Doe Uw vriend een plezier ZATERDAG 8 NOVEMBER 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5 TEGEN EENZIJDIGE ONTWAPENING ONZE HOUDING BIJ EVENTUEELE SCHENDING ONZER NEUTRALITEIT Korten tijd, nadat oud-minister J. J. C. van D ij k onlangs te Rotterdam gespro ken had over Vlootplan en eenzijdige ont wapening, ontvingen we een ingezonden van den heer H. A. Verduin, Douzastraat 21, Den Haag. Na hulde gebracht te hebben aan het za kelijk en principieel betoog van den heer Van Dijk, stelde inzender echter de vraag, Wat zal ons land moeten doen als bij een eventueele schending onzer neutraliteit de andere partij toegang vraagt? Inzender lichtte deze vraag nog nader toe met deze woorden: Ik bedoel dit: Stel dat in een groote oor log tusschen de ons omringende landen ons grondgebied door één hunner betreden wordt. Het is onze plicht deze schender duidelijk te maken, dat hij een daad pleegt die wij niet ongestraft mogen laten passee- ren. Dus wij moeten desnoods met de wa penen in de hand de indringer uitdrijven, Maar nu de.andere partij. Op hetzelfde oogenblik dat de eene par tij ons grondgebied schendt, zal de andere de vrijheid nemen ook zulks tc doen, want hij meent, dat wij nu een gemeenschappe lijke vijand hebben. De situatie verandert dus dan ineens. Inplaats van te strijden voor het behoud onzer neutraliteit, worden wij in de oogen der andere partij in het conflict betrokken, dat hen ten strijde deed trekken. Onzerzijds moeten wij hiertegen bezwaar maken. Wij mengen ons niet in den strijd om aan het conflict deel te nemen, doch wij hebben alleen de plicht onze neutrali teit te bewaren, en dit onder alle omstan digheden". De inzender besloot zijn schrijven met de opmerking, dat de heer Van Dijk hem en vele anderen een groot en dienst zou bewij zen door zijn vraag te beantwoorden. Hoewel wij van oordeel waren, dat deze yraag geheel valt buiten het kader van de rede, welke de heer Van Dijk hield, hebben we ons toch tot onzen oud-Minister van oorlog gewend met verzoek een korte uit eenzetting van deze hoogstbelangrijke kwestie te geven en met groote bereidwil ligheid is ons verzoek ingewilligd. Het is ons daarom een bijzonder genoe gen het antwoord van zeer bevoegde zijde hier te laten volgen; en we spreken hier gaarne onze groote erkentelijkheid uit. De heer Van Dijk schrijft het volgende: BINNENLAND. De hier gestelde vraag kan niet worden beantwoord op zoodanige wijze, dat een algemeene regel kan worden gesteld. Wanneer, bij een oorlog tusschen de ons omringende landen, een der oorlogvoeren de partijen ons grondgebied schendt, is het neutraliteitsplicht ons daartegen te verzet ten, zoo noodig met geweld van wapenen Wanneer aan dien plicht wordt voldaan, heeft de andere oorlogvoerende partij zon der meer niet het recht eveneens ons grond gebied te betreden. Het handhaven der onzijdigheid brengt voor ons niet noodwendig mede de positie van oorlogvoerende partij. Ontwikkelt zich de toestand zoo, dat eerstbedoelde partij op ons de overhand heeft, ons leger terugdringt en metterdaad den oorlog tegen ons ontketent, dan is het rechtens aan ons tc beslissen of wij de an dere oorlogvoerende partij te hulp zullen roepen cn tot steun van onze actie op ons grondgebied zullen toelaten. Indien ja, en wij zouden dan zijde aan zijde strijden met laatsthedoelde partij, dan strijden wij daar mede niet voor diens oorlogsdoel, maar uitsluitend voor ons eigen doel, n.l. den in gedrongen vijand terug te werpen. Zijn er omstandigheden, die ons nopen de j hulp van de andere oorlogvoerende par-1 tij niet te aanvaarden, dan blijven wij den strijd op ons grondgebied alleen voeren. Het spreekt wel vanzelf, dat de andere oorlogvoerende partij' dan den tegenstander elders zal aangrijpen, waardoor deze ge noopt kan zijn den aanval op ons te sta- Nu is het geval denkbaar dat de andere oorlogvoerende partij van oordeel is, dat het gevaarlijk doordringen van zijn tegen stander op ons grondgebied diens positie in strategischen of tactischen zin zóó ver sterkt. dat hij uit een oogpunt van eigen veiligheid meent niet te mogen nalaten op ons grondgebied zelf in te grijpen. Maar dan mag worden aangenomen, dat de positie voor ons zoo moeilijk is geworden, dat ons doel, n.l.- den aanvaller van ons grondge bied te verdrijven, slechts verwerkelijkt kan worden door de hulp van de andere par tij, wier eerste doel dan overeenkomt met het onze. Het Is nauwelijks denkbaar, dat het onder die omstandigheden tegen onzen wil zou zijn, dat de hulp ons op ons grondgebied zou worden verleend. Hoe de verhoudingen ook geworden zijn, vast blijft staan, dat voor ons de strijd in beginsel blijft handhaving der neutrali teit, welke handhaving door den loop der omstandigheden is geworden de strijd om den aanrander weder van ons grondgebied te verwijderen. Een verder strekkend oor logsdoel hebben wij niet en geenszins heb ben wij aanvaard het oorlogsdoel van wel ke partij ook. Natuurlijk zal, \fanneer de vrede is gevolgd, ook onzerzijds een oisch tot vergoeding van schade die ons onrecht matig is toegebracht, dienen te worden ge steld en zoo mogelijk dienen te worden geldend gemaakt, maar dat staat buiten het oorlogsdoel van dc oorlogv -erende partijen. Indien het gelukt den aanvaller terug te werpen en daarmede aan het vervullen van tegenover de andere oorlogvoerende partij den onzijdigheidsplicht is voldaan, dan zal evenzeer de positie van onzijdigheid moeten wordeningenomen, m.a.vv. aan die partij zal niet mogen worden toegestaan van ons grondgebied gebruik te maken in den ver deren strijd tegen zijn tegenstander. Het spreekt vanzelf, dat met het boven staande het onderwerp geenszins uitgeput is, in 't bijzonder wartneer een geval, be doeld in art. 16 van het Volkenbondsver drag aanwezig is, maar het gaat hier om de algemeene vraag, hoe de positie rechtens is, wanneer Nederland optreedt ter hand having van zijn onzijdigheid. WIJZIGING STUWADOORSWET WETSONTWERP INGEDIEND. In 1921 werd bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend tot wijziging der Stuwadoorswet, waaromtrent voorloopig verslag werd uitgebracht, maar dat in ver hand met de ingetreden economische ma laise verder is blijven rusten. Thans heeft de regeering een nieuw wijzigings-ontvverp ingediend, dat in de eerste plaats een nieu we regeling van den arbeidstijd beoogt. Deze gaat uit van een maximum arbeids duur van 8*4 uur per dag <fn 48 uur per week, behoudens krachtens de wet te stel len uitzonderingen. Hierdoor wordt dus de norm gevolgd, welke sinds 1922 in de Ar- beidswet-1919 voor de arbeiders in fabrieken of werkplaatsen is neergelegd. Het inspan nend karakter van den stuwadoorsarbeid rechtvaardigt in de oogen van den Minister deze gelijkstelling. Bovendien sluit een dergelijke regeling aan bij hetgeen in een groot deel van het havenbedrijf sinds ecni- ge jaren reeds geldt Een tweede hoofdpunt van het nieuwe ontwerp is de uitbreiding van de werkings sfeer der Stuwadoorswet. Tot dat doel is de définitie van „stuwadoorsarbeid" aange vuld, o.a. is daarin opgenomen: „bij alge- meenen maatregel van bestuur aangewezen werkzaamheden, bestaande in of verband houdende met het opslaan, verwerken, af leveren van goederen in bij dien algemee- nen maatregel aangewezen pakhuizen, op slagplaatsen, vaartuigen en voertuigen". Hierdoor zal het mogelijk worden tal van werkzaamheden, die thans niet onder de wettelijke omschijving van den stuwadoors arbeid vallen, zooals in op de kade zich bu vindende pakhuizen, in de veemen, in het expeditie-, Rijnbeurt- en sohuitenvervoer dersbedrijf, onder de wet te brengen. Voorts is aan het derde onderdeel der be staande definitie toegevoegd: „het contro leeren van goederen, het wegen, het meten, het monster nemen, het onderhoud van in richtingen van werktuigen en het houden van toezicht". Evenals zulks krachtens de Arbeidswet kan geschieden, wordt de mogelijkheid ge opend, personen, die uitsluitend of in hoofdzaak met dc leiding zijn belast, aan de bepalingen omtrent de arbeids- en rust tijden te onttrekken. Verder wordt voorgesteld, het bepaalde in het eerste lid onder d. van art. 28 der Stuwadoorswet te doen vervallen, zoodal ook op den stuwadoorsarbeid in dienst van een publiekrechtelijk lichaam verricht, de bepalingen dezer wet toepasselijk zijn. Een nieuw voorgesteld tweede lid van art. 4 waakt er voor, dat voor vrouwen en jeugdige personen arbeid, dien zij volgens de tegenwoordige Stuwadoorswet niet nv> gen verrichten, verboden zal blijven, ter wijl een derde lid ten doel heeft te verze keren, dat voor deze groepen van arbeiders ook in de toekomst de bijzondere bescher ming van' Je artt. 9. 10, 11, 12 en 67 der Arbeidswet zal blijven gelden. Het wets ontwerp heeft voorts ten doel de arbeids kaarten af te schaffen, voor welker hand having geen voldoende beweegredenen meer zijn aan te voeren. De verdere regeling van arbeids- en rust tijden is overgelaten aan een algemeeüen maatregel van bestuur, waarbij de noodiga voorzieningen getroffen moeten worden om in verband met den aard van het bedrijf de begrenzing van den arbeidsduur voldoende ehiticiteit te laten. Zoo zal in de eerste plaats hij dien maat regel overschrijding van den wettelijken werktijd met anderhalf uur per dag zijn toe te staan voor het beëindigen der werk zaamheden aan een zeeschip, een ruim, een lichter of een voertuig, of daarmede ver band houdende werkzaamheden, zonder dat hieraan de verplichting verbonden wordt het verrichte overwerk door een kor- teren werktijd op andere dagen te com- penseeren. Ook zal overschrijding van het dag- en weelt-maximum moeten worden toegestaan voor personen die voorbereidenden of vol- tooiingsarbeid verrichten, zooals arbeiders belast met het verzorgen of voor gebruik gereed maken van machinale inrichtingen en bepaalde categorieën van opzichthoudend personeel. Het ligt voorts in de bedoeling van den Minister te bevorderen dat in den bestuurs maatregel tot regeling van de arbeids- en rusttijden bepalingen worden opgenomen van soortgelijke strekking als het derde tot en met zesde lid van art. 28 der Arbeidswet (verleening overwerkvergunningen). Een bepaling in art. 9 nieuiw maakt het mogelijk den arbeid van havenarbeiders op Zaterdag na halftwee des middags in den regel te verbieden. De begrenzing van de wettelijke arbeids week is voorts niet meer beperkt tot het tijdvak tusschen Maandagmorgen zes uur en Zaterdagavond twaalf uur, doch zij om vat de geheele kalenderweek. De arbeid op Zondag en in den nacht van Zondag op Maandag telt dus mee bij het totaal der Verder wordt voorgesteld de Stuwadoors wet in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Kopenhagen van 28 Januari 1926 betreffende de zeewaardigheid en de uitrusting van schepen, terwijl mede een bepaling is opgenomen om te voorkomen dat schepen gebouwd worden, waarbij geen rekening is gehouden met de eischen ten aanzien van plaatsing en inrichting van luiken, ladders, laadboomen, lieren enz. Laat hem IO dagen ES gratis ons blad lezen KOLONIALE DEMONSTRATIE VOORDEELEN VOOR DE INDUSTRIE Hoe moet ik exporteeren naar Indië? Het groote belang, dat de Nederlandsche industrie heeft bij de koloniale demonstratie, welke Maandag a.s. in het Jaarbeursgebouw te Utrecht wordt geopend, is wel dit, dat ze er gelegenheid heeft om te loeren hoe ze moet exporteeren naar Indië. De vraag: hoe moet ik mijn export naar Indië vPikrijgen of uitbreiden, zal menige fabrikant zich wel gesteld hebben. De Jaarbeurs bewijst door deze demonslra- de te zijn, omdat hier nu op deze koloniale de monstratie de fabrikanten kunnen zien en hooren. Wat kunnen ze zien? De monsters van buitenlandsche artikelen, welke door de heer van Goor, oud-hoofdambtenaar dei- Spoorwegen in Indië, zijn bijeengebracht, op een studiereis, welke hij ter voorbereiding dezer koloniale demonstratie ondernam, op uitnoodiging der commissie. Hij heeft daai- bij in Indië niet die volledige medewerking ondervonden, waarop was gerekend en dit was eenigermate teleurstellend. Het is zoo, dat de groote lichamen in Indië nog niet "olkomen schijnen te zijn doordrongen van het groote nut, dat ons land en al is het maar betrekkelijk, daardoor ook Indië heeft van een goede zakenrelatie tusschen moederlartd en overzeesche ge\ Aen. Maar hoe dit zij, de heer Van Goor is er toch i geslaagd op zijn reis, die hij maakte over Java, via SJoekaboemi, Tjiandjoer, Bandjoe- ning. Padaferang, Garoet, Djokjakarta, Soe rabaja, Malfcing Semarang, cn Cheribon een collectie monsters te verzamelen, alsmede een schat vein waardevolle gegevens. Onaanzienlijk op de eerste aanblik ziet de collectie monsters eruit, welke thans vinden tentoongesteld in het nieuwe gedeelte van het Jaarbeursgebouw. Maar is waardevol, omdat het zijn hui te landsche artikelen en de Nederlandsche fabrikanten dus kunnen zien hoe hun bui tenlandsche concurrenten de zaak weten te verpakken en verder te verzorgen. Maar bo vendien, en dat is van veel meer belang, zal de heer Van Goor, gedurende de demonstra tie in een apart vertrek zitting houden en Jaar kunnen Nederlandsche fabrikanten, die zulks willen, alle mogelijke gewenschte lichtingen - betreffende export naar Indië ontvangen. Het zou kunnen zijn, dat de ar mo daartoe zoo groot was, dat de heer V; Goor niet allen voldoende te woord kon staan; in dit geval zal hij zich later met de betrokkenen in verbinding stellen. Men heeft dus volop gelegenheid om zich op de hoogte te stellen en geen enkele fabrikant in ons land kan zeggen, dat hij die gelegenheid niet heeft, want t kostelooze toegangsbewijzen tot de demonstratie zijn te verkrijgen door bemiddelingen van de besturen der groote werkgeversvenecnigingen in ons land, zoo wel als door bemiddeling van de Kamer, van Koophandel in ons land. Deze organisa ties verleenen welwillend hun medewerking en daardoor is tevens voorkomen, dat de demonstratie bezocht zou worden door an- ideren dan Nederlandsche fabrikanten, waar voor ze bedoeld is. We zullen, als de demonstratie geopend is, dus in de loop der volgende week, er i eens wat meer van vertellen en dan tev een en ander weergeven, uit de rede welke de heer Ligthart, oud-directeur der Javasclie bank hield betreffende handelsrelaties tus schen Nederland en Indië. DE GOOISCHE TRAM FLORIS VOS STELT VRAGEN. Door eten heer F. Vos is aan de Minis ters van Justitie en van Waterstaat ge vraagd ctf het hun bekend is, dat de N. V. Gooische Tramweg Maatschappij te Amster dam, de bij de wet vastgestelde maximum snelheid geregeld aanmerkelijk overschrijdt en dat volgens deskundigen het geven van voor de veiligheid noodzakelijke fluitsigna len gaat ten koste van het remvermogen Hij verzoekt den Ministers aan dezen ge vaarlijken toestand een einde te maken. ONVOLWAARDIGE ARBEIDSKRACHTEN TELLING. Het laatste nummer van het orgaan der Ned. Vereeniging tot bevordering van den arbeid voor onvolwaardige arbeidskrachten (A. V. O.) bevat een circulaire, gericht aar alle gemeentebesturen. In die circulaire wordt de medewerking ingeroepen bij liet eventueel in die gemeente organiseeren eener telling van onvolwaardigen, gelijktij dig met de volkstelling. DE GROOTSTE BOOGBRUG TER WERELD DE ZUIDERZEEWERKEN Te Den Oever wordt thans een gedeelte van den omringdijk van den Sluisput doorgebaggerd teneinde het water in de schut sluit toe te laten. Deze sluis zal binnenkort officieel in gebruik icorden genomciu Foto terwijl de baggermachine bezig is den omringdijk van den Sluisput door te baggeren. N.- EN Z.-HOLL. REDDINGMIJ JAARVERSLAG Aan het jaarverslag der Noord- en Zuid- TIol landsche Redding Mij. over 1929 ontlee- nen wij aangaande het materiaal het vol gende: Na de reeds eerder ten geschenke ontvan gen motorbooten, t.w. de Brandaris, gesfca- tionneerd te Terschelling, de Zeemanshoop te Scheveningen en de Insulinde te Oost- mahorn, respectievelijk van de stichting „Hulp na Onderzoek" het college „Zeemans hoop" en van belangstellenn uit Oost- Indië. was het de Vereeniging voor den Ef fectenhandel te Amsterdam, die op haar beurt de Redding Mij. met een geschenk verblijdde, door liet beschikbaar stellen van een maximum-bedrag van 60.000, voor den bouw en uitrusting van een nieuwe motór-reddingboot, waaraan de behoefte zich reeds geruimen tijd deed gevoelen. Deze boot de tegenwoordige „Neeltje Jacoba" werd in Dec. van het vorige jaar onder internationale belangstelling te wa ter gelaten, waarbij met name do Duit- schers vol bewondering waren voor het kantelen en weder richten gedurende de demonstraties. In dienst zijn reeds de motor-redrling- vaartuigen de „Dorus Rijkers" te Den Hel der" de „C. A. den Tex" te Harlingen, de „Hilda" te Rottumeroog, dc „Jhr. Rutgers van Rozenburg" te Lemmer cn de „Eyer- land" gestationneerd bij de Cocksdorp op Texel. De vloot van de Noord- en Zuid-Holland sche Redding Mij. bestaat thans uit 38 vaar tuigen, waaronder 9 motorbooten. Voorts beschikt de Redding Mij. over 6 tractors, 2 te Scheveningen, 2 te IJmuiden, 1 te Schiermonnikoog en 1 in reserve, alle van 35 P.K. Clayton. De prijs van elk is =t 5000. Te Egmond Petten, Callantsoog zijn lijnmortieren, de overige 14 stations, voor zoover die voor het redden middels lijnver binding in aanmerking komen, hebben hiertoe vuurpijlen. De Hóll. bidustrie- en Handel-Mij. te Den Haag leverde twee stalen lijnkanonnen van 9.5 c.M. met bronzen uitvoering, een voor Wijk aan Zee, het andere voor Schëvenin- geTf-No'orcl. Dit type kanon bevindt zich reeds te Scheveningcn-Zuid, IJmuidcn-Zuid en I.Tm ui den-Noord. Om aan de moderne eischen zooveel mo gelijk te beantwoorden, zullen aan hnord der te IJmuiden gestationeerde „Neeltje Jaco ba" zoowel als aan de Insulinde zend- en ontvang-installaties voor draadlooze tele fonie worden, aangebracht. Wetenschap. Natuurlijk vindt men deze brug in Amerika bij de havenstad Bayonne in de staat New Jersey. Alt de brug klaar is, waarschijnlijk in 1932. xal zii een lenate hebben vnn Hoe de «Vlaamsche nationalisten haar zien. Het Vlaamsch-nationalistische weekblad „Vlaanderen" noemt in een breed hoofdarti kel, getiteld: „Het zesde stadium eencr Lijdensgeschiedenis", de opening der Vlaam sche Universiteit op 21 October j.l. te Gent niet meer dan een aalmoes van de leidende Belgische politici aan het Vlaamsche volk Het blad noemt het misleiding, dat de Rijksuniversiteit te Gent nu werkelijk aan het Vlaamsche volk zou toobeliooren en een werkelijke Nederlandsche universiteit zou zijn, zooals bedoeld is door den Nederland- schen Koning Willem I. die deze universiteit stichtte. De Vlamingen hebben „niets anders verkregen dan een begin van een Simili Nederlandsche Universiteit, een embryo, dal door cn door Belgisch is en waarvoor hel o.i. niet noodig was de studenten van Leu ven waar nu vele Vlaamsrh-nationale vitale krachten zullen worden gebruikt naar Gent te lokken". Dat „Belgisch embryo van een Vlaamsche Universiteit" wordt in het vervolg van het artikel het zesde stadium van de lijdens geschiedenis genoemd. „In1940 zal die Universiteit te Gent een Belgisch-Vlaamsohe Universiteit gewor den zijn, met Fransche colleges in alle faculteiten en afdeelingen, indien intus- schcn niet grootere gebeurtenissen de Bel gische plannen overhoop gooien. I „Wij hopen aldus Vlaanderen" dat wij het zevende, het eind-stadium, zullen mogen beleven! I „Dan moge het „retro satanas" uitgespro- j ken worden tegen alle professoren met Belgische „eereteekens"! „Dan moge géén sprake meer zijn van éénig aanheffen van éénig Belgisch lied! „Dan mogen alle volksvijanden gekastijd worden! „Dan mogen de volksverraders uit den tempel der Nederlandsche wetenschap verjaagd worden 1 „Dan moge, terwijl 'ook Vlaanderen vrij is cn géén ander dan Nederlandsche hoogc- scholen in Vlaanderen geduld worden, vrije of officieele, eindelijk de Alma Mater tc Gent (Guilhelmo primo conditore!) hare ware bestemming verkrijgen, tot versprei ding der Nederlandsche beschaving in het Nederlandsche Vlaanderen! „Juicht niet eerder, o studenten. Juicht niet vooraleer dat primaire recht op België veroverd is. „Vergeet niet, wat de rector der Ecole des Hautes Etudes in zijn openingsrede, in volle oprechtheid heeft gezegd: België geeft een weinig toe, in verband met den in ternationalen toestand. Men wil u paaien en zoe4 houden door enkele conces sies, opdat gij, dankbaar zoudt sneuvelen op de T \gisch-Fransche slagvlden. „Met bloeddorstige verlangens in het hart gaven de leidende Belgische politici aan het Vlaamsche volk een aalmoes. Verlichting bij Asthma-aanvallen seken dan Abdijsiroop. Wonderlijk zal U de 1 lichting toeschenen, welke deze U ge\ kan, waardoor Gij kalmer wordt. Wonder- i lijk en toch zoo eenvoud g is de werking van Abdijsiroop Ze lost de dikke laag slijm op, die U het ademha'ea belemmert zooals de :e:p het vuil. waardoor Uw bo s vrij wordt om de lucht door te laten I AKKER'; „Meer niet! „De studenten, die den Vlaamsohen Bel- gicist Vermeylen, den verloochenaar van de idealen zijner jeugd hebben toegejuicht, weten niet wat zij deden, misleid als zij waren door valsche herders. „Alleen het zevende stadium kan ver lossing en vreugde brengen." Kunst en Letteren. AART VAN DER LEEUW Radio Nieuws. ezing: Marcu 5. Voorlezing ..Zij heeft g e gedeelte de gedeelte dei gory; NeS°Hei Lezi Wet 2a. 6. Geloofsbelijdt 13 (2 laatste regel.- 1 IC—27. 9. Gebed. 10. 3. 4 en 10. dien gij d( gij zo doet 14. Zingen: Psali spel. 8. Schnftie: 12. Zingen: Psalm 0.30 Tijdsein. 1O.30— UBlokzijl".' 2.35—3*15 t. 3.15—3.45 Cursus K Scholen. Spre- 1672: 'oe. lofoonpla- i en Stof- sein. 7—7.45 Chri te geven door D Luth. Pred., te A begeerte ln verbij prlnciplën" (I). 7.45—8 Politieberichten. :eUjkgPhilosoplUsche Cui sche Orkestvereenlging. Het geheel H&n deUrd10.3 O^lOA™ 'persberich ten. HILVERSUM. (2Ï8 M.). A.V.R.O. Concert. 4.30—5.30 Kindei eert. 7—7.30 Gramofoonmi halfuurtje, 8.— Tijdsein. 8.01—9 Coi Uw Kindje I Moeder, Uw kindje zal niet half zooveel zorg geven als U het huidje maar droog l houdt met Purolpoeder en de branderige of j stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit j verzacht dadelijk en geneest spoedig. Purol en Purolpoeder zijn verkrijgb. bij Apoth. en Drogisten LM. PROZA VAN EIGEN ERF. Blijkens de bibliographische opgaven, welke P. J. Risseeuw geeft in zijn boek „Christelijke Schrijvers van dezen Tijd", zijn de volgende nieuwe proza-werken van Christelijke Auteurs te wachten of juist verschenen: H. Kuyper—Van Oirdt: „Het Zonnetje in het Paradijs"; Hugo Kingmans: „De wraak van Jan Zeegers"; Q. A. de Ridder: „Zege praal": W. Schippers: „Donar"; G. Seven- sma—Themmen: „Daden, die leeren"; J. A Visscher: „Kingjum"; Gera Kraan—Van den Burg: „Het huis De gouden el"; A. J. D. van Oosten: „Eerste kwartier"; C. Rijns dorp: „Koningskinderen". ALBRECHT RODENBACH. De Standaardboekhandel, Emiel Jacq mainlaan 127, Brussel, gaf uit een rijk ge illustreerde studie van Jos. Vermeulen: „Al- brecht Rodenbach". De Wonderknape van Vlaanderen. SINCLAIR LEWIS Aan Sinclair LcuAs, een Amerikaansche romanschrijver, is de Nobelprijs toegekend voor Literatuur, die hij self in Stockholm tal gaan halen, KLOOS' BIJBELKENNIS. In de November-aflevcring van „De Nieu we Gids" wordt het vierde bedrijf gepubli ceerd van liet tooneelspel „Suzanna en Da niël", door J. H, van Oostveen. De Redac tie (Kloos) leidt tiet in met o. m. deze woorden: „In dit stuk heelt de heer Van Oost veen de bekende Bijbelsche ge schiedenis van Suzanna en de Ouden ge dramatiseerd". STALPAERT VAN DER WIELEN. December a.s. zal de driehonderdste sterf dag zijn van de priester-dichter Stalpaert van der Wielen. Een groot deel van zijn leven bracht deze dichter door in Delft Al daar zal volgende maand dan ook een Stal- paert-herdenking plaats vinden. Pater Dr. G. Vrijmoed, O.FJVI., zal spreken. In de voorbe reidingscommissie namen zitting Dr. P. C. Boutens, Dirk Coster, Anton van Duinker ken, Prof. M. J. Grtinpré Molière, Prof. Meckel, J. W. F. Werumeus Buning. VERBOND CHR. LETTERK. KRINGEN. W. ten Kate Jzn. on Laura Olivier heb ben bedankt als leden van het Hoofdbe stuur. Als candidaten voor de open plaat sen zullen voorgesteld worden Tom de Bruin, Rotterdam, en A. Kuiper, Utrecht De jaarvergadering van het Verbond zal dit jaar gehouden worden te Rotterdam. Gemengd Nieuws. VERDRONKEN. Te Doetinchem is het S-jarig zoontje va» Kopmels in den Oude IJssel gevallen en verdronken. Door eenige visschers is uit de Waal on der Rossum opgevischt het lijk van ecu ongeveer 35-jarige onbekende vrouw. MODERNE STORMRAM. Te Nieuwendijk (N.-B,) is een auto. ko mend uit Geertruidenherg en op weg naai Amsterdam, bij het uitwijken voor een bak kerswagen, die juist uit een zijweg kwam aanrijden, in volle vaart opgebotst tegen de poort van het huis van J. S. De poort werd totaal vernield, terwijl de auto ernstig beschadigd werd. De beide inzittenden be- kwamen lichte verwondingen. Verzekering dekt de «chad(_

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5