Wmr éeVtanW). Over opvoeding han dwerken MODE-vakscholen te Rotterdam Gemakkelijk ir waren, een drietal kinderen van onder goed weten kon, wa<t beleefdheid vergde en es jaar, in het huis, leuke, frissche, wel het zelf in haar jeugd, toen kinderen nog wiide, maar ook vermakelijke kinderen, niet allen koningen waren, heel wat beter ge ze onder anderen bezig zag. Zoodra had geleerd, „maar jongen, er zijn toch loolang de moeder er bij was, waren ze zoo véél stoelenl" Ier zeurig, om niet te zeggen lastig, gauw f...Ja maar", zeurde broertje, en nu begon de teenen getrapt en dadelijk en altijd ge gil fot huilen. ;et moedertje, dat het o zoo goed meende, namelijk een beetje sentimenteel. Zocht den dag naar gelegenheden om haar ideren Ie troosten, af te zoenen enz, maar oogenblikken dat zoo ongemerkt ten- te ook héér geduld ineens op ,r de onredelijkste manier tegen de kin- en uitvallen in 't besef dat standjes toch wel eens noodie waren, ngedurigheden, waar het zenuwgestel de kinderen meestal dupe van wordt. }u was er een van de drie jongens jarig had het huis een „visite" van nog 'n half jjn andere kleuters van onder de nog een drietal moeders. Eén moeder, a had vier kleine meisjes, waarvan er e hier aanwezig wgren, viel dadelijk op, haar kalme rustigheid. Haar verstandi- m niet te zeggen strenge gezicht, ging Ier de gesprekken door geregeld naar het ipje spelende kinderen, en de twee kleine ijes, die af en toe naar haar keken, lach- haar soms even toe, met oogen van her ring, wanneer ze juist aan iets aardigs aren, of een heel mooi cadeautje de jarige bekeken, maar verstrakten gezicht even, wanneer ze zich net be lt zagen op een onvriendelijkheidje, een ig woord of gebaar tegen de kleinsten of tekort aan beleefdheid tegenover de gast iu\v, dingen die echter haast niet ge- irden. let ging alles zoo heel ongemerkt en al9 ie geen heel goede oogen had, het zeker niet eens hebben opgemerkt, ar ik weet, dat zij al den tijd dat ze daar en geanimeerd meepraatte, haar kinde niet geheel losliet met haar gedachten, laar oudste meisje, ook de oudsie van het Je troepje, was op school pas begonnen lezen leeren, en deed niets liever dan ken kijken. Telkens nam ze een ander den verjaardagstafel en ging er mee de groote tafel, waar wij ouderen zaten er wijl de kleuters in onze onmiddellijke ijheïd binten speelden, erdiept in een boek, dat ze net weer was halen, kwam het kind weer aan, »f, al „lezende" op een stoel, zonder te dat het de mijne was. Ik was namelijk opgestaan om de kleintjes te helpen een bromtol. dd" zei- de moeder zacht, „kijk 's op 'stoel je gaat" ziften!". ven geschrokken, keek het kind op, 00f dan aldoor boek-kijkende van stoel af en wees op de hare die iets der stond. zie ik zachtjes tegen de moeder Jiet hinderde niet, ik wilde tooh niet aan die tafel gaan zitten, ze is zoo v«r- pt in het boek". Ja maar, ze is nu al zes jaar, ze moet en uitkijken wat ze doet!", en dan weer ndelijker tegen het kind: „is het zóó'n boek. zus?". Prachtig", glunderde het meisje, en rmee was de kleine vergissing weer ge- voorbij» js ik klaar ben met een wagentje waar louwtje afgeraakt was, zet ik me op een jen stoel in de deuropening en ik „doe met de kleintjes. en paar minuien daarna moet ik natuur- weer even op, voor een ander stuk speel- d dat niet „loopt" en als 'k dan even wil gaan zitten, zie ik net oudste igetje van het drietal met een teleurge- d gezicht naar me kijken. )aar mag U niet op gaan zitten, dat is 11 stoel!", zegt hij. Maar de stoei was leeg vent, het is zoo g geleden dat jij er zat, en ik ben er 't 1st op geweest. Zou ik er dan nu af moe gaan?". la", zegt hij, en kijkt naar zijn moeder maar die heeft het niet gehoord, daar ze it even de kamer uitging. Ik zie dat de ;der van de meisjes zich al ergert over jongetje, dat maar een paar maanden Ier is dan haar oudste meisje. >!ee hoor", zeg ik dan vroolijk, „je weet nog niet goed, Wim, „kleine kinderen n wél op voor de groote menschen, maar de groote menschen voor de kleine jon- s. En jullie hebt je eigen leuke stoeltjes ten, die zijn leeg". ij begrijpt het nu wel en hoewel een ije sip, gaat hij op zijn eigen kleine ltje zitten, bij de kinderen, iermee zou ook dit „incident" afgeloopen indien niet net op dat oogenblik zijn ider, de gastvrouw, die even naar de keu- was geweest, weer de kamer binnen- ïende, zijn teleurgestelde gezicht gezien adelijk moest ze vragen: „Wel, wat heb wat scheelt er aan?". Het is heelemaal niets, 't Is al voorbij", irschuvvden haar twee moedertjes tege laar met haar sentimenteele stem en ge en, ging ze naar het jongetje toe en vroeg genei: „wat is er toch, wie heeft het ge ur?". de domme zotheid van zoo'n vraag als laatste. Ik heb soms moeders gezien, die kind de „stoute" tafel lieten slaan, als zich daaraan gestooten had. Dat was dan troost en zoo werd wraakneming ematisch beoefend, alsof het een soort ist of deugd ware. nderwijl pakte moeder het jongetje beet, 1de het aan alsof het een groot ongeluk gekregen en natuurlijk begon het kind cn daar te huilen op een droevige ma u moést moeder er achter komen, vroeg eens, weer dringender en met nog spottinteling in de oogen van de andere er liefkoozing, zag volstrekt niets van Kiertjes „Ik, ik wou op die stoel gaan en toen ging -en beetje verlegen keek de troostende eder toen naar mij, in haar oogen een ag om verklaring, „wès het werkelijk *s anders?" zei ik „en toen heb ik hem niet ging, als ik er al was". Maar jongen", zei de moeder, die heel hij echt hard te dreinen, „ik aat 'r hqt eerste van allemaal! ik zat r het éérste! De moeder van de drie meisjes zuchtte eens even, alsof ze dacht: „zou je 'm nu nog niet oppakken en in gang zet'en?" de andere twee moeders glimlachten begrij pend tegen elkaar de bewuste veel he sproken stoel was allang weer leeg, want ik s-ond weer tusschen de kleutertjes en lieit moeder de. vrije hand met den huilen den jongen. Maar moeder beheerschte de situatie niet Zelf 'n beetje verlegen wordende met he' geval, begon ze te zeuren: ,;toe ventje, je moet niet zoo kinderachtig wezen hoor, wat geeft dat nu, op welke stoel je zit, als ie toch aan 't spelen bont. Kinderen moe ten eigenlijk (o, dat „eigenlijk") altijd plaats aan groote menschen willen geven (enz, enz) het geheel duurde nog een paai minuten. Toen was het jongetje afgetroos; afgezoend en uitgehuild. Stilgeworden! „Voor zoolang het duren zou", dachten wij en wisten: Straks als op een oogenblik moeders geduld ook opraakte, zou ze zoo maar opeens op de onredelijksche manier tegen hetzelfde jongetje kunnen gaan uit varen. En zoo, met overdreven zachtighe- den aan den eenen, en bitse boosheid aan den anderen kant, hield zij de kinderen steeds uit hun evenwicht en was een voort durende knauw voor hun zenuwgestel. En nu vraagt ge me, lezeres, waarom ik deze kinderachtigheden hier nu uitvoerig zit te vertellen. Wat er eigenlijk vooi merkwaardigs aan was? D i t was het merkwaardige: dat dien namiddag, toen al het bezoek was afge trokken, het sentimenteele moedertje van de zeurende jongetjes, óp van vermoeidheid tegen me zei: „Wat heeft die Lèn (het moedertje van de meisjes) toch een gemakkei ij ke kinderen! Zulke gemakkelijke gehoorzame kinderen zie je zelden!" En toen ik nog even mveeg, vroeg ze me nog verbaasd: of ik dat ook niet vond, of ik dat soms heelemaal niet had gemerkt?" „Nee", zei ik droog, „dat is me niet oe- paald opgevallen. Ik heb juist gedacht: wat hebben die kinderen een gemak kelijke moeder wat kunnen die al tijd precies weten, waar ze zich aan hou den moeten!" Ze keek me eens aan. Heel haar volle, vlotte woordenrijkdom scheen voor een oogenblik als in een peillooze diepte te ver zinken, maar de oogen, die zeiden genoeg daar sprak een wereld van verbazing uit, en van ergprnis. Want ja! toen gold weer het Perzische spreekwoord: Zei daar iemand de waarheid? geef die dan gauw een paard dat hij zich uit de voeten maken kan. En daarom vlucht ik nu ook weg voor de lezeressen, die zich eventueel in het be wuste moedertje mochten hebben gespie geld. CORRESPONDENTIE Aan Mw, N. te B. Hoe lichtgrijs bont van een mantel is schoon te maken vraagt U, en ik denk dat u zult bedoelen een vettig geworden bontkraag. Dez ewrijft men schoon met doeken in benzine gedrenkt (zeer gevaarlijk in de buurt van vuur, ook al komt U né de be werking, als de benzine al opgeruimd is, nog met de pas gewasschen kraag in de buurt van een vlam. Daarom is altijd beter om tetra te gebruiken ook al is dit dan wat duurder. Bont, dat alleen wat smoezelig geworden is kan men wasschen met een aftreksel van zemelen (zemelen gewoon in water koken, pas daarbij op voor aanbranden). Dit af treksel wrijft men een paar maal flink in het bont en borstelt het er later, als het droog is, pas uit. Er zijn dit als waarschuwing de laatste jaren echter veel goedkoopere soor ten van geverfd bont of namaak die bijna geen enkele waschbehandeling kunnen ve len. Voorzichtig eerst probeeren is dus d'3 boodschap. Aan Mw. N. te W. Het wasschen van een stoffen japon is de gewoonste zaak in de wereld. Er gaat heiast geen maand om, dat ik er niet zelf aan huis een vvasch of het laat doen. Want ik begrijp de menschen nooit, die 's zomers lichte japonnen nooit veel meer dan een week aan hebben, tus schen twee wassohen in, en 's winters vele maanden soms een jaar en langer een len japon dragen, oer die een waschbeurt krijgt. Ook al ontvlekt' men geregeld, dan kan een japon er toch zoo frisch van op knappen eens in een zeep- of zoutbad gaan. Zeker kan het wel eens voorkomen, dat bij nieuwe stof (zooals bij het maken v uw japon) blijkt, dat deze slecht water ve len kan en daar vlekken van krijgt, maar dan is dat meestal plaatselijk en heeft men het niet meer als de heole japon gelijk in water gaat (ontglansd wordt). Als ik goed begrijp was het bij U iets andere. Werd de stof vezelig, toen men ze met water be streek om de plooien er in te strijken, maar ja dat kan wel daaraan leggen, da wat ruw (met ruwe doek of spons) over werd gewreven. Het is dan ook altijd beter om voor het oppersen niet de ato f nat te wrijven, maar er eenvoudig een wollen doek op te leggen en liefst nog op den averecht- WA NDBEKLEEDING KELIM WERK En mi het laatste (voorloopig) van de groote handwerk patronen. He«t is ail een heelen tijd geleden difit een paar lezeressen hi/er vroegen naar een dui delijke beschrijving van de uitvoering ven wandilaippcn, dlie zij voor kruissteek werk aanzagen maar dmdiendnad als kelim ge wenkt moest wondien. Nadien hebben wij hier al eens meer da kelim techniek uitvoerig beschreven, zon der nog meer uitgewerkte patronen op te nemen, en we mogen dius die techniek, die nu trouwens meer algemeen bekend is ge worden, ook wel bij onze handwerkende lezeressen alls vertrouwd werk veronidersteii len, en zuil len dan nu maar geLijk overgaan tot de weergave van ,eep patroon, jsooafc wc het vinden m: Beyers Extra Serie Ke lim wenk"- (H 312) uitgave van G, van-Wees Weiss te Zeist, (prijs 75 ct.) Dit boek geeft verscheidene prachtige, en meest veei grooter patronen maar ie niet bedoeld voor beginnelingen in dat werk, daar de tech- nieik er niet meer uitvoerig In behandeld wordt. Voor dat geval heeft men dus een ander werk noodiig, of kunnen we des ver langd, het begin hier nog wel eens herha len. Nu deze wnnd'laip. Ze is een taimelijk ge makkelijk patroon, zeer symmetrisch, wat kelimpatronen zelden zijn, maar heeft toch weer die mooie zaahte en toch diepe kleur schakeeringen dlie het eigenaardige zijn van kelim werk. e boven afgebeelde wandversiering is 1.60 M. lang en van den bovenrand tot de punt gemeten, 49 cM. breed. Men werkt op Smyrnageas, waarvan 8 gaatjes 5 cM. zijn, volgens het telpatroon, dat ruim een derde geeft van het zich regelmatig herhalende patroon. Het borduurwerk wordt met soedan wol in 6 kleuren uitgevoerd, te weten zwart staalblauw, donker roodbruin, licht ree bruin, midden beige en donker olijfgroen. De steken loopen in de lengte over 't werk en het verdient aanbeveling voor bet bor duren eeist te tnaceeren en daarna over de draden te werken, opdat de lichte grond stof niet zichtbaar wordt. De punten wor den met franje van midden beige wol ver sierd. Men knipt daarvoor 48 cM. lange draden., diie men dubbel legt en 3 aan 3 naast elkaar in die gaatjes van de laatst ge werkte rij hangt. 5 bundels knoopt men nu telkens af en 5 cM. lag-er telkens 4 bundels, zooals dat du i dei ijk op de afbeelding te zien is, evenals op de op bijna werkelijke grootte get eekend e afb. hieronder. De cijfers op het telpatroon bedoelen de volgende kieur-en: 1 zwart, 2 staalblauw, 3 roestbruin, 4 licht reebruin, 5 midden beige, 6 donker olijfgroen» schen kant, en daaroverheen te strijken. Het kan ook zijn, dat de doek die u daarvoor gebruikte te oud katoen en te vezelig was. Ln elk geval is het een klein bezwaar, een wollen japon die eenmaal gewasschen wordt is toch ook niet spikplinternieuw meer, dus als er dan de ergste glans af gaat, dan zij dat zoo! Alleen moet u nu oppassen dat er volstrekt niet gewreven (ook niet op de hand was schen) geboreteld of gewrongen wordt. U kunt verschillende zeepsoorten gebrui ken een merk kan ik hier niet noe men, anders komen alle niet-genoemde zeep fabrikanten op me af (niet dat i k daar bang van ben, maar de advertentie-afdeelin- gen van kranten zijn dat gewoonlijk wel). De meeste vlokkenzeepen zijn wel te gebrui ken. Ook houtzeep werkt zeer reinigend als er vele vlekken zijn.'U koopt dat bij den drogist, de behandeling daarvan hebben we reeds enkele malen hier opgegeven, en zal u wellicht reeds weten? Voor te ere kleuren gebruikt men ook wel Spaansche- of Marseille-zeep. Voor gekleurde wollen jumpers geldt het zelfde. alleen wascht men die liefst niet in houtzeep, ik kan wel menschen, die alle wol geregeld wasschen in gewone zeeppoe der, die voor de witte (gekookte) wasch ge bruikt wordt Ikzelf houd daar niet van, omdat, dunkt me, het daar erg van slijten moet, maar wel weet ik, dat de hoofdzaak niet is, waarmee men wascht, maar hoe men het doet. Niet in warm, maar in koud sop, vooraf in water weeken, desnoods met 'n flinke scheut azijn om de kleur wat te fixeeren dan nooit wrijven, wringen of borstelen, maar zacht drukken en knijpen met de volle hand in het heele kleeding- stuk. dat men daarbij telkens omgooit in het sop. Heel vlug werken en nooit in het sop stil laten staan. Uithalen en vlug een paar maal spoelen, eerst in lauw schoon en veel water. Dan weer niet «ringen (ook niet in rubher-wringers, want dan drukker kleuren in elkaar, maar met poreuze doeken (badhanddoeken bijv.) ze droog knijpen. Als ik teere stof van teere kleuren heb, schuif ik groote badhanddoeken in de japon (het boveneind bijv. over de kleerhanger waar de vochtige japon over gaat) en ook witte doeken in de mouwen, zoodat nooit kleur op kleur komt, maar er altijd wit tus schen is. Hang ook niet in de zon; pas zelfs op voor harde wind, hang liever op zolder of in badkamer. Dit geldt voor zijde, fijne mousseline, enz. Zwaarder japonnen en jumpers hangt men niet op kleerhangers te drogen maar legt men neer op doeken en tusschen doeken. Ik denk, dat U en andere vraagstere hier aan nu vooreerst wel genoeg zult hebben. Verder maar zelf probeeren, (niet met het beste en teerste beginnen) want: het is de oefening die kunst baart. Daarom is zelf- doen het best Mij is het herhaaldelijk overkomen, dat een blouse of japon, die ik zelf al 'n paar maal met succes gewasschen had, de eerste maal dat ik het aan m'n huurhulp overliet, toch zoo doorliep. Dan sta je er bij terwijl er wordt gewasschen en krijg je het door- loopen nog bij het drogen. Herhaaldelijk heb ik dat gehad en zag dan zelf niet wét ze fout gedaan hadden, alleen ik wist dat het kon, en bij hun kon het niet alles in een „slag". U hebt wel even op antwoord moeten wachten, maar u schreef dat u wel een paar weken den tijd had. Probeer het nu maar gauw met dit prachtige weer. Aan Volgende maal over het /sigaretten theakleed". Aan Ik hoef er heel geen naam in te zetten, als ik u dank zeg voor uw brief (wat is dat nog een kolossale ge worden voor zoo'n oud moedertje) en voor het mooie plaatje dat U er bij insloot als cadeau „voor de schrijfster van huis houding en keuken" van een zoo oude leze res. Ik ben er echt mee gestreeld, het is zoo'n mooi heigezicht, en ik houd juist zoo van dat land. Maar ik kan U tot mijn spijt niet zoomaar eens op komen zoeken, want ik zit een heel eind van Rotterdam vandaan. De goedkoope recepten die U opgeeft zal ik bij gelegenheid hier graag eens herhalen, een goéd idee van U hoor. Natuurlijk maakt het wel eenig verschil, dat er voor ouderen nooit zooveel voedingswaarden meer noo- dig zijn (een massa menschen die op leef tijd zijn, eten veel te veel en te zwaar) maar voor kinderkost zou ik die recepten niet zoo goed kunnen geven of voor groote gezinnen, dan kwam men misschien niet eens zoo goedkoop. Maar dat schrijf ik er dan wel allemaal bij, het is dus heelemaal geen „gebrabbel" van u geweest en ik kan het best lezen. Aan Mwte U. Wat echt Hef van U, bij zooveel werk en zorg, nog zooveel te doen om een vragende mede-lezeres, die U heelemaal niet kent, te helpen. En ook voor het andere dank! Wellicht zullen we er eens gebruik van kunnen maken, en bij voorko mend geval zal ik stellig uw adres opge ven. Het is wel zooals u zegt: aan een redac trice, die men niet kent en wellicht nooit persoonlijk ontihoeten zal, spreekt men zich gemakkelijker uit, dan tegen iemand, die het wel o zoo goed bedoelt, maar ook o zoo akelig dichtbij leeft. Dan heeft men later wel eens spijt van ontboezemingen, ja zeker. En ik hier, lees en hoor van zóóveel. Maar brieven als deze van U, geven me toch altijd nog zoo'n warm gevoel van bewon dering voor het streven en worstelen dat er uitspreekt. En zie ik dan ook wel onder lezeressen, maar nog meer in het werkelijke leven, de vele menschen, die, omdat zij geen echte zorgen hebben, zich zorgen gaan móken (waar 'n mensch vaak veel harder onder lijdt) dan voel ik toch altijd weer, dat de eerste soort tenslotte nog beter af is dan de laatste. Want niet wat men draagt, maar hoe men het draagt, dat is het voornaamste, dat ia de zaak waarop het 't meest aankomt Die prachtige vlinder, die u insloot, moet die niet terug? Ik wist niet dat zc zoo mooi waren, die reclame-dingen. Aan Mw. N. te R. Het adres (van de 40 krulssteekpatronen) heb ik niet meer kun- vlnden, waarschijnlijk heb ik het niet meer, ik vraag het nu hieronder aan en zend het dan wel aan u door. Vraag: Is er nog een lezeres aan wie ik het indertijd geschreven heb (of anders de zaak zelf, het was een manufacturenhan- del), die me even «11 opgeven, «aar de pa tronen voor Bijbelsche voorstellingen in kruissteekwerk zijn te verkrijgen? Aan de lezeres die de gehaakte zonnebloem inzond alvast hartelijk dank. Volgende maal nader, dan beschrijven we het theekleed. SCHOONMAAKWENKEN Onderhoud van het houtwerk. In k&mere, die niet veei gebruikt worden, en waar het dus niet noodig ia om. zeep aan te met koud water en tensio een zeem of zachten doek; ken op de deuren zün, die kragen, gebrulke niet af kan Ook het volgende is Men nemi aarop watei tiet bezinker genoeg kan krtJgen, dan laat men zemelen In wuter gedurende een uur koken; men giet zo door een doek en gebruikt het water om net houtwerk achoon te maken. Wollen dekens» Het is nu wel de geschiktste tijd om dc wol ten dekens te wasschen; immers nu zUn ze niet allen^In gebruik en ^bovendien is het weer nu droogd ^kunnen worden. Zün ze niet al'te vmll wel voldoende zün. ZUn* P et, lau- In belde gevallen ln ruim en niet aan klemmen te drogen hangenj d"«~.~ over een rek, daar de dekens anders door de zwaarte spoedig uitscheuren. Stijven met witte suiker. Füne zachte weefsels, die na gewaeschen te zün gesteven worden met stüfsel of gelatine, worden meestal te stüf. staan naar allo kan ten uit en kreukelen spoedig In plaats van in losse, soepele plooien te vaUen. Al verdunt men de etüfsel of de gelatine ook nog zoo, de daarmee behandelde weefsels zullen veel van hun vroegere aanzien hebben verloren. Op de volgende wüze behandeld blijven de stoffen als nieuw. Ia plaats van stüfsel of gelatine moet men witte suiker gebruiken in een oplossing van één eetlepel suiker op L water Daarin wordt het te behandelen stuk gedoopt uitgedrukt, in een schoonen doek gerold en «re e treken als het nog vochtig ie; gladde weef sel* op den reciterkant. geborduurde of be werkte eerst op den verkeerden, dan op den rechterkant. Hierdoor verkrügt men een apprèture als van nieuwe stoffen. De behandeling met suikerwater Is aan te bevelen voor de allerfünste weefsels als: ri- weefeeS?'?|t8t lacfe,"werk> kanten sluiers, tullen Bü het strüken van deze stoffen moet man uiterst voorzichtig zün, het Ijzer mag vooral niet te heet zün. Het wasschen van teere glasgordijnen. Voor het wasschen van zoon füu weefsel herpe zeepsoorten. evenmin nden. Do gordü- „o»i uivoicji, tu-5 ze nun wasch-procee onder gaan. worden uitgedrukt. Wringen en over da handen of. wat nog erger Is. op een bord of plank wasschen. zou heel licht scaeuren en gaten kunnen veroorzaken. De meest onschui- hen Is. de gordtlnen in wecken, voordo* UW zeensoD zet. Hahhari T., een tweede sop. Mochten achoon zün. dan moet natuurlük een derde zeepbad volgen. Zonder het proces te verhaas ten, moet men deze bewerking herhalen, totdat het sop niet meer vuil wordt. Eerst dan nio |a de gordUnen gespoeld zoo noodlg geblauwd on In de buitenlucht gebleekt worden. Sommige hulsvrouwen geven er de voorkeur aan. ook battlst te stijven. Het ls ec'.iter een verkeerde gewoonte om zoo'n "tëeré. dun no stof al te stüf te maken. Aardappelmeel lüöit'zich het beste voor deze bewerking, wil men in spoedgevallen de gordünen .JaaelTIiC na" het was schen weer ophangen, dan gebrufke men onge kookte stüfsel. Ze behoeven dan na het jtjjven maar 10 a 15 minuten opgerold te woraen weg gelegd, na welken rusttUd ze aj In aanmerking imen voor een heet strüküzer. Het wasschen van een pluche tafelkleed Men weekt het kleed In water met zout, niet te lang. ongeveer 10 a 20 minuten; daarna een sop maken van houtzeep: dit Is een soort zeep met gemengde Kleurep; hout- worden. Men sin; of drukken drie maal gebri leed steeds heen t._ het daarna uit ln schoo der blijft. Niet wringen drogen ophangen; ondei houden. Is het nog Iets vochtig, da en het evenale fluweel aan den ac op, terwijl een tweede het vasthoudt ei 'n zeor zacht borsteltje overborstelt. N gend op een plank of tafel opstrijken dan gaat pletten. Losgeraakte heften van ■volg van onoordeelkundig afwas*chen, de kleefstof, die ze v« urne water. Drukt me.. beetje i van hand of vir heft door verkec rde behandeling heeft los i de leeggekrabde opening 1 houdend, drukke verwijdert de uitpuilende kleefstof, zoolang zacht ls en laat het gerepareerde mes sn dag liggen. Dan Is de kit hard, heft iet zijr - I Is hot volgend» itevlg met elkai Iddol om de helften te beveetlgen staal weer vastzetten In het s door een mengsel van fljn- n krijt In de opening van het Jaarna verhit men,dat gedeclt» PRHRFFRT Hec,ame maatschoenen i iiuuluiii vanaf 20.-bekroond JOH. EENS XNETEMANN Voetkundige uu,1° mijn Batavierenstraat 19a (b.d. West Kruiskade), Rotterdam, Telefoon 32129 Afdeellngen van de in 1911 Kon. Goedg. Vereen, van Modevakscholen In Nederland INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN Jongo Meisjes die dit Voorjaar de school verlaten, kunnen ingeschreven worden voor de Ochtend-, Middag- ol Avondlessen. Cursus-, Club- en Privaatlessen, ook voor gehuwde Dames, om alle voor komende kleeding In het gezin geheel zelfstandig te leeren vervaardigen. Spreekuren aan de scholen: In het Westen: SCHIETBAANLAAN 99, Donderdags van 2 tot 4 en van 7 tot 9; Te Kraflngen: ANNASTRAAT 5 (bij Avenue Concordia) Dinsdags van 7 tot 8* L.-Maasoever: BEYERLANDSCHELAAN 40, Dinsdags van 4 tot 5 cn Vrijdags van 6 tot 7. PROSPECTl OP AANVRAGE Correspondentie adres: Schietbaanlaan 114. Directrice: Telefoon 33739 Mevrouw S. A v. AM1JDE-PORS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3