WOENSDAG 25 FEBRUARI 1931 DERDE BLAD PAG. 9 TWEEDE KAMER INDISCHE BEGROOTING BEGROOTING VAN WATERSTAAT 1931 wal W 115 3aaq DE DESERTEUR Radio Nieuws. TEDDY'S KNOOP Redevoeringen van de heeren Feber, Colijn en Joekes „DE CIJFERS DER BEGROOTING ZIJN VOLSTREKT WAARDELOOS" ZONDAGSRUST IN INDIE Vergadering van 2-4 Februari 1931 OVERZICHT De algemeene beschouwingen over de In- ttisohe begrooting naderen in eersten ter mijn haar einde. Het wachten is nu nog op den revolutionair De Visser. Gisteren be luisterden we de heeren Feber (R.-K.), Co- lijn en Joekes' (V.-D.). De heer Colijn sprak het kortst. Deze gebruikte niet veel meer dan drie kwartier, d.i. ongeveer de helft van den toegestanen en door de anderen ge bruikten spreektijd. Hij beperkte zich tot de groote lijnen en was in zijn beschouwin gen over het' heden en de naaste toekomst sober en helder. De voosheid van het gevaarlijk en lucht hartig geredeneer van een man als de heer Cramer werd duidelijk in het licht gesteld, roowel wat betreft het politieke als het li* nancieele in diens betoog. Er werd aan her innerd, dat men in het buitenland onze In dische politiek een voorbeeld acht voor alle koloniale mogendheden en dat liet daarom onverantwoordelijk!) en onbillijk is om den indruk te wekken, alsof ons bewind één groQte tekortkoming is. Niet nagelaten werd er op te wijzen, dat de revolutionaire doelstelling der soc.-democraten waarover zij echter in tweesJachtigen norm spreken van grooten invloed is op de principieele waar deering van de uitkomsten van ons be- Btuur in de laatste 30 jaar. De socialistische crïtiek, die nimmer billijk is, schaadt bo vendien het vertrouwen in ons beleid en dientengevolge ook de voortgaande vrijma king van fndië. Aan de Indische Regeering werd haar ge brek aan vastheid van beleid onder het oog gebracht en ook haar slakkengang in de be- stuurshervorming. Haar financieel inzicht en beleid lieten ook veel te wenschen over. Over de begroolingscijfers wonschte de heer Colijn niet eons tc spreken: ze zijn in zijn ooff volkomen waardeloos, omdat er wiet in voldoende mate in verwerkt zijn de gevolgen van de economische crisis, waaronder het Indische economisch leven ten zeerste lijdt. De noodzaak van een regelmatig voor zichtig financieel beleid werd met kracht aangedrongen. Het is verkeerd, dat elke economische tegenspoed onmiddellijk sto rend werkt op de politieke werkzaamheid. Het financieel beheer behoort zoo t.c zijn, dat een stootje kan worden opgevangen, zonder dat direct hij allerlei Regeerings- zorg in onwëhschelijke; pijnlijke be'zUihiging behoeft te worden vervallen. De financieel© toestand cischt, zorg, maar hij moet niet worden verbeterd door nieu we lasten. Wel zal er bezuinigd moeten worden, maar de objecten daarvoor zal men in indië zelf moeten vinden. Slechts en kele richtlijnen werden in dit verband aan gegeven. Tenslotte werd met klem aangedrongen op meer Zondagsrust, in ieder geval in overheidsbedrijven en -diensten, terwijl don Minister de raad werd gegeven om in het conflict met den gouverneur-generaal er nu maar verder het zwijgen toe te doen, nu de landvoogd binnen enkele maanden af treedt. Diens houding werd intusschen als ambtelijk incorrect, zelfs ontoelaatbaar ge kwalificeerd. Het was een kloek woord, waarnaar de Kamer met de grootste aandacht heeft ge luisterd. Jammer, dat de heer Coliin hedön naar het buitenland moest vertrekken. De rede van Ir. Feber vertoonde op de hoofdpunten groote overeenstemming met het betoog van den leider der anti-rev.- fractie. De heer Colijn betuigde er dan ook op meer dan één punt in het algemeen zijn instemming mee. Ook de heer Feber was op de voorname punten zeer concreet Opval lend was daartegenover de vaagheid, het relatieve, het weinig krachtige in de rede van den vrijz.-dem. woordvoerder. Deze sprak zeer omzichtig, maar het maakte toch meermalen den indruk van Cramer-wijn met vrijz.-dem. water aangelengd; met name ook op het punt van het optreden van het gouvernement tegen onrustige elementen. Zeer ad rem was dan ook de vraag van don heer Feber of de Regeering dan met ingrijpen moet wachten tot het op den rand van een revolutie gekomen is cn of het in het belang der bevolking niet veel beter is om revolutionaire agitatie zoo tijdig mogelijk tegen te gaan. Ook het spreken van den heer Joekes sterkt, evenzeer uls dat van de heeren Cramer en De Visser, dc menschen van het verzet, ook al verzekert hij tevens van geweld afkeerig te zijn en niet de gedachte to huldigen, dat. Indië zoo gauw mogelijk los moet worden van Neder land. Van zulk een stelling meenen trou wens ook de soc,-dem. in werkelijkheid niet veel. Zeker, zij spreken haar herhaaldelijk uit, maar voegen er dan aan toe- niet te weten wanneer dat oogonblik er z^l zijn, over honderd of over duizend jaar. Partijpropaganda verhindert hun de een heid van het Koninkrijk der Nederlanden te aanvaarden. Het speech je van den heer Ter Laan over de rechten der ambtenaren een politieke erfenis van den heer J. ter Laan? ging- verloren in het. geroezemoes, waarin de Kamer ontspanning vond na de rftde van den heer Colijn. Heden zal de Minister wel aan het woord komen. VERSLAG Regeling der werkzaamheden. De Voorzitter stalde voor op de agenda te plaatsen tor behandeling Vrfldagr a.s. bij den aanvang dor vergadering een aantal kleine ontwerpen, aldue besloten. Indische Uegrootlng. Voortgezet werd daarna do behandeling der Indische begrooting. De heer Feber (R..K.) begon met een bestrijding' van de liquidatie.politiek der soc.. dom. on betoogde voorts, dat er 'vooralsnog geen aanleiding is voor een fundamen-teele her ziening der Indische Staatsregeling. Rust is noodlg. Er Is goen verstandig mensoh, die thans Nederland In Indië de iol van overlicerschcr wil laten spelen. Dat samenwerking noodig Is. staat wel algemeen vaat. Als de heer Cramer een sythese tusschcn den Nederlandschen en den Indisehen geest slechts mogelijk acht na de beëindiging van de bestaande gezagsver houding, stelt hij zich op een extremistisch standpunt en behoort hij plants te nomen aan de zijde der communisten en zich te scharen onder de .leuze: Indië los van Holland. WH hU dat niet doen. dun rest hem slechts te erken nen, dat het Nederlandscho gezag en de Nedor. landsche leiding nog langen ttid ln Indië on. ontbeerlük zal zfin. De resultaten van hot F.N.T.-proces bewijzen biet, dat do Regeering to vroeg heeft ingegre pen. Uitstel van Ingrtlpon zou misschien moer slachtoffers hebben gemaakt on bovendien mag do Rogeoring het niet eorst laton ltomon tot aan den rand van do revolutie. Afgekeurd werd dc houding van don regee- ringsgevolmaohtlgde in hot proccs-Soekarno; dezo nad daarbij aan zlln persoonlijke gevoo. lens nlot den vrijen teugel mogen laten. Voorts was het onjuist dat de gouverneur-generaal een verklaring aan den Volksraad, die den in druk maakt van een demonstratie tegen ddn Minister, uitdrukkelijk zijn ongeschokt vertrou wen ln den rc-gcerlngsgemaehtigde wiens daad door den Minister werd afgekeurd uit sprak. Het financieel optimisme van den hoor Cra mer werd als volkomen ongegrond beschouwd door den heer Feber. Ook de Indische Regee. ring heeft over dat onderwerp op onverant. woordoltJkc wijze zich uitgelaten en stolde een onjulsto begrooting samen. Gevraagd werd aan den. Minister waarop de raming van het tekort van 80 milllocn op de begroeting berust. Wanneer men middelen beraamt om het te kort tc dekken, moet men ln dit tijdsge wricht niet gröpen naar maatregelen, waar door de bedrijven zwsisrder worden belast. Gaarne zou de heer Feber weten hoe do Mi nister donkt over de Vermogensbelasting en de verhooging dor succossio en of hij de ver. plaatsingen zooveel mogelijk wil beperken en ook do reiskosten niet onnoodlg hoog malcen, De salarissen drukken onevenredig zwaar op de Indische begrooting en nog veel erger op do Indische samenleving. Die verhouding zal moeten worden herzien. Dat is een zaak van primair belang. Afgewacht zal worden wat de Minister op dit punt aan gegevens zal vei1, schaffen. Een logische reorganisatie van departementen cn diensten is ook zeer noodzakelijk. Het maar raak leenen vond ln den heer Feber een tegenstander. Het ls verstandiger hot tempo van de uitvoering van werken Iets langzamer tc nemen. Juist met oen zoo ge- corhplfceefae samenhang als de Indlscht moet men met een „vlotte lccningspolltlek" hoogst voorzichtig z(jn. Do vraag is of de structuur der Indische maatschappij wel hoogore lasten kar» dragen. Dat is niet het geval. Dit grootóndeels agrarische gebied ls het meest gebaat met een geleidelijken gang van zaken. Opvoering van het economisch peil der bevol king kan meer stabilitolt in <le Indische finan- ciiif) brengen. Om dit te bereiken moeten de 'nlandscho export-cultures worden aangewak- te zeer op hoogconjunctuur ingesteld. Wanneer men maatregelen op eenig gebied neemt, Iaat men dan die nemen, welke alleen momenteel geld kosten, zooals Irrigatie en we-, genau.nleg. Dit werkt nivelleorend, evenals schulddelging, oen maatregel, die ten onrechte velen afschrikt. Voorlooplg kan dc Indische po. lltiek niet worden ingesteld op Idealen, want stelt men zich in op hot onmogelijke, dan is het mogelijke misschien niet borcikbaai'. Rede van Dr. Colün. De heer COLIJN (A.R.) verklaarde het eens te zijn met den heer Crnmor, dat de Koloniale vraagstukken steeds moeilijker worden. Men kan echter moeilijke zn.ken bespreken op een wijze, die de moeilijkheden nog vergrooton. Daaraan hoeft de hoer Cramer zich schuldig gemaakt. Hij toch zelde zonder conigen grond of eenlg bowUs aan te voeren, dnt Nedrland een onderdrukkingspolitiek voert. Beter ware het dc bevolking aan to sporen tot samenwerking. Elders stolt men ons beleid ten voorbeeld aan alle koloniale mogendheden. 'Is het dan niet beter te wijzen op de vrucliton van ons bolc-.ld voor de Indische bevolking iu de laatste 30 jaar en is liet niet beter vertrouwen te vragen en de bevolking aan te sporen tot medewerking aan het beleid tot heil van dc Indische samen, leving? Men spreekt over het doel onzer politiek, maar stolt er de practlsche uitkomst vaak voor In d" plaats. Het doel Is to werken aan do geestoliikc, zedelijke cn stoffelijke verheffing van do bevolking iD den Archipel. Met crltiolc als van den heer Cramer schaadt men het onmisbare vertrouwen bij de inlandsche bevolking In ons beleid en wekt verwarring, die ton koste van alles behoort te wordon ver meden. De situatie van hot oogonblik la ulet de uitkomst van onze politiek: dat doel ligt In de toekomst en lean rustig worden afgewacht als men er tegenover staat zooals ls uiteen gezet. De nntl-rev. richten zich niet op losmaking van den band met Indië. Het moot, toenemend in autonomie, deel blijven uitmaken van het Koninkriik der Nederlanden. Zoo denkt ook de Rögóorlng er over. en daarom wil dc anti.rev. fractie haar bclold op dit punt gaarne steunen.> Dc einduitkomst laat zo gaarne ovér aan Hem, die ook beslist over hot lot van volken en staten. Noodlg ie echter vastheid van het be. beleid. Daarin is men echter Mi herhaling te kort geschoten. Wie snelle losmaking der handen mot Indië wil. staat anders tegenover allerlei waagstuk ken dan hU, die hot doorsnijden van den hand niet wil. De uitvoering van de hestuurshervoYming gaat helaas mot een slakkengang'. Het ls nog de tU'd om te voorkomen, dat moeilijkheden ontstaan met ct.hnologlscne minderheden, ge- Hik men in Brltsch.Indlö met rellgleuse minder heden had. Voor een gezonde politiek zU» ffo- zonde financiën noodig. Dc etifers van deze bc- grootlng zij» volstrekt waardeloos. Z\l liggen tientallen millioenon van de werkelijkheid af cn daarom moeten ze blijven rusten. Roeds verleden jaar heeft de lieer Colijn er op gewezen, dat vele producten hun kostprijs niet konden opbrengen. Dat ia van beslissen de beteekenls voor den uitbouw van de poli tieke werkzaamheid. WUlen we regelmatig onze politiek kunnen voortzetten, dan zullen de In komsten regelmatig moeten stijgen. Snelle wis. sellngen zün hoogst schadelijk, ook in politiek opzicht, Demagogen krijgen dan ruimte van actie. Dat heeft het bewind-v. Limburg Stlrum geleerd: Eerst royaal uitgeven e" daarna terug houding. Dat wordt dan aan onwil toegeschre ven cn te erger ls het, als zulke beweringen uit Nederlandsche kringen worden gesteund. De gang van zaken sedert verleden Jaar is een weerspraak van de financieele luchthartig heid van den heer Cramer van het vorig jaar. Ook 1931 zal niet meevallen: het zal finan cieel sterk lilden onder de algemeene malaise. Men moet daarmee rekening houden en ook met het feit, dot de hooge prilzen in afzien- baren tijd niet teruglceeren. We zlin op weg 'naar een stabllisatlevlak lager dan waaraan we de laatste jaren gewend waren. Dat kan niet op eerftnnal. De toestand is ernstig, maar er moet geen angstpsychose ontstaan. De over. schotten overtreffon de vroegere tekorten nog I met CO millioen. Ook is de Indische schuld, rlle wel snol gestegen is ,nlet overmatig groot. Als men gedurende 2 3 jaren een niet al te groot tekort moet dragen, is er geen reden tot bijzondere ongerustheid, mits men van nu af een conservatieve, voorzichtige financieele politiek volgt. i Kunnen nieuwe heffingen helpen? Practise!» zijn ze thans niet wel mogelijk en het zou ook een psychologischs fout zijn om er toe over I te gaan in een tt1d vol onzekerheden omtrent de toekomst. Men moet den ondernemers nu niet den belastingkater op het lijf jagen. Zon der bezuiniging zal ln Indië het financieel evenwicht niet te verkrijgen zijn. In Indië zooke men de objecten er voor. Met administra- i tleve bezuinigingen zal men er dat heeft do ervaring ten onzent geleerd niet komen. Uitstel van eonlgen maatregel mag men, in do gegeven omstandigheden, niet noemen een „aantasten van vitale belangen". Er moet voor nieuwe uitgaven oen zeker tempo. In acht wor den genomen. Als richtpunten noemde de heer Colün in dit verHand: zorgen dat geen ont. wikkelIngsmogelUkheden voor goed worden af. gosneden, zoo snel mogelijk een sluitend bud- get door middel van bezuinigingen en tempori- j soering van nieuwe uitgaven. Zoodra een sluitend budget Is verkregen moet onmiddellijk weer met milde hand van wal wor den gestoken. In tilden van voorspoed dient de financieele politiek zóó te zi1n. dat men bij daarop volgondo minder gunstige tydon niet onmiddellijk met de handen ln het haar zit en genoodzaakt ls opnieuw uitgaven te vermin deren of sterk Id te krimpen en de politiek i ingrilpend te wijzigen. - De heer Colijn besloot met de bohandcllng \an twee speciale punten: de Zondagsrust cn het optreden van den grmverneur.generual naar aon i leiding van 's ministers oordeel over den re- geerlngsgemachtlgde In den Volksraad. Teleurstelling wordt er over uitgesproken, I dat tot nog toe zoo weinig resultaten zijn be reikt hoewel de minister had toegezegd, dat lui het mogelijke zou doen om ln de Gouv.- i bedrijven de Zondagsrust zooveol mogelijk te 1 bevorderen. Al houdt men rekening met de omstandigheid, dat de inlander de rhythmigcho weeklndecllng van het Christendom niet kent, zoodat ln de vrije maatschappij niet zooveel kan worden bereikt, toch moet de vraag gesteld of d,- Regeering als overheid van een Christe- Klko "natte In haar arbeidswetgeving niet met i don chr. rustdag moot rekening houden. Ook daarbij werpt het leven bezwaren op. Maar toch Is de vra'ag of de Regeering niet grootcr In. I vloed had kunnen oefenen. >'u ls niet het mlti- i ste verkregen. Zeker mogen we verlangen, dat dc Regeering op haar eigen ondernemingen rekening houdt met de noodzakelijkheid van een wekelijkschen rustdag. Z»i heeft daartoe dc macht. We mogen verlangen dat ze die ge. brulkt. In de tweede plaats wenö besproken de brief van den gouv.-generaal aan den Volksraad over dc houding van den regeeringsgemachtlgde. Do G. G. heeft door zün brief positie ge kozen tegenover den minister. Dat is In hooge mate amoteUlk Incorrect, zelfs ontoelaatbaar. De minister doet hot beste er het zwijgen toe te doen: do Kamer heeft haar bilna unaniem afkeurend oordeel gegeven. Dat ls voldoende. De heer ColUn besloot met dc meded-.-eling. dat Ti aan denverdere debatten geen deel" Zal kunnen nomen: lieden vertrekt Mi met een Regeerlngsopdracht naar het buitenland, De Kamer had met gespannen aandacht naar deze rede geluisterd. Die aandacht was weg toen de heer Ter Laan (soc.-dem.) verschil lende opmerkingen maakte over eventueolc aan tasting van de bezoldiging van ambtenaren. Er moot maar op de militaire uitgaven bezuinigd worden. Het wus een oud liedje, dat ook de heor Cramer reeds gezongen had. Wat breeder van opzet was de rede van Mr. Joekes (v.cl In zijn beschouwingen ging hij uit van de malaise, waaronder ook Indië lijdt reeds sedert 1929. We weten nu reeds, dat de cijfers van de begrooting voor 1931 zullen veranderen, want In 'April komen in Indië bezulnlglngsontwerpen aan de orde. Dc financieele toestand vereischt zorg. maar Is niet zorgwekkend: wel ls :-en sluitend budget wensohelijk. Kalm zal moeten worden overwogen wal noodig is om daartoe te komen. Voor de eventueelc bezuinigingsvoor stellen der Ingestelde be.gvootingscommlsslc zal de Regeerlng vrantwoordelijk zijn. Bij het economisch herstel, dat komen moet. zal een groot deel dor ondernemingen weer winstgevend worden. Togen restrictlemaatrege- len bestaat goen bezwaar, Indien maar nlc-t do bedoeling voorzit om de prijzen abnormaal hoog op te voeren, dool» te stabiliseerei». De heor Joekes erkende, dat de inlandsche productie van groote beteekenia Is in het Het oordeel der Eerste Kamer SCHEEPVAARTVERBINDING TWENTERIJN VOORLOOPIG VERSLAG. Atm lief voorl. venslag over lioofdsfoik IX (dep. van WaterstfTÊUt) der Rijksbegrooiing voor' 1931 ie. het volgende ontleend: Beleid van den minister. - Vrij algemeen uitte men zijn voldoening over het. beleid vam dezen bewindsman, met erkentelijkheid vaststellende, dat geduren de zijn ambtsperiode reeds tad vain belang rijke werken waren tot stand gebracht of ontworpen, ln het bijzonder hadden vele leden waar-deering voor de indiening van •het wetsvoorstel tot aanleg van een scheep vaartverbinding van Amsterdam met den Boven-Rijn, waaraan dringend behoefte be slaat. Waterstaat. VersdhekUen leden spraken de hoop uit, d'a-t een verbetering der galerie ering, voor- ad wait, betreft, het hoogere technische per soneel, in overweging zou wonden geno men. Aangedrongen werd op herziening van het verouderde waitersohaip^recht. Algemeen drong men er op aam. dat bij het. aanbesteden van werken zooveel moge- lijli de Nederlandsdhe industrie zou wor den bevoordeeld'. Sommige leden meenden vernomen te hebben, dait de regeering, voornemens is, de verleoning van Rijkssubsidie te bevorderen ten behoeve der polders, welke liggen langs onze groote rivieren, als bijdrage in de kos ten van hemt el cn verbetering der dijken, veroorzaakt door de overstiroomingen in den winter van 1925 op 1926. Mocht dit juist zijn, dan a.ch!tfcen zij zulks in strijd met het beginsel, volgens hetwelk het Rijk slechts steun zou mogen venleonen, indien de dijk pladh'tigen niet in etaat zijn om zich. zelf te helpen. Vele andere leden hadden integendeel met voldoening geconstateerd, dait de mi nister bereid is om, in verband met de ge volgen van den watersnood in 19251926, aif te wijken van het huns inziens verouder de begiueöl: „Wi-en water deert, die water keert." Er werd gevraagd, welke voornemens de regeer,ing heeft met- betrekking tot de dich ting van den Ouden Rijnmond. Inzake de sluizen te IJmuiden werd ge vraagd, of de in uitzicht, gestelde nieuwe scheepvaairbregeling in werking is> getre den en of daarmede de voor de bemanning van binnenkomende schepen zoo onge- wensdhte vertraging bij het schuit-ten tot het verleden behoort. Enkele leden klaagden over het misbruik dat vele automobilisten van de openbare wegen voor gemengd verkeer plegen te ma ken. Zij wairen van oordeel, dat de onbe scheidenheid, de roekeloosheid, en het ge brek aan waarde erin g dier personen voor eens andiers veiligheid zwaarder behooren te worden gesta'aft. Met instemming hadden vele leden ver nomen, dat binnenkort te verwachten is de indiensttreding van een nieuwe groote pont over. het Noordzeekanaal te Velsen. Spoor- en tramwegen. Wederom, werden tal van personeels vraagstukken na<ar voren gebracht. Sommige leden drongen aan op veria- ging der vrachttarieven, zoowel ten behoe ve van de industrie als van land- en tuin bouw, gedurende de voor deze belangrijke Lakken van volksbestaan tegenwoordig zoo nijpende economische crisis. Meer leden daarentegen betuigden hun instemmihg met het beleid door de Neder- .laardsche Spoorwegen, ten aanziet) van hét tarief vraagstuk betoond. Zij vestigden o.m. de aandacht op de schade, welke de binnen scheepvaart van een tariefverla-ging zou hebben te lijden. Eeniige leden vestigden de aandacht op portcijfer. Voor de buitenbezittingen is het percentage zelfs lioogor dan dat van de Euro- pcosche ondernemingen. Noodig ls daarom uit breiding der landbouwvoorlichting. Immigratie van hel dichtbevolkte Java naar de andere eilanden dient voort,? bevorderd te worden. Voor eon behoorlijk financieel beleid is een billijke verdeoling van lasten noodig naai- tijds duur en naar draagkracht. Voor leenln-gen be hoeft niet absoluut de eisoh te worden gesteld, dat de uit te voeren werken direct rendabel zullen zijn. De gelden, die voor werkverruiming kunnen worden gebruikt, moet de Regeering niet te veel beknotten. De regeling van de be lastingheffing in Indië moet meer naar draag kracht geschieden door Invoering van een Ver mogensbelasting, heffing van successierechten en invoering van een progereaslevo vennoot schapsbelasting ter vervanging van de bestaan de evenredige heffing. Dit laatste behoeft men om psychologische rédenen niet achterwege te laten. Dc kleine winsten zullen slechts weinig beluien bij eon progressieve heffing. Zij zou misschien thans do bestaande opbrengst doen dalen, maar toch blijft een billijkor regeling noodig De staatkundige verhouding tusschcn Neder land en ïndlë hosprekond. bleek do heer Joekes van oordeel, dat do bestaande gezagsverhouding niet eeuwigdurend is. Dat wil niet zeggen, dat de bestaande band verbroken moot wórden. Het handhaven der huldigo situatie met een be roep op de christelijke leer.is geluldclg ook door den heer v. Boetzeluer afgewezen. Het geschiedt rode van Dr. v. And"! over het vassenvvaag- ool< door andoren: herinnerd werd o.a. aan de stuk, gehouden in de Oosterlcerk In Den Hsag. Een rondo-tofel-conferentie hebben wc niet noodig. Maar van belang is toch tc bedenken, dat er in heol de inlandsche wereld een gevoel Is van soamhoorigheld tegenover het Westen, Herlnnevd werd verder aan Gandhi, die den --■eenen dag In de gevangenis zat en den voi- -1 genden dag met eer door den onderkoning van i Britscli-lndlë ontvangen werd. Dc aandacht werd gevestigd op de bcteekenis van gewestelijk zelfbestuur en het overgaan tot verdere staatkundige ontwikkeling, zonder daarbij in orltlek te vervallen. Gedoeld werd op de houding der conservatieven in Engeland. Over een eveiitueele bestuurshorvorming zal in de eerste plaats moeten worden overlegd tus schcn minister en Indische Regeering over hoofdpunten. Hij blnde haar daarbij niet teveel aan details. De heer Joekes bad liever gezien, dat de minister zloh niet uitgelaten hifd ovei' dc- hou ding van den Regeeringscommissaris in het P.X.I.-proces. Hnd hij dezen niet willen gehandhaafd, dan had hij dat maar aan den gouverneur-generaal moeten laten weten. volg Is geweest do vertrouwen-verklarlng den G.G., welke op zich zelf ook niet gewenscht is te achten. Het beste ia om er maar niet moer op in to gaan. Ten slotte werden dc uitingen van het na tionalisme besproken. In beginsel werd het rechtmatig geacht, al mag het niet tot geweld overgaan. Naar de meening vau den heer Joe kes was bij het P.N.I.-proces niet gebleken var ecnlg' complot tegen de Regeering, Waarom li geprocedeerd tegen vier bepaalde personen o niet tegen 't bestuur der vereeniging? Ware dat schuldig bevonden, dan zou de vereeniging kunnen zijn ontbonden. De hoop werd uitgesproken, dat de nationalistische beweging tijdig haar invloed zal kunnen doen geldon ook in den Volksraad, Wijziging zul moeten komen in de procedure do uitoefening der exorbitante rechten, beter waarborgenrcgellng 13 daarbij Een noodig. Heden komt de heer De Viseer aa het woord. 't Was maar een eenvoudige boerenjongen, milicien Harm HaTdenbol. Van den dienst begreep hij niet veel en het had moeite ge kost om hem tc leeren wat rechts en wat links was. Met zijn denken kwam hij altoos een deel van een seconde en niet, zoo'n heel klein deel achteraan, zoodat bij het neerzetten van het geweer' zijn kolf nadreun de, als al de anderen al stilstonden. Mocht ook al het exerceeren wat of misschien veel tc wenschen laten, aan de discipline kwam hij niets tc kort. Dat had hij thuis te goed geleerd bij zijn moeder. Hij was de oud ste en op hem kwam een groot deel van het werk voor het boerderijtje neer, maar moe der hield de leiding. En Harm had leeren gehoorzamen. Op Zondagsschool cn Knapen- vereeniging en Jongelingsverecniging had hij het gehoord, dat men zijn ouderen en zijn meerderen moet gehoorzamen. En nu, in dienst, kon hij die les dagelijks toepassen. Geen gewilliger soldaat, geen trou wh ar tiger kameraad dan Harm Hardenbol! In het eerst had men hem duchtig geplaagd met zijn godsdienstige begrippen, maar dat. was geluwd en iedereen wist wel, dat Harm goed stond aangeschreven, zoowel bij den korporaal als bij den luitenant, ondanks het falen bij allerlei militaire oeïeningen. En nu lag Harm, met zijn heele compie, aan de grens. Er waren veel wachten te kloppen, maar overigens was het leven nogal uit te houden. Exerceeren en poetsen waren aan de orde van den dag, maar daar bleef het voorloopig bij. Althans aan deze zijde van de grens. Aan de andere zijde ging het geweldig toe. Voortdurend rommelde het van verre en van nabij door het kanongebul der en vreèselijke verhalen over bloedige ge vechten en loopgraven-ellende gingen van mond tot mond. Harm begreep ook - van den oorlog niet veel. Wat de menschen bezielde om zóó op •lkaar los te trekken, en elkander te vernie tigen snapte hij niet. Maar als de anderen over den oorlog en" de oorlogskansen hooge en dikke boomen opzetten, zweeg hij. Van politiek en van diplomatie, van iaktiek en strategie had hij geen klap verstand. Hij kon de woorden niet eens goed uitspreken! Veel liever verwijlde hij met zijn gedach ten bij zijn Drentsche keuterboerderijtje. Hij zag de jongere broers druk bezig op het land; hij zag zijn moeder hier en daar en overal kijkende en bevelende. Hij zag zich zelf zitten achter het huis, op het honden hok of vóór, op het hek, rustig zijn pijpje rookend na het zware dagwerk! Hoe rustig en vredig was het daar, zoover van de groo te stad, zoover ook van "den grooten strijd. Hoelang was hij nu al wel in dienst, en de jongens zeiden, dat hef nog wel heel lang kon duren. O, hoe zouden ze 't thuis maken. Moeder had hem pas geschreven, dat ze hem toch zoo miste, nu met het hooien. Ze kwa men haast niet klaar. Zelf werkte ze hard mee, maar ze kon toch niet overaJ tegelijk" wezen, en als ze 't eene deed, liep het andere weer in dc war, Als ze zelf zorgde, dat de koeien op .tijd gemolken werden, bleven soms de kippen weer onverzorgd of de eieren werden niet op tijd geraapt. En zoo was er eiken dag wat. Ze verlangde toch zóó, dat Harm thuis kwam. Het was toch zoo noo dig Harm was volkomen wèg van de grens met zijn gedachten, en thuis. Verlofdaar was geen kans op, vooreerst. Als die krijgs artikelen maar niet zoo vreeselijk streng wa renHij had het immers meer dan eens gehoord: wie ze overirad, kon met den ko- el gestraft worden. Met den kogel! Dat was nogal wat! Maar thuis was hij zoo noodig. Alles ging verkeerd als hij niet gauw kwam. Zou hij Op 't avondappèl werd de milicien Harm Hardenbol gemist. Terstond werden patrouil les uitgezonden, die den omtrek afzochten. Tegen den morgen werd hij ontdekt, aan den zoom van een boschje, waar hij zich door ecnige uren slaap, had gesterkt, na den ganschen nacht in noordelijke richting te hebben geloopen. De schrik sloeg hem om 't hart, toen hij zich ontdekt zag. Nu pas besefte hij, wat hij gedaan had. Hij had de krijgswet overtre den; hij was gedeserteerd en daarop stond immers de kogel. Nooit zou hij zijn moeder, zijn broertjes, zijn koeien en kippen en ak kers terugzien. Nooit, nooit! En als hij dood geschoten werd, wat dan Hij zag er zoo miserabel uit, dat de man nen van de patrouille werkelijk medelijden met hem kregen. Waarom moesten zij juist ook Harm vangen? Ze hadden het graag hun kameraad, gegund. En wat hen betrof mocht Harm gerust naar zijn heerlijke boer derij trekken als zij maar niet in moeite kwamen. „Of Harm zich even verwijderen mocht, om zijn zakmes te halen, dat hij had laten liggen?" „Welzeker, als hij maar dadelijk terug komt" „Ja, dat zal ik doen!" Innerlijk hoopten ze, dat hij maar zou vluchten. Ze gunden 't hem best! Intusschen keerde Harm terug naar de plek, waar hij meende zijn mes te zullen vinden. Hij had het gebruikt om zijn brood in een paar handiger hompen te snijden en toen was 't gevallen. Het lukte niet zon gauw, het terug tc vinden. Zou hij verder het bosch yigaan en trachten te. vluchten? Straks wachtte hem immers de kogel! En het kon zoo gemakkelijk! Het duurde lang vóór I-Iarm terug kwam. Met een zucht zagen zijn makkers hem na deren. Hij was bleek, maar om zijn mond was een vastberaden trek. „Hier hen ik weer!" zei hij eenvoudig en de patrouille ving den terugweg aan naar het kampement. den zeer omvolcloenden toestand der spoor «"©gen te Amsterdam. Geklaagd wercl over den hoogst, onprac- tisohen officieelen reisgids der Nederland- sche Spoorwegen. Er werd op gewezen dat er slechts een paar goede rechtstreeksche verbindingen van Nijmegen naar 's-Gravenhage er, Am sterdam bestaan. Sommige leden vermochten 'het groote voordeel va/n de nachttreinen niet in te zien on vroegen, of het nut er van opweegt tegen de Wiel geringe lc-osten, ook van be diening en bewaking. Andere ledrn merk ten hiertegen op, dait zij de nachttreinen wel op prijs stellen. Opnieuw waren enkele leden van oordeel dat het bij de Spoorwegen gevólgde stelsel van onbewaakte overwegen geen bevredi ging vindt bij de bevolking. Verscheiden leden zouden liet op prijs stellen, indien een commissie werd ingesteld om na te gaan, öf de concurrentie, door A.T.O, en Van Gcnd en Loos^dëil particu lieren ondernemers aangedaan, rechtvaar dig mag worden geacht. Rijkspostspaarbank Eenige leden drongen aan -op verhooging van den rentevoet tot 3.6 pet. Weem Wybe,.£/ ■.Wybert vervangt hel gorgel- 'drankje. Wybert beschermt U tegen verkoudheid en infectie Daarom dagelijks Wybert Uonderdue ÏS Febrnor'. HUIZEN (298.8 M.) NCRV. 10 Tijdsein: 10— 10.30 Zang: 10.30 Tijdsein; 10.30-11 Korte Zie- kendienst te lelden door Ps. G. J- Duyvendak. Ev. Luth. pred. te Bussum; 2 Tijdsei»»: 22.15 Gramofoomnuziek: 2,153.15 Cursus faale hand werken door mej. G. Ably, te Hilversum: 3.15 3.-15 Viouwcnhalfuurtjo. Lezing dhr P G Schveu der, te Arnhem: 3,154 Vcrzorg-tng van den zen der.; 1 Tijdsein; 45 Zlokenuurtje. te leiden door Ds. F J F van Voorst Vader. te Middelburg: 5 Tijdsein; 55,30 Gramofoonplaten 5,306.30 Christelijk liederenuurtje met toelicht*»»! praatje, door Dr. J H Gunnlnp JHzn. te Bllt- liovcn, 6.306.15 Gramofoonmuzielc 6.157 Cur sus knippen en stofversioren8 Tijdsein: 8 Uit voering van „Die Jalireszeiten, door Chr. Ora- torlumvc-r. „Halleluja", te Bnnrn: 10.4510.55 Persberichten Vaz Pias; 10.55—11.30 Gramofoon- plnteneoncort. KRO. 89.15 Gramofooni»uizte.k; 11-11.80 Grnmofoonmuziek11,3-012 Godsdienstig half uurtje: 121.30 Lunchmuziek; 1.30-2 Grnmo- fonmuziek; H.I.R.O, 89 Lezing en grumo- foonmuziek. HILVERSUM (1875 M.) AVRO 8 Tijdsein; 8.01 9.50 Gramofoonmuziek; 10 Tiidseln10,01 10.15 Morgenwijding; 10.3012 Ochtend-musiek 12.80-2 Concert: 22.30 Halfuur voor de vrouw 2.303 Verzorging van den sender: 34 Naai cursus: -I5 Ziekcn»»rtje5—6,30 Concert; 6,30 7 Radio-Volksuniversiteit77.30 Engeische les; 8 Tiidseln; 8.018.25 Sportpraatje; 8.23 Con eert 9.50 Concert; 10.1511.30 Concert: 11.30 12 Graniofpomnuziek. EEN SCHAAKWEDSTRIJD IN DEN AETHER Eon schaakclub to Sydney heeft onlangs eer» wedstrijd georganiseerd met een dergelijke vereeniging te Otago, N'.U-uw-Zooland, waarbij de verbinding door middel vau kortegolfzen- di-rs en ontvangers werd onderhouden. Wel licht zul spoedig de tjjd zün aangebroken, dat Nedcrlnndsche schaker.? 's avonds voor het naar bed gaan even een partijtje spelen met een of andere chess-mate" ln dc Vcreenigdc State»». FEUILLETON door AMY LE FEUVRF (16 Teddy's gezichtje was de moeite waard, om ga.de te slaan. Het bloed steeg hein naai bot voorhoofd, zijn oogen fonkelden, cn zonder in het minst verlegen t.e zijn, zei hij: „Zou u denken, dat ik ooit vaders knoop kon vergieten, meneer? Ik zou hem lievrr terughebben dan wat ook; en ik geloof wel, dat Ik hem terug zal krijgen." „Maar hij ligt op don bodem van de ri vier, is het niet?" Ik weet niet, waar bij is, maar God weet het, en ik vraag TIem iederen dacr, of Hij hem mij terug wil sturen, en ik geloof wel, dat Hij bet doen zal. Misschien krijg ik hem wel met Kerstmie terug." De dames wisselden een blik. „Nu, kom dan eens hier," zei de kolonel. Hij stond o-p het haardkleed, met zijn t'Ug naar het vuur. Hij stak nu zijn hand dn zijn zak cn haalde er een klein doosje „Doe dat eens open," zei hij tegen Teddy, terwijl hij hem b?t doosje in de hand gaf, ,.en vertel me eens, of je herkent, wat er in zit." Teddy lichtte het dekseltje op en slaakte een kreet van verrukking. „O, mijn knoop, mijn e-igen knoop!" riep hij uit, en de tranen sprongen hem in de oogon. „O, wat is hij mooi! Wat is hij mooi!" De kolonel had' om don knoop een smal, gouden randje laten maken met een licht blauw lintje er aan. Met was sprekend een medaille. Mevrouw Graham kwam er 1111 bij en speldde het. lintje ann zijn jas vest „Nu zul je nooit kunnen donken," zei de kolonel, hoe die knoop in ons bezit, is ge komen. Een dag of wat geleden had ik wat vis oh thwis gebracht, on toen de keuken meid die schoonmaakte, vond ze in een er win jouw knoop. ITet is een wonder, dat die visch niet aan een ontijdig eind is ge komen na zoo'n onvert,eerbaren maaltijd. De keukenmeid liet- ons zien, wat zij ge vonden bad, en wij herkenden dadelijk je knoop, die enkele maanden geledon zoozeer de belangstelling van de heele buurt had opgewekt." Teddy luisterde met gespannen aandacht toe. „Geen wonder, dat, niemand hem vinden kon," zei hij, terwijl hij vol trot6 over zijn medaille streek. „Het is net a;ls die visch, waar Petrus het geld in vond." Daarop keerde de kolonel zich om cn zei: „Majoor, wat denkt u van dezen knaaip?' Zou u hem bij gelegenheid niet als trom melslager kunnen gebruiken?" De Majoor na-rn Tedcly van het hoofd tot de voeten op. „Neen, voor geen gekl zou ik er zoo een willen hebben. Het leger is geen plaats voor hem. De ruwere, sterkere naturen zijn daar beter geschikt, voor." „Vindt u mij tc klein voor soldaat vroeg Teddy. De majoor lachte eens. „Je zult groot genoeg worden," zei bij. „Je 'nebt nog aLlen tijd." „Ik zou geen trommelslager willen we zen," zei Teddy, „ik wil liever wachten on eon echte soldaat worden, een soldaat, die vecht." „Uitstékend. Blijf maar bij je pla-n," zei de majoor. „Je hebt je vaders bloed in de aderen," zei de kolonel lachend; „onder de hand oefen je je zoo nu en dan op de dorpsjon gens, geloof ik." „Neen," zei Teddy; en er kwam een ern stige blik in zijn vroolljke, blauw" oogon, „ik vecht nu met niemand meer dan met Ipse; hij houdt mij altijd bezig." „Wie is Ipse?" vroeg mevrouw Graham. „Dat is mijn eigen vijand. Doipinee Up ton heeft mij van hem verteld. Ziet u, ik ben' een krijgsknecht van God. God houdt 'er ook heel kleine soldaten op na. Ik h?b nu a'l maanden geleden dienst genemen in Zijn leger. Ipse i6 ook een deel van mij; het slechte deel." Er heerschte een oogenblik stilte in de kamer. Toen zei majoor Tracy lachend: „Wat een eigenaardig type!" Daarop mocht Tedcly heengaan. Tlij rende -zoo hard bij kon naar huis en lette er niet eens op, dat het was gaan sneeuwen, wat hem anders zou hebben doen opspringen van plezier. Ademloos en vol opgewonden heid kwam bij de keuken, binnenstormen. Zijn moeder wist. het al en was dus voor bereicl op het. groote nieuws, maar ze wist niets van de mooie ridderorde- af, die de kolonel er van had laten maken. Die wus dus wel een verrassing; en zijn grootmoe der en zijn oom waren er ook erg over in hun schik. Teddy's dankgebed, dien «Jvond, trof zijn moedev zeer. „O, Heer, ik dank U. Ik wist dat U mij verhooron zou, want U wist., hoe moeilijk het was, om te leven zonder mijn knoop, cn U weet, hoe ongelukkig mijn hart was, hoe wel ik mijn beet deed, om moedig t9 zijn en er niet over te praten. Och, helpt U mij, alsjeblieft, om er heel goed voor te zorgen, opdat ik hem nooit weer verlies." Den volgenden morgen voor het ontbijt rende hij al naar Nancv toe, om haar jijn lang gemisten soha.t te laten zien. Zij was even verrukt, als hij zelf, maar zei na een paar minuten: „Knoop-jongen weet je nog wel, dat je mij verteld hebt, dat je niet leven kon zon der je knoop? .Te zei. dat je weg zou kwij nen on sterven." „Ja, dat dacht ik ook, dat ik doen zou, maar zood-ra ik er voor ben gaan bid-don, wist ik, dat ik hem terug zou krijgen, en ben ik dus beter geworden." „Wel," zei Nancy met een zucht, „ik zal nooit weer probeeren, je knoop te krijgen, maar als je voor mij mocht sterven, zou ie hem mij dan niet willen geven? Ik zal er heel goed voor zorgen." „Ik had hem met mij in het graf willen nemen," zei Teddy, maar ik wil mijn plan wel veranderen, en als. je mij belooft, lat je hem aan niemand anders zult geven, mag je hem wel hebben." „Ik beloof het je eer-lijk," zei Nancy, „en ik heb immers gezegd, dat ik je niet wilde liefhebben, voordat je hem mij gaf, maar ik zal je nu toch liefhebben, want ik doe mijn best, om goed te zijn." „En we zulcu er altijd om donken, dat gewone officieren en zee-officieren allebei even goed zijn; ze zijn precies hetzelfde." „Ja," knikte Nancy; „ze. zijn «He t»vee precies hetzelfde, cn mijn vader is net zoo goed als jo-uw vader." Toddy keek een beetje twijfclaohti-g, maar kwam er wijselijk niet. tegen op; en daarop scheidden zij, terwijl Nancy hem nog ach terna riep: .Als ik den knoop krijg, dan ga ik hem als broche dragen." „Moeder," zei Teddy, een paar dagen la ter, toen ze hem als gewoonlijk kwam goe den nacht kussen, „weet u wel, dat ik 7.00 graag een vijand wou hebben, 0111 Ie be vechten, en nu ik Ipse heb, om tegen te strijden, begint het mij erg te vervelen. Het maakt mij zoo moe. Is dat erg slecht van me? Ik- vroeg vandaag aan den dominee, of ik nooit van hem af zou komen, ook niet, als ik groot ben, en hij zei, dat ik nooit beelemaal van hem af zou komen,! maar dat ik hem wel goed onder den du:in' zou ku-nnen- houden, zoodat hij mij niet zoo hindert. Hij plaagt me nu soms heel erg." „Een soldaat moet niet tegen strijden op zien, mijn jongen, en je hebt je Kapitein om je te helpen." „Ja, en als ik wat grooter 011 sterker word. dan zal het wel gemakkelijker gaan. denkt u niet? Heeft u wel eens ooit t6 strii don. moeder? Heeft u ook een vijand, net als ik?" „Ja, zeker, kindje." ..Maar u word! nooit verslagen, is her wel? U doet nooit iet» verkeerds?" ..Ik ben misschien mijn Heer niet onge hoorzaam." zei zijn moeder, met een glim lach. ..maar ik heb moeilijkheden genoe-;. waar jij nog niets van of weet, en ik bon bang, dat de vijand mij nu en dan ook wel eens verslaat." Teddy da-cht daar even over na. ..Ais i-k in den Hemel ben," zei hij. „dan zal ik toch niet meer met Ipse te strijden hebben, is het wel?" „Neen, lieveling, daar is geen strijd meer tegen de zonde." Teddy glimlachte. „Misschien zal mijn Kapitein mij we! bijna net zno dapper vin den als vader, als i-k tot. mijn dood Ipse flink blijf bestrijden." „Er staat een vers in den Bijbel." zei zijn moeder „dat zegt: „Die zijn geest geheerschf is beter dan die een stad inneemt" Ik wil liever, dat mijn kleine jongen don Booze bestrijdt, dan dat bij de dapperste soldaat zou worden." EINDE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9