3 'erna a aa GRIEP S TO GAL VRIJDAG 6 FEBRUARI 1931 nrPHF BLAD PAG 9 ZIEKENZORG IN NEDERLAND Een artikel van Dr J. Hekman in „A.-R. Staatkunde" „Voor de opleiding is door onze Ohr. inrichtingen nog veel arbeid te verrichten" Over dit onderwerp schreef Dr. J. Hek ti an een artikel In het Januarinummer van „A. R. Staatkunde" (maandelijksche uitgave), waarvan we do inhoud verkon weergeven. De ziekenzorg In de eorste eeuwen onzer Jaartelling. De In vloed van het Christendom. Het Christendom opende haar dcre gelegenheid door het ambt van diaco nes die behalve zieken, ook ijv. armen en gevangenen verzorgde. Later (ook reeds do derde eeuw) werden er speciale geestelijke orden opgericht voor do ziekenverzorging; de diaconessen hieven echter, en het is niet onwaarschijnlijk dot haar arbeid de grondslag heeft gelegd voor het verploogstersberoep van later eeuwen. Dc diaconessen brachten do bohoeftigen soms onder in eigen hviis of In dat van den bisschop; zulke huizen hoeten diacona'e; het huis van den bisschop moest hiertoe weldra worden aangebouwd, en zoo ontstond op na tuurliike wijze het christelijk ziekenhuis. De naam gasthuis ziet op de broederlijke liefde en de burgerlijke gastvrijheid. De op offerende liefde door christenen bij ziekte en lijden betoond, was dikwijls spreekwoorde lijk. De ziekenzorg In ons land van do Mlddeleouwcn at tot het begin der 19e eeuw. In de m'ddeleeuwen had men hiertoe vooral de geestelijke orden bijv. de Olie zusters en -broeders, de Orde der Klarissen. d<* Begijnen en Beghardcn, de Johannlters enz. Voorts worden er gasthuizen opgericht voor allerlei «llendigcn, waar meestal alleen vreemdelingen werden verzorgd daar nie mand met eigen huis en hof «er In wilde wor den opgenomen; dit is begrijpelijk, want de toestand is tot het midden der vorige eeuw in do ziekenhuizen treurig geweest, o.a. doordat men mot de overbrenging van vele ziekten niet op de hoogte was en men als personeel menschcn had die elders niet moer terecht konden, als oud geworden pros tituóc's. alcoholisten, imbecillen. enz. Vooral de periode van 1650 tot 1850 was In dezen een donkere tijd; alleen bij religieuze zusters was nog eenige belangstelling voor het werk In verband hiermee slaan de heksenpro eess-m en de gruwelijke behandeling van krankzinnigen (zelfs tot in de aanvang der 19c* eeuw) die man hield voor bezetenen Niets was meer overgebleven van cfe groote liefde en toewijding der vroegste eeuwen. Factoren die van grooten Invloed zijn geweest cp de ontwikkeling eener verbeterde ziekenverzor ging. In de tijd van de reformatie en bi onze -gouden eeuw" kwam er weinig verandering Jn tengevolge van de weinige vooruitgang der geneeskundige wetenschap. De groote vooruitgang van deze laatste tegen liet einde van de 19e eeuw, beteekende ook een ommekeer in de zir'.onverplcging Deze ommekeer werd echter reeds eerder voorbereid, o.a. door het werk van den pre dikant Theodoor Fliedtner to Kaiserewerth aan de Rijn. die hierbij geholpen werd door zijn vrouw Froderika Münstfer. In 1836 opende hij een diaconessenhuis zonder pa tiënten en zonder diaconessen en met een linnen voorraad van fi lakens. Maar bi' zijn dood in 1861 waren er 100 moederhuizen, over de hccle wereld verspreid, naar zijn idee in- gericht( zindelijkheid on dienende christe lijke liefde; de diaconessen in Kaiserswerth bijv. genoten geen salaris); ook In ons land werden diacon -ssenhuizon gebouwd, de eer ste In Utrecht in 1844 en dc laatste in Gro ningen in 1003. Naast Fried (nor moet worden genoemd Florence Nightingale in EngeJand (bekend is haar werk in dj Krim-oorlog) die, hoewel door Fliedtner beïnvloed, in dezen toch eigen opvattingen had. Vooral door geschriften oefende ze Invloed, waardoor mee, ook in ons land. omstreeks 1870 tot 1RS0 verschil lende personen pogingen aanwendden tot ver betering bijv. Anna Reynvaan en Joltjo de Bosch Kemper. Zoo is dus do eerste stoot naar een betere verzorging niet gegeven ('oor de wetenschnp maar door het medelijdend* menschenhart. Daarbij is dan gekomen de geweldige ont wikkeling der geneeskundige wetenschap in bijzon |de laatst-.* 25 jaren, vooral door Robert Koch AARDBEVINGSRAMP IN NIEUW-ZEELAND en Louis Pasteur, die de grondslag legden voor de moderno bacteriologie, do doodsteek voor de theorie van de spontane generatie. Toen man ontdekte, dat ziekten als bijv. typhus wn maluria niet ontstaan door inade ming van bepaalde bedorven lucht, maar door een levende typhusbacil en de malaria mug en men voorts constateerde op welke wijze deze het menschelijk lichaam zink maken, en hoc do besmetting plaats vindt, was dc weg gebaand voor de bestrijding de zer besmettelijke ziekten. Toom dan ook eensdeels dc bodum voor de hervorming van de ziekenverzorging vrucht- haar was geworden onder invloed van fac toren, die ik boven behandelde, anderdeels de geneeskundige wetShaohap do richting kon aangeven welke deze hervorming moest inslaan is door deze samenwerking een op bloei gekomen van de ziekenverzorging, die de gcheele maatschappij tot zegen is gewor den. De inrichting van de ziekenhuizen, zoowel als de inrichting van de ziekenkamer in particuliere huizen heeft grondige ver anderingen ondergaan. Wat betreft de zielszieken wijst de schrij ver op het work van mannen als Schroeder van der Kolk en van Deventer, en op den ar beid van verschillende Christelijke vereen!- gingen op dit terrein in ons land. Ovorheld en ziekenzorg. De zie kenzorg In den modernen tijd. Do opleiding der verploegsters. In de etórste druk van Ons Program wees Kuyper reeds op de taak der overheid de hygiëne; hoewel* nog leerzaam is hij deze uiteenzetting uiteraard nog geen rekening gehouden mot de vooruitgang der weten schap sindsdien; de toen reeds aanbevolen zindelijkheid is echter nog altijd een van dc hoofdbeginselen der moderne ziekenverzor ging. vooral in de operatiezaal, dank zij de arbeid van bacteriologen al Lister. Ook de vooruitgang echter op menig ander genees kundig terrein, oefende haar invloeri op de bohandeling der ziekon. bijv. de nieuwe be handeling van suikerziekte met insuline. Door een en ander ontstond nu behoefte aan verplegenden die zoo tanig waren o|>ge- leid. dat ze wisten hoe zij de geneeskundigen moesten helpen. Daartoe werd een diploma beschikbaar gesteld, waarvan de regeling lang in handten was vooral van den Neder- Inndschen Bond voor ziekenverpleging tot ze in 1921 door da.overheid werd ovengeno Om te beter het voorgestelde doel tv* be reiken van Christelijke ziekenverzorging op velerlei wijze, hebben in ons land de Gere formeerde vereenigingen daartoe, zich in 1920 aaneengesloten tot een Bond, waardoor men zooveel mogelijk alle christelijke local* en nationale organisaties wil doen saam- werken. AARDBEVINGSRAMP IN NIEUW-ZEELAND De Overheid en de ziekenhuizen. De Invloed dier overheid op de ziekenver zorging neemt de laatste jaren steeds toe; de krankzinnigenverzorging is geheel door haar geregeld, zoodat een reohterlijk bevel voor opname noodig ls. Ook in do verzorging der lichamelijk-zle- ken steeg haar invloed, door het toezicht op de opleiding der verplegenden en het rege len van hun arbeidstijden. Aandringen op nog meer overheidsinmenging acht de schrij ver niet gewenscht, daar niet noodzakelijke vrijh.'idsbelemmcring het gevolg zou zijn terwijl onze ziekenhuizen de vergelijking met het buitenland uitnemend kunnen doorstaan Er is In dezen voorts verschil met de krank zinnigenverpleging, daar de patiënten hier aan meer gedwongen zijn onderworpen. Groei der particuliere ziekenhuizen valt dankbaar te eonstateeren de neutrale particuliere Lnrichtingen uitgezonderd. AI kunnen de openbare ziekenhuizen over rui mer middelen beschikken, toch kan de uit rusting der particuliere inrichtingen dikwijls wedijveren met die der allerbeste openbare De geordende zusters in R. K. ziekenhuizen en in diaconeaeesihulzen vallen niet onder de wettelijke bepalingen inzake beperking van den verkorten arbeidsduur. De schrij ver acht voorts een afzonderlijke bespreking van de verhouding van de overheid tot de particuliere ziekenhuizen gewenscht. ook in verhand met de vraag, of het uit een oog punt van reoht niet wenschelijk is, dat de overheid, indien een talrijke groep der be volking vraagt om een ziekenhuis, dat zich in zijn levenssfeer aansluit bij hare rriigi- euse en ethische opvattingen, ook metterdaad het tot stand komen van eene zoodanige in- riohting financieel moet vergemakkelijken. Besluit De ziekenhuizen zullen noodig blijven -o.a. -voor de opleiding van doktoren en verplee-, genden, die groote Invloed heeft op de wijze waarop zij straks de behandeling der patiën ten zullen inrichten en adviezen zullen go- ven in belangrijke zaken vaak van tritiemen aard; daarvoor hebben wij personen noodig die rekening houden met onze diepste over tuigingon; dit bedenkend, is er voor de op leiding door onze Christelijke inrichtingen nog veel arbeid te verrichten. Land- en Tuinbouw. JAARVERSLAG BOSKOOPSCHE VEILING In het Velltngagebouw heeft de 14e alge. meene Jaarvergadering plaats gohad van de Coop, vereen. „De Boskoopsche Velling". Uit het Jaarverslag van den secretaris bleek dat de financiën ondanks de lagere ontvangst en omzet zeer goed stonden er werd voor 1930 voor 5\4 geveild. Er werden 268 veilingen gehouden. terwtJl de export er niet op vooruitging. De omzet bo- droeg f 153.000 zünde f 17.000 beneden do be groot Ing.. De begrooting voor het Ji _._J1931 -bet bestuu door de vergadering goedgekeurd. i ln te winnen »aar de koeten van het aanbrengen van een centrale verwarming ln het velllngsgebouw. De groote groep ven leden van het Gron. Blaarkop Rundveeatamboek die voor ontbinding van dit etambook en voor aansluiting bU het Ned. Rundveestamboek zUn. ia thana besloten actie te gaan voeren tegen de wlJze waarop het bestuur van het Gron. Blaarkop Rundvee stamboek deze belangrijke aangelegenheid heeft behandeld. HET STEMPEL OP ONZE EXPORTEIEREN Het bestuur van het Nederl. Elereontrole- •ordt. dat de keur ran uitvoer van versche Ne- met Ingang van 16 Februari heeft den minister zUn. zoming. zoowel hier te lande als In het buitel land. Indien uit Nederland afkomstige eleri In het buitenland ln het koelhuis worden oi geslagen, zün deze dus zwart gestempeld m het woord Holland. Indien In hel nujour. voo i Nederlundsche E I c h wat WAT HET GELUK VERWOEST sren In het bultenlai icheiden. tegenwoordige Leem Kunst en Letteren. DE JONGE VROUW „De Jonge Vrouw", hel geïllustreerd Chr. tijdschrift voor de vrouwelijke jeugd, steil «ich tot tuuk voor te bereiden voor de laak ■Ier vrouw in huis en maatschappij. Hei blad staat onder reductie van mevr. J. M. WesterbrixikWirlz, mevr. A. M de Vries RobbéBergmans en de heer P. Keuning. De uitgave wordt verzorgd door de firma Bosch en Keuning te Baarn. Liet blad maakt een gedistingeerde indruk. Allerlei lectuur, waurin onze jonge dames belangstellen, treft men erin aan. Natuurlijk verlucht mei 'oio's. We kunnen kennisname ten zeerste aanbevelen. Boven een der deuren in den gevel van snel mogelijk worden toegepast. Liefst van van liet raadhuis vari liet stadje Raden is avond nog. Want is do liefde en trouw van een steen aangebracht, met een cigenaardi- uw man maar eonigszins aan iiet wanke- ge voorstelling. Een demonische gestalte len. dan doet het middel meer kwaad dan stelt aan een oude vrouw een paar schoenen goed." ter hand. die hij voorzichtig aan een langen j „Wat moet ik dan doen?" stok draagt Blijkbaar is hij hang voor liet i „Wel je moet zorgen, dat je man vanavond vrouwtje en blijft hij liefst op eerbiedigen I eerder dun jij naar bed gaat. Een voorwend- afstand. i scltje is wel te bedenken. Als hij dan slaapt, Er is in het stadje een volksverhaal in orn i moet je met den rug van een open scheermes loop. dat betrekking heeft op de voorstel- j onder het uitspreken van een paar woorden ling in dien steen en dat we hier gaan over- i (die ze haar toefluisterde) driemaal over z*'jn vertellen. I keel strijken. Maar pas op. Jat je hem niet In Raden woonde een echtpaar welks hu-! snijdt of wakker maakt!" wclijksgcluk spreekwoordelijk was gewor-1 Het vrouwtje beloofde iet middel dien den cn dat daarom door velen benijd werd.zelfden avond nog toe te passen. Een oude vrouw Sabijntje geheeten - Zoodra Sabijntje dit wist ging ze den man besloot eindelijk het geluk van deze men- opzoeken. Met een mooi praatje kwam zo sclien te verstoren. hem vertellen, dat zijn vrouw hun om tien Onder het mom van vroomheid wist ze tuin leidde en ten bewijze van de waarheid zich in het huisgezin in te dringen. i van haar bewering, deelde ze hem nog mede, Op meesterlijke wijze wist ze het vertrou dat zijn vrouw dienzelfden nacht nog ejir wen te winnen zooweel van den man als van poging zou doen, om hem de keel af te snij- de vrouw, en toen ze liet zoo ver gebracht I den. had begon ze haar satanisch werk. De man die eerst een dergelijke beschul- Op zekeren dag sprak ze met de vrouw diging ver van zich gewezen had. kwam ten over hun huwelijksgeluk. I slotte toch onder den invloed van den in zijn „Wat heb je met je man toch een allerge j hart Bedruppelden laster, en '.ij besloot in lukkigst levcnl Zoolang als ik hier nu over! elk geval dien avond op zijn hoede te zijn. den vloer kom. heb ik nog nooit een onver-1 Wat Sabijntje hem gezegd had bleek maar togen woord gehoond tusschen jullie tweeën. al te waar Eerst zocht zijn vrouw een voor- Maar weet je wel dat er heel wat menschcn J wendsel om hem vroeger dan zij zelf ging zijn. die dat niet kunnen verdragen, en die naar bed te krijgen. Hij ging maar was nu jullie graag eens tegen elkaar zouden willen j vast besloten wakker te blijven, en slechts ophitsen?" (te doen alsof hij sliep. Na eenigen tijd. torn „Laat ze 't maar probeeren; dat krijgen zede vrouw meende, dat hij vast genoeg zou toch niet gedaan, Sabijntje! Daarvoor zijn j slapen hoorde hij haar de deur van de we wederzijds van onze liefde en trouw te j slaapkamer zoo zacht mogelijk openen, sterk overtuigd." Voorzichtig zette ze een knars op tafel. Hij De oude schudde toestemmend met hethoorde het openen vón een scheermes mi hoofd en begon toen voorzichtig te spreken voorflat de vrouw den vermeenden moord over de mannen in 't algemeen dat er zoo-kon hebben boJircven, was hij overeind en elan hun trouwbeloften schonden cn dat dit greep haar handen, te eer gebeurde als de eerste jeugd bijWat er nu volgde, laat zich gemakkelijk vrouw voorbij was „zooals bij jou" merkte j begrijpen. De man was woedend en meende zoo langs haar neus weg op. I liet bewijs van de schuld ziiner vrouw in Zij, Sabijntje, wist echter wel e*n middel1,handen te hebben, cn dc vrouw betuigde te- dat haar rnaai nog meer dan ooit aan haar i vergeefs haar onschuld, zou verbinden, en dat zijn liefde nog zou Van dit oogenblik af. was het met het gc- dnen toenemen. j luk cn don vrede in deze woning uit. Haat Do argelooze om niet te zeggen: onnoo j en tweedracht hecrschten er en zij geloof- zele vrouw ging werkelijk on de praatjes van den elkander niet meer als zij elkander da Sabijntje Ln. Ze was wezenlijk toch in haartoedracht der zaak vertelden. Het bittere, hart een beetje bang. om de liefde van haar, gif, dat Sabijntje in hun hart gestopt had, man te verliezen, en z'e zou wat graag hun j bleef nawerken. En de oude vrouw zelf geluk nog vergroot zien. kwam kwam niet meer bij h'on in huis. De MEDISCHE KRONIEK Leerboek der Verloskunde door K. DE SNOO, Hoogleeraar aan de ir.' Rijksuniversiteit te Utrecht, geïllus treerd met 457 zwarte en 23 gekleur de afbeeldingen met register. Uit gave: J. B. Wolters' Uitgevers Maat schappij N.V., Groningen—Den Haag 193Q Het kan' natuurlijk niet de bedoeling zijn om dit boek, dat de Uitgever ons ter kennis making zond. in het Dagblad te bespreken. Toch wil ik gaarne de aandacht op dit voor treffelijke werk vestigen. Met dit werk is onze Vaderlandsche ge neeskundige wetenschap een derde leerboek over de Verloskunde rijk geworden. Dit bewijst wel met hoeveel ijver dit onderdeel der geneeskunde in ons land beoefend wordt Terwijl de medicus op zooveel ande re terreinen van zijn wetenschap moeilijk met zijn Nederlandsche litteratuur kan uit komen, is dit bij de Verloskunde niet het geval. In zijn eigen taal kan hij zich te hooi en te gras oriënteeren. Het Amsterdamsche Leerboek van wijlen Prof. Treub. het Léid- sche van Prof. v. d. Hoeven en thans hel Utrechtsche van Prof. De Snoo zijn voor hem voldoende bronnen om zich te oriën teeren. En het feit. dat dergelijke boeken een groot debiet in ons land -vinden, maakt dat er reeelmatie herdrukken verschijnen, zoo dat deze werken steeds ud to date ziin. Ook dit nieuwe werk zal door den genees kundigen stand met veel geestdrift ontvan gen worden. De Uitgevers Maatschappij van Wolters zorgde voor een keurige uitvoering. De pla ten zijn mooi afgewerkt, de druk nnuwkeu- rig en overzichtelijk. Het is eon genot om dit goed afgwerkte boek door te bladeren. Het werk van Prof. De Snoo zal zijn weg ongetwijfeld vinden en er het zijne toe bij dragen rie Verloskunde in ons land nn 'eer hoog peil te houden. G. K. S. haar onkruid te strooien, ging ze verder: ..Geen sterveling heb ik nog ooit over dit middel gesproken; jij bont de eerste en je zult de eenige zijn, omdat ik hier zooveel wel daden ontvangen heb. Daarom reken ik het mijn dure plicht, om d<* ivogingem, van de genen, die uw geluk willen verstoren, bij tijds te verijdelen. Maar het middel moet zoo vermoorden, cn zoo hadden zij niet elkanders liefde verloren, maar ook de achting van hun medeburgers. Deze brachten de daad van Sabijntje in verband met den boozen geest, die haar eén. p iar schoenen zou beloofd hebben, als haar afschuwelijk plan gelukte, en dat hebben ze op den steen in beeld weergegeven. Radio Nieuws. 2.30—3 Vragenhalfuurt Kinderuurtje. 4.304 45 Technisch tierUe. 4.45—5 Verzorging - - - 7.45 lezing. 7.4510.45 Concert. Pl.m. 9.— Fe HILVERSUM (1875 M.). V.A-RjV. f irbcfderW'"5ln Tfó iek. 7 30 Politieberichten. 7.45 Conc< Varia. 10.55 Feraberichten. 11.05 G: NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS 15. Maar 't bootje wil niet liggen blijven, I t Begint steeds verder af te drijven; Om aan dit feit een eind te maken, Besluit hij 't ergens vast te haken. I Het hek, dat langs den wegkant staat, Lijkt voor dit doel nog niet zoo kwaad. 16. Als Pimpelmans uit visschen gaat, Heeft hij altijd veel resultaat; Al spoedig is de motorboot Gevuld met bliekjes klein en groot; Heer Pimpelmans wrijft in z'n handen; Het water loopt hem langs zijn tanden! (Wordt Maandag vervolgd.) ich» than». Het l Drog. a f O.SO c FEUILLETON TEDDY'S KNOOP door AMY LE FEUVRE. (1 HOOFDSTUK I Een tegenstander Hij stond midden tu6schcn een troepje dorpskinderen, met zijn bloote hoofd in do volle zon, maar zijn goudblonde kruilen leken dik genoeg, om hem te bescnermon tegen haar gioeiende 6tralen, en hij hai hei. daarenboven te druk, om iets van -ie hitte te voelen. F.en 6rnol, teer jongetje was het, met een fijn besneden gezichtje en blauwe oogen, die nu eens tintelden van opgewondenheid en dan weer droomerig keken. Op dit oogenblik schitterden zij van op gewondenheid, terwijl hij vol geestdrift rijn verhaal deed. Met het hoofd achter over geworpen, en tong, handen cn voeicn in beweging, bracht hij zijn toehoorders als onder betoovering, en zij luisterden met open mond naar hem- Met zijn eene hand streek hij liefkozend over een grooten, koperen knoop, die mid den op zijn vestje prijkte, en die knoop was hej onderwerp van zijn gesprek. „Mijn voder snelde vooruit. „Komt man non". zei hij, „we zullen de vlag redder." En zij riepen „Hoeraen renden hem achterop. F.r <-erdcn kanonnen afgesca> •ten, en dc b -men en granaten vlogen .n het rond, en zwaarden werden gel. ukken, en ze sloegen er mee in het rond. De vijan den kwamen op hen aan, met woest ge laat en knarsetandend! Vader trok zijn zwaard, en niemand kon tegen hem op. Nie mand! Hij sloeg met zijn zwaard en hieuw hun armen en beenen en hun hoofd af. En eindelijk was hij bij de vlag en mot een zegevierenden kreet, stak bij den vijand, die haar vermee6terd had, overhoop! De vijand viel dood aan zijn voeten neer. Va der greep de vlag en keek rond. Hij was al leen! De anderen waren allen verslagen ge worden. En dacht je, dat hem dot angst aanjoeg? Neen; hij riep luid: Hoera! raap te zijn zwaard van den grond en liep achter Uit naar zijn eigen gelederen terug. Wie hem te na kwam, dien sloeg hij met zijn zwaard, maar hij wilde den vijand zijn rug niet toekeeren- Eindelijk was hij terug bij zijn kolonel ,.De Kapitein is gesneuveld!" riep hij, „maar ik heb de vlag!" Hij sloeg aan, terwij! hij dit zei en wiel toen dnod aan de voeten van don kolonel neer. Het bloed gutste langs zijn kleeren en over de zen knoop!" De kleine redenaar hield even op. Toon voegde hij er triomfantelijk aan toe: „Hij was door zes zwaarden gewond en had dertig kogels gehad 1 Dat was een soldaat, zou ik zeggen!" „Zeg Teddv!" riep een kleine twijfelaar uit het troepje, „laatst waren het er twin tig. Waarom maak je er niet liever vijftig „Dat ie de geschiedenis van mijn km op," ging Teddv voort en deed. «.'sof hij lie laat ste opmerking niet gehoord had. „F.n had je vader maar één knoop aan zijn Jas?" Het was een onb"kende stem, die het vroeg, en de jongens keken om. Zij ont moetten den nieuwsgierigen blik van een stevig, kledn meisje, dat zich onopgemerkt bij het troepje gevoegd had. Ze was niet aangekleed als een gewoon dorpskind, maar had een grof serge matrozenpakje aan en een grooten strooien hoed achter op haar lange, donkere krullen. Ze had uwe wangen en zag er gezond uil, en haar brui ne oogen met lange, donkere wimpers, ke ken Teddy met iets uitdagends en min achtende aan. Eerst was Teddy wel wat van zijn stuk gebracht, maar hij herstelde zich spoedig „Ja, één knoop," zei hij met klem- „Toen ze de jas aan moeder stuurden was er nog maar één knoop aan. en als jij" hici wendde hij zich bruusk tot zijn onrhr- vraageter „als jij Ln zoo'n bloed.gon veldslag was geweest, dan zou je ai je knoc pen verloren hebben, en niet één hebben overgehouden 1" Er volgde groote toejuiching, maar de kleine meid bleef onversaagd. „Is dat een ware geschiedenis, die ie daar verteld hebt?" vroeg ze met gestrengheid in haar toon. .Natuurlijk!" riepen allen verontwaar digd uf-t ..Nu. jongen, dan wil ik je wel zeggen, dat ik er geen woord van geloof 1" En me; opeengeklemde lippen keerde zij zich om en liep weg, terwijl ze ln meer den één jon genshart woede en wrok gezaaid har1. ..Wie is het?" vroeg Teddy, terwijl hij zich. vermoeid door zijn verhaal, op het gras gooide, om uit te ruston Een van de grootere jongens antwoordde hem. „Ik heb haar gisteren met een rijtuig van den kint ran d« stad validen zjPn tomen. Zij is met haar moeder bij Tom, den tol gaarder. komen wonen. Ze hadden twee reisto66chen en een koffer en een papegaai in een kooi bij zich. Ik weel het pree es. want ik heb op den bok gezeten, en Je vrouw noemde Tom „vader"; dit kind zal dus zijn kleindochter ziin." ..Misschien zijn ze wel uit Amerika ge komen," zei een klein kereltje, dat op han den en voeten rondsprong- „Papegaoden ko men altijd van over de zee vandaan, zie je." „Ze geloofde mij niet," zei Teddy, terwijl hij half Ln gedachten verzonken op een grasje zat te kauwen. „Meisjes deugen nergens voor. Als ze een jongen was geweest, had je hel met haar kunnen uitvechten, Ted." Teddy keek omhoog naar den spreker. „Ik had toch niet met haar kunnen vech ten. Sam. al was ze een jongen geweest Ik heb moeder beloofd, dat ik niet meer vech ten zou. voor ze zei, dat ik mocht. Zie je, ik had laatst vier keer in één week gevoch ten. en moeder zegt, dat ze dat niet meter hebben wil. Ik begrijp niet, wanrom solda ten wel mogen vechten en jongens niet" „Ik geloof niet, dat er nog jongens voor je zijn, om mee te vechten, dat helpt nogal. Het kwam alleen, omdat die Tom Larkcn ze allemaal opstookte, om je je knoop «f te nemen; en hij is hier nu niet meer op het dorp." ..Ik geloof, dat da-t van de kogels niet heelemoal waar was," ging Teddy voort., terwijl hij op zijn rug ging liggen en naar den helderen hemel opkeek. „Ik geloof, dat het zes kogels en drie sabelhouwen -re weeet ziin. maar als ik bezig ben aan het vertellen, dan vergeet ik heelemnal, hoeveel het er waren: maar zij zei, dat ze het heele "ia1 niet geloofde-" De klok van het oude dorpskerkje sloeg vijf uur. In een oogenblik tvas Teddy over eind en rende zoo hard naar huis. als ziju kleine beentjes bet h-em toelieten. Niemand in het heele dorj) kon zoo vlug loopen als Teddy; hij was altijd nomnier een, als er iets aan de hand was. waar durf bij te pos kwam; en hij wadt daaren boven een groote waaghaJs. Misschien was hij daardoor zoo populair; misschien wa6 het ook, omdat hij zoo'n eloc van vertellen had. De meeste van die verhalen waren maar bedenksels van hem, maar zeker is het, dat hij de lieveling van het heele dorp was en tot nog toe nooit een tegenstander gehad had. Nadat hij de gemeente-weide achter zlcli gelaten had, rende hij eerst een schaduw rijke laan en daarop twee weilanden door. totdat hij eindelijk ademloos en hijgend voor een oude boerderij stilhield. Hij streek daarep even met zijn handen door zijn haar. maakte zachtjes cn voir- zichtig de klink van een deur los on stap te de keuken binnen. Het was een lang vertrek, waar hij bin nentrad. lang van verdieping en met een 6tevige, vierkante tafel voor het uun. De tafel was gedekt en in het midden stond een kom met rozen en kamperfoelie Eigen gebakken brood, een schaaltje met goudgele boter, een glazen schotel met ho ning in de mat. een schan.ltje met stp-kers en een krentebrood stonden voor de bloe men heen. Voor het theeblad zat een streng uitzien de vrouw van over de zestig. Tegenover haar zat haar zoon. de eigenaar ran de boerderij. Hij had iets slaperigs in !e uit drukking van zijn breeds gelaat Naast hem zot Teddv's moeder- i Zij was nog jong. en had een rarht Hef gelaat en de zelfde donker blauwe oogcp als haar kleine jongen. Zij had in haar uiterlijk niets van haar schoonmoeder, maaf gaf den indruk, alsof ze van beteren stand was. wat dan ook inderdaad het gé- va was Twee jaar geleden was zij met haar zoontje bij de familie van haar man in huis gekomen, en hoewel haar schoonmoeder eetet geneigd was geweest, haar ais een arm. zwak. nutteloos schepsel te beschou wen. had deze weldra gemerkt, dat, wat rustig en ijverig werken betrof, haar schalm dochter iedereen in de schaduw stelde. Ted dy's moeder w«s nu in alles haar rechter hand en had daarenboven al het kaasi on botermakei. geheel van haar overgenomen. „Weer te laat. jou kleine deuanietl" wt.a de groet van zijn strenge grootmoeder, toon Teddy op het tooneel verscheen De kleine jongen keek haar glimlachend aan. maakte het militair saluut en zeu „Het spijt me. grootmoeder." en ging gauw op den stoel zilten. die voor hem klaar „Wat heb je uitgevoerd. Teddy?" vt-og zijn moeder, wier gelaat opeens vroolijk werd, zoodra hij binnen was gekomen. ..Ik heb van vader verteld." zei hij opge wonden. Een schaduw trok over het gezicht von zijn moeder, maar ze zei ui-ets en gaf hem zijn bo-terh«mmen. „Je vader kwam nooit te laat thuis voor het eten," zei zijn grootmoeder scherp. „Nooit, grootmoeder? Ook niet, toon l.ij p«n jongen wge? Als ik soldaat ben. kuin ik natuurlijk nooit te laat." (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9