Wmr éeVtanW).
Over opvoeding
han dwerken
MODE-vakscholen te Rotterdam
Gemakkelijk
ir waren, een drietal kinderen van onder goed weten kon, wa<t beleefdheid vergde en
es jaar, in het huis, leuke, frissche, wel het zelf in haar jeugd, toen kinderen nog
wiide, maar ook vermakelijke kinderen, niet allen koningen waren, heel wat beter
ge ze onder anderen bezig zag. Zoodra had geleerd, „maar jongen, er zijn toch
loolang de moeder er bij was, waren ze zoo véél stoelenl"
Ier zeurig, om niet te zeggen lastig, gauw f...Ja maar", zeurde broertje, en nu begon
de teenen getrapt en dadelijk en altijd ge
gil fot huilen.
;et moedertje, dat het o zoo goed meende,
namelijk een beetje sentimenteel. Zocht
den dag naar gelegenheden om haar
ideren Ie troosten, af te zoenen enz, maar
oogenblikken dat zoo ongemerkt ten-
te ook héér geduld ineens op
,r de onredelijkste manier tegen de kin-
en uitvallen in 't besef dat standjes toch
wel eens noodie waren,
ngedurigheden, waar het zenuwgestel
de kinderen meestal dupe van wordt.
}u was er een van de drie jongens jarig
had het huis een „visite" van nog 'n half
jjn andere kleuters van onder de
nog een drietal moeders. Eén moeder,
a had vier kleine meisjes, waarvan er
e hier aanwezig wgren, viel dadelijk op,
haar kalme rustigheid. Haar verstandi-
m niet te zeggen strenge gezicht, ging
Ier de gesprekken door geregeld naar het
ipje spelende kinderen, en de twee kleine
ijes, die af en toe naar haar keken, lach-
haar soms even toe, met oogen van her
ring, wanneer ze juist aan iets aardigs
aren, of een heel mooi cadeautje
de jarige bekeken, maar verstrakten
gezicht even, wanneer ze zich net be
lt zagen op een onvriendelijkheidje, een
ig woord of gebaar tegen de kleinsten of
tekort aan beleefdheid tegenover de gast
iu\v, dingen die echter haast niet ge-
irden.
let ging alles zoo heel ongemerkt en al9
ie geen heel goede oogen had,
het zeker niet eens hebben opgemerkt,
ar ik weet, dat zij al den tijd dat ze daar
en geanimeerd meepraatte, haar kinde
niet geheel losliet met haar gedachten,
laar oudste meisje, ook de oudsie van het
Je troepje, was op school pas begonnen
lezen leeren, en deed niets liever dan
ken kijken. Telkens nam ze een ander
den verjaardagstafel en ging er mee
de groote tafel, waar wij ouderen zaten
er wijl de kleuters in onze onmiddellijke
ijheïd binten speelden,
erdiept in een boek, dat ze net weer was
halen, kwam het kind weer aan,
»f, al „lezende" op een stoel, zonder te
dat het de mijne was. Ik was namelijk
opgestaan om de kleintjes te helpen
een bromtol.
dd" zei- de moeder zacht, „kijk 's op
'stoel je gaat" ziften!".
ven geschrokken, keek het kind op,
00f dan aldoor boek-kijkende van
stoel af en wees op de hare die iets
der stond.
zie ik zachtjes tegen de moeder
Jiet hinderde niet, ik wilde tooh niet
aan die tafel gaan zitten, ze is zoo v«r-
pt in het boek".
Ja maar, ze is nu al zes jaar, ze moet
en uitkijken wat ze doet!", en dan weer
ndelijker tegen het kind: „is het zóó'n
boek. zus?".
Prachtig", glunderde het meisje, en
rmee was de kleine vergissing weer ge-
voorbij»
js ik klaar ben met een wagentje waar
louwtje afgeraakt was, zet ik me op een
jen stoel in de deuropening en ik „doe
met de kleintjes.
en paar minuien daarna moet ik natuur-
weer even op, voor een ander stuk speel-
d dat niet „loopt" en als 'k dan even
wil gaan zitten, zie ik net oudste
igetje van het drietal met een teleurge-
d gezicht naar me kijken.
)aar mag U niet op gaan zitten, dat is
11 stoel!", zegt hij.
Maar de stoei was leeg vent, het is zoo
g geleden dat jij er zat, en ik ben er 't
1st op geweest. Zou ik er dan nu af moe
gaan?".
la", zegt hij, en kijkt naar zijn moeder
maar die heeft het niet gehoord, daar ze
it even de kamer uitging. Ik zie dat de
;der van de meisjes zich al ergert over
jongetje, dat maar een paar maanden
Ier is dan haar oudste meisje.
>!ee hoor", zeg ik dan vroolijk, „je weet
nog niet goed, Wim, „kleine kinderen
n wél op voor de groote menschen, maar
de groote menschen voor de kleine jon-
s. En jullie hebt je eigen leuke stoeltjes
ten, die zijn leeg".
ij begrijpt het nu wel en hoewel een
ije sip, gaat hij op zijn eigen kleine
ltje zitten, bij de kinderen,
iermee zou ook dit „incident" afgeloopen
indien niet net op dat oogenblik zijn
ider, de gastvrouw, die even naar de keu-
was geweest, weer de kamer binnen-
ïende, zijn teleurgestelde gezicht gezien
adelijk moest ze vragen: „Wel, wat heb
wat scheelt er aan?".
Het is heelemaal niets, 't Is al voorbij",
irschuvvden haar twee moedertjes tege
laar met haar sentimenteele stem en ge
en, ging ze naar het jongetje toe en vroeg
genei: „wat is er toch, wie heeft het ge
ur?".
de domme zotheid van zoo'n vraag als
laatste. Ik heb soms moeders gezien, die
kind de „stoute" tafel lieten slaan, als
zich daaraan gestooten had. Dat was dan
troost en zoo werd wraakneming
ematisch beoefend, alsof het een soort
ist of deugd ware.
nderwijl pakte moeder het jongetje beet,
1de het aan alsof het een groot ongeluk
gekregen en natuurlijk begon het kind
cn daar te huilen op een droevige ma
u moést moeder er achter komen, vroeg
eens, weer dringender en met nog
spottinteling in de oogen van de andere
er liefkoozing, zag volstrekt niets van
Kiertjes „Ik, ik wou op die stoel gaan
en toen ging
-en beetje verlegen keek de troostende
eder toen naar mij, in haar oogen een
ag om verklaring, „wès het werkelijk
*s anders?"
zei ik „en toen heb ik hem
niet ging, als ik er al was".
Maar jongen", zei de moeder, die heel
hij echt hard te dreinen, „ik aat 'r hqt
eerste van allemaal! ik zat r het éérste!
De moeder van de drie meisjes zuchtte
eens even, alsof ze dacht: „zou je 'm nu nog
niet oppakken en in gang zet'en?" de
andere twee moeders glimlachten begrij
pend tegen elkaar de bewuste veel he
sproken stoel was allang weer leeg, want
ik s-ond weer tusschen de kleutertjes en
lieit moeder de. vrije hand met den huilen
den jongen.
Maar moeder beheerschte de situatie niet
Zelf 'n beetje verlegen wordende met he'
geval, begon ze te zeuren: ,;toe ventje, je
moet niet zoo kinderachtig wezen hoor,
wat geeft dat nu, op welke stoel je zit, als
ie toch aan 't spelen bont. Kinderen moe
ten eigenlijk (o, dat „eigenlijk") altijd
plaats aan groote menschen willen geven
(enz, enz) het geheel duurde nog een paai
minuten. Toen was het jongetje afgetroos;
afgezoend en uitgehuild.
Stilgeworden!
„Voor zoolang het duren zou", dachten wij
en wisten: Straks als op een oogenblik
moeders geduld ook opraakte, zou ze zoo
maar opeens op de onredelijksche manier
tegen hetzelfde jongetje kunnen gaan uit
varen. En zoo, met overdreven zachtighe-
den aan den eenen, en bitse boosheid aan
den anderen kant, hield zij de kinderen
steeds uit hun evenwicht en was een voort
durende knauw voor hun zenuwgestel.
En nu vraagt ge me, lezeres, waarom ik
deze kinderachtigheden hier nu uitvoerig
zit te vertellen. Wat er eigenlijk vooi
merkwaardigs aan was?
D i t was het merkwaardige: dat dien
namiddag, toen al het bezoek was afge
trokken, het sentimenteele moedertje van
de zeurende jongetjes, óp van vermoeidheid
tegen me zei:
„Wat heeft die Lèn (het moedertje van
de meisjes) toch een gemakkei ij ke
kinderen! Zulke gemakkelijke gehoorzame
kinderen zie je zelden!"
En toen ik nog even mveeg, vroeg ze me
nog verbaasd: of ik dat ook niet vond, of
ik dat soms heelemaal niet had gemerkt?"
„Nee", zei ik droog, „dat is me niet oe-
paald opgevallen. Ik heb juist gedacht:
wat hebben die kinderen een gemak
kelijke moeder wat kunnen die al
tijd precies weten, waar ze zich aan hou
den moeten!"
Ze keek me eens aan. Heel haar volle,
vlotte woordenrijkdom scheen voor een
oogenblik als in een peillooze diepte te ver
zinken, maar de oogen, die zeiden genoeg
daar sprak een wereld van verbazing uit,
en van ergprnis.
Want ja! toen gold weer het Perzische
spreekwoord:
Zei daar iemand de waarheid? geef
die dan gauw een paard dat hij zich uit de
voeten maken kan.
En daarom vlucht ik nu ook weg voor de
lezeressen, die zich eventueel in het be
wuste moedertje mochten hebben gespie
geld.
CORRESPONDENTIE
Aan Mw, N. te B. Hoe lichtgrijs bont van
een mantel is schoon te maken vraagt U,
en ik denk dat u zult bedoelen een vettig
geworden bontkraag.
Dez ewrijft men schoon met doeken in
benzine gedrenkt (zeer gevaarlijk in de
buurt van vuur, ook al komt U né de be
werking, als de benzine al opgeruimd is,
nog met de pas gewasschen kraag in de
buurt van een vlam. Daarom is altijd beter
om tetra te gebruiken ook al is dit dan wat
duurder.
Bont, dat alleen wat smoezelig geworden
is kan men wasschen met een aftreksel van
zemelen (zemelen gewoon in water koken,
pas daarbij op voor aanbranden). Dit af
treksel wrijft men een paar maal flink
in het bont en borstelt het er later, als het
droog is, pas uit.
Er zijn dit als waarschuwing de
laatste jaren echter veel goedkoopere soor
ten van geverfd bont of namaak die bijna
geen enkele waschbehandeling kunnen ve
len. Voorzichtig eerst probeeren is dus d'3
boodschap.
Aan Mw. N. te W. Het wasschen van een
stoffen japon is de gewoonste zaak in de
wereld. Er gaat heiast geen maand om, dat
ik er niet zelf aan huis een vvasch of het
laat doen. Want ik begrijp de menschen
nooit, die 's zomers lichte japonnen nooit
veel meer dan een week aan hebben, tus
schen twee wassohen in, en 's winters vele
maanden soms een jaar en langer een
len japon dragen, oer die een waschbeurt
krijgt. Ook al ontvlekt' men geregeld, dan
kan een japon er toch zoo frisch van op
knappen eens in een zeep- of zoutbad
gaan.
Zeker kan het wel eens voorkomen, dat
bij nieuwe stof (zooals bij het maken v
uw japon) blijkt, dat deze slecht water ve
len kan en daar vlekken van krijgt, maar
dan is dat meestal plaatselijk en heeft men
het niet meer als de heole japon gelijk
in water gaat (ontglansd wordt). Als ik
goed begrijp was het bij U iets andere. Werd
de stof vezelig, toen men ze met water be
streek om de plooien er in te strijken, maar
ja dat kan wel daaraan leggen, da
wat ruw (met ruwe doek of spons) over
werd gewreven. Het is dan ook altijd beter
om voor het oppersen niet de ato f nat te
wrijven, maar er eenvoudig een wollen doek
op te leggen en liefst nog op den averecht-
WA NDBEKLEEDING KELIM WERK
En mi het laatste (voorloopig) van de
groote handwerk patronen.
He«t is ail een heelen tijd geleden difit een
paar lezeressen hi/er vroegen naar een dui
delijke beschrijving van de uitvoering ven
wandilaippcn, dlie zij voor kruissteek werk
aanzagen maar dmdiendnad als kelim ge
wenkt moest wondien.
Nadien hebben wij hier al eens meer
da kelim techniek uitvoerig beschreven, zon
der nog meer uitgewerkte patronen op te
nemen, en we mogen dius die techniek, die
nu trouwens meer algemeen bekend is ge
worden, ook wel bij onze handwerkende
lezeressen alls vertrouwd werk veronidersteii
len, en zuil len dan nu maar geLijk overgaan
tot de weergave van ,eep patroon, jsooafc
wc het vinden m: Beyers Extra Serie Ke
lim wenk"- (H 312) uitgave van G, van-Wees
Weiss te Zeist, (prijs 75 ct.) Dit boek
geeft verscheidene prachtige, en meest veei
grooter patronen maar ie niet bedoeld voor
beginnelingen in dat werk, daar de tech-
nieik er niet meer uitvoerig In behandeld
wordt. Voor dat geval heeft men dus een
ander werk noodiig, of kunnen we des ver
langd, het begin hier nog wel eens herha
len.
Nu deze wnnd'laip. Ze is een taimelijk ge
makkelijk patroon, zeer symmetrisch, wat
kelimpatronen zelden zijn, maar heeft toch
weer die mooie zaahte en toch diepe kleur
schakeeringen dlie het eigenaardige zijn
van kelim werk.
e boven afgebeelde wandversiering is
1.60 M. lang en van den bovenrand tot de
punt gemeten, 49 cM. breed. Men werkt op
Smyrnageas, waarvan 8 gaatjes 5 cM. zijn,
volgens het telpatroon, dat ruim een derde
geeft van het zich regelmatig herhalende
patroon. Het borduurwerk wordt met soedan
wol in 6 kleuren uitgevoerd, te weten zwart
staalblauw, donker roodbruin, licht ree
bruin, midden beige en donker olijfgroen.
De steken loopen in de lengte over 't werk
en het verdient aanbeveling voor bet bor
duren eeist te tnaceeren en daarna over de
draden te werken, opdat de lichte grond
stof niet zichtbaar wordt. De punten wor
den met franje van midden beige wol ver
sierd. Men knipt daarvoor 48 cM. lange
draden., diie men dubbel legt en 3 aan 3
naast elkaar in die gaatjes van de laatst ge
werkte rij hangt. 5 bundels knoopt men nu
telkens af en 5 cM. lag-er telkens 4 bundels,
zooals dat du i dei ijk op de afbeelding te
zien is, evenals op de op bijna werkelijke
grootte get eekend e afb. hieronder.
De cijfers op het telpatroon bedoelen de
volgende kieur-en: 1 zwart, 2 staalblauw, 3
roestbruin, 4 licht reebruin, 5 midden
beige, 6 donker olijfgroen»
schen kant, en daaroverheen te strijken.
Het kan ook zijn, dat de doek die u daarvoor
gebruikte te oud katoen en te vezelig was.
Ln elk geval is het een klein bezwaar, een
wollen japon die eenmaal gewasschen wordt
is toch ook niet spikplinternieuw meer, dus
als er dan de ergste glans af gaat, dan zij
dat zoo!
Alleen moet u nu oppassen dat er volstrekt
niet gewreven (ook niet op de hand was
schen) geboreteld of gewrongen wordt.
U kunt verschillende zeepsoorten gebrui
ken een merk kan ik hier niet noe
men, anders komen alle niet-genoemde zeep
fabrikanten op me af (niet dat i k daar
bang van ben, maar de advertentie-afdeelin-
gen van kranten zijn dat gewoonlijk wel).
De meeste vlokkenzeepen zijn wel te gebrui
ken. Ook houtzeep werkt zeer reinigend als
er vele vlekken zijn.'U koopt dat bij den
drogist, de behandeling daarvan hebben we
reeds enkele malen hier opgegeven, en zal
u wellicht reeds weten?
Voor te ere kleuren gebruikt men ook
wel Spaansche- of Marseille-zeep.
Voor gekleurde wollen jumpers geldt het
zelfde. alleen wascht men die liefst niet in
houtzeep, ik kan wel menschen, die alle
wol geregeld wasschen in gewone zeeppoe
der, die voor de witte (gekookte) wasch ge
bruikt wordt Ikzelf houd daar niet van,
omdat, dunkt me, het daar erg van slijten
moet, maar wel weet ik, dat de hoofdzaak
niet is, waarmee men wascht, maar hoe
men het doet.
Niet in warm, maar in koud sop,
vooraf in water weeken, desnoods met 'n
flinke scheut azijn om de kleur wat te
fixeeren dan nooit wrijven, wringen of
borstelen, maar zacht drukken en knijpen
met de volle hand in het heele kleeding-
stuk. dat men daarbij telkens omgooit in
het sop. Heel vlug werken en nooit in het
sop stil laten staan. Uithalen en vlug een
paar maal spoelen, eerst in lauw schoon en
veel water. Dan weer niet «ringen (ook niet
in rubher-wringers, want dan drukker
kleuren in elkaar, maar met poreuze doeken
(badhanddoeken bijv.) ze droog knijpen.
Als ik teere stof van teere kleuren heb,
schuif ik groote badhanddoeken in de japon
(het boveneind bijv. over de kleerhanger
waar de vochtige japon over gaat) en ook
witte doeken in de mouwen, zoodat nooit
kleur op kleur komt, maar er altijd wit tus
schen is. Hang ook niet in de zon; pas zelfs
op voor harde wind, hang liever op zolder
of in badkamer. Dit geldt voor zijde, fijne
mousseline, enz. Zwaarder japonnen en
jumpers hangt men niet op kleerhangers te
drogen maar legt men neer op doeken en
tusschen doeken.
Ik denk, dat U en andere vraagstere hier
aan nu vooreerst wel genoeg zult hebben.
Verder maar zelf probeeren, (niet met het
beste en teerste beginnen) want: het is de
oefening die kunst baart. Daarom is zelf-
doen het best
Mij is het herhaaldelijk overkomen, dat
een blouse of japon, die ik zelf al 'n paar
maal met succes gewasschen had, de eerste
maal dat ik het aan m'n huurhulp overliet,
toch zoo doorliep. Dan sta je er bij terwijl
er wordt gewasschen en krijg je het door-
loopen nog bij het drogen. Herhaaldelijk
heb ik dat gehad en zag dan zelf niet wét
ze fout gedaan hadden, alleen ik wist dat
het kon, en bij hun kon het niet alles in
een „slag".
U hebt wel even op antwoord moeten
wachten, maar u schreef dat u wel een paar
weken den tijd had. Probeer het nu maar
gauw met dit prachtige weer.
Aan Volgende maal over het
/sigaretten theakleed".
Aan Ik hoef er heel geen
naam in te zetten, als ik u dank zeg voor
uw brief (wat is dat nog een kolossale ge
worden voor zoo'n oud moedertje) en
voor het mooie plaatje dat U er bij insloot
als cadeau „voor de schrijfster van huis
houding en keuken" van een zoo oude leze
res. Ik ben er echt mee gestreeld, het is zoo'n
mooi heigezicht, en ik houd juist zoo van
dat land. Maar ik kan U tot mijn spijt niet
zoomaar eens op komen zoeken, want ik zit
een heel eind van Rotterdam vandaan.
De goedkoope recepten die U opgeeft zal
ik bij gelegenheid hier graag eens herhalen,
een goéd idee van U hoor. Natuurlijk maakt
het wel eenig verschil, dat er voor ouderen
nooit zooveel voedingswaarden meer noo-
dig zijn (een massa menschen die op leef
tijd zijn, eten veel te veel en te zwaar)
maar voor kinderkost zou ik die recepten
niet zoo goed kunnen geven of voor groote
gezinnen, dan kwam men misschien niet
eens zoo goedkoop. Maar dat schrijf ik er
dan wel allemaal bij, het is dus heelemaal
geen „gebrabbel" van u geweest en ik kan
het best lezen.
Aan Mwte U. Wat echt Hef van U,
bij zooveel werk en zorg, nog zooveel te
doen om een vragende mede-lezeres, die U
heelemaal niet kent, te helpen. En ook voor
het andere dank! Wellicht zullen we er eens
gebruik van kunnen maken, en bij voorko
mend geval zal ik stellig uw adres opge
ven.
Het is wel zooals u zegt: aan een redac
trice, die men niet kent en wellicht nooit
persoonlijk ontihoeten zal, spreekt men zich
gemakkelijker uit, dan tegen iemand, die
het wel o zoo goed bedoelt, maar ook o zoo
akelig dichtbij leeft. Dan heeft men later wel
eens spijt van ontboezemingen, ja zeker. En
ik hier, lees en hoor van zóóveel.
Maar brieven als deze van U, geven me
toch altijd nog zoo'n warm gevoel van bewon
dering voor het streven en worstelen dat er
uitspreekt. En zie ik dan ook wel onder
lezeressen, maar nog meer in het werkelijke
leven, de vele menschen, die, omdat zij geen
echte zorgen hebben, zich zorgen gaan
móken (waar 'n mensch vaak veel harder
onder lijdt) dan voel ik toch altijd weer, dat
de eerste soort tenslotte nog beter af is dan
de laatste.
Want niet wat men draagt, maar hoe
men het draagt, dat is het voornaamste, dat
ia de zaak waarop het 't meest aankomt
Die prachtige vlinder, die u insloot, moet
die niet terug? Ik wist niet dat zc zoo mooi
waren, die reclame-dingen.
Aan Mw. N. te R. Het adres (van de 40
krulssteekpatronen) heb ik niet meer kun-
vlnden, waarschijnlijk heb ik het niet
meer, ik vraag het nu hieronder aan en
zend het dan wel aan u door.
Vraag: Is er nog een lezeres aan wie ik
het indertijd geschreven heb (of anders de
zaak zelf, het was een manufacturenhan-
del), die me even «11 opgeven, «aar de pa
tronen voor Bijbelsche voorstellingen in
kruissteekwerk zijn te verkrijgen?
Aan de lezeres die de gehaakte zonnebloem
inzond alvast hartelijk dank. Volgende maal
nader, dan beschrijven we het theekleed.
SCHOONMAAKWENKEN
Onderhoud van het houtwerk.
In k&mere, die niet veei gebruikt worden, en
waar het dus niet noodig ia om. zeep aan te
met koud water en tensio
een zeem of zachten doek;
ken op de deuren zün, die
kragen, gebrulke
niet af kan
Ook het volgende is
Men nemi
aarop watei
tiet bezinker
genoeg kan krtJgen, dan laat men zemelen In
wuter gedurende een uur koken; men giet zo
door een doek en gebruikt het water om net
houtwerk achoon te maken.
Wollen dekens»
Het is nu wel de geschiktste tijd om dc wol
ten dekens te wasschen; immers nu zUn ze niet
allen^In gebruik en ^bovendien is het weer nu
droogd ^kunnen worden. Zün ze niet al'te vmll
wel voldoende zün. ZUn*
P et, lau-
In belde gevallen ln ruim
en niet aan klemmen te drogen hangenj d"«~.~
over een rek, daar de dekens anders door de
zwaarte spoedig uitscheuren.
Stijven met witte suiker.
Füne zachte weefsels, die na gewaeschen te
zün gesteven worden met stüfsel of gelatine,
worden meestal te stüf. staan naar allo kan
ten uit en kreukelen spoedig In plaats van in
losse, soepele plooien te vaUen. Al verdunt
men de etüfsel of de gelatine ook nog zoo,
de daarmee behandelde weefsels zullen veel
van hun vroegere aanzien hebben verloren.
Op de volgende wüze behandeld blijven de
stoffen als nieuw.
Ia plaats van stüfsel of gelatine moet men
witte suiker gebruiken in een oplossing van
één eetlepel suiker op L water
Daarin wordt het te behandelen stuk gedoopt
uitgedrukt, in een schoonen doek gerold en «re
e treken als het nog vochtig ie; gladde weef
sel* op den reciterkant. geborduurde of be
werkte eerst op den verkeerden, dan op den
rechterkant.
Hierdoor verkrügt men een apprèture als
van nieuwe stoffen.
De behandeling met suikerwater Is aan te
bevelen voor de allerfünste weefsels als: ri-
weefeeS?'?|t8t lacfe,"werk> kanten sluiers, tullen
Bü het strüken van deze stoffen moet man
uiterst voorzichtig zün, het Ijzer mag vooral
niet te heet zün.
Het wasschen van teere glasgordijnen.
Voor het wasschen van zoon füu weefsel
herpe zeepsoorten. evenmin
nden. Do gordü-
„o»i uivoicji, tu-5 ze nun wasch-procee onder
gaan. worden uitgedrukt. Wringen en over da
handen of. wat nog erger Is. op een bord of
plank wasschen. zou heel licht scaeuren en
gaten kunnen veroorzaken. De meest onschui-
hen Is. de gordtlnen in
wecken, voordo*
UW zeensoD zet. Hahhari T.,
een tweede sop. Mochten
achoon zün. dan moet natuurlük een derde
zeepbad volgen. Zonder het proces te verhaas
ten, moet men deze bewerking herhalen, totdat
het sop niet meer vuil wordt. Eerst dan nio |a
de gordUnen gespoeld zoo noodlg geblauwd on
In de buitenlucht gebleekt worden.
Sommige hulsvrouwen geven er de voorkeur
aan. ook battlst te stijven. Het ls ec'.iter een
verkeerde gewoonte om zoo'n "tëeré. dun no stof
al te stüf te maken. Aardappelmeel lüöit'zich
het beste voor deze bewerking, wil men in
spoedgevallen de gordünen .JaaelTIiC na" het was
schen weer ophangen, dan gebrufke men onge
kookte stüfsel. Ze behoeven dan na het jtjjven
maar 10 a 15 minuten opgerold te woraen weg
gelegd, na welken rusttUd ze aj In aanmerking
imen voor een heet strüküzer.
Het wasschen van een pluche tafelkleed
Men weekt het kleed In water met zout, niet
te lang. ongeveer 10 a 20 minuten; daarna een
sop maken van houtzeep: dit Is een soort zeep
met gemengde Kleurep; hout-
worden. Men sin;
of drukken
drie maal gebri
leed steeds heen t._
het daarna uit ln schoo
der blijft. Niet wringen
drogen ophangen; ondei
houden. Is het nog Iets vochtig, da
en het evenale fluweel aan den ac
op, terwijl een tweede het vasthoudt ei
'n zeor zacht borsteltje overborstelt. N
gend op een plank of tafel opstrijken
dan gaat pletten.
Losgeraakte heften van
■volg van onoordeelkundig afwas*chen,
de kleefstof, die ze v«
urne water. Drukt me..
beetje
i van hand of vir
heft door verkec
rde behandeling heeft los
i de leeggekrabde opening 1
houdend, drukke
verwijdert de uitpuilende kleefstof, zoolang
zacht ls en laat het gerepareerde mes
sn dag liggen. Dan Is de kit hard, heft
iet zijr - I
Is hot volgend»
itevlg met elkai
Iddol om de helften te beveetlgen
staal weer vastzetten In het
s door een mengsel van fljn-
n krijt In de opening van het
Jaarna verhit men,dat gedeclt»
PRHRFFRT Hec,ame maatschoenen
i iiuuluiii vanaf 20.-bekroond JOH.
EENS XNETEMANN Voetkundige
uu,1° mijn Batavierenstraat 19a (b.d.
West Kruiskade), Rotterdam, Telefoon 32129
Afdeellngen van de in 1911 Kon. Goedg.
Vereen, van Modevakscholen In Nederland
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
Jongo Meisjes die dit Voorjaar de school verlaten, kunnen
ingeschreven worden voor de Ochtend-, Middag- ol Avondlessen.
Cursus-, Club- en Privaatlessen, ook voor gehuwde Dames, om alle voor
komende kleeding In het gezin geheel zelfstandig te leeren vervaardigen.
Spreekuren aan de scholen:
In het Westen: SCHIETBAANLAAN 99, Donderdags van 2 tot 4 en van 7 tot 9;
Te Kraflngen: ANNASTRAAT 5 (bij Avenue Concordia) Dinsdags van 7 tot 8*
L.-Maasoever: BEYERLANDSCHELAAN 40, Dinsdags van 4 tot 5 cn Vrijdags
van 6 tot 7.
PROSPECTl OP AANVRAGE
Correspondentie adres: Schietbaanlaan 114. Directrice:
Telefoon 33739 Mevrouw S. A v. AM1JDE-PORS