(ioirratit MUNHAflp IÜ "LZmTa. Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. BINNENLAND. *5il dagelijksche zending *7*- met 7^nd«!Bbia<) jh cent Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 Zondagsblad riloi afzonderlijk verkrijgbaar No 3211 MAANDAG 24 NOVEMBER 1930 A DVBB2ENT1CN: "an 1 fnt 5 reacts '"'5? bike reeeJ aieer. _0.22y» fnger -£erfeder llngeu van 1—5 regels »2-30 Elke regel meer 0.45 Bij contrnct belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekend10.10 10e Jaargang Dit nummer bestaat uit VIER blader DE WET-DE GEER EN DE BELASTINGVERLAGINGEN VAN DE GEMEENTEN. De tijd is nog niet gekomen voor beant woording van de vraag of de wet op de financieele verhouding, die feitelijk nog in werking moet treden, maar die toch haar schaduwen reeds vooruitwerpt op de gemeentebegrootingen voor 1931, aan de verwachtingen ten volle heeft voldaan. Daarmede zal nog moeten worden gewacht, totdat alle. gegevens definitief vaststaan, op behoorlijke wijze kunnen worden gerubri ceerd en het geheel kan worden overzien. Over de gevolgen der wet zullen wij het cok thans niet hebben. Wel meenen wij een oogenblik te mogen stilstaan bij een andere vraag, n.l. of het in de bedoeling van den wetgever heeft gelegen om een wet tot stand te brengen, die zonder uitzondering voor de ingezetenen van alle gemeent a des rijks een belastingverlaging ten gevolge zou hebben. Er is naar ons gevoelen alle aanleiding om deze vraag onder de oogen te zien, nu hier en daar klanken worden gehoord, die er op wijzen, dat omtrent deze zaak eenig misverstand bestaat Zoo ziet met b.v., in de omstandigheid, dat de een of andere ge meente belastingverhooging, of althans geen belastingverlaging in uitzicht stelt (vooral, wanneer de nipuwe regeling aan die ge meente nieuwe baten toewerpt) een mis- kennbujï van de bedoeling der wet welke men tian geneigd ii te wijten aan de geste van het betrokken gemeentebestuur. Men vraagt dan b.v. „Wat blijft er dan nog'over van de belastingverlaging van de wet De Geer?" Tooh is het standpunt van hen die zoo spreken niet onder alle omstandigheden juist en het verwijt niet altijd gerechtvaar digd. Wij geven aanstonds toe ,dat, daar het Rijk aan de uitvoering der wet 20 30 mil- lioen ten koste legt, het in de eerste plaats de bedoeling is geweest om vermindering van de totale door alle gemeenten tezamen aan haar ingezetenen opgelegde belasting- last mogelijk te maken, voornamelijk in die gemeenten, waar dc gemeentelijke belastim gen tot een schier ondragelijke hoogte zijn opgevoerd. Ook moet worden toegegeven, dat de af schaffing van de forensenbelasting geen andei gevolg kan hebben dan verlaging van belasting voor hen, die door deze heffing waren getroffen. Verder zal men evenwel niet kunnen gaan. Van het tijdstip van indiening der wet af stond reeds vast, dat sommige gemeenten in plaats van voordeel een onvermijdelijk na deel hadden te duchten waardoor de belas tingen ,die tot nu toe, door allerlei omstan digheden, nog zeer laag konden worden ge houden, zouden moeten worden opgevoerd. De regeering heeft daarop in de memorie van toelichting reeds gewezen. Op pag 8 van het wetsvoorstel zegt de regeering nl. handelende over de vooorgestelde ruimere Rijksuitkeering aan de gemeenten: „De (laatste) zal zooals in het vooraf gaande reeds besloten ligt de strekking hebben, d&t deel van de Overheidstaak, dat naar ons Staatsbestel nu eenmaal aan de ge meenten is toevertrouwd en waaraan zij zich, zoo al formeel, toch feitelijk niet kunnen onttrekken, méér dan tot dusver te doen financieren uit de door alle ingezetnen op te brengen middelen. De financiering van die taak drukt op dit oogenblik zeer onge lijkmatig en zou dit, naar te vreezen staat, in de toekomst nog meer gaan doen. Reeds uit billijkheidsoogpunt is dit kwalijk verde digbaar. En uit economisch oogpunt is het in hooge mate schadelijk, daar het pyrami dale lasten legt op een deel, soms het meest werkzame deel der bevolking. Door een regeling, waarbij de gemeentelijke 1 inkom stenbelasting in gematigden vorm wordt unificeerd en overgenomen door het Rijk, zal de noodzakelijke verbetering kunnen intreden". Hieruit blijkt dus duidelijk, dat de ruime rijksuitkeering aan de gemeenten een veel breedere strekking heeft dan alleen die van belastingverlaging en dat door de unificatie van de gemeentelijke inkomstenbelasting toch moeilijk aan belastingverhooging is te ontkomen in die gemeenten waar de druk zeer laag was. Op pag. 14 wordt dit dan oc': nog eens zeer positief gezegd. Daar luidt het aldus: „De ondergeteekenden mogen er ten slotte op wijzen, dat na de totstandkoming van dit wetsontwerp uiteraard door sommige inwoners van het Rijk een iets hooger be drag aan belasting zal worden betaald dan tot dusver het geval was. Dit zal voorkomen in gemeenten, welke thans een zeer lage plaats innemen op de bekende rangschik- kingslijst van het Centraal Bureau voor de Statistiek Dat de verlichting van druk voor de in- tvcners van de zwaarbelaste gemeenten zou. moeten gepaard gaan met verplaatsing van lasten op anderen, heeft de regeering nog eens uitdrukkelijk te kennen gegeven in de volgende bekende zinsnede (pag. 14): „Een regeling van de financieele verhou ding, als waarvoor meermalen gepleit wordt en die zou brengen verlichting van druk voor de inwoners der zwaarbelaste gemeen ten, zonder verplaatsing van lasten op anderen, benevens meerdere bewegingsvrij heid voor tot nu toe te kort gehouden ge meentebesturen, en dit alles onder strikte handhaving van de gemeentelijke autonomie en met heilzame inperking van de vrijheid om onnutte uitgaven te doen, een zóódanige regeling is even onbereikbaar als „de exprestrein, die aan alle tusschepstations stopt", welke eertijds, na eer spoorwegdebat, de korte samenvatting genoemd werd van alle uitgesproken wenschen en verlangens". Hiermede meenen wij te hebben aange toond, en dit. om teleurstellingen te voor komen dat in sommige gevallen de voor- deelen, die de gemeenten uit de nieuwe rege ling genieten, niet uitsluitend zijn bestemd en zullen kunnen worden gebruikt om de gemeentelijke belastingen te verlagen, ter wijl ook niet overal op een voordeel der wet mag worden ge-ekend. Evenwel mag worden verwacht, dat de gemeentebesturen, welke thans over ruimer middelen beschikken, zonder te kort te schieten in de behoorlijke vervulling van hun. taak, er ernstig naar zujlen streven om de voordeelen zoooveel mogelijk aan te wenden tot verlichting van druk. HET GROOTE PROBLEEM. Het vraagstuk der werkloosheid is wel het groote probleem voor vele regeeringen. In Duitschland moet de toestand al zeer precair zijn. Binnenkort vier vijf millioen werkloozen rhet de hunnen," diè eerst werk- lóozenüitkeering genieten, daarna armoe lijden met de steun van armenzorg en dan hongerig en verkleumd, in gehavende kies- ding, de hand ophouden om een aalmoes. De regeering tracht de prijs der levensmid delen zooveel te drukken, als mogelijk is. Doch het baat den werklooze zoo bitter wei nig. Het verschil tusschen noodzakelijk levensonderhoud en ondersteuning is daar voor te groot. Eigenlijk is er voor de regeering dan ook maar één vraag: hoe komen wij deze crisis der werkloosiheid, die van ons arbeidende volk een zedelijk en maatschappelijk weg zinkende troep bedelaars maakt, te boven? Want dat is het groote probleem. In Engeland staat het niet anders. Dat de gemeenteraadsverkiezingen, niet het minst in de fabrieksdistricten zoozeer in 't nadeel der Arbeiderspartij uitvielen, is voor een groot deel te wijten aan het fiasco, dat de Labourregeering leed inzake de op lossing van het werkloosheidsvraagstuk. Een moeilijker probleem kent men ook aan de overzijde van het Kanaal niet. Men zegt, dat Snowden, de groote en knappe roode financier, geweigerd heeft om een leening uit tc schrijven ten behoeve van werkverschaffing aan werkloozen. In dien dit zoo en in deze formuleering juist is, dan zal de oorzaak wel niet geweest zijn onaandoenlijkheid tegenover dit geweldige vraagstuk. Dan is het slechts onmacht en geen onwil, welke men immers bij geen enkelen regeeringspensoon zou durven ver onderstellen. Maar, dan is het wel klaar en duidelijk, dat deize Arbeidcrsregeering in gebreke is gebleven om de rijkelijk uitgestrooide ver kiezingsbeloften inzake werkloosheidsbestrij ding ook maar voor een klein percentage in te lossen. Benauwende zorg geeft dit vergeefsche roepen om arbeid door zoovele millioenen. Maar, dan vraagt men zich todh ook af, of hier te lande alles gedaan wordt om dit kwaad te temperen. De Rijkscommissie voor de werkverrui ming, van welke de voorzichtige Dr. Nolens voorzitter is, heeft dezer dagen in een op merkelijk openhartig communiqué te ver staan gegeven, dat èn de Nederlandsche Spoorwegen, èn de gemeente Utrecht, blijk- haar zonder noodzaak aan buitenlandsche producten de voorkeur geven. In menig geval, zoo wordt medegedeeld, „geeft de directie der Nederlandsche Spoor wegen blijk niet te begrijpen, dat het voor het behoud van verschillende ondernemin gen, tengevolge van den zeer bijzonderen economischen toestand noodzakelijk is, or ders hier te lande te plaatsen en dit zelfs bij gering prijsverschil." En van het Utrechtsche gemeentebestuur wordt verteld, dat in bestekken met name producten van buitenlandschen oorsprong voorgeschreven worden (bedoeld zijn waar schijnlijk materialen voor hout-bestrating), welke ook hier te lande vervaardigd worden. Dit zijn geen losse praatjes, maar mede- deelingen van een regeeringsbureau. En daarom is slechts tweeërlei mogelijk: dat men de fout erkent en van koers verandert, öf, dat onomstootelijk worde aangetoond, waarom men aldus moet handelen. Met minder kan ons volk in 't algemeen en ons arbeidende volk in 't bizonder niet toe. De benauwende plaag der werkloosheid vraagt van ons allen helpende zorg voor hen, die er het eerst en het meest door ge troffen worden. OFFICIEELF BERICHTEN COMMISSARIS VAN POLITIE Bij Kon. besluit is benoemd tot commis saris van politie te Leeuwarden C. Kool, thans commissaris van politie te Rhedcn. AUDIËNTIE De gewone audiëntie van den minister van arbeid handel en nijvrheid zal a.s. Donder dag niet plaats hebben. DIPLOMATIE De nieuwbenoemde gezant van Argentinië bij Hr. Ms. Hof, de heer Zlambi Campbell is ir. de residentie aangekomen. DE TAND-TECHNICI NIET-GESLAAGDEN ADRESSEEREN Het comité uit de tancttcchnici, die niet geslaagd zijn voor het laatste examen adres- seeren aan de Twcode Knmer. Uit het "'oorloopig Verslag was gebleken, dat het meerendccl van de leden van de Tweede Kamer van meening was, dat voor de niet-geslaagde tand-technici een of an dere maatregel zou moeten worden getrof fen, opdat zij op 1 December 1930 niet broo deloos zouden zijn. Uit de Memorie van Antwoord blijkt ech ter, dat de minister geenerlei maatregel zal treffen, om dit onheil tc voorkomen. Tegen den inhoud van deze Memorie van Antwoord zijn volgens adressanten gegron de bezwaren in te brengen, terwijl naar hun meening de minister volkomen gerechtigd is de datum van inwerkingtreding (1 Dec. a. s.) op te schorten. Zij dringen er bij de Kamer met alle klem op aan. maatregelen te nemen, opdat voor komen worde, dat op 1 December a.s. een 60 tot 70 huisgezinnen zonder gegronde re denen broodeloos worden gemaakt. VRAGEN VAN KAMERLEDEN DE PROVINCIALE WEGENPLANNEN. Het lid der Tweode Kamer, de heer Bongaerts, heeft de Minister gevraagd, of hij bereid is aan de Kamer over te leggen of ter griffie te deponeeren ter inzage van de leden een kaart, waarop, behalve de we gen van het herziene Rijkswcgenplan, zijn aangeduid de wegen van de provinciale wegcnplannen? MINISTERS OP REIS MINISTER RETMER NAAR NOORD-BRABANT. De minister van Waterstaat mr. P. J. Reymer heeft heden, vergezeld van den di recteur-generaal van den Rijkswaterstaat dr. ir. J A. Ringers en den referendaris P. J. P. van der Steur een ambtelijk bezoek gebracht aan de provincie Noord-Brabant ter bezich tiging van wegen en spoorwegovergangen in dit gewest. HET PSYCHOPATHEN-ASYL EEN EN ANDER OVER DE VERPLEEGDEN In het Maandblad voor Berechting en Re- classeering, is een statistiekje verschenen be treffende het Leidsthe Psychopathen-asyl, loo- pende over het jaar 1929. Gedurende dit tijdsverloop vertoonde de be volking van het gesticht het volgende beeld: Mannen Vrouwen t.b.g. obs. t.b.g. obs. Op 1 Jan. 1929 aanwezig 4 Opgenomen werden 51 29 5 2 Zoodat werden verpleegd 51 33 5 2 Vertrokken wegens: beëindiging der observatie 26 2 opheffing der terbeschik kingstelling 1 voorwaardelijke idem 1 overplaatsing naar een andere psychopatheninr. 10 andere redenen 1 Totaal 12 27 12 Zoodat de sterkte op 31 December 1929 bedroeg 39 6 4 In 1930 is de vermeerdering van het aantal verpleegden geregeld en in vrij snel tempo blijven doorgaan, zoodat in Juli van dit jaar het asyl voor mannen geheel of op enkele plaatsen na bezet was. (Er is plaats voor 88 mannen en 9 vrouwen, welke laatste in een afzonderlijk gebouwtje gehuisvest zijn). De opening van het St. Paulushuis voor R.K. crimineele psychopathen (onderdeel van de St. Willebrordusstichting te Heilo) bood toen een welkome gelegenheid, een aantal R.K. ver pleegden over te plaatsen. De delicten, welke in 1929 tot de terbeschik kingstelling leidden, waren als volgt: diefstal 14, oplichting 7, verduistering 3, poging dood slag 2, zedendelict 23, landlooperü 2, dronken schap 3, brandstichting 1, schaking 1. Ter observatie werden in 1929 gesteld wegens: diefstal 12. oplichting 7, verduiste ring 3, poging inbraak 1, poging doodslag 2, zedendelict 5, landloopery 1. Omtrent dc geobserveerden werd na psy chiatrisch onderzoek als volgt geconcludeerd: toerekeningsvatbaar 6, verminderd toereke ningsvatbaar nihil, uitgesteld wegens intercu- rente psychose 1, niet uit te maken 2, te za- men 31. Van doze kwamen er 11 in het asyl als terbeschikking-trestelden terug, zulks op grond eener rechterlijke uitspraak. In het bij deze statistiek behoorende artikel geschreven door den heer L. F. Beijerinck, STAATSBEGROTING 1931 BINNENL. ZAKEN EN LANDBOUW. Memorie van Antwoord. Afschaffing van den Z o m e r t ij d, zegt de minister in de memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer over de begrooting van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, niet in overweging tc kunnen nemen. De plannen tot stichting van een na tuurreservaat in het Gooi juicht hij zeer toe en hij betreurt het daarom te meer, dat hem geen fondsen ter beschik king staan om die plannen te steunen. Een uniforme regeling van de bezoldi ging van burgemeesters, secretaris sen en ontvangers acht de minister niet al leen ongewenscht, maar ook niet mogelijk. Tegen ópenhaarmaking van de stukken betreffende de r e 11 et j e s te Maas t richt blijft bij de regeering bezwaar be staan, ook in den beperkten omvang als waarop in het V. V. werd aangedrongen. In de commissie, die zich heeft belast met de feestelijke herdenking van he' verleenen van stadrecht aan Nijmegen, is door den burgemeester de vraag ter tafei gebracht, of de Koningin zou worden uitge- noodigd tot een bezoek aan die gemeente gedurende de feesten. Dc comfhissie deelde de opvatting van den burgemeester, dat de opzet der feestelijke herdenking niet van dien aard was, dat de Koningin tot het bij wonen van een der programpunten kou worden uitgenoodigd. Dat dc uitnoodiging zou zijn nagelaten onder invloed van leden eener politieke partij, is een door geen enkel deugdelijk bewijs gestaafde bewering. Ook bij de feesten te Zwolle was van in vloed eener politieke partij geen sprake. Het rapport van de commissie in zake het dans vraagstuk kan binnen af- zienbaren tijd worden tegemoet gezien. Na ingewonnen advies van het centraal stembureau heeft de minister de voörberei- ring in overweging genomen van een wets ontwerp tot wijziging en aanvulling van de Kieswet op enkele punten. Voor een her ziening der Kieswet rakende het geldende kiesstelsel als zoodanig, acht dc minister voor het oogenblik geen gronden aanwezig. Een nader verslag van het Staatstoezich op het krankzinnigen wezen zal, naar verwacht mag worden, binnenkort ge reed komen. Ook wordt vertrouwd, dat het verslag van de Rijkscommissie voor werk verruiming binnen niet te langen tijd zal verschijnen. Op het gebied van werk verschaffing en steunvcrleening ligt het In he.t, voornemen van den minister om op den ingeslagen weg, welke blijkt de meest juiste ts zijn, voort te gaan. Indien de teostnnden zich onverhoopt zoodanig mochten ontwikke len, dat de beschikbare geldmiddelen ontoe reikend zijn, zal de minister niet aarzelen e,en verhoogd crediet aan te vragen. Uitvoerig verdedigt de minister het door hem gevoerde landbouwbeleid. De regeering zoo verklaart dc minister houdt zich onafgebroken bezig met do op drachten, voor welke de crisis haar plaatst. Indien thans nog geen afdoende maatrege len zijn getroffc-n om de hoeren te helpen is dit in de eerste plaats te wijten aan lier buitengewoon ingewikkelde karakter de vraagstukken eigor., welke zich hier opdoen. Dat dc regeering verscheidene voorstellen der commissie Lo- vnk reeds geweigerd zou heb ben, is niet juist. Slechts ten aanzien van het voorstel dier commissie, om tot ver laging van spoorwegvracht voor tuinbouw producten over te gaan, heeft de regeering na een breedvoerig onderzoek kortelings een weigerend antwoord moeten laten hoa ren op gronden ontleend aan eischen van een goed spoorwegbeleid. Hiertegenover staat, dat de regeering in bet loopende jaar tweemaal een incid.enteelc verlaging van de tarieven voor vervoer van aardappelen heeft bekostigd. Voor het overige heeft de regeering de in de rapporten der commissie neergelegde voorstellen hetzij aangenomen, hetzij in ern stige overweging genomen. De minister geeft een opsomming van dc tot nog toe door m van de commissie-Lovink ontvangen adviezen. Onlangs zijn nog een rapport be treffende vermindering van financieele las ten en een rapport getiteld: „Maatregelen tegen dumping" uitgebracht. Wat het Sui- kerwetje betreft merkt de minister op, dat, indien mettertijd mocht blijken dat dit wetje geen voldoende uitkomsten meer brengt, het oogenblik dan gekomen is om te overwegen of nog verdere maatregelen ge nomen zullen moeten worden om te voorko men, dat de suikerindustrie geheel te gron de wordt gericht. Met betrekking tot het wetsontwerp in za ke een maal- en menggobod verklaart de minister, dat zijnerzijds niet licht ge dacht wordt over zulle een maatregel en dat een deugdelijke en goed sluitende controle zal moeten worden gevonden, welke noch tans geenszins omvangrijk behoeft te zijn. directeur van het Huis van Bewaring te Alk maar, lezen we o.m.: „Het bleek een uitkomst, dat op het terrein van het asyl een oud „gevangenisje" stond, waarvan een dankbaar gebruik werd gemaakt om elementen, die absoluut niet thuis behoor den in de gemeenschap, tijdelijk af te zonde ren en dat tevens dienst kan doen voor het ten uitvoer leggen van disciplinaire na ont vluchting of wangedrag zonder dat kans voor ontvluchting bestond, welke mogelijkheid in het hoofdgebouw zelf maar al te veel aan wezig was; bij het inrichten van deze „ver plegingsinrichting'' was te weinig rekening gehouden, met het feit, dat misdadigers met practische gevangeniservaring maar al te spoedig de zwakke plekken in een gesticht weten te ontdekken en daarvan gebruik maken bij ontvluchtingspogingen". Op last van den minister van Justitie is later nauwkeurig nagegaan, welke meerdere beveiliging tegen ontvluchtingspogingen kon worden aangebracht, zonder dat daarbij het karakter van het asyl als „verplegingsinrich- ting" te veel werd aangerand. Bovenbedoeld „gevangenisje»' deed soort gelijken dienst als thans, toen de gebouwen nog als Rijksopvoedingsgesticht in gebruik waren. NEDERL. MILITAIRE BOND JAARVERGADERING TE UTRECHT In zijn openingsrede herdacht de Voorzit ter Ds. Hoedemaker, die in de afd. Does burg steeds de belangen van de militairein heeft gediend, om dan met eenige hartelijke woorden afscheid te nemen van Ds. Hagen en Dr. Colder, die als lid van het Hoofdbe stuur zijn afgetreden. Het regecringssubsidie verminderde tot 13.000. Trots ale pogingen te bezuinigen is een tekort onvermijdelijk. Hierbij komt nog, dat het H.B. eenige tehuizen heeft moe ten overnemen, waardoor het voor zeer aan zienlijke uitgaven'kwam tc staan. Daarom heeft het een tweetal commisies in het le ven geroepen die de finanticele belangen zullen hebben te dienen, en een derde die zal overwegen in hoeverre het noodig is, met het oog op de saneering der financiën, de reglementen te wijzigen. Intusschen wek te Spr. op om te zorgen, dat er heel spoedig ten minste ƒ5000 aan giften binnenkomt, anders zal de patiënt de crisis niet over leven! Het Jaarverslag lokte weinig bespreking uit. Het getuigde van den bloei der Tehui zen, van de zorgen die de instandhouding eischt. De rekening sluit in uitgaaf en ont vangst met ƒ43001.03 en een nadeclig saldo van ƒ4640.64. Na een opmerking der afd. Nijmegen, stel de Breda voor, pogingen te doen voor de Tehuizen vrijdom van Grondbelasting te krijgen. Tot leden van het Hoofdbestuur worden gekozen W. J. D. Havelaai, luit.-kol. der Artillerie en D. J. C. v Recnen, oud-luit.-kol van het Indische leger. Do laatstgenoemde om den secr.-penningm. teizijdo to staan. Bij de rondvraag deelt Ds. Bootsma een en ander mede over zijn actie ,om middels de correspondenten de bondskas te verster ken. Hij is nog niet aan het einde, zoodat hij over den totaaluitslag nog geen mede- deelingen kan doen. Ds. Hagen sprak een woord van dank en afscheid en wijst er op dat er onder de af- deeüngen zijn die te weinig belangstelling toonen in don Bondsarbeid. Dit is z.i. een der oorzaken van de financieele inzinking. Het anti-mtlitarhmc en onze jongemannen van dezen tijd. Ds. Petersen begint met een verklaring te geven van wat men onder A.-M. verstaat, en op welke wijze het door onze tegenstan ders wordt gepropageerd. Deze propaganda wordt zeer voordcclig beïnvloed door de af keer dis er onder ons veld hcerscht van al les wat den mil. dienst betreft. Hij herinnert aan den Bondsdag v. d. Gercf. Jong. Bond er. de stemmen die daar zijn opgegaan om daar na uit zijn ervaring verschillende gevallen mede te declen, waaruit blijkt dat onder onze jonge mannen, bizonderlijk onder de christelijke onderwijzers niet weinigen zijn die in het A.-M. zog meevaren. „Kerk en vrede" heeft hier ook schuld. Voorts is een minder goede behandeling in kazerne, en kampemenr van veel invloed. Ook niet alle meerderen verstaan dc kunst om de mili tairen aan zich te verbinden. Over het al gemeen zijn de A.-M. oppervlakkig in hun denkbeelden, en komen de mcesten telkens aandragen mat de oude argumenten, over naastenliefde,"gij zult niet dooden, het zwaard van Petrus, enz. Spr. verhaalt op welke wijze hij zulkcn onderricht, maar kan niet getuigen van veel re-ultaat. Slechts een enkele wordt overtuigd van zijn ongelijk ook al kan niemand tegen zijn argumeenton op. Wil men 't A.-M. bestrijden, dan dient men reeds op de catechisatie te beginnen. Ook in de prediking moet er aan gedacht worden. In de gemeente moet meer gedaan worden om het gezag te versterken, en om ons volk te overtuigen van zijn duren plicht, Oranje en Nederland te bewaren en te verdedigen als het moet! Verschillende hecren toonen zich teleur gesteld omdat zij een meer principecl betoog hadden verwacht, Ds. Hagen meent dat hier een taak ligt voor. Pro Rege. Anderen pleitten voor 't houden van 'n cur sus voor de Officieren en Onder-officieren. Velen meenen dat onze jonge menschen worstelen met het probleem en snakken naar eon oplossing. De inleider antwoord uitvoerig, en wijst er op dat het zijn taak was, grepen te doen uit de practijk; geen psychologische be schouwingen te houden, die voor de practijk geen waarde hebben. Van den arbeid van Pro Rege in de kazerne merkt hij niets. En dat er zooveel geworsteld wordt is hem on bekend hoewel hij bijna dagelijks A.-M.en ontmoet. Spr. weet intusschen wel, dat al leen het Evangelie antwoord geeft op de vragen die ook op dit terrein liggen, en dat slechts hij die zich houdt aan het Woord, ook het gezag zal steunen. De voorz. dankt allen voor de wijze waar op zij aan het debat deelnamen, en consta teert dat in den laatsten tijd ook onder hen die niet voor het Woord buigen een meer nationalistisch streven openhaar wordt. Hij wijst er op, dat onze Bond nationaal blijft, ook al bespreekt men een onderwerp als dit op zijn jaarvergadering. De Tehni zen zijn en blijven open staan voor alle mili tairen, ook voor hen die A.-M. zijn. Spr. beveelt het onderwerp in aller studie aan, dankt 't echtpaar Begcmann voor zijn vrien delijke ontvangst in het Tehuis, «ui sluit, nadat Ds. Hagen voorgegaan -is in '"ok zegging, de vergadering. ■tabletten PAST OP! DAT ZIJN HOLLANDSCHE MANIEREN. Een onzer heeft eenige tijd geleden een redactioneele onvoorzichtigheid begaan. Bo ven het verhaal van een sluipmoord in Bali heeft hij als opschrift geplaatst of laten staan (wie zal het zeggen?) „Balineesche manieren" Nu staat het boven alle twijfel vast, dat dit opschrift in geen geval de bedoeling had de Balineezen als sluipmoordenaars te be-, schouwen en geen enkel Nederlandsche lezer heeft er minachting voor het Balineesche volk in gespeurd. Toch versta ik het, dat Dr. B. J. Esser, werkzaam in Poerbolinggo, in het „maand schrift gewijd aan de belangen der (Geref.) zending op het terrein der Provincie Zuid- Holland (Zuid)" zijn leedwezen uitspreekt over de kop van het berichtje. Dr. Esser schrijft: „In onzen tijd breidt zich de kennis van de Hollandsche taal hoe langer hoe meer in Indië uit. Het contact met Nederland wordt ook door de toename van het aantal hier ge borenen, die in Nederland studeeren steeds levendiger In Indië zelf zijn we in een tijd. dat hef nationale gevoel overprikkeld is. Ook de Hollandsche. pers met name de Chris telijke, zal hiermee te rekenen hebben". Dan zegt Dr .Esser verder, dat ons blad zulks niet deed.'Het aangehaalde opschrift was kwetsend en beleedigend, natuurlijk niet opzettelijk, maar uit onkunde. Het Ba lineesche volk, stamverwant aan het Ja- vaansche, heeft een hoog peil van bescha ving bereikt en daarom: „Door zoo'n volk het stempel van bar- baarschheid op te drukken, naar aanleiding van één geval, doet men onnoodig pijn en worden gevoelens van haat tegenover de Hollanders en het Christendom aangewakT Welnu, Dr. Esser houde er zich van over tuigd, dat niemand er ook maar aan dacht om het Balineesche volk het stempel van barbaarschheid op te drukken. Dat weet ik wel, zegt Dr. Esser, maar zoo n opschrift geeft aanstoot bij de Javanen en Balineezen, die uw blad lezen. Het bewijs er van is er reeds. In een vergadering met onze goeroe's vroeg één hun*cr mij of ik gelezen had wat het Maleische blad „N'a- sional" over 't geval schreef. Dat blad scham perde, dat uit het opschrift weer bleek, hoe een blad, dat zich Christelijk noemt niet Christelijk handelt De „Nasional" vergelijkt wat wij deden met de handelwijze van een Inlandsche Cou rant, die boven een berichtje, dat een of andere Hollander een restaurant had ver laten zonder dc rekening te betalen, zou schrijven: „Hollandsche manieren". Stop! U:t dit laatste-blijkt nu duidelijk, dat Dr. Esser terecht vermaant om hoogst voorzichtig te zijn, maar ook, dat de „Na sional" er afkeurenswaardige „Hollandsche manieren" op na houdt. Immers, in plaats van broederlijk te vermanen of ernstig te berispen schrijft het blad zonder meer: Gij noemt u wel Christelijk, doch gij zijt het niet. Dat nu is een „Hollandsche manier" van doen; d.w.z. er zijn Hollandsche kranten en menschen ,die uit één fout van een Chris ten de verwerpelijkheid van het Christendom coneludceren; die onmiddellijk gereed staan om iemand te veroordeelen, als hij één keer uitglijdt; die niet de daad. maar aanstonds den persoon, niet het artikel, maar direct de krant veroordeelen. En dat ik hier van „Hollandsche ma nieren" spreek, hoewel het gelukkig niet voor alle Nederlajiders geldt, bewijst vol doende, dat met „Balineesche manieren" niet op het gansche volk gedoeld wordt, doch op enkelen, die de naam der Balineezen oneer aandoen. ROTTERDAM DE DOELE IN GEVAAR GROOTE ZAAL EN FOYER MOGEN NIET MEER WORDEN GEBRUIKT. Door een toevallige omstandigheid werd, ontdekt, dat enkele onderdeelen van de ge bouwen der sociëteit „Harmonie" (de Doele) sporen van ouderdomsgebreken vertoonen, welke ontdekking aanleiding heeft gegeven tot een direct ernstig onderzoek vanwege de bouwpolitie en de deskundigen van dc sociëteit „Harmonie". Dit onderzoek heeft tot resultaat gehad, dat hedenmorgen vanwege de bouwpolitie het bestuur der sociëteit is verzocht, de groo te zaal cn de foyer voorloopig niet beschik baar te stellen tot het geven van concerten enz. Aan dit verzoek is door het bestuur der sociëteit onmiddellijk gevolg gegeven in afwachting van een eventueel besluit van B. en W. Omtrent de afkeuring van de Doele ver nemen wij nader het volgende: Het besluit van de bouwpolitie om de Doele af te keuren is wel bijzonder ongelegen ge komen. Het is op het oogenblik in het mid den van het concertseizoen en vooral de Groote Doelezaal werd meestal voor de betere concerten gebruikt. Zoo zou morgen een concert van het Resi dentieorkest worden gehouden. Maandag van Symphonia enz. Inderhaast heeft men al deze concerten af moeten zeggen, wat in de con certwereld een schier grenzeloozc verwarring heeft veroorzaakt. Het werd wel zeer be treurd, dat men thans met dit besluit is gekomen. Het Doele-eomplex vertoonde reerte lang ouderdomsgebreken en wanneer dit met herstellingen op te knappen was geweest, zou het. zoo meende men, tooh zeker heter zijn geweest dit in de zomermaanden te doen. Het is nog niet te zeggen, hoe lang het Doclccomplex bui' i gebruik zal moeten wor den gesteld, maa vast staat, dat dit geen kwtvtie van enkele dagen zal zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1