WOENSDAG 25 FEBRUARI 1931
DERDE BLAD PAG. 9
TWEEDE KAMER
INDISCHE BEGROOTING
BEGROOTING
VAN WATERSTAAT 1931
wal W 115
3aaq
DE DESERTEUR
Radio Nieuws.
TEDDY'S KNOOP
Redevoeringen van de heeren Feber,
Colijn en Joekes
„DE CIJFERS DER BEGROOTING
ZIJN VOLSTREKT WAARDELOOS"
ZONDAGSRUST IN INDIE
Vergadering van 2-4 Februari 1931
OVERZICHT
De algemeene beschouwingen over de In-
ttisohe begrooting naderen in eersten ter
mijn haar einde. Het wachten is nu nog op
den revolutionair De Visser. Gisteren be
luisterden we de heeren Feber (R.-K.), Co-
lijn en Joekes' (V.-D.). De heer Colijn sprak
het kortst. Deze gebruikte niet veel meer
dan drie kwartier, d.i. ongeveer de helft van
den toegestanen en door de anderen ge
bruikten spreektijd. Hij beperkte zich tot
de groote lijnen en was in zijn beschouwin
gen over het' heden en de naaste toekomst
sober en helder.
De voosheid van het gevaarlijk en lucht
hartig geredeneer van een man als de heer
Cramer werd duidelijk in het licht gesteld,
roowel wat betreft het politieke als het li*
nancieele in diens betoog. Er werd aan her
innerd, dat men in het buitenland onze In
dische politiek een voorbeeld acht voor alle
koloniale mogendheden en dat liet daarom
onverantwoordelijk!) en onbillijk is om
den indruk te wekken, alsof ons bewind
één groQte tekortkoming is. Niet nagelaten
werd er op te wijzen, dat de revolutionaire
doelstelling der soc.-democraten waarover
zij echter in tweesJachtigen norm spreken
van grooten invloed is op de principieele
waar deering van de uitkomsten van ons be-
Btuur in de laatste 30 jaar. De socialistische
crïtiek, die nimmer billijk is, schaadt bo
vendien het vertrouwen in ons beleid en
dientengevolge ook de voortgaande vrijma
king van fndië.
Aan de Indische Regeering werd haar ge
brek aan vastheid van beleid onder het oog
gebracht en ook haar slakkengang in de be-
stuurshervorming. Haar financieel inzicht
en beleid lieten ook veel te wenschen over.
Over de begroolingscijfers wonschte de
heer Colijn niet eons tc spreken: ze zijn in
zijn ooff volkomen waardeloos, omdat er
wiet in voldoende mate in verwerkt zijn
de gevolgen van de economische crisis,
waaronder het Indische economisch leven
ten zeerste lijdt.
De noodzaak van een regelmatig voor
zichtig financieel beleid werd met kracht
aangedrongen. Het is verkeerd, dat elke
economische tegenspoed onmiddellijk sto
rend werkt op de politieke werkzaamheid.
Het financieel beheer behoort zoo t.c zijn,
dat een stootje kan worden opgevangen,
zonder dat direct hij allerlei Regeerings-
zorg in onwëhschelijke; pijnlijke be'zUihiging
behoeft te worden vervallen.
De financieel© toestand cischt, zorg, maar
hij moet niet worden verbeterd door nieu
we lasten. Wel zal er bezuinigd moeten
worden, maar de objecten daarvoor zal men
in indië zelf moeten vinden. Slechts en
kele richtlijnen werden in dit verband aan
gegeven.
Tenslotte werd met klem aangedrongen
op meer Zondagsrust, in ieder geval in
overheidsbedrijven en -diensten, terwijl don
Minister de raad werd gegeven om in het
conflict met den gouverneur-generaal er nu
maar verder het zwijgen toe te doen, nu
de landvoogd binnen enkele maanden af
treedt. Diens houding werd intusschen als
ambtelijk incorrect, zelfs ontoelaatbaar ge
kwalificeerd.
Het was een kloek woord, waarnaar de
Kamer met de grootste aandacht heeft ge
luisterd. Jammer, dat de heer Coliin hedön
naar het buitenland moest vertrekken.
De rede van Ir. Feber vertoonde op de
hoofdpunten groote overeenstemming met
het betoog van den leider der anti-rev.-
fractie. De heer Colijn betuigde er dan ook
op meer dan één punt in het algemeen zijn
instemming mee. Ook de heer Feber was op
de voorname punten zeer concreet Opval
lend was daartegenover de vaagheid, het
relatieve, het weinig krachtige in de rede
van den vrijz.-dem. woordvoerder. Deze
sprak zeer omzichtig, maar het maakte toch
meermalen den indruk van Cramer-wijn
met vrijz.-dem. water aangelengd; met name
ook op het punt van het optreden van het
gouvernement tegen onrustige elementen.
Zeer ad rem was dan ook de vraag van
don heer Feber of de Regeering dan met
ingrijpen moet wachten tot het op den
rand van een revolutie gekomen is cn of
het in het belang der bevolking niet veel
beter is om revolutionaire agitatie zoo tijdig
mogelijk tegen te gaan. Ook het spreken
van den heer Joekes sterkt, evenzeer uls
dat van de heeren Cramer en De Visser, dc
menschen van het verzet, ook al verzekert
hij tevens van geweld afkeerig te zijn en
niet de gedachte to huldigen, dat. Indië zoo
gauw mogelijk los moet worden van Neder
land. Van zulk een stelling meenen trou
wens ook de soc,-dem. in werkelijkheid niet
veel. Zeker, zij spreken haar herhaaldelijk
uit, maar voegen er dan aan toe- niet te
weten wanneer dat oogonblik er z^l zijn,
over honderd of over duizend jaar.
Partijpropaganda verhindert hun de een
heid van het Koninkrijk der Nederlanden te
aanvaarden.
Het speech je van den heer Ter Laan over
de rechten der ambtenaren een politieke
erfenis van den heer J. ter Laan? ging-
verloren in het. geroezemoes, waarin de
Kamer ontspanning vond na de rftde van
den heer Colijn.
Heden zal de Minister wel aan het woord
komen.
VERSLAG
Regeling der werkzaamheden.
De Voorzitter stalde voor op de agenda
te plaatsen tor behandeling Vrfldagr a.s. bij
den aanvang dor vergadering een aantal kleine
ontwerpen, aldue besloten.
Indische Uegrootlng.
Voortgezet werd daarna do behandeling der
Indische begrooting.
De heer Feber (R..K.) begon met een
bestrijding' van de liquidatie.politiek der soc..
dom. on betoogde voorts, dat er 'vooralsnog
geen aanleiding is voor een fundamen-teele her
ziening der Indische Staatsregeling. Rust is
noodlg.
Er Is goen verstandig mensoh, die thans
Nederland In Indië de iol van overlicerschcr
wil laten spelen. Dat samenwerking noodig Is.
staat wel algemeen vaat. Als de heer Cramer
een sythese tusschcn den Nederlandschen en
den Indisehen geest slechts mogelijk acht na
de beëindiging van de bestaande gezagsver
houding, stelt hij zich op een extremistisch
standpunt en behoort hij plants te nomen aan
de zijde der communisten en zich te scharen
onder de .leuze: Indië los van Holland. WH hU
dat niet doen. dun rest hem slechts te erken
nen, dat het Nederlandscho gezag en de Nedor.
landsche leiding nog langen ttid ln Indië on.
ontbeerlük zal zfin.
De resultaten van hot F.N.T.-proces bewijzen
biet, dat do Regeering to vroeg heeft ingegre
pen. Uitstel van Ingrtlpon zou misschien moer
slachtoffers hebben gemaakt on bovendien mag
do Rogeoring het niet eorst laton ltomon tot
aan den rand van do revolutie.
Afgekeurd werd dc houding van don regee-
ringsgevolmaohtlgde in hot proccs-Soekarno;
dezo nad daarbij aan zlln persoonlijke gevoo.
lens nlot den vrijen teugel mogen laten. Voorts
was het onjuist dat de gouverneur-generaal
een verklaring aan den Volksraad, die den in
druk maakt van een demonstratie tegen ddn
Minister, uitdrukkelijk zijn ongeschokt vertrou
wen ln den rc-gcerlngsgemaehtigde wiens
daad door den Minister werd afgekeurd uit
sprak.
Het financieel optimisme van den hoor Cra
mer werd als volkomen ongegrond beschouwd
door den heer Feber. Ook de Indische Regee.
ring heeft over dat onderwerp op onverant.
woordoltJkc wijze zich uitgelaten en stolde een
onjulsto begrooting samen.
Gevraagd werd aan den. Minister waarop de
raming van het tekort van 80 milllocn op de
begroeting berust.
Wanneer men middelen beraamt om het te
kort tc dekken, moet men ln dit tijdsge
wricht niet gröpen naar maatregelen, waar
door de bedrijven zwsisrder worden belast.
Gaarne zou de heer Feber weten hoe do Mi
nister donkt over de Vermogensbelasting en
de verhooging dor succossio en of hij de ver.
plaatsingen zooveel mogelijk wil beperken en
ook do reiskosten niet onnoodlg hoog malcen,
De salarissen drukken onevenredig zwaar op
de Indische begrooting en nog veel erger op
do Indische samenleving. Die verhouding zal
moeten worden herzien. Dat is een zaak van
primair belang. Afgewacht zal worden wat de
Minister op dit punt aan gegevens zal vei1,
schaffen.
Een logische reorganisatie van departementen
cn diensten is ook zeer noodzakelijk.
Het maar raak leenen vond ln den heer
Feber een tegenstander. Het ls verstandiger
hot tempo van de uitvoering van werken Iets
langzamer tc nemen. Juist met oen zoo ge-
corhplfceefae samenhang als de Indlscht moet
men met een „vlotte lccningspolltlek" hoogst
voorzichtig z(jn. Do vraag is of de structuur der
Indische maatschappij wel hoogore lasten kar»
dragen. Dat is niet het geval. Dit grootóndeels
agrarische gebied ls het meest gebaat met een
geleidelijken gang van zaken.
Opvoering van het economisch peil der bevol
king kan meer stabilitolt in <le Indische finan-
ciiif) brengen. Om dit te bereiken moeten de
'nlandscho export-cultures worden aangewak-
te zeer op hoogconjunctuur ingesteld.
Wanneer men maatregelen op eenig gebied
neemt, Iaat men dan die nemen, welke alleen
momenteel geld kosten, zooals Irrigatie en we-,
genau.nleg. Dit werkt nivelleorend, evenals
schulddelging, oen maatregel, die ten onrechte
velen afschrikt. Voorlooplg kan dc Indische po.
lltiek niet worden ingesteld op Idealen, want
stelt men zich in op hot onmogelijke, dan is het
mogelijke misschien niet borcikbaai'.
Rede van Dr. Colün.
De heer COLIJN (A.R.) verklaarde het eens
te zijn met den heer Crnmor, dat de Koloniale
vraagstukken steeds moeilijker worden. Men
kan echter moeilijke zn.ken bespreken op een
wijze, die de moeilijkheden nog vergrooton.
Daaraan hoeft de hoer Cramer zich schuldig
gemaakt. Hij toch zelde zonder conigen grond
of eenlg bowUs aan te voeren, dnt Nedrland een
onderdrukkingspolitiek voert. Beter ware het
dc bevolking aan to sporen tot samenwerking.
Elders stolt men ons beleid ten voorbeeld aan
alle koloniale mogendheden. 'Is het dan niet
beter te wijzen op de vrucliton van ons bolc-.ld
voor de Indische bevolking iu de laatste 30
jaar en is liet niet beter vertrouwen te vragen
en de bevolking aan te sporen tot medewerking
aan het beleid tot heil van dc Indische samen,
leving?
Men spreekt over het doel onzer politiek,
maar stolt er de practlsche uitkomst vaak voor
In d" plaats. Het doel Is to werken aan do
geestoliikc, zedelijke cn stoffelijke verheffing
van do bevolking iD den Archipel.
Met crltiolc als van den heer Cramer schaadt
men het onmisbare vertrouwen bij de inlandsche
bevolking In ons beleid en wekt verwarring,
die ton koste van alles behoort te wordon ver
meden. De situatie van hot oogonblik la ulet
de uitkomst van onze politiek: dat doel ligt In
de toekomst en lean rustig worden afgewacht
als men er tegenover staat zooals ls uiteen
gezet.
De nntl-rev. richten zich niet op losmaking
van den band met Indië. Het moot, toenemend
in autonomie, deel blijven uitmaken van het
Koninkriik der Nederlanden. Zoo denkt ook de
Rögóorlng er over. en daarom wil dc anti.rev.
fractie haar bclold op dit punt gaarne steunen.>
Dc einduitkomst laat zo gaarne ovér aan Hem,
die ook beslist over hot lot van volken en
staten. Noodlg ie echter vastheid van het be.
beleid. Daarin is men echter Mi herhaling te
kort geschoten.
Wie snelle losmaking der handen mot Indië
wil. staat anders tegenover allerlei waagstuk
ken dan hU, die hot doorsnijden van den hand
niet wil.
De uitvoering van de hestuurshervoYming
gaat helaas mot een slakkengang'. Het ls nog
de tU'd om te voorkomen, dat moeilijkheden
ontstaan met ct.hnologlscne minderheden, ge-
Hik men in Brltsch.Indlö met rellgleuse minder
heden had. Voor een gezonde politiek zU» ffo-
zonde financiën noodig. Dc etifers van deze bc-
grootlng zij» volstrekt waardeloos. Z\l liggen
tientallen millioenon van de werkelijkheid af
cn daarom moeten ze blijven rusten.
Roeds verleden jaar heeft de lieer Colijn er
op gewezen, dat vele producten hun kostprijs
niet konden opbrengen. Dat ia van beslissen
de beteekenls voor den uitbouw van de poli
tieke werkzaamheid. WUlen we regelmatig onze
politiek kunnen voortzetten, dan zullen de In
komsten regelmatig moeten stijgen. Snelle wis.
sellngen zün hoogst schadelijk, ook in politiek
opzicht, Demagogen krijgen dan ruimte van
actie. Dat heeft het bewind-v. Limburg Stlrum
geleerd: Eerst royaal uitgeven e" daarna terug
houding. Dat wordt dan aan onwil toegeschre
ven cn te erger ls het, als zulke beweringen
uit Nederlandsche kringen worden gesteund.
De gang van zaken sedert verleden Jaar is
een weerspraak van de financieele luchthartig
heid van den heer Cramer van het vorig jaar.
Ook 1931 zal niet meevallen: het zal finan
cieel sterk lilden onder de algemeene malaise.
Men moet daarmee rekening houden en ook
met het feit, dot de hooge prilzen in afzien-
baren tijd niet teruglceeren. We zlin op weg
'naar een stabllisatlevlak lager dan waaraan
we de laatste jaren gewend waren. Dat kan
niet op eerftnnal. De toestand is ernstig, maar
er moet geen angstpsychose ontstaan. De over.
schotten overtreffon de vroegere tekorten nog
I met CO millioen. Ook is de Indische schuld,
rlle wel snol gestegen is ,nlet overmatig groot.
Als men gedurende 2 3 jaren een niet al
te groot tekort moet dragen, is er geen reden
tot bijzondere ongerustheid, mits men van nu
af een conservatieve, voorzichtige financieele
politiek volgt.
i Kunnen nieuwe heffingen helpen? Practise!»
zijn ze thans niet wel mogelijk en het zou
ook een psychologischs fout zijn om er toe over
I te gaan in een tt1d vol onzekerheden omtrent
de toekomst. Men moet den ondernemers nu
niet den belastingkater op het lijf jagen. Zon
der bezuiniging zal ln Indië het financieel
evenwicht niet te verkrijgen zijn. In Indië
zooke men de objecten er voor. Met administra-
i tleve bezuinigingen zal men er dat heeft
do ervaring ten onzent geleerd niet komen.
Uitstel van eonlgen maatregel mag men, in
do gegeven omstandigheden, niet noemen een
„aantasten van vitale belangen". Er moet voor
nieuwe uitgaven oen zeker tempo. In acht wor
den genomen. Als richtpunten noemde de heer
Colün in dit verHand: zorgen dat geen ont.
wikkelIngsmogelUkheden voor goed worden af.
gosneden, zoo snel mogelijk een sluitend bud-
get door middel van bezuinigingen en tempori-
j soering van nieuwe uitgaven.
Zoodra een sluitend budget Is verkregen moet
onmiddellijk weer met milde hand van wal wor
den gestoken. In tilden van voorspoed dient
de financieele politiek zóó te zi1n. dat men bij
daarop volgondo minder gunstige tydon niet
onmiddellijk met de handen ln het haar zit en
genoodzaakt ls opnieuw uitgaven te vermin
deren of sterk Id te krimpen en de politiek
i ingrilpend te wijzigen. -
De heer Colijn besloot met de bohandcllng \an
twee speciale punten: de Zondagsrust cn het
optreden van den grmverneur.generual naar aon
i leiding van 's ministers oordeel over den re-
geerlngsgemachtlgde In den Volksraad.
Teleurstelling wordt er over uitgesproken,
I dat tot nog toe zoo weinig resultaten zijn be
reikt hoewel de minister had toegezegd, dat
lui het mogelijke zou doen om ln de Gouv.-
i bedrijven de Zondagsrust zooveol mogelijk te
1 bevorderen. Al houdt men rekening met de
omstandigheid, dat de inlander de rhythmigcho
weeklndecllng van het Christendom niet kent,
zoodat ln de vrije maatschappij niet zooveel kan
worden bereikt, toch moet de vraag gesteld
of d,- Regeering als overheid van een Christe-
Klko "natte In haar arbeidswetgeving niet met
i don chr. rustdag moot rekening houden. Ook
daarbij werpt het leven bezwaren op. Maar toch
Is de vra'ag of de Regeering niet grootcr In.
I vloed had kunnen oefenen. >'u ls niet het mlti-
i ste verkregen. Zeker mogen we verlangen, dat
dc Regeering op haar eigen ondernemingen
rekening houdt met de noodzakelijkheid van
een wekelijkschen rustdag. Z»i heeft daartoe
dc macht. We mogen verlangen dat ze die ge.
brulkt.
In de tweede plaats wenö besproken de brief
van den gouv.-generaal aan den Volksraad over
dc houding van den regeeringsgemachtlgde.
Do G. G. heeft door zün brief positie ge
kozen tegenover den minister. Dat is In hooge
mate amoteUlk Incorrect, zelfs ontoelaatbaar.
De minister doet hot beste er het zwijgen toe
te doen: do Kamer heeft haar bilna unaniem
afkeurend oordeel gegeven. Dat ls voldoende.
De heer ColUn besloot met dc meded-.-eling.
dat Ti aan denverdere debatten geen deel" Zal
kunnen nomen: lieden vertrekt Mi met een
Regeerlngsopdracht naar het buitenland,
De Kamer had met gespannen aandacht naar
deze rede geluisterd. Die aandacht was weg
toen de heer Ter Laan (soc.-dem.) verschil
lende opmerkingen maakte over eventueolc aan
tasting van de bezoldiging van ambtenaren. Er
moot maar op de militaire uitgaven bezuinigd
worden. Het wus een oud liedje, dat ook de
heor Cramer reeds gezongen had.
Wat breeder van opzet was de rede van Mr.
Joekes (v.cl In zijn beschouwingen ging
hij uit van de malaise, waaronder ook Indië
lijdt reeds sedert 1929.
We weten nu reeds, dat de cijfers van de
begrooting voor 1931 zullen veranderen, want
In 'April komen in Indië bezulnlglngsontwerpen
aan de orde. Dc financieele toestand vereischt
zorg. maar Is niet zorgwekkend: wel ls :-en
sluitend budget wensohelijk. Kalm zal moeten
worden overwogen wal noodig is om daartoe
te komen. Voor de eventueelc bezuinigingsvoor
stellen der Ingestelde be.gvootingscommlsslc zal
de Regeerlng vrantwoordelijk zijn.
Bij het economisch herstel, dat komen moet.
zal een groot deel dor ondernemingen weer
winstgevend worden. Togen restrictlemaatrege-
len bestaat goen bezwaar, Indien maar nlc-t do
bedoeling voorzit om de prijzen abnormaal hoog
op te voeren, dool» te stabiliseerei».
De heor Joekes erkende, dat de inlandsche
productie van groote beteekenia Is in het
Het oordeel der Eerste Kamer
SCHEEPVAARTVERBINDING
TWENTERIJN
VOORLOOPIG VERSLAG.
Atm lief voorl. venslag over lioofdsfoik IX
(dep. van WaterstfTÊUt) der Rijksbegrooiing
voor' 1931 ie. het volgende ontleend:
Beleid van den minister.
- Vrij algemeen uitte men zijn voldoening
over het. beleid vam dezen bewindsman, met
erkentelijkheid vaststellende, dat geduren
de zijn ambtsperiode reeds tad vain belang
rijke werken waren tot stand gebracht of
ontworpen, ln het bijzonder hadden vele
leden waar-deering voor de indiening van
•het wetsvoorstel tot aanleg van een scheep
vaartverbinding van Amsterdam met den
Boven-Rijn, waaraan dringend behoefte be
slaat.
Waterstaat.
VersdhekUen leden spraken de hoop uit,
d'a-t een verbetering der galerie ering, voor-
ad wait, betreft, het hoogere technische per
soneel, in overweging zou wonden geno
men.
Aangedrongen werd op herziening van
het verouderde waitersohaip^recht.
Algemeen drong men er op aam. dat bij
het. aanbesteden van werken zooveel moge-
lijli de Nederlandsdhe industrie zou wor
den bevoordeeld'.
Sommige leden meenden vernomen te
hebben, dait de regeering, voornemens is, de
verleoning van Rijkssubsidie te bevorderen
ten behoeve der polders, welke liggen langs
onze groote rivieren, als bijdrage in de kos
ten van hemt el cn verbetering der dijken,
veroorzaakt door de overstiroomingen in
den winter van 1925 op 1926. Mocht dit juist
zijn, dan a.ch!tfcen zij zulks in strijd met het
beginsel, volgens hetwelk het Rijk slechts
steun zou mogen venleonen, indien de dijk
pladh'tigen niet in etaat zijn om zich. zelf
te helpen.
Vele andere leden hadden integendeel
met voldoening geconstateerd, dait de mi
nister bereid is om, in verband met de ge
volgen van den watersnood in 19251926,
aif te wijken van het huns inziens verouder
de begiueöl: „Wi-en water deert, die water
keert."
Er werd gevraagd, welke voornemens de
regeer,ing heeft met- betrekking tot de dich
ting van den Ouden Rijnmond.
Inzake de sluizen te IJmuiden werd ge
vraagd, of de in uitzicht, gestelde nieuwe
scheepvaairbregeling in werking is> getre
den en of daarmede de voor de bemanning
van binnenkomende schepen zoo onge-
wensdhte vertraging bij het schuit-ten tot
het verleden behoort.
Enkele leden klaagden over het misbruik
dat vele automobilisten van de openbare
wegen voor gemengd verkeer plegen te ma
ken. Zij wairen van oordeel, dat de onbe
scheidenheid, de roekeloosheid, en het ge
brek aan waarde erin g dier personen voor
eens andiers veiligheid zwaarder behooren
te worden gesta'aft.
Met instemming hadden vele leden ver
nomen, dat binnenkort te verwachten is de
indiensttreding van een nieuwe groote
pont over. het Noordzeekanaal te Velsen.
Spoor- en tramwegen.
Wederom, werden tal van personeels
vraagstukken na<ar voren gebracht.
Sommige leden drongen aan op veria-
ging der vrachttarieven, zoowel ten behoe
ve van de industrie als van land- en tuin
bouw, gedurende de voor deze belangrijke
Lakken van volksbestaan tegenwoordig zoo
nijpende economische crisis.
Meer leden daarentegen betuigden hun
instemmihg met het beleid door de Neder-
.laardsche Spoorwegen, ten aanziet) van hét
tarief vraagstuk betoond. Zij vestigden o.m.
de aandacht op de schade, welke de binnen
scheepvaart van een tariefverla-ging zou
hebben te lijden.
Eeniige leden vestigden de aandacht op
portcijfer. Voor de buitenbezittingen is het
percentage zelfs lioogor dan dat van de Euro-
pcosche ondernemingen. Noodig ls daarom uit
breiding der landbouwvoorlichting. Immigratie
van hel dichtbevolkte Java naar de andere
eilanden dient voort,? bevorderd te worden.
Voor eon behoorlijk financieel beleid is een
billijke verdeoling van lasten noodig naai- tijds
duur en naar draagkracht. Voor leenln-gen be
hoeft niet absoluut de eisoh te worden gesteld,
dat de uit te voeren werken direct rendabel
zullen zijn. De gelden, die voor werkverruiming
kunnen worden gebruikt, moet de Regeering
niet te veel beknotten. De regeling van de be
lastingheffing in Indië moet meer naar draag
kracht geschieden door Invoering van een Ver
mogensbelasting, heffing van successierechten
en invoering van een progereaslevo vennoot
schapsbelasting ter vervanging van de bestaan
de evenredige heffing. Dit laatste behoeft men
om psychologische rédenen niet achterwege te
laten. Dc kleine winsten zullen slechts weinig
beluien bij eon progressieve heffing. Zij zou
misschien thans do bestaande opbrengst doen
dalen, maar toch blijft een billijkor regeling
noodig
De staatkundige verhouding tusschcn Neder
land en ïndlë hosprekond. bleek do heer Joekes
van oordeel, dat do bestaande gezagsverhouding
niet eeuwigdurend is. Dat wil niet zeggen, dat
de bestaande band verbroken moot wórden. Het
handhaven der huldigo situatie met een be
roep op de christelijke leer.is geluldclg ook door
den heer v. Boetzeluer afgewezen. Het geschiedt
rode van Dr. v. And"! over het vassenvvaag-
ool< door andoren: herinnerd werd o.a. aan de
stuk, gehouden in de Oosterlcerk In Den Hsag.
Een rondo-tofel-conferentie hebben wc niet
noodig. Maar van belang is toch tc bedenken,
dat er in heol de inlandsche wereld een gevoel
Is van soamhoorigheld tegenover het Westen,
Herlnnevd werd verder aan Gandhi, die den
--■eenen dag In de gevangenis zat en den voi-
-1 genden dag met eer door den onderkoning van
i
Britscli-lndlë ontvangen werd. Dc aandacht
werd gevestigd op de bcteekenis van
gewestelijk zelfbestuur en het overgaan tot
verdere staatkundige ontwikkeling, zonder
daarbij in orltlek te vervallen. Gedoeld werd op
de houding der conservatieven in Engeland.
Over een eveiitueele bestuurshorvorming zal
in de eerste plaats moeten worden overlegd tus
schcn minister en Indische Regeering over
hoofdpunten. Hij blnde haar daarbij niet teveel
aan details.
De heer Joekes bad liever gezien, dat de
minister zloh niet uitgelaten hifd ovei' dc- hou
ding van den Regeeringscommissaris in het
P.X.I.-proces. Hnd hij dezen niet willen
gehandhaafd, dan had hij dat maar aan den
gouverneur-generaal moeten laten weten.
volg Is geweest do vertrouwen-verklarlng
den G.G., welke op zich zelf ook niet gewenscht
is te achten. Het beste ia om er maar niet moer
op in to gaan.
Ten slotte werden dc uitingen van het na
tionalisme besproken. In beginsel werd het
rechtmatig geacht, al mag het niet tot geweld
overgaan. Naar de meening vau den heer Joe
kes was bij het P.N.I.-proces niet gebleken var
ecnlg' complot tegen de Regeering, Waarom li
geprocedeerd tegen vier bepaalde personen o
niet tegen 't bestuur der vereeniging? Ware dat
schuldig bevonden, dan zou de vereeniging
kunnen zijn ontbonden.
De hoop werd uitgesproken, dat de
nationalistische beweging tijdig haar invloed
zal kunnen doen geldon ook in den Volksraad,
Wijziging zul moeten komen in de procedure
do uitoefening der exorbitante rechten,
beter waarborgenrcgellng 13 daarbij
Een
noodig.
Heden komt de heer De Viseer aa
het woord.
't Was maar een eenvoudige boerenjongen,
milicien Harm HaTdenbol. Van den dienst
begreep hij niet veel en het had moeite ge
kost om hem tc leeren wat rechts en wat
links was. Met zijn denken kwam hij altoos
een deel van een seconde en niet, zoo'n
heel klein deel achteraan, zoodat bij het
neerzetten van het geweer' zijn kolf nadreun
de, als al de anderen al stilstonden. Mocht
ook al het exerceeren wat of misschien
veel tc wenschen laten, aan de discipline
kwam hij niets tc kort. Dat had hij thuis te
goed geleerd bij zijn moeder. Hij was de oud
ste en op hem kwam een groot deel van het
werk voor het boerderijtje neer, maar moe
der hield de leiding. En Harm had leeren
gehoorzamen. Op Zondagsschool cn Knapen-
vereeniging en Jongelingsverecniging had
hij het gehoord, dat men zijn ouderen en
zijn meerderen moet gehoorzamen. En nu,
in dienst, kon hij die les dagelijks toepassen.
Geen gewilliger soldaat, geen trou wh ar tiger
kameraad dan Harm Hardenbol! In het
eerst had men hem duchtig geplaagd met
zijn godsdienstige begrippen, maar dat. was
geluwd en iedereen wist wel, dat Harm
goed stond aangeschreven, zoowel bij den
korporaal als bij den luitenant, ondanks het
falen bij allerlei militaire oeïeningen.
En nu lag Harm, met zijn heele compie,
aan de grens. Er waren veel wachten te
kloppen, maar overigens was het leven nogal
uit te houden. Exerceeren en poetsen waren
aan de orde van den dag, maar daar bleef
het voorloopig bij. Althans aan deze zijde
van de grens. Aan de andere zijde ging het
geweldig toe. Voortdurend rommelde het
van verre en van nabij door het kanongebul
der en vreèselijke verhalen over bloedige ge
vechten en loopgraven-ellende gingen van
mond tot mond.
Harm begreep ook - van den oorlog niet
veel. Wat de menschen bezielde om zóó op
•lkaar los te trekken, en elkander te vernie
tigen snapte hij niet. Maar als de anderen
over den oorlog en" de oorlogskansen hooge
en dikke boomen opzetten, zweeg hij. Van
politiek en van diplomatie, van iaktiek en
strategie had hij geen klap verstand. Hij kon
de woorden niet eens goed uitspreken!
Veel liever verwijlde hij met zijn gedach
ten bij zijn Drentsche keuterboerderijtje. Hij
zag de jongere broers druk bezig op het
land; hij zag zijn moeder hier en daar en
overal kijkende en bevelende. Hij zag zich
zelf zitten achter het huis, op het honden
hok of vóór, op het hek, rustig zijn pijpje
rookend na het zware dagwerk! Hoe rustig
en vredig was het daar, zoover van de groo
te stad, zoover ook van "den grooten strijd.
Hoelang was hij nu al wel in dienst, en de
jongens zeiden, dat hef nog wel heel lang
kon duren. O, hoe zouden ze 't thuis maken.
Moeder had hem pas geschreven, dat ze hem
toch zoo miste, nu met het hooien. Ze kwa
men haast niet klaar. Zelf werkte ze hard
mee, maar ze kon toch niet overaJ tegelijk"
wezen, en als ze 't eene deed, liep het andere
weer in dc war, Als ze zelf zorgde, dat de
koeien op .tijd gemolken werden, bleven
soms de kippen weer onverzorgd of de eieren
werden niet op tijd geraapt. En zoo was er
eiken dag wat. Ze verlangde toch zóó, dat
Harm thuis kwam. Het was toch zoo noo
dig
Harm was volkomen wèg van de grens
met zijn gedachten, en thuis. Verlofdaar
was geen kans op, vooreerst. Als die krijgs
artikelen maar niet zoo vreeselijk streng wa
renHij had het immers meer dan eens
gehoord: wie ze overirad, kon met den ko-
el gestraft worden. Met den kogel! Dat was
nogal wat! Maar thuis was hij zoo noodig.
Alles ging verkeerd als hij niet gauw kwam.
Zou hij
Op 't avondappèl werd de milicien Harm
Hardenbol gemist. Terstond werden patrouil
les uitgezonden, die den omtrek afzochten.
Tegen den morgen werd hij ontdekt, aan
den zoom van een boschje, waar hij zich
door ecnige uren slaap, had gesterkt, na den
ganschen nacht in noordelijke richting te
hebben geloopen.
De schrik sloeg hem om 't hart, toen hij
zich ontdekt zag. Nu pas besefte hij, wat hij
gedaan had. Hij had de krijgswet overtre
den; hij was gedeserteerd en daarop stond
immers de kogel. Nooit zou hij zijn moeder,
zijn broertjes, zijn koeien en kippen en ak
kers terugzien. Nooit, nooit! En als hij dood
geschoten werd, wat dan
Hij zag er zoo miserabel uit, dat de man
nen van de patrouille werkelijk medelijden
met hem kregen. Waarom moesten zij juist
ook Harm vangen? Ze hadden het graag
hun kameraad, gegund. En wat hen betrof
mocht Harm gerust naar zijn heerlijke boer
derij trekken als zij maar niet in moeite
kwamen.
„Of Harm zich even verwijderen mocht,
om zijn zakmes te halen, dat hij had laten
liggen?" „Welzeker, als hij maar dadelijk
terug komt"
„Ja, dat zal ik doen!"
Innerlijk hoopten ze, dat hij maar zou
vluchten. Ze gunden 't hem best!
Intusschen keerde Harm terug naar de
plek, waar hij meende zijn mes te zullen
vinden. Hij had het gebruikt om zijn brood
in een paar handiger hompen te snijden en
toen was 't gevallen. Het lukte niet zon
gauw, het terug tc vinden. Zou hij verder
het bosch yigaan en trachten te. vluchten?
Straks wachtte hem immers de kogel! En
het kon zoo gemakkelijk!
Het duurde lang vóór I-Iarm terug kwam.
Met een zucht zagen zijn makkers hem na
deren. Hij was bleek, maar om zijn mond
was een vastberaden trek.
„Hier hen ik weer!" zei hij eenvoudig en
de patrouille ving den terugweg aan naar
het kampement.
den zeer omvolcloenden toestand der spoor
«"©gen te Amsterdam.
Geklaagd wercl over den hoogst, onprac-
tisohen officieelen reisgids der Nederland-
sche Spoorwegen.
Er werd op gewezen dat er slechts een
paar goede rechtstreeksche verbindingen
van Nijmegen naar 's-Gravenhage er, Am
sterdam bestaan.
Sommige leden vermochten 'het groote
voordeel va/n de nachttreinen niet in te
zien on vroegen, of het nut er van opweegt
tegen de Wiel geringe lc-osten, ook van be
diening en bewaking. Andere ledrn merk
ten hiertegen op, dait zij de nachttreinen
wel op prijs stellen.
Opnieuw waren enkele leden van oordeel
dat het bij de Spoorwegen gevólgde stelsel
van onbewaakte overwegen geen bevredi
ging vindt bij de bevolking.
Verscheiden leden zouden liet op prijs
stellen, indien een commissie werd ingesteld
om na te gaan, öf de concurrentie, door
A.T.O, en Van Gcnd en Loos^dëil particu
lieren ondernemers aangedaan, rechtvaar
dig mag worden geacht.
Rijkspostspaarbank
Eenige leden drongen aan -op verhooging
van den rentevoet tot 3.6 pet.
Weem Wybe,.£/
■.Wybert vervangt hel gorgel-
'drankje. Wybert beschermt U
tegen verkoudheid en infectie
Daarom dagelijks Wybert
Uonderdue ÏS Febrnor'.
HUIZEN (298.8 M.) NCRV. 10 Tijdsein: 10—
10.30 Zang: 10.30 Tijdsein; 10.30-11 Korte Zie-
kendienst te lelden door Ps. G. J- Duyvendak.
Ev. Luth. pred. te Bussum; 2 Tijdsei»»: 22.15
Gramofoomnuziek: 2,153.15 Cursus faale hand
werken door mej. G. Ably, te Hilversum: 3.15
3.-15 Viouwcnhalfuurtjo. Lezing dhr P G Schveu
der, te Arnhem: 3,154 Vcrzorg-tng van den zen
der.; 1 Tijdsein; 45 Zlokenuurtje. te leiden door
Ds. F J F van Voorst Vader. te Middelburg:
5 Tijdsein; 55,30 Gramofoonplaten 5,306.30
Christelijk liederenuurtje met toelicht*»»!
praatje, door Dr. J H Gunnlnp JHzn. te Bllt-
liovcn, 6.306.15 Gramofoonmuzielc 6.157 Cur
sus knippen en stofversioren8 Tijdsein: 8 Uit
voering van „Die Jalireszeiten, door Chr. Ora-
torlumvc-r. „Halleluja", te Bnnrn: 10.4510.55
Persberichten Vaz Pias; 10.55—11.30 Gramofoon-
plnteneoncort.
KRO. 89.15 Gramofooni»uizte.k; 11-11.80
Grnmofoonmuziek11,3-012 Godsdienstig half
uurtje: 121.30 Lunchmuziek; 1.30-2 Grnmo-
fonmuziek; H.I.R.O, 89 Lezing en grumo-
foonmuziek.
HILVERSUM (1875 M.) AVRO 8 Tijdsein; 8.01
9.50 Gramofoonmuziek; 10 Tiidseln10,01
10.15 Morgenwijding; 10.3012 Ochtend-musiek
12.80-2 Concert: 22.30 Halfuur voor de vrouw
2.303 Verzorging van den sender: 34 Naai
cursus: -I5 Ziekcn»»rtje5—6,30 Concert; 6,30
7 Radio-Volksuniversiteit77.30 Engeische
les; 8 Tiidseln; 8.018.25 Sportpraatje; 8.23 Con
eert 9.50 Concert; 10.1511.30 Concert: 11.30
12 Graniofpomnuziek.
EEN SCHAAKWEDSTRIJD IN DEN AETHER
Eon schaakclub to Sydney heeft onlangs eer»
wedstrijd georganiseerd met een dergelijke
vereeniging te Otago, N'.U-uw-Zooland, waarbij
de verbinding door middel vau kortegolfzen-
di-rs en ontvangers werd onderhouden. Wel
licht zul spoedig de tjjd zün aangebroken, dat
Nedcrlnndsche schaker.? 's avonds voor het naar
bed gaan even een partijtje spelen met een of
andere chess-mate" ln dc Vcreenigdc State»».
FEUILLETON
door AMY LE FEUVRF
(16
Teddy's gezichtje was de moeite waard,
om ga.de te slaan. Het bloed steeg hein naai
bot voorhoofd, zijn oogen fonkelden, cn
zonder in het minst verlegen t.e zijn, zei hij:
„Zou u denken, dat ik ooit vaders knoop
kon vergieten, meneer? Ik zou hem lievrr
terughebben dan wat ook; en ik geloof wel,
dat Ik hem terug zal krijgen."
„Maar hij ligt op don bodem van de ri
vier, is het niet?"
Ik weet niet, waar bij is, maar God weet
het, en ik vraag TIem iederen dacr, of Hij
hem mij terug wil sturen, en ik geloof wel,
dat Hij bet doen zal. Misschien krijg ik
hem wel met Kerstmie terug."
De dames wisselden een blik.
„Nu, kom dan eens hier," zei de kolonel.
Hij stond o-p het haardkleed, met zijn
t'Ug naar het vuur. Hij stak nu zijn hand
dn zijn zak cn haalde er een klein doosje
„Doe dat eens open," zei hij tegen Teddy,
terwijl hij hem b?t doosje in de hand gaf,
,.en vertel me eens, of je herkent, wat er
in zit."
Teddy lichtte het dekseltje op en slaakte
een kreet van verrukking.
„O, mijn knoop, mijn e-igen knoop!" riep
hij uit, en de tranen sprongen hem in de
oogon. „O, wat is hij mooi! Wat is hij
mooi!"
De kolonel had' om don knoop een smal,
gouden randje laten maken met een licht
blauw lintje er aan. Met was sprekend een
medaille. Mevrouw Graham kwam er 1111
bij en speldde het. lintje ann zijn jas vest
„Nu zul je nooit kunnen donken," zei de
kolonel, hoe die knoop in ons bezit, is ge
komen. Een dag of wat geleden had ik wat
vis oh thwis gebracht, on toen de keuken
meid die schoonmaakte, vond ze in een er
win jouw knoop. ITet is een wonder, dat
die visch niet aan een ontijdig eind is ge
komen na zoo'n onvert,eerbaren maaltijd.
De keukenmeid liet- ons zien, wat zij ge
vonden bad, en wij herkenden dadelijk je
knoop, die enkele maanden geledon zoozeer
de belangstelling van de heele buurt had
opgewekt."
Teddy luisterde met gespannen aandacht
toe.
„Geen wonder, dat, niemand hem vinden
kon," zei hij, terwijl hij vol trot6 over zijn
medaille streek. „Het is net a;ls die visch,
waar Petrus het geld in vond."
Daarop keerde de kolonel zich om cn zei:
„Majoor, wat denkt u van dezen knaaip?'
Zou u hem bij gelegenheid niet als trom
melslager kunnen gebruiken?"
De Majoor na-rn Tedcly van het hoofd tot
de voeten op.
„Neen, voor geen gekl zou ik er zoo een
willen hebben. Het leger is geen plaats
voor hem. De ruwere, sterkere naturen zijn
daar beter geschikt, voor."
„Vindt u mij tc klein voor soldaat vroeg
Teddy.
De majoor lachte eens.
„Je zult groot genoeg worden," zei bij.
„Je 'nebt nog aLlen tijd."
„Ik zou geen trommelslager willen we
zen," zei Teddy, „ik wil liever wachten on
eon echte soldaat worden, een soldaat, die
vecht."
„Uitstékend. Blijf maar bij je pla-n," zei
de majoor.
„Je hebt je vaders bloed in de aderen,"
zei de kolonel lachend; „onder de hand
oefen je je zoo nu en dan op de dorpsjon
gens, geloof ik."
„Neen," zei Teddy; en er kwam een ern
stige blik in zijn vroolljke, blauw" oogon,
„ik vecht nu met niemand meer dan met
Ipse; hij houdt mij altijd bezig."
„Wie is Ipse?" vroeg mevrouw Graham.
„Dat is mijn eigen vijand. Doipinee Up
ton heeft mij van hem verteld. Ziet u, ik
ben' een krijgsknecht van God. God houdt
'er ook heel kleine soldaten op na. Ik h?b
nu a'l maanden geleden dienst genemen in
Zijn leger. Ipse i6 ook een deel van mij;
het slechte deel."
Er heerschte een oogenblik stilte in de
kamer. Toen zei majoor Tracy lachend:
„Wat een eigenaardig type!"
Daarop mocht Tedcly heengaan. Tlij rende
-zoo hard bij kon naar huis en lette er niet
eens op, dat het was gaan sneeuwen, wat
hem anders zou hebben doen opspringen
van plezier. Ademloos en vol opgewonden
heid kwam bij de keuken, binnenstormen.
Zijn moeder wist. het al en was dus voor
bereicl op het. groote nieuws, maar ze wist
niets van de mooie ridderorde- af, die de
kolonel er van had laten maken. Die wus
dus wel een verrassing; en zijn grootmoe
der en zijn oom waren er ook erg over in
hun schik.
Teddy's dankgebed, dien «Jvond, trof zijn
moedev zeer.
„O, Heer, ik dank U. Ik wist dat U mij
verhooron zou, want U wist., hoe moeilijk
het was, om te leven zonder mijn knoop, cn
U weet, hoe ongelukkig mijn hart was, hoe
wel ik mijn beet deed, om moedig t9 zijn en
er niet over te praten. Och, helpt U mij,
alsjeblieft, om er heel goed voor te zorgen,
opdat ik hem nooit weer verlies."
Den volgenden morgen voor het ontbijt
rende hij al naar Nancv toe, om haar jijn
lang gemisten soha.t te laten zien. Zij was
even verrukt, als hij zelf, maar zei na een
paar minuten:
„Knoop-jongen weet je nog wel, dat je
mij verteld hebt, dat je niet leven kon zon
der je knoop? .Te zei. dat je weg zou kwij
nen on sterven."
„Ja, dat dacht ik ook, dat ik doen zou,
maar zood-ra ik er voor ben gaan bid-don,
wist ik, dat ik hem terug zou krijgen, en
ben ik dus beter geworden."
„Wel," zei Nancy met een zucht, „ik zal
nooit weer probeeren, je knoop te krijgen,
maar als je voor mij mocht sterven, zou ie
hem mij dan niet willen geven? Ik zal er
heel goed voor zorgen."
„Ik had hem met mij in het graf willen
nemen," zei Teddy, maar ik wil mijn plan
wel veranderen, en als. je mij belooft, lat
je hem aan niemand anders zult geven,
mag je hem wel hebben."
„Ik beloof het je eer-lijk," zei Nancy, „en
ik heb immers gezegd, dat ik je niet wilde
liefhebben, voordat je hem mij gaf, maar
ik zal je nu toch liefhebben, want ik doe
mijn best, om goed te zijn."
„En we zulcu er altijd om donken, dat
gewone officieren en zee-officieren allebei
even goed zijn; ze zijn precies hetzelfde."
„Ja," knikte Nancy; „ze. zijn «He t»vee
precies hetzelfde, cn mijn vader is net zoo
goed als jo-uw vader."
Toddy keek een beetje twijfclaohti-g, maar
kwam er wijselijk niet. tegen op; en daarop
scheidden zij, terwijl Nancy hem nog ach
terna riep: .Als ik den knoop krijg, dan
ga ik hem als broche dragen."
„Moeder," zei Teddy, een paar dagen la
ter, toen ze hem als gewoonlijk kwam goe
den nacht kussen, „weet u wel, dat ik 7.00
graag een vijand wou hebben, 0111 Ie be
vechten, en nu ik Ipse heb, om tegen te
strijden, begint het mij erg te vervelen. Het
maakt mij zoo moe. Is dat erg slecht van
me? Ik- vroeg vandaag aan den dominee,
of ik nooit van hem af zou komen, ook
niet, als ik groot ben, en hij zei, dat ik
nooit beelemaal van hem af zou komen,!
maar dat ik hem wel goed onder den du:in'
zou ku-nnen- houden, zoodat hij mij niet zoo
hindert. Hij plaagt me nu soms heel erg."
„Een soldaat moet niet tegen strijden op
zien, mijn jongen, en je hebt je Kapitein
om je te helpen."
„Ja, en als ik wat grooter 011 sterker
word. dan zal het wel gemakkelijker gaan.
denkt u niet? Heeft u wel eens ooit t6 strii
don. moeder? Heeft u ook een vijand, net
als ik?"
„Ja, zeker, kindje."
..Maar u word! nooit verslagen, is her
wel? U doet nooit iet» verkeerds?"
..Ik ben misschien mijn Heer niet onge
hoorzaam." zei zijn moeder, met een glim
lach. ..maar ik heb moeilijkheden genoe-;.
waar jij nog niets van of weet, en ik bon
bang, dat de vijand mij nu en dan ook wel
eens verslaat."
Teddy da-cht daar even over na.
..Ais i-k in den Hemel ben," zei hij. „dan
zal ik toch niet meer met Ipse te strijden
hebben, is het wel?"
„Neen, lieveling, daar is geen strijd meer
tegen de zonde."
Teddy glimlachte. „Misschien zal mijn
Kapitein mij we! bijna net zno dapper vin
den als vader, als i-k tot. mijn dood Ipse
flink blijf bestrijden."
„Er staat een vers in den Bijbel." zei zijn
moeder „dat zegt: „Die zijn geest geheerschf
is beter dan die een stad inneemt" Ik wil
liever, dat mijn kleine jongen don Booze
bestrijdt, dan dat bij de dapperste soldaat
zou worden."
EINDE