CTmtmnt
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
£BONNEMENTl
Par kwartaal ƒ3.25
(Reschlkklngskosten 0.15)
jer week 1 0*25.
Voor het Buitenland bij VVeke-
Ujksr.he zending
Bi) dagelijksche «onding 7.
Allee bil vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7 A> cenl
Zondagsblad niet nfzonderlijk verkrijgbaar
No 3201
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936
WOENSDAG 12 NOVEMBER 1930
ADVERTENTlÊtf:
Van 1 fnt 5 regels f
bike regel meer „0.22/j
ïng« Aededer llngeb c
van 15 regels 2.38
Elke regel meer 0 *5
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan bet bureau
wordt berekend10.10
10e Jaargang
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD.
HET GEVAL-ALBARDA
EEN VERDEDIGING BENEDEN A. P.
Het is, zooals we schreven: wie het kwade
moet verdedigen, heeft behoefte aan slechte
argumenten. Wat Ir. Albarda sprak op de
Haagsche meeting, eischte nadere verkla
ring.
De parlementaire redacteur van „Het
Volk" dacht de kwestie af te doen met de
hooghartige afwijzing:
De militaristen probeeren Albarda een
examen af te nemen, omdat hij op ons
Haagsche Congres niet heeft geaarzeld
te zeggen, dat, wanneer de regeeringen
de misdaad van oorlog zouden ontketenen
daartegen elk doelmatig middel geoor
loofd is, ook al valt het vér buiten het
wettel ij k-geoorloofde."
Ongetwijfeld, het ging veel op een exa
men lijken en de candidaat zakte als een
baksteen; maar wat is dat toch voor een
oud-liberale eigenwaan bij de S.D.A.P.: „als
onze leiders spreken hebben anderen
slechts eerbiedig te luisteren?" Een hooge
toon was nooit bewijs van kracht; laten de
heeren dat wel out houden.
De heer Albarda heeft dan ook geen oogen
bl.k een houding aangenomen, alsof hij op
de vragen niet wilde ingaan. Maar, gelijk
hij vorige week in de roode pers schreef:
hij had liever willen wachten tot de alge-
mecne beschouwingen.
Trouwens, het getuigt van waardeering,
als men iemand een nadere verklaring van
een in 't openbaar gedane uitspraak vraagt.
Het is voor ons land van 't grootste belang
om te weten, hoe de S.D.A.P. staat tegen
over het vraagstuk der landsverdediging.
Het was echter beneden de standing van
den heer Albarda om zich te verdedigen,
zooals hij nu in zijn pers deed. Hij stelt het
daarin voor. als of men hem aanviel om
daardoor de aandacht van de vlootplannen
af te leiden.
Een laag-bij-de-grondsche bewering en ab
soluut onjuist, omdat de S.D.A.P. zelf niet
alleen de vlootplannen, zoo politiek als
technisch, beoordeelde, maar ook het ge
bruikelijke ontwapeningsvuurwerk liet af
steken. Het onderzoek naar de waarde van
de bekende uitspraak was dus uitermate ge
past en belangrijk.
Beneden Albarda's peil is ook, dat hij thans
weer de zig-zag-lijn der roode politiek door
trekt. Eerst de revolutionaire taal; daarna de
ontkenning, dat het tegen de Nederland
se h e regeering bedoeld was en nu (na de
links-roode critiek!) weer de beperking.
Deze verklaring nu, dat mijn woorden
niet in het bijzonder tegen de Nederland
sche regeering gericht waren, werd door
den heer Van Dijk verstaan alsof zij in
het geheel niet voor een Nederlandsche
regeering bestemd waren.
Is dat nu iets meer dan woordenspel? Het
blijft bij geven en nemen. Absoluut niet te
gen Nederland gericht; heet het in de Kamer.
Doch daarna:
De overtuiging, dat de tegenwoordige
regeering geen oorlogsplan koestert, dipnt
eerlijk uitgesproken te worden. Maar die
overtuiging beteekent niet gerustheid
over de toekomst. Zij heft den plicht tot
waakzaamheid niet op.
Want:
Wie zou ons durven waarborgen, dat
niet in Nederland een regeering kan ver
schijnen, tot een minder behoedzaam be
leid in staat? Wie waarborgt ons, dat.
als een nieuwe wereldoorlog uitbreekt,
deze in Nederland een regeering zal vin
den met evenveel zelfheheersching als het
kabinet-Cort van der Linden van 1914 tot
1918 aan den dag legde?
Is men de gevaren vergeten, waaraan Ne
derland in die oorlogsjaren heeft bloot ge
staan? Herinnert men zich niet meer. hoe
toen een groot dagblad voortdurend een
felle oorlogsstemming trachtte te kwee
ken, die ons land tot deelneming aan den
gewapenden strijd had kunnen bewegen?
Heeft de heer Albarda wel nagedacht over
deze nog nadere verklaring?
Hij herinnert aan de houding van een
groot dagblad, dat voortdurend een felle
oorlogsstemming trachtte aan te kweeken;
en. met rechtl Maar. als we de sociaal-demo
craten wijzen op hun houding van heden
welke zoozeer afsteekt tegen die van tien
a twintig jaar geleden, dan venveren ze zich
met de opmerking: Dat is oude plunje; se
dert allang afgelegd.
De heer Albarda grijpt hier echter terug
naar die tijd. Maar hij zal zich toch ook wel
herinneren wat zijn partijgenoot Vliegen toen
schreef?
Het is de mpeite waard om dit nog eens
In herinnering te brengen. Op 5 Aug. 1914
schreef de heer Vliegen o.m. dit in „Het
Volk" onder het hoofd: „Hollands' positie":
Wat onze eigen, Hollandsche, positie be
treft, ze is door den inval in België en
door het uitbreken van den Engelsch
Duitschen oorlog, meer .an akelig ge
worden. Het is een positie, die ons er toe
kan brengen de Belgische te benijden.
Want, 't moge dan zijn zoo 't wil, België
staat door den loop der zaken tenminste
aan den goeden kant.
Het weet waar het staat, terwijl wij de
speelbal zijn van omstandigheden, die wij
zelf niet maken, waarop wij zelfs geen
invloed hebben.
Een bijkomstigheid van hoogst emsti
gen aard is nog deze, dat een botsing
met Engeland onmiddellijk onze koloniën
in het geding brengt, zoodat deze bot
sing, zooals de zaken thans staan, vóór
alles te vermijden is. Duitschland voert
een politiek van een aard, dat het onzer
zijds geen offer waard is.
En bij dit alles komt de benauwende
gedachte, dat, wint Duitschland den
strijd tegen België en Frankrijk, 'de onaf
hankelijkheid van ons land niets meer is
dan een stuk glas in handen van een
athleet.
Ook maar het geringste bij te dragen
ons in die positie te brengen, ware mis
daad. En de vraag kan opkomen of een
ingrijpen onzerzijds om de Fransch-Belgi-
sche kansen te versterken, uit een oog
punt van zelfbehoud geen wijze politiek is
Er gaat door ons volk een sterk gevoel
van solidariteit met het aangerande na
burige land, welks bewoners voor het
grootste deel zijn van Nederlandschen
stam, en het ware voor heel het natio
nale leven van ons land een debacle als
wij niet een positie kozen, die met dat
gevoel van solidariteit in overeenstem
ming is.
De volgende dag verklaarde Mr. Troelstra
wel in de Kamer en het partijbestuur in
„Het Volk", dat Nederland strikt neutraal
moest blijven en de schrijver wou ons wel
wijsmaken,
„dat zijn beschouwing volstrekt niet de
strekking had om aan te sporen het stand
punt van de neutraliteit te verlaten",
maar dat is toch wat al te veel gevergd.
Wanneer hij eenige jaren later zijn boek
over de S.D.A.P. „Die onze kracht ontwa
ken deed", schrijft, dan veroorlooft hij zich
de tirade:
„En in alle landen schaarden ook de
arbeiders zich in 't gelid, om voor eigen
land en volk te strijden. De nationale ge
dachte, tot nationale razernij opgezweept
overheerschte het internationale gevoel
En in een ontzettendèn stroom van vuur
en bloed gingen de volkeren boeten voor
het helaas niet te loochenen feit, dat ze
de vredesboodschap van het socialisme
niet hadden begrepen."
Doch dan had de heer Vliegen wel eens
eerst aan zich zelf mogen denken.
Gelijk ook de heer Albarda aan eigen par
tijgenooten in 't buitenland, maar ook in 't
binnenland behoort te denken, als de Ne
derlandsche Fabrieksarbeider schrijft:
Wij weten niet precies wat er, als het
onheil van een waanzinnigen oorlog over
ons mocht komen, gedaan moet worden
om dezen te verhinderen. Vooruit weet
men dat niet en als men het wel weet,
zegt men het niet Dat de arbeiders zich
willoos ter slachtbank zouden laten voe
ren, achten wij echter uitgesloten.
Het besef aan te kweeken, dat alle mid
delen. welke dienstig kunnen zijn om
een oorlog te voorkomen, dienen te wor
den aangewend, is een streven, dat onze
beweging zich ten doel heeft te stellen."
Dat is duidelijker taal, dan die van Al
barda. En deze heeft weinig recht om ons
te betichten, dat wij zijn revolutionaire
woorden niet goed willen verstaan, als de
eigen vrienden er nog veel meer in lezen
dan wij.
De S.D.A.P. rijdt hopeloos vast in het slop
der eenzijdige ontwapening.
OFFICIEELE BERICHTEN
RECHTERLIJKE MACHT.
By Kon. Besluit is herbenoemd tot kanton
rechterplaatsvervanger in het kanton: Zeven
bergen J. A. F. Peters; Schoonhoven mr. F.
L. J. E. Rambonnet; Breukelen-Nyenrode mr
W. baron Roëll; Tholen A. F. Hanssens;
Groningen mr. dr. J. E. Hesse; Rotterdam
mr. F. v. Raate; Harlingen A. Klein.
Benoemd tot kantonrechter-plaatsvervan-
ger in het kanton Hoogeveen B. S. A. Klop,
inspecteur der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen te Hoogeveen.
DIRECTE BELASTINGEN
By Kon. besluit is benoemd tot hoofdin
specteur der directe belastingen te Rotter
dam, de inspecteur der directe belastingen J.
Andreae te Nijmegen.
Op verzoek eervol ontslagen uit 's rijks
dienst G: ten Bruggen Cate als ontvanger der
successierechten nr. 2 te 's Gravenhage.
De inspecteur der directe belastingen, enz.
G. J. R. Slotboom te Valkenburg, is ver
plaatst naar Alkmaar en aangewezen als
hoofd van de inspectie der directe belastin
gen enz, 2de afdeeling aldaar.
STATIONSCOMMANDANTEN.
Bij Kon. besluit zijn op verzoek eervol ont
slagen als stationscommandant de gepensi-
onneerde- luitenant-kolonel van het Neder-
landsch-Indische leger J. J. M. Oosterman
en de gepensionneerde kapitein van het le
ger hier te lande W. K. van Borselen.
RESERVE-VELDPREDIKER.
Bij Kon. besluit is benoemd tot reserve-
veluprediker voor den tijd van oorlog by het
leger te velde ds. M. Onnes Mzn., predikant
te Zutphen.
ONDERSCHEIDING.
Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in
de orde van Oranje Nassau H. H. Kramer,
architect te Leeuwarden.
HET MAAL- EN MENGGEBOD
ONTWERP TARWEWET
INGEDIEND
Bij de Tweede Kamer ie een wetsontwerp
betreffende een maal- en menggebod inge
diend.
Volgens de memorie van toelichting mo
gen de door de Regeering te nemen maat
regelen een zoo min mogelijk kunstmatig
karakter krijgen en voor zoover zij zulks
wel moeten doen. kunnen worden terugge
nomen zoodra de toestand zich wederom
normaal laat aanzien. Alleen dan wanneer
het landbouwbedrijf zich niet kan behelpen
of zich zolf zou moeten behelpen op een wij
ze, welke ui-t een oogpunt van algemeen
landbouwbelang geen aanbeveling verdient,
behoort, met inachtneming van bovenge
noemde eischen, te worden ingegrepen.
Eij den akkerbouw doet zich het laatstbe
doelde geval voor. De raad toch wordt wel
eens gegeven om de akkerbouwbedrijven om
te zetten in gemengde of zuivere veeteelt
bedrijven. Hiertegenover zijn echter zeer
ernstige bezwaren aan te voeren: de Neder
landsche landbouw zou aan het gevaar wor
den blootgesteld zich te ontwikkelen in de
richting van groote eenzijdigheid, hetgeen
bij de tegen oordige alomheerschende nei
ging tot bescherming van onze voornaamste
afnemers 6tellig niet zonder gevaar is.
Daarbij komt dat ook zonder bescherming
de concurrentie op onze voornaamste bui-
tenlandsche markten, wat betreft de zuivel
producten. steeds scherper wordt. Bovendien
mag met vergeten worden, dat de veeteelt
bedrijven in het algemeen veel minder ar
beidskrachten behoeven dan de akkerbouw
bedrijven. zoodat naast andere ongewensch-
te gevolgen van omzetting uitbreiding der
werkloosheid onder de landarbeiders moet
worden gevreesd.
Met het oog op de vele bezwaren tegen
bedoelde omzetting, meent de minister van
Binnenlandsche Zaken, dat moet worden ge
poogd de rentabiliteit van den akkerbouw
zelf op te voeren. Op het oogenblik zijn er
geen vooruitziohten. dat Iang6 den natuur
lijken weg deze rentabiliteit binnen afzien-
baren tijd kan worden herkregen.
Overwogen moet derhalve worden, of van
overheidswege bijzondere maatregelen kun
nen worden getroffea. en daarbij is gedacht
aan het veelvuldig toegepaste maal- en
menggebod van inlandsche tarwe, waarbij
voorgeschreven wordt dat in het meel of de
bloem voor het bakken van brood gebruikt
een bepaalde hoeveelheid meel of bioera af
komstig van binnenlandsche tarwe moet
zijn verwerkt
De in ons land geproduceerde tarwe wordt
voor een gering deel gebruikt voor den Jit-
zaai, naar schatting 7o00 ton, voor een niet
onbelangrijk deel. 50 k 60.000 ton, voor kip
penvoer, voorts voor de bereiding van onge-
build brood, biscuit, koek, boerenbrood en
voor een gering deel voor bloemfabricage.
Voor de bereiding van broodbloem wordt
bijna uitsluitend buitenlandsche tarwe ge
bruikt
Voor de binnenlandsche broodvoorziening
is invoer van buitenlandsche tarwe en tarwe
meel (bloem) noodig ter waarde van plus
minus 91 mil Moe n gulden.
Deze groote invoer vindt zijn oorzaak in
bet feit, dat in het algemeen door de ont
wikkeling van den landbouw in het buiten
land de tarweteelt in Nederland is terug
gegaan en men zich in Nederland niet in de
eerste plaats heeft toegelegd op de productie
van tarwe van goede bakaard. terwijl kli
maat en landbouwkundige omstandigheden
de buitenlandsche tarwe reeds een natuur
lijken voorsprong geven.
De statistieken wijzen uit dat de opper
vlakte met tarwe bezet van 1851 tot 1928 is
teruggeloopcn van 81.564 H.A. tot 59.943 H.A
En voor het vervolg is, indien geen steun
aan de tarweteelt wordt geboden, een in
grijpende vermindering te verwachten.
Nu is het niet mogelijk de binnenlandsche
behoefte aan bioem geheel uit de binnen
landsche productie te bevredigen, maar wel
is progressie ten gunste van de inlandsche
tarwe aan te brengen. Alleen hooge rechten
op den invoer van tarwe zijn blijkens de
ervaringen in het buitenland niet voldoende.
Met het vo-v te schrijven percentage mag
men overigens niet te ver gaan; de beschik
bare hoeveelheden zouden dit trouwens ver
bieden, terwijl de tarwe die thans in Neder
land wordt verbouwd, niet geschikt is om
alleen den grondslag voor broodbloem te
vormen wegens den minder goeden bakaard.
Op grond van proefnemingen staat echter
vest, dat binnen bepaalde grenzen een men
ging van'binnenlandsche met buitenland
sche tarwe al6 bloem een product geeft, dat
in geen enkel opzicht voedingswaarde of
andere belangrijke eigenschappen van het
brood z-)l doen verminderen.
Bij het huiddg wetsontwerp nu wordt de
regeering de bevoegdheid gegeven om voor
ti schrijven, dat tarwebloem en tarwemeel
van bepaalde samenstelling moeten zijn,
d.w.z. een zeker percentage bloem en meel
afkomstig van Nederlandsche tarwe moeten
bevatten.
De uitvoering van dit voorschrift, welke
volgens het ontwerp nader bij algemeenen
maatregel van bestuur zou geschieden, kan
men zich op verschillende wijzen denken,
biiv. door een maalgebod voor maalderijen,
gepaard gaande met een menggebod voor
importeure of ook een menggebod voor bei
de categorieën, waarbij het geenszins on
denkbaar zou zijn, dat door bemiddeling
van de regeering het inlandsche meel of de
inlandsche bloem van uniforme samenstel
ling zou worden ve; trekt
De invoer van tarwe, meel en bloem blijft
vrij. Nochtans moeten zoodanige meatrege-
iei. worden genomen, dat het niet vermeng
de product niet vrijelijk in den handel kan
komen en zou concurreeren met het ge
mengde. Voorts moet rekening worden ge
houden met hen, die uit technisch-econo
misch oogpurt zijn aangewezen op het uit
sluitend gebruik van onvermengd meel of
onvermengde bloem. Ook deze aangelegen
heid is bij algemeenen maatregel van be
stuur te regelen.
Ten aanzien van het vast te stellen per
centage wordt in de memorie va.n toelichting
opgemerkt, dat een algemeen cijfer daarvoor
uiteraard niet is aan te geven. De hoeveel
heid, kwaliteit en geschiktheid van het bin-
nenland6Ch product eenerzijds, anderzijds
de vree6 voor diep ingrijpen met kans op
averechtsche gevolgen zijn de voornaamste
punten welke bij de bepaling van het per
centage van invloe.. zijn.
Het is niet te verwachten, dat de land
bouw, indien Je gelegenheid tot ruimeren
afzet wordt geschapen, daarvan misbruik
CRISIS-CULTUUR
Een kijkje bij de Coöperatieve Suikerfabriek te Zevenbergen. Bergen suikerbieten
worden opgestapeld om verwerkt te worden tot suiker en pulp. Trots alle moeite levert
I dit product den landbouwer echter geen behoorlijk bestaan op.
zou maken door uit speculatief oogpunt de
binnenlandsche tarwe terug te houden.
Mocht dit onverhoopt het geval zijn dan zou
door verlaging van het percentage daarin
kunnen worden voorzien,
Hiermee zou echter de bedoeling van de
onderhavige wetsvoordracht niet worden
verwezenlijkt, zoodat de mogelijkheid tevens
is geschapen bij algemeenen maatregel van
bestuur bepalingen vast te stellen betreffen
de levering van inlandsche tarwe. Eenzelfde
bevoegdheid is ten aanzien van de afleve
ring van binnenlandsch meel en binnen
landsche bloem voorbehouden.
In verband met het groot aantal belang
hebbenden bij deze regeling: landbouwers,
maalderijen, bakkers, meel-importeurs en
met de zeer bijzondere en veelal ingewik
kelde eigenaardigheden van het maal- en
bakkerijbedrijf, en den handel, kwam het
wenschelijk voor het in leven roepen van
een orgaan mogelijk te maken, dat de re
geering bij de uitvoering van dit voorstel
els het eenmaal wet geworden is bijstaat en
adviseert. Volgenc, de bepalingen, die het
ontwerp dienaangaande bevat zal deze com
missie door de Kroon worden benoemd na
hnoring van de eveneens door de Kroon
daartoe aangewezen organisaties van be
langhebbenden.
DE HANDEL MET RUSLAND
Een schrijver, die bijzondere reden heeft
om zijn naam niet bekend te maken, zond
dezer dagen aan Dr. F. J. K r o p te Rotter
dam de volgende brief:
Met buitengewone belangstelling las ik de
ingezonden stukken, betreffende den handel
met Rusland.
Het wordt meer dan tijd, dat de wereld
begint te ontwaken en zich bewust wordt
wat er om hen heen plaats grijpt.
Een groep menschen heeft zich fnecster
gemaakt van de rijkdommen van een ge-
heele natie en gebruikt deze om de rest der
wereld te vernietigen en op de puinhoopen
een Staat te vestigen, waarin slechts plaats
is voor de ellendigste soort van slavernij uoii
door de menschheid ondervonden.
Zij verkoopt haar producten bewust onder
isderen prijs, om hiermede schrik te ver-
spieiden, waardoor de economische crisis
steeds scherper en scherper wordt en hoe
langer hoe meer het leger der werkloozen
aangroeit totdat de Staat niet meer in staa»
zal zijn nog langer fondsen te verkrijgen van
hen die door een gelukkig toeval nog geld
verdienen of bezitten.
Niet alleen dat zij de bacillen van revo
lutie hiermede met milde hand om zich heen
verspreidt, doch tegelijkertijd wordt er een
aanval gedaan op de boerenstand, die zeker
binnen niet al te langen tijd niet meer de
noodige gelden zal bezitten om het land te
bebouwen. Indien zoo'n toestand eenigen tijd
aanhoudt, is de wereldhongersnood zeker.
In alle staten bevinden zich kapitalisten en
bankiers, die hun werkkracht en geld in
dienst van deze duivelsche organisatie stel
len en onbewust er toe medehelpen het plan
te doen gelukken.
Er moet een organisatie komen in de we
reld, die zirh zal gaan verzetten tegen deze
methoden en een wereldboycot tegen Rus
land zal gaan organiseeren.
Het is niet alleen een nationaal belang voor
werkman, boer en kapitalist, doch tevens
een van moraliteit
Het is immoreel om goederen te koopen,
die gestolen zijn of waartoe de menschen on
der bedreiging van hun leven moeten mede
werken ze te fabriceeren.
Nog immoreeler, wanneer men het bewust
zijn heeft, dat met de opbrengst van de ver
kochte goederen een complot gesmeed worm
door een organisatie wier doel he-t is de
wereld te territoriseeren en door het kunst
matig doen ontbranden van revolutie, aan
haar wil te onderwerpen.
Wij moeten de wereld er toe opwekken
niet langer meer hun werkkracht of hun
geld of intelligentie in dienst te stellen van
vernietigende krachten, doch alleen deze te
gebruiken in dienst van de wereld.
Wij moeten leeren, dat de materie niet
door God is gegeven om deze te misbruiken,
doch alleen om haar te gebruiken in dienst
van onszelf en in dienst der menschheid.
niet tot een vloek doch alleen ten zegen,
Hier ligt een ontzaglijke taak voor de we
reldpers om de goede krachten in de wereld
te mobiliseeren tegen de krachten der ver
nieling en misdaaj.
Een dergelijke organisatie geleid door wel
denkende geesten zou de grootste kracht kun
r.en worden ter vernietiging van het oorlog?
geweld in de wereld en één der grootste mo
•-•elijkheden in dienst van de wereldvrede.
BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD
BAZARWEELDE. ZONDE-ELLENDE.
MENSCHENGROOTHEID.
Daar is weer zooveel om over te schrijven.
Men zou een brief kunnen vullen met over
Bazarweelde te schrijven. Niet enkel over de
groote toewijding die spreekt uit zoo me
nig kostbaar stuk werk voor de bazar ge
reed gemaakt Over de verblijdende op
brengst, resultaat van druk bezoek en veel
reclame. Maar ook over, als ik het zoo mag
noemen, de hoogconjuctuur in dit bedrijf,
die het de doorsnee-mensch onmogelijk
maakt al deze gelegenheden te bezoeken.
Werkelijk het kan ook te erg worden. Niet
alleen dat de eene bazar de andere in
weg staat, en de opbrengst van alle bazars
naar beneden zal gaan ma~i men kan ook
van het publiek te veel vragen.
Daar zijn er nu eenmaal, die zich aan aller
lei bazars niet onttrekken kunnen al is
het voor velen toch werkelijk te zwaar.
Vooral in tijden als nu, waarin voor velen
de moeilijkheden zich vermenigvuldigen,
kan de bazarweelde een oorzaak van groote
zorg worden. Eenige matiging en eenige de
centralisatie lijkt ons hier aanbevelenswaar
dig ook al stemmen wij toe dat ons volk in
het algemeen graag en op allerlei manieren
geeft en de bazar, trots de bezwaren die er
wel eens tegen worden aangevoerd, toch ook
velen in de gelegenheid gesteld om iets te
geven waarin zij hun. arbeid en hun
liefde hebben gelegd.
Daar was zeker ook een brief te vullen over
de verworuing van het leven, naar aanlei
ding van zooveel voorvallen in het stads
leven die ons tot ernst stemmen en met
zorg vervullen. Wie denkt niet met huive
ring aan wat wij gelezen hebben over het
afschuwelijk drama in den toren van de Ge-
rardus Majella Kerk aan het Ambonplein.
Een droevig bedrijfsongeval, dachten wij
in Maart 1929. Een man die boven aan den
toren zijn werk moet doen, en die tengevolge
van een misstap wellicht, zijn leven verloor.
En nu, na wat wij van de nadere onderzoe
kingen hoorden, staan wij voor een feit, zoo
verschrikkelijk, als wij het zelfs in dezen
waarlijk niet sentimenteelen tijd toch maar
zelden hebben gehoord.
Een man, zoo schijnt het althans, door zijn
compagnon hoog verzekerd met de bedoe
ling hem straks te doen verongelukken. En
als het is gelukt, en het geld is opgestreken,
dan hooren wij niet van een leven door
angst en wroeging verteerd, door berouw
gebroken en gelouterd, maar dan hooren wij
van een nieuwe poging om een andere com
pagnon, den zelfden weg te doen gaan,
zoo het mogelijk ware nog hooger winst uit
dit bedrijf binnen te halen.
Als de mensch God loslaat, waartoe komt
hij dan? En, want hier past het ons allen
in diepen ootraoet te buigen: „Wat is de
mensch dat God hem gedenkt?
Zeker de mensch kan iets. Denk aan de
geweldige vliegboot Do X. Hoe is de mensch
voortgegaan de lucht te veroveren. Eeuwen
lang heeft men gezocht ui langzamerhand
heeft men den weg gevonden, maar nu ii
een korte spanne tijds is het met reuzer
schreden vooruit en zooals wij vroeger bij de
ontwikkeling van de scheepvaart spraken
van zeekasteelen, zoo kunnen wij thans,
maar in anderen zin dan wij dit gewoonlijk
doen van luchtkasteelen spreken.
„Gij hebt hem een weinig minder gemaakt
dan de engelen" staat er, en inderdaad hoe
groot is het kennen en kunnen van den
mensch. En toch, voor zoovele problemen, ook
economische problemen, weet de mensch
geen raad.
Eiken dag opnieuw blijkt ook weer de be
perktheid van ons kunnen. Ook technisch.
Ieder denkt dan weer aan de geweldige
Titanic, het schip uit de sprookjes van Dui
zend en één nacht, vermorzeld tegen een
dood stuk ijs. Aan het Engelsche luchtschip,
ook zulk een technisch wonder waarvan de
overblijfselen ons prediken de vergankelijk
heid van al ons werk.
En toch mogen wij ons verblijden in dit
groote en geweldige, dat God Zijn me.nschen
laat zien en laat maken. Mogen wij maar
leeren er mee te eindigen in Hem.
Menschen-grootheid!
Wij dachten daaraan ook toe.n tot aller
verwondering Prof. Dr. A. M. den Hartog
benoemd werd aan onze stedelijke Universi
teit. En ij dachten daarbij toch niet aan de
benoemde zelf, over wiens beteekenis als
wetenschappelijk man, nog wel wordt ge
twist, al ontkent niemand dat hij is een zeer
bijzonder man, met singuliere gaven.
Neen, wij dachten aan het hooghartig oor
deel van sommigen die zich gaarne verlicht
en gaarne wetenschappelijk noemen, dal
iemand die ten leste buigt voor Gods getui
genis, geen echt wetenschappelijk man is.
Uw Kindje
Moeder, Uw kindje zal niet half zoovee!
zorg geven als U het huidje maar droog
houdt met Purolpoeder en de branderige of
stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit
verzacht dadelijk en geneest spoedig.
Purol en Purolpoeder
zijn verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten
7. \f.
ALTIJD DIPLOMATIEK
Minister Jlir. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beeron-
brouck (de naam zegt reeds genoeg), is een
geboren regent; dat wisten we al lang. Doch
thans blijkt, dat hij ook een knap diplomaal
is; een minister op-en-top, die altijd het
juiste woord weet te kiezen, al klaagt mtn
dan ook over de stijl van de Troonrede.
De boeren zitten, als men weet, bij de
klaagmuren van hun afbrokkelende bedrij
ven en zinnen op middelen, welke baat kun
nen brengen.
De Flakkeesche boeren, de vorige week
in protestvergadering bijeen, hebben zich
krachtig uitgesproken voor een maal- en
menggebod, omdat dit h.i. de kwaliteit van
liet brood niet schaden en de binnenland
sche tarweverbouwers baten zal.
Eén der aanwezigen deelde mee aan Minis
ter Ruys twee brooden te hebben gezondeu,
een bruin brood en een wittebrood, beido
uit inlandsche tarwe gebakken.
De minister begreep natuurlijk dirpct do
bedoeling. Het Flakkeesche brood werd bij
de lunch van het ministerieele gezin geser
veerd en door de aanzittenden gewaardeerd
Als ik niet onjuist ingelicht ben, dan had
men ook Dr. Nolens gevraagd (want „gees
telijken" eten ook!) en moet men in het
huishoudboek van Mevrouw Ruys een ver
trouwelijke verklaring opgenomen hebben
van ongeveer de volgende inhcud: Heden
aten we zulk kostelijk brood als we vroeger
in Rolduc en op het voorvaderlijk slot in
Limburg gewoon waren.
Maar, een minister kan natuurlijk zoo'n....
oprecht, pardon, ik bedoel, zoo 'n.... b e s Is r
antwoord niet geven. Het moet diplomatiek
gesteld zijn. En daarom vertrouwde minis
ter Ruys het geven van bescheid niet aan
zijn vrouw toe (hoewel vrouwen in de regel
zulke karweitjes beter op kunnen knappen
dan mannen), want hier waren geen zoete
doch politieke broodjes gebakken en het ant
woord moest daarom in departementale taal
gegeven worden.
In antwoord op uw massieve zending van
vorige week, deel ik u beleefd mee, dat ik
met mijn gezin beide brooden met belang
stelling heb geproefd.
Voor den Minister en zijn gezin
de Secretaris-Generaal,
w.g. KAN.
Daar moet ge toch maar Minister voor
zijn om iets met belangstelling te
proeven. Anderen eten het met smaak
of ook met lange tanden, maar de Minister
proeft het met b e 1 a n g s t el 1 i n g.
Was 't smakelijk, ja dan neen? Wie zal
het zeggen? Het geheele gezin was vol be
lang s t e 11 ig, gelijk dat "n ministerieele
huishouding past, maar niemand zei tegen
de buren: Hoe fijn smaakte dat brood!
De Flakkeesche landbouwer had een ori
gineel idee; maar het resultaat is er nog
niet.
Wellicht, dat daarom besloten werd te
zijner tijd aan alle kamerleden een brood
te zenden, met niet meer inlandsche tarwe
er in, dan een eventueel maalgebod vermoe
delijk zou voorschrijven (10 d 12
Kamerleden dragen het hart nog al eens
'op de tong, en misschien zeggen die precies
hoe ze er over denken.
En anders moet men het maar eens met
de pers probeeren. Op ons bureau treft
men heel wat broodetende profeten aan en
zelfs zijn we niet allemaal ondeskundig op 't
gebied der broodbereiding. Men krijgt dus al
licht een betrouwbare recensie. Wil men er
soms een Keulsche pot met ingelegde of
versch-gekarnde boerenboter bij doen, dan
gaat het als gesmeerd. Men merke vat of
pot met de letters H. R. Dan komen ze in
dezen hoek terecht
BARON VAN VOORST TOT
VOORST
TOESTAND VOORUITGAANDE.
Omtrent de gezondheidstoestand van
Baron van Voorst tot Voorst weet de „Msb."
mede te deelen, dat de algemeene omstan
digheden in aanmerking genomen de toe
stand van den patiënt eerder voor- dan
achteruitgaande is.
BOOTTREIN ..NEDERLAND"
De Firma Kuvper, van Dam en Smeer,
agent der N.V. Stoomvaart Mij. „Neder
land" te Rotterdam, meldt ons, dat de boot
trein aansluiting gevend op het m.s. Chr.
Huygens" hetwelk 14 November a.s. van
Genua zal afvaren. Donderdagmorgen 13
November zal vertrekken \an Rotterdam
(Maas) te 7.14 uur; vertrek van 's-Gravcn-
hage (S.S.) te 8 uur.
I opvvt-Kkinq en
PEPERMUNT
Zoo heeft men het altijd gezegd. En zelf9
na het gouden feest van de V. U. zijn er
nog. die niets geleerd hebben.
Gelukkig dat God deze dingen, die voor
..ijzen en verstandigen verborgen zijn, in
Zijn welbehagen \nak aan kinderkens heeft
"ïopenbaard.
AREND VAN AMSTEL