zL9pzaJ3, ruzzle 8 ï.t i DE VLIEGENDE PIJL. 'N INDIANEN-VERHAAL. (Vervolg) «loten was. Frederik Wagner was 25 jaar. De trot- «che Stoïcijnsche kalmte der Indianen was hem vreemd en de nadering van den dood zag hij met bittere droefheid tegemoet Was hij niet in zijn reoht? De Rooden hadden zijn paarden gestolen, hij had ze vervolgd. Zelfs had hij een van hen het leven geschonken. Waar had hij het dan aan verdiend, dat zijn leven zoo'n vreeselijk einde zou nemen. Hij herinnerde zich een verhaal van den kleinen Franschman, die de martelingen beschreef welke «en jonge Ier, Mac Grey, bij den Seneca eens ge leden had. Tien uur hadden zij hem op allerlei wijzen vreese lijk gefolterd en terwijl de blanke jongeling jam merde en gilde van pijn stond de wilde aanvoerder der Seneca, de hoofdman Gseq-wa-tha, „die in den rook gaat" met gekruiste armen voor hem en zei «omber en rustig bij iedere nieuwe marteling: „Dat is de straf voor landdieven. Zoo doen wij met alle blanken die ons bedrogen hebben." Tijdens de ge- ïieele marteling was Jean Martin tegenover den jongen Mac aan 'een paal gebonden geweest De verschrikkelijke folteringen die hij zoodoende aan- 2ien moest deden hem bijna zijn verstand verliezen. Hij had de Irokesen de verschrikkelijkste scheld woorden naar het hoofd geslingerd. Hij had hen lafaards en moordenaars genoemd, maar ze hadden hem stil laten razen en toezien. Toen Mac Grey ein delijk dood was had Gseq-wa-tha Jean Martin ge bonden en in een kano gelegd. Zóó had men hem den stroom laten afdrijven. Reeds na een paar uren Was de boot, die al 'n paar keer tegen den vloer gestooten had, tegen den kant opgeloopcn, waar ze muurvast bleef zitten. T Ka twee dagen, waarin hij bijna van honger en dorst omgekomen was, werd hij door een jongen Oneider gevonden. Die maakte hem los. verpleegde bem, gaf hem eten en drinken en' wees hem de Verbergen wegen naar den Otario. Als Jean Martin dat verhaal vertelde voegde hij er nog bij: „Iedere «tam is anders; sais pas. Hoe zijn les Shawanos? Maar de gevangenen worden bij allen gebraden, gee* Uitgezonderd. Groote oer d'étre htilé Saves?** wueeo dc jonge Aan dit verhaal dacht dc Jonge Duitschei' en hel bracht hem in opstand tegen zijn lot Waarom moest hij, die toch in zijn recht stond, die niets onedels gedaan had, die een Indiaan het leven gered had, waarom moest hij zulk 'n dood sterven Dat hij Tecumsch bevrijd had, hield hij zich zelf iederen keer voor, maar hij vergat dat hij het niet gedaan zou hebben, als de Roodc hèm niet éérst gespaard had. In sombere gedachten vei-zonken stond hij eens, de handen op den rug, in de greppel, welke het dorp omringde. Hij keek door de openingen tusschen dc stammen door over de grasrijke oever van dc rivier. Daar hoofde hij plotseling voolijk lachen en toen hij zijn hoofd voorover boog, zag hij weer het blonde knaapje van Logan. Het kind zat op een zwart paardje. Zijn handjes grepen in de manen en het kraaide van pret. Logan stond er bij! Zijn gezicht straalde. Hij lachte en speelde met het kind. dat nu eens de armen naar hem, dan weer naar zijn moeder uit strekte, die achter het paard stond. De Duitscher sprong uit de greppel. Hot gelukte hem de opening in het vlechtwerk wat grooter te maken en nu zag hij ook de vrouw. Ook zij had licht blond haar en blauwe oogen, welke met trotsch naar den knaap en naar Logan keken. Het was werkelijk een blanke vrouw, al was haar huid ook door zon en wind zoo bruin geworden, dat zij bijna zoo donker was als Logan. Zij droeg do gewone dracht van de Indiaansche vrouw: een leeren rok, daarover een leeren hemd uit het vel van een damhert, leeren schoenen en kousen; alles met stiksels en bonte draden keurig versierd. Ademloos zag de jonge Duitscher het tooneeltje aan. Ineens rukte hij zich los en trad, eigenlijk zonder te weten wat hij wilde, op een uitgang in de palisaden toe. Zijn bewakers die hem tot hiertoe hadden laten gaan volgden snel maar daar stond reeds Tecurnseh in dc opening en riep hem een gebiedend halt toe. Frederik Wagner was echter zóó opgewonden, dat hij zich nergens aan stoorde. Hij drong op de smalle poort toe. Tecurnseh greep zijn mes. Maar plotseling bedacht hij zich, sprong terug, greep een stevige paal, die aan de poort hing en versperde zoo de doorgang. De vijf bewakers van Wagner wierpen zich op hem, maar hij slingerde er twee weg, als ware het stroopoppen. Nu glinsterden, messen en tomahawks. Andere Indianen, die in de nabijheid waren kwa men met groot geschreeuw toesnellen. Opeens stond ook Logan bij de poort. Een paar woorden van hem waren voldoende om de rust te doen wederkeeren. Bewonderend zag Tecurnseh hem aan. Zelfs Torn- stalk had deze macht niet! Dc Indianen toch zijn geen onderhoorigen van hun hoofdlieden, maar in hun ongebonden vrijheids drang buigen zij zich slechts voor werkelijk uit- blinkendo mannen. Wagner drong nu onstuimig op het opperhoofd toe. „Wie is die blanke vrouw, die ginds op het veld staat?" riep hij met schorre stem. Logan zag de groote opgewondenheid van den Blanke. Bedaard keek hij hem aan en verloor geen oogenblik zijn kalmte. Hij antwoordde niet, maar zijn oogen 9cht?ncn den jongen boer te willen doorboren. Wagner geloofde, dat Logan niet wilde antwoor den en brulde als een gewonde stier: „Hoor, gij roode hond wie is die vrouw! Antwoord, of ik vermoord je". De Indianen kwamen dichter bij. Ofschoon de meesten de Engelschowoorden niet verstaan hadden, merkten ze toch wel aan de ge baren en de toon van den Blanke, dat hij de hoofd man bedreigde. Logan keek het Gele Haar nog eens uitvorschend aan toen schoof hij de nog steeds door TecumseH «Hoor, gij roode hond.... vastgehouden paal opzij en wenkte den Duitscbec hem te volgen. Dit deed dc toon van Wagner dadelijk zakken en hij trad door de poort naar buiten. Hij bemerkte niet, dat Tecurnseh zijn zwaren knots van den gordel losmaakte en in zijn rechterhand nam. Ook merkte hij niet dat de Vliegende Pijl hen met de andere Shawano's op den voet volgde Logan zette beiden handen als een rechter vooï den mond en stiet een schrille kreet uit, den roep van den muizenvalk. Ze zagen nu. hoe een amazone op een zwart paard omkeek en oogenblikkelijk haar paard omwendde en in snellen draf voortdreef in hun richting. Hot was de vrouw waar het Gele Haar^naar ge vraagd had. Zij had haar zoon voor zich in het zadel. Op enkele meters genaderd sprong zij van hei paard, zette het kind op den grond en hand in hand kwam zij omzichtig maar toch onbevangen op de mannen toe In welks midden Logan met d© gevangene stond. Wagner had de armen op de borst gekruist Hij 6tond voorover gebogen. In ademlooze spanning, met wijd opengesperde oogen staarde hij naar de naden- komende. Hij deed 'n paar passen naar haar toe.^^ nog een. Logan bleef onbcwcglijk op zijn plaats staan, maar als een panter sloop Tecurnseh achter den Duitscher aan. de vuist om de krijgsknots geklemd. Met verbaasde blik zag de blanke, blonde Indiaan* sche den Duitscher nader komen. De Shawano's keken In spanning toe. Wagner stond eenige oogenblikken voor haaf- Iedere trek van haar gezicht bestudeerde hjj. Plotseling wendde hij zich teleurgesteld af. Zijn armen vielen slap langs zijn lichaam. Toonloos zei hij tegen Logan: „Neen. opperhoofd, het ia mijn zuster niet!" Logan zag hem deelnemend aan en wenkte hem om te volgen, terwijl hij de Indianen en de vrouw bevel gaf naar het dorp terug te keeren. Slechts Tecumsoh gaf hij verlof zich bij hen aan te sluiten. Zij zetten zich bij den greppel neer en Logan sprak kort: „Als het Gele Haar probeert t© vluchten, worden alle blanke mannen aan den man- telpaal gebonden en ook Logan kan hen -don niet meer besohermen". (Wordt vervolgd),, D 6» REBUS T SCHOENMAKERTJE. Baas Pikstra die zat in z'n schoenmakerij En floot er een liedeke, lustig en blij. Hij was een vroolijke klant, Had aan treuren het land. Hij pikte Hij flikte En klapte En lapte En zoo was het werk gauw aan kant! Vrouw Pikstra, die zat in haar kamerke klein lin zong voor haar kindje van diredomdoin. Zij was een vroolijke klant, Had aan treuren het land, Zij klopte En stopte En waschte En plaste En zoo was het werk gauw aan kant. Het kindje, dat lag in z'n wiegskc klein, En luisterde stil naar 't gediredomdein. Maar vader en moeder Die werkten maar toe, Hij klapte En lapte, Zij waschte En plaste En *t kindje deed de oogjes maar toe! WIE HET WEET MAG HET ZEGGEN VERBORGEN VISSCHEN Laat Jacob, Leida en Toos vooral niet uit gaan Snet dit weer. Foei Kees, jij wou Jans foppen, maar nu kom jé self bedrogen uit i Je kreeg voor niets geen straf. Ik zal met dit mooie weer wat gaan fietsen. No. 34 Mijn geheel wordt met 9 letters geschreven en noemt een Koninkrijk in Europa. Een 4, 8, 7, 6, 4 heeft een donkere gelaatskleur. Een 2, 8, 4 is een deel van je hoofd. I 5, 6. 8, 1, 8, 9 is een stad in Oostenrijk, 3, 4, 2, 6 1 is een kleur. No. 35 Mijn eerste is een ander woord voor takje, mijn Vtvèede is een deel van een stad en mijn goheel ligt zoowel in Zuid-Holland, als in Noord-Brabant en Gel derland. No. 30 Welke waterplas noemt een goed eigenschap als !»en de eerste letter wegneemt?, OPLOSSINGEN Nos. 29—32. No. 29. Koekoek koek koe. No. 30. Een pink (vinger, één-jarig kali en vis- scherschuit). No. 31. Een ongeluk komt nooit alleen. Komt tijd, komt raad. Bezin eer gij begint No. 32. Een b—a—1 bal. EEN BRIEF, DIE EEN WERELD REIS MAAKTE Den 23 Febr. 1930 werd uit Algicns een brief ver zonden met het adres: Wormerveer N.H. De Fransohc postambtenaar in Algiers zond hem naar Nieuw-Hol- land (Australië). Vandaar ging hij naar Nieuw- Caledonië, ten Noord-Oosten van Australië, waar hij op 22 April 1930 aankwam. Daar meende de postamb tenaar, dat N.H. beteokendc: „Nieuwe Hebriden" en hij zond den brief naar deze eilandengroep in den Stillen Oooaan. Daar kwam hij 1 Mei. De Engclsche postambtenaar zond hem toen naar „Dutch-lndies" (Nederl. Indië) en zoo kwam de brief op Makassar (Celebes) terecht op 26 Juni 1930. De De Noderlandsche postambtenaar veranderde nu N.H. in Noord-Holland en eindelijk den 28sten Juli 1930 kwam de brief op zijn bestemming. Deze brief was dus in vier werelddeelen, n.l. Europa, Azië, Afrika en Australië geweest OPLOSSING VAN DE VORIGE REBUS. De zaaier is het niet altijd gegeven den tijd van den oogst te beleven; alle waardevolle arbeid is handelen In geloof. VAN GROOTE BEER EN KLEINE BEER. IV. De jager kroeg een aaag en groote beer moest hoo rnen zagen. Kleine beer moeet dc blokjes opstapelen. De Jager ging er, heel op z'n gemak, naar zitten kijken, en rookte een pijpje. Zoo kreeg hij mooi wat brandhout voor zijn kachel. Maar 't zweet liep groote beer met straaltjes langs haar tong. Kleine beer kon het haast niet bij bezemen, om al die blokjes netjes op een stapel te krijgen, want 'I moest netjes gebeuren ook. Wat hadden ze zich er leelijk ingewerkt Dat kwam door hun nieuwsgierigheid. Toen het donker werd, mochten ze pas naar huis, 'k Denk dat ze het voor den tweeden keer niet meer doen zullen. -t ONS KNUTSELHOEKJE EEN PUZZLE. In lang niet aan gedaan hè? Toch 'n mooi werki Eerst maken en dan je geduld oefenen. Begin met de teekening op 'n plankje over te brei* gen. Neem een deksel van 'n sigarenkist, of 'n stukje triplex, 't Makkelijkste lijkt me om de teekening twee* maal zoo groot te maken. Wil je drie- of viermaal, ook goed. Je kunt dan eenvoudig alle lijnen ook twee, drie of viermaal zoo lang maken. Staat de teekening er op, dan keurig uitzagen. Je krijgt nu twaalf stukjes, vier van ieder der drie vormen. Maak er ©onder naar de teekening te zien, weer het vierkant van. 't Zal je niet meevallen. In plaats van hout kun je ook karton gebruiken. ONS RUILBUREAU TE SOEST. Dc lezers van ons blad zijn in de gelegenheid oven- tollige bonnen, plaatjes enz. in te ruilen aan Ons Ruilbureau te Soest. Geruild worden: Verkade-plaatjes, Klaverblad plaatjes, BussinJ'-plaatjes, Tielemon en Droe-plaat jes, v. Delft Vogel-plaatjes, enz. Voorwaarden: le. Wat u ona toezendt moet onbeschadigd, d« bons geldig en alles voldoende gefrankeerd zijn. 2e. Wij bepalen do waarde van het toegezonden© en het -«ongevraagde. 8o. Wanneer u aan Ons Ruilbureau wilt ruilen, Is het noodig als minimum-bedrag 20 ct aan postzegels bij elke zending in te sluiten ter tegemoetkoming ks de onkosten. 4e. Wanneer u iets aanvraagt wat niet in voorraad fa zullen wij u er iets anders voor in de plaats zenden. Maak gebruik van Ons Ruilbureau en lees av-ifc goed en nauwkeurig de voorwaarden. Correspondeer er over met Ona Ruilbureau W Soest,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 14