CTmtmnt Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken £BONNEMENTl Par kwartaal ƒ3.25 (Reschlkklngskosten 0.15) jer week 1 0*25. Voor het Buitenland bij VVeke- Ujksr.he zending Bi) dagelijksche «onding 7. Allee bil vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7 A> cenl Zondagsblad niet nfzonderlijk verkrijgbaar No 3201 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 WOENSDAG 12 NOVEMBER 1930 ADVERTENTlÊtf: Van 1 fnt 5 regels f bike regel meer „0.22/j ïng« Aededer llngeb c van 15 regels 2.38 Elke regel meer 0 *5 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan bet bureau wordt berekend10.10 10e Jaargang Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD. HET GEVAL-ALBARDA EEN VERDEDIGING BENEDEN A. P. Het is, zooals we schreven: wie het kwade moet verdedigen, heeft behoefte aan slechte argumenten. Wat Ir. Albarda sprak op de Haagsche meeting, eischte nadere verkla ring. De parlementaire redacteur van „Het Volk" dacht de kwestie af te doen met de hooghartige afwijzing: De militaristen probeeren Albarda een examen af te nemen, omdat hij op ons Haagsche Congres niet heeft geaarzeld te zeggen, dat, wanneer de regeeringen de misdaad van oorlog zouden ontketenen daartegen elk doelmatig middel geoor loofd is, ook al valt het vér buiten het wettel ij k-geoorloofde." Ongetwijfeld, het ging veel op een exa men lijken en de candidaat zakte als een baksteen; maar wat is dat toch voor een oud-liberale eigenwaan bij de S.D.A.P.: „als onze leiders spreken hebben anderen slechts eerbiedig te luisteren?" Een hooge toon was nooit bewijs van kracht; laten de heeren dat wel out houden. De heer Albarda heeft dan ook geen oogen bl.k een houding aangenomen, alsof hij op de vragen niet wilde ingaan. Maar, gelijk hij vorige week in de roode pers schreef: hij had liever willen wachten tot de alge- mecne beschouwingen. Trouwens, het getuigt van waardeering, als men iemand een nadere verklaring van een in 't openbaar gedane uitspraak vraagt. Het is voor ons land van 't grootste belang om te weten, hoe de S.D.A.P. staat tegen over het vraagstuk der landsverdediging. Het was echter beneden de standing van den heer Albarda om zich te verdedigen, zooals hij nu in zijn pers deed. Hij stelt het daarin voor. als of men hem aanviel om daardoor de aandacht van de vlootplannen af te leiden. Een laag-bij-de-grondsche bewering en ab soluut onjuist, omdat de S.D.A.P. zelf niet alleen de vlootplannen, zoo politiek als technisch, beoordeelde, maar ook het ge bruikelijke ontwapeningsvuurwerk liet af steken. Het onderzoek naar de waarde van de bekende uitspraak was dus uitermate ge past en belangrijk. Beneden Albarda's peil is ook, dat hij thans weer de zig-zag-lijn der roode politiek door trekt. Eerst de revolutionaire taal; daarna de ontkenning, dat het tegen de Nederland se h e regeering bedoeld was en nu (na de links-roode critiek!) weer de beperking. Deze verklaring nu, dat mijn woorden niet in het bijzonder tegen de Nederland sche regeering gericht waren, werd door den heer Van Dijk verstaan alsof zij in het geheel niet voor een Nederlandsche regeering bestemd waren. Is dat nu iets meer dan woordenspel? Het blijft bij geven en nemen. Absoluut niet te gen Nederland gericht; heet het in de Kamer. Doch daarna: De overtuiging, dat de tegenwoordige regeering geen oorlogsplan koestert, dipnt eerlijk uitgesproken te worden. Maar die overtuiging beteekent niet gerustheid over de toekomst. Zij heft den plicht tot waakzaamheid niet op. Want: Wie zou ons durven waarborgen, dat niet in Nederland een regeering kan ver schijnen, tot een minder behoedzaam be leid in staat? Wie waarborgt ons, dat. als een nieuwe wereldoorlog uitbreekt, deze in Nederland een regeering zal vin den met evenveel zelfheheersching als het kabinet-Cort van der Linden van 1914 tot 1918 aan den dag legde? Is men de gevaren vergeten, waaraan Ne derland in die oorlogsjaren heeft bloot ge staan? Herinnert men zich niet meer. hoe toen een groot dagblad voortdurend een felle oorlogsstemming trachtte te kwee ken, die ons land tot deelneming aan den gewapenden strijd had kunnen bewegen? Heeft de heer Albarda wel nagedacht over deze nog nadere verklaring? Hij herinnert aan de houding van een groot dagblad, dat voortdurend een felle oorlogsstemming trachtte aan te kweeken; en. met rechtl Maar. als we de sociaal-demo craten wijzen op hun houding van heden welke zoozeer afsteekt tegen die van tien a twintig jaar geleden, dan venveren ze zich met de opmerking: Dat is oude plunje; se dert allang afgelegd. De heer Albarda grijpt hier echter terug naar die tijd. Maar hij zal zich toch ook wel herinneren wat zijn partijgenoot Vliegen toen schreef? Het is de mpeite waard om dit nog eens In herinnering te brengen. Op 5 Aug. 1914 schreef de heer Vliegen o.m. dit in „Het Volk" onder het hoofd: „Hollands' positie": Wat onze eigen, Hollandsche, positie be treft, ze is door den inval in België en door het uitbreken van den Engelsch Duitschen oorlog, meer .an akelig ge worden. Het is een positie, die ons er toe kan brengen de Belgische te benijden. Want, 't moge dan zijn zoo 't wil, België staat door den loop der zaken tenminste aan den goeden kant. Het weet waar het staat, terwijl wij de speelbal zijn van omstandigheden, die wij zelf niet maken, waarop wij zelfs geen invloed hebben. Een bijkomstigheid van hoogst emsti gen aard is nog deze, dat een botsing met Engeland onmiddellijk onze koloniën in het geding brengt, zoodat deze bot sing, zooals de zaken thans staan, vóór alles te vermijden is. Duitschland voert een politiek van een aard, dat het onzer zijds geen offer waard is. En bij dit alles komt de benauwende gedachte, dat, wint Duitschland den strijd tegen België en Frankrijk, 'de onaf hankelijkheid van ons land niets meer is dan een stuk glas in handen van een athleet. Ook maar het geringste bij te dragen ons in die positie te brengen, ware mis daad. En de vraag kan opkomen of een ingrijpen onzerzijds om de Fransch-Belgi- sche kansen te versterken, uit een oog punt van zelfbehoud geen wijze politiek is Er gaat door ons volk een sterk gevoel van solidariteit met het aangerande na burige land, welks bewoners voor het grootste deel zijn van Nederlandschen stam, en het ware voor heel het natio nale leven van ons land een debacle als wij niet een positie kozen, die met dat gevoel van solidariteit in overeenstem ming is. De volgende dag verklaarde Mr. Troelstra wel in de Kamer en het partijbestuur in „Het Volk", dat Nederland strikt neutraal moest blijven en de schrijver wou ons wel wijsmaken, „dat zijn beschouwing volstrekt niet de strekking had om aan te sporen het stand punt van de neutraliteit te verlaten", maar dat is toch wat al te veel gevergd. Wanneer hij eenige jaren later zijn boek over de S.D.A.P. „Die onze kracht ontwa ken deed", schrijft, dan veroorlooft hij zich de tirade: „En in alle landen schaarden ook de arbeiders zich in 't gelid, om voor eigen land en volk te strijden. De nationale ge dachte, tot nationale razernij opgezweept overheerschte het internationale gevoel En in een ontzettendèn stroom van vuur en bloed gingen de volkeren boeten voor het helaas niet te loochenen feit, dat ze de vredesboodschap van het socialisme niet hadden begrepen." Doch dan had de heer Vliegen wel eens eerst aan zich zelf mogen denken. Gelijk ook de heer Albarda aan eigen par tijgenooten in 't buitenland, maar ook in 't binnenland behoort te denken, als de Ne derlandsche Fabrieksarbeider schrijft: Wij weten niet precies wat er, als het onheil van een waanzinnigen oorlog over ons mocht komen, gedaan moet worden om dezen te verhinderen. Vooruit weet men dat niet en als men het wel weet, zegt men het niet Dat de arbeiders zich willoos ter slachtbank zouden laten voe ren, achten wij echter uitgesloten. Het besef aan te kweeken, dat alle mid delen. welke dienstig kunnen zijn om een oorlog te voorkomen, dienen te wor den aangewend, is een streven, dat onze beweging zich ten doel heeft te stellen." Dat is duidelijker taal, dan die van Al barda. En deze heeft weinig recht om ons te betichten, dat wij zijn revolutionaire woorden niet goed willen verstaan, als de eigen vrienden er nog veel meer in lezen dan wij. De S.D.A.P. rijdt hopeloos vast in het slop der eenzijdige ontwapening. OFFICIEELE BERICHTEN RECHTERLIJKE MACHT. By Kon. Besluit is herbenoemd tot kanton rechterplaatsvervanger in het kanton: Zeven bergen J. A. F. Peters; Schoonhoven mr. F. L. J. E. Rambonnet; Breukelen-Nyenrode mr W. baron Roëll; Tholen A. F. Hanssens; Groningen mr. dr. J. E. Hesse; Rotterdam mr. F. v. Raate; Harlingen A. Klein. Benoemd tot kantonrechter-plaatsvervan- ger in het kanton Hoogeveen B. S. A. Klop, inspecteur der directe belastingen, invoer rechten en accijnzen te Hoogeveen. DIRECTE BELASTINGEN By Kon. besluit is benoemd tot hoofdin specteur der directe belastingen te Rotter dam, de inspecteur der directe belastingen J. Andreae te Nijmegen. Op verzoek eervol ontslagen uit 's rijks dienst G: ten Bruggen Cate als ontvanger der successierechten nr. 2 te 's Gravenhage. De inspecteur der directe belastingen, enz. G. J. R. Slotboom te Valkenburg, is ver plaatst naar Alkmaar en aangewezen als hoofd van de inspectie der directe belastin gen enz, 2de afdeeling aldaar. STATIONSCOMMANDANTEN. Bij Kon. besluit zijn op verzoek eervol ont slagen als stationscommandant de gepensi- onneerde- luitenant-kolonel van het Neder- landsch-Indische leger J. J. M. Oosterman en de gepensionneerde kapitein van het le ger hier te lande W. K. van Borselen. RESERVE-VELDPREDIKER. Bij Kon. besluit is benoemd tot reserve- veluprediker voor den tijd van oorlog by het leger te velde ds. M. Onnes Mzn., predikant te Zutphen. ONDERSCHEIDING. Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau H. H. Kramer, architect te Leeuwarden. HET MAAL- EN MENGGEBOD ONTWERP TARWEWET INGEDIEND Bij de Tweede Kamer ie een wetsontwerp betreffende een maal- en menggebod inge diend. Volgens de memorie van toelichting mo gen de door de Regeering te nemen maat regelen een zoo min mogelijk kunstmatig karakter krijgen en voor zoover zij zulks wel moeten doen. kunnen worden terugge nomen zoodra de toestand zich wederom normaal laat aanzien. Alleen dan wanneer het landbouwbedrijf zich niet kan behelpen of zich zolf zou moeten behelpen op een wij ze, welke ui-t een oogpunt van algemeen landbouwbelang geen aanbeveling verdient, behoort, met inachtneming van bovenge noemde eischen, te worden ingegrepen. Eij den akkerbouw doet zich het laatstbe doelde geval voor. De raad toch wordt wel eens gegeven om de akkerbouwbedrijven om te zetten in gemengde of zuivere veeteelt bedrijven. Hiertegenover zijn echter zeer ernstige bezwaren aan te voeren: de Neder landsche landbouw zou aan het gevaar wor den blootgesteld zich te ontwikkelen in de richting van groote eenzijdigheid, hetgeen bij de tegen oordige alomheerschende nei ging tot bescherming van onze voornaamste afnemers 6tellig niet zonder gevaar is. Daarbij komt dat ook zonder bescherming de concurrentie op onze voornaamste bui- tenlandsche markten, wat betreft de zuivel producten. steeds scherper wordt. Bovendien mag met vergeten worden, dat de veeteelt bedrijven in het algemeen veel minder ar beidskrachten behoeven dan de akkerbouw bedrijven. zoodat naast andere ongewensch- te gevolgen van omzetting uitbreiding der werkloosheid onder de landarbeiders moet worden gevreesd. Met het oog op de vele bezwaren tegen bedoelde omzetting, meent de minister van Binnenlandsche Zaken, dat moet worden ge poogd de rentabiliteit van den akkerbouw zelf op te voeren. Op het oogenblik zijn er geen vooruitziohten. dat Iang6 den natuur lijken weg deze rentabiliteit binnen afzien- baren tijd kan worden herkregen. Overwogen moet derhalve worden, of van overheidswege bijzondere maatregelen kun nen worden getroffea. en daarbij is gedacht aan het veelvuldig toegepaste maal- en menggebod van inlandsche tarwe, waarbij voorgeschreven wordt dat in het meel of de bloem voor het bakken van brood gebruikt een bepaalde hoeveelheid meel of bioera af komstig van binnenlandsche tarwe moet zijn verwerkt De in ons land geproduceerde tarwe wordt voor een gering deel gebruikt voor den Jit- zaai, naar schatting 7o00 ton, voor een niet onbelangrijk deel. 50 k 60.000 ton, voor kip penvoer, voorts voor de bereiding van onge- build brood, biscuit, koek, boerenbrood en voor een gering deel voor bloemfabricage. Voor de bereiding van broodbloem wordt bijna uitsluitend buitenlandsche tarwe ge bruikt Voor de binnenlandsche broodvoorziening is invoer van buitenlandsche tarwe en tarwe meel (bloem) noodig ter waarde van plus minus 91 mil Moe n gulden. Deze groote invoer vindt zijn oorzaak in bet feit, dat in het algemeen door de ont wikkeling van den landbouw in het buiten land de tarweteelt in Nederland is terug gegaan en men zich in Nederland niet in de eerste plaats heeft toegelegd op de productie van tarwe van goede bakaard. terwijl kli maat en landbouwkundige omstandigheden de buitenlandsche tarwe reeds een natuur lijken voorsprong geven. De statistieken wijzen uit dat de opper vlakte met tarwe bezet van 1851 tot 1928 is teruggeloopcn van 81.564 H.A. tot 59.943 H.A En voor het vervolg is, indien geen steun aan de tarweteelt wordt geboden, een in grijpende vermindering te verwachten. Nu is het niet mogelijk de binnenlandsche behoefte aan bioem geheel uit de binnen landsche productie te bevredigen, maar wel is progressie ten gunste van de inlandsche tarwe aan te brengen. Alleen hooge rechten op den invoer van tarwe zijn blijkens de ervaringen in het buitenland niet voldoende. Met het vo-v te schrijven percentage mag men overigens niet te ver gaan; de beschik bare hoeveelheden zouden dit trouwens ver bieden, terwijl de tarwe die thans in Neder land wordt verbouwd, niet geschikt is om alleen den grondslag voor broodbloem te vormen wegens den minder goeden bakaard. Op grond van proefnemingen staat echter vest, dat binnen bepaalde grenzen een men ging van'binnenlandsche met buitenland sche tarwe al6 bloem een product geeft, dat in geen enkel opzicht voedingswaarde of andere belangrijke eigenschappen van het brood z-)l doen verminderen. Bij het huiddg wetsontwerp nu wordt de regeering de bevoegdheid gegeven om voor ti schrijven, dat tarwebloem en tarwemeel van bepaalde samenstelling moeten zijn, d.w.z. een zeker percentage bloem en meel afkomstig van Nederlandsche tarwe moeten bevatten. De uitvoering van dit voorschrift, welke volgens het ontwerp nader bij algemeenen maatregel van bestuur zou geschieden, kan men zich op verschillende wijzen denken, biiv. door een maalgebod voor maalderijen, gepaard gaande met een menggebod voor importeure of ook een menggebod voor bei de categorieën, waarbij het geenszins on denkbaar zou zijn, dat door bemiddeling van de regeering het inlandsche meel of de inlandsche bloem van uniforme samenstel ling zou worden ve; trekt De invoer van tarwe, meel en bloem blijft vrij. Nochtans moeten zoodanige meatrege- iei. worden genomen, dat het niet vermeng de product niet vrijelijk in den handel kan komen en zou concurreeren met het ge mengde. Voorts moet rekening worden ge houden met hen, die uit technisch-econo misch oogpurt zijn aangewezen op het uit sluitend gebruik van onvermengd meel of onvermengde bloem. Ook deze aangelegen heid is bij algemeenen maatregel van be stuur te regelen. Ten aanzien van het vast te stellen per centage wordt in de memorie va.n toelichting opgemerkt, dat een algemeen cijfer daarvoor uiteraard niet is aan te geven. De hoeveel heid, kwaliteit en geschiktheid van het bin- nenland6Ch product eenerzijds, anderzijds de vree6 voor diep ingrijpen met kans op averechtsche gevolgen zijn de voornaamste punten welke bij de bepaling van het per centage van invloe.. zijn. Het is niet te verwachten, dat de land bouw, indien Je gelegenheid tot ruimeren afzet wordt geschapen, daarvan misbruik CRISIS-CULTUUR Een kijkje bij de Coöperatieve Suikerfabriek te Zevenbergen. Bergen suikerbieten worden opgestapeld om verwerkt te worden tot suiker en pulp. Trots alle moeite levert I dit product den landbouwer echter geen behoorlijk bestaan op. zou maken door uit speculatief oogpunt de binnenlandsche tarwe terug te houden. Mocht dit onverhoopt het geval zijn dan zou door verlaging van het percentage daarin kunnen worden voorzien, Hiermee zou echter de bedoeling van de onderhavige wetsvoordracht niet worden verwezenlijkt, zoodat de mogelijkheid tevens is geschapen bij algemeenen maatregel van bestuur bepalingen vast te stellen betreffen de levering van inlandsche tarwe. Eenzelfde bevoegdheid is ten aanzien van de afleve ring van binnenlandsch meel en binnen landsche bloem voorbehouden. In verband met het groot aantal belang hebbenden bij deze regeling: landbouwers, maalderijen, bakkers, meel-importeurs en met de zeer bijzondere en veelal ingewik kelde eigenaardigheden van het maal- en bakkerijbedrijf, en den handel, kwam het wenschelijk voor het in leven roepen van een orgaan mogelijk te maken, dat de re geering bij de uitvoering van dit voorstel els het eenmaal wet geworden is bijstaat en adviseert. Volgenc, de bepalingen, die het ontwerp dienaangaande bevat zal deze com missie door de Kroon worden benoemd na hnoring van de eveneens door de Kroon daartoe aangewezen organisaties van be langhebbenden. DE HANDEL MET RUSLAND Een schrijver, die bijzondere reden heeft om zijn naam niet bekend te maken, zond dezer dagen aan Dr. F. J. K r o p te Rotter dam de volgende brief: Met buitengewone belangstelling las ik de ingezonden stukken, betreffende den handel met Rusland. Het wordt meer dan tijd, dat de wereld begint te ontwaken en zich bewust wordt wat er om hen heen plaats grijpt. Een groep menschen heeft zich fnecster gemaakt van de rijkdommen van een ge- heele natie en gebruikt deze om de rest der wereld te vernietigen en op de puinhoopen een Staat te vestigen, waarin slechts plaats is voor de ellendigste soort van slavernij uoii door de menschheid ondervonden. Zij verkoopt haar producten bewust onder isderen prijs, om hiermede schrik te ver- spieiden, waardoor de economische crisis steeds scherper en scherper wordt en hoe langer hoe meer het leger der werkloozen aangroeit totdat de Staat niet meer in staa» zal zijn nog langer fondsen te verkrijgen van hen die door een gelukkig toeval nog geld verdienen of bezitten. Niet alleen dat zij de bacillen van revo lutie hiermede met milde hand om zich heen verspreidt, doch tegelijkertijd wordt er een aanval gedaan op de boerenstand, die zeker binnen niet al te langen tijd niet meer de noodige gelden zal bezitten om het land te bebouwen. Indien zoo'n toestand eenigen tijd aanhoudt, is de wereldhongersnood zeker. In alle staten bevinden zich kapitalisten en bankiers, die hun werkkracht en geld in dienst van deze duivelsche organisatie stel len en onbewust er toe medehelpen het plan te doen gelukken. Er moet een organisatie komen in de we reld, die zirh zal gaan verzetten tegen deze methoden en een wereldboycot tegen Rus land zal gaan organiseeren. Het is niet alleen een nationaal belang voor werkman, boer en kapitalist, doch tevens een van moraliteit Het is immoreel om goederen te koopen, die gestolen zijn of waartoe de menschen on der bedreiging van hun leven moeten mede werken ze te fabriceeren. Nog immoreeler, wanneer men het bewust zijn heeft, dat met de opbrengst van de ver kochte goederen een complot gesmeed worm door een organisatie wier doel he-t is de wereld te territoriseeren en door het kunst matig doen ontbranden van revolutie, aan haar wil te onderwerpen. Wij moeten de wereld er toe opwekken niet langer meer hun werkkracht of hun geld of intelligentie in dienst te stellen van vernietigende krachten, doch alleen deze te gebruiken in dienst van de wereld. Wij moeten leeren, dat de materie niet door God is gegeven om deze te misbruiken, doch alleen om haar te gebruiken in dienst van onszelf en in dienst der menschheid. niet tot een vloek doch alleen ten zegen, Hier ligt een ontzaglijke taak voor de we reldpers om de goede krachten in de wereld te mobiliseeren tegen de krachten der ver nieling en misdaaj. Een dergelijke organisatie geleid door wel denkende geesten zou de grootste kracht kun r.en worden ter vernietiging van het oorlog? geweld in de wereld en één der grootste mo •-•elijkheden in dienst van de wereldvrede. BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD BAZARWEELDE. ZONDE-ELLENDE. MENSCHENGROOTHEID. Daar is weer zooveel om over te schrijven. Men zou een brief kunnen vullen met over Bazarweelde te schrijven. Niet enkel over de groote toewijding die spreekt uit zoo me nig kostbaar stuk werk voor de bazar ge reed gemaakt Over de verblijdende op brengst, resultaat van druk bezoek en veel reclame. Maar ook over, als ik het zoo mag noemen, de hoogconjuctuur in dit bedrijf, die het de doorsnee-mensch onmogelijk maakt al deze gelegenheden te bezoeken. Werkelijk het kan ook te erg worden. Niet alleen dat de eene bazar de andere in weg staat, en de opbrengst van alle bazars naar beneden zal gaan ma~i men kan ook van het publiek te veel vragen. Daar zijn er nu eenmaal, die zich aan aller lei bazars niet onttrekken kunnen al is het voor velen toch werkelijk te zwaar. Vooral in tijden als nu, waarin voor velen de moeilijkheden zich vermenigvuldigen, kan de bazarweelde een oorzaak van groote zorg worden. Eenige matiging en eenige de centralisatie lijkt ons hier aanbevelenswaar dig ook al stemmen wij toe dat ons volk in het algemeen graag en op allerlei manieren geeft en de bazar, trots de bezwaren die er wel eens tegen worden aangevoerd, toch ook velen in de gelegenheid gesteld om iets te geven waarin zij hun. arbeid en hun liefde hebben gelegd. Daar was zeker ook een brief te vullen over de verworuing van het leven, naar aanlei ding van zooveel voorvallen in het stads leven die ons tot ernst stemmen en met zorg vervullen. Wie denkt niet met huive ring aan wat wij gelezen hebben over het afschuwelijk drama in den toren van de Ge- rardus Majella Kerk aan het Ambonplein. Een droevig bedrijfsongeval, dachten wij in Maart 1929. Een man die boven aan den toren zijn werk moet doen, en die tengevolge van een misstap wellicht, zijn leven verloor. En nu, na wat wij van de nadere onderzoe kingen hoorden, staan wij voor een feit, zoo verschrikkelijk, als wij het zelfs in dezen waarlijk niet sentimenteelen tijd toch maar zelden hebben gehoord. Een man, zoo schijnt het althans, door zijn compagnon hoog verzekerd met de bedoe ling hem straks te doen verongelukken. En als het is gelukt, en het geld is opgestreken, dan hooren wij niet van een leven door angst en wroeging verteerd, door berouw gebroken en gelouterd, maar dan hooren wij van een nieuwe poging om een andere com pagnon, den zelfden weg te doen gaan, zoo het mogelijk ware nog hooger winst uit dit bedrijf binnen te halen. Als de mensch God loslaat, waartoe komt hij dan? En, want hier past het ons allen in diepen ootraoet te buigen: „Wat is de mensch dat God hem gedenkt? Zeker de mensch kan iets. Denk aan de geweldige vliegboot Do X. Hoe is de mensch voortgegaan de lucht te veroveren. Eeuwen lang heeft men gezocht ui langzamerhand heeft men den weg gevonden, maar nu ii een korte spanne tijds is het met reuzer schreden vooruit en zooals wij vroeger bij de ontwikkeling van de scheepvaart spraken van zeekasteelen, zoo kunnen wij thans, maar in anderen zin dan wij dit gewoonlijk doen van luchtkasteelen spreken. „Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen" staat er, en inderdaad hoe groot is het kennen en kunnen van den mensch. En toch, voor zoovele problemen, ook economische problemen, weet de mensch geen raad. Eiken dag opnieuw blijkt ook weer de be perktheid van ons kunnen. Ook technisch. Ieder denkt dan weer aan de geweldige Titanic, het schip uit de sprookjes van Dui zend en één nacht, vermorzeld tegen een dood stuk ijs. Aan het Engelsche luchtschip, ook zulk een technisch wonder waarvan de overblijfselen ons prediken de vergankelijk heid van al ons werk. En toch mogen wij ons verblijden in dit groote en geweldige, dat God Zijn me.nschen laat zien en laat maken. Mogen wij maar leeren er mee te eindigen in Hem. Menschen-grootheid! Wij dachten daaraan ook toe.n tot aller verwondering Prof. Dr. A. M. den Hartog benoemd werd aan onze stedelijke Universi teit. En ij dachten daarbij toch niet aan de benoemde zelf, over wiens beteekenis als wetenschappelijk man, nog wel wordt ge twist, al ontkent niemand dat hij is een zeer bijzonder man, met singuliere gaven. Neen, wij dachten aan het hooghartig oor deel van sommigen die zich gaarne verlicht en gaarne wetenschappelijk noemen, dal iemand die ten leste buigt voor Gods getui genis, geen echt wetenschappelijk man is. Uw Kindje Moeder, Uw kindje zal niet half zoovee! zorg geven als U het huidje maar droog houdt met Purolpoeder en de branderige of stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit verzacht dadelijk en geneest spoedig. Purol en Purolpoeder zijn verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten 7. \f. ALTIJD DIPLOMATIEK Minister Jlir. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beeron- brouck (de naam zegt reeds genoeg), is een geboren regent; dat wisten we al lang. Doch thans blijkt, dat hij ook een knap diplomaal is; een minister op-en-top, die altijd het juiste woord weet te kiezen, al klaagt mtn dan ook over de stijl van de Troonrede. De boeren zitten, als men weet, bij de klaagmuren van hun afbrokkelende bedrij ven en zinnen op middelen, welke baat kun nen brengen. De Flakkeesche boeren, de vorige week in protestvergadering bijeen, hebben zich krachtig uitgesproken voor een maal- en menggebod, omdat dit h.i. de kwaliteit van liet brood niet schaden en de binnenland sche tarweverbouwers baten zal. Eén der aanwezigen deelde mee aan Minis ter Ruys twee brooden te hebben gezondeu, een bruin brood en een wittebrood, beido uit inlandsche tarwe gebakken. De minister begreep natuurlijk dirpct do bedoeling. Het Flakkeesche brood werd bij de lunch van het ministerieele gezin geser veerd en door de aanzittenden gewaardeerd Als ik niet onjuist ingelicht ben, dan had men ook Dr. Nolens gevraagd (want „gees telijken" eten ook!) en moet men in het huishoudboek van Mevrouw Ruys een ver trouwelijke verklaring opgenomen hebben van ongeveer de volgende inhcud: Heden aten we zulk kostelijk brood als we vroeger in Rolduc en op het voorvaderlijk slot in Limburg gewoon waren. Maar, een minister kan natuurlijk zoo'n.... oprecht, pardon, ik bedoel, zoo 'n.... b e s Is r antwoord niet geven. Het moet diplomatiek gesteld zijn. En daarom vertrouwde minis ter Ruys het geven van bescheid niet aan zijn vrouw toe (hoewel vrouwen in de regel zulke karweitjes beter op kunnen knappen dan mannen), want hier waren geen zoete doch politieke broodjes gebakken en het ant woord moest daarom in departementale taal gegeven worden. In antwoord op uw massieve zending van vorige week, deel ik u beleefd mee, dat ik met mijn gezin beide brooden met belang stelling heb geproefd. Voor den Minister en zijn gezin de Secretaris-Generaal, w.g. KAN. Daar moet ge toch maar Minister voor zijn om iets met belangstelling te proeven. Anderen eten het met smaak of ook met lange tanden, maar de Minister proeft het met b e 1 a n g s t el 1 i n g. Was 't smakelijk, ja dan neen? Wie zal het zeggen? Het geheele gezin was vol be lang s t e 11 ig, gelijk dat "n ministerieele huishouding past, maar niemand zei tegen de buren: Hoe fijn smaakte dat brood! De Flakkeesche landbouwer had een ori gineel idee; maar het resultaat is er nog niet. Wellicht, dat daarom besloten werd te zijner tijd aan alle kamerleden een brood te zenden, met niet meer inlandsche tarwe er in, dan een eventueel maalgebod vermoe delijk zou voorschrijven (10 d 12 Kamerleden dragen het hart nog al eens 'op de tong, en misschien zeggen die precies hoe ze er over denken. En anders moet men het maar eens met de pers probeeren. Op ons bureau treft men heel wat broodetende profeten aan en zelfs zijn we niet allemaal ondeskundig op 't gebied der broodbereiding. Men krijgt dus al licht een betrouwbare recensie. Wil men er soms een Keulsche pot met ingelegde of versch-gekarnde boerenboter bij doen, dan gaat het als gesmeerd. Men merke vat of pot met de letters H. R. Dan komen ze in dezen hoek terecht BARON VAN VOORST TOT VOORST TOESTAND VOORUITGAANDE. Omtrent de gezondheidstoestand van Baron van Voorst tot Voorst weet de „Msb." mede te deelen, dat de algemeene omstan digheden in aanmerking genomen de toe stand van den patiënt eerder voor- dan achteruitgaande is. BOOTTREIN ..NEDERLAND" De Firma Kuvper, van Dam en Smeer, agent der N.V. Stoomvaart Mij. „Neder land" te Rotterdam, meldt ons, dat de boot trein aansluiting gevend op het m.s. Chr. Huygens" hetwelk 14 November a.s. van Genua zal afvaren. Donderdagmorgen 13 November zal vertrekken \an Rotterdam (Maas) te 7.14 uur; vertrek van 's-Gravcn- hage (S.S.) te 8 uur. I opvvt-Kkinq en PEPERMUNT Zoo heeft men het altijd gezegd. En zelf9 na het gouden feest van de V. U. zijn er nog. die niets geleerd hebben. Gelukkig dat God deze dingen, die voor ..ijzen en verstandigen verborgen zijn, in Zijn welbehagen \nak aan kinderkens heeft "ïopenbaard. AREND VAN AMSTEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1