"jet Communisme in de Practijk aa< TWEE ENTHOUSIASTEN WOENSDAG 25 MAART 1931 DERDE BLAD PAG. 9 (Nadruk verboden) )bjectieve mededeelingen en critische beschouwingen C mi I FPTIFX/F" |van de schijnbare tegenstrijdigheid, dat de t wLL.lciic.vc I individueele Russische boer gemiddeld 34 BOERENBEDRIJVENHectare bebouwt terwijl het aandeel dier (Trm I zelfde boeren in een kolchoz ruim het dub- (KOLCHOZEN) jjgje bedraagt, ongev. 7,5 HecL Gereedschap kan men huren. iDe kolekhozen zijn geweldige groote staats ndbouw- en veeteeltbedrijven, waarum- ent wij vroeger reeds eenige mededeelin jg duidelijk, dat voor de bebouwing m deden. Deze zijn tot stand gebracht op 0p grootere schaal de inventaris, afkomstig nu toe onbebouwde gronden, in meeslal er dun bevolkte gebieden. Daarnaast bestaat natuurlijk het van overgeleverde individueele boerenhe- Ijf, hetwelk gedurende de laatste jaren der den dwang der sowjet-regeering sterk gecollectiviseerd. Ook hierover heeft de Hcscommissaris van landbouw der sowjet Jakowief, belangrijke feiten medege- op het söwjel-congres, waarvan wij eronder het voornaamste zullen weer- ven. Op het oogenblik zijn ruim 9 millioen ■n oepere individueele boerenbedrijven in ilchozen vereenigd, dat is meer dan een "a- rde van alle bedrijven in de sowjet-unie. de P! aantal kolchozen bedraagt 85 000, zoo lt gemiddeld een kolchoz iets meer don individueele bedrijven omvat. Deze zul- dit jaar 65 millioen Hectare bezaaien; gemiddelde uitzaai per kolchoz bedraagt rhalve 750800 Hectaren. 5e kolchozen zijn als volgt georganiseera. deelnemers hebben al hun land. inven ris, trekvee en melkvee in het gemeen- «ppelirke fonds ingebracht. Vijf nroront n den bruto opbrengst wordt bestemd als ite vergoeding voor den inbreng en ver- n'ta t'd onder de aandeelhouders in verhouding s<j de grootte van het aangebrachte grond- pitaal. Geld wordt niet ingebracht, de noo- en [e credieten worden van staatwege ver- da ekt. Ook landlooze boeren kunnen lid zijn '°j3® b den kolchoz, maar deelen natuurlijk in deze vijf procent van de opbrengst, lan het hoofd van den kolchoz staat een stuur, waarvan de leidende personen door don j-egeeringsorganen van het district worden igewezeri en vaak niet tot de boeren van dorp behooren dikwijls zelfs geen boeren D, altijd echter communisten. Bureaucratisch boerenbedrijf. lit bestuur nu regelt het landbouwbedrijf overeenstemming met de aanwijzigingen wgeeringsorganen. De kolchoz leden ont- agen van hun bestuur aanwijzigingen over door hen te verrichten werk. meestal [elijks, soms voor een langeren tijd. Ieder is verplicht die aanwijzingen op te vol- i, te werken daar. waarheen het bestuur d zendt, en met de door het bestuur te strekken gereedschappen en paarden. De en zijn dus geheel losgemaakt van hun nd zoowel als van hun gereedschappen, lit heeft tot gevolg, dat ieder individueel niet meer in staat is het bedrijf te over- i, maar dat alleen het bestuur dit kan. dit bestuur gerust dus de geheele be- fsleiding, de verzorging van zaaigoed, van «tnrest, het onderhoud van den inventa- de gebouwen, enz. De leden kunnen niets n dan werken in opdracht van het tuur. ok zonder de mededeelingen van Jakow- kan men tevoren reeds zeggen, dat deze et moet leiden tot een verregaande chaos verkwisting. Het noodzakelijke gevolg is, ieder kolchozlid een belangrijk deel van tijd moet doorbrengen bij het bestuur einde instructies te ontvangen, dat het lerhoud van den inventaris natuurlijk te lachen overlaat hetgeen in den drukken aanleiding geeft tot stagnatie; dat er vaak onoordeelkundig beslist wordt en relfde werk meermalen moet worden ver- ït; kortom ,dat in den korten zaai- en sttijd op geen stukken na datgene bereikt rdt wat te bereiken is. Ook meer moderne middelen. deze omstandigheden maken, dat een gelijk stelsel in andere landen ongetwij- 1 tot een sterke achteruitgang van de rengst in den landbouw zou voeren. How pet nu te verklaren, dat ondanks al deze meer gebreken ,die door den volks- aris worden erkend te bestaan in wel iederen kolchoz, toch de landbouw dit kolchozen productiever blijkt te zijn i in het collectieve bedrijf? ou men hier te doen hebben nvet een ve vervalsching der cijfers? Wij gelooven i niet. De oorzaken liggen in de typisch sische omstandigheden, allereerst in de tensieve cultuur van den Russi- en landbouw. Ook daar, waar volgens isische begrippen gebrek aan grond racht, is er naar onze meening grond in rvloed. e extensieve bebouwing maakt het nood- elijk de helft tot twee derden van den nd voortdurend braak te laten liggen, it men nu over tot dieper omploegen met ulp van tractors, tot de toepassing van istmest op bescheiden schaal, dan wordt terstond mogelijk een veel grootere op- vlakte jaarlijks te bobouwen, aarin vindt de vroegere individueele boeren, niet voldoende is. Hier komt weer de regeering te hulp, die allerwegen tractorstations op richt, waarvan aan het eind van 1931 Ln totaal 3000 gereed zullen zijn. De kolohozen kunnen van die tractorstations de noodige inventaris huren tegen zeer hooge prijzen. Als regel wordt twee derden tot drie vier den van den oogst op de door tractoren be werkte velden voor huur afgestaan. Betaling geschiedt in natura, niet in grid. De regee ring krijgt, via haar tractorstations, op deze wijze een groot deel van den oogst tot haar beschikking. Neemt men aan, dat de helft van de kolchoz-gronden door de tractors be werkt worden, dan blijft voor den kolchoz toch altijd nog iets meer over dan vroegere individueele boeren te zamen. On danks alle gebreken der kolchozen is het dus mogelijk, dat de boeren er individueel niet op achteruitgaan, doordat de groote primi tiviteit van hun vroeger bedrijf eenigszins wordt verminderd. Geen zelfstandige boeren meer. Niet alleen zijn de boeren in den kolchoz hun zelfstandigheid kwijt, maar zij worden er door een geraffineerd systeem tot uiterste krachtsinspanning geprikkeld. Men ver deelde eerst de opbrengst van den oogst naar het aantal leden of naar het aantal personen, vrouwen en kinderen meegere kend. Hierbij trad echter weldra reeds de ervaring opgedaan, dat aan dit opjaagsvsteem ook nadeelcn verbonden zijn. Het bleek, dat alleen op de hoeveelheid was gelet en niet op de qualiteit. Men kan on dieper ploegen, de moeilijke plekken laten liggen, van het zaaigoed een goed deel on derweg laten „vallen", en bij het dorschen een flink deel van het graan in de halmen laten zitten. In de toekomst moet het be stuur ook de kwaliteit van het werk in aan merking nemen, aldus is het bevolen. Dit beteekent ongetwijfeld een bron van wille keur bij het beoordeelen der prestaties, nog grooter afhankelijkheid der leden van het kolchoz-bestuur, nog meer gekonkel. Aan de hand van deze regeeringsgegevens is het mogelijk zich een beeld te vormen van deze kolchoz-beweging. Collectivisme be staat alleen in den naam. In werkelijkheid zijn het staatsboerderijen geworden, waarin men tracht op alle mogelijke manieren den persoonlijken ijver te prikkelen door per soonlijke belooning. Ook zal men ertoe overgaan, evenals in de industrie en hij het transport, een ieder lid zooveel doenlijk een afgeronde taak te geven. Degenen, die een bepaald veld ploe gen en bezaaien, zullen het ook moeten on derhouden en oogsten. Bepaalde personen zuilen aangewezen worden voor het gebrui ken van zekere gereedschappen en voor het individueele trekvee. Reeds na een jaar is men goeddeels teruggekomen op het prin cipe van collectivisatie en laat het indivi dueele belang zoo veel mogelijk gelden, ja, men wakkert het, zoo mogelijk, nog aan. De communistische oogst. Het regeeringsdoel is echter bereikt. De oogst blijft gemeengoed van den kolchoz. Het bestuur voldoet allereerst de belastin gen, het betaalt de „vrijwillige bijdragen", het levert de vastgestelde hoeveelheid pro ducten in tegen de regeeringsprijzen alvo rens het met de verdoehng van het overschot onder de leden een aanvang maakt De strijd der sowjet-regeering tegen den „koelak", den meer welgestelden boer, is door deze massale collectiviseering geens zins beslecht De kolchozen zelf scheppen graden van welgesteldheid in het dorp door hun stelsel van betaling. Vooral in de Rus sische dorpen, met hun mogelijkheid van uitbreiding der productie door doclmutiger en intensiever bebouwing, zal ongetwijfeld onder de besten, ook in de kolchozen, het ge voel blijven bestaan, dat zij alleen sneller licht, dat dit de prikkel tot werken wegnam; J vooruit kunnen komen en daarbij geremd de luiaards kregen evenveel als zij, die zich inspanden. Daarom heeft men thans besloten tot het zelfde stelsel over te gaan als ln de indus trie, het stukloon. Een hectare ploegen of zaaien wordt op een aantal arbeidsdagen gesteld, eveneens de andere werkzaamheden, en op die wijze moet men aan het einde van het jaar voor ieder kolchoz-lid hebben opge- teekend hoeveel arbeidsdagen hij heeft ge presteerd. Het overblijvende deel van den oogst wordt dan in de verhouding van die gepresteerde arbeidsdagen onder de leden verdeeld. Heerlijke administratie! Dat dit stelsel een uitgebreide administra tie vereischt is voor de sowjet-regeering na tuurlijk geen bezwaar; die is wel aan admi nistratie gewend. Jakowief gaat er nogal luchtig overheen en meent, dat deze admi nistratie wel verricht kan worden door de kolchoz-leden, die de kunst van lezen en schrijven machtig zijn. Men kan zich dus wel voorstellen op welke wijze het beheer wordt gevoerd. Het is schering en inslag, aldus de volkscommissaris, dat de een veel minder krijgt dan hem toekomt en de ander veel meer. Maar het wordt volkomen begrijpelijk, waarom er zooveel kolchoz-leden om het bestuur heen hangen; dat is een mid del om een behoorlijk aandeel in de winst worden door de minder bekwame en ener gieke medeleden en door een bureaucratisch bestuur. Daarom zal ook voor de toekomst dwang en geweld noodig zijn en blijven bestaan tegen de kolchozleden zelf, die boven de middelmaat uitblinken. Wanneer de boerenmassa echter de iets meer intensieve cultuur heeft leeren kennen die door toepassing van tractors en betere gereedschappen, door kunstmest, mogelijk is en gaat berekenen wat zij zonder den kol choz op deze wijze uit eigen grond kan halen dan verdwijnt stellig het kleine voordeel, dat de kolchoz thans, in het begin, schijnt te brengen. De toekomst zal leeren in welke richting de ontwikkeling zal gaan; thans is het slechts zeker, dat de kolchozen g.'en overwinning van het collectivisme beteeke- nen en ook niet bij voortduring dezelfde toe name in de landbouwproductie kunnen op leveren als in het begin. Gemengd Nieuws. VERDRONKEN Te Halfweg (N.H.) is de 10-jarige Bakker in het zijkanaal geraakt cn verdronken. Uit de Mark onder Ginneken (N.Br.) is lijk opgehaald van den 63-jarigen A. A., diie ein>dB een vijftal weken werd vermist EERSTE PORTRET i/oi/vu.»™. Verleden week werd in „Artis" te Amsterdam een kameeltje geboren. Ome fotograaf dan ook de verklaring was zoo gelukkig de eerste foto van moeder en kind te kunnen maken. Onder buitengewone groote belangstelling Dinsdagmiod.^, het stoffe.yk overschot van den op öch'iphoi omgekomen officier-vlieger luitenant ter zee D. F. Wulfers van zijn wo ning aan de Jac. Marisstraat te Amsierdam naar de begraafplaats „Zorgvlied" uitgedra gen. Te kwart over een werd de kist met het stoffelijk overschot door een aantal onderof ficieren van de Marine naar buiten gedragen op dat oogenblik presenteerde het uit 24 man mariniers bestaande vuurpeleton dat ter weerszijden van den ingang naar de woning opgesteld, het geweer. Toen de kist in de s was geplaatst, onder de Nederlandsche vlag, werden daarop de onderscheidingsteeke van wijlen luitenant Wulfers neergelegd steek, degen en epauletten. Tegen half twee had het vertrek plaats. Vooraf ging de Kon. Militaire Kapel uit den Helder, welke treurmuziek ten gehoore bracht daarachter schreed het vuurpeleton en ver volgens, achter den lijkwagen, die met een schat van bloemen was bedekt een aantai marineofficieren, enkele officieren der land macht, een detachement onderofficieren der marine en een detachement matrozen. Vier officieren der marine fungeerden als slip- pendragers. Aan de volgrijtuigen ging nog een apart open rijtuig vooraf, dat geheel met bloemen gevuld. ags Surinameplein, Overtoom, Stadhou derskade en Amsteldyk waar honderden nieuwsgierigen bijeengroepten trok de stoet .Zorgvlied" waar hij te half vier aan kwam. Reeds lang te voren was daar een aantai autoriteiten bijeengekomen benevens zeer vele belangstellenden. Onder deze autoriteit de vertegenwoordiger van den Minister Defensie, de luit. ter zee le klasse Bo- zuwa, de vertegenwoordiger van den Com mandant dier Marine te Willemsoord, de luit. ter zee 2e klasse Moolenbrugh, de kolonel Rouffaer, plaatselijk commandant, de kapi tein-ter-zee Schlüter, namens den ondercom mandant der marine te Amsterdam. Voorts was er de burgemeester van Nieuwer-Amstel de heer A. Colijn en Ir. Stephan van de Fok kerfabrieken. Toen de kist op de baar was geplaatst, werd door het vuurpeleton een salvo gelost. Officieren van den vliegdienst droegen de kist naar het graf. Daar had zich inmiddels de kapel der Marine opgesteld, die treurmu ziek uitvoerde. Het vuurpeleton schaarde zich aan weerszijden van de geopende groeve en toen de kist boven het graf stond werd een salvo gelost. Onder zacht tromgeroffel daalde de kist Nogmaals klonk een salvo en weder om liet de Marine-Kapel treurmuziek hooren De commandant van het vliegkamp „De Kooy", kapitein ter zee J. P. Remijnse, ir. Stephan en een zwager voerden het woord waarna een broeder van den overledene dankte voor de belangstelling. DOOR EEN AUTOBUS GEGREPEN Te Kampen had in de Oudestraat een aan rijding plaats tusschen een autobus en een motorrijder uit Dalfsen, die uit een 'Metra at kwam gereden toen genoemde autobus pas seerde. De motorrijdier werd tegen den grond ge- elln-re-rd en bekwam ernstige verwondingen, terwijl hij bovendien een enkel brak. Hij werd naar het ziekenhuis overge bracht Het motorrijwiel werd totaal ver nield. terwijl de autobus bijna geen 6Chade bekwam. DHEIGBRIE VENSCHRIJVERS GESNAPT De politie heeft proces verbaal opgemaakt tegen E. en H. te Terborg, die zich hebben H. willen dwingen tot het deponeeren van dreigbrieven en h plegen van chantage ten opzichte van H. aldaar. Het tweetal heeft H. willen dwingen tot he deponeeren van een bedrag van duizend gulden op een be paalde plaats. Toen de enveloppe, waarin een waardeloos biljet van duizend mark wat gedaan, in ontvangst werd genomen, i.epen de schrijvers in banden van de politie. ERGERLIJKE DIERENMISHANDELING Te W .rmenuuizen (N.H.) zou een paard Ln een schuit worden ereleden,. Het beest had hierin weinig trek. Ten einde raad bond men het dier een touw om de tong, waaraan met alle macht getrokken werd. De tong werd hierbij uit den bek gescheurd, zoodat het paard moest worden afgemaakt Tegen die daders is proces-verbaal opgemaakt EEN MEEVALLER. Naar het „Overijselsch Dagblad" verneemt, is tengevolge van een boekhoudkundige fout in de administratie van de Gemeentelijke Gasfa briek te Zwolle een overschot ontstaan, dat in den loop der jaren een bedrag van vier zes ton bereikt zou hebben. De Commissie van Bijstand voor de Gasfa brieken zoekt thans naar een weg om aan de ze kapitale som een bestemming te geven. EEN „LOLLIGE" BRANDWEER Te Wagenborgen (Gr.) brak brand uit in een huis, dat geheel uitbrandde. Bij deaen brand baalde de brandweer, vol gens een relaas Ln „De Tijd", een eigen- aardd' grapje uit, dat waarschijnlijk een staartje zal hebben. Inplaats van direct het vuur te bestrijden, gebruikte zij het publiek, dat zich in grooten getale op de plaats des onheils bevond, als proefkonijn door de straal op de mensoben te richten. Verscheidene personen moesten druipnat „afdruipen" wat W 115 EEN „RECEPT" VAN WASHINGTON Uit het leven van George Washington, Getroffen door dit aandoenlijk gezicht, president der Amerikaanscho Republiek, naderde de vreemde heer de zieke, en deed merkwaardige voorvallen bekend, I baar eenige vragen. waaruit blijkt, dat deze man niet alleen bekwaam staatsman en een uitstekend legeraanvoerder, maar ook een medelijdend i flink optredend menschenvriend was. Op een kouden winterdag liep een knaap in omstreeks twaalf jaar door een straat de voorstad vn Philadelphia. Met gebo gen hoofd en schreiend liep de jonen voort, tot hij een heer ontmoette, wien hij om een i.lmoes vroeg. Oplettend keek de heer het bedelende knaapje aan, dat voor den ernstige n, onder zoekenden blik van den vreemdeling bloos- en de oogen verlegen neersloeg. „Mijn jongen," sprak de vreemdeling vriendelijk, „ge ziet er volstrekt niet naar uit, dat ge geboren zijt om te bedelen. Ver tel me eens eerlijk, hoe komt ge zoo ver?" „Ach. mijnheer," zei de jongen, „nooit had ik gedacht, dat ik d>it nog eens zou moeten, maar we zijn zoo arm geworden, en n moeder is zoo ernstig ziek, dat zij ze ker spoedig sterven zal, al6 ik geen geld heb om een dokter te halen." n wie is uw moeder?" vroeg de heer verder. „Mijn ioeder is de weduwe vam een koop man. die heel rijk geweest is. Maar m'n va der stierf en met de zaak ging 't 6leoht Toen probeerde moeder door voor anderen te naaien ra ons onderhoud te voorzien; dat lukte vrij goed, totdat moeder voor enkele weken ziek werd en toen niets meer ver. dienen kon. Van dag tot dag werden we toen armer, en op 't oogenblik ie het zoo gekomen, dat moeder sterven zal, als ik geen dokter en medicijnen voor haar halen kan. Aan vroegere kennissen van mijn va der durf ik niets vragen, maar u kende ik niet. en daarom waagde ik 't u iets te vra gen". De woorden van den knaap troffen den heer, die overtuigd was, dat de arme jongen waarheid sprak. „En waar woont uw moeder?" „Aan het einde van deze straat, mijnheer het laatste huis, op een bovenzoJderka mertje". „Daar ventje", sprak toen de vreemdeling, terwijl hij den knaap een geldstuk gaf, „loop nu vlug naar een dokter". Met tranen van blijdschap in de oogen dankte de knaap den gever en snelde toen zoo vlug bij kon heen. Intussohen begaf de heer zich oogenblik- kelijk near het zolderkamertje, dat hij ge makkelijk vond. Hij ging binnen, en kwam in een armoedig doch zindelijk vertrek, waarin een bed stond, waarop de zieke vrouw machteloos neerlag. Aan baar bed zat haar jongste zoontje. De ongelukkige, die meende, dat 't haar oudsten zoon gelukt was, een dokter te zen den. beantwoordde de vragen van den be zoeker en voegdt er aan toe: „Ach, mijn heer. ik vrees den dood niet, maar wat zal van mijn arme kinderen worden?" „Kom, kom, moedertje", troostte de bezoe ker. „niet zoo bezorgd zijn. 11 kan noe best genezen en bovendien is er nog een Vader, die de Zijnen nooit verlaaL Ik zal u een recept voorschrijven en hoop, dat 't goede uitwerking zaJ hebben". Hij schreef haastig eenige regels op een stuk papier, dat hij op de tafel le«de. Toen nam hij afscheid. Eenhte ooüenblikken later kwam haar oudste zoon 't kamertje binnen met een van vreugde stralend gelaat, en zeide, ter wijl hij zijn moeder hartelijk kuste: „God zij geloofd, beste moeder! Een vreemde heer heeft mij een geldstuk gegeven, dat voldoen- is om ons gedurende eenige dagen van t odige te voorzien. Bovendien komt er straks een dokter, die u misschien weer spoedig gezond zal maken". „Beste jongen". $pre>k toen de zieke moe- jr, „laat ons God voor dde hulp danken! Zooeven is er al een dokter geweest: hij heeft mij een recept voorgeschreven dat daar op tafel ligt" ")e zoon nam 't papier van de tafel, keek even op en riep toen verbaasd uit: „Maar moeder, wat is dat? Lees zelf eens!" De moeder nam nu 't papier en riep, meL tranen van blijdschap en ontroering in de oogen: „Die bezoeker was Washingtonl" En de vrouw las nu haar kinderen voor. dat de President haar een zeker jaargeW toekende. Juist op dit oogenblik kwam de arts bin nen. Hij vernam 't gebeurde, las zelf het recept van den vermeenden dokter en zei: .Goede vrouw, zulke recepten kan ik niet schrijven, maar ik ben overtuigd, dat u daarmede en met de recepten, welke Lk u zaJ geven, spoedig geheel hersteld zult zijn", De dokter had goed gezien. Dank zij de medicijnen, doch vooral het „recept" van George Washington, genas de vrouw spoe dig, en was welra zoo gelukkig haar welt doener persoonlijk te kunnen danken. Washington wilde echter van geen dank weten; hij wenechte de herstellende zieke verder veel geluk, en zorgde er voor, dat zij haar zonen een opvoeding geven kon, welke met hun aanleg overeen kwam Deze gebeurtenis, zoo wordt ons met na druk verzekerd, is geen verdichting, maar pure werkelijkheid. Ze werpt een verrassend lidht op 't karakter van den grooten Pre sident Radio Nieuws. Donderdag 26 Maart. HUIZEN (298.8 M) 10 TtJdsetn. i010.81 door N C.R.V.-Dameakoor. 10.3011 Kor' kendleivst, J l>s. F. Gr< Luth Kerk. te HUversu 22.15 Gramofoon -2153.15 t wenhalfui stel—van Löben Sele. Spreker: r MêJ. G. AM>'. 3.15—84 Ouderkerk a. d. Amsu P. G Schreuder, te Arnhei p; „De Kleuter'. 3.464 Verzorging vi Uuyzentkunit, bart- t broeden en opfo i heer K. SIuli. [halfuurtje. ?reen. „J. 8. Bach" Luth. Kinderkoor „Een Vaste Burg", L v. den heer J A. Berkhout Spreken '.de Vrijer. Ned. Herv. Pred. te Am. „Naar het Réveil". VO-e H WÊt 10.1011.80 Gramoroon» IC'R-O. 89 MorgehconcerL 1111.80 Gramo- on. 1L30—12 Godsdienstig Halfuurtje. 12 Tt)d- •in. r* 011.30 Lunchconcert 1.302 öramo» .30 Gramafoon. 2 30—3 Zei aatcursus. 4 5 Ziekenuur. 6—6 Goncert. b 6.8 jportpr iatJe. 6.307 Radlo-Volkeuniversltett -7.30 |ng. les. 7.468.15 Bach-concert. 8 15- 0.30 C.4icertgebouworkest te Amsterdam, io.s -10.45 Nieuwsberichten. NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS 55l Heer Pimpelmans verdwijnt „full-speed", Maar sturen kan de stakker niet, Want door den schok nog half verdoofd. Staat hij te spart Ten od zijn hoofd! Pas op! Met bloemkool, sla en prei Komt Jan de groenboer naderbij! 56. Ach, voor ontkomen Is geen kans! Het vaartuig van heer Pimpelmans Botst met een ij6elijken stoot Plof! zoomaar tegen Jantjes boot. En bloemkool, uien, sla ep peen FEUILLETON Naar het Engelsch van EVELYN EVERETT-GREEN Door J. VAN ZUYLEN »reciee. dat is het Ik voel dat dikwijls Me dunkt, ik heb dat het sterkst ge ld doen dag, toen we met Louise zijn egeweest om een paar van haar zieken bezoeken. Merkte je wel, hoe hun ge iten verhelderden, toen ze haar zagen7 l om wat ze meebraalit, want Lk merkte dat ze niets gaf en ook niets beloofde, was het zien van haar-zelf, dat dion tigen blik in hun oogen verwekte. Ik niet hooren, wat ze tot de arme schep- .zei; Lk verbeeldde me, door de maniei irop ze lachten en opkeken, dat zij ze beloofde wat ze noodiig hadden; maai Ik er haar naar vroeg, zei ze: neen, gaf zelf niet vaak wat; de huishoudster ooht de woningen somtijds, of de men en werkelijk aan iets behoefte hadden had alleen wat gesproken over de Kerst >ften, terwijl ze hun trachtte duideiijK maken wat de werkelijke vreugde en dschap daarvan uitmaakt. Begrijp jij. de ernstige vraag, ze bedoelt. Erica? Ik moet zeggen, dal nen Jock Carter „Ik denk," zei ze ten slotte „dat Louise de dingen bekijkt uit een hooger standpunt het Christelijke." ,Ik verbeeldde me, dat ik ook een Chris tin was," zei Beatrice heel kalm. „Ik ben er niet zoo heel zeker van, maar Lk ze- loofde het toch. Ik heb zoo mijn eigen maat staf voor den godsdienst, ontleend aan den Bijbel, en me dunkt, ik heb dien met een dragelijke securiteit vastgesteld. Wij heb ben de weezen en de weduwen bezoobt; wij hebben de hongerigen gevoed, de naakten gekleed, de zieken en wanhopenden ver zorgd en opgebeurd. „De zuivere en onbe vlekte godsdienst is dezeZe zweeg en keek haar vriendin aan. „Ja", antwoordde Erica, „ik weet het Ik heb ook geen amder systeem, dat daar te genover staat, maar todh is er zelfs v zijm dolle streken en zijn onverbeterlijken trek om hen op allerlei wijze een poets le bakken. Bovendien bleven zijn grappen niet binnen de lagere regionen. Beatrice vergat nooit het oogenblik waarop ze een onder houd had met een paar bijzonder belangrij ke persoonlijkheden, die niet in den om trek woonden en die het ongetwijfeld min of meer een nederbuigende vriendelijkheid vonden haar een bezoek te brengen; Jock was toen, op haar bellen, de kamer ingeko men, loopend op zijn handen en zijn bee- nen, zwevend in de luoht. Het was prac- tisch onmogelijk de zaaik te verklaren; een indruk, die eens heeft postgevat, kan niet nn een oogenblik worden weggenomen, en Beatrice begreep heed goed, dat zij niet al leen een staal was van een n o u v a u riche, een parvenue of een O.-W.-er, maar uitgesproken excentrieke jouwe ruimte voor een fout, een scheur; we uai w» t?eii uneroinumu hebben dat adle6 te doen en bovendien ons dame moe6t zijn, die met haar bedienden zeiven te bewaren van de wereld. De vraag j ads Ln een dierentuin leefde, is, kunnen wij dat doen zonder eenige Het was akelig, en dat te meer wegens hulp of zonder een kracht of macht, groo-1 de absolute onzekerheid dat het decorum ter dan die van onszelf iets, dat we tot! niet te eeniger tijd nogmaals cp zoo'n dwa- nu toe nog niet hebben gevonden?" ze wijze zou worden geschonden. Jock be loofde met het meest ernstige gezicht be- I terschap, rnaar onderwijl glinsterden zijn donkere kijkers, en dit keer gevoelde Bea trice dat de les. die ze hem las. afgezaagd begon te worden, door de voortdurende her Onderwijl stond men. behalve voor moei-1 heling. Ze had een tijdje geledon aJ haar liikheden van minder beteekenis, ook HOOFDSTUK VII Jock. ook bloot te stellen, om niet te spreken van het gevaar ze te verliezen, ate het bleek, dat Jooks positie onaantastbaar bleek. Het wa6 al heel moeilijk om uit te maken wat het best zou zijn, en mogelijk zou de onver beterlijke deugnaet als laatste redmiddel naar Canada gezonden zijn, zonder een on verwachte gebeurtenis, die een blijvende verandering in zijn toekomst bracht, en tot een uitkomst leidde, die op dien tijd vol strekt ondenkbaar was. Gedurende drie heele dagen had Jock geen enkel misdrijf gepleegd en was er geen enkele klacht tegen hem ingebracht Hij was zoo onnatuurlijk stil geweest, dat Beatrice met een zuobt haar vrees had uit gesproken, dat hij wel over een bij zond-er erge streek zou loopen denken, üp den vier den dag, toen hij wat houtblokken bin-nen bracht viel hij zoo lang als hij was op den grond. Zij keek Erica aan met een stille beweging als vam gelaten wanhoop. „Sta op, Jock, dadelijk!" zei ze, met stren gen ernst. Maar Jock lei volkomen stil, zóó stil, dat Beatrice ten slotte opstond en zich over hem heen boog; toen zag ze, dat zijn gelaat ge heel kleurloce was en dat de halfgesloten oogen dof en glazig stonden. „Erica, kom een6 gauw hier en help me de arme jongen is ziek!" riep ze; maar -o- zelfs toen ze hem hadden opgetild en hem w'elsprekend"he<id aangewend, zonder iels i op de sofa hadden gelegd, konden met den klei- j anders te bereiken dan den meest tegen- li.» 4_i.jzoo kwatm hst, dat i aanvangen. Het viel ergestelden indruk, \S I i f«t 4. benftel j re: k MiM gewonnen moest SLISf rSn.nbk.WA en pudrling - een Mp I *>n ™kker wegeonden^üete.jvaar^mvel nddeel kwis voor de armen." rica jat «til vooi xioh heen te staren. trots als haar liefdadigheid zioh te- verzette), of zij moest er in berusten de andere bediend-en niet verdedigbaarzich voortdurend te Mgeren en gekwetst te [zou zijn, hen nog langer op te schepen metjworden, en de overige durende eenige oogenblikken zich nog niet losmaken van het idee, dat hij hen beet nam, en dat zijn blc-eke wangen kunstma tig witgemankt zouden blijken te zijn. Zoo wilden ze eerst niemand roepen. Al6 hij hen weer eens slim bij den neus gono- omen had, wilden ze dat maar voor zioh hou bedienden daaraan 1 den; toen evenwel, als gevolg van hu-n po gingen, de oogen van den jongen zioh lang zaam openden met een vagen, verwilderden blik, en hij met heesche, zwakke stem sprak, terwijl hij zijn hand naar zijn hoofd bracht met een lichten kreet van pijn, toen zagen ze heel duidelijk dat de jongen ziek was, en ze waren vol medelijden voor hem. Hij scheen nauwelijks ln staat den drank in te nemen, dien Erica voor hein had klaargemaakt, en toen Beatrice hem vroeg hoe het ging, zeide hij overal pijn te hebben, vooral in zijn hoofd, dat zijn keel pijn deed en dat hij den heelen dag al zoo duizelig was geweest, dat hij niet op zijn beenen had kunnen staa-n; maar geen mensch ha-d hem willen gelooven, als hij het zei. Toen begon hij hartverscheurend te huilen, zooals zieke kinderen dat kunnen doen, en zei daarop, dat hij naar huis wil de ,,hij wilde geen plaag zijn voor ieder een" maar toen hij probeerde op te staan was hij zoo duizelig, dat hij hulpeloos weer achterover viel. „We moeten den dokter laten komen," zei Beatrice, aan de bel trekkende. En toen de dokter kwam keek hij bedenkelijk en zei, dat de jongen ernstig ziek was, ofschoon hij niet terstond kon zeggen wat hem scheelde. Hij had zware koorts, en een zeer hooge temperatuur, maar ondanks de pijn lijke keel daoht hij niet dat het roodvonk was. Et heerschte veel ziekte, van een eenigszins onbepaald karakter, en svat Jock ma-nkeerde, scheen daar ook toe te behoo ren. De jongen stemde toe, dat hij bij avond meermalen buiten was geweest om bood schappen te doen, hetzij voor zijn pleizier, hetzij uit ondeugendheid, en het was een bekend feit, dat hij niet krenterig was ge weest voor zichz If op de feesten gedurende bet seizoen, ten opzichte ven de goede din gen die ter tafel kwamen. Hij was totaal ven streek én had een zware kou gevat, had zich verscheiden da gen lang n-iet ontzien, en toen hij daarna klaagde, geloofde men hem niet Zoo ver keerde hij, bij de komst van den dokter, in een zeer ernstigen toestand; en geduren de verscheiden dagen zweefde hij voortdu rend tusschen leven en dood. De koorts ging op en af, en was niet besmettelijk De jongen werd in een boven ka niertje bij de achtertrap neergelegd, dicht bij de vertrek ken, die voornamelijk door de bekte m»--.s- jes gebruikt werden. Hij werd verzorgd door een fatsoenlijke vrouw uit het dorp, met be-hulp van de huishoudster en even eens van de jonge dames. De e-rme, kleine Jock, was zooals dik wijls gebeurt met naturen zooals de zijne in zijn zieke dagen liever en handelbaarder dan in zijn gezonde. Het was niet alleen dat zwakte hem aan bed bond, en hem af hield van al de bovenmatige activiteit, dia hem een voorwerp van altoosdurende ver- maniniren harkten zemaakt voor al Ion wier pad bij kruiste, maar het kwam vooral om dat zijn krachten en zijn willen in een an dere bedding wsren geleid,-en zich nu sa mentrokken op een pogen om goed te zijn en zoo weinig mogelijk moeite te veroorza ken. Jock was zich zeer wel bewust van zijn vroeger wangedrag, en hij had nu tijd genoeg, om daarover na te donken. Het was een aanhankelijk kereltje, tenslotte, en hij had zioh werkelijk aan zijn meesteres sen gehecht, ofschoon hij zoo vaak van hun goedheid en geduld misbruik had gemaakt en zioh nog bproemd had op het encore vin zijn sterke staalties van vergrijp tegi-n do goede orde en tucht (Wordt vervolgd.} j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9