jHinutr £cüisrijf (JTmtrmtt
Daaelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
Wereldkerk en Wereldvrede
ook m*ar
gij dagelnkache tending „7«—
Allee bit vooruitbetaling
Losse nummer* S cent
mei Zondagsblad 2 A cent
ïondnc«blad niet afzond'-ilijli nerKrnirbaai
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Poslbox 20 Postgiro 53936
NO- 3304
MAANDAG 16 MAART 1931
ADVERTENTIfiNi
van I tni 5 regels f 1
h.lke regel neer 0.22V»
tnger .terteilet «Ingei.
van 1—6 regels „2.30
Elke regel meer 0.43
BU contract belangrifke korting.
Voor hei bevragen aan bet bureau
ivordt berekendƒ0.10
10e Jaarqanr
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
Wie zich heden als Kwartaal-lezer op
ons blad abonneert, ontvangt de tot
1 April verschijnende nummers gratis
Het oorlogsvraagstuk
van Roomsch-kath. zijde bezien
II*)
Van orthodox-Protestantsch stand-
1 punt is zeker ernstig bezwaar in te
brengen tegen dit boek. Stratman ge
looft, dat de samenwerking van natuur
en genade, van God en mensch te eer.i-
ger tyd tot een gelukkig einde zal lei-
I den. H\j meent, dat inderdaad de ge
schiedkundige ontwikkeling steeds
gunstiger verloopt en met de heer
schappij van Christus, d.w.z. den
Christelijken geest, eindigt.
Ja, zelfs neemt hij aan, dat het
grootste deel der menschheid vóór de
wederkomst van Christus by de Kerk
zal ingelyfd worden.
Dit is hi stryd met het Woord Gods.
Vooral het boek der )p<*nbaringen ge
waagt van een groote wereld' atastro-
phe en Jezus Zelf vmigt: „Indien de
Zoon des mer.schen wederkomt, zal Hy
nog géloof vinden op de tarde
Stratniann is een idealist. Nu, dat
zijn allen, die vasthouden aan het
Woord Gpds, evenzeer. Hoe zou het an
ders mogelyk kunnen zijn, dat Christe
nen kunnen getooveri aan en' hopen op
een eeuwig Vrederijk, terwyl de wer
kelijkheid van het tegenwoordig leven
daarmede zoo m stryd is. Maar wy
willen eveneens vasthouden aan het
Woord Gods, wanneer dit voorspelt,
dat het Vrederijk slechts zul komen na
een geweldige wereldcatastrophe.
Over het algemeen zijn er vele ge
dachten in dit boek, welke bij ons sym
pathie en instemming kunnen vinden.
Ook met de motiveering dier gedach
ten kunnen we dikwerf accoord gaan.
Het is ongetwijfeld in den geest des
Evangelies, om oorlog met alle ten
dienste staande geoorloofde middelen
te voorkomen.
En dat wel om drieërlei reden. Al
lereerst is het hart des menschen, ook
dat der regeeringspersonen arglistig.
Zy kunnen meenen dat een oorlog
rechtvaardig is, terwyl het inderdaad
zoo niet ft. En dan is de gedachte ver
schrikkelijk, dat aan een bewuste of
onbewuste dwaling van enkele regee
ringspersonen duizenden menschenle
vens worden opgeofferd.
In de tweede plaats is de moderne
oorlog ontzettend èn door zyn wijze
van stryd voeren èn door zyn uitbrei
ding over de burgerbevolking, die fei
telijk buiten de eigenlijke legerfron-
ten woonachtig is.
En ten derde mag een Christen niet
oorlogsgezin d zyn, omdat hy overeen
komstig het Evangelie den vrede moet
en wil voorstaan.
Maar de groote vraag is, of dienst
weigering het geoorloofde middel is
voor den wereldvrede. Wanneer iemand
-in zyn geweten ten volle overtuigd is,
dat hy, door in den oorlog te gaan,
zich geeft aan een onrechtvaardige
■zaak, dan mag hij zulks niet doen.
,Maar ernstig heeft hy daarbij te over
wegen, dat het hem aan inzicht kan
ontbreken over de dikwijls ingewikkel
de vraagstukken, welke tot een oorlog
leiden.
1 Bovendien moet hy aannemen, dat
ook de Overheid een geweten heeft. En
waar by onzen teger.woordigen regee-
ringsvorm de oorlog gelukkig niet af
hangt van de gril van een enkelen
vorst, moet wel ernstig overwogen
worden, of wij den moed kunnen en
mogen hebben eigen meening te stel
len tegenover de regeering, die, in
overeenstem] ng met de Sta ten-Gene
raal, besliste tot den oorlog.
Want niet denkbeeldig is het gevaar,
dat we dienst zouden weigeren, niet
uit .de overtuiging, dat deze of gene
oorlog onrechtvaardig is, maar eenvou
dig uit de zucht tot zelfbehoud. En we
verliezen dan uit het oog, dat er ideëele
goederen voor de gemeenschap kun
nen zijn, die voor ons meer waarde
moeten hebben dan het eigen leven.
Daarom gelooven we. dat slechts in
zeer enkele gevallen dienstweigering
geoorloofd is. We hebben te getuigen
tegen alle roekeloosheid van Overheids
personen, die niet alle krachten aan
wenden, om oorlog te voorkomen.
In dit opzicht zal de volksconsientie
van groote beteekenis zyn voor de
Overheid. Haar verantwoordelijkheid
is groot. Doch als regel hebben wij
haar te gehoorzamen, ook wanneer zy
ons oproept tot den strijd.
Ten slotte komt in dit boek de ont
wapening nog aan de orde. Echter, dit
deel van de kwestie van den oorlog
wordt zoo oppervlakkig behandeld, dal
we er liever niet verder op in gaan.
Over het algemeen mag aan het werk
van Stratman niet de eer worden ont
houden, dat het een degelijke en diep
gaande studie is. Maar over het al of
niet geoorloofde van „ontwapening"
wordt wel wat al te makkelijk heen
gegleden.
Zonder nadere motiveermg wordt
beweerd, dat Zwitserland, Nederland
en Scandinavië in den wereldoorlog
van de krijgsfurie bevrijd bleven, niet,
omdat men hen vanwege hun weer
baarheid vreesde, maar omdat men hen
vanwege hun weerloosheid niet vrees
de. De weerbaarheid van een volk kan
zyn grootste onzekerheid en zijn weer
loosheid zyn grootste zekerheid betee-
kenen. Wij vinden deze stelling tè op
pervlakkig en te weinig gemotiveerd,
om er veel woorden aan te verspillen.
Dat Stratmann zoo pleit vóór en
hoopt op den algemeenen wereldvre
de, houdt zeker verband met zijn ta
melijk vaag begrip van vaderlandslief
de. De liefde tot het vaderland, zegt
hy, is algemeen verbreid. Maar deze
vaderlandsliefde is volgens hem on
danks of door haar algemeenheid, zoo
wel wat haar wezen als waarde betreft,
zeer twijfelachtig. Taalkundig betee-
kent vaderland „het land van den va
der". Doch, zoo vraagt Stratmann, wat
is dan voor kinderen van landverhui
zers eigenlijk het vaderland?, het land
hunner ouders of hun geboortegrond?
Ook wijst hij in dit verband erop, hoe
de Elzasser, in 1870 geboren, reeds
driemaal van vaderland heeft verwis
seld.
Als object van vaderlandsliefde ko
men volgens Stratmann in aanmerking
geboortegrond, natie en Staat. Vooi
velen, die aan het begin of soms •mn
wel aan het eind van hun politiek
denken te staan is het vaderland een
voudig de steeg, waarin zij als kinde
ren gespeeld hebben.
Hooger dan het geboorteland staat
geestelijk en cultureel de natie. Zij is
de tweede sociologische schepping,
welke als vaderland wordt aangespro
ken. De natie is de uit het gezin ont
stane gemeenschap des bloeds, van
taal, zede en cultuur. Doch deze ge
meenschap werd dikwerf verbroken,
doordat, 't zy door vryen wil of door
het noodlot, velen her en der ver
strooid werden, terwyl vreemdelin
gen hun plaats innamen.
De natie kan daarom feitelijk, even
min als de geboortegrond, voor het va
derland worden gehouden. Bovendien,
het nationaliteitsbeginsel is onver
draagzaam. Dit beginsel zou allen, die
niet zuiver van ras zyn, van het bur
gerrecht of althans van burgerlijke
rechtsgelijkheid uitsluiten. De moder
ne eischen van het leven verlangen
echter een meer universeelen geest.
En zoo komt Stratmann op grond
van al deze overwegingen dichter tot
de definitie van datgene, wat in sociolo
gische beteekenis als vaderland moet
gelden, n.l. dat Vaderland en Staal
identiek zijn. Stratmann gevoelt zeli,
dat in menig geval een groep men
schen tegen hun wil, b.v. door een oor
log, bij een bepaalden Staat ingelyfd,
weinig of geen vaderlandsliefde zullen
bezitten tegenover dien Staat. Maar
niettemin vindt hij de eischen, voort
vloeiend uit gelijkstelling van Vader
land en Staat juist en moeten deze in
naam van verstand en orde worden
vastgehouden. Het harde van deze
eischen wordt echter weggenomen,
wanneer een rechts- en bestuursge-
meenschap met andere Staten wordt
aangegaan.
Zoo komen wij tot de idee van het
wereld vaderland. Deze idee moet het
richtinggevend ideaal van de wereld
politiek worden. Maar deze idee moet
doorwerken met behoud van alle na
tionale en vaderlandsche goederen.
Want Stratmann erkent, dat alle men
schen van internationale beteekenis te
gelijk grooter. waren van hun natie, ja
dikwyls groot waren door hun natie.
Sophocles was een volmaakte Griek,
Dante een volmaakte Italiaan en Goe
the een volmaakte Duitscher.
Wii meenen. dat in dit opzicht bij
Stratmann de natuur boven de leer
gaat. Hij stelt als voornaamsten eisch,
dat vaderlandsliefde betrekking moet
hebben op het juiste object, d.w.z. po
sitieve, offervaardige medewerking
aan de taak van den willkeuriger»
Staat waartoe iemand behoort. Dat is
de leer. Maar de natuur dwingt hem
toch te erkennen, dat het nationaliteits
gevoel, dat toch wel iets anders is dan
trouw aan een willekeurigen Staat,
welken men moet gehoorzamen, even
zeer tot vaderlandsliefde behoort en
groote geesten heeft gevormd.
Het wil ons voorkomen, dat Strat
mann zeer vaag is in de omschrijving
van het begrip „vaderlandsliefde".
Historie en eenheid van taal en zeden
zijn de grondslagen van vaderlands
liefde. Voor de landverhuizers was
Amerika geen vaderland, al vervulden
zij daar hun plichten jegens den Staat.
Eerst het nageslacht, dat van een his
torie gewagen kon, kon langzamer
hand spreken van zyn vaderland.
Met meer instemming lazen we, wat
Stratmann ons zegt van de echte va
derlandsliefde by Israëls profeten en
bij Jezus, den Heiland der Wereld.
Duidelijk laat hy uitkomen, dat by
den Heiland en Israëls profeten op
rechte vaderlandsliefde nimmer ont
aardde in nationaal zelfbehagen. Ook
andere volken beelddeu gedachten
Gods uit.
Daarom hebben de profeten en Je
zus, die de vervulling der profetie was,
telkens gewezen op Israëls roeping,
om zelf gezegend, ook anderen ten ze
gen te zijn.
Met de allerlaatste conclusie in het
hoofdstuk over vaderlandsliefde in
Stratmann's werk kunnen we ons vol
komen vereenigen, n.l. deze, dat wij
vaderland en natie moeten beminnen,
niet op de eerste, maar op de tweede
plaats, niet met een zelfstandige, maar
met eene van de liefde tot God afge
leide en aan het Godsrijk onderge
schikte liefde.
Veel is er in dit boek, dat ons aan
trekt. Het ernstig streven tot het
voorkomen van oorlogen wordt erin
aangeprezen als in overeenstemming
met het Evangelie.
Maar de conclusies, waartoe Strat
mann komt. n.l. ontwapening, zelfs
eenzijdige ontwapening, en dienstwei
gering, kunnen en mogen we niet aan
vaarden.
OFFICIEELE BERICHTEN
CONSULAIRE DIENST.
De consul-generaal der Nederlanden te Pa
rijs, de heer Droogleever Fortuyn, is var
verlof op zijn post teruggekeerd.
De consul der Nederlanden te Cardiff, de
heer E. Lowder Downing, is overleden. Als
vice-consul treedt op de heer L. E. L. Dow
ning, aan wien in de Engelsche of Fransche
taal geschreven moet worden. Het ressort van
het vice-consulaat omvat de graafschappen
Brecknock, Cardigan, Carmarthen. Glamorgan
(met uitzondering Swansea) Pembroke en
Radnor.
RECHTERLIJKE MACHT.
Bij beschikking van den minister van Jus
titie zijn aangewezen in de enkelvoudige
Kamer voor de vereenvoudigde behandeling
van straf?aken van de arr. rechtbank te Haar
lem tot plaatsvervangend lid Mr. E. J. W
Top en Mr. Th. F. Raedt, beiden rechter.
PATHOLOGISCH CONGRES TE PARIJS.
B\j Kon. besluit zijn benoemd tot gedele
geerden van de Nederlandsche regeering bij
het 2e Internationaal Congres vcor vergelij
kende pathologie, dat van 14 tot 18 October
1031 te Parijs zal bijeenkomen: Dr. L. de
Plieck en Dr. R. de Josselin de Jong, hoog-
leeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht
en mej. Dr. Johanna Westerdyk, buitenge
woon hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht en de Gemeentelijke Universiteit van
Amsterdam, en is aangewezen als hoofd van
de delegatie Prof. Dr. L. de Blieck voornoemd
AUDIËNTIE.
De gewone audiëntie van den minister van
Arbeid zal op Donderdag 19 Maart niet
plaats hebben.
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
SPOORWEGVRACHTEN
VOOR TUINBOUWPRODUCTEN
De heer Van den Heuvel heeft den Min.
van Waterstaat gevraagd, binnenkort zeker
heid te willen verschaffen aangaande de
verlaging van de spoorwegvrachten voor
tuinbouwproducten of anders als voorloopi-
ge maatregel eenigszins belangrijke tarief
reductie voor het vervoer van tuinbouw-
productie toe te willen staan.
De heer Duymaer van Twist heeft aan de
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw vragen gesteld inzake de hooge
scheepvaartrechten, door de gemeente Gro
ningen geheven en er op aangedrongen, dat
zoo spoedig het overleg omtrent het vraag
stuk der scheepvaartrechten in het algemeen
beëindigd is, aan de Kamer het resultaat
daarvan worde medegedeeld.
DE INDIE-POSTVLUCHTEN
Het elfde retourvliegtuig zal vandaag de
reis niet voortzetten wegens herstelling
aan de motoren. Het toestel blijft in Cairo
Het dertiende postvliegtuig is te Batavia
aangekomen. Vandaar vertrok het naar
Bandoeng, waar het 's middags landde. Dit
toestel heeft de Indië-vlucht in tien dagen
volbracht.
ANTWOORDEN VAN MINISTERS
WEG KRABBENDIJKE—KRUININGEN
Op vragen van den heer Kersten inzake
het tewerk stellen van Brabantsche arbei
ders aan dezen weg deelt de Minister mede,
den aannemer te hebben verzocht, om, wan
neer meer arbeiders noodig zullen zijn, zoo
veel mogelijk arbeiders uit de streek in
dienst te nemen. Den aannemer kan niet
de verplichting worden opgelegd arbeiders
uit de streek, waarin het werk wordt uit
gevoerd. te werk te stellen. Niettemin is toe
zegging gedaan, dat, wanneer meer arbeiders
noodig zijn, zij zooveel mogelijk uit boven
bedoelde streek in dienst zullen worden ge
nomen.
HYPOTHEEKKANTOOR ZIERIKZEE
Op vragen van den heer Krijger betreffen
de opheffing van het hypotheekkantoor te
Zierikzee is door den minister geantwoord
dat geruchten dienaangaande ongegrono
zijn.
OPCENTEN OP SIGARETTEN-
ACCIJNS
VERSLAG DER COMMISSIE
Verschenen is het verslag der vaste com
missie voor belastingen inzake het wets
ontwerp tot heffing van 30 opcenten op den
tabaksaccijns, voor zoover die wordt gelie
ven op sigaretten, waarin tevens het re
geeringsantwoord is opgenomen.
Bij verscheidene leden der commissie be
stond ernstige twijfel aan de noodzakelijk
heid van de invoering van een nieuwe het
fing ter gedeeltelijke dekking van de bij
zondere uitgaven welke de huidige crisis
met zich brengt. Zij zouden het op prijs
stellen te mogen vernemen op welk bedrag
de regeering de crisisuitgaven voor het loo
pende jaar raamt.
In antwoord hierop zegt de minister, dat
het zijn ernstige overtuiging is, dat de nicu
we heffing niet achterwege mag blijven.
Vooreerst is nog niet zeker tot welke hoogte
de crisisuitgaven in de eerstvolgende jaren
zuilen oploopen. Reeds voor 1931 is een ra
ming daarvan moeilijk te geven, daar bijv
niet vaststaat welk offer het ontwerp inzake
den suikerbietenbouvv van de schatkist zal
vergen. Evenmin kan nu reeds met zeker
heid gezegd worden, hoe hoog de extra-uit
gaven zullen zijn voor de werkloosheids
zorg in haar verschillende vormen, noch
in hoever in volgende jaren de voorschotten
aan de aardappelmeelindustrie zonder ver
lies voor 's rijks schatkist zullen kunnen
worden afgewikkeld. Toch meent de regee
ring wel reeds thans te mogen aannemen,
dat de jaarlijksche uitgaven stellig niet be
neden do 10 12 millioen gulden zullen
blijven. Dat zij daarboven zullen uitgaan
is zeer wel mogelijk. In dit laatste geval
is het denkbaar, dat de 41 millioen (het
feitelijke saldo van het leeningfonds) niel
voldoende zullen zijn.
De minister is bereid, ook na verschillen
de belanghebbenden te hebben gehoord, ge
volg te geven aan het denkbeeld, de op
centen te laten voldoen door opplakking
van aanvullingszegels, vermeldende het we
gens opcenten verschuldigde bedrag. In ver
band hiermee wordt een wijziging in het ont
werp voorgesteld.
HET NATIONAAL ZEEMANSFONDS
De Raad van Commissarissen van Het
Nationaal Zeemansfonds vergaderde in hel
gebouw voor Centraal Beheer te Den Haag.
De voorzitter, de heer A. L. Boelen, memo
reerde, dat de heer ir. V. R. Y. Croesen met
aanvang Juni. wegens gezondheidsredenen,
ontslag had genomen als lid van den Raad
van Beheer en als commissaris, benoemd
door de vereeniging Zee-Risico.
In zijn plaats is door de Vereeniging Zee-
Risico, als commissaris benoemd de heer
Mr. J. L. C van Meerwijk, die ook als lid
van den Raad van Beheer is verkozen.
Herkozen werd als lid van den Raad van
Beheer de heer P. van Huizen. In de plaats
van den heer Chr. Beels, die 11 Januari
overleden is, werd tot commissaris benoemd
notaris Th. C L. Smit.
Uit het verslag over 1930 blijkt dat aan
411 gezinnen en alleenstaande personen pe
riodieke ondersteuningen verleend werden
tot een bedrag van f 100.735.39. Er meldden
zich veel oud-zcelieden die gedurende de
oorlogsjaren 19141918 op de Nederlandsche
Koopvaardij en Visschersvloot voeren, voor
ondersteuning aan; vooral in dezen tijd van
werkloosheid is het aantal groot.
Er worden door het fonds ook vele uitkee-
ringen voor Rijksrekening gedaan o. a. de
uitkeeringen aan behoeftige oud-redders van
schipbreukelingen en hun weduwen. Het
fonds wordt bestuurd door een Raad van
Commissarissen, waarin ook de organisaties
van zeelieden ter koopvaardij en visscherij
zijn vertegenwoordigd.
Voorzitter van den Raad van Commissa
rissen is de heer A. L. Boelen, terwijl het
dagelijksch bestuur bestaat uit de heeren
Z. G. P. Marcella, voorzitter, P. van Huizen
en Mr. J. L. C. van Meerwijk, leden.
Administrateur is de heer II. van der
Slooten, Jozef Israëlsplein 5 te 's-Graven-
hage. Het gironummer is 14S12.
HEERLIJKE HUMOR
GROOT NATIONAAL
ZANGCONCOURS TE ZEIST
Zooals reeds eerder werd bericht, wordl
op 29 en 30 Juli een groot Na:. Zangcon-
cours gehouden, uitgaande van den Rog
Utrecht van den ^.ond van Chr. Zangver-
eenigingen, in het fraaie Walkartpnrk to
Zeist. Naar we vernemen is de te verwach
ten deelname zoo groot, dat Vereenigingcn,
die van plan zijn in te schrijven, verzocht
worden hiermede niet te wachten, maarzoo
spoedig mogelijk de inschrijvingsbiljetten in
te zenden, zulks om teleurstelling te voor
komen.
Op verzoek Is nog bijgevoegd de Supe
rieure afdeeling voor Vereenigmgen, die in
de Eere-afdeeling reeds een lsten prijs heb
ben behaald.
De jury word! gevormd door de heeren
L. Mens te Leiden. T. Sprey te Rotterdam
en J. N. Bosch te Amsterdam.
Inlichtingen worden voorts verstrekt door
den conrours-secre aris J. Pomstra, Bot'ia-
laan 7, Zeist,
Dit heb ik tegen onze officieele taal en
onze belangrijke staatspubl.caties, iat ze
altijd zoo akelig deftig en zoo stroef be-
toogend zijn. Slechts een hoogst-enkele
maal wordt het taaie gerecht met een
beetje humor gekruid en deze wordt dan
ook dubbel gewaardeerd.
Kijk eens, dat menschen var. \er over de
zeventig aan hun ouderwetscne schrijftrant
vasthouden, hindert niets en ni mand.
Zoo hoorde ik dezer dagen de notulen
en het jaarverslag aan van een bejaarde,
doch ongelooflijk actieve secretaris van een
vereeniging; bij de voorlezing waarvan ieder
der hoorders voortdurend een glimlach om
de lippen zweefde, wegens de gezwollen
stadhuistaal; terwijl toch ook iedereen het
met den voorzitter eens was, dat de trouwe
broeder secretaris-penningmeester zijn
plicht deed op een wijze, welke slechts één
op de duizend hem verbeteren kan.
Voor onze moderne ooren, die in Kamer
en Raad of publieke ruzievergadering „be
dorven" zijn, leken het wel voorhistorische
klanken, als de nauwkeurige geschied
schrijver uit het verslag van een vergade
ring voorlas;
„De zeergeleerde en hooggeachte sprekpr
begon zijn toespraak aldus: Mijnheer do
Voorzitter, zeer geachte vergadering! Het is
me een oorzaak van vreugde in uw midden
te vertoeven, om samen te spreken"... enz.
ei.z". En dan aan 't slot: „Onze geachte
voorzitter zei den hooggeachten spreker
hartelijk dank", enz. enz.
Of ook; „Op dp veertiende van de maand
Maart, ten tijde des avonds, ongeveer 8 uur
en 15 minuien kwam het Bestuur bijeen
ten huize van onzen broeder secretaris".
Of: „En zoo sloot het jaar 1930 gelijk
reeds uit de rekening van den penning
meester bleek, met een voordeelig overschot
van f 13.13J/2 ccmt en zulks zonder dat er
nog oude schulden te vereffenen waren,
dank zij de bereidheid der leden, die ik bij
dezen hartelijk dank zeg, om hun bijdragen
te verhoogen, soms zelfs te verdubbelen".
Bovendie werd van elke commsisie, die
de stemmen opnam, of iets controleerde,
nadrukkelijk meegedeeld, dat zij haar werk
met groote trouw en nauwgezetheid had
vervuld, waarvoor de Geachte Voorzitter
haar dank zei, die daarna de Commissie
ontbonden verklaarde.
Zie, zoo schrijven onze officieele stylisten
m overheids- en publieke bureaux nu
meestal ook. En daarom wil ik even applau-
diseeren voor de Raad van Arbeid in Maas
tricht, die zin voor humor toont te be
zitten.
De Vorst van Geleen (in het dagelijksch
leven. Mr. Leufkens) weigerde zegeltjes te
plakkén voor een zijner „hofdames" en
kreeg nu ingevolge de Invaliditeitswet een
navordering
Naar de rceening van mr. Leufkens (pas
op, val niet om), druischte deze handeling
in tegen het Volkenrecht, aangezien hij
souverein vorst en Graaf van Geleen was,
met de hieraan verbonden rechten vau ex
territorialiteit.
Maar de Raad van Arbeid is ook niet
van gisteren en wist te antwoorden, over
eenkomstig Spreuken 26 5.
De Raad hield voet bij stuk, „daar hem
noch direct door bevoegde instanties mede-
deelingen zijn gedaan, noch indirect te zij
ner kennis is gekomen, dat het territorium
van den Staat der Nederlanden wijziging
heeft ondergaan".
Wat een heerlijke humor! Zóó kostelijk
las ik het nog maar zelden. Als de minister
van Arbeid niet in de journalistiek en oud
voorzitter van dp.n Raad van Arbeid ge
weest was, kreeg de humorrijke steller van
het antwoord gewis een officieele berisping.
MERAPI-COMITE
WAT IN INDIE IS BIJEENGEBRACHT.
Het Centraal Merapi-Comitó in Indië heeft
in totaal f 389.005 bijeengebracht, buiten de
bijdragen uit Nederland. Het te venvachten
overschot wordt gestort in het Smeroefonds.
NOTARIEELE VEREENIGING
DE OPLEIDING VAN DEN NOTARIS IN
VERBAND MET DE SPECIALISEERING
DER JURISTEN.
In de Zaterdagavond te Amsterdam ge
houden vergadering van de Notarieele Ver
eeniging is als spreker opgetreden de heer
prof. mr. 1. II. Hvmans, hoogleeraar aan de
Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam,
met het ondenverp „De opleiding van den
notaris in verband met de specialiseering
der juristen.
De vergadering, welke zeer druk bezocht
was, stond onder leiding van den voorzitter
der vereeniging, notaris A. Bonga. die na
de opening ecnige gevoelvolle woorden wijd
de aan de nagedachtenis van den zoo plol-
seling verscheiden notaris II. D. Heukers
»p Amsterdam, welke woorden de aanwezi
gen staande aanhoorden.
Voordracht prof. Hijmans.
Hoewel spreker hoogleeraar is verzekert
Voornaamste Nieuws.
(hlz 1)
Vergadering der Notarieele Vereeniging te
Amsterdam.
(bit 2.)
Bij een ernstig auto-ongeluk op den Spaarn
wouderweg zijn vijf personen gewond.
Stimson en Grandi over het Vlootaccoord.
De aard lawine in Savoye.
Herman Müller geopereerd.
Nog aardschokken op de Balkan.
Briand 25 jaar minister.
(bit. 3).
Verschenen is het jaarverslag van de Hol-
land-Amerika Lijn
Versohenen is het jaarverslag der Dok- en
Werf-Mij Wiltin-Feijenoord.
(hit 5)
Heden is het 350 jaar geleden, dat de dich
ter P. C. Hooft is geboren.
Onrechtmatige Overheidsdaad, door H. Ba-
vinck.
(blz. 9).
Het Fransch-Italiaansche Middellandsche
Zee-accoord.
Schoonmaak
Ondanks vuil en stof, dat Uw handen met de
schoonmaak opdoen, blijven ze zacht en mooi
door ze vooral 's avonds in te wrijven met
Purol. Doos 30 en 60 c. Bij Apotli. en Drogisten
hij echter, dat hij de Universiteit alleen
den a s. notaris waardig acht, als haar huis
aanmerkelijk veranderd en verbeterd wordL
Hoe voortreffelijk de tegenwoordige nota
rissen ook voor hun taak berekend en hoe
goed zij in de wet thuis zijn: een ding ont
breekt hun: de wetenschappelijke kijk op
wet en recht. Waar verbetering wordt ge
zocht, is op den voorgrond te stellen, dat de
notaris jurist is. Onbetwistbaar is verder,
dat de notaris civilist is. De tegenwoor
dige universitaire opleiding zou weinig ver
betering brengen.
Spr. schetste de universitaire opleiding
van den jurist, zooals hij die wenscheiijk
acht. Eerst moet voor alle juristen een ge
meenschappelijke basis worden gelegd, bere
kend op een studie-tijd van drie jaar. Daar
in zijn te doceeren: burgerlijk-, straf- en
Staatsrecht, met de aan elk verbonden pro
cedures. Tot zoover voor het condidaats-
examen. Daar begint de specialiseering: een
studietijd van een jaar of iets langer zal
hier vereischt zijn. De civilist za! bij zijn
examen drie verplichte vakken hebben: een
hoofdstuk uit het burgerlijk of handelsrecht
(de a.s. notaris zal hiervoor huwelijks-, goe
deren- en erfrecht aangewezen krijgen); in
ternationaal privaatrecht; de praktijk van
het procedeeren (dit zal voor den notaris
wegvallen). Na het doctoraal-examen zou
dan nog een verdere, door een derde exa
men af te sluiten studie moeten komen,
waarin hij zal hebben te leeren wat speciaal
voor de notarieele practijk noodig is: de
voor het notariaat belangrijke wetgeving en
het ontwerpen van notarieele akten. Ook
deze studie en examen moeten universitair
zijn.
Van dit alles kan echter niets komen, zoo
lang de specialiseering der juristen niet is
ingevoerd. Als voorloopige maatregel zouden
pchter aan een of meer universiteiten lec
toren kunnen worden aangesteld, die de op
leiding tot de thans bestaande notarieele
examens zouden moeten geven.
Aan de levendige gedachtenwisseling na
men deel: Prof. L. J. van Apeldoorn, oud
notaris Scheltema Baudin, Mr. Bijvoet, notar
ris Swane te Utrecht, Prof. J. H. Scholte,
notaris van Doesburg en de voorzitter.
Op even geestige als uitnemende wijze,
waarop hij zijn voordracht had gehouden,
beantwoordde prof. Hijmans hierna alle
sprekers.
Ten slotte zegde de voorzitter namens ba-
stuur en aanwezigen den hoogleeraar har
telijk dank voor de interessante en leerrijke
avond, die allen, dank zij hem, hadden door
gemaakt.
Daarna sluiting.
Uit de An tire v. Partij.
A.R. KIESVEREEN. TE STOLWIJK.
De A. R. Kiesvereeniging Nederland en
Oranje te Stolwijk hield een buitengewone al-
gemeene vergadering in de Chr. School,
waar als spreker optrad Dr. J. Severyn, lid
der Tweede Kamer.
De voorzitter, de heer Bezemer, hoofd der
school, opende de vergadering met gebed ea
gaf het woord aan den spreker, die in een
zeer uitvoerig betoog het standpunt der Anti
revolutionairen uiteenzette, waarbij hy achter
eenvolgens stilstond by het verzekeringswe
zen, invaliditeits-, ziekte-, en ouderdomswet,
gelijkstelling van het onderwijs geestelijke
vrijheid en overheersching, ook in verband
met artikel 36 der geloofsbelijdenis, waarbij
hij de Zondagsrust ook de revue laat passee-
Uit het Sociale Leven.
DE RATIONALISATIE IN DE
TEXTIELNIJVERHEID
-3e hoofdbesturen van de tcxtteiarbeldersor-
jranlsatles „St Lambertus". „Pc Eendracht** cit
„Unitas" kwamen In recomblncerde v«r«ado-
ring bijeen ter bespreking van dr-n momentee-
len toestand m de textielindustrie.
•ordzank
de dVr^wêrklevérs^wo^1*"" *i>-
Steeds mee- arbeidspre.-tot^woTdTvan de tex-
elnrbelders en arbeidsters xevranRd. tonder
kening wordt gehouden
Verder wordt ee.-on iteerd. dat vooral it*
Ifahrlkanten ratlonalisatle-
•eren zonder daarbij hef nno
ven eg met de arbeldersorgani-attea t»
B er a.iciM»
*n d1 'f' rr"!f"r!,,n lelden.
atresrel
dezet
'nkort oi
gaan wat I