Radio Nieuws. Wetenschap. Kunst en Letteren. aa< wat Wils. PIEPNEUS EN BIBBERSNOET Oe veldwacfiler van Randijk MAANDAG 22 DECEMBER 1930 DERDE BLAD PAG 9 PUBLIEKE ORDE EN VEILIGHEID Aan het uithoudingsvermogen der politie •erueu uo laatste waken enorme eischen ge- teiu. Z.ij ineen zich aan strenge dienstvoor- chniteu te liouüen en mag pas dam naai en gummiKnuppel grijpen, wanneer zij otjiooi' anueren wurttt aangevallen oi wan- vereer iuiue waarscnüwingen hij herhaling daaiugeacht unjven. van zijn pistool mag een geilt eerst genruik maken, wanneer zijn heureigu wordt en hem geen andere itweg meer open staan rnj moet 't uiter- rden, oi Ci "On, Ij 71 i- (Van onzen Duitschen correspondent.) "rSle uoea> wai binnen zijn vermogen ligt, coninclen en vecntparujen te verhinue- mensciien tot doorgaan overhalen overal üoor tactvol optreden vecntpar- ïjen voorkomen. Under normale oinstan- :Uön' zijn diit anes eisonen, waar- 00 uKullt zicl1 iiaa houden maar de itdagenuneid der nationaai-socialisten en - lunisten heelt juist de laatste dager eens bewezen, uat men van de puiitie opeiiiet liet iiovenniensoiieiijke verwachten mag 'Vanneer vaker en sneuer dan gewoonlijk ebruik werü gemaakt van den gummi- A.' auppei, uan is uat met zoozeer de scliuld rond an ue politie. Vvie het van dichtbij gade- >rtei iaat, hoe opstandige demonstranten met s e waarschuwingen der politie een kropje 'a8®i emen, wie de schmipscneuten en uituu- ingen hoort, wélke zij moet slikken van pgoselioteii kwajongens <lie begrijpt, dat r ook aan het geuum der Bernjnscne schu- op een gegeven moment een eind moet Het gaat hier niet om een toevallig uon- lict tussciion weuerspaoinige burgers en de udhavers der openoare orde. Zij, die amb- Blijk geroepen zijn, om in het tegenwoor- ig staatvernand te arbeiden, zien zioh angevallen door lanügeuooten, die dezen „^taut met alle midaeieu bestrijden. Er is - om het nog wat duidelijker te zeggen - een hinneniandsche ooriog gaande, die 'teeas grootere almetingen begint aan te [gj^emen. Under 't parooi „Deuischland er- 'acne!" marcheeren de nationaai-soeialis- door de straten van Eerlijn, bestormen en biosooop, waar een iilrn vertoond wordt, hun niet past en werpen vensters in ij winkeliers van Joodsclien huize. Ter- elfder lijd rukken de communisten aan .48», n hei pen de nazi s een handje in den strijd jegen den staat-, die ook zij graag zoo spoe- ig mogelijk ten val zouden hreugeh. Wat 2,4g e parlementaire vertegenwoordigers dezer adicaie partijen in den rijksdag, in den anddag en in den gemeenteraau doen, dat pen de gedisciplineerde „Stosstruppen" angs den publieken weg na. Duitschiands ntwaking beteekent voor hen een zorgvui- lig georganiseerde revolutie. Welke middelen staan den staat ter be- chikking, om zulk een omwenteling te ver- linderenï Allereerst de rijksweer, bet le ertje der honderdduizend. Men beweert hter, dat het republilteinsche ofliciers- OÖjèorps bitter weinig over heelt voor deze ■00 epubliek, dat de meeste officieren in hun 1-SOhart zijn blijven hangen aan den vroegeren itaat, aan het monarchistisch bewind on- bet Huis Hohenzollern. En zelis zij, voor het herstel van dit vorstenhuis pinder over hebben, moeten de toenemen- e macht der socialisten over gansch 'uitscirland als een gevaar voor- hun va- erland beschouwen. Vele hooge officieren noeten derhalve juist de nationaal-socialis- isohe beweging goed gezind zijn en we veten allen, dat vele oilicieren uit het kei- ;erhjk leger thans tot deze partij zijn over gegaan. Uok al wil Groener hier niets van noren en al wordt den soldaat het kies- Hol-echt onthouden toch heeft het politiek der laatste jaren ook de njks- bteufa-eer aangetast en speelt zich binnen de nilitaire gelederen allerhande af, wat voor .,1e buitenwereld streng verheimelijkt wordt. Mocht het tot een hinnenlandschen op- itand komen, dan is het zeer de vraag of le rijksweer partij zwu kiezen voor den ïuidigen staat. 1 Gansoh anders staat het met de politie, e oude feldwebcl met den dikken snor is mn liet tooneel verdwenen. Het. publiek vordt niet meer gecommandeerd en toege snauwd, zooals dat in den keizerlijken tijd gebruikelijk was; de agent is niet meer de bi looze man, voor wien moeder de vrouw r«iaar stouten zoon waarschuwt met de Jjjivoorden: als je niet zoet bent, dan haal ik den agent! Gebonden aan de harde eischen iimn Versailles moest men een nieuw corps van politie samenstellen. Zelfs de groene [bjuniform werd door de entente van de n< hand gewezen. Zij was te militair van 8!e®kleur en herinnerde te zeer aan het vroe gere enge contact tusschen leger en politie. infoDe regeering nu est aan deze wensclien van ®r!Jden voormaligen vijand tegemoet komen. ^Pruisen gaf het, voorbeeld van doortastend heid en de andere staten volgden aarze- 0 0£2 Een hoekje van de tentoonstelling lend dit voorbeeld. Beieren voelde er ina- tuurlijk het minst voor en zoodoende draagt de agent daar nog steeds een helm, die aan den oorlog herinnert. Nu de politie in de burgerlijke samenle ving steeds meer naar voren treedt, hield ik liet oogenblik voor gekomen, eens wat meer aandacht voor deze belangrijke orga nisatie bij onze lezers te vragen. Ik begaf mij hiertoe naar de Eriesonstirasse voor een belangrijk deel van de politie in de vroegere Augustaner- en Garde- Kurassier- kazerne zetelt. Hier ligt ook de Schule für Teolmik und Vebkehr, waar de Pulizei-An- wiirter tjt zijn veelomvattendeu arbeid wordt voorbereid. Mij was ter oore gekomen dat men in dit gebouw een interessante tentoonstelling „Die Sicherheit der Strasse" zou openen en dit bespoedigde de uitvoe ring van mijn al eerder ontworpen plan. Up voorkomende wijze werd ik ontvangen door Poïizèi-haup.tmann Bayer, die mij aan den staf zijner medewerkers voorstelde. „1-let gaat ons al niet veel beter dan de Rijksweer aluus Hauptniann Bayer ook wij zijn gebonden aan de harde eischen van den Versaiilerwrede. Naast het legertje der honderdduizend vormen wij een corps van 180.U0U man. Den staat Pruisen in zijn uitgebreiden vorm staan hiervan 80.900 man ter beschikking. Under de gegeven omstandigheden is dat belachelijk weinig. De publieke orde heeft zwaar te lijden onder de binneniand- sche verdeeiuneid en 'aan den agent wor den gansch andere eischen gesteld dan voor den ooriog. Hij moet voor een bescheiden inkomen geweldig veel meer presteeren dan twintig jaar geieucn, toen ook Duitschland nog vrede ademde. Politiescholen vindt men in iedere provincie en in iederen Duit schen staat. Berlijn ressorteert onder Bran denburg, waar de groote „Polizeischule" gelegen is. De leeitijü der leerlingen va neen tusschen 18 en 21 jaar. Het onderwijs omvat lichamelijke ontwikkeling, het han- teeren van wapenen, onderwijs in de poli- tioneele rechten en plichten, aardrijkskun de, geschiedenis en vreemde talen. Er zijn verkeersagenten, die meer dan een vreem de taal boheersehen =en op hun mouw een band dragen, met het opschrift: Auskunftt Zulks komt in dè -groote steden het vreem delingenverkeer ten goede. Wie veel voor teonnische dingen ovei heeft, die gaat naar de motorafdeeling, om later per motor of auto dienst te ctaen. In geval van ongeregeldheden, zooals we die de laatste weken aanhoudend hadden, ziet men deze lastauto's met 40 agenten dicht bezet door de straten van Berlijn snorren, om de orde zoo sjuedig. mogelijk te herstel len. Op den hoek van den Nollendorfpiatz stond een groote pantserwagen, die in staat is, de opstandige.volksmassa met een straal water op 50 meter afstan^l te bespuiten, 'n voortreffelijk kalmeeringsmiddel, dat min- i stens zoo effectvol is als de gummikunppel I en minder schadelijk. De politie staat voor gansch Duitschland onder het rijksministe rie van hinneniandsche zalcen, dus sedert enkele weken weer onder Severing, die als de Urheber, de oorspronkelijke organisator van het tegenwoordige politiecorps, wordt beschouwd en gevierd. Severing benoemde voor den Polizei-Prasident Zörgiebel, die de gecompliceerde situatie klaarblijkelijk niet geheel meester was, zijn partijgenoot Grze- sinslci en deze wordt geassisteerd door Ge- nosse Weiss.- De militaire leiding blijft in handen van den. commandeur lleimanns- berg. Onder dezen staan in Gross-Berlin 165 districten." Men leidde mij rond door de kazerne der politie te voet en ook door de afdeolingen der bereden politie. Hier werd ik ontvan gen door Oberstleutnant Bertram. De ka zernes zien er binnen veel gezelliger uit dan van buiten. De slaapvertrekken, de kan tines en casino's herinneren niet meer aan den Pruisisohen dril van vroeger. Overal heerscht een geest van opgewekte kame raadschap. Bij een korte bezichtiging van cLe tentoonstelling „Die Sicherhcit der Strasse" stelde ik al dadelijk vast, dat hier voor iedereen veel te leeren is. Uit statistie ken leidde ik af, dat Berlijn in vergelijking met Londen, Parijs of Amsterdam over be schamend weinig politie beschikt. Zelfs Rome heeft een veel grooter aantal agenten. Men toont mij den Potsdamer Platz in miniatuur. Kijk, daar staat de verkeersto ren, die den laatsten tijd onbewoond bleef. Het gansche verkeer wordt vtm af den Alexanderplatz electrisch geregeld en ook hiervan wordt mij een voorbeeld in verklein den vorm geboden. Vblgens vast systeem en in een tempo, dat sneller of langzamer valt al naar de weersgesteldheid, volgt het roods op het gele en groene licht. Speciale zorg wordt besteed aan de school gaande jeugd. Ik leg beslag op een klein tijdschrift „Deutsche Jugendverkehrswacht" dat reeds zijn derdeft jaargang telt en in de scholen gratis verspreid wiordt'. Dat is uitstekend gezien, want door grondige ken nis van de vele eischen, die het verkeer in groote steden nu eenmaal stelt, wordt de goede relatie tusschen politie en burgerij bevordert. Het moeilijke verkeersprobleem ligt nog in zijn windselen en door vergelij king en samenwerking met andere landen hoopt men tot een bevredigend resultaat te komen. Deze verkeerstentoonstelling is een unicum, het nieuwste snufje van Grosa- Berlin. Zij is voor ieder toegankelijk en draagt het karakter van een blijvend mu seum, dat steeds met nieuwe uitvindingen aangevuld zal worden. 11.30—13 Godsdienstig halfuurtje. 12 T(jd- ;in. 12.0112.30 Politieberichten. 12.302 Lunc: uziek door het KRO-Trio. 2—3 Vromvenuurtje 33.30 Knip-. Naai- en Stofvereleringsi 3.301 Verzorging van di ifoon. 6—6.30 Op last v iter'staat afgestaan voo Uitzending gewüd aan do geneeiuuuiuuuius e 5c komende feestdagen. Spreker; G. J. J. Tei .n Seheltinga, Prov. Seer. Fed. .der. 56 Gra- i den Minister van de H1RO. 6.356.45 ,-techa ieheltlnga. Pr ir. 7—7.30 Uitzending voor de nfdeeling ZaE de A.N.G.O.E., Spreker de heer •p. Afgei 7.30—8 Politieberichten. 8—0 Klassiek Tooneel. 9.45—1U Nie 11 Vervolg t rt. 11—72 HILVERSUM (298 M.) AVRO. 8 Tüdsein. 8.01 •9.55 Gramofoon. 10 Tiid-=eln. 10.01—10,15 Mo> - inwijding. 10.30—12 Concert. 12.01—2 Concei l —2.30 Halfuur voor de vrouw. 2.30<3 Rust- >os voor verzorging van den zender. 34 Gra- cfoon. 44.30 Orgelspel. 4.305 Piano-studie- uziek. 5—5.30 Radio-Kinderkoorzang. 5.30— sneert, 7—7.30 Lezing. 7.30—8 Ra,dio-Volks- niverslteit 8 Tijdsein. 801—Aansluiting einbach. 9.20—10.15 Vervolg muziek 1015 ieuwsberichten. 10.30 Aansluiting AVAO- OPGRAVINGEN IN EGYPTE Kostbare antiquiteiten gevonden Geruimon'Idjd is men reeds bezig met het opgraven van resten der oude Egyptische 'stad Teil El Amarna. Thans heeft men wederom buitengewoon kostbare voorwer pen opgegraven. Uit een groote, met juwee- len bezette beker, die men vond, vielen bij het openmaken een groot aantal goud klompen, vervolgens zilverklompen, stan gen en tenslcttc een gouden beeldje, dat een gouden kap draagt. In de onmiddellijke nabijheid vond men een prachtig gesne den vrouwenfiguur, waarschijnlijk een af beelding van de gemalin van de eigenaar der 6ehatten: Ankh6en Pa Aten- Van de oude binnenplaats, waai* men aan het graven :6- heeft men reeds een liee- le galerij kunnen bloot leggen. Tal van kleinere voorwerpen heeft men gevonden. VONDEL'S GIJSBRECHT Hulde aan Royaards en Diepenbrock Te Amsterdam zal op Nieuwjaarsdag Vondel's Gijsbrecht van Amstel worden ge geven met muziek van Alph. Diepenbrock. De Iraditioneele Amsterdamsche avond zal dit jaa.r een hulde, zoowel aan de nage dachtenis van Willem Rooyaards als van Alph. Diepenbrock zijn. Het Concertge bouworkest zal meewerken onder leiding van L. M. G. Arntzeniu6. In verband met de moeilijkheden, welke ver schillende houders van radio-centrales onder vinden met de doorgifte van de omroep-pro- gramma's van Hilversum op de 298 M. golf. distribui door den Min. van Waterstaat, voorlooplg t gestaan over de geleidingen, waarop anders ilijkheid van een behoorlifke doorgifte van de omroepprogram- blijkt, doch alleen gedurende het tijdvak nen met een minimum van 6 door het programma van het station Hli- jchen. dan m'oet door den betrokken ouder daaraan gevolg worden ge- nleiding van desbetreffend verzoel e de Vereenlging Nederlandsch Fa- rgèn voor de K.R.O. van 2 uur—2.31 de Vries, rUkslns, fing. Het ligt in de bedoeling, dergelijke le zingen ook voor de andere groote omroep organisaties te houden. EEN SPECIALE ESPERANTO-OMROEP Naar wU vernemen worden door de Centrale Esperanto Propagandacommissie te Nijmegen aangewend een Esperanto-Omroepver ioglngi iipin_ richten. DRAADLOOS PER DRAAD Naar gebleken is. ondervinden vele radio- distrlbutie-ondernemlngen groote moeilijkhe den met de doorgifte van het programma op M. Derhalve heeft de P.T.T.- reedt 23 December a.s. iri veritmg. f - EEN UURTJE „VAN KINDEREN VOOR KINDEREN" Eenige dagen geleden, heeft de leiding van voor de microfoon optraden. Deze uitzending 'errast door een nieuw soort .kinderuurtje" ilult^nd kinderen De Tsje het deri. kinder ;romoon optraden. Di vele luisteraars zeer gewaai -Slownkische pers geeft te k zijn, dat elke Dr. K. Stoye schrijft in het tijdschrift „CQ" iver een aantal proefnemingen met ultra- ilerbij golfiengtf M. boven bruik m lilk. Wai •entegen in wijdte veel ind de zender zjch in een kel- de ontvangst weer Ook door middel van ver schillende andere proefnemingen is het ge bleken, dat er groote verschillen zijn tusschen de ontvangstresultaten op ultra-kortegolven, die langer of korter dan 5 M. zijn. Over het algemeen tast RADIO EN NOORDERLICHT ns eeno Groenland-expeditie heeft een laansche radio-operateur onlangs inte- rschljnsel opgemerkt betreffende i. Zoodra echter het Noorderlicht v verd de ontvangst slechter. .atlons werden zelfs geheel onho het station Zoodra di heel verbroken werd. kon EEN ZONDERLINGE RECHT Dat iemand beschuldigd kan worden en te-1 zij hem staande, en sdv eeuwden waar hij rechtstaan wegens moord op zichzelf ge- ziin slachtoffer eel aten hat». Verbaasd vroeg pleegd liikt ongelooflijk. De waarheid dergelijke geschiedenis wordt echter door onweersprekelijke bewijzen gestaafd. Het gebeurde nabij Duinkerken. Daar woonde in het begin der 19e eeuw op zijn vervallen voorvaderlijk kasteel Victor de Montbeson, die gravinnen en generaals on der zijn voorouders had. Zelf had hij geen titel; hij was.arm geweest, doch door oen voordeeligen handel had hij zich een goed fortuin verworven. In zijn nabijheid woonde de verarmde ba- in de Verccil, met vier dochters, waarvan de oudste door de pokken' gesehonden was, maar het recht had haar echtgenoot den titel van baron te doen voeren. Victor vroeg en verkreeg de hand van deze dochter: Clorinde. Na een maand zou het huwelijk voltrokken worden en baron de Verceil. die redenen had om een ontmoeting tusschen de verloofden te voorkomen, reisde met zijn dochter naar Spa om daar de ba den te gebruiken. Tegen het einde der maand reisde Victor hem achterna, om zijn bruid naar huis te geleiden. Te Verours gekomen werd hij opgewacht door zijn aanstaanden schoonvader, die hem meedeelde dat reeds een kamer in het hotel I mogelijk zijn slachtoffer gelaten hat»* Verbaasd vroeg hij „Welk slachtoffer?" een oogenblik den kende aan de arme kat. Het bleek echter volle ernst: „Je-.hebt mijn heer de Montbeson vennoord den aanstaan den schoonzoon van baron de Verceil!" „Maar menschen. dat ben ik zelf!" „Je ziet ons toch niet voor gek aan pm zon'n praatje te gelooven?" En al zijn betuigingen baatten niets. HIJ weixl meegenomen naar den commissaris van politie en een nauwkeurig proces-ver baal opgemaakt De knechten verklaarden gestommel te hebben gehoord en eerst een barsch antwoord te hebben ontvangen op hun geklop. Later, toen zij allerlei geruchten in de kamer gehoord hadden en het raam werd opgeschoven, hadden zij nog eens ge klopt, geen antwoord ontvangen en hadden toen de deur opengebroken en niemand meer gevonden. Bloedsporen wezen naar het venster, en zoo was het hun gehikt al heel spoedig den moordenaar te vatten. Noch hier noch later voor den rechter, baatte Victor zijn verdediging. De rechter was overtuigd van zijn schuld. Alleen het feit dat het lichaam van den vermoorde niet gevonden was. gaf eenige moeilijkheid Maar een der getuigen verklaarde, dat het mogelijk was geweest, het lijk in de rivier het besproken was en die daarna in het stadje nog eenige inkoopen ging doen. Victor was hiermede zeer ingenomen. Hij was vermoeid van de reis en wilde graag goed uitgerust zijn, om op zijn bruid een gun stigen indruk te maken. Daar de reis vroeg zou worden voortgezet, schoor hij zich, knip te z'n bakkebaarden weg om er wat jeugdi ger uit te zien en wreef met het zelfde doel zijn haar in met een olie die, volgens het recept, de meest grijze of witte haren bin nen zes uur zoo zwart als ebbenhout maakte. Na aldus zijn maatregelen getroffen te hebben, meende hij goedsmoeds in bed te stappen, toen hij hevig verschrikt werd door een paar vurige oogen, die hem van onder zijn slaapplaats aanstaarden. De man was geen held en voelde zich heel wat luchtiger toen hij bemerkte met een kat to doen te hebben. Hij pakte het beest en smeet het uit het venster, niet echter zonder een paar krabben in het gelaat te ontvangen, ook scheurde hij een zijner hemdsmouwen. Hij sliep zeer onrustig, was benauwd, voel de tenslotte dat zijn neus bloedde en stond op om zich te wasschen. De neusbloeding die hij eerst met zijn zakdoek had trachten te stelpen, hield op, doch toen hij in zijn hand spiegel keek, herkende hij zich zelf niet meer Zijn gelaat was geheel verwrongen, en wat hij ook deed hij kon het niet in normalen stand terugbrengen. Van schrik viel de spiegel uit zijn handen en op den grond in stukken. Hij gevoelde zich zoo onwel, dat hij besloot in den tuin verfrissching te zoeken. Doch nauwelijks had hij, om niemand anders te storen, het raam opengeschoven, of er werd aan zijn deur geklopt. Daar hij zioh in den toestand waarin hij zich bevend, niet aan het personeel wilde vertoonen, riep hij terug dat er niets bijzondere gebeurde en klom toen uit het venster. Nauwelijks had hij zich een eind den tuin in begeven, toen hij werd staande gehouden door twee koks, die hem met groote messen achterna kwamen. Onder de gemeenste scheldwoorden hielden te werpen die naast den tuin kasteel stroomde. Deze verklaring werd aan vaard en de arme Victor ter dood veroor deeld. Met ontzetting hoord hij zijn vonnis aan. Hoe was het toch mogelijk dat men hem voor zijn eigen moordenaar hield en hem daar voor met den dood wou straffen. De veran deringen die hij zelf in zijn uiterlijk had aangebracht, pleitten nog te meer togen hem In de grootste wanhoop ging hij terug naar de cel waar hij was opgesloten. Zoo brak de nacht aan. Bijna de laatste van zijn leven. Ten prooi aan de hevigste gemoedsaandoening en doodsangst trachtte hij eindelijk toch wat te rusten. Lang duurde het, voordat ae slaap kwam en weer was hij even onrustig als in den bewusten nacht in het hotel te Verours. Na een bange sluimering werd hij wakker. Weer gevoelde hij de spier pijnen in zijn gezicnt. Daar ging de deur van zijn cel open en een bewaker trad binnen mot een geestelijke, om hem op den dood voor te bereiden. Doch toen ze den gevangene aanzagen, weken ze verbaasd terug. Een geheel ouden man zat daar, in elkaar gedoken. Terstond werden de getuigen gehaald, dio in den ge vangene nu den vermoord gewaanden Victor de Montbeson herkenden. Een soortgelijke aanval van beroerte, die hem eeret misvormd had, had nu zijn ge laat hersteld. Het was een verschijnsel dat in zijn familie meer was voorgekomen. Een paar maanden later bevatten nieuwsbladen de huwelijksaankondiging den baron do Montbeson met jonkvroi Clorinde de Verceil. de Dr H.MANNING'S KINADRUPPELS EETUJ5T-0PWEKKEND. 1.30 p fl Nadruk verboden. 89. Vervolgens bracht meester Muizen vreugd ons naar onze klas. Juffrouw Parel vacht, zoo heette de onderwijzeres, was juist aan de natuurkundeles bezig, over de kat. „Hallo, boys!" riep ik, „aangename kennis making!" En de heele klas brulde: hoera! Maar de juffrouw werd geweldig boos „Foei!" piepte ze. „Dat vind ik onbe- schaamdL 90. Waarom je nou eigenlijk niet gooien- dag mag zeggen, als je ergens binnen komt, begrijp ik niet! Maar de juffrouw zei, dat het niet mócht en dus ging ik maar op m'n plaats zitten. Nu, dat verhaal over die kat interesseerde me niets; dat wist ik allemaal al lang. Voor tijdverdrijf maakte ik van mijn zakdoek een mooie strik om de staart van het meisje, dat vóór mo zat. (Wordt Woensdag vervolgd.) FEUILLETON Door K. STUURMAN Onderweg kwamen ze langs de plek, waar de drio jongens hun sportoefeningen hielden. Van die oefeningen scheen niet veel terecht te komen, want de jongens stonden dicht bij elkaar druk te praten. Natuurlijk hadden ze het over hun laatste avontuur, en toon ze den rechercheur met Kees zagen aankomen, greep Karei Rob bij zijn arm, ruitte en trok, alsof hij hem met geweld wilde meenemen naar den weg. Rob wilde eerst blijkbaar niet, maar opeens scheen hij van gedachte te veranderen en liep hij zelfs Karei en de anderen vooruit. Bij den rechercheur gekomen hijgde hij van het loopon. In zijn vooruitgestoken hand hield hij een klein voorwerp. „Mijnhcordit heb ik gevonden „Jij bent die rakker van daarnet, hé? Wat heb jc daar? La's kijken't is een portefeuille „Van vader, mijnheerKijk u maar, hier staat H. V. Ik ken het heel goed". „Hoe heet j'ij dan, jongen?" „Rob Vérvoorde, mijnheer". „O, zooben jij dan het zoontje van den burgemeester?" Rob knikte, i Hij voelde zich heel gewichtig temidden van de jongens, die om hem heen ston- j den. Hij had ze verteld van den vreemden j man, die in de schuur gekomen was en j gezegd had dat hij van de politie was. Tlij had hun de porteleuille laten zien, dat hij gevonden had, en toen Van Geyn met Kees aankwam, had Karei gezegd, dat hij het aan de politie moest zeggen, van die por tefeuille. Eerst durfde hij niet erg, maar toen Karei aanhield, ging hij toch. „En waar heb je die gevonden?" vroeg de rechercheur, terwijl hij de portefeuille in de hand nam. „In dc schuuronder de bank ik zag liet zóó maar liggen „Wat? In de schuur van Mingel? Hm dat is eigenaardig..Ik zal dat ding meenemen't Is goed zoo, jongens, gaan jullie maar weer spelen De jongens holden terug naar hun tou wen en stokken, maar van spelen of oefe nen kwam niet veel. Ze redeneerden over Kees en Mingel en over het gevonden voor werp en den politieman. Allen luchtten ze i hun wijsheid en in één ding stemden ze overéén: Mingel, die kleine, valsche hoer, was een dief De rechercheur was intusschen met de jonge vluchteling op zijn kamer gekomen. Onderweg had hij niet veel gezegd, maar zooveel te meer nagedacht. Nu zou hij Kees zijn avonturen laten vertellen en dat zou hem wel verder op weg helpen. Eerst moest de. jongen echler wat eten hebben. Bene den in de gelagkamer had hij zich naar hartelust aan frisch water te goed gedaan Ien weldra zat hij met een flinke boterham en een kop thee voor zich, in de kamer van dejï rechercheur,- J.i..j... Van Geyn lceek op de klok. Het was zes uur. Straks, na het verhoor, zou hij nog even naar den burgemeester gaan, daarna Kees terugbrengen en dan misschien nog een onderhoud met Mingel hebben, 't Was maar goed dat die jongen van Mingel, toen hij den veldwachter niet thuis trof. door diens vrouw naar zijn adres was verwezen. Ze had zeker gedacht dat haar man daar nog was. Van Geyn was, toen hij het be langrijke nieuws vernam, direct er op uit gegaan, maar had met opzet tegenover Min gel gedaan, of hij daar toevallig kwam, Kees was klaar. Hij had ferm gegeten en je kon het aan hem zien, dat hij opgeknapt was. De rechercheur, die bij het raam ge staan had, nam plaats op een stoel tegen over den jongen. Hij stak op zijn gemak oen pijp op, nam, tusschen het puffen door Kees eens goed op, en vond dat de jongen er in het geheel niet uitzag als een door trapte deugniet m j „En nou Kees," zei hij, de been en over elkander kruisende, „moet je me eens het een en ander vertellen. We zullen best met elkaar op kunnen schieten, dat heb ik al gezien. Zeg me eeret maar wat je van plan was te doen, toen die boer je le pakken kreeg." „Ik wou naar het gesticht terug, mijn heer." I-Iij sprak niet onverschillig, maar zonder angst of vrees, „Dacht ik al," merkte de politieman op een gro te rookwolk uitblazende, ..het zvc versleven is je niet mcegevf Hen, hé? Mp?; nou beginnen we van voren af aair. „Waar om liep je weg?" „Ik wou naar ouwe Bink toe". „Wie is ouwe Bink?" „M'n pleegvader". „Waar woont die man?" „Hij woont nergens. Hij zwerft overal rond." „Zoozooen waar wou je 'm dan zoeken?" Kees haalde de schouders op. „Goed. Je liep weg, en toen?" „Ik hen naar Ranüijk gegaan, gapte een fiets die langs den weg stond, en reed de Lange weg af. Toen kwam ik bij een half- afgebroken boerderij „Op de fiets?" „Ehneedie heb ik onderweg in de struiken verstoptde hand was lek." „Goed. Je kwam dus op de eenzame hoe ve. Wat gebeurde er verder?" „Ik zocht naar water, want ik had erge dorst, en ineens stond ik tegenover ouwe Bink." Kees huiverde, alsof hij het koud hacl ,,Zoodat was dan wel een meeval ler voor je." „liahl" zei Kees uit de grond van zijn hart, „wat een vent was dat! Een vieze woeste kerel was hijheel anders dan vroegerVloeken deed hij en lachen bah!" Weer huiverde Kees, „Was je bang van hem?" De jongen kn'kte levendig. De recher cheur dacht een oogenblik na. Uit wat ces zei maakte hij op, dat die zoijrenaain- 0 Bink erg veranderd was in de jaren, ■lie Kees in het gesticht doorbracht Waar- I schijnlijk was hij van kwaad tot erger ge komen en was de walgelijke persoon, die i Kees op de eenzame hoeve ontmoette, heel anders dan de zwerver, die hij zich in zijn herinnering voor oogen stelde. Hij richtte zich weer tot Kees. „En wat zei die kerel wel, toen hij jc zag?" „Hij was in zijn schik. Ik mocht niet weggaan en toen ik toch wilde vluchten, werd hij zóó nijdig, dat ik er bang van werd. Hij smeet me in een hoek en waar schuwde me niet weg te loopen." .Woonde hij daardan?" „Hij hield zich daar verscholen. De po litie zocht hem, zei hij. Ik hen er wel een week geweest „En waar leefden jullie van?" „Een veldwachter bracht ons van alles. Brood, vleesch en jenever ook De rechercheur lag zijn pijpje weg en liet een zacht gefluit hooren. „Jaen ik mocht er nooit bij zijn als hij kwam. Dan moest ik uit de keuken-" „Kon je dan niet wegloopen?" „Ik durfde niet. Ik was bang voor ouwe Bink. Hij had me gedreigd." „En nu hen je tóch ontvlucht? „Zaterdag kwam die veldwachter weer. Hij praatte erg opgewonden met ouwe Bink. Toen-ie weg was, snauwde de ouwe me af en scheen hij in een heel kwade hui te zijn. Even later riep hij me en zei hij dat de grond te heet werd onder zijn voeten. Hij kon me niet meenemen, ik moest maar zien waar ik bleef. Zondag ben ik, na een homp brood pegel en te hebben, die ouwe Bink gelukkig achtergelaten had, op weg gegaan. Ik liep eerst maar raak, kwam op een verkeerden weg, en ben toen terug ge gaan naar mijn oude schuilplaats. Vanmor gen werd ik laat wakker. Ik had erge hon ger en wou naar het gesticht terug." Kees vertelde verder hoe het hem gegaan was, tot hij door Mingel werd opgesloten. „En heeft die landlooper je niet gezegd wat zijn plan was?" vroeg Van Geyn. „Nee, hij heeft niks gezegd." De rechercheur greep hoed en jas. „Kom mee, Kees," zei hij vriendelijk. ,AVc gaan even naar den burgemeester en dan breng ik je naar „Zonnegloren" terug. Ze liepen samen naar het huis van den heer Vervoorde. Deze was gelukkig thuis. Belangstellend, ofschoon op zijn korte ma nier, vroeg hij of de rechercheur met het onderzoek vorderde. „Ja, mijnheer, er begint wat licht in dc zaak te komen, hoewel nog veel opgehel derd móet worden" Van Geyn vertelde hem wat hij wist. De burgemeester luisterde aandachtig en ont stelde van de tijding dat Remmers inder daad zijn plicht niet gedaan had. Toen wendde hij zich tot Koes: „Zoo jongen, ben jij die rakker, die er tusschen uit gegaan is? Niet zooals het hoort, vindt je wel? Ais we je nou straks terugbrengen, ga je er dan weer van door?" Kees schudde beslist van neen. ••Zoonon, ik wil je gelooven. Geef me de hand er op enwordt een flinke jon gen." Do rerherchour had inmiddels de porte feuille te voorschijn gehaald en toonde haar den burgemeester. „Het bewuste ding,'* zei deze. ,.Roh heeft het me al in kleuren en geuren verteld. Wat denkt u er van, mijnheer Van Geyn?" (Wordt vervolgd)',

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9