Radio Nieuws.
Wetenschap.
Kunst en Letteren.
aa<
wat Wils.
PIEPNEUS EN BIBBERSNOET
Oe veldwacfiler van Randijk
MAANDAG 22 DECEMBER 1930 DERDE BLAD PAG 9
PUBLIEKE ORDE
EN VEILIGHEID
Aan het uithoudingsvermogen der politie
•erueu uo laatste waken enorme eischen ge-
teiu. Z.ij ineen zich aan strenge dienstvoor-
chniteu te liouüen en mag pas dam naai
en gummiKnuppel grijpen, wanneer zij
otjiooi' anueren wurttt aangevallen oi wan-
vereer iuiue waarscnüwingen hij herhaling
daaiugeacht unjven. van zijn pistool mag een
geilt eerst genruik maken, wanneer zijn
heureigu wordt en hem geen andere
itweg meer open staan rnj moet 't uiter-
rden,
oi Ci
"On,
Ij 71 i-
(Van onzen Duitschen correspondent.)
"rSle uoea> wai binnen zijn vermogen ligt,
coninclen en vecntparujen te verhinue-
mensciien tot doorgaan overhalen
overal üoor tactvol optreden vecntpar-
ïjen voorkomen. Under normale oinstan-
:Uön' zijn diit anes eisonen, waar-
00 uKullt zicl1 iiaa houden maar de
itdagenuneid der nationaai-socialisten en
- lunisten heelt juist de laatste dager
eens bewezen, uat men van de puiitie
opeiiiet liet iiovenniensoiieiijke verwachten mag
'Vanneer vaker en sneuer dan gewoonlijk
ebruik werü gemaakt van den gummi-
A.' auppei, uan is uat met zoozeer de scliuld
rond an ue politie. Vvie het van dichtbij gade-
>rtei iaat, hoe opstandige demonstranten met
s e waarschuwingen der politie een kropje
'a8®i emen, wie de schmipscneuten en uituu-
ingen hoort, wélke zij moet slikken van
pgoselioteii kwajongens <lie begrijpt, dat
r ook aan het geuum der Bernjnscne schu-
op een gegeven moment een eind moet
Het gaat hier niet om een toevallig uon-
lict tussciion weuerspaoinige burgers en de
udhavers der openoare orde. Zij, die amb-
Blijk geroepen zijn, om in het tegenwoor-
ig staatvernand te arbeiden, zien zioh
angevallen door lanügeuooten, die dezen
„^taut met alle midaeieu bestrijden. Er is
- om het nog wat duidelijker te zeggen
- een hinneniandsche ooriog gaande, die
'teeas grootere almetingen begint aan te
[gj^emen. Under 't parooi „Deuischland er-
'acne!" marcheeren de nationaai-soeialis-
door de straten van Eerlijn, bestormen
en biosooop, waar een iilrn vertoond wordt,
hun niet past en werpen vensters in
ij winkeliers van Joodsclien huize. Ter-
elfder lijd rukken de communisten aan
.48», n hei pen de nazi s een handje in den strijd
jegen den staat-, die ook zij graag zoo spoe-
ig mogelijk ten val zouden hreugeh. Wat
2,4g e parlementaire vertegenwoordigers dezer
adicaie partijen in den rijksdag, in den
anddag en in den gemeenteraau doen, dat
pen de gedisciplineerde „Stosstruppen"
angs den publieken weg na. Duitschiands
ntwaking beteekent voor hen een zorgvui-
lig georganiseerde revolutie.
Welke middelen staan den staat ter be-
chikking, om zulk een omwenteling te ver-
linderenï Allereerst de rijksweer, bet le
ertje der honderdduizend. Men beweert
hter, dat het republilteinsche ofliciers-
OÖjèorps bitter weinig over heelt voor deze
■00 epubliek, dat de meeste officieren in hun
1-SOhart zijn blijven hangen aan den vroegeren
itaat, aan het monarchistisch bewind on-
bet Huis Hohenzollern. En zelis zij,
voor het herstel van dit vorstenhuis
pinder over hebben, moeten de toenemen-
e macht der socialisten over gansch
'uitscirland als een gevaar voor- hun va-
erland beschouwen. Vele hooge officieren
noeten derhalve juist de nationaal-socialis-
isohe beweging goed gezind zijn en we
veten allen, dat vele oilicieren uit het kei-
;erhjk leger thans tot deze partij zijn over
gegaan. Uok al wil Groener hier niets van
noren en al wordt den soldaat het kies-
Hol-echt onthouden toch heeft het politiek
der laatste jaren ook de njks-
bteufa-eer aangetast en speelt zich binnen de
nilitaire gelederen allerhande af, wat voor
.,1e buitenwereld streng verheimelijkt wordt.
Mocht het tot een hinnenlandschen op-
itand komen, dan is het zeer de vraag of
le rijksweer partij zwu kiezen voor den
ïuidigen staat.
1 Gansoh anders staat het met de politie,
e oude feldwebcl met den dikken snor is
mn liet tooneel verdwenen. Het. publiek
vordt niet meer gecommandeerd en toege
snauwd, zooals dat in den keizerlijken tijd
gebruikelijk was; de agent is niet meer de
bi looze man, voor wien moeder de vrouw
r«iaar stouten zoon waarschuwt met de
Jjjivoorden: als je niet zoet bent, dan haal ik
den agent! Gebonden aan de harde eischen
iimn Versailles moest men een nieuw corps
van politie samenstellen. Zelfs de groene
[bjuniform werd door de entente van de
n< hand gewezen. Zij was te militair van
8!e®kleur en herinnerde te zeer aan het vroe
gere enge contact tusschen leger en politie.
infoDe regeering nu est aan deze wensclien van
®r!Jden voormaligen vijand tegemoet komen.
^Pruisen gaf het, voorbeeld van doortastend
heid en de andere staten volgden aarze-
0
0£2
Een hoekje van de tentoonstelling
lend dit voorbeeld. Beieren voelde er ina-
tuurlijk het minst voor en zoodoende draagt
de agent daar nog steeds een helm, die aan
den oorlog herinnert.
Nu de politie in de burgerlijke samenle
ving steeds meer naar voren treedt, hield
ik liet oogenblik voor gekomen, eens wat
meer aandacht voor deze belangrijke orga
nisatie bij onze lezers te vragen. Ik begaf
mij hiertoe naar de Eriesonstirasse voor
een belangrijk deel van de politie in de
vroegere Augustaner- en Garde- Kurassier-
kazerne zetelt. Hier ligt ook de Schule für
Teolmik und Vebkehr, waar de Pulizei-An-
wiirter tjt zijn veelomvattendeu arbeid
wordt voorbereid. Mij was ter oore gekomen
dat men in dit gebouw een interessante
tentoonstelling „Die Sicherheit der Strasse"
zou openen en dit bespoedigde de uitvoe
ring van mijn al eerder ontworpen plan.
Up voorkomende wijze werd ik ontvangen
door Poïizèi-haup.tmann Bayer, die mij aan
den staf zijner medewerkers voorstelde.
„1-let gaat ons al niet veel beter dan de
Rijksweer aluus Hauptniann Bayer
ook wij zijn gebonden aan de harde eischen
van den Versaiilerwrede.
Naast het legertje der honderdduizend
vormen wij een corps van 180.U0U man. Den
staat Pruisen in zijn uitgebreiden vorm
staan hiervan 80.900 man ter beschikking.
Under de gegeven omstandigheden is dat
belachelijk weinig. De publieke orde heeft
zwaar te lijden onder de binneniand-
sche verdeeiuneid en 'aan den agent wor
den gansch andere eischen gesteld dan voor
den ooriog. Hij moet voor een bescheiden
inkomen geweldig veel meer presteeren dan
twintig jaar geieucn, toen ook Duitschland
nog vrede ademde. Politiescholen vindt men
in iedere provincie en in iederen Duit
schen staat. Berlijn ressorteert onder Bran
denburg, waar de groote „Polizeischule"
gelegen is. De leeitijü der leerlingen va
neen tusschen 18 en 21 jaar. Het onderwijs
omvat lichamelijke ontwikkeling, het han-
teeren van wapenen, onderwijs in de poli-
tioneele rechten en plichten, aardrijkskun
de, geschiedenis en vreemde talen. Er zijn
verkeersagenten, die meer dan een vreem
de taal boheersehen =en op hun mouw een
band dragen, met het opschrift: Auskunftt
Zulks komt in dè -groote steden het vreem
delingenverkeer ten goede.
Wie veel voor teonnische dingen ovei
heeft, die gaat naar de motorafdeeling, om
later per motor of auto dienst te ctaen. In
geval van ongeregeldheden, zooals we die
de laatste weken aanhoudend hadden, ziet
men deze lastauto's met 40 agenten dicht
bezet door de straten van Berlijn snorren,
om de orde zoo sjuedig. mogelijk te herstel
len. Op den hoek van den Nollendorfpiatz
stond een groote pantserwagen, die in staat
is, de opstandige.volksmassa met een straal
water op 50 meter afstan^l te bespuiten, 'n
voortreffelijk kalmeeringsmiddel, dat min-
i stens zoo effectvol is als de gummikunppel
I en minder schadelijk. De politie staat voor
gansch Duitschland onder het rijksministe
rie van hinneniandsche zalcen, dus sedert
enkele weken weer onder Severing, die als
de Urheber, de oorspronkelijke organisator
van het tegenwoordige politiecorps, wordt
beschouwd en gevierd. Severing benoemde
voor den Polizei-Prasident Zörgiebel, die de
gecompliceerde situatie klaarblijkelijk niet
geheel meester was, zijn partijgenoot Grze-
sinslci en deze wordt geassisteerd door Ge-
nosse Weiss.- De militaire leiding blijft in
handen van den. commandeur lleimanns-
berg. Onder dezen staan in Gross-Berlin 165
districten."
Men leidde mij rond door de kazerne der
politie te voet en ook door de afdeolingen
der bereden politie. Hier werd ik ontvan
gen door Oberstleutnant Bertram. De ka
zernes zien er binnen veel gezelliger uit dan
van buiten. De slaapvertrekken, de kan
tines en casino's herinneren niet meer aan
den Pruisisohen dril van vroeger. Overal
heerscht een geest van opgewekte kame
raadschap. Bij een korte bezichtiging van
cLe tentoonstelling „Die Sicherhcit der
Strasse" stelde ik al dadelijk vast, dat hier
voor iedereen veel te leeren is. Uit statistie
ken leidde ik af, dat Berlijn in vergelijking
met Londen, Parijs of Amsterdam over be
schamend weinig politie beschikt. Zelfs
Rome heeft een veel grooter aantal agenten.
Men toont mij den Potsdamer Platz in
miniatuur. Kijk, daar staat de verkeersto
ren, die den laatsten tijd onbewoond bleef.
Het gansche verkeer wordt vtm af den
Alexanderplatz electrisch geregeld en ook
hiervan wordt mij een voorbeeld in verklein
den vorm geboden. Vblgens vast systeem
en in een tempo, dat sneller of langzamer
valt al naar de weersgesteldheid, volgt het
roods op het gele en groene licht.
Speciale zorg wordt besteed aan de school
gaande jeugd. Ik leg beslag op een klein
tijdschrift „Deutsche Jugendverkehrswacht"
dat reeds zijn derdeft jaargang telt en in
de scholen gratis verspreid wiordt'. Dat is
uitstekend gezien, want door grondige ken
nis van de vele eischen, die het verkeer in
groote steden nu eenmaal stelt, wordt de
goede relatie tusschen politie en burgerij
bevordert. Het moeilijke verkeersprobleem
ligt nog in zijn windselen en door vergelij
king en samenwerking met andere landen
hoopt men tot een bevredigend resultaat te
komen. Deze verkeerstentoonstelling is een
unicum, het nieuwste snufje van Grosa-
Berlin. Zij is voor ieder toegankelijk en
draagt het karakter van een blijvend mu
seum, dat steeds met nieuwe uitvindingen
aangevuld zal worden.
11.30—13 Godsdienstig halfuurtje. 12 T(jd-
;in. 12.0112.30 Politieberichten. 12.302 Lunc:
uziek door het KRO-Trio. 2—3 Vromvenuurtje
33.30 Knip-. Naai- en Stofvereleringsi
3.301 Verzorging van di
ifoon. 6—6.30 Op last v
iter'staat afgestaan voo
Uitzending gewüd aan do geneeiuuuiuuuius e
5c komende feestdagen. Spreker; G. J. J. Tei
.n Seheltinga, Prov. Seer. Fed.
.der. 56 Gra-
i den Minister van
de H1RO. 6.356.45
,-techa
ieheltlnga. Pr
ir. 7—7.30 Uitzending voor de nfdeeling ZaE
de A.N.G.O.E., Spreker de heer
•p. Afgei
7.30—8 Politieberichten. 8—0
Klassiek Tooneel. 9.45—1U Nie
11 Vervolg t
rt. 11—72
HILVERSUM (298 M.) AVRO. 8 Tüdsein. 8.01
•9.55 Gramofoon. 10 Tiid-=eln. 10.01—10,15 Mo> -
inwijding. 10.30—12 Concert. 12.01—2 Concei l
—2.30 Halfuur voor de vrouw. 2.30<3 Rust-
>os voor verzorging van den zender. 34 Gra-
cfoon. 44.30 Orgelspel. 4.305 Piano-studie-
uziek. 5—5.30 Radio-Kinderkoorzang. 5.30—
sneert, 7—7.30 Lezing. 7.30—8 Ra,dio-Volks-
niverslteit 8 Tijdsein. 801—Aansluiting
einbach. 9.20—10.15 Vervolg muziek 1015
ieuwsberichten. 10.30 Aansluiting AVAO-
OPGRAVINGEN IN EGYPTE
Kostbare antiquiteiten gevonden
Geruimon'Idjd is men reeds bezig met het
opgraven van resten der oude Egyptische
'stad Teil El Amarna. Thans heeft men
wederom buitengewoon kostbare voorwer
pen opgegraven. Uit een groote, met juwee-
len bezette beker, die men vond, vielen bij
het openmaken een groot aantal goud
klompen, vervolgens zilverklompen, stan
gen en tenslcttc een gouden beeldje, dat
een gouden kap draagt. In de onmiddellijke
nabijheid vond men een prachtig gesne
den vrouwenfiguur, waarschijnlijk een af
beelding van de gemalin van de eigenaar
der 6ehatten: Ankh6en Pa Aten-
Van de oude binnenplaats, waai* men
aan het graven :6- heeft men reeds een liee-
le galerij kunnen bloot leggen.
Tal van kleinere voorwerpen heeft men
gevonden.
VONDEL'S GIJSBRECHT
Hulde aan Royaards en Diepenbrock
Te Amsterdam zal op Nieuwjaarsdag
Vondel's Gijsbrecht van Amstel worden ge
geven met muziek van Alph. Diepenbrock.
De Iraditioneele Amsterdamsche avond zal
dit jaa.r een hulde, zoowel aan de nage
dachtenis van Willem Rooyaards als
van Alph. Diepenbrock zijn. Het Concertge
bouworkest zal meewerken onder leiding
van L. M. G. Arntzeniu6.
In verband met de moeilijkheden, welke ver
schillende houders van radio-centrales onder
vinden met de doorgifte van de omroep-pro-
gramma's van Hilversum op de 298 M. golf.
distribui
door den Min. van Waterstaat, voorlooplg t
gestaan over de geleidingen, waarop anders
ilijkheid van een
behoorlifke doorgifte van de omroepprogram-
blijkt, doch alleen gedurende het tijdvak
nen met een minimum van 6 door
het programma van het station Hli-
jchen. dan m'oet door den betrokken
ouder daaraan gevolg worden ge-
nleiding van desbetreffend verzoel
e de Vereenlging Nederlandsch Fa-
rgèn voor de K.R.O. van 2 uur—2.31
de Vries, rUkslns,
fing. Het ligt in de bedoeling, dergelijke le
zingen ook voor de andere groote omroep
organisaties te houden.
EEN SPECIALE ESPERANTO-OMROEP
Naar wU vernemen worden door de Centrale
Esperanto Propagandacommissie te Nijmegen
aangewend een Esperanto-Omroepver
ioglngi
iipin_
richten.
DRAADLOOS PER DRAAD
Naar gebleken is. ondervinden vele radio-
distrlbutie-ondernemlngen groote moeilijkhe
den met de doorgifte van het programma op
M. Derhalve heeft de P.T.T.-
reedt 23 December a.s. iri
veritmg. f -
EEN UURTJE
„VAN KINDEREN VOOR KINDEREN"
Eenige dagen geleden, heeft de leiding van
voor de microfoon optraden. Deze uitzending
'errast door een nieuw soort .kinderuurtje"
ilult^nd kinderen
De Tsje
het
deri.
kinder
;romoon optraden. Di
vele luisteraars zeer gewaai
-Slownkische pers geeft te k
zijn, dat elke
Dr. K. Stoye schrijft in het tijdschrift „CQ"
iver een aantal proefnemingen met ultra-
ilerbij golfiengtf
M. boven
bruik m
lilk. Wai
•entegen in
wijdte veel
ind de zender zjch in een kel-
de ontvangst weer
Ook door middel van ver
schillende andere proefnemingen is het ge
bleken, dat er groote verschillen zijn tusschen
de ontvangstresultaten op ultra-kortegolven,
die langer of korter dan 5 M. zijn. Over het
algemeen tast
RADIO EN NOORDERLICHT
ns eeno Groenland-expeditie heeft een
laansche radio-operateur onlangs inte-
rschljnsel opgemerkt betreffende
i. Zoodra echter het Noorderlicht v
verd de ontvangst slechter.
.atlons werden zelfs geheel onho
het station
Zoodra di
heel verbroken werd. kon
EEN ZONDERLINGE RECHT
Dat iemand beschuldigd kan worden en te-1 zij hem staande, en sdv eeuwden waar hij
rechtstaan wegens moord op zichzelf ge- ziin slachtoffer eel aten hat». Verbaasd vroeg
pleegd liikt ongelooflijk. De waarheid
dergelijke geschiedenis wordt echter
door onweersprekelijke bewijzen gestaafd.
Het gebeurde nabij Duinkerken. Daar
woonde in het begin der 19e eeuw op zijn
vervallen voorvaderlijk kasteel Victor de
Montbeson, die gravinnen en generaals on
der zijn voorouders had. Zelf had hij geen
titel; hij was.arm geweest, doch door oen
voordeeligen handel had hij zich een goed
fortuin verworven.
In zijn nabijheid woonde de verarmde ba-
in de Verccil, met vier dochters, waarvan
de oudste door de pokken' gesehonden was,
maar het recht had haar echtgenoot den
titel van baron te doen voeren.
Victor vroeg en verkreeg de hand van deze
dochter: Clorinde. Na een maand zou het
huwelijk voltrokken worden en baron de
Verceil. die redenen had om een ontmoeting
tusschen de verloofden te voorkomen, reisde
met zijn dochter naar Spa om daar de ba
den te gebruiken.
Tegen het einde der maand reisde Victor
hem achterna, om zijn bruid naar huis te
geleiden.
Te Verours gekomen werd hij opgewacht
door zijn aanstaanden schoonvader, die hem
meedeelde dat reeds een kamer in het hotel I mogelijk
zijn slachtoffer gelaten hat»* Verbaasd vroeg
hij „Welk slachtoffer?" een oogenblik den
kende aan de arme kat.
Het bleek echter volle ernst: „Je-.hebt mijn
heer de Montbeson vennoord den aanstaan
den schoonzoon van baron de Verceil!"
„Maar menschen. dat ben ik zelf!"
„Je ziet ons toch niet voor gek aan pm
zon'n praatje te gelooven?"
En al zijn betuigingen baatten niets. HIJ
weixl meegenomen naar den commissaris
van politie en een nauwkeurig proces-ver
baal opgemaakt De knechten verklaarden
gestommel te hebben gehoord en eerst een
barsch antwoord te hebben ontvangen op
hun geklop. Later, toen zij allerlei geruchten
in de kamer gehoord hadden en het raam
werd opgeschoven, hadden zij nog eens ge
klopt, geen antwoord ontvangen en hadden
toen de deur opengebroken en niemand
meer gevonden. Bloedsporen wezen naar het
venster, en zoo was het hun gehikt al heel
spoedig den moordenaar te vatten.
Noch hier noch later voor den rechter,
baatte Victor zijn verdediging. De rechter
was overtuigd van zijn schuld. Alleen het
feit dat het lichaam van den vermoorde
niet gevonden was. gaf eenige moeilijkheid
Maar een der getuigen verklaarde, dat het
mogelijk was geweest, het lijk in de rivier
het
besproken was en die daarna in het stadje
nog eenige inkoopen ging doen.
Victor was hiermede zeer ingenomen. Hij
was vermoeid van de reis en wilde graag
goed uitgerust zijn, om op zijn bruid een gun
stigen indruk te maken. Daar de reis vroeg
zou worden voortgezet, schoor hij zich, knip
te z'n bakkebaarden weg om er wat jeugdi
ger uit te zien en wreef met het zelfde doel
zijn haar in met een olie die, volgens het
recept, de meest grijze of witte haren bin
nen zes uur zoo zwart als ebbenhout
maakte.
Na aldus zijn maatregelen getroffen te
hebben, meende hij goedsmoeds in bed te
stappen, toen hij hevig verschrikt werd door
een paar vurige oogen, die hem van onder
zijn slaapplaats aanstaarden. De man was
geen held en voelde zich heel wat luchtiger
toen hij bemerkte met een kat to doen te
hebben. Hij pakte het beest en smeet het uit
het venster, niet echter zonder een paar
krabben in het gelaat te ontvangen, ook
scheurde hij een zijner hemdsmouwen.
Hij sliep zeer onrustig, was benauwd, voel
de tenslotte dat zijn neus bloedde en stond
op om zich te wasschen. De neusbloeding die
hij eerst met zijn zakdoek had trachten te
stelpen, hield op, doch toen hij in zijn hand
spiegel keek, herkende hij zich zelf niet meer
Zijn gelaat was geheel verwrongen, en wat
hij ook deed hij kon het niet in normalen
stand terugbrengen. Van schrik viel de
spiegel uit zijn handen en op den grond in
stukken.
Hij gevoelde zich zoo onwel, dat hij besloot
in den tuin verfrissching te zoeken. Doch
nauwelijks had hij, om niemand anders te
storen, het raam opengeschoven, of er werd
aan zijn deur geklopt. Daar hij zioh in den
toestand waarin hij zich bevend, niet aan het
personeel wilde vertoonen, riep hij terug dat
er niets bijzondere gebeurde en klom toen
uit het venster.
Nauwelijks had hij zich een eind den tuin
in begeven, toen hij werd staande gehouden
door twee koks, die hem met groote messen
achterna kwamen.
Onder de gemeenste scheldwoorden hielden
te werpen die naast den tuin
kasteel stroomde. Deze verklaring werd aan
vaard en de arme Victor ter dood veroor
deeld.
Met ontzetting hoord hij zijn vonnis aan.
Hoe was het toch mogelijk dat men hem voor
zijn eigen moordenaar hield en hem daar
voor met den dood wou straffen. De veran
deringen die hij zelf in zijn uiterlijk had
aangebracht, pleitten nog te meer togen hem
In de grootste wanhoop ging hij terug naar
de cel waar hij was opgesloten.
Zoo brak de nacht aan. Bijna de laatste
van zijn leven. Ten prooi aan de hevigste
gemoedsaandoening en doodsangst trachtte
hij eindelijk toch wat te rusten.
Lang duurde het, voordat ae slaap kwam
en weer was hij even onrustig als in den
bewusten nacht in het hotel te Verours. Na
een bange sluimering werd hij wakker. Weer
gevoelde hij de spier pijnen in zijn gezicnt.
Daar ging de deur van zijn cel open en
een bewaker trad binnen mot een geestelijke,
om hem op den dood voor te bereiden.
Doch toen ze den gevangene aanzagen,
weken ze verbaasd terug. Een geheel ouden
man zat daar, in elkaar gedoken. Terstond
werden de getuigen gehaald, dio in den ge
vangene nu den vermoord gewaanden Victor
de Montbeson herkenden.
Een soortgelijke aanval van beroerte, die
hem eeret misvormd had, had nu zijn ge
laat hersteld. Het was een verschijnsel dat
in zijn familie meer was voorgekomen.
Een paar maanden later bevatten
nieuwsbladen de huwelijksaankondiging
den baron do Montbeson met jonkvroi
Clorinde de Verceil.
de
Dr H.MANNING'S
KINADRUPPELS
EETUJ5T-0PWEKKEND. 1.30 p fl
Nadruk verboden.
89. Vervolgens bracht meester Muizen
vreugd ons naar onze klas. Juffrouw Parel
vacht, zoo heette de onderwijzeres, was juist
aan de natuurkundeles bezig, over de kat.
„Hallo, boys!" riep ik, „aangename kennis
making!" En de heele klas brulde: hoera!
Maar de juffrouw werd geweldig boos
„Foei!" piepte ze. „Dat vind ik onbe-
schaamdL
90. Waarom je nou eigenlijk niet gooien-
dag mag zeggen, als je ergens binnen komt,
begrijp ik niet! Maar de juffrouw zei, dat
het niet mócht en dus ging ik maar op m'n
plaats zitten. Nu, dat verhaal over die kat
interesseerde me niets; dat wist ik allemaal
al lang. Voor tijdverdrijf maakte ik van
mijn zakdoek een mooie strik om de staart
van het meisje, dat vóór mo zat.
(Wordt Woensdag vervolgd.)
FEUILLETON
Door K. STUURMAN
Onderweg kwamen ze langs de plek,
waar de drio jongens hun sportoefeningen
hielden. Van die oefeningen scheen niet
veel terecht te komen, want de jongens
stonden dicht bij elkaar druk te praten.
Natuurlijk hadden ze het over hun laatste
avontuur, en toon ze den rechercheur met
Kees zagen aankomen, greep Karei Rob bij
zijn arm, ruitte en trok, alsof hij hem met
geweld wilde meenemen naar den weg. Rob
wilde eerst blijkbaar niet, maar opeens
scheen hij van gedachte te veranderen en
liep hij zelfs Karei en de anderen vooruit.
Bij den rechercheur gekomen hijgde hij
van het loopon. In zijn vooruitgestoken
hand hield hij een klein voorwerp.
„Mijnhcordit heb ik gevonden
„Jij bent die rakker van daarnet, hé?
Wat heb jc daar? La's kijken't is
een portefeuille
„Van vader, mijnheerKijk u maar,
hier staat H. V. Ik ken het heel goed".
„Hoe heet j'ij dan, jongen?"
„Rob Vérvoorde, mijnheer".
„O, zooben jij dan het zoontje van
den burgemeester?"
Rob knikte,
i Hij voelde zich heel gewichtig temidden
van de jongens, die om hem heen ston- j
den. Hij had ze verteld van den vreemden j
man, die in de schuur gekomen was en j
gezegd had dat hij van de politie was. Tlij
had hun de porteleuille laten zien, dat hij
gevonden had, en toen Van Geyn met Kees
aankwam, had Karei gezegd, dat hij het
aan de politie moest zeggen, van die por
tefeuille. Eerst durfde hij niet erg, maar
toen Karei aanhield, ging hij toch.
„En waar heb je die gevonden?" vroeg
de rechercheur, terwijl hij de portefeuille in
de hand nam.
„In dc schuuronder de bank
ik zag liet zóó maar liggen
„Wat? In de schuur van Mingel? Hm
dat is eigenaardig..Ik zal dat ding
meenemen't Is goed zoo, jongens,
gaan jullie maar weer spelen
De jongens holden terug naar hun tou
wen en stokken, maar van spelen of oefe
nen kwam niet veel. Ze redeneerden over
Kees en Mingel en over het gevonden voor
werp en den politieman. Allen luchtten ze
i hun wijsheid en in één ding stemden ze
overéén: Mingel, die kleine, valsche hoer,
was een dief
De rechercheur was intusschen met de
jonge vluchteling op zijn kamer gekomen.
Onderweg had hij niet veel gezegd, maar
zooveel te meer nagedacht. Nu zou hij Kees
zijn avonturen laten vertellen en dat zou
hem wel verder op weg helpen. Eerst moest
de. jongen echler wat eten hebben. Bene
den in de gelagkamer had hij zich naar
hartelust aan frisch water te goed gedaan
Ien weldra zat hij met een flinke boterham
en een kop thee voor zich, in de kamer van
dejï rechercheur,- J.i..j...
Van Geyn lceek op de klok. Het was zes
uur. Straks, na het verhoor, zou hij nog
even naar den burgemeester gaan, daarna
Kees terugbrengen en dan misschien nog
een onderhoud met Mingel hebben, 't Was
maar goed dat die jongen van Mingel, toen
hij den veldwachter niet thuis trof. door
diens vrouw naar zijn adres was verwezen.
Ze had zeker gedacht dat haar man daar
nog was. Van Geyn was, toen hij het be
langrijke nieuws vernam, direct er op uit
gegaan, maar had met opzet tegenover Min
gel gedaan, of hij daar toevallig kwam,
Kees was klaar. Hij had ferm gegeten en
je kon het aan hem zien, dat hij opgeknapt
was. De rechercheur, die bij het raam ge
staan had, nam plaats op een stoel tegen
over den jongen. Hij stak op zijn gemak
oen pijp op, nam, tusschen het puffen door
Kees eens goed op, en vond dat de jongen
er in het geheel niet uitzag als een door
trapte deugniet m j
„En nou Kees," zei hij, de been en over
elkander kruisende, „moet je me eens het
een en ander vertellen. We zullen best met
elkaar op kunnen schieten, dat heb ik al
gezien. Zeg me eeret maar wat je van plan
was te doen, toen die boer je le pakken
kreeg."
„Ik wou naar het gesticht terug, mijn
heer." I-Iij sprak niet onverschillig, maar
zonder angst of vrees,
„Dacht ik al," merkte de politieman op
een gro te rookwolk uitblazende, ..het zvc
versleven is je niet mcegevf Hen, hé? Mp?;
nou beginnen we van voren af aair. „Waar
om liep je weg?"
„Ik wou naar ouwe Bink toe".
„Wie is ouwe Bink?"
„M'n pleegvader".
„Waar woont die man?"
„Hij woont nergens. Hij zwerft overal
rond."
„Zoozooen waar wou je 'm
dan zoeken?"
Kees haalde de schouders op.
„Goed. Je liep weg, en toen?"
„Ik hen naar Ranüijk gegaan, gapte een
fiets die langs den weg stond, en reed de
Lange weg af. Toen kwam ik bij een half-
afgebroken boerderij
„Op de fiets?"
„Ehneedie heb ik onderweg
in de struiken verstoptde hand was
lek."
„Goed. Je kwam dus op de eenzame hoe
ve. Wat gebeurde er verder?"
„Ik zocht naar water, want ik had erge
dorst, en ineens stond ik tegenover ouwe
Bink."
Kees huiverde, alsof hij het koud hacl
,,Zoodat was dan wel een meeval
ler voor je."
„liahl" zei Kees uit de grond van zijn
hart, „wat een vent was dat! Een vieze
woeste kerel was hijheel anders dan
vroegerVloeken deed hij en lachen
bah!"
Weer huiverde Kees,
„Was je bang van hem?"
De jongen kn'kte levendig. De recher
cheur dacht een oogenblik na. Uit wat
ces zei maakte hij op, dat die zoijrenaain-
0 Bink erg veranderd was in de jaren,
■lie Kees in het gesticht doorbracht Waar-
I schijnlijk was hij van kwaad tot erger ge
komen en was de walgelijke persoon, die
i Kees op de eenzame hoeve ontmoette, heel
anders dan de zwerver, die hij zich in zijn
herinnering voor oogen stelde.
Hij richtte zich weer tot Kees.
„En wat zei die kerel wel, toen hij jc
zag?"
„Hij was in zijn schik. Ik mocht niet
weggaan en toen ik toch wilde vluchten,
werd hij zóó nijdig, dat ik er bang van
werd. Hij smeet me in een hoek en waar
schuwde me niet weg te loopen."
.Woonde hij daardan?"
„Hij hield zich daar verscholen. De po
litie zocht hem, zei hij. Ik hen er wel een
week geweest
„En waar leefden jullie van?"
„Een veldwachter bracht ons van alles.
Brood, vleesch en jenever ook
De rechercheur lag zijn pijpje weg en
liet een zacht gefluit hooren.
„Jaen ik mocht er nooit bij zijn als
hij kwam. Dan moest ik uit de keuken-"
„Kon je dan niet wegloopen?"
„Ik durfde niet. Ik was bang voor ouwe
Bink. Hij had me gedreigd."
„En nu hen je tóch ontvlucht?
„Zaterdag kwam die veldwachter weer.
Hij praatte erg opgewonden met ouwe Bink.
Toen-ie weg was, snauwde de ouwe me af
en scheen hij in een heel kwade hui te zijn.
Even later riep hij me en zei hij dat de
grond te heet werd onder zijn voeten. Hij
kon me niet meenemen, ik moest maar
zien waar ik bleef. Zondag ben ik, na een
homp brood pegel en te hebben, die ouwe
Bink gelukkig achtergelaten had, op weg
gegaan. Ik liep eerst maar raak, kwam op
een verkeerden weg, en ben toen terug ge
gaan naar mijn oude schuilplaats. Vanmor
gen werd ik laat wakker. Ik had erge hon
ger en wou naar het gesticht terug."
Kees vertelde verder hoe het hem gegaan
was, tot hij door Mingel werd opgesloten.
„En heeft die landlooper je niet gezegd
wat zijn plan was?" vroeg Van Geyn.
„Nee, hij heeft niks gezegd."
De rechercheur greep hoed en jas.
„Kom mee, Kees," zei hij vriendelijk. ,AVc
gaan even naar den burgemeester en dan
breng ik je naar „Zonnegloren" terug.
Ze liepen samen naar het huis van den
heer Vervoorde. Deze was gelukkig thuis.
Belangstellend, ofschoon op zijn korte ma
nier, vroeg hij of de rechercheur met het
onderzoek vorderde.
„Ja, mijnheer, er begint wat licht in dc
zaak te komen, hoewel nog veel opgehel
derd móet worden"
Van Geyn vertelde hem wat hij wist. De
burgemeester luisterde aandachtig en ont
stelde van de tijding dat Remmers inder
daad zijn plicht niet gedaan had. Toen
wendde hij zich tot Koes:
„Zoo jongen, ben jij die rakker, die er
tusschen uit gegaan is? Niet zooals het
hoort, vindt je wel? Ais we je nou straks
terugbrengen, ga je er dan weer van door?"
Kees schudde beslist van neen.
••Zoonon, ik wil je gelooven. Geef me
de hand er op enwordt een flinke jon
gen."
Do rerherchour had inmiddels de porte
feuille te voorschijn gehaald en toonde haar
den burgemeester.
„Het bewuste ding,'* zei deze. ,.Roh heeft
het me al in kleuren en geuren verteld.
Wat denkt u er van, mijnheer Van Geyn?"
(Wordt vervolgd)',