|iir uwe ^rlftsrijr (iourant Koopt bii WAALS Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken BINNENLAND. ABQNNËfdbnXi Per kwartaal f 3-2t (Beschlkklngskosten 10 15) Mr week - 1 9*25 Voor het Buitenland bij Weke- lijksr.he zending „fc- BiJ dageltlksche tending „7. AJIes bil vooruitbetaling Losse nunmiert 8 eent met Zondagsblad 1 cenl Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar No 3197 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 O t G B E N 11 E Van I laf 5 rpffplt Like regel aieer ,0.22V| Ingev aledpfter llngeu van 1—6 regels Elke regel meer .1.48 BU contract belangrijke kortln*. Voor het hevragen aan het bureau j wordt berekendfO.tf VRIJDAG 7 NOVEMBER 1930 10e Jaargang Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD. VAN TWEE PROFESSOREN In een korte bespreking van de brochure van Prof. Eerdmans over „Christendom en Ontwapening", bevattende een korte cri tiek op het boek van Prof. Heering: .,Di Zondeval van het Christendom", citeerden we met instemming een uitspraak van eerst i professor, luidende als volgt: „Thans wordt het voorgesteld alsof liefde voor onze onafhankelijkheid, ge hechtheid aan ons Vaderland, eerbied voor ons veelbewogen nationaal verleden behooren tot het minderwaardige. Het wordt daarbij vastgesteld, dat waar deering van het huis van Oranje kenmerk is van een akelig conservatisme. Een Christen, zooals Heering zich dien denki houdt bij het zingen van het Wilhelmus zijn mond gaarne dicht." (blz. 107). De instemming, welke wij met deze woor den van Prof. Eerdmans betuigden, is ons door een nauwgezet iezcr hoogst kwalijk genomen en heeft tot een discussie geleid welke gedeeltelijk in ons blad en gedeelte lijk per brief gevoerd is. Onze opponent, toegevende dat de pole miek in ons blad niet steeds voortgezet kon worden en ook, dat het natuurlijk niet de bedoeling was geweest Prof. Heering pcr- soonl ik te grieven hield toch vol, dat deze samenvatting genoemden professor on recht aandoet en een onjuiste, indien niet vervalschte weergave is van hetgeen in Hee rings boek te lezen staat. De kwestie is, zoowel uit een oogpunt van rechtvaardigheid tegenover Prof. Heering als om het standpunt van „Kerk en Vrede" tegenover het Oranjehuis te leeren kennen, van voldoende belang om er nader op terug, te komen: Njët, om polemiek uit te lokken, maar om onze lezers uit te rioodigen de samenvatting van Prof. Eerdmans aan de uitspraken van Prof. Heering zelf te toetsen. Als gezegd, onze opponent meent, dat Prof. Heering zich in zijn boek in veel gun stiger zin over de gehechtheid aan ons Vorstenhuis uitlaat dan Prof. Eerdmans ons doet gelooven. Hetzelfde is beweerd in het Octobernum mer van „Kerk en Vrede", waar Prof. Van Riel voor zijn collega Prof. Heering in de bres springt, omdat het z.i. beneden diens waardigheid is op de minderwaardige be strijding van Prof. Eerdmans in te gaan. Het is, een „ongeoorloofd-fragmentari sche" bestrijding, zegt Prof. Van Riel en: Zoo b.v. waar Eerdmans de passage, waarin H. waarschuwt tegen overdreven Oranjevereering, en die begint met de woorden: „Wij kunnen de trouw en de aanhankelijkheid jegens een vorstenhuis waahaan het volk veel te danken heeft heel goed waardeeren, te meer wanneer de vórstelijke waardigheid door de per soon die haar bekleedt, wordt hooggehou den" (blz. 111—112) weergeeft met de woor den: „Het wordt daarbij vastgesteld, dat waardeering van het huis van Oranjp kenmerk is van akelig conservatisme" (2e druk, blz. 18). Ook in den ouden druk wordt gesproken van „de zedelijke schoon heid" van deze „trouw en aanhankelijk heid" 1 Eerdmans' weergave is tendentieuse ver draaiing der bedoeling. Wanneer het nu gaat over de vraag of het citaat van Prof. Eerdmans, dat de tekst van dit artikel is en in de aanvang is opgenn men, woordelijk met de uitspraken van Prof. Heering overeenstemt, dan moet het antwoord natuurlijk ontkennend luiden. Prof. Eerdmans heeft juist gepoogd om in weinig woorden de bedoeling van zijn collega weer te geven en Prof. Van Riel zegt dan ook van zijn standpunt: „Eerdmans weergave is een tendentieuse verdraai ing van de bedoeling". Daarop, komt het aan Is dit oordcel juist? Werd de bedoeling van Prof. Heering „verdraaid" weergegeven? De lezer, die naar het antwoord op deze vraag zoekt, leze aandachtig wat Prof Heering op blz. 107 van zijn boek schrijft. Daar heet het: Nu hebben wij niets tegen deze trouw en aanhankelijkheid; wij kunnen er de zedelijke schoonheid heel goed van voelen Maar wel. hebben wij bezwaren tegen de volledige kerstening dezer trouw door de apotheose van het vorstenhuis. Evenals Duitschland onder de Hohenzollems (God. Pruisen en Hnhenzollerns). is het ortHo dove Nederland (God,. Nederland en Oranje), vol van Byzantinisme, waarover onze Calvinistische voorvaderen verachte lijk de schouders zouden hebben opge haald. Het ergste is echter, dat noch Oranje noch onze orthodoxie voldoende bewust heid er van heeft, hoe dit monarchisme voor een groot deel dient als kleedij van een belanghebbend conservatisme, dat deze kleeding draagt zooals het 't beste staat. Daardoor wordt eenerzijds de or thodoxie meegetrokken in een sfeer van geld en macht en geweld, waarin zij niet thuis hoort, en wordt anderzijds Oranje in de oogen van steeds meerderen een pro vincie vorst, beschermheer van het ade- lijke, het kapitalistische, het militaristi sche, het conservatieve en het onwetend traditioneele deel van Nederland, dat geen gelegenheid verzuimt om door middel van Wilhelmus en hulde telegrammen Oranje voor zich op te eischen. Waarlijk in onze dagen heeft Oranje, als het de positie be grijpt, waarin het gedrongen wordt, wel reden om te verzuchten: „bewaar me voor mijn vrienden". Dit citaat is o.i. lang genoeg om ieder onpartijdig lezer in staal te stellen tot een juist oordeel over de samenvatting, welke Prof. Eerdmans er van gaf. En gaarne zouden we het oordeel aan den lezer overlaten, maar allen die lezen geleerd hehhon en niet door eenzijdigheid zijn ver blind, zullen van ons vorderen, dat wij hier als hun opinie uitspreken: de weergave was een zuivere reconstructie van Prof Heerings bedoeling. De schrijver toch gaat eerst een caricatuur maken van onze aanhankelijkheid aan hel Oranjehuis en laat dan de Calvinistische voorvaderen de schouders ophalen over zoo veel Byzantinisme en apotheose. Byzantinisme wil zeggen, dat de vorst niet alleen het hoofd van de staat is, maar ook van de kerkis het geen dwaasheid om zulks In Nederland met zijn vrije kerken te beweren? Apotheose, dat is vergoding van don vorst; als in een Engèlsche krant over de koninklijke familie ook maar de helft stond van de straattaal, welke schrijvers als de Oproerige Krabbelaar zich veroor loven over het Oranjehuis, dan zouden Mar Donald en Henderson de eersten zijn om strafrechterlijke vervolging te vragen. Wat Prof. Heering voorts schrijft over Oranje als provincievorst en beschermheer van het adelijke, kapitalistische, militarist) sche, conservatieve en onwetend traditio neele deel van Nederland (welk deel blijft er behoudens „Kerk en Vrede" nu nog over?) is niets dan fantasie. Dat deze groote woorden ook maar eenige waarde hebben wordt in geen enkel opzicht bewezen. Het zijn holle klanken, zonder meer; ge nomen uit de in dit opzicht rijke literatuur der S.D.A.P., welke deze roode rethorica noodig heeft om innerlijke ledigheid te ver hullen. Om met een variatie op Prof. Heering te eindigen: Wat bet eekent een tirade over trouw en aanhankelijkheid, vol zedelijke schoonheid; wanneer deze gevolgd wordt door een on bewezen schimperij op liefde voor 'net Oranjehuis, welke niets, doch dan ook let terlijk niets te maken hc-eft met vergoding of Byzantinisme! Waarlijk, de parafrase van Prof. Eerd mans van de grove, onbewezen beschuldi gingen, waaraan Prof Heering zich te buiten ging, was wel uitermate zachtmoedig en eerder vergoelijkend dan overdreven. We hebben het reeds eenige keeren ge- igd en we willen het met genoegen net zoo vaak herhalen als onze politieke tegen standers het wenschen: ook wij gelooven. dat er gevallen zijn, waarin het beter ware geweest geen nieuwe Christelijke school naast een reeds bestaande te stichten. Zelfs willen we de mogelijkheid toegeven dat men alle middelen, welke aangewend werden om het doel te bereiken, niet op een goudschaaltje moet wegen of in het vuur der critiek kan beproeven. Maar beschuldigingen wijzen we per tinent af, zoolang ze niet op feiten rusten; eerst de waarheid en dan het oordeel. Want' er heerscht tegenover ons in de laatste tijd een mentaliteit over de vrijhpid van onderwijs, welke bedenkelijk veel op begeerte naar onderdrukking gaat lijken. Vooral en 't is wel een verontrustend verschijnsel de V r ij z i n n i g-d e m o craat is daarin tegenwoordig zeer sterk. We zouden geen reden hebben, hierop gedurig terug te komen, indien in één der laÜttste nummers niet een aigemeene, maar een zeer bepaalde beschuldiging doch weer zonder eenig bewijs was uitgespro ken. Een verwijt, dat bij nader onderzoek op louter fantasie berust. We bedoelen niet, dat een inzender ons blad, onder instemming van een redactielid zwaar beleedigt door van een fanatiek dagblad te spreken, dat „te vuur en te zwaard en met alle middelen het openbaar onderwijs bestrijdt"; maar wel, dat tegenwoordig misbruik van de bepalingen der L.O.-wet gemaakt wordt, niet het minst door onze geestverwanten en dat die ontduikingen en misbruiken steeds door ons verdedigd worden. Het is voorwaar geen kleinigheid; maargeen enkel voorbeeld staaft deze vreeselijke beschuldiging. Ja tochwie aan een sprekend staaltje de waarheid wil toetsen, iiifonneerc maar eens in Middel harnisl zegt de schrijver. Daar valt dus een feit te constateeren; een schandelijk feit, door voorstanders van Christelijk onderwijs gepleegd en door ons verdedigd! Dit feit was ons tot heden niet bekend, hoewel we met de schooltoestanden daar tamelijk goed op de hoogte zijn. Ten over vloede echter hebben we de raad van den vrijz.-dem. schrijver opgevolgd en nog eens ter plaatse geïnformeerd. Nu, wat is er te Middelharnis aan de hand? Er is daar pas een Chr. U.L.O. school gesticht, geheel conform de bepalingen der wet. Deze school heeft al in.de veertig leerlingen en drie leerkrachten, wel een be wijs, dat er behoefte aan deze school was. Don begint men thans aan de bouw van een school op Ned. Herv. grondslag, die al vóór haar bouw toezegging had van in de zestig leerlingen. Het is wel bijna zeker dat deze school als ze er eenmaal is spoedig tot de honderd klimmen zal. Al deze feiten mogen onaangenaam zijn voor menschen als de schrijver in de „Vrijz. Dein.", maar daarmee zijn ze toch niet in strijd met, de L.O. wet? Het is ons wel bekend, dat menschen van Volksonderwijs getracht hebben deze scbo len tegen te houden en het zelfs in hoogste instantie hebben laten uitmaken of deze scholen al dan niet gebouwd zouden worden maar de Kroon heeft geen termen aanwezig- gevonden aan de verzoeken der tcgenstan ders van de Chr. scholen te voldoen. Dat is hetgeen wij weten van Middel harnis. Is dit met de waarheid in strijd, dat men liet zegge. Waar misbruik blijkt, willen we bij nie mand onderdoen in afkeuring. Doch, geen losse praatjes: sprekende feiten! OFFICIEELF BERICHTEN AUDIËNTIE De gewone audiëntie van den Minister van ONDERSCHEIDINGEN Bij Kon. besluit is de commies bij de Rijkswerven, geplaatst bij het Marine-Eta blissement te Amsterdam, J. Hendrikse bevorderd tot hoofdcommies en de adj. Jim mies J. P van Bommel bevorderd tot commies. HOFBERICHTEN De Koningin-Moeder zal a.s. Zaterdag van Het Loo naar den Haag vertrekken. De Kon. familie zal haar verblijf op het Loo in het laatst van November beëindigen. VRAGEN VAN KAMERLEDEN KADEVERZAKKING OP ROZENBURG Het Tweede Kamerlid Braat heeft den minister van Financiën gevraagd of hem bekend is, dat de kade om Staatsdomein- gronden op het eiland Rozenburg op sommige plaatsen een halve meter gezakt is, tot groote schade van de huurders, wier klachten niet gehoord worden en of de minister bereid is. die verhuurde gronden daar in goeden toestand, zooals die was bjj de verhuring, te houden A L IEDEREEN KAN IN HET BEZIT KOMEN VAN Ie. EEN ZEER FRAAIE GEPATINEERDE R00KFAUTEU1L, met zijden damast kussens 2e. EEN ARTISTIEKE ZIJDEN SCHEMERLAMP; 3e. EEN le DUALITEIT LEIDSCHE WOLLEN DEKEN. ;Een bezoekster onzer magazijnen zeide dezer dagen: Als iedereen tocih eens wist wat hier allemaal te Vinden is, zoo mooi en toch zoo voordeelig, dan zou deze groote zaak nog veel te kiein zijn. •Deze uitdrukking hebben wij in onze ooren geknoopt. Teneinde nu aan orvze zaak 'nog meer bekendheid te geven, geven wij tot een beperkt aantal bons af, zooals U 1 hierboven vindt afgedrukt. Deze bonnen zijn genummerd. De nummers van de Bons, die recht gerven op de bovenvermelde premies zijn door een perscommissio vastgesteld en berusten in een door deze commissie verzegeld enveloppe. i Deze enveloppe zal Zaterdag 6 December om 10 uur 's morgens worden geopend waarbij ieder belangstellende gaarne wordt verwacht. Tot dit tijdstip zal de enveloppe bij de geëtaleerde premies blijven gedeponeerd l Voor de geregelde bezoekers onzer magazijnen ia deze reclame dus zeer aantrek kelijk;:" terwijl net voor diegenen, die wij nog niet tot onze vaste clientèle mogen rekenen, zeker een reden is tot aangename kennismaking. Tol 6 December geldt dus meer dan ooit: HET DEVIES DE ONRUST IN ZEELAND 'NGEMOTIVEERD Op de vragen van het Tweede Kamerlid Weitlcamp betreffende de in Zeeland -ntstane onrust in verband met opzegging var hypo theken, heeft de Minister geantwoord: 1. Uit het ter griffie der Kamer neergelegde afschrift van het rapport van den r'jksland- bouwconsulent te Goes is gebleken, Jat een groote onrust wetrens het opzeggen van hvpn- theken op landelijke eigendommen in Zeeland niet heersch*. Het opzeggen van hypotheken heeft geen grooteren omvang aangenomen dan in normale tijden het geval is. 2. In verband met bovenstaande meent de ondergeteekende, dat het nemen van maatre gelen achterwege kan blijven. BEZOLDIGINGSBESLUIT VERZOEK TOT HERZIENING Het hoofdbestuur van de Centrale an Ne djilanJsch Overheidspersoneel heeft aan uen Min. van Rinnenl. Zaken, voorzitter van dei Raad van Ministers en aan de Tweeue Kamer der Staten Generaal verzocht, herziening van het Rijksbezoldigingsbesluit en intrekking van het Koninkljjk besluit van 18 Novemher 22 waarbij het verhaal der pensioenpremie is geregeld, te willen bevorderen. KLANKFILMS MET NED. TEKST PROTEST VAN DEN DIETSCHEN BOND. Het bestuur van den Dietschen Bond heeft in een adres aan den Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen de aan dacht gevestigd op den ahnormalen en ongewrnschtcn toestand, welke is ontstaan doordat het Nederlandsche volk slechts ge luidfilms in vreemde talen te hooren krijgt. Adressant acht dezen toestand in strijd met een gezond volksleven, een toestand, die de belangen van de Nederlandsche beschaving en taal schaadt en die het zelfbewustzijn van het Nederlandsche volk verslapt, maar die vooral betreurenswaardig moet worden geacht, omdat Nederland thans in gebreke blijft zelf zijn taak te vervullen, het Ne derlandsche woord, de Nederlandsche ,io- schaving, ook op deze zoo krachtige en doel treffende wijze te brengen tot hen, die Ne- deriandsch spreken en verstaan buiten het rijk van Europa. Den Minister wordt ver-. KOLONIALE DEMONSTRATIE TEN BEHOEVE DER NED. INDUSTRIE DE EXPORT VAN UIT NEDERLAND NAAR INDIE MOET WORDEN VERGROOT Het reuzengebied, dat Nederland heeft overzee, in het rijke Indië, is te weinig be kend. Maar er komt verbetering zooals ons gistermiddag weer verteld werd op do Persconferentie in het Jaarbeursgebouw te Utrecht, als voorbezoek tot de koloniale de monstratie, welke vanaf Maandag, gedu rende November en een deel van December wordt gehouden in liet Jaarbeursgebouw. Koloniale Jaarbeurs te organisceren. De gedachte daartoe was geopperd in het Jaarbeursbestuur door den heer Koster, directeur van de Chamotte- industrie te Geldermalscn. Bij Koninklijk Besluit van 14 M'-i 1930 werd daartoe een afzonderlijke commissie benoemd. Het Par leinent stelde eon crediet van f 50.000 be schikbaar. Bij de uitwerking van het plan bleet-, dat de commissie tot bevordering van de Ned. uitvoer naar Indië zich in meer dorheid stelde op het standpunt, dat de ex positie uitsluitend ten dienste moest zijn van de Ned. industrie. Waar ook besloten was Nederlandsche fabrikaten, die reeds naar I idië worden geëxporteerd, niet ten toon te stellen, daar werd de idee „Kolo niale Jaarbeurs" losgelaten en wordt dus thans de tentoonstelling genoemd een Kolo niale Demonstratie. Deze Koloniale demonstratie is alleen toegankelijk voor fabrikanten in Nederland, terwijl uitsluitend geëxposeerd zijn buitenlandsche fabrikaten, die in Ned Indië worden ingevoerd. De bedoeling is om aan de Ned. industrie te doen zien, hoe het buitenland de producten klaar maakt en behandelt, b.v. wat betreft verpakking enz., zoodat ze geschikt worden voor de tropen. Een frappant voorbeeld hoe het niet moet gebeuren, werd ons gisteren meegedeeld. Er was een firma, die een zending cigaretten voor Indië in consignatie gaf, diever pakt was in oartnnncn doosjes. Deze verpak king is voor dc tropen zeer ongeschikt, om zocht middelen te beramen om dezen ah normalen toestand ten goede te wijzigen Eenige middelen worden in het adres aan gegeven. dat het klimaat vochtig is en dus de ciga retten reuk en smaak totaal verliezen. Dat het noodig is, dat de regeering en de handelslichamen bijzondere aandacht beste den aan verhooging van de export uit Ne derland naar Ned. Indië bewijzen wel de cijfers, die de heer Graadt van Roggen in zijn uiteenzetting gaf en waaruit bleek hoe zeer de export van uit ons land naar Ne derland over-zee is teruggeloopen. Bedroeg in 1913 het aandeel van Neder land in den totaalinvoer in Ned. Indië nog 33 prt., in 1923 was' dit cijfer reeds gedaald tot 21, in 1924 tot 19.5, in 1925 tot 18.3, 1926 tot 17.8 pet., een achteruitgang, deels gevolg van de snelle industrialisatie van het Oosten, deels van de toenemende con currentie van Europeesche landen, Austra lië en Amerika, waarbij wel dit het beden kelijke was, dat Europeesche landen, welke toch niet in gunstiger omstandigheden ver keerden dan Nederland, hun export onze Nederlandsch Indische gewesten in relatieven zin wel vermeerderden. De ab solute invoercijfers toonen aan de Bedragen waarom het gaat: De waarde van de invoer uit Nederland steeg van 1913 tot 1926 van 145 millioen tot 152 millioen, een vooruitgang dus met slechts 7 millioen gulden, terwijl in dit zelfde tijdvak de waarde van de invoer uit Engeland steeg van 77 millioen tot 107 mil lioen, dus een stijging van 30 millioen, van uit Duitschland van 29 tot 78 millioen, dus een vooruitgang van 49 millioen, van uit Frankrijk van 3 tot 9 millioen, dus een stij ging tot het drievoudige van het bedrag in 1913, van uit België een stijging van 6 mil lioen op 12 millioen en van Italië en Zwit serland een stijging van 5 op 28 millioen. dus bijna tot het zesvoudige van de invoer in 1913. De Speciale Commissie van Bij stand uit de Sub-Commissie voor de Econo mische Politiek, welke het vraagstuk van Nederland's aandeel in de invoeren in Ned Indië had bestudeerd, en daarbij aan dp hand van een analyse van de handelssta tistieken speciaal had nagegaan het nadeel van de Nederlandsche nijverheid in de invoeren in Ned. Indië. kwam dan ook tnt de conclusie, dat het Nederlandsche fabri kaat in Ned. Indië terrein verloren had en dat het oa. met het oog op de toe nemende vraag bij de in heem sche hevnl king onzer Overzeesche Gewesten naar nrfl kelen van de Westersche nijverheid, voor de Nederlandsche nijverheid plicht was er naar te streven een grooter aandeel in de totaal invoeren in Ned. Indië te veroveren en dat de Nedprlandsche nijverheid in veel meer dere mate dan tot nog toe het geval was o r g e I i c h t moest worden omtrent dp afzetmogelijkheden aldaar. Besprpkinven met ruim 200 Nederlandsche fabrikanten WETTEN ZIJN ONVOLMAAKT Mij dunkt, -ei ik tegen een advocaat: het zal gemakkelijk zijn om dezen man bij rech ter ijk vonnis tot betaling te dwingen. Octr ja, luidde het antwoord, dat lijkt wei zoo voor een leek; doch waarom zou die man nut ontkennen, dat de Bank in kwestie, werkelijk bestaat; of waarom zou hij des noods zijn eigen bestaan niet disputanel stellen? Ik zweeg verbluft, doch dacht later toen de rekening kwam het bestaan van dézen advocaat schijnt toch heelemaal niet twijfel achtig te zijnl Hoe het zijl Van Houten moet wel teer gedwaald hebben, toen hij sprak van een „menschelijkerwijze volmaakte' wet. Want dezer dagen las ik, dat zelfs de Leerplicht wet mank gaat, gelijk het kamerlid, doo'r wiens val van een paard de wet werd aange nomen in de Tweede Kamer. Duidelijk is de Leerplichtwet wel. Want in artikel 1 staat onomwonden, dat de persoon, die aansprakelijk kan worden gesteld (en dat is een vader toch zeker) verplicht is z< rg te dragen, dat aan een leerplichtig ktnrt voldoende lager onderwijs wordt verstrekt, hetzij op een school, hetzij te huis. Het is klaar als de dag en schoolverzuim wordt in den regel dan ook gestraft, al zien do autoriteiten ook veel door de vingers. Maaralle wetten hebben mazen, ook deze. Want, het volgende gebeurde in de Bilt. Het gemeentebestuur vond het noodig éen meisje van de eene openbare school naar dé andere over te plaatsen. 't Gehcurt niet, zei de vader en hij zond zijn kind naar de „oude" ?chool. Hef meisje werd teruggestuurd. Maar de vader liet haar niet naar de andere school gaan. En T kind verzuimde de school, vele dagen lang. Toen werd proces-verbaa' ouemaakt We gens ongeoorloofd schoolverzuim. Dóch, zie nu de loop der procedure en verbaas u. Ik knip dit uit het Maandblad voor Gemeen te-administratie van N. Samson te Alfen: „De kantonrechter te Utrecht' oordèeld* het telaste gelegde wel bewezen, doch ge daagde riiet strafbaar en ontsloeg hem van alle rechtsvervolging (vonnis van 4 Decem ber 1929). De rechtbank daarentegen achtte het te- laste gelegde niet bewezen en sprak ver darlite vrij (vonnis 18 Maart 1930). De officier van justitie bij de arrondlsse- ments-rechtbank te Utrecht vroeg bij den lioogpn raad cassatie van gemeld vonnis der rechtbank. De- 16de Juni j.l. verklaarde de hooge raad requirant niet ontvankelijk in zijn beroep, aangezien „de vrijpraak van de rechtbank niet anders is dan een werkelijke vrijspraak, waartegen het gewone beroep in cassatie niet open staat" Wat zegt u daarvan? Dat de kwestie nog niet uitgemaakt is? Go hebt gelijk: In hoog ste instantie is niet uitgemaakt, dat er spra ke is van schoolverzuim, wanneer een leer ling niet bezoekt de school, waarheen hij is overgeplaatst. Maar, ik vrees, dat zulks niet uitgemaakt kan worden, vóór de T.eernUchtwet mvi'-- is met het one on dit niet voorziene geval, dateen uitkomst is voor rechters en ad vocaten. De vader zegt eenvoudig: de eerste school is er en mijn kind zou die school nog bezoe ken als de mepster de toegang open liet en ik pleeg dus geen verzuim; doch ik ontken dat die tweede school hestaat, want ik, noch mijn kind, zijn er ooit geweest. hadden de Commissie van Bijstand de in druk gegeven, dat dikwerf groote onhekend- heid bleek te bestaan met de Ned. Indische markt, n.l. met de eischen, welke daar ge steld "worden, de afzetmogelijkheden, de prijzen en kwaliteiten van de buitenland sche concurrenten, een gebrek aan kennis, ook aan statistische gegevens, dat algemeen ten zeerste werd gevoeld en waaromtrent- herhaaldelijk met aandrang verzocht was om naar een oplossing dezer bezwaren te zoeken. Morgen zullen we uiteenzetten hoe de tor bezichtiging gestelde collectie bijeenge bracht werd en welk profijt de Nederland sche industrie er van hebben kan mede door de waardevolle inlichtingen, welke tijdens deze demonstratie aan Ned. fabrikan ten omtrent export naar Indië gegeven zullen worden. HUISVESTING GROOTE GEZINNEN BIJZONDERE RIJKSSTEUN Ten vervolge op de beantwoo-dirg vji> schriftelijke vragen van het Tweede Kamerl'd Hermans, betreffende de voorbereiding van maatregelen voor de huisvesting van groote hulpbehoevende gezinnen, deelt de Min. van Arbeid. Handel en Nijverheid mede. dat de voorberpidine van een speciale bydru.'enrege- ling in de woninghuur van groote gezinnen ge vlndigd is. Deze regeling zal werken naast dg nidragenregeling voor krot-opruimu g. Zeer ;poedig zal aan de gemeentebesturen worden meegedeeld, dat en onder welke voorwaarden regeering bereid is voor de huisvesting van groote gezinnen hijzonderen steun ie verlce.- ien. Du aanschrijving zal, zooals dat nek mqt roegere aanschrijvingen geschiedde, ter kc.v lis van de leden der Kamer worden gébracht DE ZAAK-BORREN In antwootd op de schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Floris Vos, nwu aan leiding van de aanklacht tegen kanitein Ror- ontkennen de ministers van KoUiiïën tn Justitie dat deze aanklacht door de re* geering zou zyn gelast. Voorts verklaren dc ministers, dat der regeering niet bekend '.3, over het feit., dat de heer Fruytier by hc't vooronderzoek oerspronkclyk gewe:g> id zou hebben om op bepaalde vragen te antwoord.n daar 'hy daarover eerst ruggespraak .net dl regeering moest houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1