|iir uwe ^rlftsrijr (iourant
Koopt bii WAALS
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
BINNENLAND.
ABQNNËfdbnXi
Per kwartaal f 3-2t
(Beschlkklngskosten 10 15)
Mr week - 1 9*25
Voor het Buitenland bij Weke-
lijksr.he zending „fc-
BiJ dageltlksche tending „7.
AJIes bil vooruitbetaling
Losse nunmiert 8 eent
met Zondagsblad 1 cenl
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
No 3197
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936
O t G B E N 11 E
Van I laf 5 rpffplt
Like regel aieer ,0.22V|
Ingev aledpfter llngeu
van 1—6 regels
Elke regel meer .1.48
BU contract belangrijke kortln*.
Voor het hevragen aan het bureau j
wordt berekendfO.tf
VRIJDAG 7 NOVEMBER 1930
10e Jaargang
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD.
VAN TWEE PROFESSOREN
In een korte bespreking van de brochure
van Prof. Eerdmans over „Christendom
en Ontwapening", bevattende een korte cri
tiek op het boek van Prof. Heering: .,Di
Zondeval van het Christendom", citeerden
we met instemming een uitspraak van eerst
i professor, luidende als volgt:
„Thans wordt het voorgesteld alsof
liefde voor onze onafhankelijkheid, ge
hechtheid aan ons Vaderland, eerbied
voor ons veelbewogen nationaal verleden
behooren tot het minderwaardige.
Het wordt daarbij vastgesteld, dat waar
deering van het huis van Oranje kenmerk
is van een akelig conservatisme. Een
Christen, zooals Heering zich dien denki
houdt bij het zingen van het Wilhelmus
zijn mond gaarne dicht." (blz. 107).
De instemming, welke wij met deze woor
den van Prof. Eerdmans betuigden, is ons
door een nauwgezet iezcr hoogst kwalijk
genomen en heeft tot een discussie geleid
welke gedeeltelijk in ons blad en gedeelte
lijk per brief gevoerd is.
Onze opponent, toegevende dat de pole
miek in ons blad niet steeds voortgezet kon
worden en ook, dat het natuurlijk niet de
bedoeling was geweest Prof. Heering pcr-
soonl ik te grieven hield toch vol, dat deze
samenvatting genoemden professor on
recht aandoet en een onjuiste, indien niet
vervalschte weergave is van hetgeen in Hee
rings boek te lezen staat.
De kwestie is, zoowel uit een oogpunt van
rechtvaardigheid tegenover Prof. Heering
als om het standpunt van „Kerk en Vrede"
tegenover het Oranjehuis te leeren kennen,
van voldoende belang om er nader op terug,
te komen: Njët, om polemiek uit te lokken,
maar om onze lezers uit te rioodigen de
samenvatting van Prof. Eerdmans aan de
uitspraken van Prof. Heering zelf te toetsen.
Als gezegd, onze opponent meent, dat
Prof. Heering zich in zijn boek in veel gun
stiger zin over de gehechtheid aan ons
Vorstenhuis uitlaat dan Prof. Eerdmans ons
doet gelooven.
Hetzelfde is beweerd in het Octobernum
mer van „Kerk en Vrede", waar Prof. Van
Riel voor zijn collega Prof. Heering in de
bres springt, omdat het z.i. beneden diens
waardigheid is op de minderwaardige be
strijding van Prof. Eerdmans in te gaan.
Het is, een „ongeoorloofd-fragmentari
sche" bestrijding, zegt Prof. Van Riel en:
Zoo b.v. waar Eerdmans de passage,
waarin H. waarschuwt tegen overdreven
Oranjevereering, en die begint met de
woorden: „Wij kunnen de trouw en de
aanhankelijkheid jegens een vorstenhuis
waahaan het volk veel te danken heeft
heel goed waardeeren, te meer wanneer
de vórstelijke waardigheid door de per
soon die haar bekleedt, wordt hooggehou
den" (blz. 111—112) weergeeft met de woor
den: „Het wordt daarbij vastgesteld, dat
waardeering van het huis van Oranjp
kenmerk is van akelig conservatisme" (2e
druk, blz. 18). Ook in den ouden druk
wordt gesproken van „de zedelijke schoon
heid" van deze „trouw en aanhankelijk
heid" 1
Eerdmans' weergave is tendentieuse ver
draaiing der bedoeling.
Wanneer het nu gaat over de vraag of het
citaat van Prof. Eerdmans, dat de tekst van
dit artikel is en in de aanvang is opgenn
men, woordelijk met de uitspraken van
Prof. Heering overeenstemt, dan moet het
antwoord natuurlijk ontkennend luiden.
Prof. Eerdmans heeft juist gepoogd om
in weinig woorden de bedoeling van zijn
collega weer te geven en Prof. Van Riel
zegt dan ook van zijn standpunt: „Eerdmans
weergave is een tendentieuse verdraai
ing van de bedoeling".
Daarop, komt het aan Is dit oordcel juist?
Werd de bedoeling van Prof. Heering
„verdraaid" weergegeven?
De lezer, die naar het antwoord op deze
vraag zoekt, leze aandachtig wat Prof
Heering op blz. 107 van zijn boek schrijft.
Daar heet het:
Nu hebben wij niets tegen deze trouw
en aanhankelijkheid; wij kunnen er de
zedelijke schoonheid heel goed van voelen
Maar wel. hebben wij bezwaren tegen de
volledige kerstening dezer trouw door de
apotheose van het vorstenhuis. Evenals
Duitschland onder de Hohenzollems (God.
Pruisen en Hnhenzollerns). is het ortHo
dove Nederland (God,. Nederland en
Oranje), vol van Byzantinisme, waarover
onze Calvinistische voorvaderen verachte
lijk de schouders zouden hebben opge
haald.
Het ergste is echter, dat noch Oranje
noch onze orthodoxie voldoende bewust
heid er van heeft, hoe dit monarchisme
voor een groot deel dient als kleedij van
een belanghebbend conservatisme, dat
deze kleeding draagt zooals het 't beste
staat. Daardoor wordt eenerzijds de or
thodoxie meegetrokken in een sfeer van
geld en macht en geweld, waarin zij niet
thuis hoort, en wordt anderzijds Oranje in
de oogen van steeds meerderen een pro
vincie vorst, beschermheer van het ade-
lijke, het kapitalistische, het militaristi
sche, het conservatieve en het onwetend
traditioneele deel van Nederland, dat geen
gelegenheid verzuimt om door middel van
Wilhelmus en hulde telegrammen Oranje
voor zich op te eischen. Waarlijk in onze
dagen heeft Oranje, als het de positie be
grijpt, waarin het gedrongen wordt, wel
reden om te verzuchten: „bewaar me voor
mijn vrienden".
Dit citaat is o.i. lang genoeg om ieder
onpartijdig lezer in staal te stellen tot een
juist oordeel over de samenvatting, welke
Prof. Eerdmans er van gaf.
En gaarne zouden we het oordeel aan den
lezer overlaten, maar allen die lezen geleerd
hehhon en niet door eenzijdigheid zijn ver
blind, zullen van ons vorderen, dat wij hier
als hun opinie uitspreken: de weergave
was een zuivere reconstructie van Prof
Heerings bedoeling.
De schrijver toch gaat eerst een caricatuur
maken van onze aanhankelijkheid aan hel
Oranjehuis en laat dan de Calvinistische
voorvaderen de schouders ophalen over zoo
veel Byzantinisme en apotheose.
Byzantinisme wil zeggen, dat de vorst niet
alleen het hoofd van de staat is, maar ook
van de kerkis het geen dwaasheid om
zulks In Nederland met zijn vrije kerken
te beweren?
Apotheose, dat is vergoding van don
vorst; als in een Engèlsche krant over
de koninklijke familie ook maar de helft
stond van de straattaal, welke schrijvers
als de Oproerige Krabbelaar zich veroor
loven over het Oranjehuis, dan zouden Mar
Donald en Henderson de eersten zijn om
strafrechterlijke vervolging te vragen.
Wat Prof. Heering voorts schrijft over
Oranje als provincievorst en beschermheer
van het adelijke, kapitalistische, militarist)
sche, conservatieve en onwetend traditio
neele deel van Nederland (welk deel blijft
er behoudens „Kerk en Vrede" nu nog
over?) is niets dan fantasie. Dat deze groote
woorden ook maar eenige waarde hebben
wordt in geen enkel opzicht bewezen.
Het zijn holle klanken, zonder meer; ge
nomen uit de in dit opzicht rijke literatuur
der S.D.A.P., welke deze roode rethorica
noodig heeft om innerlijke ledigheid te ver
hullen.
Om met een variatie op Prof. Heering te
eindigen:
Wat bet eekent een tirade over trouw en
aanhankelijkheid, vol zedelijke schoonheid;
wanneer deze gevolgd wordt door een on
bewezen schimperij op liefde voor 'net
Oranjehuis, welke niets, doch dan ook let
terlijk niets te maken hc-eft met vergoding
of Byzantinisme!
Waarlijk, de parafrase van Prof. Eerd
mans van de grove, onbewezen beschuldi
gingen, waaraan Prof Heering zich te
buiten ging, was wel uitermate zachtmoedig
en eerder vergoelijkend dan overdreven.
We hebben het reeds eenige keeren ge-
igd en we willen het met genoegen net
zoo vaak herhalen als onze politieke tegen
standers het wenschen: ook wij gelooven.
dat er gevallen zijn, waarin het beter ware
geweest geen nieuwe Christelijke school
naast een reeds bestaande te stichten.
Zelfs willen we de mogelijkheid toegeven
dat men alle middelen, welke aangewend
werden om het doel te bereiken, niet op een
goudschaaltje moet wegen of in het vuur
der critiek kan beproeven.
Maar beschuldigingen wijzen we per
tinent af, zoolang ze niet op feiten rusten;
eerst de waarheid en dan het oordeel.
Want' er heerscht tegenover ons in de
laatste tijd een mentaliteit over de vrijhpid
van onderwijs, welke bedenkelijk veel op
begeerte naar onderdrukking gaat lijken.
Vooral en 't is wel een verontrustend
verschijnsel de V r ij z i n n i g-d e m o
craat is daarin tegenwoordig zeer sterk.
We zouden geen reden hebben, hierop
gedurig terug te komen, indien in één der
laÜttste nummers niet een aigemeene, maar
een zeer bepaalde beschuldiging doch
weer zonder eenig bewijs was uitgespro
ken. Een verwijt, dat bij nader onderzoek
op louter fantasie berust.
We bedoelen niet, dat een inzender ons
blad, onder instemming van een redactielid
zwaar beleedigt door van een fanatiek
dagblad te spreken, dat „te vuur en te
zwaard en met alle middelen het openbaar
onderwijs bestrijdt";
maar wel, dat tegenwoordig misbruik van
de bepalingen der L.O.-wet gemaakt wordt,
niet het minst door onze geestverwanten
en dat die ontduikingen en misbruiken
steeds door ons verdedigd worden.
Het is voorwaar geen kleinigheid;
maargeen enkel voorbeeld staaft deze
vreeselijke beschuldiging. Ja tochwie
aan een sprekend staaltje de waarheid wil
toetsen, iiifonneerc maar eens in Middel
harnisl zegt de schrijver.
Daar valt dus een feit te constateeren;
een schandelijk feit, door voorstanders van
Christelijk onderwijs gepleegd en door ons
verdedigd!
Dit feit was ons tot heden niet bekend,
hoewel we met de schooltoestanden daar
tamelijk goed op de hoogte zijn. Ten over
vloede echter hebben we de raad van den
vrijz.-dem. schrijver opgevolgd en nog eens
ter plaatse geïnformeerd.
Nu, wat is er te Middelharnis aan de hand?
Er is daar pas een Chr. U.L.O. school
gesticht, geheel conform de bepalingen der
wet. Deze school heeft al in.de veertig
leerlingen en drie leerkrachten, wel een be
wijs, dat er behoefte aan deze school was.
Don begint men thans aan de bouw van
een school op Ned. Herv. grondslag, die al
vóór haar bouw toezegging had van in de
zestig leerlingen. Het is wel bijna zeker dat
deze school als ze er eenmaal is spoedig tot
de honderd klimmen zal.
Al deze feiten mogen onaangenaam zijn
voor menschen als de schrijver in de „Vrijz.
Dein.", maar daarmee zijn ze toch niet in
strijd met, de L.O. wet?
Het is ons wel bekend, dat menschen van
Volksonderwijs getracht hebben deze scbo
len tegen te houden en het zelfs in hoogste
instantie hebben laten uitmaken of deze
scholen al dan niet gebouwd zouden worden
maar de Kroon heeft geen termen aanwezig-
gevonden aan de verzoeken der tcgenstan
ders van de Chr. scholen te voldoen.
Dat is hetgeen wij weten van Middel
harnis.
Is dit met de waarheid in strijd, dat men
liet zegge.
Waar misbruik blijkt, willen we bij nie
mand onderdoen in afkeuring. Doch, geen
losse praatjes: sprekende feiten!
OFFICIEELF BERICHTEN
AUDIËNTIE
De gewone audiëntie van den Minister van
ONDERSCHEIDINGEN
Bij Kon. besluit is de commies bij de
Rijkswerven, geplaatst bij het Marine-Eta
blissement te Amsterdam, J. Hendrikse
bevorderd tot hoofdcommies en de adj. Jim
mies J. P van Bommel bevorderd tot
commies.
HOFBERICHTEN
De Koningin-Moeder zal a.s. Zaterdag van
Het Loo naar den Haag vertrekken. De Kon.
familie zal haar verblijf op het Loo in het
laatst van November beëindigen.
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
KADEVERZAKKING OP ROZENBURG
Het Tweede Kamerlid Braat heeft den
minister van Financiën gevraagd of hem
bekend is, dat de kade om Staatsdomein-
gronden op het eiland Rozenburg op sommige
plaatsen een halve meter gezakt is, tot
groote schade van de huurders, wier klachten
niet gehoord worden en of de minister bereid
is. die verhuurde gronden daar in goeden
toestand, zooals die was bjj de verhuring, te
houden
A
L
IEDEREEN KAN IN HET BEZIT KOMEN VAN
Ie. EEN ZEER FRAAIE GEPATINEERDE R00KFAUTEU1L,
met zijden damast kussens
2e. EEN ARTISTIEKE ZIJDEN SCHEMERLAMP;
3e. EEN le DUALITEIT LEIDSCHE WOLLEN DEKEN.
;Een bezoekster onzer magazijnen zeide dezer dagen: Als iedereen tocih eens wist
wat hier allemaal te Vinden is, zoo mooi en toch zoo voordeelig, dan zou deze
groote zaak nog veel te kiein zijn.
•Deze uitdrukking hebben wij in onze ooren geknoopt. Teneinde nu aan orvze zaak
'nog meer bekendheid te geven, geven wij tot een beperkt aantal bons af, zooals U
1 hierboven vindt afgedrukt.
Deze bonnen zijn genummerd. De nummers van de Bons, die recht gerven op de
bovenvermelde premies zijn door een perscommissio vastgesteld en berusten
in een door deze commissie verzegeld enveloppe.
i Deze enveloppe zal Zaterdag 6 December om 10 uur 's morgens worden geopend
waarbij ieder belangstellende gaarne wordt verwacht.
Tot dit tijdstip zal de enveloppe bij de geëtaleerde premies blijven gedeponeerd
l Voor de geregelde bezoekers onzer magazijnen ia deze reclame dus zeer aantrek
kelijk;:" terwijl net voor diegenen, die wij nog niet tot onze vaste clientèle mogen
rekenen, zeker een reden is tot aangename kennismaking.
Tol 6 December geldt dus meer dan ooit:
HET DEVIES
DE ONRUST IN ZEELAND
'NGEMOTIVEERD
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Weitlcamp betreffende de in Zeeland -ntstane
onrust in verband met opzegging var hypo
theken, heeft de Minister geantwoord:
1. Uit het ter griffie der Kamer neergelegde
afschrift van het rapport van den r'jksland-
bouwconsulent te Goes is gebleken, Jat een
groote onrust wetrens het opzeggen van hvpn-
theken op landelijke eigendommen in Zeeland
niet heersch*. Het opzeggen van hypotheken
heeft geen grooteren omvang aangenomen dan
in normale tijden het geval is.
2. In verband met bovenstaande meent de
ondergeteekende, dat het nemen van maatre
gelen achterwege kan blijven.
BEZOLDIGINGSBESLUIT
VERZOEK TOT HERZIENING
Het hoofdbestuur van de Centrale an Ne
djilanJsch Overheidspersoneel heeft aan uen
Min. van Rinnenl. Zaken, voorzitter van dei
Raad van Ministers en aan de Tweeue Kamer
der Staten Generaal verzocht, herziening van
het Rijksbezoldigingsbesluit en intrekking van
het Koninkljjk besluit van 18 Novemher 22
waarbij het verhaal der pensioenpremie is
geregeld, te willen bevorderen.
KLANKFILMS MET NED. TEKST
PROTEST VAN DEN DIETSCHEN BOND.
Het bestuur van den Dietschen Bond heeft
in een adres aan den Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen de aan
dacht gevestigd op den ahnormalen en
ongewrnschtcn toestand, welke is ontstaan
doordat het Nederlandsche volk slechts ge
luidfilms in vreemde talen te hooren krijgt.
Adressant acht dezen toestand in strijd met
een gezond volksleven, een toestand, die de
belangen van de Nederlandsche beschaving
en taal schaadt en die het zelfbewustzijn
van het Nederlandsche volk verslapt, maar
die vooral betreurenswaardig moet worden
geacht, omdat Nederland thans in gebreke
blijft zelf zijn taak te vervullen, het Ne
derlandsche woord, de Nederlandsche ,io-
schaving, ook op deze zoo krachtige en doel
treffende wijze te brengen tot hen, die Ne-
deriandsch spreken en verstaan buiten het
rijk van Europa. Den Minister wordt ver-.
KOLONIALE DEMONSTRATIE
TEN BEHOEVE DER NED. INDUSTRIE
DE EXPORT VAN UIT NEDERLAND NAAR
INDIE MOET WORDEN VERGROOT
Het reuzengebied, dat Nederland heeft
overzee, in het rijke Indië, is te weinig be
kend. Maar er komt verbetering zooals
ons gistermiddag weer verteld werd op do
Persconferentie in het Jaarbeursgebouw te
Utrecht, als voorbezoek tot de koloniale de
monstratie, welke vanaf Maandag, gedu
rende November en een deel van December
wordt gehouden in liet Jaarbeursgebouw.
Koloniale Jaarbeurs
te organisceren. De gedachte daartoe was
geopperd in het Jaarbeursbestuur door den
heer Koster, directeur van de Chamotte-
industrie te Geldermalscn. Bij Koninklijk
Besluit van 14 M'-i 1930 werd daartoe een
afzonderlijke commissie benoemd. Het Par
leinent stelde eon crediet van f 50.000 be
schikbaar. Bij de uitwerking van het plan
bleet-, dat de commissie tot bevordering van
de Ned. uitvoer naar Indië zich in meer
dorheid stelde op het standpunt, dat de ex
positie uitsluitend ten dienste moest zijn
van de Ned. industrie. Waar ook besloten
was Nederlandsche fabrikaten, die reeds
naar I idië worden geëxporteerd, niet ten
toon te stellen, daar werd de idee „Kolo
niale Jaarbeurs" losgelaten en wordt dus
thans de tentoonstelling genoemd een Kolo
niale Demonstratie. Deze
Koloniale demonstratie
is alleen toegankelijk voor fabrikanten in
Nederland, terwijl uitsluitend geëxposeerd
zijn buitenlandsche fabrikaten, die in Ned
Indië worden ingevoerd. De bedoeling is om
aan de Ned. industrie te doen zien, hoe het
buitenland de producten klaar maakt en
behandelt, b.v. wat betreft verpakking enz.,
zoodat ze geschikt worden voor de tropen.
Een frappant voorbeeld hoe het niet moet
gebeuren, werd ons gisteren meegedeeld. Er
was een firma, die een zending cigaretten
voor Indië in consignatie gaf, diever
pakt was in oartnnncn doosjes. Deze verpak
king is voor dc tropen zeer ongeschikt, om
zocht middelen te beramen om dezen ah
normalen toestand ten goede te wijzigen
Eenige middelen worden in het adres aan
gegeven.
dat het klimaat vochtig is en dus de ciga
retten reuk en smaak totaal verliezen.
Dat het noodig is, dat de regeering en de
handelslichamen bijzondere aandacht beste
den aan verhooging van de export uit Ne
derland naar Ned. Indië bewijzen wel de
cijfers, die de heer Graadt van Roggen in
zijn uiteenzetting gaf en waaruit bleek hoe
zeer de export van uit ons land naar Ne
derland over-zee is teruggeloopen.
Bedroeg in 1913 het aandeel van Neder
land in den totaalinvoer in Ned. Indië nog
33 prt., in 1923 was' dit cijfer reeds gedaald
tot 21, in 1924 tot 19.5, in 1925 tot 18.3,
1926 tot 17.8 pet., een achteruitgang, deels
gevolg van de snelle industrialisatie van
het Oosten, deels van de toenemende con
currentie van Europeesche landen, Austra
lië en Amerika, waarbij wel dit het beden
kelijke was, dat Europeesche landen, welke
toch niet in gunstiger omstandigheden ver
keerden dan Nederland, hun export
onze Nederlandsch Indische gewesten in
relatieven zin wel vermeerderden. De ab
solute invoercijfers toonen aan de
Bedragen waarom het gaat:
De waarde van de invoer uit Nederland
steeg van 1913 tot 1926 van 145 millioen tot
152 millioen, een vooruitgang dus met
slechts 7 millioen gulden, terwijl in dit
zelfde tijdvak de waarde van de invoer uit
Engeland steeg van 77 millioen tot 107 mil
lioen, dus een stijging van 30 millioen, van
uit Duitschland van 29 tot 78 millioen, dus
een vooruitgang van 49 millioen, van uit
Frankrijk van 3 tot 9 millioen, dus een stij
ging tot het drievoudige van het bedrag in
1913, van uit België een stijging van 6 mil
lioen op 12 millioen en van Italië en Zwit
serland een stijging van 5 op 28 millioen.
dus bijna tot het zesvoudige van de invoer
in 1913. De Speciale Commissie van Bij
stand uit de Sub-Commissie voor de Econo
mische Politiek, welke het vraagstuk van
Nederland's aandeel in de invoeren in Ned
Indië had bestudeerd, en daarbij aan dp
hand van een analyse van de handelssta
tistieken speciaal had nagegaan het nadeel
van de Nederlandsche nijverheid in de
invoeren in Ned. Indië. kwam dan ook tnt
de conclusie, dat het Nederlandsche fabri
kaat in Ned. Indië
terrein verloren
had en dat het oa. met het oog op de toe
nemende vraag bij de in heem sche hevnl
king onzer Overzeesche Gewesten naar nrfl
kelen van de Westersche nijverheid, voor de
Nederlandsche nijverheid plicht was er naar
te streven een grooter aandeel in de totaal
invoeren in Ned. Indië te veroveren en dat
de Nedprlandsche nijverheid in veel meer
dere mate dan tot nog toe het geval was
o r g e I i c h t moest worden omtrent dp
afzetmogelijkheden aldaar. Besprpkinven
met ruim 200 Nederlandsche fabrikanten
WETTEN ZIJN ONVOLMAAKT
Mij dunkt, -ei ik tegen een advocaat: het
zal gemakkelijk zijn om dezen man bij rech
ter ijk vonnis tot betaling te dwingen.
Octr ja, luidde het antwoord, dat lijkt wei
zoo voor een leek; doch waarom zou die
man nut ontkennen, dat de Bank in kwestie,
werkelijk bestaat; of waarom zou hij des
noods zijn eigen bestaan niet disputanel
stellen?
Ik zweeg verbluft, doch dacht later toen
de rekening kwam het bestaan van dézen
advocaat schijnt toch heelemaal niet twijfel
achtig te zijnl
Hoe het zijl Van Houten moet wel teer
gedwaald hebben, toen hij sprak van een
„menschelijkerwijze volmaakte' wet. Want
dezer dagen las ik, dat zelfs de Leerplicht
wet mank gaat, gelijk het kamerlid, doo'r
wiens val van een paard de wet werd aange
nomen in de Tweede Kamer.
Duidelijk is de Leerplichtwet wel. Want in
artikel 1 staat onomwonden, dat de persoon,
die aansprakelijk kan worden gesteld (en
dat is een vader toch zeker) verplicht is
z< rg te dragen, dat aan een leerplichtig ktnrt
voldoende lager onderwijs wordt verstrekt,
hetzij op een school, hetzij te huis.
Het is klaar als de dag en schoolverzuim
wordt in den regel dan ook gestraft, al zien
do autoriteiten ook veel door de vingers.
Maaralle wetten hebben mazen, ook
deze. Want, het volgende gebeurde in de
Bilt.
Het gemeentebestuur vond het noodig éen
meisje van de eene openbare school naar dé
andere over te plaatsen.
't Gehcurt niet, zei de vader en hij zond
zijn kind naar de „oude" ?chool. Hef meisje
werd teruggestuurd. Maar de vader liet haar
niet naar de andere school gaan. En T
kind verzuimde de school, vele dagen lang.
Toen werd proces-verbaa' ouemaakt We
gens ongeoorloofd schoolverzuim. Dóch, zie
nu de loop der procedure en verbaas u.
Ik knip dit uit het Maandblad voor Gemeen
te-administratie van N. Samson te Alfen:
„De kantonrechter te Utrecht' oordèeld*
het telaste gelegde wel bewezen, doch ge
daagde riiet strafbaar en ontsloeg hem van
alle rechtsvervolging (vonnis van 4 Decem
ber 1929).
De rechtbank daarentegen achtte het te-
laste gelegde niet bewezen en sprak ver
darlite vrij (vonnis 18 Maart 1930).
De officier van justitie bij de arrondlsse-
ments-rechtbank te Utrecht vroeg bij den
lioogpn raad cassatie van gemeld vonnis der
rechtbank.
De- 16de Juni j.l. verklaarde de hooge raad
requirant niet ontvankelijk in zijn beroep,
aangezien „de vrijpraak van de rechtbank
niet anders is dan een werkelijke vrijspraak,
waartegen het gewone beroep in cassatie
niet open staat"
Wat zegt u daarvan? Dat de kwestie nog
niet uitgemaakt is? Go hebt gelijk: In hoog
ste instantie is niet uitgemaakt, dat er spra
ke is van schoolverzuim, wanneer een leer
ling niet bezoekt de school, waarheen hij is
overgeplaatst.
Maar, ik vrees, dat zulks niet uitgemaakt
kan worden, vóór de T.eernUchtwet mvi'--
is met het one on dit niet voorziene geval,
dateen uitkomst is voor rechters en ad
vocaten.
De vader zegt eenvoudig: de eerste school
is er en mijn kind zou die school nog bezoe
ken als de mepster de toegang open liet en
ik pleeg dus geen verzuim; doch ik ontken
dat die tweede school hestaat, want ik, noch
mijn kind, zijn er ooit geweest.
hadden de Commissie van Bijstand de in
druk gegeven, dat dikwerf groote onhekend-
heid bleek te bestaan met de Ned. Indische
markt, n.l. met de eischen, welke daar ge
steld "worden, de afzetmogelijkheden, de
prijzen en kwaliteiten van de buitenland
sche concurrenten, een gebrek aan kennis,
ook aan statistische gegevens, dat algemeen
ten zeerste werd gevoeld en waaromtrent-
herhaaldelijk met aandrang verzocht was
om naar een oplossing dezer bezwaren te
zoeken.
Morgen zullen we uiteenzetten hoe de tor
bezichtiging gestelde collectie bijeenge
bracht werd en welk profijt de Nederland
sche industrie er van hebben kan mede
door de waardevolle inlichtingen, welke
tijdens deze demonstratie aan Ned. fabrikan
ten omtrent export naar Indië gegeven
zullen worden.
HUISVESTING
GROOTE GEZINNEN
BIJZONDERE RIJKSSTEUN
Ten vervolge op de beantwoo-dirg vji>
schriftelijke vragen van het Tweede Kamerl'd
Hermans, betreffende de voorbereiding van
maatregelen voor de huisvesting van groote
hulpbehoevende gezinnen, deelt de Min. van
Arbeid. Handel en Nijverheid mede. dat de
voorberpidine van een speciale bydru.'enrege-
ling in de woninghuur van groote gezinnen ge
vlndigd is. Deze regeling zal werken naast dg
nidragenregeling voor krot-opruimu g. Zeer
;poedig zal aan de gemeentebesturen worden
meegedeeld, dat en onder welke voorwaarden
regeering bereid is voor de huisvesting van
groote gezinnen hijzonderen steun ie verlce.-
ien. Du aanschrijving zal, zooals dat nek mqt
roegere aanschrijvingen geschiedde, ter kc.v
lis van de leden der Kamer worden gébracht
DE ZAAK-BORREN
In antwootd op de schriftelijke vragen van
het Tweede Kamerlid Floris Vos, nwu aan
leiding van de aanklacht tegen kanitein Ror-
ontkennen de ministers van KoUiiïën tn
Justitie dat deze aanklacht door de re*
geering zou zyn gelast. Voorts verklaren dc
ministers, dat der regeering niet bekend '.3,
over het feit., dat de heer Fruytier by hc't
vooronderzoek oerspronkclyk gewe:g> id zou
hebben om op bepaalde vragen te antwoord.n
daar 'hy daarover eerst ruggespraak .net dl
regeering moest houden.