r DINSDAG 17 FEBRUARI 1931
VIERDE BLAD PAG. 11
DE RIJKSMIDDELEN
BINNENLAND.
PRODUCTIEVE
WERKVERSCHAFFING
Radio Nieuws.
Gemengd Nieuws.
EEN HOLLANDSCH ORGEL-GEDICHT
OVER DE MAAND JANUARI
De Rijksmiddelen hebben in de afgeloo-
peo maand opgebracht 43.255.758 tegen
ƒ44 458.585 in dezelfde maand van het vorig
jaar. Al reeds bij het begin van dit jaar is
dus «en teruggang van de Rijksmiddelen te
eonstateeren.
Van de 21 posten op den Staat der Rijks
middelen zijn er slechts 6, diie in Januari
Jets meer opbrachten dan verleden jaar.
Aan Personeele belasting werd ontvangen
ƒ3.301.426 of ƒ57.473 meer dan in 1930.
De accijnzen op gedistilleerd ep tabak
brachten resp. op 3.452.202 en 4.459.476 en
overtroffen daardoor de <fpbrongst van het
vorig jaar resp. met 257.319 en 194.227.
Ook de tabaksbelasting met haar op
brengst van ƒ2.808.258 kwam iets uit boven
verleden jaar. t, w. 174.859.
De Staatsloterij bracht in de schatkist
ƒ16.974 of ƒ19 meer dan in Januari 1930,
elzoo geen noemenswaard voordeelig ver
schil.
De meest gunstige figuur op den Staat
der Rijksmiddelen maakt zeker wel de post
„Successierechten"- Deze brachten op
4.102.609 of ƒ888.274 meer dan het vorig
jaar
AI de voordeelige velschillen, welke de
vergelijking met Januari 1930 toont, vormen
tarnen een bedrag van 1.572.171.
Maar dt overige 15 posten geven te zamen
bij vergelijking met het vorig jaar een na
deel ig verschil van ƒ2.772.998.
Aan grondbelasting kwam binnen
ƒ3.222.575 of 9866 minder dan in 1930-
Ook de Inkomstenbelasting, die ƒ7.908.643
Opbracht, bleef bij verleden jaar ten achter
«n wel 491.575. Ongewijfeld houdt deze
verminderde opbrengst verband met den
economischen toestand.
De vermogensbelasting gaf een opbrengst
van ƒ1.251.358 of ƒ92.625 minder dan ver
leden jaar
Aan dividend- en tantièmebelaeting werd
ontvangen 826.223 of 12-038 minder dan
bet vorig jaar.
De invoerrechten beliepen ƒ5.224.983 en
bl ven alzoo 427.194 beneden de opbrengst
van Januari 1930.
Het statistiekrecht bracht 826.223 yp,
terwijl deze post het vorig jaar 80.686 meer
in de 6ohatkist bracht. Er valt dus een ach
teruitgang waar te nemen van 23 wel
een bewijs, dat de hendel allerminst bloeit
De accijnzen op zout, geslacht, wijn en
bier gaven rcsp. een opbrengst van 194.636,
ƒ756.348, ƒ35.103 en ƒ943.272 en bleven al-
too bij het vorig jaar resp. ten achter
ƒ29.722, ƒ307.774, ƒ16.058 en ƒ190.767.
Aan belasting op gouden en zilveren
werken werd ontvangen 69.547 of 16.870
minder dan verleden jaar.
Ook de zegelrechten bleven in opbrengst
beneden 't vorig jaar. Ze beliepen f2.351.323,
terwijl ze in 1930 bedroegen f 2.453.478.
De registratierechten brachten f 1.343-740
op tegen f 2.274.077 in Januari 4930. Hier
Ï6 dus een achteruitgang van ruim 40
percent
Ook in dezen sterken teruggang teekent
Zich af de ongunstige economische toestand.
De opbrengst der domeinen bedroeg
f 249.005 of f 54.743 minder dan verleden
jaar.
Ten slotte dient nog vermeld te worden
de post „Loodsgelden". Deze post bracht op
t 455.807 en bleef daardoor x 10-588 bij het
vorig jaar ten achter.
De raming voor grondbelasting en perso
neele belasting is respectievelijk f 5.800.000
en f 4.200.000. Hiervan is in Jan. reeds ont
vangen f 3.222.575 en f 3.301.426. Men ver-
gete echter niet, dat voor het belastingjaar
1931 de grondbelasting slechts voor *4 °P
den Staat der Rijksmiddelen veranwoord
wordt, want komt van af 1 Jan. 1931 den
gemeenten ten goede. En de personeele be
lasting is geheel ten bate van de gemeen
ten- De vrij hooge bedragen, waarmee deze
beide posten op den Staat der Rijksmidde
len over Januari voorkomen, hebben groo-
tendeels of uitsluitend betrekking op ge-
inde belastingen van het afgeloopen dienst
jaar.
Men zal dus wijs doen wanneer men na
wil gaan, of de werkelijke ontvangst in Jan.
boven of beneden 1/12 der jaarraming is, de
beide posten Grondbelasting en Personeele
belasting uit te schakelen. En dan blijkt,
dat 1/12 der raming is f 38.324.687, terwijl
de ontvangst in Jan. bedroeg f 36.731.757.
Men merkt aldus, dat reeds de eerste
maand geen hoopvolle teekenen geeft voor
de toekomst
Laten we hopen, dat de komende maan
den ons betere resultaten opleveren, opdat
dat de toestand van 's lands financiën, die
nu zeker zorgbarend kan genoemd wor
den, toch in geen geval zorgw e k k e n d
worde.
DEPARTEMENTEN
Mr. D. G. SPITZEN.
Mr. D. G. Spitzen, referendaris bij de
directie van den Landbouw, zal in gelijken
rang worden benoemd by het departement van
Binnenlandsche Zaken.
BEZOEK AAN DEN EX-KEIZER
Oud-Minister Kan heeft dezer dagen den
ex-Keizer van Duitschland te Doorn een be
zoek gebracht.
EEN WEGEN-PRAATJE
ALGEMEENE KLACHT VAN HET
PLATTELAND.
Men schrijft ons uit Waddinxveen:
Vanwege de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw wordt door de z.g. wegen-
commissie een onderzoek ingesteld naar do
immer stijgende onderhoudskosten die de
plattelands-gemeenten en polders zich moe
ten getroosten, in verband met 't steeds tos-
nemende auto-verkeer.
Het is eon groote en o.i. gerechtvaardigd»
grief, dat bovengenoemde lichamen de uit
gaven voor wegen-onderhoud jaar op jaai
op een schrikbarende manier zien stijgen,
zelfs vervier- en vijfvoudigen, zonder dat zy
ook maar één cent ontvangen uit het fonds
der wegenbelasting.
Ook in deze gemeenteis een enquête in
gesteld, voor zoover betreft de 5y2 K.M
grind- of keislagweg, die do burgerlijke ge
meente in onderhoud heeft (Voor de wegen
in den Zuidplaspoldcr, die voor een grooi
deel ook in deze gemeente liggen, maar ui
onderhoud zijn bij genoemden polder, zul
len de cijfers er nog wel wat anders uitzien! j
Zooals gezegd heeft de gemeente Waddinx
veen 5V2 K.M. keislag-weg in onderhoud.
En nu de cijfers, die spreken voor zich
zelf: Uitgegeven voor onderhoud werd in 1919
f 2772; in 1920 f 4954; in 1922 f 8382, in 1924
1 4510; in 1926 f 6017, in 1928 f 14845 en ui
1930 f 46507. De bij dragen bedroegen
nihi 1.
In laatstgenoemd jaar zag men zich ge
noodzaakt eon gedeelte geteerde keislagwe*
in het centrum van de gemeente te b e-
straten, omdat de toestand, hoofdzakelijk
veroorzaakt door 't snel-verkeer, voor de
inwoners onhoudbaar werd; vandaar
deze extra-hooge uitgave.
De Holl. Mij. van Landbouw verricht hier,
naar onze meening een goed werk: het zal
wel overal van 't zelfde laken een pak zijn.
Het is te hopen dat zij succes zal hebben
op haar werk en ook de gemeenten en pol
ders hun rechtmatig deel zullen krijgen uit
de wegenfondsbelasting. De plattelanders
mogen er immers ook aan meebetalen-
Waarom dan wel in de lasten gedeeld en
niet mee van de lusten geprofiteerd? De
regeling die nu geldt achten wij te zijn
hoogst onbillijk.
DE INDIE-POSTVLUCHTEN
Het elfde postvliegtuig is gisteren oit
Allahabad vertrokken en na een landing te
Calcutta in den namiddag te Bangkok ge
arriveerd.
Het negende retourvliegtuig landde gister
morgen omstreeks elf uur te Schiphol. De
bemanning bestond uit de vliegers Wiersma,
Parmentier en den werktuigkundige Kotte.
Het twaalfde postvliegtuig vertrekt Don
derdag a.s. naar Oost-Indië.
Correspondentie, hiervoor bestemd, moet
uiterlijk Woensdagavond te Amsterdam zyn.
Het luchtrecht, verschuldigd boven het ge
wone porto, bedraagt voor briefkaarten en
brieven tot 5 gram 30 cent, boven 5 tot en
met 20 gram 75 cent en verder 75 cent voor
elke 20 gram.
Ook voor tusschenliggende buiten Euro-
peesche landen wordt correspondentie mede
genomen.
Gemeentelijke steun
om seizoen-werkloosheid te bestrijden
DS REGELING TE AMSTERDAM
De Raad van Amsterdam heeft aaif B.
en W. een bedrag van f375.000 ter beschik
king gesield voor een regeling, welke
voornamelijk ten doel heeft, de Seizoen
werkloosheid onder behangers, stucadoors
en schilders zoo veel mogelijk te verminde
ren, en die neerkomt op een vergoeding van
50 pet. op de uitgekeerde loonen en die in
verband hiermede geldt voor de maanden
Februari, Maart en April.
Overuren en werk, dat buiten den norma
len werktijd gedaan wordt, komen niet voor
vergoeding in aanmerking, ook vallen buiteu
deze regeling de werklieden, die op 31 Jan.
nog niet te Amsterdam woonden.
Ofschoon de regeling pas een halve maand
heeft gewerkt, zijn hieromtrent door Bouw
en Woningtoezicht reeds gegevens verza
meld, die elk voor zichzelf spreken.
Het aantal ingewilligde aanvragen be
treft, voor zoover thans de gegevens loopen,
348. betrekking hebbend op 1028 perceelen,
waarin 2998 woningen gevestigd zijn.
Zeer ruw geschat zal met deze 348 inge
willigde aanvragen een bedrag van 70.000
aan uit te keeren premies gemoeid zijn.
Voor de uitvoering van dit werk zullen
vermoedelijk 250 werklieden van de Arbeids
beurs worden betrokken. In uitvoering wa
ren op 13 Februari 142 werken, betrekking
hebbend op 1031 woningen; het geraamde
bedrag van de in deze toe te kennen pre
mies bedraagt f 50.000. Het aan'al arbeiders
bij die in uitvoering zijnde werken bedraagt
248.
Uit maatregelen, welke getroffen zijn voor
vijftien woningbouwverenigingen, blijk'
dat voor het van deze verenigingen uit
gaande werk noodig zijn 104 schilders !G
stucadoors en 15 beliangers extra, voor wte
er werk zal zijn voor de maanden Februari,
Maart en April. De gemeente zelf heeft een
blok van 500 woningen aan de Olympia-
kade en een blok in Betondorp aangewe
zen; in deze beide blokken zullen naar
schatting 70 tverklieden, die via de Ar
beidsbeurs worden betrokken, werk vinden.
Een totaal van 456 werklieden is gedu
rende deze drie maanden bij deize nieuwe
regeling gebaat; het hieronder begrepen
aantal van 248 uit den particulieren wo
ningbouw zal echter nog oploopen. Al geeft
de gemeente dus f 375000 uit. aan den an
deren kant bespaart zij uitgaven, doordat
ook gesteunden te werk worden gesteld;
ook voor de regeering beteekent dit een be
sparing in haar bijdrage voor deze men-
schen volgens de crisisregeling.
Naar bekend is, hebben regeering en Ge
deputeerden te kennen gegeven, dat zij
voor dit nieuwe systeem van werkverechaf
fing geen bijdrage ter beschikking zullen
stellen; wat Gedeputeerd°n betreft zal als
nog getracht worden, deze tot andere ge
dachten te brengen.
DE STATENVERKIEZINGEN
DE H.G.S.-LIJST IN FRIESLAND.
De Herv. Geref. Staatspartij stelt in de
vijf kieskringen van Fr i es 1 arid candi-
daat voor de Stalen: F. de Jong, Koudum: P
Porn, Berlikum; J. Kingma, Delfstrahuizcn,
J. Stienstra, Franeker; S. Boersma, Oranje
woud; A. te Loo, Delfstrahuizen en H. Ploeg-
stra, Huizen.
DE C. H.-LIJST IN THOLEN
De christ-hist lijst in den kieskring
T hol en Is als volgt vastgesteld: 1. M. M.
Schippers (aftr.) Kamperland; 2. mr. R. M.
van Dusseldorp (aftr.), Middelburg; 3. W.
Dronkers, Poortvliet; 4. W. M. Kloet, St.
Maartensdijk; 5. J. van Elsacker, Tholen; 6.
Math. Heijboer, Sint Annaland; 7. W. J.
Geluk. Tholen; 8. S. de Korte, Tholen.
DE V. D. LIJST-MEPPEL.
De vrijz.-domocratische lijst van candida-
ten in den kieskring Meppel luidt: 1. mr.
W. Doornbos (aftr.), Meppel; 2. J. ter Haar
Jzn., De Wijk; 3. E. Derks Hzn., Meppel;
4. K. Buiten Azn., Ruinerwold; 5. J. M L.
Otten, Meppel; 6. D. Huijser van Reenen,
I Dwingeloo; 7. J. F. Hylkemeijer, Nijensleek;
j 8. P. Doeterveld, Wupeerv-een; 9. S- Riegstra
I Ruinen; 10. H. Tiemes Hzn., Uffelte; 11. W.
i de Vries. Zuidwolde.
Al jaren lang heeft Amsterdam geen infanterie meer in het garnizoen. Het 7e regiment
werd na 1914 overgeplaatst naar Harderwijk. De dienstplichtigen van dit onderdeel van
het veldleger, die gisteren moesten opkomen, moeten wegens de in Harderwijk heer-
schende griep, tijdelijk in Amsterdam worden gelegerd in de Oranje-Nassaukazerne.
Woensdag: XS Februari,
HUIZEN (298.8 M.) NCEV. 8 TtJdeeln; 8—8.15
Schriftlezing; 8.159.30 Morgenconcert; 10.30
TUdseln; 10.3011 Korte zlekendlerist. te leiden
door Ds. W. A. Wierslnga. Geref. Pred. te Weeep
1112 Harmonlumbeapeltng door M. F. Jur-
jaan^. te Hilversum. Zang: M-v. D. v Neerdei*
Ongers. sopraan. 1212.30 Gramofoonplaten.
12.30 Tüdseln; 12.302 Middagconcert. 2 Tijdsein
22.30 Gramofoonmuzlek. 2.303 Lezen van
Chr. Lectuur door MeJ. M. Wentlnk, te Hilver
sum. S TUdseln; 31.30 Concert 4.30—4.45 Gia-
mnfoonmuzlek. 4.455 Verzorging van den zen
der. 5 TUdseln. 5—6 Kinderuurtje, te lelden door
den heer D. A. van Alkemade. te Uen Haag.
Zang: Uw H J G v Alkemadev d Zwaai te
Den Haag. 6 Tijdsein; 67 Uurtje voor de land
bouwers door H Pllon, te Achterveld (U)7
Tijdsein: 77 30 Vrooljjk Programma; 7.30S
Lezing door Dr. G. Essellnk. arts te Hilversum.
8 TUdseln; 810.20 Evangelisatie-samenkomst
vanuit het kerkgebouw der Baptisten Gemeente
Kerkstr. 204. te Amsterdam. 10.2010.30 Pers
berichten van Persbureau Vaz Dlas. 10.3011.30
Gramofoonplatenconcert
HILVERSUM (1875 M.) VARA 8—9 Gramofoon
muziek; VPRO 10 Morgenwijding; VARA 10.15
Orgelspel. 10.30 Onze Keuken; 11.05 Radio Volks
universiteit; 11.35 Gramofoonmuzlek: 12 Politie
berichten; 12.15 Mlddagconce.rt 1.45 Verzorging
an den zender; 2.15 Vrouwenuurtje. 3.05 Gra
mofoonmuzlek; 3.10 Cooperatlo-kwartlertte: 3.25
Gramofoonmuzlek, 3.30 Maak het zelf; 4.20 Gra
mofoonmuzlek; 4.30 Piano-recital. 5.05 Voor de
Kinderen; 6 30 Mandolinecureus; 7 Radio volks
universiteit; 7.30 Politieberichten; 7.-15 Joodset»
uurtje- 8.55 Gramofoonmuzlek; 9 Muziek; 9 30
Hoorspel; 10 30 Muziek; 11 Persberichten Vaz
Diae; 11.10 Gramofoonmuzlek.
VORMING VAN EEN VERVOER-
RAAD
ADHES AAN DEN MINISTER VAN
WATERSTAAT.
De Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegper
soneel heeft zich in een adres tot den Mi
nister van Waterstaat gewend, waarin zij
de aandacht vestigen op de wenschelijkheid
van een Vervoerraad, een adviseerend insti
tuut, hetwelk voorstellen zou kunnen doen
omtrent een meer rationeele vervoerregeling
Zoowel met het oog op het economische
leven als op de belangen van de arbeiders,
die in de vervoerbedrijven werkzaam zijn
en die door den slechten gang daarvan
thans vaak onder zeer onvoldoende arbeids
voorwaarden moeten werken, bevelen adres
santen sterk aan de indiening van een wets
ontwerp tot instelling van den Vervoerraad.
A. J. G. M. GAILLARD t
Op 54-jarigen leeftijd is te 's-Gravenhage
overleden de heer A. J. G. M. G a i 11 a r d,
oud-lid der Rekenkamer van Ned.-Indië. In
1928 met een jaar ziekte-verlof naar Neder
land vertrokken, welk verlof later werd
verlengd, was de heer Gaillard niet in staat
zijn werkzaamheden te hervatten. Op 30
December jl. nam hij dan ook ontslag.
De begrafenis heeft plaats te Den Haag
op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen.
GENEESKUNDIGE CONTROLE
STRIJD OM DE LEIDING.
De Studiecommissie inzake Geneeskun
dige Controle onder voorzitterschap van
baron Wittert van Hoogland heeft geweigerd
vertegenwoordigers op te nemen van de Vet.
van Bedrijfsvercenigingen en van de Ver.
van medische adviseurs, belast met de lei
ding van den geneeskundigen binnen- en
buitendienst in bijna alle groote Bedrijfs-
vereenigingen tot uitvoering van de Ziekte
wet.
BERLAGE-BRUG AANBESTEED
B. en W. van Amsterdam hebben gister
aanbesteed de bovenbouw van de in aan-
'bouw zijnde Berlage-brug. Er waren 13 in
schrijvers. De laagste inschrijfster was de
firma Jonker te Amsterdam met f 60.920.
Het hoogst werd ingeschreven door de Kon.
Nederl. Machinefabriek v.h. E. H. Begemann
te Helmond met f 100.645.
LUTHERSCHE JONGEUNGSBOND
DE ALGEMEENE VERGADERING.
De Nederlandsch-Luthersche JoiJ?elings-
bond zal dit jaar zijn algemeene vergade
ring houden te 's-Gravenhage op Pinksteren
Ter voorbereiding daarvan zal op. een nader
te bepalen datum in den Haag een propa-
gandabijcenkomst worden gehouden, waarin
doel en streven en de stand van het bonds-
werk zal worden uiteengezet in woord en
beeld. Er zullen o.a, lichtbeelden vertoond
worden over het kampwerk enz., welke dp
woorden der bevoegde sprekers zullen illus
treeren.
DE RAMP BIJ DEN OVERWEG
TE BLERIK
EEN DER SLACHTOFFERS GESTORVEN
DE POSITIE VAN EEN BAANWACHTERES
Men meldt ons uit Venlo:
De heer J. Pecters, één der zwaar gewon
den van het ernstige autobus-ongeluk by
Blerik, is Maandagnacht 12 uur in het SU
Jozef Gasthuis alhier overleden. Het aan
tal dooden is hierdoor op vier gebracht.
De toestand van de overige gewonden is
redelijk wel.
De chauffeur vay de autobus, de heer
Beverink, heeft heden geheel hersteld het
ziekenhuis verlaten.
Donderdagmorgen zal de begrafenis plaats
hebben van de slachtoffers Swenckel en
Winckens te Venray.
Hedenmorgen zal het sectie-onderzoek op
de slachtoffers van het autobusongeval te
Blerik plaats hebben door het parket van
Roermond.
Waarschijnlijk zullen de slachtoffers
Woensdagmorgen begraven worden.
Omtrent de oorzaak van de ramp kunnen
de autoriteiten nog geen nadere bijzonder
heden verstrekken. Vermoed wordt, dat de
autobus, toen ze door den trein werd mee
gesleurd, tegen het seinhuisje is gesmakt.
Het is voor deskundigen onbegrijpelijk, dat
er niet méér dooden waren.
De baanwachteres, moeder van veertien
kinderen, is in zeer overspannen toestand.
Een spoonvegdeskundige heeft volgens
het „Utr. Dagbl." meegedeeld, dat de direc
tie der Ned. Spoorwegen bij voorkeur geen
baan-functies in handen geeft van een vrouw
die een groot gezin bezit Maar wanneer
dat gezin zich uitbreidt, wordt het, bijal
dien de man en de vrouw (gewoonlijk is de
man baan-werker en de vrouw wachteresj
tot tevredenheid werkzaam zijn, een ont
zaggelijk las'ige geschiedenis om het gezin,
op grond van de familiesterkte, ontslag te
geven en weg te zenden. Waar zou men de
grens der gezins-sterkte moeten trekken?
Wanneer men dit zou verlangen, zouden
in menige provincie talloos vele gezinnen
uit hun werkkring moeten worden verwij
derd. En nu ligt het feit er, dat verzuimen
ais hier in Blerik door een vrouwelijk be
ambte begaan, tot de zeldzaamheden be
hooren; in het geval van dezen Zaterdag
middag trof het een baan-wachteres, toeval
lig een moeder van vele kinderen, maar het
is nog slechts enkele weken geleden, dat
voor den kantonrechter te U recht een
halte-chef van het sta'ipn Maartensdijk te
recht stond, omdat hij bij de nadering van
een snel rein in gebreke was gebleven de
overvveg'boomen te sluiten. Deze beaml-'e
had heelemaal geen bemoeienis met kinde
ren thuis. En het toeval wil, dat by de
laa'stvoorgekomen gevallen van te late slui
ting van een overweg ojiu. aan de Ram
straat en aan den Ezeldijk te Utrecht al
deze gevallen vielen op rekening van man
nelijk perspneel, die niet door gezinszorgon
werd in beslag genomen.
Men zou kunnen zeggen: geen moeders
van gezinnen als baanwachteressen, maar
apart mannelijk personeel, of kinderloozo
vrouwen. Maar dan staat men voor het ge
val. dat deze beambten soms tijden lang
werkeloos zouden moeten blijven, als geen
treinen hun post passeeren. De bewuste
overweg te Blerik wordt gepasseerd door
acht passagierstreinen richting Nijmegen en
door acht passagiers'reinen richting Venlo.
Hoeveel goederentreinen er voor ij gaan. wi*t
de zegsman niet. Maar menige overweg is
niet zóó druk, dat er als baanwachter een
volledige daktaak valt te vervullen.
In een der berichten is vermeld, dat do
baanwachteres te Blerik het kloksignaal
van trein-nadering niet zou hebben gehoord.
Het niet. hooren van dit signaal is voor het
baanwac'hterspersoneel nooit een veront
schuldiging. Dit personeel mag niet afguati
op het kloksignaal, oiaar moet de wegslui-
ting bedienen op grond van de tijden der
dienstregeling. Het kloksignaal is alleen
bedoeld als herinnering van de tremnade
ring, zonder meer. Juist met het oog op do
mogelijkheid, dat dit signaal weieens zou
haperen of op het naastbij zijnde station
van vertrek verzuimd zou zijn. is in de in
structie voor de ovenvegwachters bepaald,
dat men niet mag steunen op dit kloksig
naal, waaraan derhalve geen andere be-
teekenis mag worden gegeven dan die eener
herinnering.
DE DOODELIJKE DAMP
MAN EN VROUW OVERLEDEN
Te Stellendam is de heer Van O. aan ko-
iendampvergiftiging overleden. Eenige da
gen daarvoor werden de heer Van O. en
zijn echtgenoote in het huis bewusteloos aan
getroffen door een zware kolendampvergifti
ging. Het huis was gesloten, doch de poli
tie had de deur geforceerd. De vrouw is
thans ook aan de gevolgen overleden.
Door JAN ZWART
Opder de vele merkwaardige dingen, die
men tegenkomt bij het onderzoek naar onze
vroegere orgelgeschiedenis uit den tijd vlak
na de Reformatie treft altijd weer, hoe on
der het betrekkelijk klein getal gegevens,
dat Licht werpt over toenmalige gewoon
ten en practijken, de" meeste nog afkomstig
zijn van Gereformeerden of Hervormden
onder de schrijvers, dichters en kroniekere.
Wie geeft, om met een voorbeeld te begin
nen. zulk een uniek staaltje van intiem
muziek-gebeuren als de mede-overzetter
van onze Sta ten-Bijbel, Ds. W- Baudartius
in zijn „Memoryen"? Hoort hóe hij zich bij
Sweelincks dood (1621), herinnert: „Desen
Apollo heeft gehat den aert van meest, alle
Musicanten, daer van eencn Latynschen
Poeet aldus spreekt: dat i6 te seggen,
datmen de treffelicke Musiciene niet lichte-
Jijck aan het singe of spelen en can bren-
ghen, meer a'smense daer aen gebracht
heeft, so cunnen sy qualick op houden My
gedenckt, dat ick eens met eenighe vrien
den by meyöter Jan Petersz. Swelinck mij
nen eoe-den vriend, gegaen zijnde, met noch
andere goede vrienden, in de maend van
May, ende hy aen het spelen op zijn Clave-
cymbel ghecomen zijnde, het 6elfde conti
nueerde tot omtrent midder nacht, spelende
onder anderen het liedeken „Den Iusteli-
cken Mey is nu in zijnen tij dt"d'welck
hy, soo ick goede memorye daer van hebbe,
wel op vyf en-twintigerley wijzen speelde
dan sus, dan soo. Als wij op stonden ende
onsen af scheyt wilden nemen, so badt hy
on6, wy eouden doch dit stuck noch hooren,
dan dat stuck, niet cunnende op houden,
also hy in een seer soet humeur was, ver-
naaeckende oock hem selven"?
En is het ook niet de Gereformeerde
Stads-Predikant van Deventer, Jacob Revius,
die ons geen twijfel meer laat vanwaar
Sweelinck's herkomst i6, Amsterdam of
Deventer? Revius, die zijn jeugd in Amster
dam doorgebracht had en ongetwijfeld be
hoord zal hebben tot de „eenighe goede
vrienden", die 's nachts om 12 uur, nog
moeite hadden om van den Meester af te
komen en „af scheyt" te nemen
Men leze den nadruk dien hij legt in zijn
„en weett" els bij bij een Sweelinck-portret
als met opzet schijnt te willen beweren:
„Laet Sweellnck beeltenis aentrekken uwe
oogen
De ooren heeft hy levende nog getogen
En weett' hoewel hy leefde en stierf tot
Amsterdam,
Van Deventer nogtans die grote zanger
quam"!
En wat óók opvalt in deze overleveringen
is: de kennis van zaken, die deze oude1
schrijvers en dichtere hadden van wat ze
beschreven aan instrumenten, speelgewoon-
ten, muziekpractijken en gebruiken.
Om nog even bij Revius 'e blijven hoe
geestig maar ook hoe technisch jui6t be
schrijft hij de werking van het orgel in zijn
allegorisch gedicht, tevens lijkschrift op
het overlijden van zijn Groote Kerks voor
zanger en orgelspeler Claude Bernart:
„Het Orgel io een heelt van H leven hier
beneden,
Veel pypen staender in, verdeylt in baer
geleden.
Een ijeder heeft syn pleets, een Ijeder syn
geschreij
Soo ie den staet en praet der men6chen
velerlei).
Ghy hoort de lichtste pijp het alder hoochste
blasen
Oock die het minste weet, wil 't aid er meeste
rasen.
Nu 6iet eens het pedael, men treettet metten
voet.
En geeft nochtans den dreun daer al op
steunen moet", enz.
En hoe blijkt hij in zijn pracht-Sonnet
„Scheppinge", bouw en klank te kennen
van het instrument de Luit, dat in zijn da
gen de populariteit bad van onze tegen
woordige huisorgels en piano's:
„God heeft de wereld door onzichtbare
klavieren
Betrokken ais een luit, met al zijn toebehoor
De hemel is de bocht vol reien door en door
Het rooeken: zon en maan. die om ons
henen zwieren,
Twee grove bassen, die staat? bulderen en
tieren.
Zijn d'eard en d'oceaan; de quinte, die
het oor
Verheuget ie de locht, de reste, die het Koor
Volmaket, is 't geboomt en allerhande
dieren", enz.
Bleven we. b" wat we kw nu toe citeer
den. nog bepaald tot enkele personen, zaken
en locale aangelegenheden in het gedicht
dat we zoo aanstonds voor ons hebben, zien
we allerlei opdoemen Jat ons oog helpt
openen voor wat er in onze oud-Holland-
sche 17e eeuwsche meest „notabele" 6teden
aan orgelleven, ontwikkeling en belangstel
ling heeft bestaan en gewerkt. We leeren
er namen, toestanden en gebeurtenissen uit
kennen; onderscheiden er verhoudingen in
van Kerkelijken, wereldlijken en muzikalen
aard, die ons, geholpen door eenige kennis
dier tijden, een niet geheel en ai onbetrouw
baar beeld verschaffen van den ontwikke
lingsgang der Protestanteche Orgelspel-
Kunst, eeretmaal door Sweelinck begonnen,
en trouw, tot ver in onze goude eeuw,
door een b.eede schare van leerlingen en
na-leerlingen gevolgd en voortgezet
Dit belangwekkend document dan, is dat,
hetwelk men fragmentarisch misschien wel
eens hier en daar in allerlei kleingoed-
literatuur over orgel 16 tegengekomen, maar
in zijn geheel vinden kan in de oorspronke
lijke uitgave „Bloemkrans van verscheidene
gedichten" in 1659 te Amsterdam bij Louwys
Spillebnut verschenen. Het is van een, in
de Nederlandsche Letterkunde niet onbe
kenden naam en wel Johannes Dullaert, die
het opdroeg
Aen den geest- en kunst-rijken
Mr JOAN CRABBE
Orgelist tot Rotterdam,
en luidt als volgt:
Wanneer Uw Kunstgeleerde Hand
Op Maten en op Stekken springt.
Staat Kerk, Gewelf en Koor in brand,
Door 't vuur dat uyt de Pypen dringt;
Het. Orgel blaakt van enkel vlam,
Gestoelten, Bankken en Portaal,
Pilaren, Zarken, koud en klam,
Die gloeijen brandende al teroaal,
Doch niet van een verterend vier
Maar van 't geen 'n uw geeste blaakt,
't Welk. door zijn goddelijke zwier,
Ons stom en 6tijf als Marmer maakt;
Wanneer gy 't vijf en twintig paar
Registers uit het Orgel trekt.
Daar elk. bij beurten, voor en naar,
Ons voor een and re toon verstrekt:
Dan hoort men Harp. en Veel. en Luit,
Bazuin. Schalmei, en Veld-trompet,
En Lier, en Holpijp, Cijtter. Fluit,
En Nachtegaal, Cimbaal, Kornet,
En noch veel and re toonen meer,
Die kunstig onder een gestrikt,
Gelijk een helder zomer-weer,
Het dompig hert des mensch verquikt
Hoe zoet, hoe lieflijk streelt uw hand,
Klaauwler. en Stek, en heele Maat!
Hoe zuiver eel dreunt uw Tramblant,
In 't oor van die de Kunst verstaat!
Gy breekt op Zwelings edle zwier,
Uw Psalmen geestig in der haast,
En Op zoo veelderiei manier,
Dat keurige ooren staan verbaast
Uw Vader Krab, de Vois, Verryt,
En H e 11 e n b r e k e r, en van Noord,
Die worden tot twee 6tedens spijt,
In uwe handeling gehoort
Zoo 't Spaar gevonnist had na recht,
Het Orgel was u toegeleit.
En hoe 't ten Bos ook wierd beslecht,
Kunstrijken Krab, dient niet gezeit.
Gij jaagt de droefheid uit het hart,
In 't Kerkgewelf van Sant Laurens.
En heeld, door 't Orgelspel, de smart
Van 't alderdroefste en treurigst mensch.
Indien 't de Doon geoorlooft was,
Zij rezen op uw schel gel uit
Gelijk een Fenix uit zijn asch.
Ten nare en duistre graven uit
Ik zie 't Gestoelte, en Koor en Plein,
Eer lang, met menschen zoc vervult.
Dat zelf de Kerk zal zijn te klein.
Voor haar, die gij daer trekken zult-
Wie wenscht dees droeve Wintertijd,
Dan stil te krochchen bij den haard?
Of daarme on nut zijn tijd verslijt,
Bij d'eene of d'andre dronke waart.
De geest, de kun6t de wetenschap
Van Fresco Baldi en Libert,
Die hoordme in u o jonge Krab
Wanneer gij Febus Cijtter tart,
Hoe vleyend volgt gy Jesses zoon,
Door orgelpijpen, 6chel van 6tem'
Hoe steekt gij S c h e i d m a n na de Kroon!
En trotst 't aloud Jerusalem;
Met toonen, die Jebovaae lof,
Op Davids snaaren galmen deen,
In 't heilig, heilig, heilig stof
Daar d'Opperpriester rookte alleen.
O Krab' gij zijt der kunsten Bron,
Prald gij dus in uw Dageraad,
Hoe zal dan glinsteren uwe Zon,
Wanneer hij op den Middag staat?
Hij moet dus wel jong geweest zijn, nog
„in zijn Dageraad" de geest- en kunst
rijke orgelmeester Johannes Crabbe, toen
hij zijn officie aanvaardde in 1657 ate Or
gelist aan de Groote- of Laurenskerk van
Rotterdam, en al heel spoedig het hart der
orgellievende Rotterdammers gewonnen te
hebben om nog geen twee jaar later, in 1659,
vereeuwigd te worden voor tijdgenoot en
nakomeling, in tuitend rijm en lovend
dicht!
Zooals gezegd, zien we hem, Johannes
Crabbe,van Amsterdam, zoon van Jacob
Jan6z. Crabbe, de orgelist der Alkmaareche
Laurenskerk, in 1657 te Rotterdam aange
steld door Burgemeesteren en wel, zooals
toen de gewoonte was, met de verplichting
over en weer van een zeker aantal jaren,
in zijn geval 8, „der stad 6tevig ende vast
verobligeert te wezen". Hij nam daarbij op
zich: Zondags en ia, de week een half uur
te spelen na iedere predicatie, het begelei
den van het psalmgezang, het schoonhou
den en zoo mogelijk herstellen van het or
gel en het geven van Dagelijksche Orgelbe
spelingen van 1 Nov.1 April, eiken avond
één uur, van 6—7.
Blijkbaar was het hem vóór zijn Rotter-
damschen tijd, nog niet bijzonder meege-
loopen in het vinden van een goede plaats
om zijn kundigheden te kunnen toonen. Af
gaande op wat zijn dichter, (misschien wel
zijn vertrouwde), door laat schemeren, had
men hem te Haarlem niet „gevonnisl na
recht" toen daar eenige jaren terug in 1655
een examen had plaats gehad, waar de Later
niet onvermaard geworden Joan Dusart, de
gelukkige was geweest, van wien weer een
ander dichter F. Snellinx de heugenis voor
ons vasthoudt in zijn:
Aan den Fenix der maatzangeren
Mr JOAN DU-SART
om 't Orgelist-ampt spelende.
„Gij deedt uw vingers niet zoo haast op
stekken spelen,
Of 't maatzangkundigh volck voer dus in
reeden uit:
Wat Godde>lykker galm komt door de pijpen
dringen?
Maakt Hellembreecker weer, of Zweeiingh
dit geluidt?
Neen! riep men, 't is Dusart, die dus zijn
kunst laat hooren,
In wien de geesten van die beide zijn
herbooren".
Ook „ten Bos" Ce-Hertogenbosch) aan de
Janekerk had het voor Crabbe niet willen
boteren toen er in 1655 door het overlijden
van Mr- Stroomberg, orgelist, voorzanger en
voorlezer, een vacature was ontstaan, die
eerst in 1657 zou eindigen toen men ertoe
overging een examen uit te schrijven, omdat
zich al dien tijd geen enkel orgelspeler had
aangemeld, die een „expert meester" was.
Op welke manier het „ten Bos" voor den
„Kunstrijken Krab" wierd beslecht, laat ons
verder onverschillig. Voor hem doet het ons
nog na zooveel jaren genoegen dat Rotter
dam hem met Dullaerts' dichtregelen de
sottefactie schonk hoe deze twee steden tot
hun „spijt" van achteraf wel zouden gewaar
worden hoe ze zich vergist hadden door hem
hun orgels niet te hebben „toegeieyt". Want
al leken daar te Haarlem in Dusart's „ge-
luydt" de geesten van Sweelinck en Helm-
breecker „qte herboren" in Crabbe's
..handeling" schenen wel al de kundigheden
en eigenschappen van 't eelst wat Holland
aan orgelspelers had bezeten of nog bezat,
belichaamd als we tenminste zijn lof
dichter willen gelooven.
't Was geen onbeduidend orgelwerk, welks
„Klaauwier en stek" (toets) Crabbe's „Kunst
geleerde hand" zou streelen" tot kort voor
17 April 168Ü Hendrik Wilkena zijn opvol
ger werd.
,,'t Vijf-en-twhitig paar" registertrekbere,
zooals Dullaert ze dichterlijk telt, verdeeld
over 44 stemmen op „drie manuaell olavie
ren met een pedaell appar" naar luid van
't contract 18 Aug. 1642 opgemaakt was er,
betrekkelijk nog kortgeleden dus. ingebouwd
door den Anwerpschen Orgelmaker Hans
Goltfus, onder toezicht van den toen ma li gen
functionaris aan de Groote Kerk, Joha-n
Baptista Verryt, en berustte met de kast op
een tweetal pilaren, die gemaakt waren
van de door den storm gebroken groote
mast van Trompte Admiraalschip de ..Ame
lia" („die thans nog liggen op een der to
renzolders" aldus Dr. J. Callenbach in
„de Groote Kerk te Rotterdam").
Van.de ofikosenpoeten die het opneme.n
en pxamineeren van dit instrument (voor
Holland een van de grootste orgels!) mee
brachten met elkaar 1628 gld- en 16 et be
dragend, lezen wij de volgende specificaties:
„Aan de Organisten van Antwerpen,
Den Bosch, Amersfoort, Alkmaar
en Den Haag ƒ850.10
Aan het tractoren dereelve ƒ537.
Aan een speelman met de schuif
trompet, voor 2 dagen met de or
ganisten ta speien 6.
Voeeen we hieraan nog toe het voor dj»
tijden niet onaanzienlijk bedrag van ruim
ƒ3700.dat bet geheele orgel had gekosi,
dan bewijst dit weer hoe onze vroegere
stadsbesturen geen geld ontzagen om in bet
bezit te komen van „heerlvke werken,
pronkjuweelen„die tot heeriykheid ver-
strekkon konden en trotzen tegen zoodanige
speeltuygen die in andere Provinciën van
onze vereende Landen gevonden wierden"
zegt een oud schrijver over deze typische
17e en 18e eeuweche orgelliefde onzer vroe
de voor-va deren.
Nu moeten we er aan toevoegen, dat er
bij die biizondere voorkeur die onze steden,
na de reformatie meer en meer kresen voor
de orgels, nog een belangrijke factor ging
medpwerkon die op de uitbreiding, vergroo
ting en vernieuwing dezer instrumenten,
6terken en beteekentevollen invloed heeft
uitgeoefend.
^lot volgt)