Het Communisme in de Practijk
Radio Nieuws.
TWEE ENTHOUSIASTEN
MAANDAG 2 MAART 1931
DERDE BLAD PAG. 9
Objectieve mededeelingen en'critische beschouwing
GEVAARLIJKE EN VREESELIJKE
PROEFNEMINGEN
TEE INLEIDING
Er is geen land. waarover tegenstrijdiger
geoordeeld wordt dan Rusland. De een ziet
het als een monster van onmenschelijkheid,
de ander als een eldorado voor <*e aanhan
gers van een nieuwe wereldgedachte, die
slechts met opoffering van mensclienbloed
tot stand kan worden gebracht.
Wij echter zien het als een experiment
(proefneming), het is een laboratorium voor
mannen, die zich om welke redenen ook,
niet meer met het kapitalistische stelsel kun
nen verzoenen en nu figuurlijk gespro
ken met talrijke proeven bezig zijn, waar
uit een betere wereld te voorschijn zal moe
ten komen. In tal van reageerbuizen, want
dat is industrie en lanr'bouwer thans, werkt
men op „reacties" en het is voor ons, be
oordeelaars der Russische situatie, uiterst
moeilijk een diagnose vast te stellen; want
wanneer wij zouden vermeenen, dat door toe
voeging van te voren bekende reagentia (te
genwerkende middelen) het te verkrijgen re
sultaat roodgekleurd zou zijn en wij ons
daarop in onze beschouwingen hebben inge
steld, dan werpen de sovjet-leid?rs er een
ander goedje in en met verbazing zien wij
onverwachts een violette tint te voorschijn
komen; met welke beeldspraak wij bedoelen,
dat de experimenteerfabrtek van de commu
nistische partij der Sovjet-Unie onbereken
baar ia.
Wij willen onze meening.wat meer onder-
streepan.
Lenln aan het roer
Tengevolge van de geslaagde October-re-
volutle, kwam in 1917 Lenin aan h'et roer, de
leider van de bolschewistische partij. Hij
deed zijn gedachte-essence (geest) in de re
torten, en daaruit kwam het oorlogs-commu-
nisme te voorschijn, waarbij getracht werd
den arbeiders werkelijke macht te geven.
Het systeem werd ctus zuiver communisme,
het proletariaat aan het bewind, terwijl
„geld" werd afgeschaft en vervangen door
betaling in „natura". Dit procédé mislukte
echter totaal, hetgeen echter logisch was;
welk staatsorganisme zou de uiterst gecom
pliceerde taak der distributie, die in de door
traditie geperfectioneerde (vervolmaakte)
kapital.stische maatschappij uiterst efficient
(doelmatig) functinnneerde, uit den grond
knnnen stampen? Met enkele massa-artike
len als zout, suiker, meel, vleesch etc. zou
het nog mogelijk zijn. maar nimmer bij de
duizenden andere artikelen, die in verschil
lenden vorm en in verschillende kwaliteit
gevraagd worden.
Plotseling bleek negen-tiendie van indus
trie en lanbouw overbodig, daar producten
werden voortgebracht, die niet onder de dis
tributie vielen. Het economische leven stierf
af. Lenin gooide toen zijn retorten (kolf-
flesch) weder leeg en vulde ze met nieuwe
ingrediënten Het geld werd weder in eere
hersteld. In h'et oude procédé (werkmanier)
waar de betalingen in natura zouden ge
schieden dienden de belastingen eveneens
met goederen te worden betaald.
Hieruit volgde voor de boeren een op het
cultuurstelsel in Indië gelijkend regiem. Zij
hadden dat gedeelte van den oogst aan de
Sovjets op te brengen, dat geproduceerd werd
boven hun eigen behoefte, met het gevolg,
dat zij er de brui aan gaven en slechts het
hooprst noodige uitzaaiden voor eigen ge
bruik. Daardoor veroorzaakte de misoogst
van 1921 vanzelfsprekend hongersnood. De
invoering van het geld bracht'hierin voor
beide partijen verbetering de hongers
nood, zij het ook met behulp van buitenland-
sohen steun (American Relief Association
onder Hoover) kon worden overwonnen, de
Staat kreeg de beschikking over contanten
en de boeren plantten weer normaal, omdat
het surplus (overschot) nu te hunner be
schikking bleef.
Tevens stopte men de collectivewring (so
cialisatie) van den lani'ouw.
De leiders na Lenln
Na Lenin's dood zetten de anderen het
chemische gedachten-experiment door, waar
bij echter niemand Lenins autoriteit had,
zoodat de diverse leiders. Rykof, Trotski, Zi-
nowjef e.a. elkaar bestreden. Geleidelijk
groeide de macht van Stalin, de leider van
het beambtenapparaat van de partij, die met
kracht naar de dictatuur streefde. Het ge
lukte hem de conciliante( verzoeningsge
zinde) elementen uit de partij te stooten en
te verbannen.
Stalins brouwsel is zeer bitter, en het
blijft de vraag, of men dien drank op den
duur zal blijven sli'Voor liet West-
Europeesche en wereld-economische leven is
het een sterk vergif en voor Rusland be-
teekent het een opzij de zetten van alle men-
schelijkheid het is de op de spits ge
dreven industrialisatie, waarbij de arbeider
tot machine werd verlaagd en waarbij diens
wenschen ten achter werden gesteld bij zijn
waarde als voortbrengingsapparaat Giet
men dit vocht in Rusland uit, dan ontstaat
wat algemeen word't genoemd „het vijfja
rig plan".
Dit vijfjarig plan beoogt de Intense op
voering van Rusland» industrieel leven. Wat
in de oorlogsjaren werd verwoest en in den
revolutietijd nog intenser werd vernietigd,
werd weder in een koortsachtig tempo op
gebouwd, terwijl daarnaast de voorsprong
van West-Europa, die zelfs vóór den oorlog
reeds vrij geprononceerd was, moest worden
ingehaald.
Alles dient te wijken voor de industrie. Fa-
I milie-leven, moraliteit, individueels behoef
ten moesten bij de productie worden ten-
achter gesteld en wanneer het Stalin niet
vlug genoeg gaat, dan stopt hij maar wat
nieuwe katalysatoren in het apparaat, dat
daardoor tot grooter intensiteit wordt aan
gezet.
Men vraagt zich af, of Stalin hiermede niet
spoedig de grens van het uithoudingsver
mogen van het Russische volk zal berei
ken. De reactie kan ontstaan van beneden
uit of van boven af. De boeren worden op
nieuw gedtrongen in de richting van het col
lectivisme; de tijden van den individueelen
eigendom zijn weer voor ren poos voorbij,
want dat systeem past geheel niet in Sta
lins kader, daar de indivi Jiueele boeren te
veel waren eischen in ruil voor hun land
bouwproducten. De ontstemming stijgt, doch
wordt door het prachtig functionneerend sy
steem dier partij in toom gehouden. Hoe
lang nog?
Er dreigt gevaar voor Stalin
Reeds heeft de sovjet-pers melding moe
ten maken van aanvallen op communisti-
ten ten platte lande, hetzelfde verschijnsel,
dat in 1923 de sovjetregeering tot conces
sies aan de boeren dwong.
Doch van bovenaf dreigt eveneens voor
Stalin gevaar. Zoolang de uitvoerders, de
leiders eensgezind blijven, is er van veran
dering van politiek weinig sprake, al mag
deze door de omst digheden milder of
strenger worden toegepast De stoet van
staatsbeambten werkt als een goed gedisci
plineerd leger. Alleen wanneer in de boe
zem der machthebbers de fakkel der twee
dracht oplaait, is het niet zeker of Stalin
daaruit als overwinnaar zal te voorschijn
komen.
Er blijven geruchten circuleeren over die
actie va~ onttroonde keizers, zooals Rykof
en Syrtsof tegen Stalin. Deze zouden een
meer rechtsche strooming vertegenwoordi
gen. Het is niét denkbeeldig, dat dus óf door
Stalin zelf óf tegen hem in door anderen, die
hem dan zouden vervangen, het roer wordt
omgegooid en een meer gematigde politiek
tot stand komt Men dient daarbij echter
niet uit het oog te verliezen, dat het onder
scheid niet groot kan zijn. Stalin is een
krachtfiguur, zeker, maar ook is hij gebon
den door zijn organisatie.
Dit zal met ieder ander het geval zijn, die
misschien binnen korter of langer tijd zijn
plaats inneemt De meeningsversc-hillen bin
nen de communistische partij der sovjet
unie zijn van zulke kleine afmetingen, dat
zij voor buitenstaanders vaak niet begrepen
en gezien worden. Het is dan ook van
stens even groot belang, het functionneeren
en de methodien der organisatie bloot te leg
gen, als zich bezig te houden mat de perso
nen, die aan het hoofd staan.
Wij zullen geregeld het nieuws publicee
ren, dat uit Rusland tot ons komt, somtijds
zonder commentaar, somtijds met opmerkin
gen voorzien. Tevens is het onze bedoeling
bepaalde punten nader uit te werken, doch
bij al onze beschouwingen stellen wij v
op, zooals wij in dien aanvang hebben
zegd, dat de sovjet-unie een terrein is van
ge-experimenteer (proefnemingen), waardoor
geen steekhoudende prognosen (voorzeggin
gen) te maken zijn. Aan voorspellingen zul
len wij on6 dan ook niet wagen, maai
achten en beschrijven, hoe dte toestanden
zich ontwikkelen.
De Iswestja-uHlatingen schijnen erop te wij
zen. dat hier strijd is gevoerd, wat niet
klopt met de verklaringen der Sovjet-heer-
sc.hers; het is toch overal zoo volkomen rus
tig. Hela&s bevat het doodsbericht verder
niets over de doodsoorzaken zoodat men
deze inleiding slechts gissen kan, wat ei
gebeurd.
INSPANNING EN BELOONING
Om fret, tempo der versnelde productie fn
de Sovjet-Unie vol te houden is de grootste
insj>anning noodig. Men heeft daartoe op
elke fabriek groepen van „oedarniki" ge
vormd. „menschen die toeslaan", en
deze geven het voorbeeld tot inspanning bij
het werk en daardoor tot verhooging der
productie.
Doen diö „oedarniki" dit alleen uit liefde
voor de zaak? Neen. want bij de gemeente
raadsverkiezingen bijv. die thans gaande
zijn, geldt de leuze: „Alleen Oedarniki mo
gen- gekozen worden"! Zoo is het ook voor
andere functies, in de vakvereenigingen, in
die partij, in de bedrijfsleiding, kortom over
al. Wil men het binnen de sovjet grenzen
verder brengen dan gewoon arbeider, dan
moet men eenige jaren hard gewerkt hebben
en zich door-inspanning hebben onderschei
den; men moet dat duidelijk hebben laiten
merken!
Het op jaag-systeem zit heuscih niet kwaad
in elkaar.
DE DAAD VAN EEN LID
DER GEPEOE
In Februari overleed in Moskou Iwan Joe-
s. een beambte der gepeoe, afkomstig uit
het distriot Kowno, dus een van de groep
Letten en Lithauers. die welhaast de kern
dier gruwelijke organisatie vormen.
Dit overlijden zou geen vermelding ver
dienen. indien het regeeringsorgaan, de
i, er niet in de volgende bewoordin
gen over schreef:
,.De strijd der arbeidersklas, je op den weg
van den bouw van hei socalisme veroorzaakt
niet alleen reusachtige moeilijkheden, maar
I vereischt daarnaast nog slachtoffers
vooral onder de strijders in de voorste ran
gen! Kameraad Joesis stierf jong, opge
wekt, vol kracht, energie en hartstochtelijk
verlangen om de zaak der arbeidersklasse,
partij en revolutie te dienen."
Het zou niet onaardig zijn te vernemen
op welke wijze deze tschekist is gestorven.
DWANGARBEID OF NIET?
De „Izwestia" van 24 Januari valt op
scherpe wijze de Engelschen en de Ameri
kanen aan, die de Sowjeit-regeering beschul
digen, den houtaankap met hulp van dwang
arbeid uit te voeren.
..Kijk maar naar jezelf" Is de gronditoon
van het verweer.
„Toen. vóór de revolutie, de Engelsche
firma's Steart, Hernet en Brind in die ge
bieden hout kapten was de arbeidstijd ca.
11 uur; de mannen verdienden 66 kopeken
per dag. de vrouwen 35 kopeken. Woningen
waren allermiserabelst. Dit blijkt uit rap
porten, dateerende van 1912. Hatelijk wordt
daaraan toegevoegd, dat de „Engelsche
schoften" allicht een rapport over de toe
standen onder hun eigen bewind hebben ge-
copieerd en deze rapporten nu met gebrul
over gedwongen arbeid, als misleiding voor
hun eigen arbeiders gebruiken. Er is geen
woord van aan. er zijn goede woningen ge
bouwd voor d-a houtkappers, baden ingericht,
er wordt voor medicinale hulp gezorgd, en
voor geestelijke voorlichting in de „roode
hoeken"!
Dat is het verhaal op blz. 3 van de Rus
sische courant.
En wat staat er op blz. 4. aan de achter
zijde in precies hetzelfde blad? Daar wordt
op de gewone wijze de trom geroerd en
alarm geslagen over het feit, dat er minder
hout wordt gekapt, dan in h<et jaarpro
gramma vastgesteld. De voorzitter van de
houtkaptrust der Sowjet-Unie, „kameraad"
A. P. Smirnof, heeft telegrafisch al zijn
ondergeschikten erop gewezen, dat er niet
genoeg activiteit betoond wordt bij het hout
kappen, dat men den gang van zaken maar
op zijn beloop laat en dat prod'iotie en pro
ductiviteit lager zijn, dan volgens de plan
nen vastgesteld. Hij geeft de opdracht, om
in het kwartaal Januari-Maart niet alleen de
programcijfers tot uilvoering te brengen,
maar ook in den achterstand van het vorige
kwartaal in te halen!
Als oorzaak van den slechten gang van
7,aken wordt vanuit de wouddistricten op
gegeven, dat er geen voedsel en kleeren
zijn. noch voer voor de paarden. Il Noord-
Rusland is graanteelt onmogelijk, zoodat
nagenoeg al het voedsel aangevoerd moet
worden. Wat heeft men aan geld, als er
geen voorraden zijn. Doch de chaos in de
verzorging wordt op de gewone wijze be
handeld. „Er zitten contra-revolutionairen in
rl« bureaux, rijke boeren (koelak, een vol
doende aanduiding ,om iemand buiten de
wet te sluiten) zelfs vroegere geestelijken
„De bureaux moeten gezuiverd worden,"
hetgeen beteekent de kogel voor de betrok
kenen of dwangarbeid in de kampen der
gestraften.
Het telegram van den Kameraad-voorzit
ter heeft reeds gewerkt, want het volgen
de telegrafische bericht uit Archangelsk
meldt, dat het gewestelijk partijbestuur (der
communistische partij natuurlijk) een maand
van „speedarbeïd" heeft gedecreteerd. Alle
partij- en sowjet-organen moeten hun volle
aandacht aan den houtaamkap wijden. En
kijk eens hoe dat helpt! Op sommige plaat-
is de helft van de tot arbeid in staat zijnde
boerenbevolking al de bosschen ingetrokken.
De kwestie van den arbeid van vrou
wen en onvolwassenen in den hout
aankap wordt geregeld. Welk een vuur en
enthousiasme opeens! Allemaal natuurlijk
geheel vrijwillig; het wordt op dorpsverga
deringen beslist, en wie zich ertegen zou
durveii verzetten, wordt terstond als „koe
lak" onschadelijk gemaakt. Zoo ziet de heil
staat, op de voorste bladzijde beschreven,
er op de volgende bladzijde in werkelijkheid
uiL
PROF. DR- H. VISSCHER
Naar wij vernemen is het dezer dagen
veertig jaar geleden, dat Prof. V i s s c h r
zijn loopbaan begon als predikant bij de Her
vormde gemeente te St, Johannesga. Den
8en Maart 1891 werd hij aldaar in den Dienst
des Woords bevestigd door Ds. J. Vermeer,
predikant te Zwolle, van waar hij vertrok
naar Zegveld in 1894, om dleze standplaats
te verwisselen voor Delft in 1896 en vervol
gens met Ouderkerk aan d:n IJssel, waar hij
in 1001 intrede <J«d.
Toen hij ln 1904 benoemd werd tot Hoog
leeraar in de Theologie aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht, ging een storm van protest
op tegen het beleid van den toenmaligen
Minister van Binnenlandsche Zaken Dr.
Kuyper. Het optreden van dezen hoogleeraar
liet echter niet na den indruk te vestigen,
dat de Minister een man had aangewezen,
die voor zijn taak berekend was, en aan te
toonen, dat de gereformeerde beginselen geen
belemmering zijn voor de ontplooiing van
een wetenschapelijken geest, doch veeleer
bevorderlijk aan een zelfstandige en weten
schappelijke beschouwing der dingen.
Prof. Visscher heeft zich niet opgesloten
op de studeerkamer. Onder degenen, die
prijs stellen op den arbeid van Visscher als
auteur, vernamen wij wel eens den wensoh,
dat hij meer in het licht deed verschijnen.
Zij kunnen zich thans te goed doen aan het
werk over de Schepping.
Prof. Visscher is echter geen kamergeleer
de, doch hij staat gaarne in het volle leven
om het in zijn realiteit te zien en het te ver
staan in het lioht dat Gods Woord daarover
doet opgaan. Voor degenen, die zouden wen
schen, dat hij nog veel meer geleerde boeken
geschreven had, willen wij opmerken, dat
dSkke boeken volschrijven met geleerdheid
een bezigheid is, die binnen het bereik ligt
van allen, dia in staat zijn dikke boeken
te lezen.
Ware wetenschap kan echter niet bloeien
buiten de onmiddellijke aanraking met het
leven, zooals het verschijnt in de volheid van
zijn strijd en streven. Wie Visschers wer
ken en geschriften leest, zal kunnen heb
ben opgemerkt, dat zij getuigen van ei
breede en diepe visie op die realiteit vi
het leven, waardoor zij ook een streng we
tenschappelijk karakter dragen.
Het behoeft dan ook niemand te verwonde
ren dat deze hoogleeraar zijn belangstelling
en bemoeienis verder uitgestrekt heeft dan
tot den academischen arbeid.
Op kerkelijk en politiek terrein heeft hij
zijn aandeel genomen, terwijl de Christelijke
Barmhartigheid een warm voorstander in
hem heeft gevonden. Van hem ging de stoot
uit tot oprichting van den Gereformeerden
Bond en van den Gereformeerden Zendings-
bond, beiden gesticht tot bevordering van de
eenheid van het Gereformeerde volk in de
Herv. Kerk. De kerkelijke vraagstukken
hebben zijn belangstelling, gelijk een ieder
weet, die daarmede op de hoogte is. In wel
ke richting Prof. Visscher een oplossing van
het kerkelijk probleem voorstaat, is o m. dui
delijk gebleken uit de modus-vivendi-voor-
stellen. Het is nog 6teeds te betreuren, dat
een oplossing in die richting niet voldoende
ondersteuning heeft verkregen.
In 1922 werd Prof. Visscher gekozen tot
lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal om daar een plaats in te nemen onder
de vertrouwensmannen der antirevolutionai-
partij. In het verlies, dat de theologische
faculteit te Utrecht daardoor bedreigde, werd
echter voorzien, wijl een leeropdracht den
hoogleeraar in staat stelde zijn colleges te
vervolgen.
De veelomvattende arbeid van den jubila
ris strekt zich echter nog veel verder uit.
Noemen wij slechts de Johannes Stichting,
van welke hij meer dan 25 jaar medebestuur
der, thans voorzitter is. Omstreeks even zoo
vele jaren behartigde hij de belangen van
de Vereeniging tot Christelijke verzorging
van Zenuwlijders, als lid van haar Bestuur,
terwijl ook de Gereformeerde Bond van
Stichtingen van Barmhartigheid in hem haar
vice-voorzitter begroet
Het behoeft geen betoog, dat een zoo veel
zijdig werkzaam leven van dezen talent vol
len man in breeden kring aandacht en waar
deering moest wekken.
Prof. Visscher is lid van de Maatschappij
Ned. Letterkunde, van het Utreehtsch Ge
nootschap voor Kunsten en Wetenschappen.
Ehrenmitglied der Universit&t Rostock en
werd onderscheidene malen uitgeroodigd de
Stonedectures te houden In Prince town
(N.J.).
Behalve de bekende wetenschappelijke
werken, van welke wij met name het pas
verschenen werk over de SchepDing noemen,
heeft deze hooggeleerde auteur op verschil
lend gebied zijn woord laten hooren. Daaron
der mag niet worden vergeten, wat hij ook
aan stichtelijke literatuur heeft geschreven.
Doortinteld van den warmen gloed van 't re-
ligieuse leven en helder, worden zijn medi
taties niet minder gaarne gelezen dan zijn
strijdschriften en wetenschappelijke studiieën
Bovendien onderscheiden zijn pennevruchten
zich gewoonlijk door dictie en stijl. Men
dienke aan zijn „Na eer en staat". Noemen
wij verder slechts: Stemmen uit de wolk der
getuigen, In Israel vermaard. Artikelen in
de Waarheidsvriend, Cch. ""^«schouwingen
in het Zondagsblad van de l chtsche Cou
rant en in Refajah, orgaan van de Gerei
Ziekenverpleging.
Uit een en ander moge blijken, dat d»ze
hoogleeraar in de 40 jaren, die achter liggen,
niet heeft stilgezeten, en een invloedrijken
arbeid heeft verricht
Wij verheugen ons, dat hij met de zijnen
daarop in goeden welstand en met dankbaar
heid mag terug zien. Als wij wel zijn inge
licht heeft Prof. Visscher er de voorkeur aan
gegeven om in de intieme rust van den
eigen familiekring de weldaden Gods te ge
denken. Den 3en Maart zal het 40 jaar ge
leden zijn, dat hij in den echt verbonden
werd met zijn trouwe en liefdevolle gade, die
in dit veelbewogen leven lief en leed met
hem heeft gedeeld.
Wij wensc-hen den heer en mevrouw Vis
scher en hunne kinderen gelukkige dagen
toe, dankbare en vreugdevolle herdenking
in de glans van dien vrede, die alle diingen
te boven gaat
Mogen nog vele jaren aan hun dagen wor
den toegevoegd en moge de rijpe m nog zoo
krachtige geest van Prof. Visscher den ar
beid onder ons volk voortzetten tot verster
king van het zelfbewustzijn en de saamwer
king van de Gereformeerde elementen bin
nen en buiten de Hervormde Kerk.
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
„WARNSBORN" EN „VIJVERBERG'.
Het Tweede Kamerlid Van Voorst tot
Voorts heeft aan den Minister van Binnen
landsche Zaken gevraagd te willen bevorde
ren, dat inz. de eventueele onteigening van
de landgoederen „Warnsborn" en „Vijver
berg", ter bewaring van het natuurschoon,
zoo spoedig mogelijk een beslissing genomen
wordt
WEGAANLEG EN WERKVERSCHAFFING.
Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan de
Minister van Binnenlandsche Zaken en Han
del verzocht te willen onderzoeken of het
waar is dat de gemeente Goes het aanleg
gen van nieuwe straten, plantsoenen enz.
laat. verrichten door het Burg. Armbestuur.
Moch dit zoo zijn. dan wenscht genoemd
lid maatregelen' te zien genomen, dat de he-
doelde werken rechtstreeks of zijde' ngs van
wege de gemeente worden uitgevoerd, zoo
dat het daarvoor o.m. bij collectief contract
bepaalde loon moet worden uitbetaald.
DE KOMENDE VERKIEZINGEN
IN EEN ANDERE GEMEENTE STEMMEN.
De heer A. C de W. te O. maakt er ons te
recht opmerkzam op, dat wie eenmaal op
de kiezerslijst staat, gedurende een jaar kie
zer blijft, onverschillig waar hij zich vestigt.
Hij blijft kiezer voorop de Staten en voor de
Gemeente waar hij op 1 Januari woonde.
Verhuist hij binnen de provincie, dan kan
hij in zijn nieuwe woonplaats stemmen,
mits hij dit tijdig aanvraagt Woont hij ech
ter in een andere provincie, dan moet hij
in zijn vroegere woonplaats stemmen.
Kiezers voor den Raad moeten steeds stem
men in de gemeente waar ze als kiezer zijn
ingeschreven.
'T VERHAAL VAN VANDAAG
VERSCHIJNT HEDEN NIET
Door ongesteldheid van den schrijver, dia
deze rnbriek verzorgt kunnen we vandaag
geen dagverhaal geven.
Echter zijn maatregelen genomen, dat te
beginnen met morgen deze rubriek toch ge
regeld zal worden opgenomen.
Dlnodair 3 Haart.
HUIZEN (298.8 M-) KRO. 8—9.15 Morsencon-
cert- 1010.25 Gramofoon. 10.2511 fc>ollst«n«
Instrumentaal. H11 30 Russisch KoziutlcenKoor
11.3012 Godsdienstig Halfuurtje. 12 TUaeoln.
12—1.30 Lunchconcert. 1.30—2 Wamoi'H). 2—3
Vrouweuuurtje. 3—3.30 Naaicursus. 3.90—4 Ver-
sorglng van den zender. 48.30 Gramofoua. 6 30
—6.45 Verbonde It war liertje. 6.457.1b Cutiu- in
Schriftverbeteren. 7.15—7.45 Spreker: t aaioor
van Beukering. 7.45—8 Gramofoon 8 Todseln.
90.30 Lijdensmeditatie door den WelEerw. Heer
Rector H. A. Bol
en Paulus te
11.10—12 Grai
1 H. H. 1
•terdam. 9.40—11.10 Concert.
>n. Flm. s.30 Nieuwsberichten
HILVERSUM (1875 M.) AVRO. 8 'i'tfdseln. 8.01
—0.50 Gramofoon. 10 Ttfdseln. 10.01—10.16 Mor-
genwjjdlng. 10 3012 Concert. 12 'l'ödseln. 12.30
Plano-studie-muzlek. 55.30 Radio-Kinderkoor
zang. 5.30—6 Concert. 66.20 Landbouw-lezing.
6.20—7 Voortzet-ing Concert. 7—7,S0 Engelse ie
les voor beginners. 8 TUdeein. 8.018.30 Kadlo-
Volks-Univensitelt. 8.309 Uitzending concert te
Enschede. 99.20 Het wegenvraagstuk ln Ne
derland. 9.20—10.L5 Studio-Opvoering. 10.15—
10.30 Nieuwsberichten. 10.30—11 Concert. 11—12
Gramofoon.
DE SCHUTSLUIS BIJ TERNEUZEN
EEN OFFICIEEL BELGISCH
COMMUNIQUE.
De correspondent van de N. Rott» Crt. te
Brussel meldde:
Van offlcleele zijde is Vrijdagavond het
volgende communiqué aan de Belgische
binden verstrekt:
Sommige Nederlandsche bladen melden,
dat de Nederlandsche regeering bereid zou
ziin afzonderlijke onderhandelingen te ope
nen over de kwestie van den bouw van een
nieuwe schutsluis te Terneuzen. Alles laat
toe te veronderstellen, dat dit bericht op
een misverstand of een vergissing van de
ziide der Nederlandsche bladen berust. Im
mers, zooals reeds officieel is verklaard, be
staat er voeling tusschen de beide reeee-
ringen voor de oplossing der verschillende
hangende vraagstukken. Dit in acht geno
men, bestaat er geen enkele reden om ze
kere kwes'ies. die voor Gent van belang
zijn, afzonderlijk te behandelen, te meer
daar de Gen'sche belangen veel meer baat
zullen vinden bij een gezamenlijke overeen
komst.
Vermoedelijk, aldus het communiqué ver
der. komt voornoemd bericht uit Terneuzen-
sche kringen, die de hoop koesteren aldus
op een gemakkelijker wijze de gelijkstelling
van hun haven met de Belgische havens,
voor wat de spoorwegtarieven en loodsgel
den be'-reft, te verkrijgen. De Nedèrlandsche
bladen verbergen het trouwens niet, dat Ne
derland deze voorwaarde voor den bouw van
de nieuwe sluis zal stellen.
DE INDIE-POSTVLUCHTEN
Het tiende retourvliegtuig, de P.H.-A.G.B.
is gister om 12.15 op Schiphol geland. Het
was op 20 Febr. uit Batavia vertrokken.' Het
vliegtuig had 320 K.G. post aan boord, waar
onder die van het bij Pakan Baroe gestrande
vliegtuig van de Ijjn BataviaMedan.
De P.H.-A.E.Z. is gister te Djask aange
komen.
NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS
35. Heer Pimpelmans was sinds een Week
Door 't harde werken erg van streek;
Geen drankje, dat den man verkwikte,
Hoeveel hij daag'lijks er van slikte;
En eind'lijk riep hij: „Wel. verbruid!
Ik ga er eens een weekje uitl"
Den andVen dag ging Pimpelmans
Per trein op reis nsar Nieuweschans;
Hij had daar nog een verre neef,
Aan wien hij dikwijls brieven schreef;
Zijn plaatsbewijs verborg hij goed
Ir. 't binnen randje van zijn hoed.
(Wordt Woensdag vervolgd.)
FEUILLETON
Door J. VAN ZUYLEN
Ik ging near stad en logeerde bij de fa
milie Baines, die ik al mijn leven had ge
kend. We raadpleegden met elkaar eri ik
plaatste mijn advertentie. Ik 6telde die zóó
op, dat er zoo min mogelijk verwachtingen
door gewekt konden worden. Ik wensch'e
niet overstroomd te worden door soiiicta-
ties van fatsoenlijke gezelschapsdames, het
zij vogelverschrikkers of modepoppen, noch
door menschen, tuk op een vet baantje. Ik
vooronderstelde, dat ik veel meer kans had
een meisje te vinden zooals ik werkelijk
voor gezelschap en vriendin wensohte, wan
neer ik het voorstelde als saai én eenzaam
en zonder veel vooruitzicht; zóó, dat er
van haar verwacht werd veel te zullen ge
ven. zonder veel te ontvangen.
Zelfzuchtige, modieuse. werehtech gezin
de meisjes zouden door mijn advertentie
niet worden aangetrokken: maar een of an
dere aardige, blijmoedige jonge danv, die
naar een thuis verlangde, zou er moge-lijk
graag op ingaan. Ik stnni verscholen in
een andere kamer van het kantoor van Mr.
Bain3«. toen de verschillende sollicitanten
zich kwamen presenteeren. Dadelijk toen
ik je zag, trok je me aa.n, en toen Je bag-m
te praten, voelde ik met zekerheid, dat jij
bet moest zijn. Allee wat we over je hoar
den versterkte dit idéé, en aMes werd ge
regeld; alleen spraken we nog af, dat je
niet zou hooren hoe de zaken werkolijk
stonden, tot ik ze zelf kon verklaren. Ik
wou, dat je zou denken bij een vervelende,
oude vrijster te zullen komen."
Beatrice zweeg even en lachte, en ver
volgde toen op haar vroolijke, half schert
sende, half ernstige wijze: „En werkelijk,
Erica, ik ben een overtuigde blauwkous,
mlseohien niet voor mijn heele leven, ik
heb ten minste geen eed gedaan om mijn
heele leven celibatair te blijven maar ln
elk geval wel voor de eerstkomende jaren.
Ik heb een leven van volkomen onafhanke
lijkheid voor me, en ik ben nint van plan
die onafhankelijkheid prijo ie geven voor
den eersten den besten. Ik loop rond met
een maoht plannen en ontwerpen en theo
rieën alles van mijzelf en je zult er
het noodige van hooren als de tijd daar 'S.
Jij en ik zullen het zoo druk hebben als
bijen bij de uitvoering er van Ofschoon ik
I in dit hui6 geboren ben. wa6 ik er niet in
'geweest sedert mijn vijfde jaar. Mijn ouders
namen mij toen mee naar het buitenland
en Lk ben niet weer ln Engeland gekomen
1 totdat mijn beide ouders gestorven waren,
I en ik aan de zorgen van mijn voogd overge-
j laten was. Ik weet niets van mijn eigen
pachters en bedienden, niets hoegenaamd
van de plaats zelf; maar ik denk dat alles
nu te veranderen. Ik 6tel me voor, heel
druk te zullen zijn, en zeer werkzaam, cn
als het mogelijk is. veel goe-d te doen. Ik
heb ook in de wereld en in gezelschaps
kringen verkeerd, en ofschoon dat goed is
voor een poo6, het gaat je tegenstaan ais
er niets anders is om te doen of over te
I denken. Ik verlang meer dan alleen ver-
imaak. Ik verlang werk, ik verlang kennis,
ik verlang de krachten die ik bezit, te ge
bruiken om iets beters te doen dan me zelf
te cultiveeren tot een fijne fashionabele
da-me, of een man te veroveren, die even
rijk is als ikzelf.
Nu moet je je niet vooretellen, dat ik een
erg zelfopofferend of vroom schepsel ben,
want dat zou niet juist zijn. Ik denk altoo6
het eerst aan mijzelf, naar ik vrees, en ik
ben een eerbiedwaardig persoontje in mijn
eigen oogen. Maar overigens heb ik een
beetje nadenken en wat zorg, en een flinke
portie geld voor anderen ter beschikking.
En verder heb ik een sterke behoefte ora
hard te werken, een drang naar activiteit.
Miseohien zal mijn huis het eerste voor
werp van mijn zorg zijn, wanl de toestand,
waartoe men het heeft laten vervallen,
i staat me bepaald tegen. Maar ais dat klaar
1 is. zal ik mijn aandacht op andere dingen
vestigen. Erica, als lk een pbilanthroop
word, zul jij dan hetzelfde doen? Als ik
het niet met enthousiasme kan zijn, ben
ik niets; wat Lk doe. doe ik met al mijn
macht Maar lk heb een stil vermoeden, dat
jij ook een beetje enthousiast bent aange
legd."
„Men was tenminste gewoon, mij zoo t9
noemen," kwam nu Erica eindelijk los, ter-
wijl haar grijze oogen bijna even helder
schitterden als die van Beatrice. „Alleen
j was er in mijn leven helaas maar zoo wei-
nig om het te voorechtjn te roepen. Ik ge-
loof da* lk best enthousiast zal kunnen
ziin voer i«->mmlge van je plannen, Bea
trioe."
I Zij snrak dezen naam met eenige aarze
ling uit. maar het antwoord was een vroo-
j lijk Is oh je.
„Zoo is het goed. Broers en zusters
I enthousiasten moeten niet op pleoht6tatig-
I held staan. Ik wilde jou hebben, Erica, He- Wijze van spreken; hij leeft voor zijn boe
ver dan een van de anderen die ik zag, om ken en hij is arm bovendien, zoodat hij nog
dat ik er van overtuigd was, dat mijn rijk slechts met moeite kon onderhouden. Ik
dom geen slagboom tu66chen ons zou plaatheb van mijzelf een inkomen van vijftig
sen. Jij was de eenige van al de sollicita-i-pond 1), maar hij wilde daar niets van aan
ten, die geen poging deed om uit te vind-m 1 nemen, en zoo gevoelde ik mij een last
of juffrouw Cholmond er al of niet warm- j voor hem, ofschoon hij daar zelf nooit eeni-
pjes in zak Jij nam als vaststaande aan ge aanleiding toe gaf. Ik ben twee jaar hij
dat ze arm was, en dat schrikte je niet af. i hem geweest en heb gestudeerd in de hoop
Door dat teeken wist ik, dat je een hart j mijzelf te bekwamen voor een of anderen
had, zooals ik wenschte. Als je armoede zuo tak van onderwijs. Maar er is zooveel aan
rustig kon accepteeren zou rijkdom en j bod tegenwoordig en de ei60hen worden
weelde je hoofd niet op hol brengen. Ik I daardoor zoo hoog opgevoerd, dat ik nog
wenschte iemand, die me zou waardeeron niets had gevonden, toen ik jouw adver-
om mijzelf en die mijn geld niet zou laten tentiq las Ik weet nauwelijks, waarom ik
meewegen. En dat will jij doen, is 't niet-dacht, dat het iets voor mij zou zijn; maar
zoo. Erica?" lk stelde me voor, dat ik de oude, neer
„Me dunkt van wel tenminste: ik wil6lochtige dame evengoed zou kunnen op-
het probeeren. Ik ben er nog niet zoo heel - vroolijken als wie andere ook. in aanmer-
ze-ker van, dat ik blij ben met je rijkdom;
maar als je anderen ook gelukkig wilt ma
king nemende, dat ik mijn opgewektheid
had behouden, ondanks het weinjg vroolij
ke leven van de laatste jaren. Mijn oom
ken, kan het veel nood lenigen.'
Beatrice lachte op de haar eigen zonnige
wijze.
„En vertel me nu eens wat over jezelf,
Erica. Je kent nu mijn geschiedenis; ik
zou graag de jouwe weten."
..Daar valt niet veel van te vertellen. Ik
werd wees op mijn twaalfde jaar; en ik
bleef arm achter, in plaats van rijk. Er wa
ren voldoende middelen om mij naar een
eoede school te zenden tot ik twintig jaar>.»v.
was. Daarna woonde ik bij mijn eeni«on hier.
bloedverwant, een ongetrouwden oom. di»] „Opgescheept ln HIghferrare met een juf
r wiar iomnoromor,* nocb karakter je
6tond mij'toe te doen wat ik wenschte. Wil
de ik blijven, dan zou ik hem welkom zijn,
maar hij begreep heel goed, dat het voor
mij een saai leven was, zei hij; en daarom
zou hij zich in geen enkel opzioht verzet
ten tegen een plan, dat ik wenschte uit te
voeren. Ik wi6t, dat bij hem altoos het huis
voor mij open stond, als andere dingen mis
lukten, maar ik moest doen. zooals het mij
het best scheen. En je ziet het, nu ben ik
klein huisje had in een piet zeer .Mti- fer, wier temperament,
nan'erkent!" besloot BMtrice, met een helde
ee wijk van Londen. Hij was op zijn man
heel vriendelijk en goed voor me. maar hij lachje. „Mijn beste Erica, het lot schijnt
had me In geen enkel opzicht noodig en Bk ons vreemd genoeg bij elkaar te liehben ge
wist, dat hij zich eigenlijk veel meer opbraoht Beide zijn we we weezen eenzaam
zijn gemak voelde, wanneer hij alleen was.
Het ie een geleerde en een kluizenaar, bij Zeshonderd gulden.
en alleen op de wereld, en beiden v»rlsn«
«ren we vurig naar een geschikt arbeids
veld. Laten we eeuwige vriendschap zwe
ren, en ons nieuwe leven beginnen, zëo dat
alles tusschen ons geregeld is. Er mag
nooit sprake zijn van „meesteres en onder
geschikte" (om het maar eens heel plat te
zeggen) tusschen ons. Ik ben er zelfs niet
zeker van of ik je het beloofde salaris wel
zal geven, daar je een klein inkomentje van
le zelf hebt. We moeten vriendinnen zijn,
on zóó, en als niets anders, moeten we ln
de omgeving bekend staan."
HOOFDSTUK II
De eerste Zondag
De bewoners van Port Ferrans konden
maar moeilijk het gerucht gelooven, dat de
jonge meesteres van Highferrare daar plot
seling verschenen was met een half dozijn
bedienden en een jonge vriendin, totdat de
verschijning van de familie in de banken
van het oude kerkje het bericht ten volle
bevestigde en een gevoel van belangstel
ling en nieuwsgierigheid verwekte, zooals
in lang niet naar de buitenplaats was uit
gegaan.
„Ik hoop, dat je niet verleven bent, Eri
ca," zei Beatrice toen ze op dien zonnitfen
Septembermorffen van huis gingen op het
luiden der kerkklokken, „want ik verwacht
dat we wel zullen worden aan vege ept door
de inboorlingen. In bilna twintig jaar Is
hier geen Cholmond verschenen, en ik ver
moed, dat vreemdelingen hier pen zeld
zaamheid ziin. Wij zullen de spitsroeden
van al de oogen van het heele dorp moe
ten passeeren."
(Wordt vervolgd.)