ZONDAGSBLAD f S3 1 S ■p B HÈ w|| §i n 31 a u a a a 1 m m S l* B Ii 11 B //M%, n lp x§ S m e» f m 'm' >oren< NIEUWE LEIDSCHE COURANT i.C.7 - DAMRUBRIEK. Redacteur W HOEKSTRA Tulceboomstraai 6, Den Haag Alle nzendingen be'rerrende c voor alie vraags-uki Oplossingen worden binnen d da>an ingawac OPLOSSINGEN. :e rubriek 'e zenden aan bovenstaand adres. i geidi ..WIT BEGINT EN WINT'. en over i4 da jan mat de na n an dar oplossers gepub Vraagstuk no. 341 Auteur: C. HAVELAAR Dordrecht Tot op dit oogcnhlik zijn van de gepubliceerde vraagstukken van Springer geen oplossingen inge komen. Er zijn dus geen liefhebbers voor het uitge loofde boekwerk? Waar blijven de lezers, die zoo gaarne een oplossings-wcdstrijd in deze rubriek wilden zien? Wij hebben naar aanleiding van deze overweldi gende inzendingen geen vrijmoedigheid kunnen vin den de oplossingen te publiceeren. Auteurs van problemen worden verzocht ons tui Jaar geen vraagstukken meer te doen toekomen. „De zolders kraken" UIT ONZEN LEZERSKRING Vraagstuk no. 339 Auteur: J. DE LANGE. Harderwijk WÊ 03 WÊ. m m m m m m m m m W mw m m m 4É s m m m m s w, m Deze eersteling van een onzer trouwste inzend sters is voor verbetering .tbaur. Waarom zwart 4—10 speelde en niet 30—41 is niet duidelijk. Wij plaatsen bet uitsluitend ter aanmoediging. Eenige studie der problematiek en de mogelijkheden op het bord zullen den auteur spoedig het juiste inzicht geven in dit spelgedeelte. Logica cn spelreglement zi j ii ook van toepassing op de problematiek. Zoo tegen Januari heeft ieder weldenkend mcns.ch de ingeroeste gewoonte in z'n bezittingen te rom melen. Zoo vond ik „in mijn rommelkas", om met Felix Timmermans te spreken, een vraagstuk van A. van Dommelen. Het lijkt me zoo op 't oog een gul-probleem. Een ..St. Nicolaas-motief', om eens moe te doen nnn de mode om aan ieder idéé een naam te geven. Het lijkt wat men noemt een: geef-ze-maar- allemanl-weg-motief-probleem. Is het zoo van Dom melen? Dij nadere beschouwing heeft het wel iets weg van een windmolen. Een probleem om draaierig van to worden. Hier is het: Vraagstuk no. 340 Auteur: A. VAN DOMMELEN, Rotterdam m m - e m m m - m i \""m m m wT m m M M 9 m 9 hot „Residentie Dam-Genootschap" simultaanspelen in gebouw „Patrimonium" Stcynlnnn 150. Alle damliefhebbers zijn hartelijk welkom. Gezien de reputatie van den heer P. Klcute kunnen wij lief hebbers aanraden het ontspnnnings-loknal van Pa trimonium met een bezoek te vcrceren. De heer Kleute is 2 maal kampioen van Den* Ilaag geweest cn geniet internationale bekendheid als problemist. m WÊ, 'Wt m 8 '8 a HP a m m m m "m 9 •.-j 3 1 9 Wê CORRESPONDENTIE A. v. D. „In rommelkas" dit probleem van U: Zw.: 6. 9. 10. 1G. 18 20, 24—26, 42. 43. Wit 17. 28. 29, 33, 34, 36. 38. 43. 44, 47. 49, 50. Oplossing 38—32. 42—48(?) faalt op 2430 van zwart. P. W. K. Dank voor toezending' vraagstukken. U bent verhuisd? Dus gelukkie: een dammer. Dat u bekend bent als problemist wist ik natuurlijk. Maar uwe bekendheid in Zwolle hoe kon ik dót weten? Dat lijkt op een geval met een brief eendresseerd aan onzen beroemden lnndgenoot Boerhave. Het adres was: Boerhave. Europa en kwam inder- daad in zijn bezit. J. H. Uwe inzending kwam bij-het afsluiten van deze rubriek in mijn bezit. Alleen de eerste was cor rect. De analyse is een mooi stuk werk en geweldig uitgebreid. Zo is echter niet geheel juist. En daar vind ik zoo waar van onzen jeugdigen vriend Havelaar een dam-uitspatting „om eens in de krant te zetten". Onze lezers weten natuurlijk niot, dat deze dam-enthousiast gedwongen is z'n bed te houden cn van het damspel houdt, omdat het hem zoo fijn door z'n ledige ure helpt. Wie weet: een wereldkampioen ia den dopl? 50 Er zijn wel van die gewichtige dnmredacteuren (wat een mooi woord voor een leelijk ding!) die bij ieder probleem beweren dat „die óf die", het beter bewerkt heeft, of zou hebben. Dat zijn dam mers met baarden, wijs en grijs door de eeuwen. Dat doet me denken aan een viool-speler, die, na dat hij Hubermann gehoord had, z'n „jammer-hout" aan spaanders sloegof aan een kennis van me, die uit liefhebberij componeerde en. na de Pastorale van Beethoven, gehoord te hebben, z'n muziek-papier nuttiger wist te gebruiken en zich uitsluitend ging toeleggen op den verkoop van krui denierswaren, omdathij het nooit zóó als Beethoven zou leeren". Vraagstuk no. 342 Auteur: N. COHEN, Rotterdam 9* mï W VOORDEEL IN DE OPENING Voor beginners is onderstaande opening van be lang, omdat de sterkeren dergelijke spelgangen meerdere malen gebruiken om zwakke broeders snel „in te maken". 1. 31—26 2. 34—30 3. 40—34 4. 32-27 5. 20-21! 6. 27—22 7. 37—31 8. 41X21 9. 33-29 10. 38X161 Zwart: 18-23 20-24 12—18 7-12? 17X26 18X27 26X37 16X27 24X33 OM DEN MEESTERTITEL In groep 2 kwamen de spelers: J. F. Kuijcr, D. H. Mollen kamp (8 p.) en L. de Haan (6 p.) in den e'nd- strijd. Kuyer maakte tegen G. v. d. Waals de volgen de combinatie: Wit: 27. 28. 30 32, 35—38, 42. 43, 45, 47, 48. 49. Zwart: 3, 4. 6. 8-11. 13, 16, 18. 19. 24. 26. Wit: 28-23. zw. 19X28 (op 18X29 volg': 37-31 en -33 met dam); 32X12. 8X17; 30X8, 3X12 met schijf winst DAMMEN IN DEN HAAG Zaterdagavond 29 November n.s. des avonds 8 uur zal de bekende problemist P. Kicutcr Jr., lid vun SPROKKELINGEN DOMINEE'S-VERZU CHTIN G. „Zie ik mijn gehoor aan", sprak onlangs een pre dikaat, „dnn moet ik vrngen: Wanr zijn de armen? Maar let ik op de opbrengst der collecte, dan vraag ik: „Waar zitten de rijken?" UIT LUTHER'S LEVEN. Luther was eens zoo moedeloos, dat hij alle ver trouwen op Gpd scheen verloren te hebben. Zijn vrouw wekte hem op de voleende wijze weer od: Zij sloot de luiken, en op de vraag van I.uther- waarom doet gij dit, was haar antwoord: uw 'rod is dood! Dit bracht Luther tot nadenken, en deed hem zijn vertrouwen herwinnen. DE EENZAAMHEID. Allo krachten, dio van buiten moeten werken, worden in de eenzaamheid toebereid, evenals in don slaap de krachten voor den wakenden toe?ta"d bereid worden. Zonder eenzaamheid raken wij ten laatste uitgeput en gevoelen wij ons ^nrm. Daarom moeten onze krachten zirh gedurig in de eenzaam heid ververschcn, en daarin, in den omgang met God. Dn Costa. HEEFT DIT U OOK IETS TE ZEGGEN? Een rijk koopman, een Maleiër. kwam aan hoord van een Amorikaansch schip en vroeg den gezag voerder of hij niet wat Christelijke traktaten vmr hem had. Zeer verwonderd, dat deze Mnleièr zulk een verzoek tot hem richtte, zoide de kapitein: „Wat wilt gij doen met Engelsche traktaten? Gij kunt ze immers toch niet lezen?" ..Dat is zoo", antwoordde de Mnleiër. door middel van een tolk; „maar desniettemin zijn zij van groot nut. Zoo dikwerf een Engclschmnn handel met mij komt drijven, schuif ik hem zoo'n blaadje voor. en sla hem dan nauwkeurig gade. Neemt hij het op. en kijkt hij het belangstellend in. dan staat het bij mij vast, dat hij mij niet beet zal nemen: werp hij 't echter van zich met minachtenden blik of ruwen vloek, dan wil ik verder niets met hem te maken hebben: hij is dan niet te vertrouwen". De Maleiër moest gelijk kunnen hebben met de zen maatstaf. Zal hij echter nooit de bittere ervaring hebben opgedaan, dat er óók menschen zijn, die wél be langstellend een traktaatje lezen, maar toch geen vertrouwen verdienen? Menschen zeker geen ware Christenen, innar die toch er den schijn van aannemen, omdat zij er belang bij hebben, dat hun onheilige handel ge ekt wordt door een Christelijke vlag? Schande over zulk een Christendom! Schan de over zulke huchclaas! Heeft iemand, die dit leest, wellicht te blozen, bij de gedachte, dat die Maleiër hem ook, maar ten onrechte, vertrouwen zou? ONS RUILBUREAU TE SOEST. De lezers van ons blad zijn in de gelegenheid over tollige bonnen, plaatjes enz. in to ruilen aan Ons Ruilbureau te Soest. Geruild worden: Verkade-plaatjes, Klaverblad plaatjes. Bussink-plaatjcs, Tieleman en Dros-plaat- jes, v. Delft Vogel-plaatjes, enz. Voorwaarden: le. Wat u ons toezendt moet onbeschadigd, de bons geldig en alles voldoende gefrankeerd zijn. 2e. Wij bepalen de waarde van het toegezondché het nnngevraagde. 3c. Wanneer u aan Ons Ruilbureau wilt ruilen, ia het noodig als minimum-bedrag 20 cL aan postzegels hij elke zending in te sluiten ter tegemoetkoming in de onkosten. 4e. Wanneer u iets aanvraagt wat niet in voorraad is zullen wij u er iets anders voor in de plaats zenden. Maak gebruik van Ons Ruilbureau en lees s.v.p. gopd en nauwkeurig de voorwaarden. Correspondeer er over niet Ons Ruilbureau té Soest. TOT DEN TIJD TOE.... irn zal HIJ hunlieden overguven tot dei dat zU die baren zal gebaard lebbe; aai le overigen zUner broederen zich bclcoo de kinderen IsraSls. Zooals een ster van buitengewone helderheid door haar ionkeling de opmerkzaamheid afleidt van haar kleinere zusters aan het firmament, zoo wordt ook J >or de uitspraken in het Oude Testament die mot buitengewone duidelijkheid den Messias prediken de aandacht onttrokken aan de woorden, die dit Messhiunsche licht met minder klaarheid doen aclnjnei.. Maar zooals de groote sterren met de kleine saam de heerlijkheid van den hemel uitmaken, zoo straalt het Messiaansche licht zijn rijkdom uit niet in die enkele uitspraken maar in heel de Schrift. De profetie van den komenden Christus staat in het Oude Testament niet los naast het leven van die dagen, maar wordt als een gouden draad door het borduursel lieengeweven. Zoodat kennelijk heel de historie heengeleid wordt naar de komst van den Beloofde. Anders gezegd, Christus bereidt zijn komst door den loop der geschiedenis. Zoo is het ook gelegen met do welbekende profetie van Micha: En gij. Bethlehem Ephrata, zijt pij klein om ie wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen die een heorscher zal zijn in Israël en wiens uitgangen zijn van ouds, van de dugen der eeuwigheid. Kostelijke woorden. Maar daarbij mag toch niet worden voorbijgezien, in welk verband deze voorzeg ging geplaatst wordt. De Messias wordt aangekon digd in verband met de diepe ellende en smaad waar in het volk verkeert en nog komen zal. Wan* er gaat aan vooraf in het laatste vers van het voorafgaande hoofdstuk, dat de vijand een he leget mg tegen Jeruzalem zal stellen en dat ze den richter Israels met de roede op het kinnebakken aullen slaan. En ja, uit Bethlehem zal een andere, de eeuwige Koning voortkomen. Maar eerst breken er nog bange dagen over het volk aan: do Hecre zal hon overgeven aan hun vijanden en onderdrukkers. Zoo wordt Israels oog gericht op die blijde en zalige toekomst, die de Ileere voor hen heeft bereid. Die toekomst is tevens de eind-uitkomst Na die toekomst volgt geen andere. Als Christus komt, dan breekt met hem -Je heilsdag aan, die niet weer dóór onheilswol- ken wordt verdonkerd of ondergaat in nacht van oordeelen en gerichten, van verdrukking en ellende. Daar mag het oog zich verlustigen, daar bereikt de gcloofsblik den horizon der tijden; daar vindt het moede hart rust van de gedurige teleurstellingen, van de marlelcnde wisseling van uitreddingen met telkens nieuwe ellende. Maar door die bange tijden moot des Hecren volk heen. Telkens leidt hot profetische woord hen op de hoogten, vanwaar hun over de donkere dalen heen do lichtende gezichtseinder wordt gewezen. En ge sterkt door dat uitzicht moeten ze dan afdalen in het duistere pad dat door do diepte heen voert nog pijnlijker door do schuld van hun zonden. VV&s het maar alleen de vijandschap van Gods cn hun wederpartijders, die telkens weer tegen hen ont brandt, de verdrukking zou lets van haar felheid voor hen cerliczcn. Maar nu dragen zij mot zich om liet drukkend besef, dat ze om hun zonden worden over gegeven aan hun vijanden. En dit luatsto verzwaart hun last en verdiept hun smart. Want zeker, die vijanden doen hun onrecht aan. Maar de Hoere die hen aan hun vijanden over geeft doet hun daarmede geen onrecht. Hij is recht vaardig in zijn richten. Er zou dan ook nimmer in het eind verlossing zijn te wachten, als niet bij de macht van hun God om te redden kwam zijn goedertierenheid in het schuld- vergeven. Die goedertierenheid is de diepste oorzaak van hun redding. Daarom zal de onderdrukking door hun vijanden eens eer. einde nemen. Hij zal hen overgeven, maar tot eer bepaalden tijd toe. Die tijd wordt aangeduid als de tijd „dat zij die baren zal gebaard hebbe". En dit behelst meer dan deze woorden schijnen te zeggen. Want dit is iets dat eiken dag honderden malen gebeurt onder de men schen: dat een kind geboren wordt. Maai daarom moet bier een geheel bijzondere ge boorte bedoeld zijn. En in het licht van de vervulling verstaan wij dat hier gezien wordt op de geboorte van Christus, op zijn komst in de wereld. Toon is de heilstijd aangebroken. Toen is hij geko men om al de zonde der zijnen op zich te nemen, om inet zijn offerande al hun schuld uit te delgen cn om door zijn kracht den aartsvijand te overwinnen en zijn volk voor eeuwig van zijn geweld te bevrijden. In het volk, dat de profeet aanspreekt, wordt de gemeente van Christus aangesproken. En die gemeente van Christus is een onder Oud en Nieuw Verbond beide. Daarom grijpt de lezing van de Oud-tcstamentische profetie ons zoo sterk aan. Want dat volk leefde \tal eeuwen te voren en in een geheel ander land, het sprak een andere taal, had andere zoden en gewoon ten. Maar het was toch onder al die andere omstan digheden met ons hetzelfde volk des Heeren. Het is dezelfde God, die zich in zijn Woord ook aan ons heeft geopenbaard. Het is eenzelfde schuld, waar in wij onzerzijds met hen liggen voor zijn rechtvaar dig oordeel. Het is een en dezelfde Verlosser, die door zijn bloed voor hen en ons verzoening teweegbracht. Het is een en hetzelfde heil, dat ons met hen is bereid. Het is een cn dezelfde uitkomst, die ons met hcu toelacht naar Gods beloften. Zoo doorleven wo telken j'are, dat we ons opma ken on de komst van Christus op aarde te godenken, weer die tijd waarin de gemeente des Heeren van den ouden dag naar die komst uitzag. Wc kunnen dat doen. Niet maar in onze verboel- WVW WvJ. iling. Niet slechts door ons in den geest terug te ven- plaatsen naar die vroegere eeuwen. Want dit faalt toch. Dit moet mislukken. Zelfs bij de meest volledige kennis van wat nu nog te weten is blijft er zooveel onbekends voor ons over, dat we ons slechts zeer gebrekkig kunnen indenken, hoe het destijds was. Maar dat waarop het aankomt en dat ons met hen gemecr. is, dat verstaan wij wel. Fn nu is Christus gekomen. Maar hij heeft nog niot zijn verlossingswerk voltooid. Het werk der verzoe ning is volbracht. Maar do uitwerking ervan in de volkomen bevrijding van zonde en ellende toeft nog. Dit maakt onze verwachting in de nieuwe bodee- litig uit. Ook nu wisselen blijdschap en druk elkander af. In üe uiterlijke levensomstandigheden. En in de ge stel lheid van ons hart Ook nu zijn er tijden van vrijheid, maar ook tijden van verdrukking. Ooi nu worden we gedurig weer aangegrepen door de bestraffingen van Gods Woord, die ons in schuld belijdenis voor den Hecre nederwerpen, maar ook ver troost door de vergeving die zijn goedertierenheid ons door Christus bereid heeft. Zij die baren zoude heeft gebaard. En ln beginsel is oe macht van den wederpartij der gebroken: des Hcerei. volk is niet meer overgegeven. Maar nog gaat het telkens door donkerheden en diepten heen. D« ch in dat alles blijft onze verwachting gericht op Hen die gekomen is, maar die daarom eens zal wederkomen. Dio was cn Dio is en Dio zijn zal. <m> NAJAARSDAG. Op de velden, op de stroomen Drijven dampen, kil en nat, Strijken door dc klamme boomen, Sijp'len van hot bruino blad; Drukkend hangt een treurig zwijgen Op liet glibb'rig wandelpad; 't Zeurig drupp'lcn van de twijgen Breekt alleen de stilte wat Lustloos zinkt het stervend loover Op de vochte takken neer. En geen zonlicht glijdt cr over, En geen wind beweegt het meer. Dijzig in de doffe stilte Valt het blad op de aarde neer, En den wand'laar doet de stilte Van dat stille sterven zeer. ZATERDAG 29 NOVEMBER N0. 47-JAARGANG 1930

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 13