FIRMA VAN OEST. LAND EN 1VINB0UW No 77. PencMjnt tTkm Dmitrif DONDERDAG 12 Ü1AAR7 1931 Jfhu a. m\A.m j^aisverbouw in Nederland EEN UITMUNTEND GROEN- EN KUILVOEDER Van vroege soorten kan men zelfs zaad winnen. De fate soorten zijn malscher en beter geschikt voor inkuilen. op ;igd. zien I Toen ik verleden herfst verschillende op. declen van ons land doortrok zag ik hier iiad- en daar maar toch bij hooge uitzondering wel eens een hoekje maïs staan. Reeds meer 1 Tr» dere malen hadden wij op de beteekenis van om.dit groenvoedergewas de aandacht gevestigd en het deed ons werkelijk een beetje on- Pro* aangenaam aan maar zoo sporadisch een klein stukje maïs aan' te treffen, want o.i. is het de moeite waard, dat de landbouwers eens meer gaan probceren dit gewas in hun bouwplan op te nemen. Men kan in den herfst het als groenvoe- der aan do koeien geven, doch waar dan op vele plaatsen voldoende van dit voedsel aanwezig is kan men het heel geschikt in kuilen om later als het andere grocnvoeder itfcft zooals voederbieten, suikerbieten koppen en D7u bladeren, rapen ccz. opgebruikt zijn, te kun ïl nen dieren. Maïs blijft heel goed in den 7ft kuil mits natuurlijk op de juiste wijze ge- handeld is; voor achteruitgang in voeder- waarde behoeft men zich niet ongerust te maken. 't Is te begrijpen dat we met belang- stelling afwachtten de resultaten van de I proeven, die met silomaïs genomen werden onder leiding van het Wageningsche Insti I tuut voor Plantenveredeling. .49^ Thans schijnt dit rapport gekomen te zijn, i.4ft 1 doch wij ontvingen het helaas niet zoodat 1.27*41 wij onze gegevens moeten putten uit wal !>6 een ander blad, dat blijkl>aar meer begun stigd werd daarover mededeelt. »>o Gedurende drie jaren zijn 56 proeven ge- ii I nomen ten opzichte van de meest geschikte rassen, den zaaitijd, de zaaidichtheid, de bodemvereischten, als kalktoestand. bemes ting, enz. van deze maïs. Wat de rassen aangaat verdeelt het conti- té de vele maïsrassen in drie groote groc- Pen: de vroegrijpe, de middelvroege en de laatrijpo rassen. 1.50 De eerste kunnen, wanneer ze bij nor- 2*4 malen zaaitijd, dus Mei-Juni, gezaaid wor den, nog rijp zaad leveren. De stengel 19 n meestal dun, iets hórd en vertoonen een otu tnatige bladontwikkeling bij niet zoo hooge uiterlijk 2 Meter hooge stengels. Ze geven minder massa doch hebben hoo- gcr drogestofgehalte en zijn daardoor waar schijnlijk goed geschikt voor zoet pers voeder. De laatrijpo rassen hebben bij ongeveer 3 M. hooge, forsohe stengels veel blad, dus meer massa, maar dat waterrijker is en volgens buitcnlandsche ervaringen, moei lijker in te kuilen. De totale opbrengst is grootcr, vooral aan eiwitachtige stoffen. De middelvroege rassen staan hier tus- schen in. Volgens de Nederlandsche proefnemingen .geven de vroege rassen een bruto opbrengst 'per H.A. van 52.000 K.G. de middelvroege ''66.000 K.G. en de late maïs: 80.000 K.G. !ra) met respect. 19.8 pCt, 16.4 pCt. en 14.4 pCt 27.65 droge stof of per H.A. respectievelijk 10.400, ,u 9200 en 11.500 D.S. en 1100, 1000 en 1200 K.G. eiwit De oogsten zijn hier echter zéér hoog ge- De proefnemingen hadden tot resultaat, uit de zeven vroegrijpe Blanc'dcs Lan- .61. 'des, uit de tien middelvroege Pettender en uit de acht laatrijpo de bekende Vir- -ziginia. gekozen werden om dit jaar nog eens te vergelijken, waarhij men trachten zal de vroege rassen niet to rijp to laten worden, tesen Wat de zaaitijd aangaat wordt opgemerkt geheele plant wordt wat harder. Hoewel in de literatuur aanbevolen wordt de maïs een niet te dichten stand te geven, wijzen deze proefnemingen er op, dat speciual de vroeg rijpe rassen niet ii dun moeten staan. De hoogste opbrengst werd in den regel ver kregen door 100 150 K.G. zaad per H.A. te zaaien. Bij een rijenafstand van 50 c.M. komen de planten dan op pl.m. 5 c.M. in de rij te staan. Zaait men dunner, dan neemt in den regel het eiwitgehalte van den oogst iets toe. maar niet evenredig met de opbrengstvermindering. Een te dichte stand brengt echter het gevaar van legeren met zich mee. Uit proeven van ir. Cleveringa is gebleken, dat de kalktoestand moet liggen tusschen 10 en 10. Wat de bemesting aangaat, wordt ge rapporteerd, dat overal, waar stalmest werd gegeven deze zeer gunstig bleek te werken, ook op grond met te lagen kalktoestand kan daarmede nog een goede oogst verkregen worden. Kalibemestingen hadden gemiddeld een gunstig resultaat. De hoeveelheden, af hankelijk van de kalibehoefte van den grond variöerenden tot 800 K.G. kalizout 40 pCt. per H.A. en verhoogden de op brengst met 10 50 pCt. Op het gehalte schijnt kallbemesting een duidelijke uitwer king te hebben: het gehalte aan stikstof- vrije bestanddeelen werd er dóór verhoogd, waardoor het eiwitgehalte (echter niet de eiwitopbrengst) werd gedrukt. Door stikstof bemesting werden de eiwitopbrengsten cn ook het gehalte verhoogd,. Voor cambinatleteelt werden in de eerste plaats beproefd mengsels van twee rassen, echter zonder bijzonder gevolg. Dan werd een proef genomen, waarbij op 27 Mei rogge werd afgesneden cn de stoppel direct weer bezaaid met maïs op hoogen, tamelijk vruchtbaren zandgrond zonder extra be- i gemaakt. Door tegelijk met mesting. Op deze wijze werden dus twee ver, o.d. in te kuilen, bl r: to Wageningcn, dat de verpote laat- r.j.k rassen nog opbrengsten kunnen leveren van 10.000 K.G. drogestof per H.A. De tot dusverre genomen silage-proeven, mogen in 't algemeen goed geslaagd heeten. De beste uitkomsten kreeg men bij hakse- len en goed vasttrappen der kuilen. Toch laat zich het ongehakselde gewas ook wel inkuilen, doch eenigc schimmelvorming is dan te venvachten. In hoeverre deze schim mel schadelijk is voor het vee, is niet uit- fs, gras, kla- het bezwaar ruchten geoogst. Do opbrengst aan droge j tegemoet gekomen. Men zorge voor verticale stof per are. die aldus verkregen werd, i w anden van de kuil en vooral voor lucht- bodroeg 50 K.G. rogge en 80 K.G. maïs. Ver- dichte afdekking. mocdelijk levert deze methode een zeer J Gebleken is, dat in Limburg, doch ook groote productie per H.A. Dit doel is echter; in meer Noordelijk gelegen streken, zeer ook op andere wijze te bereiken. Men zou j goed zaad van middelvroege rassen kan in plaats van rogge ook andere gewassen j worden geteeld. Ook van late rassen kan als vóórvrucht kunnen nemen, die in Mei.! men zaad winnen, wanneer men de planten gemaaid of als groene bemesting omgeploegd j in kassen aan den gang brengtn cn in Mei worden. Heeft men betrekkelijk vroege ge- in den vollen grond verplant. Van de vroege wassen als koolzaad, vroege aardappelsrassen is zaadwinning zonder bezwaar in erwten en gerst, dan kan mogelijk de maïs J September-October mogelijk. De pogingen nog in den stoppel worden verbouwd, al i om van enkele rassen zaaizaad te telen, levert ze dan niet meer een volslagen ge- worden voortgezet, Ook de andere proeven was. I worden voortgezet. Het.is de bedoeling, zoo- Ook werd onderzocht of men de maïs kan wel nauwkeurige proeven te nemen als voorkweeken en dan op de stoppel van een j demonstratie-proefvelden aan te leggen. Zij, ander gewas verplanten. Wanneer de maïs die zich voor het nemen van proeven be- 8 a 10 weken vóór het verplanten op do schikbaar stellen, gelieven zich te wenden kiembedden wordt gezaaid, zou ze het jeugd tot hun rijkslandbouwconsulent of boeren- stadium voorbij zijn cn direct kunnen gaan bond, die weder met den directeur van het produceeren. Men zou van deze methode Instituut voor plantenveredeling in verbin- gebruik kunnen maken in het kleinbedrijf,ding staan. Subsidie voor deze proefvelden na vroege aardappels e.d. Gebleken is, dat kan in de meeste gevallen niet worden ver- verplanten wel mogelijk is, maar dat daar-} leond, doch wanneer de proefnemer aan de door een gevoelige stilstand komt in den te stellen eischen voldoet, kan het zaaizaad groei. Het is wel gewenscht, dat proeven gratis of tegen lagen prijs worden verstrekt in deze richting wordfcn voortgezet. In 1961 gerichten van den Planten ziektenkundigen Dienst ONTSMETTING VAN BIETENZAAD TEGEN BIETENBRAND. Bietenbrand, waaronder verstaan wordt het zwart worden der jonge plantjes aan den voet, waardoor deze kunnen wegvallen, kan door meer dan een schimmel veroor zaakt worden. Een van deze, Phoma beta< die in verreweg de meeste gevallen de oor zaak is van het wegvallen, gaat met het zaad over en kan door zaadontsmetting bestreden worden; tegen de in den grond overblijvende en van daaruit de plantjes aantastende schimmels helpt zaadontsmet ling natuurlijk niet. Het kan dus wel voor komen, dat, niettegenstaande ontsmet zaad is uitgezaaid, de opkomst te wenschen over laat, of, dat er toch nog vele plantjes weg vallen. Op grond echter van de, met het uit zaaien van ontsmet zaad, verkregen resul taten. raden wij aan, uitsluitend op ïn der hieronder genoemd* ij zen ontsmet suikerbiet angel wortclzaad uit dat maïs zéér gevoelig is voor vorst en moet z a a i e n. De ontsmetting kan geschieden In ieder geval gezaaid worden nadat het gevaar voor nachtvorst geweken is d.i. half f>ewas ontwikkelt zich aanvanke- vei-Jlijk traag, doch naarmate het grooter wordt, rersnelt het groeitempo, wat samenvalt met iet stijgen der zomertemperatuur. Hoe later oen zaait, hoe korter de beginperiode. Dit iceft het voordeel, dat het jonge gewas min- ler aan beschadigingen van allerlei aard is blootgesteld en het land vlugger bedekt, 'n het algemeen schijnt het aanbevelens- vaardig het land vóór den zaai óf herhaal- lelijk te bewerken (eggen) voor onkruid- rerdelging, óf misschien te bebouwen (door lat men bijv. van stoppelklaver nog een [vroege eerste snede oogst). Bij de proeven 1930 is gebleken, dat het in vele ge- 'alldn geen verschil in bruto-opbrengst le ert of men op 12 Mei of op 12 Juni zaait Het is aan te bevelen in geen geval vroeger zaaien dan de laatste helft van Mei. ait men later dan bijv. 10 Juni, dan gaat B opbrengst sterk achteruit De late rassen juven bij laat zaaien nog de beste resul- laten. Bij dunnen stand blijven de halmen Iets korter cn steviger dan bij dichtere, de door het bietenzaad 2 uur onder te dompe len in een oplossing van Germisan of van het iets minder werkzame, maar tooh nop goede resultaten gevende Uspulun univer val tor sterkte van y2 procent y2 K.G ont smettingsstof op 100 L. water) of 4 uur in procentsoplossing K.G. ontsmettingsstol op 100 L. water). Per K.G. zaad heeft men ongeveer 3 4 4 L van de oplossing noodig. Dezelfde oplossing kan meerdere malen achtereen gebruikt worden, mits na elke behandeling zooveel nieuwe oplossing wordt toegevoegd, als door het zaad wordt weg genomen. Men kan aannemen dat 1 K.G. zaad ongeveer 0.8 a 1 L. oplossing op neemt Het los storten van het zaad in de vloei stof is, met het oog op de bevochtiging, beter dan onderdompeling in een zak. Na de behandeling wordt, het zaad zoo dun mo gelijk uitgespreid, vaak omzetten bevordert een snelle droging. Met het zaaien behoeft niet gewacht te worden, tot het zaad vol komen droog is. Uitzaaien van iets vochtig zaad bevordert zelfs de kieming en de op- 1H. Kweekers, „R O O K D O O D" het Ideale middel tegen Lt'ls In Kassen, Serre'a Flatglns, Geen bcurbndlcInK der Genomen. Uitsluitend verkrijgbaar bij de fabrikant* EPTAFAB3IEK (Fa. Gebrt Manger), CELFF, Tef. 532 (nj»J (Speciale Fabriek van Plantemlektenbestrljdlngsmiddolen) N V. L.STASSEN Junior, Hiliegom Bloembollen, Planten, Rozen enz. TELEFOON 2257 unie fraaie, In koper-diepdruk uitgevoerde wordt op aanvraag uitsluitend oestemd is voor particuliere Dtoementlefhebbira- in de beste en duidelijkste handleiding het aanleggeu ------- - bloementuin. «HE ARTIKELEN WOPOEN ONDER 6ARANTIE GEIETERO bloemen-fotografie! Brat la toegezonden onderhol WIE NIET ADVERTEERT WORDT VERGETEN komst. Bij het zaaien met de machine dient er rekening mede gehouden te worden, do het zaad door vochtopnamc is uitgezet. De ontsmetting kan, hij gebruikmaking Germisan ook geschieden volgens de china Ie omschepmcthode. Hierbij wordt het zaad ontsmet in de apparaten, die gebruikt worden voor de droog-ontsmetting. Een goede ontsmetting wordt verkregen, door per 20 K.G. zaad, 4 L. van een 3 pro- centigc Germisan oplossing te gebruiken. De resultaten, die bij toepassing van deze werkwijze worden verkregen, zijn doorgaans iets minder, dan bij onderdompeling van het zaad. Hiertegenover staat ech.terrdat het zaad spoedig na de ontsmetting zaaidroog is, terwijl de duur van de behandeling kort is. Het zaad wordt nl. 4 5 minuten in den trommel rondgedraaid. Bij toepassing van de machinale omschep methode is het ten zeerste gewenscht g.' bruik te maken van machines, die zoodanig zijn ingericht, dat de vloeistof tijdens draaien tot het zaad toevloeit Wordt de vloeistof in een keer aan het zaad toege voegd, dan gaat het somenkoeken. Als droog ontsmettingsmiddel voor de ontsmetting van bictenzaad kan worden aanbevolen U T 6So Per kg. zaad wordt 8 gram van dit middel aangewend. De ontsmetting moet, met h'-i oog op mogelijk inademen van ontsmettings stof en ook voor het verkrijgen van een goede menging, geschieden in de, voor dn doel in den handel zijnde droogontsmettings apparaten- Met U T 685 behandeld bieten zaad kan niet worden voorgeweekt, daar de ontsmetting dan onvoldoende wordt. Nadere inlichtingen worden gratis er strekt door den Planten /ektenkundigoi. Dienst te Wageningen en door de bij cUe-i Dienst werkzame ambtenaren. <uarne gratis toa. Druiven naar Indië Zooals men weet zijn het vorig jaar een ijftal proeven genomen met het verzenden van druiven uit het Wes'.land naar Indië. Als wij ons niet vergissen dan waren deze druiven dadelijk vanuit de kassen dus in bijzonder frisschen s'.aat ingepakt en dade lijk daarop per Maatschappij „Nederland" of Ro'.terdamsche Lloyd verzonden. De resultaten waren niet zoo, dat men ze met het praedicaat „goed geslaagd" kon be titelen. De druiven van de eerste zending waren uitstekend, doch die van de volgende vier niet zóó, als men had durven hopen. Wel was de eene zending na aankomst van beter kwaliteit dan de andere, doch van goede resul aten kon niet gesproken worden. Daarbij kwam, dat ze dadelijk na aan komst geconsumeerd moesten worden: du ren konden ze niet. heeft de heer Kehlenbrink te Rotter dam, bij de woningbouwers goed bekend door zijn isolatiematerialen, een proef geno men op eigen initiatief. Deze verzond 19 December eenigc trossen druiven naar Batavia. Hij had deze druiven welke natuurlijk uit liet koelhuis kwamen bij een winkelier In Rotterdam gekocht, die 'erklaarde, dat ze binnen een week ver bruikt moesten worden, daar ze al ver heen waren. Toon zc ingepakt werden moesten dan ook van elke tros een aantal druiven uit geknipt worden, daar deze reeds „aangesto ken" waren. Op 20 Dec. vertrok de boot met deze drui ven. Ze werden verzonden ln een van Upson Board gemankt kistje, en waren vernakt in ÏTpsnn Rlue S'rlne isolatie, ee.n isolatiemate riaal met een zéér gerenomeerden naam Hoewel men met het oog op den „vergevoi don staat" der druiven niet veel hoop koe? terdc, wachtte men tooh met belangs'.ellin, berichten omtrent de aankomst te Batavi af. Op 23 Januari kwam het telegram bin ncn, dat ze heel goed waren aangekomen ei in het Bataviaansch Nieuwsblad van 22 Januari 1.1. stond hei volgende be richt: DRUIVEN. Het leek den laaisten tijd of de druiven import uit Holland gestaakt was. Het gei zoen is over, zei men, en daar troosten d< lieden in Indië zich mee. Hel was een feil dat de eersie zending, die waarlijk in ell opzicht een verrassing bood, niet alleei kwamen de druiven uitstekend over, also zij één dag na de WesUandsche veiling ai riveerden, doch bovendien was de smaak vei rukkelijk, door latere zendingen niet were geëvenaard. Maar nu ontvingen wij vanmorgen bezoel van een zoon van den heer Kehlenbrink ui- Rotierdam, die van zijn vader een klstji druiven toegezonden had gekregen met dt Poelau Rocbia, welke boot 20 Decemoer fs vertrokken en vanmorgen hier arriveerde De druiven waren op een bijzondere, wijze verpakt, nl in Upson Board en in Upson Blue Stripe isolatie. De vruchten waren vol maakt koel en hadden zich best gehouden De smaak deed niet onder voor die van de eerste zending welke in Indië werd ontvan gen. Het voordeel van de verpakking is, dal men de druiven, als zij eenmaal uit de koel- kamer zijn, nog geru:men tijd goed kan hou den, wat met de onverpakte vruchten in de gewone Westlandsche kisljes n,ict het geval is. De proef is in ieder geval uitstekend ge lukt Het lijkt ons niet van belang ontbloot, dat deze proef bekend gemaaki wordt en zou het nemen van meer uitgebreide proeven o.i zéér zijn aan te bevelen. Het isoleerend vermogen van Upson Blue Stripe is zeer groot, dat weten we, en Upson Board kervnen we als een zeer duurzaam materiaal, dat zéér goed bestand is tegen vocht en schadelijke dampen en daarom in stallen, waar damp en ammoniakgassen hun vernielende werking op het hout uitoefenen met veel succes wordt toegepast. Duitsche invoer Men waarschuwt in Dultsehland tegen te krachtige maatregelen tegen ons land. Volgens mwdedeel ingen van den Neder- landschcn Rijkslandbouwconsulent te Ber lijn, voerde Duitschland over 1930 in aan „oaa aardbeien. 3800 ton, waarvan Nederland het derde deel leverde, n.l. 1290 ton. in 1929 bedroeg de Duitsche invoer slechts 1580 ton, waarvan "iLons lami 660 100 en in waren het oDOO ton. terwijl daarvan uit Nederland on geveer liet derde deel, n.l. 2020 ton afkomstig waren. Met de lnvocrcijfers van druiven krijgen we ongeveer dezelfde vorhoudlngs- cijfers. Er werden in 1930 ongeveer 70.260 ton druiven in Duitschland ingevoerd, waar van ruim het derde deel uit Nederland kwa men, n.l. 2490 ton. In 1929 waren deze cij fers respectievelijk: 76 300 ton totale invoer, waarvan 2140 ton uit ons land en in 1928 was het 63.730 ton en 20.090 ton uit Neder land. Wat de erwten aangaat daar kunnen wij geen derde d'del halen, bij lange niet, 't blijft ongeveer het aahtste deel. Het vorig jaar had Duitsch- 't Hindert niet «uien- i oeienpianten. Vr; prös van aspergeplm leg-aard appel en. i ADVERTEERT DIT BLAD BLOEMENKASSEN^ IMA NOOflSCH GRE. NEMHOUT. PANEELEN ASBESTCEMENT MET TWEE TABLETTEN ^MCMiANcusmr.iu KTM„ 140M» E17J iSOM ISOMi. 7V30 J.30MuoM»rno jb» VELDWEG 1 SOEST «sas* tf.V. Zwolsche Paarden- en Veeverzekering Mij. en tide Stamboek-Onderlinge" gevestigd te ZWOLLE. Kantoren: Ossenmarkt 26 en 27 Directeur Dr. G. H. J. Tervoert, dierenarts Eenlgste Maatschappij in Nederland, die verzekeringen sluit van jaar tot Jaar met vaste premiën vanaf L40 per ƒ100 cn per halfjaar met oen schadevergoeding tot 90 DE GROOTSTE DE BESTE Bij de meeste maatschappijen cn z.g.n. Onderlinge Verzckering-Mij.en verbindt men zich voor drie Jaar en langer, hetgeen teleurstellingen verooizuakt. Vraagt alvorens Uwe verzekering af te sluiten inzage verzekeringsvoorwaarden en tarieven. land boven eigen verbouw nog 39.900 ton lit hot buitenland noodig en betrok daarvan it Nederland 4950 ton. In 1929 voerden ze in 47.900 ton, waarvan ederland 6000 ton leverde. Zooals we zien hebben onze Oostelijke bu rn nog wel wat noodig en kunnen we onze >gen voor mogelijke afzet daar nog ns heen slaan. Nu maken wij ons bezorgd over de steeds eer, soms heel plotseling komende verhoo- ng der invoerrechten. Maar in Duitschland zelf komt al een ken- ring en een soort bezinning. Wij hebben er al meermalen op gewezen, dat Duitschland hoog spel speelt, omdat wij ook groote afnemers van Duitschland, dus niet alleen leveranciers, zijn. Als we het wel hebben gaan sommigen thans de oogen open. Ongeveer twee weken geleden bevatte de Frankforter Zei t u n g een artikel over het „Ware Libera lismc". Daarin werd gewaarschuwd tegen de al maar hooger wordende invoerrechten. Vooral togen Nederland moest dat stop ge zet worden, daar Duitschland voor ongeveer- 1400 milliocn Mark naar Nederland uitvoer de. O Zoo! Toen de F.N.Z. met zijn boycot plannen kwam en zo ook ten uitvoer bracht gingen er in Duitschland al soortgelijke stemmen op als we nu weer in de Frankfur ter Zeitung beluisteren. Laten ze zich goed bezinnen, want als ze doorgaan met onze export te belommeren wordt hier vanzelf stemming gemaakt togen Duitsche artike len. We kunnen die waren waarschijnlijk ook wel elders krijgen, en misschien even goed en even duur. 'k Hoorde dit dezer dagen nog in een win kel, toen een dame, die inkoopen deed, be slist Duitsche artikelen weigerde, met de opmerking: „wij hebben al zooveel last van Duitschland, dat ik geen Duitsch goed in mijn huis wil hebben". Misschien school hier wel wat overdrij ving, doch 't is een symptoom van een meer en meer te voorschijn tredende tegenzin te gen Duitsche waren. Duitschland voert alleen naar ons land voor 840 millioen gulden uit Tegenover goede cliënten moet men ook een beetje welwillend zijn. Dat begint men in Duitsohland ook in te zien, zooals blijkt pen wonder uit de plantenwereld Naar aanleiding van de enorme groei van Amorphophallus Titanum ('k weet helaas geen Hollandsche naam voor dit on-liol landsch product der plantenwereld), waar van zich sedert Februari 1.1. een exemplaar in het Arboretum te Wageningen bevindt cn waarover een paar maanden geleden ook in ons hoofdblad een beschrijving verscheen, deelt M. Karsten iets mede over een exern plaar dat zich in Kew Garden bij Londen bevindt. Hij schrijft daarover in het Weekblad voor de Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plant kunde o. m. het volgende: Toen de zoo merkwaardige plantenver schijning het vorig jaar in Kew bloeide, was het niet voor het eerst, dat men aldaar de reusachtige bloemkolf heeft kunnen aan schouwen, doch was het de derde maal, dat deze heuglijke gebeurtenis er plaats had. De plant werd in 1878 door den Italiaan- schen plantkundige Beccari op Sumatra ont dekt. Van het door hem verzamelde cn naar Italië verzonden materiaal werd een kleine knol aan de Royal Botanie Gardens te Kew gestuurd. In Juni 1889, dus eerst elf jajvn later, kwam uit dien knol een bloem tot ont wikkeling en was dit de allereerste keer, dat deze wondere plant ln Europa bloeide. In Augustus 1926 was er in de Victoriakas te Kew wederom een bloeiend exemplaar van A. Titanum te zien. We waren toen juist in Kew on hebben dan ook het geheele verloop van den bloei kunnen volgen. Nadat dagenlang de vorderingen van den bloem knop met aandacht gadegeslagen waren (do lengtetoeneming werd op een lat. die nua^t de kuip bevestigd was, van den 2Ssten Juli af geregeld eiken ochtend aangeteekend), ontplooide zich in den namiddag van Wocns dag den 4den Augustus d.a.v. dé reusachtig groote lichtgroene scheede, die tot dusver de bloemkolf tot dichtbij den top omsloten hield en toonde haar donkerpurper gekleurde bin nenzijde. Het basale gedeelte van de licht gele, iets groen getinte kolf, die van diepe lengtegroeven voorzien was, bleef aan hei oog onttrokken door de keurig geplooide soheede, die het bekervormig omhulde. De bekerrand was bij de ten volle ontplooide bloem sierlijk naar bulten omgekruld, bc vendien grof getand, hetgeen het effect nog verhoogde. De geheele lengte dezer inflorea centie, met inbegrip van den zeer korten en dikken steel, die liet bioemgevoarte torschte, was ruim 6 Eng. voet (ongeveer 1.82 M.) en haar grootste diameter 3 voet 9 duim (1.14 M.). Aan den voet der plant waren oen paar verschrompelde bladachtige organen, de schutbladeren, dio eens den kmop omhulden. Naast haar ongewone grootte, eleganten vorm en fraaie kleur heeft deze Indische Aronskelk ook nog een hoedanigheid, die minder aan ïaam is, n.l. een verre van aangenamen geur. De stank, dien de ge* opende bloem produceerde, was schier on dragelijk (deed denken aan rottend vleesch) en was zelfs tot buiten de kas waarneem baar. Om het publiek in de gelegenheid te stel len deze zeldzame bloem in volle fleur td aanschouwen, was dien Woensdag de Vic toriakas in plaats van tot 5 uur (den gewo nen sluitingstijd) tot 7 uur opengesteld. Nog twee dagen duurde de bloei, maar den eer sten dag was ze toch op haar fraaist. In den 20sten jaargang van „Onze Tuinen" van 1 Januari 1926, vinden we een bijdragd over de Amorph. Titanum, geillustreerd met foto's van een exemplaar in knop, in bloei cn in blad, alle opnamen uit 's Lands Plan tentuin te Buitenzorg. In dit laatste artikel, van de hand van den heer H. J. Wigman te Buitenzorg, wordt o. a. medegedeeld over da vindplaatsen dezer plant Ze wordt o. a veelvuldig aangetroffen in het Padang Pandjangsche en wel in de buurt van do Anei Kloof, voorts ook in het Bengkoelen- sche. £)e Nederlandsche suikerbiet bovenaan Kuhn P. toch voordeeligere In het verslag van de landbouwproefvel- den in Noordelijk Groningen in 1930, dat veel wetenswaardigs bevat, en bewijst met hoeveel ijver de Rijkslandbouwconsulent al tlaar dc heer Ir. P. G. Meyers in zijn ambts gebied werkzaam is, trof ons o.a. de uitslag van het proefveld mei suikerbieten. Dit werd aangelegd om de opbrengstcijfera van een drietal bekende suikerbietensoorten met elkaar te vergelijken. Door de proefvelden in zesvoud aan te leg gen werden toevalligheden zooveel mogelijk woggerekend, daar naluuriijk het gemiddel de der verschillende proefvelden als h e t re sultaat werd gerekend. Dit resultaat was als volgt: Wat de „misplaatsen" betreft had Hille»- hög 6.5 pet., Klein Wanzleben 9.5 pet. en Kuhn P. 6.5 pet. „Schieters" telde Hilleshög 0.2 pet, Klein Wanzleben 2.2 pet cn Kuhn P. slechts 0.1 pet De wortelopbrengst per II.A. in K.G. was bij H. 44900, bij K.W. 43900 cn bij K.P. 44000. Het suikergehalte respectievelijk bij H. 16.6 pet, bij K.W. 16.6 pet cn bij K.P. 17 4 pet En wat de suikeropbrengst per H.A. aan gaat en dit is wel het voornaamste punt, deze was bij Hilleshög 7.450 KG., bij Klein Wanzleben 7.260 K.G. en bij Kuhn P. 7.660 K.G. Men ziet hoe de Nederlandsche suikerbiet Kuhn P. een prachtig figuur maakt, naast de meest bekende andere soorten. Waarom zou men dan andere soorten te len? Boekbeoordeeling A. E BREHM. HET LEVEN DER DIEREN N. V. Uitgeversmaatschappij E.N.U.M. Am sterdam. De populaire Brehm, opnieuw bewerkt door Dr. W. Koch, in een goede Nederland sche vertaling, wordt door ons met blijd schap het welkom toegeroepen. Reeds eerder ontvingen wij het eerste deeL thans kwamen het tweede en rWdp deel te gelijk. Er volgen nog twee dcelen. Deze vijf deelen verschijnen alléén gebonden. Het tweede deel: Zoogdieren II en het der de deel: Vogels hebben wo met oude be langstelling ingekeken en moesten ons moeite doen om niet alles te gaan 'ezen, daarvoor wordt te veel geboden en is onze tijd te beperkt Maar de lust er toe kri|gt wel als mem zoo hier en daar eens Mat lezen. Prachtige foto's, veelal naar de natuur genomen, echte staaltles van fotogTafts^ kunnen en fotogravendurf versieren deze deelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11