WOENSDAG 28 JANUARI 1931 VIERDE BLAD PAG. 11
Kerknieuws.
DE GEREFORMEERDEN OP CURACAO
In opdracht van de Generale Synode dei
Geref. Kerken te Arnhem vergaderd 1930,
hebben Dep. voor de geestelijke verzorging
der militairen in samenwerking met den
Kerkeraad der Geref. Kerk van Den Haag-
West besloten Ds. J. Gispen van Gro
ningen voor drie maanden uit te zenden
naar Curasao om aldaar een onderzoek in
te stellen naar de Gereformeerde militairen
en de Gereformeerde ambtenaren aan ver
schillende maatschappijen.
De Kerkeraad der Geref. Kerk te Gronin
gen heeft Ds. Gispen die eind Mei vertrek
ken zal een verlof verleend van drie maan
den.
Allen die in verband met deze. reis aan
Ds. Gispen mededeelingen of verzoeken heb
ben te doen, kunnen zich schriftelijk wen
den tot zijn adres: S. S. Rozensteinlaan 22
te Groningen.
Als Ds. Gispem van zijn bevindingen rap
port zal hebben uitgebracht, zal nader onder
oogen worden gezien of het mogelijk is een
candidaat in de Theologie definitief naar
Curagao uit te zenden.
(Reeds ln een g-edeelte onzer vorige
editie
n).
ZONDAGSSCHOOLCONFERENTIE
TE MIDDELBURG
De Nederlandsche Zondagsschoolvereeni-
ging hield haar tweede Conferentie in Zee
land in het gebouw der Chr. Jongemannen-
vereeniging.
De heer H. A. de Boer, uit Amsterdam,
Secretaris der Vereeniging, opende met ge
bed en behandelde vervolgens het onder
werp: „De vraag van het kind".
Daar we hierbij in aanraking komen
met de ziel van het kind, merkte de Spr.
eerst op. dat hetgeen de Bijbel aangaande
de ziel van het kind leert, vaak niet over
eenkomt met de resultaten der wetenschap,
al hebben deze hun waarde. Bij het beant
woorden der kindervragen moeten we er
ons niet gemakkelijk afmaken; soms ech
ter kan geen antwoord worden gegeven;
ook moeten we in bepaalde gevallen aan
het kind zeggen: God alleen weet het, ik
niet. Hierop volgde bespreking.
Voorts bleek, dat de kerstfeestvieringen
f'nm uitnemend waren geslaagd (ook die
w Westcapelle met zieke kinderen), zoodat
men van oordeel was deze traditie te moe
ten handhaven.
Nadat men 's avonds nogmaals was sa
mengekomen om verschillende vragen te be
spreken, werd de Conferentie door den heer
De Boer met dankgebed gesloten.
EEN ILK. BISSCHOP WERD PROTESTANT
Dat een bisschop der Roomsche Kerk Pro-
testantsch wordt, geschiedt zelden. De „Re
form. Kirchenzeitung" vertelt van den bis
schop Dr. Julio Garrett (Bolivia, Zuid-Ame-
rika), die in den loop van 1929 bij een be
zoek aan Rome geheel van overtuiging ver
anderde, nadien de Roomsche Kerk verliet
en thans na een proef- en voorbereidings
tijd vari 10 maanden als hulpprediker te
Porto Rico, zelfstandig als evangelist onder
zijn Spaansok sprekende landgenooten is
gaan werken.
OVER HET GEVEN.
Ds. J. H. Grol le, predikant der Ned.
Hervormde Gemeente te Utrecht, schrijft in
het „Utr. PredJ>lad" o. m. het volgende:
„Tenslotte een opmerking, die mij van 'l
hart moet en die ik juist deze week het
heeste kan plaatsen, omdat nu juist geen
dingen van dden aard voorkwamen. Ik be
doel de onachtzame wijze, waarop sommige
gevers met hun giften omspringen. Her
haaldelijk krijg ik van onbekenden zelfs
belangrijke bedragen over de post, zoo maar
in de envelop gesloten. Toen mij laatst
zoo'n brdef met een groote waarde aan geld
het heele land door nagezonden was, schrok
ik er van. Ook steekt men vaak een cou
vert in de brievenbus zonder even aan te
bellen. Op deze non-ohalante manieren moe
ten er vroeg of laat abuizen plaats hebben.
Wij, predikanten, die het geld ontvangen
en doorgeven moeten, zijn de verantwoorde
lijke personen .En wanneer er onverhoopt
eens geld zoek raakt, dragen wij de last. Ik
zeg dit alles heel voorzichtig, om vele vrien
delijke gevers en geefsters niet te kwetsen.
Maar ik geloof niet, dat wij, Christenen,
zoo mogen handelen. Laat ons toch in za
ken van geld, die tenminste naar mijn aan
voelen zoo heel teer en kiesch zijn, alles
met orde doen gebeuren".
HET PROFETISCHE WOORD.
De bekende artikelen, door Dr. K. Dijk ln
de jaren 1926, 1927 en 1929 ln „De Heraut"
geschreven, over de Heilige Schrift en haar
gezag, zijn onder bovenstaanden titel bij
N. V. Dagblad en Drukkerij „De Standaard"
keurig uitgegeven als een werk in k-Ioed for
maat en in een band van denzelfden stijl als
de boekwerken „Om 't eeuwig welbehagen"
en „De voorzienigheid Gods".
Velen dergenen die de artikelen destijds
in „De Heraut" hebben gelezen, zullen het
op prijs stellen, deze in boekvorm te bezitten.
En geen wonder, want op de 'hem eigen
principieele en duidelijke wijze wordt het
vooral in onzen tijd zoo actueele onderwerp
door Dr. Dijk behandeld. Hij gaat breed in
op de kwesties die met zijn onderwerp sa
menhangen, zoodat men voor zeer veel vra
gen het werk kan naslaan, wat wordt ver
gemakkelijkt door de toegevoegde naam-,
zaak- en tekstregisters.
De breede lijst van geraadpleegde werken
toont, dat de auteur zich uitnemend op de
hoogte heeft gesteld ook met wat in den
laatsten tijd in verband met het Schrift-
vraagstuk in ruimen zin genomen is ge
dacht en geschreven.
Met het oog op den boekvorm werd de
volgorde der artikelen ietwat gewijzigd.
Eerst wordt geboden een historisch gedeel
te, waarin wordt uiteengezet wat van het
Jodendom af tot op heden aangaande
Schriftbeschouwing en wat daarmee samen
hangt, de opvattingen zijn geweest; daarna
volgt een leerstellig gedeelte, waarin een
breede plaats is gegeven aan wat de Bijbel
ons leert van het getuigenis van Christus
en -van de apostelen aangaande het Oude
Testament en aan het zelfgetuigenis der
Heilige Schrift. Voorts wordt uitvoerig ge
sproken over het wezen der inspiratie en
over de eigenschappen der Schrift.
In het derde of practische gedeelte wor
den allerlei vragen die zich in de practijk
van het leven voordien in verband met do
Schriftbeschouwing, belicht vanuit het Gere
formeerd standpunt, dat in het tweede deel
uitvoerig was uiteengezet Hier komen ter
sprake kwesties als misbruik van de Schrift
„tegenstrijdigheden" in de Schrift verder
het zoo actueele „Schrift en Kerk" cn
„Schrift en belijdenis".
Uit een en ander kan reeds blijken, dat de
schrijver gelukkig allerminst heeft getracht
om de moeilijkheden heen te zeilen. Dat niet
het minst „de ontwikkelde leek" in dit boek
een waardevol befit zal hebben, verzekert
niet alleen zijn wijze van ontstaan, maar
vooral ook de heldere betoogtrant van den
schrijver.
GEREF. THEOL. TIJDSCHRIFT.
Afl. 9 van het „Geref. Theologisch Tijd
schrift" (uitg. N. V. „De Graafschap", Aal
ten), bevat een artikel van Dr. J. van Lonk-
huyzen, van Zierikzee, getiteld: „Iets over
Gereformeerd Kerkrecht". Het zet uiteen, dat
achter allerlei bestaande Kerkenordeningen
wel beginselen van Geref. Kerkrecht zijn.
maar dat er niet een uitgewerkt stel van be
palingen bestaat, dat men kan samenvatten
en „hèt" Gereformeerd Kerkrecht noemen.
Dit moet z. i. tot voorzichtigheid manen bij
alle argumentatie over kwesties met Geref.
Kerkrecht in verband staande. Minder op
uitspraken van bekwame mannen en van
synodes, maar meer op de beginselen zelf
zal moeten gelet worden. De schrijver van
het artikel wijst er dan op hoe in menig op
zicht de Fransche Geref. Kerken de moeder
waren voor de Nederlandsche Geref. Kernen,
wat organisatie, belijdenis en discipline be
treft Afgevaardigden ter Synodale vergade
ringen in beide landen onderteekenden over
en weer elkanders belijdenisschriften. Ook
zijn in de Nederlandsche Kerkenorde de
hoofdbeginselen van de Fransche terug te
vinden. En toch is er bij zooveel overeen
komst een verschil, b.v. betreffende de ver
houding van de meerdere vergadering tegen
over de mindere. Dit artikel wordt later
voortgezet.
Dr. H. W. van der Vaart Smit, van Zwijn-
drecht, schrijft een artikel van 30 pagina's
over: „De beteekenis van het Nederlandsch
Christelijk Persbureau". In een specifiek
theologisch tijdschrift achten we deze bijdra
ge minder op haar plaats. Evenwel zullen
ullicht onderscheiden predikanten met be
langstelling kennisnemen van de wordings
geschiedenis, den grondslag en de werkwijze
van- genoemd Persbureau, dia door zijn lei
der breedvoerig vermeld worden. Het begin
der beweging ligt, naar men weet, in de Con
ferentie van Stockholm, waaruit de Inter
nationale Chr. Perscommissie (zetel Berlijn)
met het Intern. Chr. Persbureau (leider
Prof. Dr. A. Hinderer) en .tal van landelijke
Chr. Persbureaux geboren zijn. In het Ned.
Chr. Persbureau hebben orthodoxen en vrij
zinnigen zitting. Dr. van der Vaart Smit be
toogt dat op persgebied wel een eenheids
beweging zijn kan, die goede en nuttige
vruchten voortbrengt. Wie om de gevaren
te verwerpen eenheidsbeweging niet
meer van eenigerlei samenwerking wil we
ten, doet aan „Konseqijenzmacherei". Het
doel is betrouwbare mededeelingen inzake
het godsdienstig en kerkelijk leven in bin
nen- en buitenland te verbreiden, terwijl het
aan het Ned. Chr. Persbureau „verboden is
propaganda te maken voor eenige meening,
richting of beschouwipg". De doelstelling
zelve is grondslag en daardoor kunnen, al
dus Dr. van der Vaart Smit, „menschen van
de meest uiteenloopende richting hierin con
amore en zonder eenig bezwaar samenvAr-
ken". De Ned. Chr. Perscommissio wordt ge
vormd door 3 Vrijzinnigen, 3 orthodoxe Her
vormden en 3 Gereformeerden. Wat het
woord „Christelijk" in den naam betreft,
merkt de schrijver op, dat Perscommissie en
Persbureau de taak zelve een Christelijke
achten en het volvoeren ervan een noodig
en Christelijk werk. Beoogd wordt de pu
blieke belangstelling voor de rubriekeji
„Kerknieuws" en „Geestelijk Jeven" niet te
doen verdwijnen, maar levendig te houden,
Hierna volgt dan een beschrijving van het
werk, dat in omvang zóó toenemende
(zelfs is een fotodienst in wording), dat Dr.
van der Vaart Smit er de opmerking bij
maakt: „De arbeid van een Christelijk pers
bureau vordert méér dan één volle kracht
op. Op den duur, zoo het zich eenigermate
Zwitsersch ontplooit, om nu maar niet van
de zooveel grootere Duitsche ontplooiing te
spreken, is de leiding van een persbureau
onvereenigbaar met de vervulling van een
vol ambt van Diénaar des Woords. Dat is
priori duidelijk. Toch is noodig dat een
theoloog het doet. Schrijver dezes weet niet,
wat het in Nederland worden moet en weet
dus ook niet, wat in de toekomst eisch voor
hem zou kunnen zijn". En verder: „Het zal
onmogelijk zijn, op den duur deze taak èn
met den kerkedienst èn met de studie te ver-
eenigen, althans als men alleen blijft staan
voor de leiding". Dr. van der Vaart Smit be
sluit zijn artikel aldus: „De pers is de groote
„luidspreekster" dezer eeuw. Ze is de we
reld-volksuniversiteit, waar de massa dage
lijks ter leering gaat Wie daar „betrouw
bare mededeelingen inzake het godsdienstig
cn kerkelijk leven in binnen- en buitenland"
„broadcasten" mag, is als theoloog ln zijn
„eigen staat des levens" en vervult tegen
over vertechniseering en vermaterialiseering
van wereld en leven een geestelijke cultuur-
taak van beteekenis".
Ds. P. van Dijk, van Zaandam, schreef
weer de pittige „Kroniek".
Schoolnieuws.
CHR. MIDDELBAAR EN GYMNASIAAL
ONDERWIJS.
De „Mededeelingen" van den Bond van
Vereenigingen voor Chr. Middelbaar- en
Voorbereidend Hooger Onderwijs geven een
statistiek van het personeel der aangesloten
scholen, die wij hier laten volgen:
Vast Tijd.
H.B.S.sen aangesteld aangesteld Beambten
Mnl. VrL Mnl. Vrl.
1922 130 18 108 16 21
1923 145 21 105 19 22
1924 167 27 78 18 24
1925 181 28 63 12 24
1926 186 27 69 16 26
1927 199 32 63 13 27
1928 217 33 55 13 31
1929 217 35 59 12 28
1930 213 33 64 9 29
1931 227 33 61 11 31
Gymnasia:
1922 79 3 41 5 6
1923 78 3 41 6 7
1924 79 3 39 0 8
1925 89 3 30 8 8
1926 87 4 35 6 8
1927 90 4 32 6 8
1928 90 4 36 7 9
1929 96 5 35 4 10
1930 94 44 7 10
1931 101 6 33 7 10
Lyceai
1922 57 10 44 8 8
1923 78 8 46 14 11
1924 86 12 42 10 14
1925 105 18 47 17 15
1926 111 25 39 14 17
1927 114 22 39 15 17
1928 120 24 33 15 17
1929 126 23 29 16 17
1930 146 22 32 22 20
1931 152 21 38 23 19
Bandoeng '3115 4 1 2
SOLLICITANTEN REGISTER
Het bestuur van den Bond van Vereeni-
gingen voor Chr. Middelbaar en Voorberei
dend Hooger Onderwijs besloot ten bonds-
bureele een sollicitanten-register te stellen,
waarin allen die voor een benoeming tot
leeraar of leerares aan een Chr. Gymna
sium, H.B.S. of Lyceum in aanmerking
wenschen te komen, zich kunnen laten in
schrijven.
VROUWELIJKE SCHOOLHOOFDEN
Te Terkaple (Fr.) kwam voor de va
cante betrekking van hoofd der Openbare
School geen enkele sollicitatie binnen. Het
Gemeentebestuur roept nu ook vrouwelijke
sollicitanten voor die betrekking op.
OPGEHEVEN
Te Lams weerde (Z.) is de opheffing
van de Openbare School thans een voldon
gen feit Bij Kon. Besluit is het beroep, in
gesteld door P. W., vader van kinderen die
HET SPOORWEGONGELUK TE GRONINGEN
Een kleine onachtzaamheid had weer eens een groote ramp ten gevolge: een goederentrein reed te Groningen door onveilig signaal
en het gevolg was, dat de z.g. Duitsche trein een verkeerd spoor opreed en in botsing kwam met een anderen goederentrein.
Drie personen kwamen om het leven. Hierboven, het geheel vernielde tweede klas-personenrijtuig, waarin de dooden en gewonden
werden gevonden.
de Openbare School te Lamswaarde be
zochten. tegen het besluit van Gedep. Sta
ten van Zeeland, van 24 Juni 1930, waarbij
alsnoc goedkeuring is verleend aan het be
sluit van den Raad van Hontenisse tot op
heffing van de Openbare School te Lams
waarde, ongegrond verklaard.
MONTESSORI-ONDERWIJS
Te Amsterdam zal voor de afdeeling
der Ned. Montessori-Vereeniging mevr. A.
Adelaar-Fürt van Naarden, hoofdbestuurslid.
Dinsdagavond 3 Februari a.s. in het Park
hotel een lezing houden over: „De idéé der
zelfwerkzaamheid in den loop der eeuwen".
ONDERWIJS IN NOORD-AMERIKA
Ds. I. van Dellen schrijft in de Ame-
rikaansche „Wachter" o.m.:
Laat u niet wijs maken dat de publieke
school neutraal is! Ze is en wordt meer
en meer de school van het modernisme, en
van de godloochening, waartoe het moder
nisme ten slotte brengt
In onzen strijd tegen het modernisme kan
alleen gehoorzaamheid ons en onze kinde
ren behouden.
Dr. Van Raalte waarschuwde de kolonis
ten in Michigan tegen het ten staarte
den. Hij deed dit vooral met het oog op
het onderwijs. Vaak wordt dit gevleugelde
woord van Van Raalte aangehaald. En er
zit een groote waarheid in. Toch zullen we
wel doen dit woord, dat aan de Schrift is
ontleend eens te lezen in 't verband. Men
yindt het in DeuL 2813: „En de Heere
zal u tot een hoofd maken, en niet tot een
staart, en gij zult alleenlijk boven zijn en
niet onder zijn, wanneer gij hooren zult
naar de geboden des Heeren uws Gods, die
ik u heden gebied te houden en te doen".
Dat is het geheim van onze kracht
gehoorzaamheid. De gehoorzaamheid des ge-
loofs. Op elk gebied. Niet het minst op het
terrein van het onderwijs. Als we door Gods
genade gehoorzaam zijn als volk des ver-
bonds in de opvoeding van ons kroost, zul
len we niet ten staarte worden. Met al hun
vroom geknoei zullen de modernen ons ei
niet „onder" krijgen. We zullen dan „al
leenlijk boven zijn", want in Christus Je
zus zijn wij meer dan overwinnaars.
Wetenschap.
Rede Dr. J. H. Hol werd a
Gisteravond heeft Dr. J. H. Ho 1 werda,
directeur van het Rijks-Museum voor Oud
heden te Leiden in dit museum een voor
dracht gehouden over bovenstaande onder
werp. De destijds overleden kunstschilder
P. A. Gildemeester heeft aan het mu
seum' een kostbare verzameling oudheden,
alle uit den tijd van 1000 jaren voor Christus,
aan het museum gelegateerd.
Aan deze rede is het volgende ontleend:
In April 1895 werd uit den Rijn niet ver
van het kasteel Doorwerth bij het bagge
ren van grind 'n zeer groot aantal Romein-
sche voorwerpen te vooreühijn gebracht van
buitengewone kunstwaarde. Eerst een
paar maanden later kreeg het Rijksmu
seum van Oudheden hiervan bericht, toen
deze schat reeds aan den toenmaals zeer
bekenden antiquair Grand jean te Nijme
gen was verkocht. Bij onderzoek bleek het
grootste deel reeds in handen van een der
de persoon te zijn overgegaan, namelijk in
die van den heer P. A. Gildemeester te Am
sterdam.
Die Rijn vondst bestaat in de eerste
plaats uit een zeer groot aantal ronde sier
platen, die aan de achterzijde door middel
van stroppen en 'luseen aan lederen riemen
bevestigd zijn geweest Deze platen zelf
zijn van zwaar verzilverd brons, waarin
allerlei fijne bladornamenten zijn gecise
leerd. Aan den vorm en de versiering laat
zich nagaan, dat het vijf verschillende stel
len van hang versierselen moeten zijn ge
weest, twee volkomen gelijk aan elkaar,
een derde nauw met deze bedden verwant
en twee andere zeer verschillende, van
minder zorgvuldigen arbeid. De beteekenis
van deze aan riemen bevestigde sierpla
ten wondt ons geheel duidelijk, wanneer we
op een groot aantal grafsteenen van rui
ters in Germanie, hun paarden zien afge
beeld versierd en behangen met judst zul
ke versierselen. We hebben hier dus met
versierselen van paardentuig te doen.
Maar behalve deze sierplaten is er ook
nog een massa vierkante verzilverde pla
ten gevonden, waarvan we eveneens de af
beelding op genoemde reliefs aantreffen,
namelijk als beslag van de breede riemen
ter weerszijden van de zadels. Ook deze
vierkante plaatjes laten zich in groepen
verdoelen naar verschillende kriteriën en
dan blijkt ook hier, dat ze tot vijf verschil
lende stellen gehoord hebben. Drie daar
van vertoonen eenzelfde versiering ate de
drie rijkste groepen van hangsienaden.
Versierselen als deee zijn het eigendom
geweest -van hoofdofficieren der ruiterij.
Wat nu de eigenlijke beteekenis van de
ze versierselen is geweest blijkt uit andere
reliefs waar ze niet slechte op zijn afge-
beefld, doch ook door een inscriptie „phaie-
rae" worden genoemd, cLw.z. de eergeschen
ken, de arden, die aan ruitere voor betoon
den moed worden uitgereikt
Behalve versierselen kwam ook nog een
rijke sohat van het prachtigste bronzen
vaatwerk, van allerlei mooie instrumenten
enz. hier uit de diepte te voorschijn. Hoe
is zulk een massa van het mooiste huis
raad te cornbineeren met die versierselen
dezer rijpaarden? Een merkwaardig ant
woord krijgen we hierop van een voorstel
ling op de reliefs van de zuil vam Traja
nus, waar is afgebeeld het feit hoe de buit
der Daciërs naar den keizer wordt vervoerd
in zakken op den rug gebonden van eeni
ge rijpaarden; de buit op die reliefs weer
gegeven bestaat uit juist zulke kannen,
amphoren, pannen enz. als we hier in wer
keüijkheid voor ons hebben. Klaarblijkelijk
is een dergelijk buit transport, deze prach
tige versierde paarden, dat kostbare vaat
werk enz. hier im de rivier verloren ge
gaan.
Is deze voorstelling Juist en hebben we
hier werkelijk zulk een oorlogsbuit voor
ons. dan is deze afkomstig uit een Rrv
meinsch castelium en wel uit een van de
ruiterij, uit een elae-oa6tellum. Zulk een
casteilum moet dus door Germanen ge
plunderd zijn en dc buit m allerijl door du.
rivier gevoerd. De boven genoemde datee
ring ruim voor het jaar 79 maakt het meer
dan waarschijnlijk, dat dan deze geschie
denis wel een episode uit de Batavenop-
etamd moet zijn geweest: immers buiten de
ze is hier eon dergelijke plundering om
streeks dezen tijd niet denkbaar. En zoo
komen we vanzelf op het bekende verhaal
von Taciitus hoe op het laatst van de Ba-
tavenopstand CiviLis en de zijnon nog eens
een aanval wagen op de verschillende cas-
tella van cohorten alae on legioenen, hoo
deze worden genomen en zedfe de praefec-
tus alae wordt gedood; doch toon de Ro-
meineohe veldheer CeriaMs de zijnen te
hulp kwam keerde de fortuin en werden
'3 Germanen over de rivier gedreven
Deze schat uit den Rijn zou zeer wel toA
te schrijven zijn aan deze plunderaars van
dat Romeinsclie flteecistel1"ni rooate ze
plotseling, ongetwijfeld met buit beiaden,
HET SPOORWEGONGELUK TE GRONINGEN
voor de Romeinen hebben moeten vluchten
Deze schat is ate 't ware de kern geweest
waaromheen zich de collectie Gildemeeeter
gevormd heeft. Met eenige woorden van
dankbare hulde aan de nagedachtenis
den kunetzinnigen erflater werd de voor
dracht besloten.
Na afloop werden de toehoorders uitge-
noodigd een eerste blik te slaan op de ten
toonstelling van dit schitterende legaat,
welke vanaf Woensdag 28 Januari voor het
publiek zaJ zijn geopende
Kunst en Letteren.
DEN GULDEN WINCKEL.
20 Januari '31.
Revolutionaire Poëzie.
De eenige bijdtrage van beteekenis die het
eerste nr. van de 30e jaargang bevat is ge
schreven door Anthonie Donker: „Revolu
tionaire Poëzie" n.a.v. de „Tijdsignalen",
waarin men een bijna volledige vertegen
woordiging vindt van Nederlands socialis
tische dichters. Donker constateert: „De
revolutionaire mentaliteit is in ons land niet
bij machte geweest een revolutionaire volks
poëzie te scheppen; die Indruk ziet men hier
opnieuw en onontkoombaar bevestigd".
„Het sohijnt wel, of de meeste der hier ver
tegenwoordigde „dichtere" meenen, dat
medelijdien met arme menschen voldoende
is om poëzie te scheppen". „Nergens in deze
heele bundel komt het tot poëzie". „Het
moet mevrouw Roland Lolst moeilijk vallen
zich met haar bijdrage thuis te voelen in
dit boekje, zoo arm aan geest, wijsheid,
liefde en talent". De revolutionaire groepen
in 't algemeen zijn arm aaai kunst: „Bijna
nooit is revolutionair gevoel vurig verlan
gen naar een gelukkiger mensohheid. In het
beste geval is het verbittering, dóe zich van
eigen lot over lotgenooten uitbreidt. Die
verbittering kan inspiratie! werken en de
bron zijn van een harde, hartstochtelijke
revolutionaire kunst. Een enkele maal wordt
ook uit vurige hoop op een betere toekomst
en diep doorleefde liefde tot de menschheid
kunst geboren. Zoo ontstond in ons land het
grootsche werk van Henriëtte Roland Holst
en Herman Gorter, waarvan de tragiek is,
dat het voor het grootste deel door de volks
massa niet begrepen kan worden".
Ook over Martien Beversluis, die tien jaar
MARTIEN BEVERSLUIS
geleden een natuurdichter was met een
frisoh, jong talent, maar zich slndls een Jaar
tot het socialisme bekeerdle, is Donkere
oordeel lang niet gunstig.
„Al rijmt hij nu onvermoeid ln den geest
der socialisten, een revolutionair te hij niet
en zal hij wel nooit werden".
Over zijn oorlogsverzen heet het:
„Een zonnebloem of een opengescheurde
buik, voor hem zijn het beide rij mob je eten.
Een landschap en een loopgraaf, hij levert
ze met hetzelfde gemak.
Dit koude vuurwerk, deze gladde oorlogs
parafrase, deze galoppeerde rhetoriek is hol
en leeg en waardeloos".
LECTUURGIDS.
Januari '3L
Dit maandschrift uitgaande van de Am-
sterdamsche Chr. Jeugdcentrale, onder re
dactie van H. A. de Boer, Dr. C. Tazelaar,
Drs. P. J. Meertens en W. van Vliet, uitge
geven. door W. D. Meinema te Delft, ving
zijn zesde jaargang aan.
Drs. Meertens herdenkt Johan Been als
kinderschrijver, Dr. Tazelaar bespreekt Win
ter- en Kerstboeken, overgenomen uit het
Handelsblad is ©en artikeltje: „Kinderen en
Boeken". Verder de rubrieken: jeugdlectuur,
belletrie, boeken van allerlei aard.
Een register van jaargang V is bijgevoegd.
Bij vernieuwing zij deze „gids" aan alle
jeugdvereenigingen on jeugdleiders ter ken
nismaking aanbevolen.
Verschenen ls 't verslag 1930 van genoemd
Verbond. Voor het hoofdbestuur vindt her
stemming plaats tusschen Mary Pos en A.
Kuiper.
De medewerking van het verbond aan de
Radiolezingen der N.C.R.V. werd in 1930 op
giond van de tegenwerking en disappre
ciatie van het hoofdbestuur der N.C.R.V.
stopgezet Het Verbondsbestuur deelt echter
mede, dat in de nabije toekomst voortzet
ting der radiolezingen over literatuur zal
plaats vinden onder auspiciën der Chr.
Radio-leergangen.
WERKELIJKHEID EN KUNST.
De overtuigingaldus „De Literadne Gldd"
wint veld, dat een romancier de stof die
hij behandelt ook heeft te kennen en als
gevolg daarvan vermindert de bereidwil
ligheid om voor „dichterlijke luiheid" het
euphemisme „dichterlijke vrijheid" te ge
bruiken. Wanneer de gang van het verhaal
eischt dat d'e bescheiden lezer nader kennis
maakt met een milieu, een bedrijf, voorwerp
of type. moet de auteur over voldoende
gegevens beschikken, om zelfs de critische
lezer geloof in de uitbeelding te schenken.
Dit is natuurlijk een eisch van alle tijden,
en serieuze kunstenaars zullen, wanneer ze
op realistische wijze werken, geen moeite te
groot achten om zich op de hoogte te
stellen.
ERICH REMARQUE.
De „Haagsohe Post" heeft een interview ge
publiceerd met de schrijver van „lm Weeten
die thans woont in een nieuwe wijk van Wil-
merstorf.
„Anderen hebben even goede en betere
oorlogsboeken geschreven", begint hij met
zijn ernstige, ontroerde stem. „Dat mijn
boek zulk een grooten indruk heeft ge
maakt, komt volgens mij doordat het on
dier psychischen indruk, die op ons he-
dendaagsche geslacht rust, is ontstaan. De
menschen van tegenwoordig zijn licht-
xinniger, oppervlakkiger dan die van ©eni
gen tijd geleden zegt men. Ik geloof het
niet, Ik meen, dat ik absoluut een menaeh
van mijn tijd ben, maar ik neem de we
reld' en het leven ernstig on; mijn boe
ken zijn in deze zware, ernstige stemming
geschreven, ook mijn nieuwe boek, dat
eigenlijk een voortzetting is van lm Wes
ten nichts Neues en den overgang ronnt
naar ons tegenwoordig geslacht
„De oorlog had mij uit het spoor gewor
pen", vervolgt Remarque .het leven daar
heeft zwaar op mij gedrukt. Mijn moeder
heb ik tijdens den oorlog verloren, even
als mijn broers; ik had geen tehuis meer
Eerst was ik onderwijzer in een dorpje op
de heide, dat geheel in de rozen verscho
len lag. Totdat ik op een goeden dag de
eenzaamheid niet langer kon verdragen.
Ik dwaalde overal rond, probeerde het nu
eens met dit beroep, dan met dat Ik was
eenige maanden boekhouder, ik heb in
een autofabriek gewerkt, en ben zelfs hard
rijdier geweest Vervolgens heb ik in een
zigeunerwagen met een troep tooneelspi-
lers het land doorgetrokken; ik wilde na
melijk acteur worden. Toen het nog sleeh
ter met mij ging, heb ik op straat In klef-
ren gehandeld. Wat een leven was dat In
die slechte jaren van inflatie, waarin men
achter zijn kostje aanliep en toch nog
vaak genoeg honger had. Het laatst was
ik journalist; materieel ping het mij be
ter, maar ook toen waren het nog geen ge
lukkige jaren. Telkens de angst om met
den eersten van de volgende maand ont
slagen te worden. Ik had geen vertrou
wen ln mij zelf, ik geloofde niet, dat ik in
het leven ooit iets zou bereiken. Ook nu
nog. na het succes van mijn eerste boek,
beteekent het leven voor mij een zware
en ernstige taak. Overigens heeft men de
materieele resultaten van mijn lm Westen
grenzeloos overschat Er wordt beweerd,
dat ik verscheidene millioenen zou heb
ben verdiend. In vertrouwen gezegd, het
ls pog geen millioen.
KUNISTSCHATTEN DER SOVJET UNIE.
De Sovjet kunst ui tgeverij heeft een Album
uitgegeven met 50 gekleurde reproducties
paar schilderijen van oude Europeesche
meesters: Velasquez, El Greco, Rembrandt,
enz. De reproducties zijn groot 32X23 C.M.
en door de beste Russische drukkerijen ver
vaardigd
Gemengd Nieuws.
TER NAVOLGING
Een landbouwerte Vijfhuizen laat, ten
einde eenige werkgelegenheid te schepper,
een gedeelte van den oogst in plaats van
met de machine met de kneppel dorechor.
DDODELIJK AUTO ONGELUK.
Te Schildwolde (Gr.) geraakte de 53-jarige
venter Roggema onder een auto. De onge
lukkige overleed in het Ac. ziekenhuis te
Groningen aan de gevolgen.
GEVAARLIJK OVERSTEKEN.
Te Heemstede reed de 23-Jarige J. P. nit
Groningen, tijdelijk verblijvende te Heem
stede, op zijn fiets achter een auto op don
Heerenweg. Hij wilde don weg oversteken,
toen een auto uit de richting Den Haag na
derde. Dc afstand was te kort voor den
chauffeur om te stoppen, met het gevolg,
dat P. door de auto werd gegrepen. Dr. Co
lenbrander was spoedig ter plaatse en con
stateerde hersenschudding, een been- en
kankfractuur bij P. Het slachtoffer went
naar de Mariastichting vervoerd. Zijn toe
stand is levensgevaarlijk.