WOENSDAG 25 FEBRUARI 1931
HET PROCES-LANS IN VIJFDER INSTANTIE
Gemengd Nieuws»
NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS
DE BEHANDELING VOOR HET
GERECHTSHOF TE DEN BOSCH
Zitting van Dinsdagmorgen
Dè zitting wordt te 10 uur heropend.
Eerst wordt gehoord Commissaris D ij le
is tra, die een beschrijving geeft van den
toestond, welke hij op den avond van den
inoord heeft gevonden im het pand van de
N,V. De Haas.
Nadat de procuratiehouder uit Den Haag
was overgekomen, constateerde hij, dat er
ruim ƒ80 was gestolen.
De Pree.: Hoe was de houding van den
•verdachte?
Get. Dijkstra: Hij vroeg, wat is hier
toch gebeurd?
De Prö6: Hij deed dus of hij van den
priüB geen kwaad wist? En toen wist hij
tooh aJ dat Lans door] was?
Get. Dijkstra: Dat had hij van don
agent van Willigen gehoord.
De Pres.: Had U direct verdenking te
gen hem?
Get: De mogelijkheid hebben wij over
wogen, maar bewijzen hadden wij niet.
Wei hebben wij later gedaoht: wat gek,
dat Iemand die haast heeft. hij moest
vroeg naar hui6, om vioolles te nemen
naar den trein gaat loopen.
De Pres.: Heeft van O. direct het öheque
boekje vermist?
Get: Bij het opmaken van de lijst der
vermiste goederen.
Advoc.-Gen.: Hoeft hij nog denzelfden
•wond gezegd hoe laat hij weggegaan is?
Get: Ja, hij zei half zeven.
Raadsh. van B or tel: Was dat
vóór dat hij naar mevrouw Lans waa ge
weest?
G e t: Ja, wamt hij is pas laat naar de
familie Lans gegaan.
Raadsh. va n B.: Waarom heeft U die
tweede handdoek niet in beslag genomen?
G e t.: Die is blijven liggen, tot de politie
bond er lucht aan höd gekregen; omdat
het den indruk maakte -dat de de-der er
zijn hand aan had afgeveegd.
De advoc.-gen. vraagt Dr. v. Hulst, of
bij den moord in de Willebrorduestreat
ook niet de dader bijna geheel bespat was
Dr. Hulst wordt beëed-igd. Hij zegt, dat ei
sen principieel verschil is tusschen de zaak
van Oudheu6den en de zaak Maliepaard.
De Pres.: Laten we dat punt n-u later
apart behandelen.
Mr. Kokosky stelt, nu ook commisea-
ris Dijkstra de vraag, waarom hij geen
huiszoeking heeft gedaan.
Comm. Dijkstra: Dat mocht ik toen
nog niet doen. Bij een man van zuLk een
positie kam men toch zoo ma.ar niet huis
zoeking doen.
De Pres.: U moet tooh goed begrijpen,
Mr. Kokosky, dat ook do officier en de rech
(ter-commissaris aanwezig waren.
Mr. Kokosky: Het gaat niet om de per
sonen, president, het is geen persoonlijke
kwestie.
De Pres.: Gisteren had het er andere
buitengewoon veel van.
Get. Dij kstra: Ik heb mij steeds op
ihet standpunt gestetd, dat waar de Offi
cier aanwezig is, de hulp-Officier automa
tisch terugtreedt
De advoc.-gen. tegen van Oudheusden:
U was al zenuwachtig, toen U om half ne
gen thuis gehaald werd. Waarom?.
Verd.: Ik dacht toen ik door de Politie
werd gehaald, dat er iets bijzondere was
gebeurd in Rotterdam.
De advoc.-Gen. Hoe kwam U daarbijv
Verd.: Anders had meneer Lans hot
w-el geregeld.
Thans wordt gehoord den agent van po
litie Tim uit Den Haag. Deze heeft van O.
gewaarschuwd, dat hij met den meesten
spoed naar het kantoor te Rotterdam moest
komen.
De Pres.: Hebt u niet gezegd, waarom?
Get.: Ik heb gezegd, dat het niet bekend
was, waarvoor het was.
Advoc.-Gea: Hebt u toen niet lachend
gezegd: ik denk voor een inbraak?
Get: Dat kan wel.
De Pres.: Had hij dit pak aan?
Get: Dat zou ik niet kunnen zeggen. Ik
imeen wel van een grijs pak. Hij zag er niet
ais een heer uit Er werd gemusiceerd, maar
het was net of hij van een karwei kwam.
Advo C.-G e n.: Had hij niet een scheur in
zijn broek?
Get-: Dat zei hij, ja. Toen heb ik nog ge
zegd: Als u er uw jas overheen trekt, ziet
niemand er wat van.
Verd. springt op: Die meneer kan wei
zooveel onzin vertellen (beweging). Ja, wat
is dat voor onzin, om hier van een karwei
te spreken. Het is een donkere gang. Hoe
kan die meneer dat zien?
Raadsh. Van Bortel: Maar die
scheur dan, daar hebt u toch over gespre
ken?
Verd.: Dat weet ik niet.
Raadsh- Van B.: U wist toch dat die
Scheur er was.
Verd.: Dat wist ik.
Advoc.-Gen.: Maar'u vondt die scheur
loch niet zoo erg, dat u er toch wel mee bij
de dames kon verschijnen.
Verd.: Omdat je het zoo niet zag.
Dan wordt gehoord Me v r. Weyn e. De
ze vertelt, dat Van Oudheusden direct ge
zegd heeft, na een telefoongesprek: Lans is
vermoord. Get had den heer Bos gepolst of
deze geld in de zaak van de Haas wilde ste
ken en heeft toen Van Oudheusden opgebeld
erover.
Voor zijn kinderen was verd. een uitste
kend vader. De kinderen weten nog van
niets en denken dat pappie in het ziekenhuis
ligt Als get met. ze gaat wandelen, vragen
ze naar pappie in het ziekenhuis te mogen
gaan.
Mevr. R emery, de naaister van me
vrouw Weyne, verklaart, dat zij verdachte's
broek heeft gerepareerd. Deze was met een
grove steek dichtgenaaid.
De Pres.: Was het, of iemand die niet
kon naaien het heeft gedaan?
Get: Ja.
Mr. Kokosky: Moet Van Oudheusden
dat pu hebben gedaan?
Get: Neen, mevrouw Van Oudheusden.
De Pres.: Hoe weet u dat?
Get Omdat ik alles naai voor mevrouw
Oudheusden-
De agent van Willigen vertelt, dat van
Oudheusden op den moordnvond bij de zaak
van de Haas is gekomen en hem gevraagd
heeft: Wat is hier gebeurd? Get had ge-
segd, dat er eon zekere meneer Lans ver
moord was, waarop verd. eon vloek had ge
uit en haastig naar binnen was gegaan.
De pres.: Wat voor indruk maakte hij
op u
Get: Ik dacht direct, hij kon de dader
wel eens zijn. maar ik had er geen bepaald
motief voor.
Raadsh. v. Bicbersteijn: verdachte,
waarom deed u of u niets wist? U had
toch al bij mevrouw Weyne gehoord dat
Lans vermoord was?
V rd: ik heb toch ri gezegd dat ik in een
tenuwachtigen toestam] verkeerde?
M e j u t f r. E n z 1 i n \erklaart nog een;
hoe zij op den móordavond eon man van dp
gestalte van van Oudheusden op de Admi
raliteitskade een pakje in het water heeft
zien werpen. Het pakje was niet zwaar. Op
een draf liep de man naar het Oostplein
De vriend van Mej. E. de chauffeur Wye.r
verklaarde, dat de man een dophoed droeg.
Het. meisje spreekt van een gleufhoëd.
Uitvoerig wordt over.dit punt gediscus
sieerd.
Mr. Kokosky meent, dat deze men
schen niet meer weten wat zo gezien heb
ben.
De accountant van Melis verklaart, dat
bij op 30 November juist beginnen zou met
het nakijken van die boeken, waaruit de
fraude zóu blijken. Na een langdurig on
derzoek niet den. beer James Polak is ge
bleken, dat slechts een klein bedrag aan
baar geld vermist kon worden.
Mr. Kokosky gaat nog woer uitvoeri
ger in op het verleenen van de opdraciu.
Hij meent, dat alleen deskundigen kunnen
beoordeelcn, of het bloed op de mat van
belang was.
Get. Tas. Ik bon deskundige.
Mr. Kokosky: Is U deskundige?
De Pres-: Ik heb mijnheer toch als des
kundige beëedigd?
Get. v. Boe kei en, de vroegere werk
ster, herhaalt haar verklaringen over h"i
afwasschen van de mesjes en 't terugvindPi.
van een wit beenen mesje. In het kistje
waarin later de vijl is gevonden, heeft geu
vroeger een groote sponsenschnar gelekt.
Toen was het kistje leeg. De mat heeft get.
uitgeklopt.; ze heeft, er geen bloed aan gezien
Mr. Kokosky vraagt, hoe laat zij met
haar werk is begonnen.
Get. v. B-: 10 uur, half elf.
Mr. Kokosky: en met de mat?
Getuige: 12 uur.
Mej. v. Boekelen vertelt verder, dat
zij een der mesjes in de parapluiebak heeft
gevonden.
Er ontstaat eenig geschil tusschen Mr.
Kokosky en den president, als do verdediger
weer iets vraagt en Commijs wil laten roe
pen.
De Pres. zegt met stemverheffing: Mag
ik ook nog wat zeggen?
Mr. Kokosky vraagt dan of Commijs
beoordeeld heeft of het gevonden mes voor
den moord gebruikt is of niet
C o in m ij s Ja.
De machinist v. Tol deed mededeeling
over de plaats waar de vijl lag. De espedi
tieknecht Roer legt verklaringen af over
het opruimen van het bloed, den morgen na
den moord en over het kistje waarin de vijl
lag.
Get. zegt, dat het niet mogelijk is dat er
bloed aan hét kistje is gekomen door zijn
toedoen.
Insp. Tas deelt mede, dat de vlek op de
mat in het voorportaal niet grooter dan
iy3 decimeter was.
De a d v o c. g e n.U hebt geen opdracht
gekregen daar te .fotografeeren?
Get. Tas: Dat moet óp een misverstand
berusten. De commissaris zegt de opdracht
te hebben gegeven maar ik hub het zoo niet
begrepen. ïn elk geval was het bloed zoo
weinig, dat ik het niet noodig oordeelde,
het te fotografeeren.
Mr. Kokosky: Dank u wel, dan weet
ik al genoeg.
Er wordt nog even gesproken over de
vraag, in welk kistje de vijl is gevonden.
Dan wordt ook de vroegere werkster, mej.
Kroon, over hetzelfde punt gehoord. Deze
get. heeft van Oudheusden zich op verdach
te wijze zien ophouden in de verwarmings
kelder.
Een nieuwe getuige is de heer Scheen,
verzekeringsinspecteur. Deze verklaart, dat
de firma De Haas bij hem was verzekerd.
Na den moord hesft get. de schade van den
inbraak opgenomen. Van Oudheusden heeft
hem toen verteld, dat er 18.71 en eenig
vreemd geld werd vermist.
Advoc.-gen.: Heeft het U destijds be
vreemd, dat bij het berekenen dit bedrag
steeds minder word?
Eerst werd gesproken van 80 niet waar?
Get.: Juist, hij sloeg steeds af. Wat het
vreemde geld betreft, vertelde Van Oudheus
den, dat dit door de politie in beslag was ge
nomen. Later is get naar het politiebureau
gegaan en toen bleek dat er niets in beslag
was genomen.
Get Bos, directeur van de Unie heeft
zich in principe bereid verklaard, geld te
stoken in de zaak van De Haas, waarvan
Oudheusden directeur werd. Toen hij echter
de balans onder de oogen kreeg, heeft hij
daarvan afgezien.
De Pres.: Hoe stond hij tegenover de
vrouwen in 't algemeen. Zat hij onder de
pantoffel?
Get.: Hij kon tegenover vroiiwon niet
met dat gezag optreden als ik noodig zou
oordeelen.
De Pres.: U is zelf ongetrouwd, niet
waar? (Gelach).
Getuige: Ja.
Nadat deze getuige nog enkele punten van
ondergeschikt belang heeft behandeld
wordt gepauzeerd.
MIDDAGZITTING.
Na de hervatting wordt eerst nog gehoord
mej. Kroon, aan wie Mr. Kokosky nog
eenige vragen stelt over het witbcenen
mesje.
Getuige Kraft vertelt nog eens, hoe v. O.
bij hem is geweest om hem te vragen of hij
als technisch leider naast hem als directeur
wilde optreden.
Van O.: „Br is van een directeurschap
niet gesproken."
De pres.: „Wat voor indruk maakte hij
dien dag?"
Get. Kraft: „Een zielige indruk."
Gei Voors, commissaris bij de fa. De
Haas, vertelt, dat aan v. O. gevraagd is of
hij eventueel directeur wilde worden, met
het oog op de geldschieters. Hij zou nog
spreker met de fa. Reus in Dordrecht Voor
hij daar geweest was, belde v. O. op, dat, hij
de zaak wel kon overnemen. Hei. was met
het. geld nog wel niet heelemaal in orde,
maar
Mr. Kokosky: „Is unog boven geweest?
Hoe laat was dat?"
Get Voors: ,,Om negen uur."
(Mr. K.: „Is u gewoon de trap op naar
boven gegaan. Was er toen nog niets opge
ruimd?"
Get. Voors zegt niets gezien te hebben.
Er was politie en personeel, maai- ik heb
niet naar bloed gekeken.
-Get. Smith heeft na de begrafenis met
v. O. in de koets gezeten. De verdachte heeft
toen gezegd dat hij de zaak host kon over
nemen. Hij had een technische kracht on
iemand die geld kon fourneeren.
Got. had nog op den avond van den moord
met iemand gesproken, d.ie zeide: „Een in
breker slaat, neer, maar vermoordt niet"
Toon had get tegen z'n vrouw gezegd: „Dan
is het gebeurd door iemand, die er veel last
mee kan krijgen en dat is de procuratie
houder v. Oudh." liet was get. ook opgeval
len, dat v. O. pas op het allerlaatste oogen-
blik in het ziekenhuis kwam, waar de begna
fenisstoet. zou vertrekken. Hij had in de
kapel óok heel weinig, gezegd, get. zou dat
Vrouwe JvstUia ziet zich voor steeds ingewikkelder problemen gesteld. Moge 't Haar
gegeven zijn het volle licht over deze droeve zaak te doen opgaan!
andere hebben gedaan, maar misschien
heeft v. O. gedacht: „Wie niets, zegt, kan
zich ook niet verspreken.
De schoenwinkelier Gerritsen ver
klaarde, dat v. O. bij hem nieuwe schoenen
heeft gekocht en de oude heeft laten staan.
Aan deze schoenen heeft de schoenmaker
Mossel v e 1 d vreemde natte plekken ge
zien.
Dr. Gerbardt hoeft geconstateerd^, dat
er aan de schoenen niet met olie of benzine
is gewreven.
Het meisje Regeer vertelt nog eens dat
■m op den moordavond t-wee mannen heeft
gezien.
Als de a dv.-g en. zegt, dat de verklarin
gen van dit meisje niet van zoo groot belang
zijn roept Mr. Kokosky uit: „Alles wat
disculpeerend is voor Van. O. wordt hier weg
gewerkt. Het gaat hier om een menschen-
levon!"
Mr. D. H. Hoogen raad, w.n. griffier
bij de Rotterdamsche Rechtbank verklaart,
dat. hij bij de reconstructie op hetzelfde bal
con heeft gestaan. Men kon toen niet veel
meer dan vage schimmen zien.
Get Regeer heeft een jaar geleden dui
delijk twee mannen gezien. Den volgenden
morgen hoorde ze van de moord.
Nadat deze getuige nog even over het tijd
stip is gehoord worcit de schilder Bie-
ling gehoord, die volhoudt dat hij destijds
zuiver de bloedplas beeft geschetst.
Inspecteur Tas zegt, dat dit gechargeerd
is. Get. beeft dat direct gezegd, terwijl Die
ting de teekenlng maakte. Als kunstenaar
heeft hij natuurlijk de bloedplas geaccentu
eerd.
Get B i e 1 i n g zégt, dat er toch veel bloed
in het portaaltje lag.
Get.. M o r e e, agent v. politie, heeft bij de
zaak van de moord in de Prinsenstraat twee
publieke vrouwen gehoord. Deze zeiden -het
ellendig te vinden ais er een onschuldige de
bak in zou draaien. Deze vrouwen wisten
zelf niets, maar hadden in de „onderwereld'
gehoord, dat Lans en Van Oudheusden
„ruigpooten" waren.
Van O. zou zijn afgeperst voor f 5000 en
daarom verduisterd hebben. Hij zou zelf de
moord niet hebben gepleegd, maar er alles
van afweten."
De pres.: „Wie hebben het dan wel ge
daan?"
Get. Moree: „Twee jongens die dé
„kraak" hebben gepleegd in Plan C, J. Ver
meulen en Joop Sluyter."
Mi\ Kokosky staat er op, dat deze ge
tuige de namen noemt van de vrouwen, die
dit alles hebben verklaard. Verd. is niet ver
antwoord als niet alles onderzocht is."
Get Moree weigert den naam te noemen
De pres.: „Hebt u als politieagent uw
woord gegeven niets te zeggen?"
Get.: „Ja zeker!"
Get. Hermans zet uiteen, dat in Rotter
dam geen Jo Sluyter bekend is, wel eene
Leen Sluyter.
Get. Commijs verklaart, dat Lans en
van Oudheusden niet als „ruigpooten" be
kend stonden.
De pres. (tot Mr. Kokosky): „U ziet, er
blijft niet veel van over!"
Mr. Kokosky: „Deze menschen kunnen
dat makkelijk zeggen! In elk geval, ik sta
er op, dat de namen van de vrouwen wor
den genoemd."
Raadsheer v. Bortel ondervraagt dan v.
O. over de beschuldiging van „rulgpoot".
Verd. zegt zich hieraan niet schuldig te
hebben gemaakt.
De pres. vraagt aan den getuige Moree
of li ij zich beroept op zijn beroepsgeheim
om de namen niet te noemen.
Get.: „Ja!"
Het Hof gaat dan eenige oogenblikken in
raadkamer.
De President deelt na terugkeer van
het Hof mede, dat het reden tot verscboonlng
ziet in het verzoek van den getuige Moree
in zooverre deze om redenen van beroeps
geheim weigert de namen van de vrouwen
te noemen.
Mr. Kokosky wil er dan acte van go-
nomen zien, dat hij zich het recht van cas
satie voorbehoudt over dit onderdeel.
Getuige Vermaas heeft te 5.40 het ach
terhek aan de Admiraliteitskade gesloten.
Getuige is van half twaalf tot 'snachts 1
uur bij v. O. geweest. Volgens hem zou v. O.
niet in bloed kunnen hebben getrapt. De ver
dachte heeft tegen hem gezegd, dat hij wel
eens door het achterhek vertrok.
Mr. Kokosky: „Hebt u mijnheer Lans
wel eens door het achterhek zien caan?
Get: „Neen."
Mr. Kokosky: „Hij had toch een sleutel
van dat achterhek?"
Getuige Timmers wordt nog eens voor
geroepen om Mr. Kokosky in de gelegen
heid te stellen te vragen, hoe deze getuige
precies kan verklaren dat te 7.15 het bericht
van de moord binnenkwam.
Get. Timmers zegt altijd te hebben ver
klaard, dat het ongeveer 7.15 uur is ge
weest.
De politiehond.
Thans worden voorgeroepen, vier politie
hond-deskundigen. Hoofdagent De Jong, uit
Rotterdam, de heer Kroes, waker aldaar, de
heer Hermsen uit Amsterdam en de inspec
teur v. d. Mast.
De hoofdagent De Jong heeft met een
justitiohond in deze zaak gewerkt. Hij heeft
de hond lucht gegeven aan de tweede hand
doek, die zóó lag, dat de verelagene die niet
zoo op zijn beenen kan hebben neergelegd.
De hond is door het kantoor gaan snuffelen,
heeft daarna „geteekentl" op het portaal
omdat daar blijkbaar een flinke worsteling
heeft plaats gehad. Daarna ging hij naar
beneden en liep naar het achterhek. Bij het
achterhek rook hij aan het hout, zoodat hij
wei degelijk dezelfde lucht van de hand-doek
aan het hek heeft geroken. Op de Admira
liteitskade raakte hij het spoor bijster.
Dezelfde route heeft de hond verschillende
keeren herhaald. Halverwege de buitengang
was het, alsof de dader zich beraden heeft
en naar de stille Admiraliteitskade. is ge
gaan in plaats van naar de drukke Öostzee-
dijk.
Getuige-deskundige Kroes zet uitvoerig
uiteen, dat als de hond lucht had gekregen
nan. het lijk, hij bij de hoed van den ver-
slagene zou hebben „geapprêteeerd".
Een ander deskundige de heer Hermsen
meent dat de lucht van den verelagene aan
de handdoek sterker moet zijn geweest dan
die van den dader.
De a d v.-g eneraal: „De vermoorde is
toch niet naar het achterhek gegaan!"
Mr. Kofcosky zet uitvoerig uiteen, dat
Lans toch van te voren naar het achterhek
kan zijn gegaan.
De getuige De Jong zegt, dat in een be
sloten ruimte de reuk van de dader langer
bewaard blijft dan buiten.
Getuige-deskundige v. d. Mast zet uiteen,
dat menschen. die in een sterke gemoeds
beweging verkeeTen een meer intensieve
lucht afgeven dan anderen. Daarom is het
zoo goed, dat get. De Jong alleen aan de
bovenzijde van de handdoek heeft lucht ge
geven. Daaraan immers heeft de dader ver
moedelijk zijn van angst bezweete handen
afgeveegd. Dit heeft voor den hond de mees
te lucht afgegeven. De hond gaat niet na
zelfs, wie ergens het laatst geloopcn
heelt, maar wie den sterksten indruk
heeft achtergelaten. Daarom is het heel goed
mogelijk, dat de hond niet naar de telefoon
centrale is geloopen, maar het intensievere
spoor heeft gevolgd van den dader nadat
deze den moord heeft gepleegd.
Uit het feit, dat de hond bij den hoed van
Lans niet heeft geappreteerd, valt deskun
dig vast te stellen, dat de hond niet tie lucht
van het slachtoffer heeft gevolgd.
De verklaring van De Jong is dus zreer
aannemelijk.
Terwij! deze getuige zijn verklaringen af
legt, doet een diploma de ronde van de hond
van den heer Kroes, wat den president
de opmerking ontlokt, dat „Max heel wat
punten heeft gehaald".
Getuige v'. d. Mast verklaart verder, dat
het hem voorkomt, dat de dader de stoppen
der telefoon heeft uitgehaald vóór hij de
moord pleegde. Het is heel wel mogelijk clat
de hond niet naar de telefooncentrale is ge
gaan, omdat in het keukentje door velen is
geloopen. Zoodra hij in de vrije ruimte
kwam. waar minder geloopen werd, rook hij
het spoor duidelijker.
Getuige De Jong vertelt dan vorder, dat
hij van den handdoek den indruk heeft ge
kregen, of er iemand met groote haasi zijn
handen aan heeft afgeveegd. Bloed was er
niet aan
Mr. Kokosky: „Ook geen vingerafdruk
kon?"
Getuige De Jong: ..Dat is niet mogelijk.'
Mr. Kokosky (tot v. d. Mast): „Een uur
later kwam Van Oudheusden. Moest de hond
dan niet op hem zijn afgegaan?"
Getuige v. d. Malst: „Een hond, die goed
onder appèl van zijn baas staat, speurt niet
op eigen houtje. Hij blijft liggen en denkt.
„Ik heb gewerkt, nu ben ik klaar!" Alleen
als op hem getrapt werd zou hij zijn afge
vlogen op v. O.
Mr. Kokosky: „Maar indien zoo'n hand
doek urenlang in de atmosfeer van het lijk
ligt, neemt het dan de reuk daarvan niet
over?"
Getuige v. d. Mast: „U vergeet, dat de
lucht A-ar. den levenden en opgewonden da
der altijd sterker blijft, dan die van het
lijk."
De Pres.: „Hoe meeT U vraagt, hue ster
ker de getuigen komen te staan.
Terwijl de deskundigen reeds weggaan,
stelt Mr. Kokosky nog eenige vragen.
De President: „Past U nu maar op!"
(Hilariteit).
Mr. Kokosky vraagt van wie de lucht
nu afkomstig was. Van Van Oudheusden?
Getuige v. d. Mast: „Dat is voor ons een
geheim. We weten alleen, dat het Lans r.ici
is geweest.
De gevangenen.
Thans wordt gehoord de gedetineerde uit
do strafgevangenis te Utrecht Vink.
Deze heeft in het psy ch o patents y 1 te
Utrecht een slaapkameraad gehad, die in
zijn droom bekende de moordenaar van Lans
te zijn. Dit zou eene Goosser.s zijn.
De Pres.: „Maar diens heidens waren
toch niet in orde?"
Get.: „Ze waren wel degelijk in orde."
De Pres.: „Waarom zou hij dat dan heb
ben gedaan?"
Get.: „Hij was werkloos."
De Pres.: Maar als dat een motief was,
zouden er heel wat menschen worden ver
moord!"
Na nog enkele vragen gaat deze getuige
heen.
Harry Siebeling."
Dan komt tiët podium op een jongeman,
die zegt Harry Snabilié te heeten, reiziger
te zijn en var. Amsterdam afkomstig te zijn
(Dit is de \ce] besproken Harry Siebeling.)
De Pres.: „Hebt U den moord gepleegd?"
(Gelach.)
Get.: „Ik wordt e* we, van verdacht
blijkbaar!"
Getuige verklaart nooit eerder in Rotter
dam te zijn geweest dan in September 1930.
Hij heeft de moord niet gepleegd.
De Pres.: „Hebt u een stuk ijzer in het
water gegooid?"
Get.: „Och. welpeen, mijnheer. De heele
zaak is deze, dat ik getuige ia zijn zaak ben
geweest ik heb met van Oostiveen samen
gewoond. Hij deed wel eens meer gek en op
een avond zei hij: „Ik ga schieten". Toen de
juffrouw later daar bang over werd ben ik
met. haar naar het politiebureau geweest en
zoodoende werd ik kroongetuige. Hij is toen
ingerekend, omdat hij een schot op een ver
pleegster had gelost. Ik deuk, dat diet hu een
wraakneming is. Hij noemde mij altijd Sie
beling, maar ik heet Snabilié!"
De Pres.: „Laat Van Oostveen binnen
komen."
Onder groote beweging in de zaal komt
van Oostveen binnen. Hij heeft nauwelijks
Snabilié gezien of hij wijst hem met uitge
strekte. arm aan en roept verheugd: ,Dat is
ihem! Dat is de goeie hoor! Absoluut, dat is
de persoon, die ik bedoel!"
De pres.: „Hij is getuige geweest in uw
zaak hè?"
Snabilié: „Alleen voor den rechter
commissaris."
Nadat nog enkele vragen aan Van Oost
veen zijn gesteld, waaruit duidelijk blijkt,
dat men met een wraakneming te doen
heeft, gaan deze getuigen heen.
Dan wordt begonnen met het verhoor der
deskundigen.
Datvan Dr. v. R ij s s e 1 levert niets
nieuws op.
De zitting wordt geschorst tot hedenoch
tend 10 uur.
W.C. toegang had verschaft en die daarna een
dourpaneel had verwijderd, waardoor hij in de
gelegenheid was gekomen de werkplaats binnen,
te dringen. Hier was een gouden horloge en
een gouden ring tot goeden prijs verklaard.
A|s verdacht van dene inbraak heeft zich te
verantwoorden gehad, de 21.ju.rige varensgezel
A. L.. v. d. H.. uit Zuldland. HIJ ontkende het
hem ten laste gelogde. De gouden ring, waar
van vast stond, dat verdachte die verkocht had.
zeide hU vtui een hom onbekenden man U> heb
ben gekocht.
Getuige F. G. Tieman gaf een beschrijving
van dc wijze, waarop mop zich toegang had
verschaft. Uit de werkplaats had hU den gou
den ring en een gouden horloge vermist. De
wal.de van den ring zou ongeveer 25 ge
weest zijn.
Getutge D. v. d. Waag heeft de rtl# van
verdachte gekocht voor 7.50.
Dr S. Woijl concludeerde tot een vermiaderde
toereken inga vatbaarheid.
Hel O. M. eisohto 8 maanden gevangenis
straf met aftrok der preventieve hechtenis.
De verdediger moende dat het bewijs van
dc Inbraak niet geleverd is e-n pleitte voorts
oplegging van een clemente straf.
HAAGSCHE RECHTBANK
ONVERSTANDIGE CHAUFFEUR.
De 20-jarige chauffeur T. b. te Rotterdam
heeft op 24 September j.l. als bestuurder van
een vrachtauto, op den Leidschen Straatweg
onder Wassenaar, gereden met een snelheid
van 60 a 70 K.M., terwijl die weg nat en glad
was. In een flauwe bocht begon de wagon te
slingeren. b. raakte daarbij het stuur kwijt,
reed toen tegen een lichtpaal en kwam daarna
in botsing met een auto komend uit tegenover
gestelde richting, waarin twee politieagenten
aren gezeten. Beiden werden door de aan
rijding verwond.
bedreiging.
De 43-jarige veekoopman C. van der L- te
Alphen a. d. R. heeft op 17 Nov. j.l. aldaar
roet zekeren B. J. S-, woorden gekregen over
het slaan van palen in een poort waartoe laatst
genoemde aan een zoon opdracht zou hebben
gegeven. Daarbij zou L. eerst den zoon hebben
bedreigd en daarna den vader met een ge
opend mes door te roepen „ik steek je kapot".
Verd. ontkende en zeide dat juist S. hein
zou hebben bedreigd.
S. als getuige gehoord, kc*. zich de toedracht
der zaak niet meer precies herinneren; zijn
verklaringen luidden clan ook afwijkend van
die afgelegd door de politie.
Ook de verklaringen door den zoon afgelegd
kloppen niet met het proces-verbaal van de
polit'e.
Nadat een tweede zoon als getuige was ge
hoord meende het O.M. requisitoir nemend, d it
het ten laste gelegde bewezen is en vroeg Legen
verd. een maand gevangenisstraf.
Uitspraak ,T0 Maart a.s
VONNISSEN.
_De Rechtbank veroordeelde J. van St. te
Naaldwijk, overeertkomstig den eisch van het
O.M. wegens oplichting to 5 maanden gevan
genisstraf.
0. Th. D. te Amsterdam wegens rijwiel
diefstal, tot een jaar gevangenisstraf.
R. B. te Noordwiikerhout wegens overtre
ding van art. 307 W. v. S. tot f 30,— boete
subs. 30 d. hechtenis.
- Vrijgesproken werd J. D. te Leiden die
terecht heeft gestaan wegens een zedenmisdrijf
HOOGE RAAD
Mr. NYPELS TOT RAADSHEER
BENOEMD
Benoemd ia tot Raadsheer Hoogen Raad
Mr. L. A. Nypels, advocaat en procureur te
'6-Gravenhage.
RECHTBANK TE ROTTERDAM
Zitting van 24 Februari
DE INBRAAK BIJ DE HAAS JR.'S
HANDELMAATSCHAPPIJ
Bij de behandeling van de strafzaak tij
gen den procuratiehouder G. J. v. O. voor
het Gerechtshof te 's-Hertogenbosc-h heeft
de verdediger nir. Kokosky Maandag de vroe
ger gepleegde inbraken bij de N.V. Dp H
•Tr.'s Handelmaatschappij ter sprake ge
bracht. Hij heeft er toen op gewezen, dat
sedert de fabriek verplaatst is naar Schie
dam er wederom eenige inbraken hebben
plaats gehad.
Het is wel eigenaardig, dat de rechtbank
gisteren de eerste dezer inbraken heeft be
handeld.
Terecht stond de 31-jarige koopman C. J.
v. T. uit Schiedam, die zich in den nacht
van 6 op 7 November toegang zou hebben
verschaft tot de aan de Buitenhavenweg te
Schiedam gelegen fabriek der N.V. De Haas
Jr.'s Handelmaatschappij en 500 zou heb
ben weggenomen.
De verdachte legde een volledige beken
tenis af, evenals zijn 44-jarige medeplichti
ge J. W. de N. uit Schiedam die op den
uitkijk heeft gestaan, en eenige weken later
nogmaals heeft getracht in het pand in te
breken.
Het O. M., waargenomen door mr. J. A.
H. Beumer, eischte tegen den eerste ver
dachte 2 jaren gevangenisstraf met aftrvk
der prev. hechtenis en tegen den andere
8 maanden met aftrek der prev. hechtensi.
Uitspraken 9 Maart.
DOOD DOOR SCHULD
Dc 20-jarige chauffeur A. D. heeft terecht
gestaan terzake het veroorzaken van dood door
schuld. Op 20 Juni had verdachte een auio
bestuurd, waarmee op de Kruiskade den voet
ganger R. .Hulsman was aangereden, die dien
tengevolge zoodanig werd verwond, dat hu'
korten tüd later ie overleden.
Aangezien eon der getuigen niet verschene:.
was. werd do zaak aangehouden tot 5 Maart.
INBRAAK TE NIEUW HELVOET
Dc winkel van den goudsmid F. G. Tieman
te Nieuw Helvoet, die reeds eerder zijn faci-
neerenden Invloed had geoofend op leden van
het langvlngerigo gilde, was in den nacht van
8 op 9 November het doel gewoest van oen
inbreker, dio zich door het raampje van. do
REMBRANDTS REHABILITATIE GAAT
NIET DOOR
Onlangs werd melding gemaakt van een
request, door een der erfgenamen van Rem
brandt bij de rechtbank te Amsterdam inge
diend. In dit request werd rehabilitatie van
Rembrandt, die in staat van faillissement was
overleden, verzocht. Hot verzoek is door oe
rechtbank op formeele gronden afgewezen. De
materloele inhoud van het request werd niet
behandeld. Hooger beroep of cassatie is niet
mogelijk.
DE INTERNATIONALE OPLICHTERS
De beide te Amsterdam gearresteerde in
ternationale oplichters, die valsche namen
opgaven en gestolen passen bij zich had
den, hebben bekend en erkend dat de
cheques te Parijs van den Amerikaan Coo-
lidge gestolen zijn. Verder geven zij voor,
dat zij' elkaar in Antwerpen ontmoet heb
ben op reis naar Nederland. Ook is nog ge
bleken, dat een wisselkantoor in Rotter
dam de. dupe is geworden van deze op
lichters. De cheque n.l., die zij daar in een
hotel hebben gewisseld, is later door dit
wisselkantoor geincassecrd. Vermoedelijk
zal hun uitlevering gevraagd worden door
venschilléndc landen.
BRUTALE INBRAAK TE ARNHEM
Men meldt ons uit Arnhem:
In den afgeloopen nacht heeft in de
Beekstraat alhier een brutale inbraak
plaats gehad.
Ingebroken werd in liet filiaal van Ver
stegen's Slagerijen. Door middel van het
wegnemen van het tuimelraam boven den
ingang is men in de slagerij binnengeko
men.
Eenige honderden ponden vleesch wer
den gestolen. Van de daders ontbreekt tot
nu toe elk spoor.
EEN DROEVIGE ONTDEKKING
T eDirksland is de 78-jarige alleenwonen
de weduwe .T. Averwoei dood in haar wo
ning gevonden.
AUTO VAN DEN DIJK GESTORT
Men meldt ons uit Krimpen a. d. Lek:
Gistermiddag is de vrachtouto van don
heer Van Limborg groothandelaar tc Lek-
kerkerk ter hoogte van den Molendijk, van
den dijk gereden. De schade aan auto en
vracht was aanzienlijk groot. Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor.
31. Bom! In het volgend oogenblik
Wordt Wjllemijntje tot haar schrik
Door 't hollend bootje meegenomen,
Dat achterin den tuin gekomen.
Met. heel z'n k os tb're vracht subiet
Weer een-, twee,-drie de vaart in schiet.
32. „Ziezoo!" zegt Pimpel mans. Vol vuur
Zot hij zich daadiijk achter 't stuur,
En paffond vliegt het bootje voort,
Met Willemien nog steeds aan boord;
Zoodoende duurt de reis maar kort.
En zijn zc thuis voor 't donker wordt.
(Wordt Vrijdag vervolgd.)