Schrift i tekst: Fll. 3 de kracht Zijnei zang 294 6 en l i 6). 9 Dankge 12 Orgelspel r W. Stout 1 Orgelspi die bo' 9 Eerste gedeelte der predikatie. 10 Zingen: Gezang 62:5 en 12. li Tweede gedeelte -Ier predikatie. 12 Gebed. 13 Zingen: Psalm 73:12. 14 Zegenbede. 16 Orgelspel. maandag 13 april HUIZEN (1876 8.15 Schriftlezing. 8.159.30 Concert. 'Ijdsein. 10.3011 Korte Zlekendlenst te !en door Ds. A. G. Dlederiks, Ned. Hei wordt: „Vrije Dienst" door Andrae Bredée. 11.3012 Oramofoonmu Zlekenuurtje, te leiden door 't Was bijkans een jaar laiter. In z'n laatste gesprek bad hij haar de vraag voorgelegd: „Maar Mie, indien eens ou goede gronden bewezen werd, dat Jezus Christus nimmer is opgestaan, waar zou je dan blij ven met je geloof?" En ze had geantwoord: „Wel mijnheer, daar. waar mijn geloof met mij blijft En wie me het geloof in mijn levende Heiland zou willen ontnemen, zou mij het hart uit mijn lichaam moeten snijden, want daar •oont Hij in." Ja, dat had ze gezegd. En de professor had daarop gezwegen Haar overdenkingen werden gestoord. Ze meende zacht geklop te hooren. 't Kwam uit de ziekenkamer. „Mie!" klonk het zacht. Was het de stem van een kind? Ja eijjdelijk was het zoover gekomen de man was een kind geworden in de schoon ste boteëkenis van 't woord. „Mie!" en vlak bij hem komende, klonk het nog eens met bewogen stem: „Mie, zou er voor mij nog hoop zijn?" „Wel, mijnheer", antwoordde ze zoo een voudig en waar: „Wel mijnheer, u leeft en de Heere Jezus leeft zou er dan geen hoop zijn?" „Mie, bid dan eens voor mij!" Zij knielde neer en bad; zij sprak van de rijke beloften Gods, die in Christus ja en amen zijn. De zieke wendde het gelaat van haar al en weende Toen sprak hij opeens met heldere stem:: „Ik geloof in Tezus Christus" Eer de tweede Paaschdag ten einde was, stierf de hooggeleerde man in het ootmoedig zondaarsgeloof, getuigend nog met stervende lippen van Jezus' groote liefde en van de kraoht Zijner Opstanding. Ds. a. va/i Kooten, Neh. Herv. Pred. te llot- .rdam. MuaikaJe medewerking: verleenen: mej. de Jager^ zang: de heer M. F. JurJaanz. door het N.C.R.V. Klein Orkest, den Hurk. 6.307 Spreeketer: Majoor .V. Krone. Officier van het Leger des Hells. Undi werp: ..Oetuig-n van Christus" 7.— Tijdse 7—7.80 Halfuurtje voor ker: Ds. H. L. BoerlIJst StadsgeJiooi Drievoudig snoer". Ds. K. Hielkema. Ned. ilk&le medewerking ïkoort „Door Een- L. Neymeyer: het -Ar. Hengeveld. 9.20— 9.40 Persberichten. 10.4611.80 Gramofoonpla- 2.30—3 Lezing Morgenwijding. 10.3012 Concert. 13— Tljd- slen. 12.011 Orgelconcert ziek. 23 30 Rustpoos. Gram ofoon mn ziek. 3.30 4154 30 Gramofoonmuzlek 4 30—5.30 Klnder- 5 30—7 Concert 7—7.3P Boekenhalfui 8.10 i 8.10—9.15 Con< 9.45—11' Gramofoom mofoonmuzlek. TWEE ENTHOUSIASTEN Naar het Engelsch van EVELYN EVERETT—GHEEN Door J. VAN ZUYLEN Maar Beatrice was meer beilangetelQend ai practische bijzonderheden. „En hoe zal het worden? Er zal wei ge- bouwd moeten worden, is 't niet? Daar ben ik blij om. Van het oogenblik ef, dat ik hier gekomen ben heb ik er naar verlangd te grabbeleD in eteenen en te pletsen in kalk!" Hij kon zich niet weerhouden te lachen „Ik ben heusoh bang, dat u uw wensoh tenslotte bevredigd zult zien. Ik had ge hoopt, dat er wel een goed huisje beschik baar zou zijn, dat zou kunnen dienen, maar ik ben tooh bang, dat etr geen een is, dat geschikt zou zijn. Hoe het zaJ worden? Ooh, een eenvoudig sollied gebouw, met groote kamers. Er moet een keu kon bij komen, waar thee en koffie en broodjes tegen den koetonden prijs verkrijgbaar zijn. de rBlauwe Draak" zal daar wel niet mee in genomen zijn, maar je kunt het nu eenrarvul niet iedereen naar den zin maken en Mti leeskamer, waar boekon en kranten ver krijgbaar zijn en gelezen kunnen worder. Dan moeten we een kamer hebben, waar onder zekere beperkingen gespeeld kan svarden, en een waar cunsufjsen kunnen worden gefhouden, als we onze menschen eerst Zoover hebben gekregen dat ze we.n- sehen het veld van hun kennis uit te breiden. Ik ben niet van plam hun ieis te geven, waar ze niiet om vragen, ofschoon ze zoo veel mogelijk zuilen wordten aangemoedigd om te vragen. Indien ze om onderwijs vra gen, zullen ze zich verplicht gevoelen er gebruiik van te maken, a>ls het gegeven wordt. Maar ate we traohten hen te over reden om onderwijs te ontvangen, en het verveelt hun, hebben we meteen ai ons kruit verspeeld en bLijft ons geen enke' ar gument meer over. Zoo zal het ook met andere dingen zijn; ik zou een uitleen- bibliotheek willen oprichten, een spaerban* een ziekenfonds, en nog veel meer andere dingen. Maar ik zaïi niets doen. zonder te dat ze meenen ais zou de wensoh bij zeflf zijn opgekomen. Ik will niet de ge dachte bij hen wekken, dat hun alles maar geschonken wordt, onverschillig of zij er om gwen of niet; maar ze moeten gevoelen er op oe kunnen rekenen, dat ze zullen worden geholpen om zichzelf te helpen, on dat de goede weg hun daarvoor zall worden aangewezen, ais ze zelf maar eerst begin- nen"iin te zien, dat ze, met eon weinig zelf opoffering en voorzorg en samenwerking. maar dadelijk h-et bouwterrein willen vast stellen en zoo gauw mogelijk de plannon en teekonimgen willen laton maken. U bent todh niet van plain dit allemaal! in uw eigen handien te houden? U wilt mij toch wol toestaain mijn aandeel er in hebben?" „Zeker, ais u dit wenscht u hebt alle reoht op een 6tem im het kapittel. Ate u dat aangenaam is, zullen we het samen doen." HOOFDSTUK XI Bedrukt Vroeger was Beatrice gewoon zich er beschroomd, om haar te behagen. Als ze een idee in haar hoofd had, wilde ze er maar liefst dadelijk een practischen vorm aan geven, wrar anderen niets den moei lijkheden en hindernissen zagen en haar altoos smeekten te wachten en te over wegen. Nu had ze een medewerker gevonden, wiens goeden wil en energie de hare sche nen te evenaren; terwijl zijn militaire op- hem een sterk organteatie-verino- zidh kunnen verheffen tot een eenigszms gen en die gewoonte om te bevelen had blj- hooger niveau dam waarop ze te voren stom gebracht, evenals de geschikheid om d» den. We zullen ook e*n ruggegraat bij ons I juiste hulpmiddel^ te kiezen, waardoor stelsel hebben. Christen dom zal niet mao" hinderpalen even gauw verdwenen als z- aJJoen een aangeplakt versierseltje zijn." Maar Beatrice's gedachten waren meer bij de steenen en de kallk. „Wanneer kunnen we beginnen? Ik zou oprezen, en moeilijkheden met evenveel ge mak en spoed werden oven-wonnen. „Laat je niet uit het void slaan moei lijkheden zijn er om overwonnen te wor den!" kon Raphael soms wel eens lachend zeggen, aite er oneenigheid ontstond met de aannemer© of met het werkvolk, en het scheen, alsof het werk zou moeten worden sti-lgedegd. „Een soldaat moet nooit erken nen, dat hij verslagen is, en ten slotte merkt hij dan ook in 't oJgemeen, dat het mi-et zoo is. We zuilen er wel door glippen! Wees maar niiet bang!" En dat deed hij dan ook, lachende om de moeilijkheden en afltoos een weg vindende om er uit te komen. Hij was een prettig mensch om mee te werken, dacht Beatrice, en hij begon een stille maar zeer wezenlijke populariteit te winnen in den geheelen omtrek. In 't eeret waren zijn onderhoorigen geneigd te mop peren over 6ommige hervormingen, diie hij zooate een van de Everards, dde ze zich herinnei-en konden, vroeger ooit geweest was. Maar toen het oude paard van J m Oroft in een vieze moddersloot was geraakt en de jonge edeimah, daar voorbijrijdende, direct had gestopt om de zaak te regelen en even hard had gewerkt ais de anderen, tot het beestje veilig en wel weer op den koot stond; toen Tom Moody'6 groote kudde varkens werd aangetast door ziekte, en hij bevel kreeg ze adilemaaï te verbranden, om de verspreiding dier besmetting tegen te gaan, en de arme man zich bijna geruïneerd zag door dien slag, en de daarop volgends week een andere kudde aankwam ih hun plaats prachtige, zwarte Berkshire-var kens nog wel! toen zond Sir Raphael een boodschap, dat, daar de plaatselijke over- heid door zijn invloe vernietiging van de besmette kudde ha ast, de beste ver goeding, dis hij kon gt.on was, dat hij ze verving door een andere; toen een mangel j werd gezonden naar Betsy Fringile, wier, eenige zoon gestorven was, en diie nu haar eigen koet verdienen moest zond-er eenige i hulp van anderen. toon begon de pubiie- i ke opinie zioh te wijzigen en de indruk won veld. dat werkelijke nood nooit werd ver j onaohtzeamd, maar dat Sir Raphael geen j geduld had met luiheid of naJa tig heid en zorgeloosheid, en dat hij geen medelijden had met degenen, dde konden werken en I niet wilden. Sir Peroival had zich ook wel eenigszins in die lijn bewogenmaar er was iets op- j wekkends en frisch' in de manier waarop zijn opvolger te werk ging. Hij reed zelf de i plaats rond, won inlichtingen Ln bij ieder j een over de boerderij en den veestapel en I den oogst, voedde zich niet te hoog voor een praatje met de mensohen, die de heggen bijknipten of de slooten uitbaggerden cn altoos had hij iets te vragen of te leeren. I De mensohen mochten hem om zijm gemak kelijke vriendelijkheid en waren tegelijk ietwat bang voor zijn militaire waakzaam! herjd en zijn lastige liefde voor zindelijk i heid en orde. Hij lachte de jonge mannen j uit om hun zoutzokkecige houding en gang en nam zich voor, hen zelf eens onder 'ham den te nemen, zoorlivr het slappe seizoen gekomen zou zijn. Hij zond zijn oppasser i tweemaal peir week naar de schooi, om j daar ad vast met wat oefemingon te begin-I nen en dat viel bij het Jonge volkje in de beste aarde. Als echte pad vinders liepen Je jongens door het dorp in rijen van \>r. 'kaarsrecht en vlug. terwijl een van het troepje de 1-eódiing had en bij de commando's .accent en intonatie van den oppasser zóó getrouw nabootste ate zijn 6tem hem ver oorloofde. Raphael had sobiik in deze de monstraties, en ze werkten ongetwijfeld wat goeds uit, daar ze de kinderen op be- twe wijze bezig hielden, dan ze gewoon wanen, terwijl ze hun gang on houding gun stig beïnvloedden. „U bent op en top de held van de plaats", placht Beatrice lachend tegen hem te zeg gen; en ze vos niet ver mis, want de jonge baronet vond met verwondert ijk gemak zijn weg, ofschoon hij nooit jacht mankte op populariteit of er zelfs vee] om scueea te geven. ,J)oe je plicht, en laat de reet maar voor zichzrif zorgen," was zijn motto; en Bea trice vroeg zich aams verwonderd «f, of ze, wanneer ze eens minder moeite had ge daan om de gunet van de menschen te win nen door weldaden over hen uit te stronen hun harten zou hebben gewonnen op de wijze zooate anderen dat schenen te doen, mot heel wat minder moeite en k sten Maar ze had in dii-e dagen al weer niet veel tijd voor grondige theorieën of m te ernstige gedachten. De zomer bracht \t-ei prettige afwisseling hn het rustige leventje, dot ze tot hiertoe geleid hadden. Er werden feesten aacngerciht, bloemen tentoonstel lm» g«n gehouden, tennis- en croquet wedstrij den gespeeld, en de invitaties kwamen van alle zijden bi-nnenstroomen. Beatrice emf zich aan ail deze pretjes over met al de vreugd van haar onbewolkte natuur, en was er trotsch op te verklaren, dat ze nog nooit zoo'n pnettigen zomer had beleefd. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9