3
'erna a
aa
GRIEP S
TO GAL
VRIJDAG 6 FEBRUARI 1931 nrPHF BLAD PAG 9
ZIEKENZORG IN NEDERLAND
Een artikel van Dr J. Hekman in
„A.-R. Staatkunde"
„Voor de opleiding is door onze Ohr.
inrichtingen nog veel arbeid te
verrichten"
Over dit onderwerp schreef Dr. J. Hek
ti an een artikel In het Januarinummer
van „A. R. Staatkunde" (maandelijksche
uitgave), waarvan we do inhoud verkon
weergeven.
De ziekenzorg In de eorste
eeuwen onzer Jaartelling. De In
vloed van het Christendom.
Het Christendom opende haar
dcre gelegenheid door het ambt van diaco
nes die behalve zieken, ook ijv. armen en
gevangenen verzorgde.
Later (ook reeds do derde eeuw) werden
er speciale geestelijke orden opgericht voor
do ziekenverzorging; de diaconessen hieven
echter, en het is niet onwaarschijnlijk dot
haar arbeid de grondslag heeft gelegd voor
het verploogstersberoep van later eeuwen.
Dc diaconessen brachten do bohoeftigen
soms onder in eigen hviis of In dat van den
bisschop; zulke huizen hoeten diacona'e; het
huis van den bisschop moest hiertoe weldra
worden aangebouwd, en zoo ontstond op na
tuurliike wijze het christelijk ziekenhuis.
De naam gasthuis ziet op de broederlijke
liefde en de burgerlijke gastvrijheid. De op
offerende liefde door christenen bij ziekte en
lijden betoond, was dikwijls spreekwoorde
lijk.
De ziekenzorg In ons land van
do Mlddeleouwcn at tot het begin
der 19e eeuw.
In de m'ddeleeuwen had men hiertoe
vooral de geestelijke orden bijv. de Olie
zusters en -broeders, de Orde der Klarissen.
d<* Begijnen en Beghardcn, de Johannlters
enz. Voorts worden er gasthuizen opgericht
voor allerlei «llendigcn, waar meestal alleen
vreemdelingen werden verzorgd daar nie
mand met eigen huis en hof «er In wilde wor
den opgenomen; dit is begrijpelijk, want de
toestand is tot het midden der vorige eeuw
in do ziekenhuizen treurig geweest, o.a.
doordat men mot de overbrenging van vele
ziekten niet op de hoogte was en men als
personeel menschcn had die elders niet
moer terecht konden, als oud geworden pros
tituóc's. alcoholisten, imbecillen. enz. Vooral
de periode van 1650 tot 1850 was In dezen
een donkere tijd; alleen bij religieuze zusters
was nog eenige belangstelling voor het werk
In verband hiermee slaan de heksenpro
eess-m en de gruwelijke behandeling van
krankzinnigen (zelfs tot in de aanvang der
19c* eeuw) die man hield voor bezetenen
Niets was meer overgebleven van cfe groote
liefde en toewijding der vroegste eeuwen.
Factoren die van grooten Invloed
zijn geweest cp de ontwikkeling
eener verbeterde ziekenverzor
ging.
In de tijd van de reformatie en bi onze
-gouden eeuw" kwam er weinig verandering
Jn tengevolge van de weinige vooruitgang
der geneeskundige wetenschap.
De groote vooruitgang van deze laatste
tegen liet einde van de 19e eeuw, beteekende
ook een ommekeer in de zir'.onverplcging
Deze ommekeer werd echter reeds eerder
voorbereid, o.a. door het werk van den pre
dikant Theodoor Fliedtner to Kaiserewerth
aan de Rijn. die hierbij geholpen werd door
zijn vrouw Froderika Münstfer. In 1836
opende hij een diaconessenhuis zonder pa
tiënten en zonder diaconessen en met een
linnen voorraad van fi lakens. Maar bi' zijn
dood in 1861 waren er 100 moederhuizen, over
de hccle wereld verspreid, naar zijn idee in-
gericht( zindelijkheid on dienende christe
lijke liefde; de diaconessen in Kaiserswerth
bijv. genoten geen salaris); ook In ons land
werden diacon -ssenhuizon gebouwd, de eer
ste In Utrecht in 1844 en dc laatste in Gro
ningen in 1003.
Naast Fried (nor moet worden genoemd
Florence Nightingale in EngeJand (bekend
is haar werk in dj Krim-oorlog) die, hoewel
door Fliedtner beïnvloed, in dezen toch eigen
opvattingen had. Vooral door geschriften
oefende ze Invloed, waardoor mee, ook in
ons land. omstreeks 1870 tot 1RS0 verschil
lende personen pogingen aanwendden tot ver
betering bijv. Anna Reynvaan en Joltjo de
Bosch Kemper.
Zoo is dus do eerste stoot naar een betere
verzorging niet gegeven ('oor de wetenschnp
maar door het medelijdend* menschenhart.
Daarbij is dan gekomen de geweldige ont
wikkeling der geneeskundige wetenschap in
bijzon |de laatst-.* 25 jaren, vooral door Robert Koch
AARDBEVINGSRAMP IN NIEUW-ZEELAND
en Louis Pasteur, die de grondslag legden
voor de moderno bacteriologie, do doodsteek
voor de theorie van de spontane generatie.
Toen man ontdekte, dat ziekten als bijv.
typhus wn maluria niet ontstaan door inade
ming van bepaalde bedorven lucht, maar
door een levende typhusbacil en de malaria
mug en men voorts constateerde op welke
wijze deze het menschelijk lichaam zink
maken, en hoc do besmetting plaats vindt,
was dc weg gebaand voor de bestrijding de
zer besmettelijke ziekten.
Toom dan ook eensdeels dc bodum voor de
hervorming van de ziekenverzorging vrucht-
haar was geworden onder invloed van fac
toren, die ik boven behandelde, anderdeels
de geneeskundige wetShaohap do richting
kon aangeven welke deze hervorming moest
inslaan is door deze samenwerking een op
bloei gekomen van de ziekenverzorging, die
de gcheele maatschappij tot zegen is gewor
den. De inrichting van de ziekenhuizen,
zoowel als de inrichting van de ziekenkamer
in particuliere huizen heeft grondige ver
anderingen ondergaan.
Wat betreft de zielszieken wijst de schrij
ver op het work van mannen als Schroeder
van der Kolk en van Deventer, en op den ar
beid van verschillende Christelijke vereen!-
gingen op dit terrein in ons land.
Ovorheld en ziekenzorg. De zie
kenzorg In den modernen tijd.
Do opleiding der verploegsters.
In de etórste druk van Ons Program wees
Kuyper reeds op de taak der overheid
de hygiëne; hoewel* nog leerzaam is hij deze
uiteenzetting uiteraard nog geen rekening
gehouden mot de vooruitgang der weten
schap sindsdien; de toen reeds aanbevolen
zindelijkheid is echter nog altijd een van dc
hoofdbeginselen der moderne ziekenverzor
ging. vooral in de operatiezaal, dank zij de
arbeid van bacteriologen al Lister. Ook de
vooruitgang echter op menig ander genees
kundig terrein, oefende haar invloeri op de
bohandeling der ziekon. bijv. de nieuwe be
handeling van suikerziekte met insuline.
Door een en ander ontstond nu behoefte
aan verplegenden die zoo tanig waren o|>ge-
leid. dat ze wisten hoe zij de geneeskundigen
moesten helpen. Daartoe werd een diploma
beschikbaar gesteld, waarvan de regeling
lang in handten was vooral van den Neder-
Inndschen Bond voor ziekenverpleging tot
ze in 1921 door da.overheid werd ovengeno
Om te beter het voorgestelde doel tv* be
reiken van Christelijke ziekenverzorging op
velerlei wijze, hebben in ons land de Gere
formeerde vereenigingen daartoe, zich in
1920 aaneengesloten tot een Bond, waardoor
men zooveel mogelijk alle christelijke local*
en nationale organisaties wil doen saam-
werken.
AARDBEVINGSRAMP IN NIEUW-ZEELAND
De Overheid en de ziekenhuizen.
De Invloed dier overheid op de ziekenver
zorging neemt de laatste jaren steeds toe; de
krankzinnigenverzorging is geheel door haar
geregeld, zoodat een reohterlijk bevel voor
opname noodig ls.
Ook in do verzorging der lichamelijk-zle-
ken steeg haar invloed, door het toezicht op
de opleiding der verplegenden en het rege
len van hun arbeidstijden. Aandringen op
nog meer overheidsinmenging acht de schrij
ver niet gewenscht, daar niet noodzakelijke
vrijh.'idsbelemmcring het gevolg zou zijn
terwijl onze ziekenhuizen de vergelijking met
het buitenland uitnemend kunnen doorstaan
Er is In dezen voorts verschil met de krank
zinnigenverpleging, daar de patiënten hier
aan meer gedwongen zijn onderworpen.
Groei der particuliere ziekenhuizen
valt dankbaar te eonstateeren de neutrale
particuliere Lnrichtingen uitgezonderd. AI
kunnen de openbare ziekenhuizen over rui
mer middelen beschikken, toch kan de uit
rusting der particuliere inrichtingen dikwijls
wedijveren met die der allerbeste openbare
De geordende zusters in R. K. ziekenhuizen
en in diaconeaeesihulzen vallen niet onder
de wettelijke bepalingen inzake beperking
van den verkorten arbeidsduur. De schrij
ver acht voorts een afzonderlijke bespreking
van de verhouding van de overheid tot de
particuliere ziekenhuizen gewenscht. ook in
verhand met de vraag, of het uit een oog
punt van reoht niet wenschelijk is, dat de
overheid, indien een talrijke groep der be
volking vraagt om een ziekenhuis, dat zich
in zijn levenssfeer aansluit bij hare rriigi-
euse en ethische opvattingen, ook metterdaad
het tot stand komen van eene zoodanige in-
riohting financieel moet vergemakkelijken.
Besluit
De ziekenhuizen zullen noodig blijven -o.a.
-voor de opleiding van doktoren en verplee-,
genden, die groote Invloed heeft op de wijze
waarop zij straks de behandeling der patiën
ten zullen inrichten en adviezen zullen go-
ven in belangrijke zaken vaak van tritiemen
aard; daarvoor hebben wij personen noodig
die rekening houden met onze diepste over
tuigingon; dit bedenkend, is er voor de op
leiding door onze Christelijke inrichtingen
nog veel arbeid te verrichten.
Land- en Tuinbouw.
JAARVERSLAG BOSKOOPSCHE VEILING
In het Velltngagebouw heeft de 14e alge.
meene Jaarvergadering plaats gohad van de
Coop, vereen. „De Boskoopsche Velling".
Uit het Jaarverslag van den secretaris bleek
dat de financiën ondanks de lagere ontvangst
en omzet zeer goed stonden er werd voor 1930
voor 5\4 geveild.
Er werden 268 veilingen gehouden. terwtJl de
export er niet op vooruitging. De omzet bo-
droeg f 153.000 zünde f 17.000 beneden do be
groot Ing..
De begrooting voor het Ji
_._J1931
-bet bestuu
door de vergadering goedgekeurd.
i ln te winnen
»aar de koeten van het aanbrengen van een
centrale verwarming ln het velllngsgebouw.
De groote groep ven leden van het Gron.
Blaarkop Rundveeatamboek die voor ontbinding
van dit etambook en voor aansluiting bU het
Ned. Rundveestamboek zUn. ia thana besloten
actie te gaan voeren tegen de wlJze waarop
het bestuur van het Gron. Blaarkop Rundvee
stamboek deze belangrijke aangelegenheid
heeft behandeld.
HET STEMPEL OP ONZE EXPORTEIEREN
Het bestuur van het Nederl. Elereontrole-
•ordt. dat de keur
ran uitvoer van versche Ne-
met Ingang van 16 Februari
heeft den minister
zUn.
zoming. zoowel hier te lande als In het buitel
land. Indien uit Nederland afkomstige eleri
In het buitenland ln het koelhuis worden oi
geslagen, zün deze dus zwart gestempeld m
het woord Holland. Indien In hel nujour. voo
i Nederlundsche
E I c h wat
WAT HET GELUK VERWOEST
sren In het bultenlai
icheiden.
tegenwoordige Leem
Kunst en Letteren.
DE JONGE VROUW
„De Jonge Vrouw", hel geïllustreerd Chr.
tijdschrift voor de vrouwelijke jeugd, steil
«ich tot tuuk voor te bereiden voor de laak
■Ier vrouw in huis en maatschappij. Hei
blad staat onder reductie van mevr. J. M.
WesterbrixikWirlz, mevr. A. M de Vries
RobbéBergmans en de heer P. Keuning. De
uitgave wordt verzorgd door de firma Bosch
en Keuning te Baarn. Liet blad maakt een
gedistingeerde indruk. Allerlei lectuur,
waurin onze jonge dames belangstellen,
treft men erin aan. Natuurlijk verlucht mei
'oio's. We kunnen kennisname ten zeerste
aanbevelen.
Boven een der deuren in den gevel van snel mogelijk worden toegepast. Liefst van
van liet raadhuis vari liet stadje Raden is avond nog. Want is do liefde en trouw van
een steen aangebracht, met een cigenaardi- uw man maar eonigszins aan iiet wanke-
ge voorstelling. Een demonische gestalte len. dan doet het middel meer kwaad dan
stelt aan een oude vrouw een paar schoenen goed."
ter hand. die hij voorzichtig aan een langen j „Wat moet ik dan doen?"
stok draagt Blijkbaar is hij hang voor liet i „Wel je moet zorgen, dat je man vanavond
vrouwtje en blijft hij liefst op eerbiedigen I eerder dun jij naar bed gaat. Een voorwend-
afstand. i scltje is wel te bedenken. Als hij dan slaapt,
Er is in het stadje een volksverhaal in orn i moet je met den rug van een open scheermes
loop. dat betrekking heeft op de voorstel- j onder het uitspreken van een paar woorden
ling in dien steen en dat we hier gaan over- i (die ze haar toefluisterde) driemaal over z*'jn
vertellen. I keel strijken. Maar pas op. Jat je hem niet
In Raden woonde een echtpaar welks hu-! snijdt of wakker maakt!"
wclijksgcluk spreekwoordelijk was gewor-1 Het vrouwtje beloofde iet middel dien
den cn dat daarom door velen benijd werd.zelfden avond nog toe te passen.
Een oude vrouw Sabijntje geheeten - Zoodra Sabijntje dit wist ging ze den man
besloot eindelijk het geluk van deze men- opzoeken. Met een mooi praatje kwam zo
sclien te verstoren. hem vertellen, dat zijn vrouw hun om tien
Onder het mom van vroomheid wist ze tuin leidde en ten bewijze van de waarheid
zich in het huisgezin in te dringen. i van haar bewering, deelde ze hem nog mede,
Op meesterlijke wijze wist ze het vertrou dat zijn vrouw dienzelfden nacht nog ejir
wen te winnen zooweel van den man als van poging zou doen, om hem de keel af te snij-
de vrouw, en toen ze liet zoo ver gebracht I den.
had begon ze haar satanisch werk. De man die eerst een dergelijke beschul-
Op zekeren dag sprak ze met de vrouw diging ver van zich gewezen had. kwam ten
over hun huwelijksgeluk. I slotte toch onder den invloed van den in zijn
„Wat heb je met je man toch een allerge j hart Bedruppelden laster, en '.ij besloot in
lukkigst levcnl Zoolang als ik hier nu over! elk geval dien avond op zijn hoede te zijn.
den vloer kom. heb ik nog nooit een onver-1 Wat Sabijntje hem gezegd had bleek maar
togen woord gehoond tusschen jullie tweeën. al te waar Eerst zocht zijn vrouw een voor-
Maar weet je wel dat er heel wat menschcn J wendsel om hem vroeger dan zij zelf ging
zijn. die dat niet kunnen verdragen, en die naar bed te krijgen. Hij ging maar was nu
jullie graag eens tegen elkaar zouden willen j vast besloten wakker te blijven, en slechts
ophitsen?" (te doen alsof hij sliep. Na eenigen tijd. torn
„Laat ze 't maar probeeren; dat krijgen zede vrouw meende, dat hij vast genoeg zou
toch niet gedaan, Sabijntje! Daarvoor zijn j slapen hoorde hij haar de deur van de
we wederzijds van onze liefde en trouw te j slaapkamer zoo zacht mogelijk openen,
sterk overtuigd." Voorzichtig zette ze een knars op tafel. Hij
De oude schudde toestemmend met hethoorde het openen vón een scheermes mi
hoofd en begon toen voorzichtig te spreken voorflat de vrouw den vermeenden moord
over de mannen in 't algemeen dat er zoo-kon hebben boJircven, was hij overeind en
elan hun trouwbeloften schonden cn dat dit greep haar handen,
te eer gebeurde als de eerste jeugd bijWat er nu volgde, laat zich gemakkelijk
vrouw voorbij was „zooals bij jou" merkte j begrijpen. De man was woedend en meende
zoo langs haar neus weg op. I liet bewijs van de schuld ziiner vrouw in
Zij, Sabijntje, wist echter wel e*n middel1,handen te hebben, cn dc vrouw betuigde te-
dat haar rnaai nog meer dan ooit aan haar i vergeefs haar onschuld,
zou verbinden, en dat zijn liefde nog zou Van dit oogenblik af. was het met het gc-
dnen toenemen. j luk cn don vrede in deze woning uit. Haat
Do argelooze om niet te zeggen: onnoo j en tweedracht hecrschten er en zij geloof-
zele vrouw ging werkelijk on de praatjes van den elkander niet meer als zij elkander da
Sabijntje Ln. Ze was wezenlijk toch in haartoedracht der zaak vertelden. Het bittere,
hart een beetje bang. om de liefde van haar, gif, dat Sabijntje in hun hart gestopt had,
man te verliezen, en z'e zou wat graag hun j bleef nawerken. En de oude vrouw zelf
geluk nog vergroot zien. kwam kwam niet meer bij h'on in huis. De
MEDISCHE KRONIEK
Leerboek der Verloskunde door
K. DE SNOO, Hoogleeraar aan de
ir.' Rijksuniversiteit te Utrecht, geïllus
treerd met 457 zwarte en 23 gekleur
de afbeeldingen met register. Uit
gave: J. B. Wolters' Uitgevers Maat
schappij N.V., Groningen—Den Haag
193Q
Het kan' natuurlijk niet de bedoeling zijn
om dit boek, dat de Uitgever ons ter kennis
making zond. in het Dagblad te bespreken.
Toch wil ik gaarne de aandacht op dit voor
treffelijke werk vestigen.
Met dit werk is onze Vaderlandsche ge
neeskundige wetenschap een derde leerboek
over de Verloskunde rijk geworden. Dit
bewijst wel met hoeveel ijver dit onderdeel
der geneeskunde in ons land beoefend
wordt Terwijl de medicus op zooveel ande
re terreinen van zijn wetenschap moeilijk
met zijn Nederlandsche litteratuur kan uit
komen, is dit bij de Verloskunde niet het
geval. In zijn eigen taal kan hij zich te hooi
en te gras oriënteeren. Het Amsterdamsche
Leerboek van wijlen Prof. Treub. het Léid-
sche van Prof. v. d. Hoeven en thans hel
Utrechtsche van Prof. De Snoo zijn voor
hem voldoende bronnen om zich te oriën
teeren. En het feit. dat dergelijke boeken een
groot debiet in ons land -vinden, maakt dat
er reeelmatie herdrukken verschijnen, zoo
dat deze werken steeds ud to date ziin.
Ook dit nieuwe werk zal door den genees
kundigen stand met veel geestdrift ontvan
gen worden.
De Uitgevers Maatschappij van Wolters
zorgde voor een keurige uitvoering. De pla
ten zijn mooi afgewerkt, de druk nnuwkeu-
rig en overzichtelijk. Het is eon genot om
dit goed afgwerkte boek door te bladeren.
Het werk van Prof. De Snoo zal zijn weg
ongetwijfeld vinden en er het zijne toe bij
dragen rie Verloskunde in ons land nn 'eer
hoog peil te houden. G. K. S.
haar onkruid te strooien, ging ze verder:
..Geen sterveling heb ik nog ooit over dit
middel gesproken; jij bont de eerste en je
zult de eenige zijn, omdat ik hier zooveel wel
daden ontvangen heb. Daarom reken ik het
mijn dure plicht, om d<* ivogingem, van de
genen, die uw geluk willen verstoren, bij
tijds te verijdelen. Maar het middel moet zoo
vermoorden, cn zoo hadden zij niet elkanders
liefde verloren, maar ook de achting van
hun medeburgers.
Deze brachten de daad van Sabijntje in
verband met den boozen geest, die haar eén.
p iar schoenen zou beloofd hebben, als haar
afschuwelijk plan gelukte, en dat hebben ze
op den steen in beeld weergegeven.
Radio Nieuws.
2.30—3 Vragenhalfuurt
Kinderuurtje. 4.304 45 Technisch
tierUe. 4.45—5 Verzorging - - -
7.45 lezing. 7.4510.45 Concert. Pl.m. 9.— Fe
HILVERSUM (1875 M.). V.A-RjV. f
irbcfderW'"5ln Tfó
iek. 7 30 Politieberichten. 7.45 Conc<
Varia. 10.55 Feraberichten. 11.05 G:
NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS
15. Maar 't bootje wil niet liggen blijven, I
t Begint steeds verder af te drijven;
Om aan dit feit een eind te maken,
Besluit hij 't ergens vast te haken. I
Het hek, dat langs den wegkant staat,
Lijkt voor dit doel nog niet zoo kwaad.
16. Als Pimpelmans uit visschen gaat,
Heeft hij altijd veel resultaat;
Al spoedig is de motorboot
Gevuld met bliekjes klein en groot;
Heer Pimpelmans wrijft in z'n handen;
Het water loopt hem langs zijn tanden!
(Wordt Maandag vervolgd.)
ich» than». Het
l Drog. a f O.SO c
FEUILLETON
TEDDY'S KNOOP
door AMY LE FEUVRE.
(1
HOOFDSTUK I
Een tegenstander
Hij stond midden tu6schcn een troepje
dorpskinderen, met zijn bloote hoofd in do
volle zon, maar zijn goudblonde kruilen
leken dik genoeg, om hem te bescnermon
tegen haar gioeiende 6tralen, en hij hai hei.
daarenboven te druk, om iets van -ie hitte
te voelen.
F.en 6rnol, teer jongetje was het, met een
fijn besneden gezichtje en blauwe oogen,
die nu eens tintelden van opgewondenheid
en dan weer droomerig keken.
Op dit oogenblik schitterden zij van op
gewondenheid, terwijl hij vol geestdrift
rijn verhaal deed. Met het hoofd achter
over geworpen, en tong, handen cn voeicn
in beweging, bracht hij zijn toehoorders als
onder betoovering, en zij luisterden met
open mond naar hem-
Met zijn eene hand streek hij liefkozend
over een grooten, koperen knoop, die mid
den op zijn vestje prijkte, en die knoop was
hej onderwerp van zijn gesprek.
„Mijn voder snelde vooruit. „Komt man
non". zei hij, „we zullen de vlag redder."
En zij riepen „Hoeraen renden hem
achterop. F.r <-erdcn kanonnen afgesca>
•ten, en dc b -men en granaten vlogen .n
het rond, en zwaarden werden gel. ukken,
en ze sloegen er mee in het rond. De vijan
den kwamen op hen aan, met woest ge
laat en knarsetandend! Vader trok zijn
zwaard, en niemand kon tegen hem op. Nie
mand! Hij sloeg met zijn zwaard en hieuw
hun armen en beenen en hun hoofd af.
En eindelijk was hij bij de vlag en mot een
zegevierenden kreet, stak bij den vijand,
die haar vermee6terd had, overhoop! De
vijand viel dood aan zijn voeten neer. Va
der greep de vlag en keek rond. Hij was al
leen! De anderen waren allen verslagen ge
worden. En dacht je, dat hem dot angst
aanjoeg? Neen; hij riep luid: Hoera! raap
te zijn zwaard van den grond en liep achter
Uit naar zijn eigen gelederen terug. Wie
hem te na kwam, dien sloeg hij met zijn
zwaard, maar hij wilde den vijand zijn rug
niet toekeeren- Eindelijk was hij terug bij
zijn kolonel ,.De Kapitein is gesneuveld!"
riep hij, „maar ik heb de vlag!" Hij sloeg
aan, terwij! hij dit zei en wiel toen dnod
aan de voeten van don kolonel neer. Het
bloed gutste langs zijn kleeren en over de
zen knoop!"
De kleine redenaar hield even op. Toon
voegde hij er triomfantelijk aan toe: „Hij
was door zes zwaarden gewond en had
dertig kogels gehad 1 Dat was een soldaat,
zou ik zeggen!"
„Zeg Teddv!" riep een kleine twijfelaar
uit het troepje, „laatst waren het er twin
tig. Waarom maak je er niet liever vijftig
„Dat ie de geschiedenis van mijn km op,"
ging Teddv voort en deed. «.'sof hij lie laat
ste opmerking niet gehoord had.
„F.n had je vader maar één knoop aan
zijn Jas?"
Het was een onb"kende stem, die het
vroeg, en de jongens keken om. Zij ont
moetten den nieuwsgierigen blik van een
stevig, kledn meisje, dat zich onopgemerkt
bij het troepje gevoegd had. Ze was niet
aangekleed als een gewoon dorpskind,
maar had een grof serge matrozenpakje
aan en een grooten strooien hoed achter op
haar lange, donkere krullen. Ze had uwe
wangen en zag er gezond uil, en haar brui
ne oogen met lange, donkere wimpers, ke
ken Teddy met iets uitdagends en min
achtende aan.
Eerst was Teddy wel wat van zijn stuk
gebracht, maar hij herstelde zich spoedig
„Ja, één knoop," zei hij met klem- „Toen
ze de jas aan moeder stuurden was er nog
maar één knoop aan. en als jij" hici
wendde hij zich bruusk tot zijn onrhr-
vraageter „als jij Ln zoo'n bloed.gon
veldslag was geweest, dan zou je ai je knoc
pen verloren hebben, en niet één hebben
overgehouden 1"
Er volgde groote toejuiching, maar de
kleine meid bleef onversaagd.
„Is dat een ware geschiedenis, die ie daar
verteld hebt?" vroeg ze met gestrengheid in
haar toon.
.Natuurlijk!" riepen allen verontwaar
digd uf-t
..Nu. jongen, dan wil ik je wel zeggen,
dat ik er geen woord van geloof 1" En me;
opeengeklemde lippen keerde zij zich om en
liep weg, terwijl ze ln meer den één jon
genshart woede en wrok gezaaid har1.
..Wie is het?" vroeg Teddy, terwijl hij
zich. vermoeid door zijn verhaal, op het
gras gooide, om uit te ruston
Een van de grootere jongens antwoordde
hem.
„Ik heb haar gisteren met een rijtuig van
den kint ran d« stad validen zjPn tomen.
Zij is met haar moeder bij Tom, den tol
gaarder. komen wonen. Ze hadden twee
reisto66chen en een koffer en een papegaai
in een kooi bij zich. Ik weel het pree es.
want ik heb op den bok gezeten, en Je
vrouw noemde Tom „vader"; dit kind zal
dus zijn kleindochter ziin."
..Misschien zijn ze wel uit Amerika ge
komen," zei een klein kereltje, dat op han
den en voeten rondsprong- „Papegaoden ko
men altijd van over de zee vandaan, zie je."
„Ze geloofde mij niet," zei Teddy, terwijl
hij half Ln gedachten verzonken op een
grasje zat te kauwen.
„Meisjes deugen nergens voor. Als ze een
jongen was geweest, had je hel met haar
kunnen uitvechten, Ted."
Teddy keek omhoog naar den spreker.
„Ik had toch niet met haar kunnen vech
ten. Sam. al was ze een jongen geweest Ik
heb moeder beloofd, dat ik niet meer vech
ten zou. voor ze zei, dat ik mocht. Zie je,
ik had laatst vier keer in één week gevoch
ten. en moeder zegt, dat ze dat niet meter
hebben wil. Ik begrijp niet, wanrom solda
ten wel mogen vechten en jongens niet"
„Ik geloof niet, dat er nog jongens voor
je zijn, om mee te vechten, dat helpt nogal.
Het kwam alleen, omdat die Tom Larkcn
ze allemaal opstookte, om je je knoop «f
te nemen; en hij is hier nu niet meer op
het dorp."
..Ik geloof, dat da-t van de kogels niet
heelemoal waar was," ging Teddy voort.,
terwijl hij op zijn rug ging liggen en naar
den helderen hemel opkeek. „Ik geloof,
dat het zes kogels en drie sabelhouwen -re
weeet ziin. maar als ik bezig ben aan het
vertellen, dan vergeet ik heelemnal, hoeveel
het er waren: maar zij zei, dat ze het heele
"ia1 niet geloofde-"
De klok van het oude dorpskerkje sloeg
vijf uur. In een oogenblik tvas Teddy over
eind en rende zoo hard naar huis. als ziju
kleine beentjes bet h-em toelieten.
Niemand in het heele dorj) kon zoo vlug
loopen als Teddy; hij was altijd nomnier
een, als er iets aan de hand was. waar
durf bij te pos kwam; en hij wadt daaren
boven een groote waaghaJs.
Misschien was hij daardoor zoo populair;
misschien wa6 het ook, omdat hij zoo'n
eloc van vertellen had. De meeste van die
verhalen waren maar bedenksels van hem,
maar zeker is het, dat hij de lieveling van
het heele dorp was en tot nog toe nooit een
tegenstander gehad had.
Nadat hij de gemeente-weide achter zlcli
gelaten had, rende hij eerst een schaduw
rijke laan en daarop twee weilanden door.
totdat hij eindelijk ademloos en hijgend
voor een oude boerderij stilhield.
Hij streek daarep even met zijn handen
door zijn haar. maakte zachtjes cn voir-
zichtig de klink van een deur los on stap
te de keuken binnen.
Het was een lang vertrek, waar hij bin
nentrad. lang van verdieping en met een
6tevige, vierkante tafel voor het uun.
De tafel was gedekt en in het midden
stond een kom met rozen en kamperfoelie
Eigen gebakken brood, een schaaltje met
goudgele boter, een glazen schotel met ho
ning in de mat. een schan.ltje met stp-kers
en een krentebrood stonden voor de bloe
men heen.
Voor het theeblad zat een streng uitzien
de vrouw van over de zestig. Tegenover
haar zat haar zoon. de eigenaar ran de
boerderij. Hij had iets slaperigs in !e uit
drukking van zijn breeds gelaat Naast
hem zot Teddv's moeder-
i Zij was nog jong. en had een rarht Hef
gelaat en de zelfde donker blauwe oogcp
als haar kleine jongen. Zij had in haar
uiterlijk niets van haar schoonmoeder,
maaf gaf den indruk, alsof ze van beteren
stand was. wat dan ook inderdaad het gé-
va was
Twee jaar geleden was zij met haar
zoontje bij de familie van haar man in huis
gekomen, en hoewel haar schoonmoeder
eetet geneigd was geweest, haar ais een
arm. zwak. nutteloos schepsel te beschou
wen. had deze weldra gemerkt, dat, wat
rustig en ijverig werken betrof, haar schalm
dochter iedereen in de schaduw stelde. Ted
dy's moeder w«s nu in alles haar rechter
hand en had daarenboven al het kaasi on
botermakei. geheel van haar overgenomen.
„Weer te laat. jou kleine deuanietl" wt.a
de groet van zijn strenge grootmoeder, toon
Teddy op het tooneel verscheen
De kleine jongen keek haar glimlachend
aan. maakte het militair saluut en zeu
„Het spijt me. grootmoeder." en ging gauw
op den stoel zilten. die voor hem klaar
„Wat heb je uitgevoerd. Teddy?" vt-og
zijn moeder, wier gelaat opeens vroolijk
werd, zoodra hij binnen was gekomen.
..Ik heb van vader verteld." zei hij opge
wonden.
Een schaduw trok over het gezicht von
zijn moeder, maar ze zei ui-ets en gaf hem
zijn bo-terh«mmen.
„Je vader kwam nooit te laat thuis voor
het eten," zei zijn grootmoeder scherp.
„Nooit, grootmoeder? Ook niet, toon l.ij
p«n jongen wge? Als ik soldaat ben. kuin
ik natuurlijk nooit te laat."
(Wordt vervolgd.).