WOENSDAG 25 FEBRUARI 1931 HET PROCES-LANS IN VIJFDER INSTANTIE Gemengd Nieuws» NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS DE BEHANDELING VOOR HET GERECHTSHOF TE DEN BOSCH Zitting van Dinsdagmorgen Dè zitting wordt te 10 uur heropend. Eerst wordt gehoord Commissaris D ij le is tra, die een beschrijving geeft van den toestond, welke hij op den avond van den inoord heeft gevonden im het pand van de N,V. De Haas. Nadat de procuratiehouder uit Den Haag was overgekomen, constateerde hij, dat er ruim ƒ80 was gestolen. De Pree.: Hoe was de houding van den •verdachte? Get. Dijkstra: Hij vroeg, wat is hier toch gebeurd? De Prö6: Hij deed dus of hij van den priüB geen kwaad wist? En toen wist hij tooh aJ dat Lans door] was? Get. Dijkstra: Dat had hij van don agent van Willigen gehoord. De Pres.: Had U direct verdenking te gen hem? Get: De mogelijkheid hebben wij over wogen, maar bewijzen hadden wij niet. Wei hebben wij later gedaoht: wat gek, dat Iemand die haast heeft. hij moest vroeg naar hui6, om vioolles te nemen naar den trein gaat loopen. De Pres.: Heeft van O. direct het öheque boekje vermist? Get: Bij het opmaken van de lijst der vermiste goederen. Advoc.-Gen.: Hoeft hij nog denzelfden •wond gezegd hoe laat hij weggegaan is? Get: Ja, hij zei half zeven. Raadsh. van B or tel: Was dat vóór dat hij naar mevrouw Lans waa ge weest? G e t: Ja, wamt hij is pas laat naar de familie Lans gegaan. Raadsh. va n B.: Waarom heeft U die tweede handdoek niet in beslag genomen? G e t.: Die is blijven liggen, tot de politie bond er lucht aan höd gekregen; omdat het den indruk maakte -dat de de-der er zijn hand aan had afgeveegd. De advoc.-gen. vraagt Dr. v. Hulst, of bij den moord in de Willebrorduestreat ook niet de dader bijna geheel bespat was Dr. Hulst wordt beëed-igd. Hij zegt, dat ei sen principieel verschil is tusschen de zaak van Oudheu6den en de zaak Maliepaard. De Pres.: Laten we dat punt n-u later apart behandelen. Mr. Kokosky stelt, nu ook commisea- ris Dijkstra de vraag, waarom hij geen huiszoeking heeft gedaan. Comm. Dijkstra: Dat mocht ik toen nog niet doen. Bij een man van zuLk een positie kam men toch zoo ma.ar niet huis zoeking doen. De Pres.: U moet tooh goed begrijpen, Mr. Kokosky, dat ook do officier en de rech (ter-commissaris aanwezig waren. Mr. Kokosky: Het gaat niet om de per sonen, president, het is geen persoonlijke kwestie. De Pres.: Gisteren had het er andere buitengewoon veel van. Get. Dij kstra: Ik heb mij steeds op ihet standpunt gestetd, dat waar de Offi cier aanwezig is, de hulp-Officier automa tisch terugtreedt De advoc.-gen. tegen van Oudheusden: U was al zenuwachtig, toen U om half ne gen thuis gehaald werd. Waarom?. Verd.: Ik dacht toen ik door de Politie werd gehaald, dat er iets bijzondere was gebeurd in Rotterdam. De advoc.-Gen. Hoe kwam U daarbijv Verd.: Anders had meneer Lans hot w-el geregeld. Thans wordt gehoord den agent van po litie Tim uit Den Haag. Deze heeft van O. gewaarschuwd, dat hij met den meesten spoed naar het kantoor te Rotterdam moest komen. De Pres.: Hebt u niet gezegd, waarom? Get.: Ik heb gezegd, dat het niet bekend was, waarvoor het was. Advoc.-Gea: Hebt u toen niet lachend gezegd: ik denk voor een inbraak? Get: Dat kan wel. De Pres.: Had hij dit pak aan? Get: Dat zou ik niet kunnen zeggen. Ik imeen wel van een grijs pak. Hij zag er niet ais een heer uit Er werd gemusiceerd, maar het was net of hij van een karwei kwam. Advo C.-G e n.: Had hij niet een scheur in zijn broek? Get-: Dat zei hij, ja. Toen heb ik nog ge zegd: Als u er uw jas overheen trekt, ziet niemand er wat van. Verd. springt op: Die meneer kan wei zooveel onzin vertellen (beweging). Ja, wat is dat voor onzin, om hier van een karwei te spreken. Het is een donkere gang. Hoe kan die meneer dat zien? Raadsh. Van Bortel: Maar die scheur dan, daar hebt u toch over gespre ken? Verd.: Dat weet ik niet. Raadsh- Van B.: U wist toch dat die Scheur er was. Verd.: Dat wist ik. Advoc.-Gen.: Maar'u vondt die scheur loch niet zoo erg, dat u er toch wel mee bij de dames kon verschijnen. Verd.: Omdat je het zoo niet zag. Dan wordt gehoord Me v r. Weyn e. De ze vertelt, dat Van Oudheusden direct ge zegd heeft, na een telefoongesprek: Lans is vermoord. Get had den heer Bos gepolst of deze geld in de zaak van de Haas wilde ste ken en heeft toen Van Oudheusden opgebeld erover. Voor zijn kinderen was verd. een uitste kend vader. De kinderen weten nog van niets en denken dat pappie in het ziekenhuis ligt Als get met. ze gaat wandelen, vragen ze naar pappie in het ziekenhuis te mogen gaan. Mevr. R emery, de naaister van me vrouw Weyne, verklaart, dat zij verdachte's broek heeft gerepareerd. Deze was met een grove steek dichtgenaaid. De Pres.: Was het, of iemand die niet kon naaien het heeft gedaan? Get: Ja. Mr. Kokosky: Moet Van Oudheusden dat pu hebben gedaan? Get: Neen, mevrouw Van Oudheusden. De Pres.: Hoe weet u dat? Get Omdat ik alles naai voor mevrouw Oudheusden- De agent van Willigen vertelt, dat van Oudheusden op den moordnvond bij de zaak van de Haas is gekomen en hem gevraagd heeft: Wat is hier gebeurd? Get had ge- segd, dat er eon zekere meneer Lans ver moord was, waarop verd. eon vloek had ge uit en haastig naar binnen was gegaan. De pres.: Wat voor indruk maakte hij op u Get: Ik dacht direct, hij kon de dader wel eens zijn. maar ik had er geen bepaald motief voor. Raadsh. v. Bicbersteijn: verdachte, waarom deed u of u niets wist? U had toch al bij mevrouw Weyne gehoord dat Lans vermoord was? V rd: ik heb toch ri gezegd dat ik in een tenuwachtigen toestam] verkeerde? M e j u t f r. E n z 1 i n \erklaart nog een; hoe zij op den móordavond eon man van dp gestalte van van Oudheusden op de Admi raliteitskade een pakje in het water heeft zien werpen. Het pakje was niet zwaar. Op een draf liep de man naar het Oostplein De vriend van Mej. E. de chauffeur Wye.r verklaarde, dat de man een dophoed droeg. Het. meisje spreekt van een gleufhoëd. Uitvoerig wordt over.dit punt gediscus sieerd. Mr. Kokosky meent, dat deze men schen niet meer weten wat zo gezien heb ben. De accountant van Melis verklaart, dat bij op 30 November juist beginnen zou met het nakijken van die boeken, waaruit de fraude zóu blijken. Na een langdurig on derzoek niet den. beer James Polak is ge bleken, dat slechts een klein bedrag aan baar geld vermist kon worden. Mr. Kokosky gaat nog woer uitvoeri ger in op het verleenen van de opdraciu. Hij meent, dat alleen deskundigen kunnen beoordeelcn, of het bloed op de mat van belang was. Get. Tas. Ik bon deskundige. Mr. Kokosky: Is U deskundige? De Pres-: Ik heb mijnheer toch als des kundige beëedigd? Get. v. Boe kei en, de vroegere werk ster, herhaalt haar verklaringen over h"i afwasschen van de mesjes en 't terugvindPi. van een wit beenen mesje. In het kistje waarin later de vijl is gevonden, heeft geu vroeger een groote sponsenschnar gelekt. Toen was het kistje leeg. De mat heeft get. uitgeklopt.; ze heeft, er geen bloed aan gezien Mr. Kokosky vraagt, hoe laat zij met haar werk is begonnen. Get. v. B-: 10 uur, half elf. Mr. Kokosky: en met de mat? Getuige: 12 uur. Mej. v. Boekelen vertelt verder, dat zij een der mesjes in de parapluiebak heeft gevonden. Er ontstaat eenig geschil tusschen Mr. Kokosky en den president, als do verdediger weer iets vraagt en Commijs wil laten roe pen. De Pres. zegt met stemverheffing: Mag ik ook nog wat zeggen? Mr. Kokosky vraagt dan of Commijs beoordeeld heeft of het gevonden mes voor den moord gebruikt is of niet C o in m ij s Ja. De machinist v. Tol deed mededeeling over de plaats waar de vijl lag. De espedi tieknecht Roer legt verklaringen af over het opruimen van het bloed, den morgen na den moord en over het kistje waarin de vijl lag. Get. zegt, dat het niet mogelijk is dat er bloed aan hét kistje is gekomen door zijn toedoen. Insp. Tas deelt mede, dat de vlek op de mat in het voorportaal niet grooter dan iy3 decimeter was. De a d v o c. g e n.U hebt geen opdracht gekregen daar te .fotografeeren? Get. Tas: Dat moet óp een misverstand berusten. De commissaris zegt de opdracht te hebben gegeven maar ik hub het zoo niet begrepen. ïn elk geval was het bloed zoo weinig, dat ik het niet noodig oordeelde, het te fotografeeren. Mr. Kokosky: Dank u wel, dan weet ik al genoeg. Er wordt nog even gesproken over de vraag, in welk kistje de vijl is gevonden. Dan wordt ook de vroegere werkster, mej. Kroon, over hetzelfde punt gehoord. Deze get. heeft van Oudheusden zich op verdach te wijze zien ophouden in de verwarmings kelder. Een nieuwe getuige is de heer Scheen, verzekeringsinspecteur. Deze verklaart, dat de firma De Haas bij hem was verzekerd. Na den moord hesft get. de schade van den inbraak opgenomen. Van Oudheusden heeft hem toen verteld, dat er 18.71 en eenig vreemd geld werd vermist. Advoc.-gen.: Heeft het U destijds be vreemd, dat bij het berekenen dit bedrag steeds minder word? Eerst werd gesproken van 80 niet waar? Get.: Juist, hij sloeg steeds af. Wat het vreemde geld betreft, vertelde Van Oudheus den, dat dit door de politie in beslag was ge nomen. Later is get naar het politiebureau gegaan en toen bleek dat er niets in beslag was genomen. Get Bos, directeur van de Unie heeft zich in principe bereid verklaard, geld te stoken in de zaak van De Haas, waarvan Oudheusden directeur werd. Toen hij echter de balans onder de oogen kreeg, heeft hij daarvan afgezien. De Pres.: Hoe stond hij tegenover de vrouwen in 't algemeen. Zat hij onder de pantoffel? Get.: Hij kon tegenover vroiiwon niet met dat gezag optreden als ik noodig zou oordeelen. De Pres.: U is zelf ongetrouwd, niet waar? (Gelach). Getuige: Ja. Nadat deze getuige nog enkele punten van ondergeschikt belang heeft behandeld wordt gepauzeerd. MIDDAGZITTING. Na de hervatting wordt eerst nog gehoord mej. Kroon, aan wie Mr. Kokosky nog eenige vragen stelt over het witbcenen mesje. Getuige Kraft vertelt nog eens, hoe v. O. bij hem is geweest om hem te vragen of hij als technisch leider naast hem als directeur wilde optreden. Van O.: „Br is van een directeurschap niet gesproken." De pres.: „Wat voor indruk maakte hij dien dag?" Get. Kraft: „Een zielige indruk." Gei Voors, commissaris bij de fa. De Haas, vertelt, dat aan v. O. gevraagd is of hij eventueel directeur wilde worden, met het oog op de geldschieters. Hij zou nog spreker met de fa. Reus in Dordrecht Voor hij daar geweest was, belde v. O. op, dat, hij de zaak wel kon overnemen. Hei. was met het. geld nog wel niet heelemaal in orde, maar Mr. Kokosky: „Is unog boven geweest? Hoe laat was dat?" Get Voors: ,,Om negen uur." (Mr. K.: „Is u gewoon de trap op naar boven gegaan. Was er toen nog niets opge ruimd?" Get. Voors zegt niets gezien te hebben. Er was politie en personeel, maai- ik heb niet naar bloed gekeken. -Get. Smith heeft na de begrafenis met v. O. in de koets gezeten. De verdachte heeft toen gezegd dat hij de zaak host kon over nemen. Hij had een technische kracht on iemand die geld kon fourneeren. Got. had nog op den avond van den moord met iemand gesproken, d.ie zeide: „Een in breker slaat, neer, maar vermoordt niet" Toon had get tegen z'n vrouw gezegd: „Dan is het gebeurd door iemand, die er veel last mee kan krijgen en dat is de procuratie houder v. Oudh." liet was get. ook opgeval len, dat v. O. pas op het allerlaatste oogen- blik in het ziekenhuis kwam, waar de begna fenisstoet. zou vertrekken. Hij had in de kapel óok heel weinig, gezegd, get. zou dat Vrouwe JvstUia ziet zich voor steeds ingewikkelder problemen gesteld. Moge 't Haar gegeven zijn het volle licht over deze droeve zaak te doen opgaan! andere hebben gedaan, maar misschien heeft v. O. gedacht: „Wie niets, zegt, kan zich ook niet verspreken. De schoenwinkelier Gerritsen ver klaarde, dat v. O. bij hem nieuwe schoenen heeft gekocht en de oude heeft laten staan. Aan deze schoenen heeft de schoenmaker Mossel v e 1 d vreemde natte plekken ge zien. Dr. Gerbardt hoeft geconstateerd^, dat er aan de schoenen niet met olie of benzine is gewreven. Het meisje Regeer vertelt nog eens dat ■m op den moordavond t-wee mannen heeft gezien. Als de a dv.-g en. zegt, dat de verklarin gen van dit meisje niet van zoo groot belang zijn roept Mr. Kokosky uit: „Alles wat disculpeerend is voor Van. O. wordt hier weg gewerkt. Het gaat hier om een menschen- levon!" Mr. D. H. Hoogen raad, w.n. griffier bij de Rotterdamsche Rechtbank verklaart, dat. hij bij de reconstructie op hetzelfde bal con heeft gestaan. Men kon toen niet veel meer dan vage schimmen zien. Get Regeer heeft een jaar geleden dui delijk twee mannen gezien. Den volgenden morgen hoorde ze van de moord. Nadat deze getuige nog even over het tijd stip is gehoord worcit de schilder Bie- ling gehoord, die volhoudt dat hij destijds zuiver de bloedplas beeft geschetst. Inspecteur Tas zegt, dat dit gechargeerd is. Get. beeft dat direct gezegd, terwijl Die ting de teekenlng maakte. Als kunstenaar heeft hij natuurlijk de bloedplas geaccentu eerd. Get B i e 1 i n g zégt, dat er toch veel bloed in het portaaltje lag. Get.. M o r e e, agent v. politie, heeft bij de zaak van de moord in de Prinsenstraat twee publieke vrouwen gehoord. Deze zeiden -het ellendig te vinden ais er een onschuldige de bak in zou draaien. Deze vrouwen wisten zelf niets, maar hadden in de „onderwereld' gehoord, dat Lans en Van Oudheusden „ruigpooten" waren. Van O. zou zijn afgeperst voor f 5000 en daarom verduisterd hebben. Hij zou zelf de moord niet hebben gepleegd, maar er alles van afweten." De pres.: „Wie hebben het dan wel ge daan?" Get. Moree: „Twee jongens die dé „kraak" hebben gepleegd in Plan C, J. Ver meulen en Joop Sluyter." Mi\ Kokosky staat er op, dat deze ge tuige de namen noemt van de vrouwen, die dit alles hebben verklaard. Verd. is niet ver antwoord als niet alles onderzocht is." Get Moree weigert den naam te noemen De pres.: „Hebt u als politieagent uw woord gegeven niets te zeggen?" Get.: „Ja zeker!" Get. Hermans zet uiteen, dat in Rotter dam geen Jo Sluyter bekend is, wel eene Leen Sluyter. Get. Commijs verklaart, dat Lans en van Oudheusden niet als „ruigpooten" be kend stonden. De pres. (tot Mr. Kokosky): „U ziet, er blijft niet veel van over!" Mr. Kokosky: „Deze menschen kunnen dat makkelijk zeggen! In elk geval, ik sta er op, dat de namen van de vrouwen wor den genoemd." Raadsheer v. Bortel ondervraagt dan v. O. over de beschuldiging van „rulgpoot". Verd. zegt zich hieraan niet schuldig te hebben gemaakt. De pres. vraagt aan den getuige Moree of li ij zich beroept op zijn beroepsgeheim om de namen niet te noemen. Get.: „Ja!" Het Hof gaat dan eenige oogenblikken in raadkamer. De President deelt na terugkeer van het Hof mede, dat het reden tot verscboonlng ziet in het verzoek van den getuige Moree in zooverre deze om redenen van beroeps geheim weigert de namen van de vrouwen te noemen. Mr. Kokosky wil er dan acte van go- nomen zien, dat hij zich het recht van cas satie voorbehoudt over dit onderdeel. Getuige Vermaas heeft te 5.40 het ach terhek aan de Admiraliteitskade gesloten. Getuige is van half twaalf tot 'snachts 1 uur bij v. O. geweest. Volgens hem zou v. O. niet in bloed kunnen hebben getrapt. De ver dachte heeft tegen hem gezegd, dat hij wel eens door het achterhek vertrok. Mr. Kokosky: „Hebt u mijnheer Lans wel eens door het achterhek zien caan? Get: „Neen." Mr. Kokosky: „Hij had toch een sleutel van dat achterhek?" Getuige Timmers wordt nog eens voor geroepen om Mr. Kokosky in de gelegen heid te stellen te vragen, hoe deze getuige precies kan verklaren dat te 7.15 het bericht van de moord binnenkwam. Get. Timmers zegt altijd te hebben ver klaard, dat het ongeveer 7.15 uur is ge weest. De politiehond. Thans worden voorgeroepen, vier politie hond-deskundigen. Hoofdagent De Jong, uit Rotterdam, de heer Kroes, waker aldaar, de heer Hermsen uit Amsterdam en de inspec teur v. d. Mast. De hoofdagent De Jong heeft met een justitiohond in deze zaak gewerkt. Hij heeft de hond lucht gegeven aan de tweede hand doek, die zóó lag, dat de verelagene die niet zoo op zijn beenen kan hebben neergelegd. De hond is door het kantoor gaan snuffelen, heeft daarna „geteekentl" op het portaal omdat daar blijkbaar een flinke worsteling heeft plaats gehad. Daarna ging hij naar beneden en liep naar het achterhek. Bij het achterhek rook hij aan het hout, zoodat hij wei degelijk dezelfde lucht van de hand-doek aan het hek heeft geroken. Op de Admira liteitskade raakte hij het spoor bijster. Dezelfde route heeft de hond verschillende keeren herhaald. Halverwege de buitengang was het, alsof de dader zich beraden heeft en naar de stille Admiraliteitskade. is ge gaan in plaats van naar de drukke Öostzee- dijk. Getuige-deskundige Kroes zet uitvoerig uiteen, dat als de hond lucht had gekregen nan. het lijk, hij bij de hoed van den ver- slagene zou hebben „geapprêteeerd". Een ander deskundige de heer Hermsen meent dat de lucht van den verelagene aan de handdoek sterker moet zijn geweest dan die van den dader. De a d v.-g eneraal: „De vermoorde is toch niet naar het achterhek gegaan!" Mr. Kofcosky zet uitvoerig uiteen, dat Lans toch van te voren naar het achterhek kan zijn gegaan. De getuige De Jong zegt, dat in een be sloten ruimte de reuk van de dader langer bewaard blijft dan buiten. Getuige-deskundige v. d. Mast zet uiteen, dat menschen. die in een sterke gemoeds beweging verkeeTen een meer intensieve lucht afgeven dan anderen. Daarom is het zoo goed, dat get. De Jong alleen aan de bovenzijde van de handdoek heeft lucht ge geven. Daaraan immers heeft de dader ver moedelijk zijn van angst bezweete handen afgeveegd. Dit heeft voor den hond de mees te lucht afgegeven. De hond gaat niet na zelfs, wie ergens het laatst geloopcn heelt, maar wie den sterksten indruk heeft achtergelaten. Daarom is het heel goed mogelijk, dat de hond niet naar de telefoon centrale is geloopen, maar het intensievere spoor heeft gevolgd van den dader nadat deze den moord heeft gepleegd. Uit het feit, dat de hond bij den hoed van Lans niet heeft geappreteerd, valt deskun dig vast te stellen, dat de hond niet tie lucht van het slachtoffer heeft gevolgd. De verklaring van De Jong is dus zreer aannemelijk. Terwij! deze getuige zijn verklaringen af legt, doet een diploma de ronde van de hond van den heer Kroes, wat den president de opmerking ontlokt, dat „Max heel wat punten heeft gehaald". Getuige v'. d. Mast verklaart verder, dat het hem voorkomt, dat de dader de stoppen der telefoon heeft uitgehaald vóór hij de moord pleegde. Het is heel wel mogelijk clat de hond niet naar de telefooncentrale is ge gaan, omdat in het keukentje door velen is geloopen. Zoodra hij in de vrije ruimte kwam. waar minder geloopen werd, rook hij het spoor duidelijker. Getuige De Jong vertelt dan vorder, dat hij van den handdoek den indruk heeft ge kregen, of er iemand met groote haasi zijn handen aan heeft afgeveegd. Bloed was er niet aan Mr. Kokosky: „Ook geen vingerafdruk kon?" Getuige De Jong: ..Dat is niet mogelijk.' Mr. Kokosky (tot v. d. Mast): „Een uur later kwam Van Oudheusden. Moest de hond dan niet op hem zijn afgegaan?" Getuige v. d. Malst: „Een hond, die goed onder appèl van zijn baas staat, speurt niet op eigen houtje. Hij blijft liggen en denkt. „Ik heb gewerkt, nu ben ik klaar!" Alleen als op hem getrapt werd zou hij zijn afge vlogen op v. O. Mr. Kokosky: „Maar indien zoo'n hand doek urenlang in de atmosfeer van het lijk ligt, neemt het dan de reuk daarvan niet over?" Getuige v. d. Mast: „U vergeet, dat de lucht A-ar. den levenden en opgewonden da der altijd sterker blijft, dan die van het lijk." De Pres.: „Hoe meeT U vraagt, hue ster ker de getuigen komen te staan. Terwijl de deskundigen reeds weggaan, stelt Mr. Kokosky nog eenige vragen. De President: „Past U nu maar op!" (Hilariteit). Mr. Kokosky vraagt van wie de lucht nu afkomstig was. Van Van Oudheusden? Getuige v. d. Mast: „Dat is voor ons een geheim. We weten alleen, dat het Lans r.ici is geweest. De gevangenen. Thans wordt gehoord de gedetineerde uit do strafgevangenis te Utrecht Vink. Deze heeft in het psy ch o patents y 1 te Utrecht een slaapkameraad gehad, die in zijn droom bekende de moordenaar van Lans te zijn. Dit zou eene Goosser.s zijn. De Pres.: „Maar diens heidens waren toch niet in orde?" Get.: „Ze waren wel degelijk in orde." De Pres.: „Waarom zou hij dat dan heb ben gedaan?" Get.: „Hij was werkloos." De Pres.: Maar als dat een motief was, zouden er heel wat menschen worden ver moord!" Na nog enkele vragen gaat deze getuige heen. Harry Siebeling." Dan komt tiët podium op een jongeman, die zegt Harry Snabilié te heeten, reiziger te zijn en var. Amsterdam afkomstig te zijn (Dit is de \ce] besproken Harry Siebeling.) De Pres.: „Hebt U den moord gepleegd?" (Gelach.) Get.: „Ik wordt e* we, van verdacht blijkbaar!" Getuige verklaart nooit eerder in Rotter dam te zijn geweest dan in September 1930. Hij heeft de moord niet gepleegd. De Pres.: „Hebt u een stuk ijzer in het water gegooid?" Get.: „Och. welpeen, mijnheer. De heele zaak is deze, dat ik getuige ia zijn zaak ben geweest ik heb met van Oostiveen samen gewoond. Hij deed wel eens meer gek en op een avond zei hij: „Ik ga schieten". Toen de juffrouw later daar bang over werd ben ik met. haar naar het politiebureau geweest en zoodoende werd ik kroongetuige. Hij is toen ingerekend, omdat hij een schot op een ver pleegster had gelost. Ik deuk, dat diet hu een wraakneming is. Hij noemde mij altijd Sie beling, maar ik heet Snabilié!" De Pres.: „Laat Van Oostveen binnen komen." Onder groote beweging in de zaal komt van Oostveen binnen. Hij heeft nauwelijks Snabilié gezien of hij wijst hem met uitge strekte. arm aan en roept verheugd: ,Dat is ihem! Dat is de goeie hoor! Absoluut, dat is de persoon, die ik bedoel!" De pres.: „Hij is getuige geweest in uw zaak hè?" Snabilié: „Alleen voor den rechter commissaris." Nadat nog enkele vragen aan Van Oost veen zijn gesteld, waaruit duidelijk blijkt, dat men met een wraakneming te doen heeft, gaan deze getuigen heen. Dan wordt begonnen met het verhoor der deskundigen. Datvan Dr. v. R ij s s e 1 levert niets nieuws op. De zitting wordt geschorst tot hedenoch tend 10 uur. W.C. toegang had verschaft en die daarna een dourpaneel had verwijderd, waardoor hij in de gelegenheid was gekomen de werkplaats binnen, te dringen. Hier was een gouden horloge en een gouden ring tot goeden prijs verklaard. A|s verdacht van dene inbraak heeft zich te verantwoorden gehad, de 21.ju.rige varensgezel A. L.. v. d. H.. uit Zuldland. HIJ ontkende het hem ten laste gelogde. De gouden ring, waar van vast stond, dat verdachte die verkocht had. zeide hU vtui een hom onbekenden man U> heb ben gekocht. Getuige F. G. Tieman gaf een beschrijving van dc wijze, waarop mop zich toegang had verschaft. Uit de werkplaats had hU den gou den ring en een gouden horloge vermist. De wal.de van den ring zou ongeveer 25 ge weest zijn. Getutge D. v. d. Waag heeft de rtl# van verdachte gekocht voor 7.50. Dr S. Woijl concludeerde tot een vermiaderde toereken inga vatbaarheid. Hel O. M. eisohto 8 maanden gevangenis straf met aftrok der preventieve hechtenis. De verdediger moende dat het bewijs van dc Inbraak niet geleverd is e-n pleitte voorts oplegging van een clemente straf. HAAGSCHE RECHTBANK ONVERSTANDIGE CHAUFFEUR. De 20-jarige chauffeur T. b. te Rotterdam heeft op 24 September j.l. als bestuurder van een vrachtauto, op den Leidschen Straatweg onder Wassenaar, gereden met een snelheid van 60 a 70 K.M., terwijl die weg nat en glad was. In een flauwe bocht begon de wagon te slingeren. b. raakte daarbij het stuur kwijt, reed toen tegen een lichtpaal en kwam daarna in botsing met een auto komend uit tegenover gestelde richting, waarin twee politieagenten aren gezeten. Beiden werden door de aan rijding verwond. bedreiging. De 43-jarige veekoopman C. van der L- te Alphen a. d. R. heeft op 17 Nov. j.l. aldaar roet zekeren B. J. S-, woorden gekregen over het slaan van palen in een poort waartoe laatst genoemde aan een zoon opdracht zou hebben gegeven. Daarbij zou L. eerst den zoon hebben bedreigd en daarna den vader met een ge opend mes door te roepen „ik steek je kapot". Verd. ontkende en zeide dat juist S. hein zou hebben bedreigd. S. als getuige gehoord, kc*. zich de toedracht der zaak niet meer precies herinneren; zijn verklaringen luidden clan ook afwijkend van die afgelegd door de politie. Ook de verklaringen door den zoon afgelegd kloppen niet met het proces-verbaal van de polit'e. Nadat een tweede zoon als getuige was ge hoord meende het O.M. requisitoir nemend, d it het ten laste gelegde bewezen is en vroeg Legen verd. een maand gevangenisstraf. Uitspraak ,T0 Maart a.s VONNISSEN. _De Rechtbank veroordeelde J. van St. te Naaldwijk, overeertkomstig den eisch van het O.M. wegens oplichting to 5 maanden gevan genisstraf. 0. Th. D. te Amsterdam wegens rijwiel diefstal, tot een jaar gevangenisstraf. R. B. te Noordwiikerhout wegens overtre ding van art. 307 W. v. S. tot f 30,— boete subs. 30 d. hechtenis. - Vrijgesproken werd J. D. te Leiden die terecht heeft gestaan wegens een zedenmisdrijf HOOGE RAAD Mr. NYPELS TOT RAADSHEER BENOEMD Benoemd ia tot Raadsheer Hoogen Raad Mr. L. A. Nypels, advocaat en procureur te '6-Gravenhage. RECHTBANK TE ROTTERDAM Zitting van 24 Februari DE INBRAAK BIJ DE HAAS JR.'S HANDELMAATSCHAPPIJ Bij de behandeling van de strafzaak tij gen den procuratiehouder G. J. v. O. voor het Gerechtshof te 's-Hertogenbosc-h heeft de verdediger nir. Kokosky Maandag de vroe ger gepleegde inbraken bij de N.V. Dp H •Tr.'s Handelmaatschappij ter sprake ge bracht. Hij heeft er toen op gewezen, dat sedert de fabriek verplaatst is naar Schie dam er wederom eenige inbraken hebben plaats gehad. Het is wel eigenaardig, dat de rechtbank gisteren de eerste dezer inbraken heeft be handeld. Terecht stond de 31-jarige koopman C. J. v. T. uit Schiedam, die zich in den nacht van 6 op 7 November toegang zou hebben verschaft tot de aan de Buitenhavenweg te Schiedam gelegen fabriek der N.V. De Haas Jr.'s Handelmaatschappij en 500 zou heb ben weggenomen. De verdachte legde een volledige beken tenis af, evenals zijn 44-jarige medeplichti ge J. W. de N. uit Schiedam die op den uitkijk heeft gestaan, en eenige weken later nogmaals heeft getracht in het pand in te breken. Het O. M., waargenomen door mr. J. A. H. Beumer, eischte tegen den eerste ver dachte 2 jaren gevangenisstraf met aftrvk der prev. hechtenis en tegen den andere 8 maanden met aftrek der prev. hechtensi. Uitspraken 9 Maart. DOOD DOOR SCHULD Dc 20-jarige chauffeur A. D. heeft terecht gestaan terzake het veroorzaken van dood door schuld. Op 20 Juni had verdachte een auio bestuurd, waarmee op de Kruiskade den voet ganger R. .Hulsman was aangereden, die dien tengevolge zoodanig werd verwond, dat hu' korten tüd later ie overleden. Aangezien eon der getuigen niet verschene:. was. werd do zaak aangehouden tot 5 Maart. INBRAAK TE NIEUW HELVOET Dc winkel van den goudsmid F. G. Tieman te Nieuw Helvoet, die reeds eerder zijn faci- neerenden Invloed had geoofend op leden van het langvlngerigo gilde, was in den nacht van 8 op 9 November het doel gewoest van oen inbreker, dio zich door het raampje van. do REMBRANDTS REHABILITATIE GAAT NIET DOOR Onlangs werd melding gemaakt van een request, door een der erfgenamen van Rem brandt bij de rechtbank te Amsterdam inge diend. In dit request werd rehabilitatie van Rembrandt, die in staat van faillissement was overleden, verzocht. Hot verzoek is door oe rechtbank op formeele gronden afgewezen. De materloele inhoud van het request werd niet behandeld. Hooger beroep of cassatie is niet mogelijk. DE INTERNATIONALE OPLICHTERS De beide te Amsterdam gearresteerde in ternationale oplichters, die valsche namen opgaven en gestolen passen bij zich had den, hebben bekend en erkend dat de cheques te Parijs van den Amerikaan Coo- lidge gestolen zijn. Verder geven zij voor, dat zij' elkaar in Antwerpen ontmoet heb ben op reis naar Nederland. Ook is nog ge bleken, dat een wisselkantoor in Rotter dam de. dupe is geworden van deze op lichters. De cheque n.l., die zij daar in een hotel hebben gewisseld, is later door dit wisselkantoor geincassecrd. Vermoedelijk zal hun uitlevering gevraagd worden door venschilléndc landen. BRUTALE INBRAAK TE ARNHEM Men meldt ons uit Arnhem: In den afgeloopen nacht heeft in de Beekstraat alhier een brutale inbraak plaats gehad. Ingebroken werd in liet filiaal van Ver stegen's Slagerijen. Door middel van het wegnemen van het tuimelraam boven den ingang is men in de slagerij binnengeko men. Eenige honderden ponden vleesch wer den gestolen. Van de daders ontbreekt tot nu toe elk spoor. EEN DROEVIGE ONTDEKKING T eDirksland is de 78-jarige alleenwonen de weduwe .T. Averwoei dood in haar wo ning gevonden. AUTO VAN DEN DIJK GESTORT Men meldt ons uit Krimpen a. d. Lek: Gistermiddag is de vrachtouto van don heer Van Limborg groothandelaar tc Lek- kerkerk ter hoogte van den Molendijk, van den dijk gereden. De schade aan auto en vracht was aanzienlijk groot. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. 31. Bom! In het volgend oogenblik Wordt Wjllemijntje tot haar schrik Door 't hollend bootje meegenomen, Dat achterin den tuin gekomen. Met. heel z'n k os tb're vracht subiet Weer een-, twee,-drie de vaart in schiet. 32. „Ziezoo!" zegt Pimpel mans. Vol vuur Zot hij zich daadiijk achter 't stuur, En paffond vliegt het bootje voort, Met Willemien nog steeds aan boord; Zoodoende duurt de reis maar kort. En zijn zc thuis voor 't donker wordt. (Wordt Vrijdag vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3