ZONDAIGSBLAD DAMRUBRIEK. 1 «i m m s m m m 53 m m m s n m- m i! m III HP m m s lp m Ut if m m Lr, m ui iP e II m n iü iü 11 es 8 m IK m jf lil S ÜJ m w fgj 1 n O vm,, 8 m I y i Ssa p 8 8 m ét m m Ojfc 0 S m m n m. M jm U fl H EI m M m «1 p m m wi" W m "''fM n bekoorendes^c^ bii l NIEUWE LEIDSCHE COURANT fj- M 113 O Redacteur: W. HOEKSTRA, Tulpeboomstraat 6, Den Haag. Alle <nzend:ngen beireftende deze rubriek te zenden aan bovenstaand adres. Voor alle vraagstukken geldt: „WIT BEGINT EN WINT". Oplossingen worden binnen 8 dagen ingdwastu en over 14 dagen mat de naman der oplossers gepubliceerd Klasso A no. 6 Auteur: G. MANTEL - 23—19 3. 33—29 4. 29X40 5. 50X6 en wint 14X34 31X33 35X44 Uit het Franscho tijdschrift „Clubs et Cafés'' OM NA TE SPELEN Partij uit den match BonnardRicou om 1 pioenschap van Zuid-Frankrijk. 8ste part'i, $fv* No. 6 Klasso B Auteur: A. MANTEL No. 6 Klasse C (Beginners). Auteur: QUERIDO II s i s il i i ii iü is s p 85 1 s st Zwart: 7. 12. 14. 17. 19 en 28 iWit: 28, 29, 31 38, 39, 42 ORIGINEELS SLAGWENDING Auteur: Ir. SONIER, PARIJS Éri PI i ÜJ a iü lf S ff P se a i üf i 3' "01 o O 4> K:.| Wit: 1 33—28 2. 31—27 3. 37-31 4. 39—33 5. 44—39 6. 42—31 7. 47—42 8. 34—30 9. 30—25 10. 25-14 11. 27—22 12. 31-11 13. 41—37 14. 46—41 15. 36-31 16. 41—36 17. 31—27 18. 37—31 19. 49—44 20. 31—26 21. 27—22 22. 33-29 23. 39—30 24. 40—34 25. 44—40 26. 42—37 27. 26-17 28. 48—42 29. 36—31 30. 22-11 31. 31—27 32. 50—44 33. 44—39 34. 28—22 35. 32-28 36. 39—33 37. 37—32 38. 42—37 39. 33—24 40. 34—23 41. 4034 42. 45—34 43. 38-33 44. 43—38 45. 27-31 46. 32—41 47. 41—37 48. 37-32 49. 34—29 50. 30—39 51. 35—24 52. 33—24 53. 38—33 54. 39-34 55. 34—25 56. 22—17 57. 28-22 58. 27-21 59. 17—12 60. 12—7 61. 7—2 62. 2—10 63. 16—38 64. 38—43 65. 43—30 66. 30—48 67. 48—42 68. 42—29 69. 29—38 70. 38—47 7L 47—38 Remise. Partij uit een match tusschen Mari us Fab re en Ben Springer. Deze match werd door Sprin ger gewonnen. Zwart: 18-23 12—18 17-21 21-26 26—37 7- '2 20-24 14—20 11-17 9-20 18-27 16-7 10-14 4-9 "311 11-16 5-10 1—6 12-17 13-18 7-11 23—34 20-25 2—8 14-20 17-21 12—21 21-26 11—17 16-7 9—14 7-12 12—18 6-11 3—9 11-16 8-12 24—20 20—29 18-29 29-40 14—20 12-18 20-24 25—37 10—14 18—23 14—30 23-14 29- 30 20—29 19—30 30 -35 25-30 35—40 13-18 9-13 16—29 18-27 40-45 13-18 27-31 29-34 45—50 50—28 31-36 28-14 18—22 Wit: 1. 34X29 2. 40—34 3. 45-40 4. 32—28 5. 28X19 6. 29-24 7. 33X24 8. 34—30 9. 80—25 10. 25X34 11. 31-27 12. 36X27 13. 50—45 14. 39—33 15. 4.-36 B. SPRINGER Zwart: 17-22 li 17 6-11 19-23 14X23 20X29 10-14 14—19 19X30 5-10 22X31 10-14 14—19 17-22 22X31 16. 36X27 i 11-17 17. 46—41 17-2*2 18. 41-36 22X31 19. 36X27 12—17 20. 44-39 17—22 37-32 22X31 22. 32—28 23X32 23. 38X36 18-22 24. 35—30 7—12 25. 40—35 12-18 26. 45—40 1—7 27. 34—29 19—23 28. 40—34 9-14 •f* 29. 49—44 23—28 L 30. 42—37 4-9 31. 43—39 7—12 32 44—40 16-21 33. 30—25 21—27 f 34. 48—42 2—7 35. 34—30 18—23 36. 29X18 12X23 37. 39—34 28X39 38. 34X43 7-11 39. 40-34 13—18 40. 34—29 23X34 41. 30X39 18—23 42. 38—33 8—13 43. 4C—38 23-28 44. 35—30 13—19 45. 30—24 19X30 46. 25X34 9-13 47. 34-30 11-17 48. 37—31 3—8 49. 39-34 28X39 50. 34X43 13-19 51. 38-33 19—23 52. 43X39 27-32 53. 39—34 32-37 54. 31-27 22X31 55. 36X27 37X48 5G. 30—25 48X30 57. 25X34 15—20 58. 33—29 17—22 59. 27X18 23X12 60. 47—42 8-13 61. 42—38 13-19 62. 38-39 20—25 63. 33—28 14—20 64. 29—23 12-17 65. 23X14 20Xrt 66. 34—29 25X30 Wit geeft op. De volgende partij werd gespeeld in de 9de rond# 'an den wedstrijd om het nationaal kampioenschap; heden de laatste partijen beslist worden. W. C. J. POLMAN P. J. v. DARTELEN .Wit: Zwart: 1. 32-28 18-23 2. 33—29 23X32 3. 37X28 26-25 4. 39-33 12-18 5. 44—39 19—23 6. 28X19 14X23 7. 50—44 7-12 8. 41-37 1-7 9. 46-41 10-14 10. 37-32 14—19 11. 41—37 5—10 12. 33—28 17-22 13. 28X17 11X22 14. 39-33 10—14 15. 44-39 14—20 16. 47-41 20—24 17. 29X20 25X14 18. 31—27 22X31 19. 36X27 7—11 20. 33-28 11-17 21. 39-33 2—7 22. 41-37 7—11 23. 43—39 17—22 24. 28X17 11X31 25. 30X27 6-11 20, 33-28 11—17 27. 39-33 14-20 28. 49-43 4—10 29. 34—30 20—24 30. 37-31 10—14 31. 31-20 17-21 32. 20X17 12X21 33. 42-37 21-20 34. 43-39 14-20 35. 30-25 8—12 36. 25X14 9X20 37. 39-34 20-25 38. 34—30 25X34 39. 40X20 15X24 40. 45—40 3-8 41. 48-43 24-30 42. 35X24 19X30 43. 28X19 13X24 44. 42-38 8-13 15, 43—39 13-19 40. 37-31 20X37 47. 27-22 18X27 48. 28-23 19X28 49. 33X42 35-30 50. 40-34 Remise CORRESFONDENTIE Deze vraagstukken zijn de laatste van onzcri wedstrijd. Oplossingen worden dus acht dagen na plaatsing uiterlijk ingewacht. Inzenders gelieven hij de laatste oplossingen weert le vermelden in welke klasse zij wenschcn mede te dingen. Indien mogelijk zuürtn in do volgende rubriek de uitslagen worden gepubliceerd. ALS HET BEGON TE LICHTEN (PASCHEN) En laat na den sabbat, als het begon te lich ten tegen den eersten dag der week kwi Maria Magdalena en do andere Marls het graf te bezien. Paschcn is een heerlijk feest. Heerlijker nog dan het kerstfeest. Omdat hij, wiens komst in de wereld we op ons kerstfeest gedenken, den dood heeft over wonnen: dat is ons paaschfeest Kerstfeest brengt het begin van Christus' midde- laarswerk. Paschen zet er de kroon op. En paschen is zooveel grooter dan kerstmis als de opstanding Uit de dooden boven het geboren werden gaat Er moge dan in den kerstnacht geweest zijn een menigte des hemelschen heirlegers die God prijzen, Op don paaschmorgen wordt da heerlijkheid aan 'Jezus zelf gezien, de heerlijkheid die in den kerst- Uacht nog zoo verre van hem was. Daarom is op den paaschmorgen een, straks twee engelen voldoende. Om dan ITcere te dienon in zijn Opstanding. Om de eerste boodschap van zijn op standing aan zijn treurende en zoekende discipelin- nen te melden. Paschen is, omdat het is het feast der overwin ning, ook vredefeest. Hier ziet ge in vervulling gaan, >vat de engelen ii. den kerstnacht in hun lofzang hadden geprofeteerd van vrede op aarde. Vrede, niet in den valschan zin van: geen krijg, waardoor elke tegenstelling wordt opgeheven in een 'dusgenaamde hoogere eenheid. Maar vrede juist als Vrucht van het doorzetten van den strijd op leven Dn dood. Vrede als vrucht van Gods strenge gerechtigheid, Öie in het straffen van onze zonden zijn e.gen Zoon niet heelt ontzien. Maar nu aan Gods recht is vol daan, nu is het dan ook vrede. Nu doet God ook recht wedervaren aan zijn lieven Zoon, onzen Hccre Jezus Christus. Hij ontvangt het eeuwige leven, waarop hi aanspraak kan maken voor Zich en al de zijnen. En de dood ligt machtloos aun zijn voeten. Duivel en dood zijn door hem definitief Verslagen en kunnen tegen hom niuts meer. Mot die heerlijkheid van het paasdifecst stemt ook 0e symboliek der natuur overeen. Van de ke.-stgcbcurtenis valt niet met zekerheid uit tie Schrift de eenige authentieke bron, op te maken in welken tijd van het jaar ze voorviel. De keuze Van den wintertijd werd bepaald door de symboliek klie de Kerk hier als vanzelf tusschen natuur en ge nade zocht Maar van het paaschfeest welen we met grootc Zekerheid dat het viel in de lente. Maand c dag van Israels paaschfeest waren door den Heere zelf be paald. En men meent zelfs uit natuurkundige en his torische gegevens den datum te kunnen narekenen. En ligt er niet een treffende overeenkomst tusschen de herleving van de natuur, die telken jaro weer keert, en die wondere opstanding van Jezus utt de dooden, die eenmaal voor altijd geschied is en die Voor eeuwig over ons besliste? Maar dan is hier in de tweede plaats ook de sym boliek in de natuur wat het uur betreft. Wo spreken trouwens terecht van kerstnacht «en van panschm o r g c n. Toen Jezus geboren werd was het nacht: de hcr- 'ders hielden de n a ch t wacht over huimo kudde toen hun do engel d-«is Hoeren verscheen met de boodschap van 's llceren geboorte. Dat was ook sym bolisch. Het licht der wereld is versehenen toen don kerheid de /olkcrcn bedekte en ook hut volk des Hoeren in duisternis zat. Dat licht wordt in den lijdensnacht gebluscht. Schijnbaar voor eeuwig gebluscht Maar neen, dat kan niet. Met grooter zekerheid dan dat na eiken nacht, hoe lang en donker ook, de morgenstond moet aanbreken moet het Licht, dat in Bethlehem opging en op Golgotha werd gedoofd, weer uit de duisternis en do doodschaduw voortbreken. Toen het begon te lichter is dc Heere opgestaan en heeft hij dien eersten dag der weck tot z ij n dag gemaakt Maria Magdalena en de andere Maria, de moeder van Jakohus en Joses, en de anderen die achter haar aankwamen mogen zich in de nog duistere vroegte van dien eersten dag der week hebben opgemaakt om bij het aanbreken var den dag reeds hij het graf te zijn, als ze daar komen vinden ze vel den engel op de>n steen en het graf geopend, maar het lichaam van den Heero Jezus, dat ze wilden zalven, is er niet meer. En als ze, reeds vol vrees bij het zien van de engelengestalte, dan ook nog twijfelmoedig worden omdat ze niet vinden wat ze zoeken, als ze alle hoop zich voelen ontzinken en voor hun liefdegaven aan haar Heere geen plaats vindon, aan keert het op eens om. Want hoor, de engel zegi het duidelijk en klaar: V.eest gijlieden niet, zijt niet verbaasd, hij is hier niet, want nij is opgestaan, gelijk Lij gezegd heeft Zoo wordt do dag, die een wanhoopsdag dreigde te worden, een dag van groote blijdsclxap, van hemel- sche, onvergankelijke vreugde. Zoo begon het ta lichten in de natuur, ie licht?n voor de gemeente des Hecren, te lichten in de harten der zijnen. Het begon te lichten in de natuur. Hoe eenvoudig lijkt ons dat dagelijks weJerkeerend verschijnsel. En toch, is het niet een wonder, waarbij alle menschen- kunncn in het niet zinkt? Wat betcekcnt de concen tratie van al ons kunstlicht met geraas en machines, en zware kabelgcleidingen, en levensgevaar voor wie ze aanraakt, wat betcekent het tegenover dat kalme majestueuze opgaan van Gods levenwekkend zon licht, dat heel de duistere doodsstille aardu omtoovert in een toonec' van licht en leven? En is zoo niet ook die wondervolle opstanding van Jezus uit dc dooden? Neen, geen toeschouwers worden erbij geroepen om te zien wat God doet. Ir alle stilte met geen audere getuige dan de engel, die den steen afwentelde van de deur des grafs, is Jezus opgestaan* Eu zooals de zon heel de dag blijft schijnen, zoo beschijnt het licht van der paaschmorgen heel dus werelds tijd tot de voleinding toe. Het paaschevangclie is daarom hef evangelie van: licht en blijdschap, die nimmer wijkt. Er is een nieuwe dag aangebroken die nooit meer ondergaat. Het begint te lichten met paschcn voor Christus* gemeente. De nacht der zonde is verdwenen. En wel wordt het nog niut ten volle beseft, hoe heerlijk en krachtig dit goddelijk licht van den paaschmorgen is; daarvoor is heel de dag noodig. Maar ue macht der duistenis is voor goed gebroken. En zoo begon het ook te lichten in de harten van Jezus' discipelen. Het eerst in du harten van die vrouwen, die zoo vroeg bij het graf waren gekomen; maar daarna ook in de harten van al de anderen. Zeker, er dreven nog nachtelijke ncvelwn die het doorbrekend licht poogden te stuiten. Maa gebroken is toch ook in hun hort de ban der duisternis. Zal het waarlijk paaschfeest voor ons zijn, dan moet het ook in ome ziel beginnen te licht-n. En dan kan het.zijn dat dit licht ons onze zonde en ellende doet zien en bewecnen. Het kan zijn, dat het opgaande licht van Gods genade ons doet gevoe len ons gemis aan gemeenschap me4 Christus. Maar zoo dit ertoe leiden mag, dat ge hem gaat zoeken, dat ge niet kunt rusten vóór gij hem gevonden hebt, dan zal het ook licht in uw ziel zijn. Want dan is Jezus opgestaan ook voor u. Dat weot ge nog we' niet. Evenmin als di® vrouwen op den vroegen morgenstond wisten wat haar bij het gra. voor blijdschap wachtte. Maar toch is het zoo, en ge zult het zien en uw hart zal zich verblijden, hoe donker hot ook nu nog in uw bin nenste moge zijn. Zoo vroeg kunt ge u nooit opmaken om den leven den Jezus te zoeken, of hij was u reeds voor. j> OPSTANDING Nog hangt er grauwheid tusschen struiken en om stammen In Jozefs hof. De morgenster glanst stil in koelen droónicnschijn. Opdat, wanneer hut Oost zich verft in rosse vlammen, Bij d' eerste kus der zon, zij, stervensblcek, verkwijn'. De Wacht ligt huiv'rend neer, omwcmeld van den duistert Met wondre werking in de ziel: mysterie van den nacht En 't vreemd gerucht: die Man, dat graf en't zonderling gefluister; Zou H moo'glijk zijn? Och, komWie 't geloovi n wil....» g-W«M Doch wat? Hoe wordt opeens do duisternis gespletant Zie, bliksemlicht slaat doodschrik in liet hart 0 Der wachters, die, ontzet, hun eer en plicht vergeten, En vluchten gaan; en zien niet om, in ziel eu zin verward. Een Hemelwachter wenkt; do steen wijkt weg; nu rijst do Morgenstcrrc Hallelujah! de macht van zonde en dood ligt eens voor al rovelUl I-V.' Hoort. Isrel, van nabij, en Heidenen, van verre: Uw Koning treedt hervoort, uw Losser en uw Held! jj' •s Bij 't biceken van des homels stargeflonker Blankt, overwinnend, 't Licht der Wereld -wer 't donker En breekt do boeien van des Satans wreod geweid! J. p. II. i I •1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 13