"jet Communisme in de Practijk
aa<
TWEE ENTHOUSIASTEN
WOENSDAG 25 MAART 1931 DERDE BLAD PAG. 9
(Nadruk verboden)
)bjectieve mededeelingen en critische beschouwingen
C mi I FPTIFX/F" |van de schijnbare tegenstrijdigheid, dat de
t wLL.lciic.vc I individueele Russische boer gemiddeld 34
BOERENBEDRIJVENHectare bebouwt terwijl het aandeel dier
(Trm I zelfde boeren in een kolchoz ruim het dub-
(KOLCHOZEN) jjgje bedraagt, ongev. 7,5 HecL
Gereedschap kan men huren.
iDe kolekhozen zijn geweldige groote staats
ndbouw- en veeteeltbedrijven, waarum-
ent wij vroeger reeds eenige mededeelin jg duidelijk, dat voor de bebouwing
m deden. Deze zijn tot stand gebracht op 0p grootere schaal de inventaris, afkomstig
nu toe onbebouwde gronden, in meeslal
er dun bevolkte gebieden.
Daarnaast bestaat natuurlijk het van
overgeleverde individueele boerenhe-
Ijf, hetwelk gedurende de laatste jaren
der den dwang der sowjet-regeering sterk
gecollectiviseerd. Ook hierover heeft de
Hcscommissaris van landbouw der sowjet
Jakowief, belangrijke feiten medege-
op het söwjel-congres, waarvan wij
eronder het voornaamste zullen weer-
ven.
Op het oogenblik zijn ruim 9 millioen
■n oepere individueele boerenbedrijven in
ilchozen vereenigd, dat is meer dan een
"a- rde van alle bedrijven in de sowjet-unie.
de P! aantal kolchozen bedraagt 85 000, zoo
lt gemiddeld een kolchoz iets meer don
individueele bedrijven omvat. Deze zul-
dit jaar 65 millioen Hectare bezaaien;
gemiddelde uitzaai per kolchoz bedraagt
rhalve 750800 Hectaren.
5e kolchozen zijn als volgt georganiseera.
deelnemers hebben al hun land. inven
ris, trekvee en melkvee in het gemeen-
«ppelirke fonds ingebracht. Vijf nroront
n den bruto opbrengst wordt bestemd als
ite vergoeding voor den inbreng en ver-
n'ta t'd onder de aandeelhouders in verhouding
s<j de grootte van het aangebrachte grond-
pitaal. Geld wordt niet ingebracht, de noo-
en [e credieten worden van staatwege ver-
da ekt. Ook landlooze boeren kunnen lid zijn
'°j3® b den kolchoz, maar deelen natuurlijk
in deze vijf procent van de opbrengst,
lan het hoofd van den kolchoz staat een
stuur, waarvan de leidende personen door
don j-egeeringsorganen van het district worden
igewezeri en vaak niet tot de boeren van
dorp behooren dikwijls zelfs geen boeren
D, altijd echter communisten.
Bureaucratisch boerenbedrijf.
lit bestuur nu regelt het landbouwbedrijf
overeenstemming met de aanwijzigingen
wgeeringsorganen. De kolchoz leden ont-
agen van hun bestuur aanwijzigingen over
door hen te verrichten werk. meestal
[elijks, soms voor een langeren tijd. Ieder
is verplicht die aanwijzingen op te vol-
i, te werken daar. waarheen het bestuur
d zendt, en met de door het bestuur te
strekken gereedschappen en paarden. De
en zijn dus geheel losgemaakt van hun
nd zoowel als van hun gereedschappen,
lit heeft tot gevolg, dat ieder individueel
niet meer in staat is het bedrijf te over-
i, maar dat alleen het bestuur dit kan.
dit bestuur gerust dus de geheele be-
fsleiding, de verzorging van zaaigoed, van
«tnrest, het onderhoud van den inventa-
de gebouwen, enz. De leden kunnen niets
n dan werken in opdracht van het
tuur.
ok zonder de mededeelingen van Jakow-
kan men tevoren reeds zeggen, dat deze
et moet leiden tot een verregaande chaos
verkwisting. Het noodzakelijke gevolg is,
ieder kolchozlid een belangrijk deel van
tijd moet doorbrengen bij het bestuur
einde instructies te ontvangen, dat het
lerhoud van den inventaris natuurlijk te
lachen overlaat hetgeen in den drukken
aanleiding geeft tot stagnatie; dat er
vaak onoordeelkundig beslist wordt en
relfde werk meermalen moet worden ver-
ït; kortom ,dat in den korten zaai- en
sttijd op geen stukken na datgene bereikt
rdt wat te bereiken is.
Ook meer moderne middelen.
deze omstandigheden maken, dat een
gelijk stelsel in andere landen ongetwij-
1 tot een sterke achteruitgang van de
rengst in den landbouw zou voeren. How
pet nu te verklaren, dat ondanks al deze
meer gebreken ,die door den volks-
aris worden erkend te bestaan in
wel iederen kolchoz, toch de landbouw
dit kolchozen productiever blijkt te zijn
i in het collectieve bedrijf?
ou men hier te doen hebben nvet een
ve vervalsching der cijfers? Wij gelooven
i niet. De oorzaken liggen in de typisch
sische omstandigheden, allereerst in de
tensieve cultuur van den Russi-
en landbouw. Ook daar, waar volgens
isische begrippen gebrek aan grond
racht, is er naar onze meening grond in
rvloed.
e extensieve bebouwing maakt het nood-
elijk de helft tot twee derden van den
nd voortdurend braak te laten liggen,
it men nu over tot dieper omploegen met
ulp van tractors, tot de toepassing van
istmest op bescheiden schaal, dan wordt
terstond mogelijk een veel grootere op-
vlakte jaarlijks te bobouwen,
aarin vindt
de vroegere individueele boeren, niet
voldoende is. Hier komt weer de regeering
te hulp, die allerwegen tractorstations op
richt, waarvan aan het eind van 1931 Ln
totaal 3000 gereed zullen zijn. De kolohozen
kunnen van die tractorstations de noodige
inventaris huren tegen zeer hooge prijzen.
Als regel wordt twee derden tot drie vier
den van den oogst op de door tractoren be
werkte velden voor huur afgestaan. Betaling
geschiedt in natura, niet in grid. De regee
ring krijgt, via haar tractorstations, op deze
wijze een groot deel van den oogst tot haar
beschikking. Neemt men aan, dat de helft
van de kolchoz-gronden door de tractors be
werkt worden, dan blijft voor den kolchoz
toch altijd nog iets meer over dan
vroegere individueele boeren te zamen. On
danks alle gebreken der kolchozen is het dus
mogelijk, dat de boeren er individueel niet
op achteruitgaan, doordat de groote primi
tiviteit van hun vroeger bedrijf eenigszins
wordt verminderd.
Geen zelfstandige boeren meer.
Niet alleen zijn de boeren in den kolchoz
hun zelfstandigheid kwijt, maar zij worden
er door een geraffineerd systeem tot uiterste
krachtsinspanning geprikkeld. Men ver
deelde eerst de opbrengst van den oogst
naar het aantal leden of naar het aantal
personen, vrouwen en kinderen meegere
kend. Hierbij trad echter weldra
reeds de ervaring opgedaan, dat aan dit
opjaagsvsteem ook nadeelcn verbonden zijn.
Het bleek, dat alleen op de hoeveelheid was
gelet en niet op de qualiteit. Men kan on
dieper ploegen, de moeilijke plekken laten
liggen, van het zaaigoed een goed deel on
derweg laten „vallen", en bij het dorschen
een flink deel van het graan in de halmen
laten zitten. In de toekomst moet het be
stuur ook de kwaliteit van het werk in aan
merking nemen, aldus is het bevolen. Dit
beteekent ongetwijfeld een bron van wille
keur bij het beoordeelen der prestaties, nog
grooter afhankelijkheid der leden van het
kolchoz-bestuur, nog meer gekonkel.
Aan de hand van deze regeeringsgegevens
is het mogelijk zich een beeld te vormen
van deze kolchoz-beweging. Collectivisme be
staat alleen in den naam. In werkelijkheid
zijn het staatsboerderijen geworden, waarin
men tracht op alle mogelijke manieren den
persoonlijken ijver te prikkelen door per
soonlijke belooning.
Ook zal men ertoe overgaan, evenals in
de industrie en hij het transport, een ieder
lid zooveel doenlijk een afgeronde taak te
geven. Degenen, die een bepaald veld ploe
gen en bezaaien, zullen het ook moeten on
derhouden en oogsten. Bepaalde personen
zuilen aangewezen worden voor het gebrui
ken van zekere gereedschappen en voor het
individueele trekvee. Reeds na een jaar is
men goeddeels teruggekomen op het prin
cipe van collectivisatie en laat het indivi
dueele belang zoo veel mogelijk gelden, ja,
men wakkert het, zoo mogelijk, nog aan.
De communistische oogst.
Het regeeringsdoel is echter bereikt. De
oogst blijft gemeengoed van den kolchoz.
Het bestuur voldoet allereerst de belastin
gen, het betaalt de „vrijwillige bijdragen",
het levert de vastgestelde hoeveelheid pro
ducten in tegen de regeeringsprijzen alvo
rens het met de verdoehng van het overschot
onder de leden een aanvang maakt
De strijd der sowjet-regeering tegen den
„koelak", den meer welgestelden boer, is
door deze massale collectiviseering geens
zins beslecht De kolchozen zelf scheppen
graden van welgesteldheid in het dorp door
hun stelsel van betaling. Vooral in de Rus
sische dorpen, met hun mogelijkheid van
uitbreiding der productie door doclmutiger
en intensiever bebouwing, zal ongetwijfeld
onder de besten, ook in de kolchozen, het ge
voel blijven bestaan, dat zij alleen sneller
licht, dat dit de prikkel tot werken wegnam; J vooruit kunnen komen en daarbij geremd
de luiaards kregen evenveel als zij, die zich
inspanden.
Daarom heeft men thans besloten tot het
zelfde stelsel over te gaan als ln de indus
trie, het stukloon. Een hectare ploegen of
zaaien wordt op een aantal arbeidsdagen
gesteld, eveneens de andere werkzaamheden,
en op die wijze moet men aan het einde van
het jaar voor ieder kolchoz-lid hebben opge-
teekend hoeveel arbeidsdagen hij heeft ge
presteerd. Het overblijvende deel van den
oogst wordt dan in de verhouding van die
gepresteerde arbeidsdagen onder de leden
verdeeld.
Heerlijke administratie!
Dat dit stelsel een uitgebreide administra
tie vereischt is voor de sowjet-regeering na
tuurlijk geen bezwaar; die is wel aan admi
nistratie gewend. Jakowief gaat er nogal
luchtig overheen en meent, dat deze admi
nistratie wel verricht kan worden door de
kolchoz-leden, die de kunst van lezen en
schrijven machtig zijn. Men kan zich dus
wel voorstellen op welke wijze het beheer
wordt gevoerd. Het is schering en inslag,
aldus de volkscommissaris, dat de een veel
minder krijgt dan hem toekomt en de
ander veel meer. Maar het wordt volkomen
begrijpelijk, waarom er zooveel kolchoz-leden
om het bestuur heen hangen; dat is een mid
del om een behoorlijk aandeel in de winst
worden door de minder bekwame en ener
gieke medeleden en door een bureaucratisch
bestuur. Daarom zal ook voor de toekomst
dwang en geweld noodig zijn en blijven
bestaan tegen de kolchozleden zelf, die boven
de middelmaat uitblinken.
Wanneer de boerenmassa echter de iets
meer intensieve cultuur heeft leeren kennen
die door toepassing van tractors en betere
gereedschappen, door kunstmest, mogelijk
is en gaat berekenen wat zij zonder den kol
choz op deze wijze uit eigen grond kan halen
dan verdwijnt stellig het kleine voordeel,
dat de kolchoz thans, in het begin, schijnt
te brengen. De toekomst zal leeren in welke
richting de ontwikkeling zal gaan; thans
is het slechts zeker, dat de kolchozen g.'en
overwinning van het collectivisme beteeke-
nen en ook niet bij voortduring dezelfde toe
name in de landbouwproductie kunnen op
leveren als in het begin.
Gemengd Nieuws.
VERDRONKEN
Te Halfweg (N.H.) is de 10-jarige Bakker
in het zijkanaal geraakt cn verdronken.
Uit de Mark onder Ginneken (N.Br.) is
lijk opgehaald van den 63-jarigen A. A., diie
ein>dB een vijftal weken werd vermist
EERSTE PORTRET
i/oi/vu.»™. Verleden week werd in „Artis" te Amsterdam een kameeltje geboren. Ome fotograaf
dan ook de verklaring was zoo gelukkig de eerste foto van moeder en kind te kunnen maken.
Onder buitengewone groote belangstelling
Dinsdagmiod.^, het stoffe.yk overschot van
den op öch'iphoi omgekomen officier-vlieger
luitenant ter zee D. F. Wulfers van zijn wo
ning aan de Jac. Marisstraat te Amsierdam
naar de begraafplaats „Zorgvlied" uitgedra
gen. Te kwart over een werd de kist met het
stoffelijk overschot door een aantal onderof
ficieren van de Marine naar buiten gedragen
op dat oogenblik presenteerde het uit 24 man
mariniers bestaande vuurpeleton dat ter
weerszijden van den ingang naar de woning
opgesteld, het geweer. Toen de kist in de
s was geplaatst, onder de Nederlandsche
vlag, werden daarop de onderscheidingsteeke
van wijlen luitenant Wulfers neergelegd
steek, degen en epauletten.
Tegen half twee had het vertrek plaats.
Vooraf ging de Kon. Militaire Kapel uit den
Helder, welke treurmuziek ten gehoore bracht
daarachter schreed het vuurpeleton en ver
volgens, achter den lijkwagen, die met een
schat van bloemen was bedekt een aantai
marineofficieren, enkele officieren der land
macht, een detachement onderofficieren der
marine en een detachement matrozen. Vier
officieren der marine fungeerden als slip-
pendragers.
Aan de volgrijtuigen ging nog een apart
open rijtuig vooraf, dat geheel met bloemen
gevuld.
ags Surinameplein, Overtoom, Stadhou
derskade en Amsteldyk waar honderden
nieuwsgierigen bijeengroepten trok de stoet
.Zorgvlied" waar hij te half vier aan
kwam.
Reeds lang te voren was daar een aantai
autoriteiten bijeengekomen benevens zeer
vele belangstellenden. Onder deze autoriteit
de vertegenwoordiger van den Minister
Defensie, de luit. ter zee le klasse Bo-
zuwa, de vertegenwoordiger van den Com
mandant dier Marine te Willemsoord, de luit.
ter zee 2e klasse Moolenbrugh, de kolonel
Rouffaer, plaatselijk commandant, de kapi
tein-ter-zee Schlüter, namens den ondercom
mandant der marine te Amsterdam. Voorts
was er de burgemeester van Nieuwer-Amstel
de heer A. Colijn en Ir. Stephan van de Fok
kerfabrieken.
Toen de kist op de baar was geplaatst,
werd door het vuurpeleton een salvo gelost.
Officieren van den vliegdienst droegen de
kist naar het graf. Daar had zich inmiddels
de kapel der Marine opgesteld, die treurmu
ziek uitvoerde. Het vuurpeleton schaarde zich
aan weerszijden van de geopende groeve en
toen de kist boven het graf stond werd een
salvo gelost. Onder zacht tromgeroffel daalde
de kist Nogmaals klonk een salvo en weder
om liet de Marine-Kapel treurmuziek hooren
De commandant van het vliegkamp „De
Kooy", kapitein ter zee J. P. Remijnse, ir.
Stephan en een zwager voerden het woord
waarna een broeder van den overledene
dankte voor de belangstelling.
DOOR EEN AUTOBUS GEGREPEN
Te Kampen had in de Oudestraat een aan
rijding plaats tusschen een autobus en een
motorrijder uit Dalfsen, die uit een 'Metra at
kwam gereden toen genoemde autobus pas
seerde.
De motorrijdier werd tegen den grond ge-
elln-re-rd en bekwam ernstige verwondingen,
terwijl hij bovendien een enkel brak.
Hij werd naar het ziekenhuis overge
bracht Het motorrijwiel werd totaal ver
nield. terwijl de autobus bijna geen 6Chade
bekwam.
DHEIGBRIE VENSCHRIJVERS GESNAPT
De politie heeft proces verbaal opgemaakt
tegen E. en H. te Terborg, die zich hebben
H. willen dwingen tot het deponeeren van
dreigbrieven en h plegen van chantage ten
opzichte van H. aldaar. Het tweetal heeft
H. willen dwingen tot he deponeeren van
een bedrag van duizend gulden op een be
paalde plaats. Toen de enveloppe, waarin
een waardeloos biljet van duizend mark wat
gedaan, in ontvangst werd genomen, i.epen
de schrijvers in banden van de politie.
ERGERLIJKE DIERENMISHANDELING
Te W .rmenuuizen (N.H.) zou een paard Ln
een schuit worden ereleden,. Het beest had
hierin weinig trek. Ten einde raad bond
men het dier een touw om de tong, waaraan
met alle macht getrokken werd. De tong
werd hierbij uit den bek gescheurd, zoodat
het paard moest worden afgemaakt Tegen
die daders is proces-verbaal opgemaakt
EEN MEEVALLER.
Naar het „Overijselsch Dagblad" verneemt,
is tengevolge van een boekhoudkundige fout in
de administratie van de Gemeentelijke Gasfa
briek te Zwolle een overschot ontstaan, dat in
den loop der jaren een bedrag van vier zes
ton bereikt zou hebben.
De Commissie van Bijstand voor de Gasfa
brieken zoekt thans naar een weg om aan de
ze kapitale som een bestemming te geven.
EEN „LOLLIGE" BRANDWEER
Te Wagenborgen (Gr.) brak brand uit in
een huis, dat geheel uitbrandde.
Bij deaen brand baalde de brandweer, vol
gens een relaas Ln „De Tijd", een eigen-
aardd' grapje uit, dat waarschijnlijk een
staartje zal hebben. Inplaats van direct het
vuur te bestrijden, gebruikte zij het publiek,
dat zich in grooten getale op de plaats des
onheils bevond, als proefkonijn door de
straal op de mensoben te richten.
Verscheidene personen moesten druipnat
„afdruipen"
wat W 115
EEN „RECEPT" VAN WASHINGTON
Uit het leven van George Washington, Getroffen door dit aandoenlijk gezicht,
president der Amerikaanscho Republiek, naderde de vreemde heer de zieke, en deed
merkwaardige voorvallen bekend, I baar eenige vragen.
waaruit blijkt, dat deze man niet alleen
bekwaam staatsman en een uitstekend
legeraanvoerder, maar ook een medelijdend
i flink optredend menschenvriend was.
Op een kouden winterdag liep een knaap
in omstreeks twaalf jaar door een straat
de voorstad vn Philadelphia. Met gebo
gen hoofd en schreiend liep de jonen voort,
tot hij een heer ontmoette, wien hij om een
i.lmoes vroeg.
Oplettend keek de heer het bedelende
knaapje aan, dat voor den ernstige n, onder
zoekenden blik van den vreemdeling bloos-
en de oogen verlegen neersloeg.
„Mijn jongen," sprak de vreemdeling
vriendelijk, „ge ziet er volstrekt niet naar
uit, dat ge geboren zijt om te bedelen. Ver
tel me eens eerlijk, hoe komt ge zoo ver?"
„Ach. mijnheer," zei de jongen, „nooit
had ik gedacht, dat ik d>it nog eens zou
moeten, maar we zijn zoo arm geworden, en
n moeder is zoo ernstig ziek, dat zij ze
ker spoedig sterven zal, al6 ik geen geld
heb om een dokter te halen."
n wie is uw moeder?" vroeg de heer
verder.
„Mijn ioeder is de weduwe vam een koop
man. die heel rijk geweest is. Maar m'n va
der stierf en met de zaak ging 't 6leoht
Toen probeerde moeder door voor anderen
te naaien ra ons onderhoud te voorzien; dat
lukte vrij goed, totdat moeder voor enkele
weken ziek werd en toen niets meer ver.
dienen kon. Van dag tot dag werden we
toen armer, en op 't oogenblik ie het zoo
gekomen, dat moeder sterven zal, als ik
geen dokter en medicijnen voor haar halen
kan. Aan vroegere kennissen van mijn va
der durf ik niets vragen, maar u kende ik
niet. en daarom waagde ik 't u iets te vra
gen".
De woorden van den knaap troffen den
heer, die overtuigd was, dat de arme jongen
waarheid sprak.
„En waar woont uw moeder?"
„Aan het einde van deze straat, mijnheer
het laatste huis, op een bovenzoJderka
mertje".
„Daar ventje", sprak toen de vreemdeling,
terwijl hij den knaap een geldstuk gaf, „loop
nu vlug naar een dokter".
Met tranen van blijdschap in de oogen
dankte de knaap den gever en snelde toen
zoo vlug bij kon heen.
Intussohen begaf de heer zich oogenblik-
kelijk near het zolderkamertje, dat hij ge
makkelijk vond. Hij ging binnen, en kwam
in een armoedig doch zindelijk vertrek,
waarin een bed stond, waarop de zieke
vrouw machteloos neerlag. Aan baar bed
zat haar jongste zoontje.
De ongelukkige, die meende, dat 't haar
oudsten zoon gelukt was, een dokter te zen
den. beantwoordde de vragen van den be
zoeker en voegdt er aan toe: „Ach, mijn
heer. ik vrees den dood niet, maar wat zal
van mijn arme kinderen worden?"
„Kom, kom, moedertje", troostte de bezoe
ker. „niet zoo bezorgd zijn. 11 kan noe best
genezen en bovendien is er nog een Vader,
die de Zijnen nooit verlaaL Ik zal u een
recept voorschrijven en hoop, dat 't goede
uitwerking zaJ hebben".
Hij schreef haastig eenige regels op een
stuk papier, dat hij op de tafel le«de. Toen
nam hij afscheid.
Eenhte ooüenblikken later kwam haar
oudste zoon 't kamertje binnen met een
van vreugde stralend gelaat, en zeide, ter
wijl hij zijn moeder hartelijk kuste: „God
zij geloofd, beste moeder! Een vreemde heer
heeft mij een geldstuk gegeven, dat voldoen-
is om ons gedurende eenige dagen van t
odige te voorzien. Bovendien komt er
straks een dokter, die u misschien weer
spoedig gezond zal maken".
„Beste jongen". $pre>k toen de zieke moe-
jr, „laat ons God voor dde hulp danken!
Zooeven is er al een dokter geweest: hij
heeft mij een recept voorgeschreven dat
daar op tafel ligt"
")e zoon nam 't papier van de tafel, keek
even op en riep toen verbaasd uit: „Maar
moeder, wat is dat? Lees zelf eens!"
De moeder nam nu 't papier en riep, meL
tranen van blijdschap en ontroering in de
oogen: „Die bezoeker was Washingtonl"
En de vrouw las nu haar kinderen voor.
dat de President haar een zeker jaargeW
toekende.
Juist op dit oogenblik kwam de arts bin
nen. Hij vernam 't gebeurde, las zelf het
recept van den vermeenden dokter en zei:
.Goede vrouw, zulke recepten kan ik niet
schrijven, maar ik ben overtuigd, dat u
daarmede en met de recepten, welke Lk u
zaJ geven, spoedig geheel hersteld zult zijn",
De dokter had goed gezien. Dank zij de
medicijnen, doch vooral het „recept" van
George Washington, genas de vrouw spoe
dig, en was welra zoo gelukkig haar welt
doener persoonlijk te kunnen danken.
Washington wilde echter van geen dank
weten; hij wenechte de herstellende zieke
verder veel geluk, en zorgde er voor, dat zij
haar zonen een opvoeding geven kon, welke
met hun aanleg overeen kwam
Deze gebeurtenis, zoo wordt ons met na
druk verzekerd, is geen verdichting, maar
pure werkelijkheid. Ze werpt een verrassend
lidht op 't karakter van den grooten Pre
sident
Radio Nieuws.
Donderdag 26 Maart.
HUIZEN (298.8 M) 10 TtJdsetn. i010.81
door N C.R.V.-Dameakoor. 10.3011 Kor'
kendleivst, J
l>s. F. Gr<
Luth Kerk. te HUversu
22.15 Gramofoon -2153.15 t
wenhalfui
stel—van Löben Sele.
Spreker:
r MêJ. G. AM>'. 3.15—84
Ouderkerk a. d. Amsu
P. G Schreuder, te Arnhei
p; „De Kleuter'. 3.464 Verzorging vi
Uuyzentkunit, bart-
t broeden en opfo
i heer K. SIuli.
[halfuurtje.
?reen. „J. 8. Bach"
Luth. Kinderkoor „Een Vaste Burg",
L v. den heer J A. Berkhout Spreken
'.de Vrijer. Ned. Herv. Pred. te Am.
„Naar het Réveil". VO-e
H WÊt 10.1011.80 Gramoroon»
IC'R-O. 89 MorgehconcerL 1111.80 Gramo-
on. 1L30—12 Godsdienstig Halfuurtje. 12 Tt)d-
•in. r* 011.30 Lunchconcert 1.302 öramo»
.30 Gramafoon. 2 30—3 Zei
aatcursus. 4 5 Ziekenuur. 6—6 Goncert. b 6.8
jportpr iatJe. 6.307 Radlo-Volkeuniversltett
-7.30 |ng. les. 7.468.15 Bach-concert. 8 15-
0.30 C.4icertgebouworkest te Amsterdam, io.s
-10.45 Nieuwsberichten.
NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS
55l Heer Pimpelmans verdwijnt „full-speed",
Maar sturen kan de stakker niet,
Want door den schok nog half verdoofd.
Staat hij te spart Ten od zijn hoofd!
Pas op! Met bloemkool, sla en prei
Komt Jan de groenboer naderbij!
56. Ach, voor ontkomen Is geen kans!
Het vaartuig van heer Pimpelmans
Botst met een ij6elijken stoot
Plof! zoomaar tegen Jantjes boot.
En bloemkool, uien, sla ep peen
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
EVELYN EVERETT-GREEN
Door J. VAN ZUYLEN
»reciee. dat is het Ik voel dat dikwijls
Me dunkt, ik heb dat het sterkst ge
ld doen dag, toen we met Louise zijn
egeweest om een paar van haar zieken
bezoeken. Merkte je wel, hoe hun ge
iten verhelderden, toen ze haar zagen7
l om wat ze meebraalit, want Lk merkte
dat ze niets gaf en ook niets beloofde,
was het zien van haar-zelf, dat dion
tigen blik in hun oogen verwekte. Ik
niet hooren, wat ze tot de arme schep-
.zei; Lk verbeeldde me, door de maniei
irop ze lachten en opkeken, dat zij ze
beloofde wat ze noodiig hadden; maai
Ik er haar naar vroeg, zei ze: neen,
gaf zelf niet vaak wat; de huishoudster
ooht de woningen somtijds, of de men
en werkelijk aan iets behoefte hadden
had alleen wat gesproken over de Kerst
>ften, terwijl ze hun trachtte duideiijK
maken wat de werkelijke vreugde en
dschap daarvan uitmaakt. Begrijp jij. de ernstige vraag,
ze bedoelt. Erica? Ik moet zeggen, dal nen Jock Carter
„Ik denk," zei ze ten slotte „dat Louise
de dingen bekijkt uit een hooger standpunt
het Christelijke."
,Ik verbeeldde me, dat ik ook een Chris
tin was," zei Beatrice heel kalm. „Ik ben
er niet zoo heel zeker van, maar Lk ze-
loofde het toch. Ik heb zoo mijn eigen maat
staf voor den godsdienst, ontleend aan den
Bijbel, en me dunkt, ik heb dien met een
dragelijke securiteit vastgesteld. Wij heb
ben de weezen en de weduwen bezoobt; wij
hebben de hongerigen gevoed, de naakten
gekleed, de zieken en wanhopenden ver
zorgd en opgebeurd. „De zuivere en onbe
vlekte godsdienst is dezeZe zweeg
en keek haar vriendin aan.
„Ja", antwoordde Erica, „ik weet het Ik
heb ook geen amder systeem, dat daar te
genover staat, maar todh is er zelfs v
zijm dolle streken en zijn onverbeterlijken
trek om hen op allerlei wijze een poets le
bakken. Bovendien bleven zijn grappen niet
binnen de lagere regionen. Beatrice vergat
nooit het oogenblik waarop ze een onder
houd had met een paar bijzonder belangrij
ke persoonlijkheden, die niet in den om
trek woonden en die het ongetwijfeld min
of meer een nederbuigende vriendelijkheid
vonden haar een bezoek te brengen; Jock
was toen, op haar bellen, de kamer ingeko
men, loopend op zijn handen en zijn bee-
nen, zwevend in de luoht. Het was prac-
tisch onmogelijk de zaaik te verklaren; een
indruk, die eens heeft postgevat, kan niet
nn een oogenblik worden weggenomen, en
Beatrice begreep heed goed, dat zij niet al
leen een staal was van een n o u v a u
riche, een parvenue of een O.-W.-er, maar
uitgesproken excentrieke
jouwe ruimte voor een fout, een scheur; we uai w» t?eii uneroinumu
hebben dat adle6 te doen en bovendien ons dame moe6t zijn, die met haar bedienden
zeiven te bewaren van de wereld. De vraag j ads Ln een dierentuin leefde,
is, kunnen wij dat doen zonder eenige Het was akelig, en dat te meer wegens
hulp of zonder een kracht of macht, groo-1 de absolute onzekerheid dat het decorum
ter dan die van onszelf iets, dat we tot! niet te eeniger tijd nogmaals cp zoo'n dwa-
nu toe nog niet hebben gevonden?" ze wijze zou worden geschonden. Jock be
loofde met het meest ernstige gezicht be-
I terschap, rnaar onderwijl glinsterden zijn
donkere kijkers, en dit keer gevoelde Bea
trice dat de les. die ze hem las. afgezaagd
begon te worden, door de voortdurende her
Onderwijl stond men. behalve voor moei-1 heling. Ze had een tijdje geledon aJ haar
liikheden van minder beteekenis, ook
HOOFDSTUK VII
Jock.
ook bloot te stellen, om niet te spreken van
het gevaar ze te verliezen, ate het bleek,
dat Jooks positie onaantastbaar bleek. Het
wa6 al heel moeilijk om uit te maken wat
het best zou zijn, en mogelijk zou de onver
beterlijke deugnaet als laatste redmiddel
naar Canada gezonden zijn, zonder een on
verwachte gebeurtenis, die een blijvende
verandering in zijn toekomst bracht, en tot
een uitkomst leidde, die op dien tijd vol
strekt ondenkbaar was.
Gedurende drie heele dagen had Jock
geen enkel misdrijf gepleegd en was er
geen enkele klacht tegen hem ingebracht
Hij was zoo onnatuurlijk stil geweest, dat
Beatrice met een zuobt haar vrees had uit
gesproken, dat hij wel over een bij zond-er
erge streek zou loopen denken, üp den vier
den dag, toen hij wat houtblokken bin-nen
bracht viel hij zoo lang als hij was op den
grond. Zij keek Erica aan met een stille
beweging als vam gelaten wanhoop.
„Sta op, Jock, dadelijk!" zei ze, met stren
gen ernst.
Maar Jock lei volkomen stil, zóó stil, dat
Beatrice ten slotte opstond en zich over hem
heen boog; toen zag ze, dat zijn gelaat ge
heel kleurloce was en dat de halfgesloten
oogen dof en glazig stonden.
„Erica, kom een6 gauw hier en help me
de arme jongen is ziek!" riep ze; maar
-o- zelfs toen ze hem hadden opgetild en hem
w'elsprekend"he<id aangewend, zonder iels i op de sofa hadden gelegd, konden
met den klei- j anders te bereiken dan den meest tegen-
li.» 4_i.jzoo kwatm hst, dat
i aanvangen. Het viel
ergestelden indruk,
\S I i f«t 4. benftel j re: k MiM gewonnen moest
SLISf rSn.nbk.WA en pudrling - een Mp I *>n ™kker wegeonden^üete.jvaar^mvel
nddeel
kwis voor de armen."
rica jat «til vooi xioh heen te staren.
trots als haar liefdadigheid zioh te-
verzette), of zij moest er in berusten
de andere bediend-en niet verdedigbaarzich voortdurend te Mgeren en gekwetst te
[zou zijn, hen nog langer op te schepen metjworden, en de overige
durende eenige oogenblikken zich nog niet
losmaken van het idee, dat hij hen beet
nam, en dat zijn blc-eke wangen kunstma
tig witgemankt zouden blijken te zijn.
Zoo wilden ze eerst niemand roepen. Al6
hij hen weer eens slim bij den neus gono-
omen had, wilden ze dat maar voor zioh hou
bedienden daaraan 1 den; toen evenwel, als gevolg van hu-n po
gingen, de oogen van den jongen zioh lang
zaam openden met een vagen, verwilderden
blik, en hij met heesche, zwakke stem
sprak, terwijl hij zijn hand naar zijn hoofd
bracht met een lichten kreet van pijn,
toen zagen ze heel duidelijk dat de jongen
ziek was, en ze waren vol medelijden voor
hem. Hij scheen nauwelijks ln staat den
drank in te nemen, dien Erica voor hein
had klaargemaakt, en toen Beatrice hem
vroeg hoe het ging, zeide hij overal pijn te
hebben, vooral in zijn hoofd, dat zijn keel
pijn deed en dat hij den heelen dag al zoo
duizelig was geweest, dat hij niet op zijn
beenen had kunnen staa-n; maar geen
mensch ha-d hem willen gelooven, als hij
het zei. Toen begon hij hartverscheurend te
huilen, zooals zieke kinderen dat kunnen
doen, en zei daarop, dat hij naar huis wil
de ,,hij wilde geen plaag zijn voor ieder
een" maar toen hij probeerde op te staan
was hij zoo duizelig, dat hij hulpeloos weer
achterover viel.
„We moeten den dokter laten komen," zei
Beatrice, aan de bel trekkende. En toen de
dokter kwam keek hij bedenkelijk en zei,
dat de jongen ernstig ziek was, ofschoon
hij niet terstond kon zeggen wat hem
scheelde. Hij had zware koorts, en een zeer
hooge temperatuur, maar ondanks de pijn
lijke keel daoht hij niet dat het roodvonk
was. Et heerschte veel ziekte, van een
eenigszins onbepaald karakter, en svat Jock
ma-nkeerde, scheen daar ook toe te behoo
ren. De jongen stemde toe, dat hij bij avond
meermalen buiten was geweest om bood
schappen te doen, hetzij voor zijn pleizier,
hetzij uit ondeugendheid, en het was een
bekend feit, dat hij niet krenterig was ge
weest voor zichz If op de feesten gedurende
bet seizoen, ten opzichte ven de goede din
gen die ter tafel kwamen.
Hij was totaal ven streek én had een
zware kou gevat, had zich verscheiden da
gen lang n-iet ontzien, en toen hij daarna
klaagde, geloofde men hem niet Zoo ver
keerde hij, bij de komst van den dokter,
in een zeer ernstigen toestand; en geduren
de verscheiden dagen zweefde hij voortdu
rend tusschen leven en dood. De koorts
ging op en af, en was niet besmettelijk De
jongen werd in een boven ka niertje bij de
achtertrap neergelegd, dicht bij de vertrek
ken, die voornamelijk door de bekte m»--.s-
jes gebruikt werden. Hij werd verzorgd
door een fatsoenlijke vrouw uit het dorp,
met be-hulp van de huishoudster en even
eens van de jonge dames.
De e-rme, kleine Jock, was zooals dik
wijls gebeurt met naturen zooals de zijne
in zijn zieke dagen liever en handelbaarder
dan in zijn gezonde. Het was niet alleen
dat zwakte hem aan bed bond, en hem af
hield van al de bovenmatige activiteit, dia
hem een voorwerp van altoosdurende ver-
maniniren harkten zemaakt voor al Ion wier
pad bij kruiste, maar het kwam vooral om
dat zijn krachten en zijn willen in een an
dere bedding wsren geleid,-en zich nu sa
mentrokken op een pogen om goed te zijn
en zoo weinig mogelijk moeite te veroorza
ken. Jock was zich zeer wel bewust van
zijn vroeger wangedrag, en hij had nu tijd
genoeg, om daarover na te donken. Het
was een aanhankelijk kereltje, tenslotte, en
hij had zioh werkelijk aan zijn meesteres
sen gehecht, ofschoon hij zoo vaak van hun
goedheid en geduld misbruik had gemaakt
en zioh nog bproemd had op het encore vin
zijn sterke staalties van vergrijp tegi-n do
goede orde en tucht
(Wordt vervolgd.} j