TWEEDE KAMER Radio Nieuws. KOFFIE-SOORTEN DONDERDAG 30 OCTOBER 1930 DE NIEUWE PACHTWET VERDEDIGING DOOR DE REGEERING Vele amendementen verworpen Vergadering van Woensdag 29 Oct. OVERZICHT Hoeveel en wat schrijft de Regeering in 'een wetsontwerp? Een doodgewone vraag, maar waarop het antwoord moeilijk te geven is. Minister Ruys nochtans zag er kans toe en gaf een even doodgewoon antwoord. In het wetsontwerp-pachtwet heeft de Regee ring zooveel opgenomen, als zij noodig. acht! Breng daartegen nu maar eens één woord in. Het is zoo klaar als de dag. U zegt, wat acht de regeering nu noodig? Ja, dat is wat anders. Minister Ruys heeft gezegd, dat er op pachtgebied goede verhoudingen en ook mis standen zijn. En de roeping der Regeering is om kwaden te straffen en goeden te bescher men of althans volkomen vrijheid te waar borgen. I-Ioo minder er geregeld wordt hoe heter, als er maar geen onrecht geschiedt. Wat de zaak zelf betreft, acht de Minis ter afschaffing der publieke verhuring on mogelijk, ondanks de daaraan verhonden bezwaren. Misschien zullen kleine boeren geholpen worden op soortgelijke wijze als de Land- arbeiderswet de landarbeiders helpt. Voorts bestreed de Minister de bezwaren tegen de c o n t i n u a t i e-gedac.hte aange voerd. Hij vindt deze regeling beter dan het stelsel van schadevergoeding. De pachter krijgt door de continuatie-bepaling een ste viger positie dan wanneer hem, bij zijner zijds onwillige beëindiging van het contract, een schadeloosstelling wordt gegeven. Daarvan geldt tooh in hooge mate: het geld dat stom is, enz. Want wat de verpach ter als vergoeding moet betalen verhaalt hij op de volgende pachter. De vergoeding voor verbetering het remis sie-recht acht de Minister voldoende; terwijl het in sommige gevallen noodzakelijk kan blijken, dat de voorzitter der Pachtcommis- sie bezoldigd wordt In 't algemeen zal deze Pachtwet pachter en verpachter nader bij elkaar brengen en het gaat dus in de goede richting. Oiver de formeele en materieele beteekenis van bet wetsontwerp en het dwingend recht, dat hierin tot uitdrukking komt maakte de Minister van Justitie, Mr. Doxyner, eenige ongetwijfeld belangrijke opmerkingen, want de Kamerleden luisterden aandachtig. Wij deden het ook, doch ondanks het (sla pende) instituut der luidsprekers konden jwij het niet verstaan. VERSLAG Nieuwe interpellatie. Nu het aan Wijnkoop mislukt is om het geval-de Visser nogmaals in de Kamer ter sprake te brengen, zal meneer zelf het op nieuw beproeven. Hij vroeg n.l. een inter pellatie aan over eventueele betrekkingen tusschen de Paus als staatshoofd en het rijk der Nederlanden en de positie der Kamer leden ten opzichte van dein Paus als hoofd der Kat,h. Kerk en zijn optreden in maat schappelijke actiesoef! Heden zal dit verzoek worden besproken De Pachtwet. Nadat de vorige dag in middag- en avond vergadering een drom sprekers zich over de Pachtwet had uitgesproken, kwam gisteren de Regeering aan het woord om het ont werp te verdedigen. Eerst sprak minister Ruys de Beeren- brouck. Hij ging de geschiedenis van het wetsontwerp en de motieven voor de indie ning na. Wat de laatste betreft; de toestanden op pachtgebied zijn gedeeltelijk goed, doch ook voor een deel slecht. Met het oog op de mis standen is het ontwerp noodig. Hier volgt direct uit, dat de wetgever met de grootste voorfichtigheid möet optreden om niet wat goed is, te schaden. De heer v. d. Sluis vroeg hoe de regee- ring in dezen tijd durfde te komen met een zóó onaandoenlijk ontwerp. Spr. antwoordt daarop, dat de regeering de koppeling van het ontwerp aan huidige tijdsomstandighe den niet vermag aan te voelen. Verschillende sprekers vreesden moeilijk heden in verhand met de vaagheid der be palingen. Spr. meent, dat dit echter wel mee zal vallen. Indien men de openbare verhuringen als een kwaad beschouwt, moet men spreken van een noodzakelijk kwaad. Immers zijn verpachtingen op andere wijze niet moge lijk. Afschaffing van openbare verpachtin gen kan de regeering dus niet in uitzicht 6tellen. Den heer v. d. Poll zegt Spr. toe, dat de regeering zal overwegen of zij iets kan doen voor de kleine boeren in den geest van de land arh eiderswet. Men heeft aan de regeering het verwijt gericht met de eene hand te nemen wat zij met de andere geeft. Echter moet deze re geling zich afspelen binnen de grenzen van het algemeen belang. Dat deze oplossing geen bevrediging schenkt aan hen, die deze oplossing eenzijdig wenschcn, is te begrij pen. Degenen, die het continuaticrecht bestre den, hebben zich verdiept in mogelijkheden, hetgeen onvruchtbaar is als er geen antece denten zijn. Het stelsel verdient de voorkeur boven schadeloosstelling. Het. maatschappe lijk verkeer eisoht een zekere band tusschen den grond en den verbouwer. Dit is het be lang tevens van de bestaanszekerheid van don pachter. Bij schaleloosstelling wordt die band verbroken. Een verloren continuatiegeding komt ge heel ten laste van den verpachter. Bij scha deloosstelling echter kan de pachter de te betalen som weer verhalen, hetgeen het ge vaar in zich sluit, dat de economische en sociale ongelijkheden tusschen pachter en verpachter weder worden toegepast. De re- gecring zou daar machteloos tegenover De regeling van de vergoeding voor ver betering acht Spr. voldoende. Wat de pacht- commissie betreft wijst Spr." erop, dat de be zoldiging der voorzitters niet imperatief is. Ten slotte hoopt de Minister, dat de Ka mer deze wetten zal zien in hetzelfde ka rakter als de regeering "Ize ziet, n.l. recht vaardigheid eai billijkheid te betrachten naar heide zijden. De Minister van Justitie, Mr. Donner, wenscht slechts eenige opmerkingen te ma ken. Hij zegt, dat deze ontwerpen niet kun nen worden gelicht uit het algemeeme be ginsel der rechtsorde. Dit is wel het geval met het wetsvoorstel, dat tegelijk behandeld wordt. De pachtontwerpcn hebben echter een beteekenis, die men niet moet onder schatten. Er wordt hier in hooge mate dwin gend recht gegeven. Daarom is voorzichtig heid geboden. De Minister is verder onver staanbaar Motie-Wijnkoop. Er werden geen replieken gehouden, be halve dat Wijnkoop de gelegenheid aangreep om, tezamen met zijn patroon De Visser een motie In te dienen om bij de wet afschaf fing der publieke verpachtingen te brengen Even later, toen de algemeene beschou wingen gesloten waren, werd de motie met algemeene stommen op één na verwor pen. De communistische leider walde mee stemmen, maar kon niet, omdat hij de pre sentielijst nog niet had geteekend. De artikelen Bij de behandeling der artikelen stelde de heer Hiemstra (s.d.) per amendement, voor om de Pacht Commissies het recht te verleenen alle nieuwe pachtcontracten te beoordeel on. Het zal z.i. de eerste stap zijn in de goede riohting om de pachters te beschermen te gen willekeurige verhoogingen. De heer Rutgers v. Rozenburg (c.h.) maakt eenige opmerkingen over het artikel. De heer Loerakker (r.k.) vindt, dat het amend em en t-H i ems t ra een onmogelijk apparaat in 't leven roept.: hoe kan een com missie nu elke overeenkomst, hoe gering ook, nu beoordeelen? De heer Ebels (v.d.) sluit zich hierbij aan. De heer v. d. Heuvel (a.r.) heeft dezelf de practische bezwaren en voegt daarbij de theoretische bedenking, dat de figuur wel heel vreemd zou kunnen worden, wanneer pachter en verpachter het roerend eens zijn en de pachtcommissie het contract zou af keuren. De heer Bakker (c.h.) is van gehjke opinie. De heer Wijnkoop vindt het een mis lukt amendement De heer Bierema (v.lb.) meent, dat we de tegenwoordige crisis geheel buiten be schouwing moeten laten. Minister Ruys is van meening, dat het amendement strijdt met het karakter van het wetsontwerp en is het dus onaannemc- lijk. Minister Donner beantwoordt den heer Rutgers van Rozenburg. De heer Hiemstra acht de beiwaren tegen zijn amendement onvoldoende. Het amendement-Hicmstra wordt ver worpen met 60 tegen 20 stemmen. De vrijheid van de pachter. De heer Ebels (v.d.) verdedigde een amendement om onmogelijk te maken, dat de verpachter de vrijheid van de pachter verder beperkt dan met het oog op de be drijfsvoering noodig is. Alle andere bedin gen, welke de persoonlijke vrijheid van den paohter beperken, moeten nietig verklaard worden. Alles wat aan „hoorigheid" herin nert, moet geweerd worden. Minister Donner acht het amendement hier niet op zijn plaats. Voorts geeft de om schrijving wat door bedrijfsvoering geëisoht wordt, veel onzekerheid; en waarom zouden bij het sluiten der overeenkomst geen bedin gen gesteld mogen worden. Ten slotte blijft de beoordeeling bij de Pachtcommissie. Het amendement wordt verworpen met 44 tegeai 34 stemmen. Vergoeding voor verbetering. De heer v. d. Sluis (s.d.) verdedigt een amendement om het recht van den pachter op vergoeding voor aangebrachte verbeterin gen volkomen rveilig te stellen. De heer Ebels (v.d.) heeft een amende ment over dezelfde materie: hij wilde do schadevergoeding beperken tot de werkelijke waardevermeerdering", doch niet tot bepaal de verbeteringen. Dc heer v. d. Heuvel (a.r.) is a'an mee ning, dat men de pachter niet de volle be schikking kan geven over de beurs rvan de verpachter als deze alles moet vergoeden, wat de pachter ten bate van het land gelieft te doen. Het amemdement-Ebels is in zijn bedoe ling beter dan in de omschrijving. De heeren v. d. Voorst tot Voorst eai Rut gers van Rozenburg deelen deze opinie. Minister Donner acht, dat een, al "te strigente bepaling, zooals de heer v. d. Sluis wil, gevaarlijk is. Men kan niet alles onder regels brengen. Wat de heer Ebels wil, staat feitelijk in de wet. Het amendement-v. d. Sluis wordt ver worpen met 42 tegen 31 stemmen; dat ivan den heer Ebels met 39 tegen 33 stemmen Lage prijzen. Volgende amendementen van den heer v. d. Sfuis bedoelen recht op vermindering van pacht te geven, wanneer de prij zen der producten tijdens den duur van het contract beduidend dalen. De prijsschommeling is veel belangrijker dan watersnood, hagelslag enz. De tegenwoordige nood bewijst liet. Verzoeken om verminde ring worden afgewezen op grond van de publieke verhuring. Dc heer Ebels (v.d.) wil, dat onder buitengewone omstandigheden de pachtprijs verminderd wordt met een bedrag evenre dig aan de verminderde opbrengst der pro ducten. De heer v. d. Heuvel (a.r.) wijst er op, dat wie verlaging der prijzen in rekening wil brengen, ook rekening moet houden met eventueele verhooging. Hetzelfde kan op een andere wijze bereikt worden door de gewijzigde verpachting. De heer Van Rappard (v.b.) vindt het amendement eenzijdig en de heer Loerak ker (s.d.) noemt het onuitvoerbaar. Minister Donner wijst er op, dat zeer persoonlijke en ivaak pijnlijke omstandig heden niet in aanmerking kunnen komen; voorts is het onmogelijk de prijssdhomme- lingen te ondervangen. Hetzelfde geldt van de „evenredige vermindering" welke de heer Ebels wil. De heer v. d. S1 u i s (s.d.) zegt bij repliek, dat aanzienlijke prijsverhooging ook tot pachtverhooging kan en mag leiden en hij wil daarvoor een amendement indiemen. De amendementen worden verworpen. Het remissie-recht Een volgend amendement-fv. d. Sluis wil, als tot verzekering tegen risico's wordt over gegaan, dat deze door pachter en verpach ter wordt gedragen, wanneer buitengewone omstandigheden buiten rekening worden gehouden bij de vaststelling -van het con tract. De heer Be urne r (a.r.) betoogt dat art 1630 b feitelijk in strijd is met de Grondwet en dat de Regeering het beter terug kan nemen. Het amendement kan niet worden aan vaard, omdat pachter en verpachter onge lijke belangen hebben. De heer v. d. Heuvel (a.r.) dringt even eens op terugneming van het artikel aan; dan is ook het amendement niet noodig, want dan worden sommige risico's niet bui ten werking gesteld bij de uitoefening van het remissie-recht. Minister Donner kan de grondwettelijke bezwaren niet deelen. Tegen het amendement van den heer iv. d. Sluis heeft dc minister geen bezwaar, als de technisohe gebreken weggenomen kun nen worden. De heer v. d. Sluis zal met het oog daar op zijn amendement wijzigen en komt er heden mee terug. Herziening Pachtcontracten Hoewel het reeds zeer laat was en de Ka mer leeg liep, zette de voorzitter de behan deling door en kwamen een tweetal araen- dementen-Fleskcns-Van Voorst tot Voorst in behandeling met de strekking aan pach ter en verpachter beiden, „elke drie jaren" gelegenheid te geven den rechter wijziging (verlaging of verhooging) van den pacht prijs te vragen. Als dus b.v. de pachtover eenkomst voor zes jaren was aangegaan zou toch na eenigen tijd de pachter verla ging, de verpachter verhooging van den prijs kunnen aanvragen. Dit is, zoo verklaarde minister Ruys, een bedenkelijk „novum" en een zeer „in tensieve bemoeienis" welke wel eens de be- drijfsrust zou kunnen bedreigen in stede van haar te bevorderen; die bovendien, ten koste van de stabiliteit, pachtcontracten voor drie jaren in zwang zou brengen Onaannemelijk, zijn deze wijzigin gen, vertelaarde de Regeering. Dit vonnis zal de voorstellers wel doen besluiten om de amendementen in te trek ken, doch de heer Loerakker (r.k. heeft gedreigd, dat hij ze dan opnieuw zal indienen. En, wanneer dan, zooals te ver wachten is, de sociaal-democraten en eenige roomsch-kath.leden hein steunen, dan zou de wet wel eens gevaar kunnen loopen. Doch, zóóver zal Dr. Nolens het niet laten komen. Gezicht op de Maybachmijn, waarin de vreeselijke ramp plaats vond. STAATSBEGROOTING 1931 MEMORIE VAN ANTWOORD OP HOOFDSTUK I Verschenen is de Memorie van Antwoord over het eerste hoofdstuk der Rijksbegroo- ting voor 1931, waaraan het volgende is ontleend: Waren versobering en beperking der uit gaven de eenige maatregelen ter verbete ring van den toestand, die het Kabinet voor oogen stonden, dan zou de' critiek op de Troonrede wellicht gegrond zijn. Maar het zwijgen der Troonrede over andere maatregelen bewijst nog allerminst, dat deze niet worden beraamd. Op het oogen- blik dat die rede werd uitgesproken, wa ren zij echter nog niet in zoodanigen staat van voorbereiding, dat concrete plannen konden worden aangekondigd. Steun aan den landbouw. De Regeering, op het gebied van land- en tuinbouw voorgelicht door de commissie- Lovink, is sedert met de voorbereiding dier plannen verder gevorderd. Reeds zijn bespre kingen gevoerd, die binneji zeer korten tijd, naar verwacht mag worden, zullen kunnen leiden, lot steun, luaar deze van Rcgeerings- wege mogelijk is en het meest wordt behoefd. De Regeering meent te mogen betwijfelen of de Troonrede wel de plaats was om de richting aan te geven, waarin de maatre gelen tot verbetering van den toestand zich moeten bewegen. Van dc maatregelen van principieelen aard, waarop het voorloopig verslag doelt, is het aanhangig ontwerp tot herziening van de Begrafeniswet nog in onderzoek. Wat het ontwerp-Zondagswet betreft, de behandeling daarvan zal moeten wachten omdat de Eerste Kamer inzake 't ontwerp- Winkelsluitingswet een beslissing zal heb ben genomen. Met betrekking tot het dansvraagstuk wordt het advies afgewacht van de com missie, die in het begin van dit jaar ter voorlichting van dit stuk was ingesteld. Ten aanzien van de bestrijding der porno grafie is de Regeering diligent De economische crisis. De Minister wijdt dan uitvoerige beschou wingen aan dc economische crisis, waarbij hij doet uitkomen, dat deze crisis een wc- reldverschijnsel is. De beschouwingen, aan de politiek der rcchtsche partijen gewijd, mogen het Kabi net niet verleiden tot tegenspraak. Deze ligt minder op den weg der Regeering dan op dien der woordvoerders van deze par tijen. Daarentegen zou het wèl op den weg van het Kabinet liggen, zich te verdedigen te gen de als aphorisme voorgedragen stel ling, dat het niet zou zijn opgewassen te gen de groote moeilijkheden van dc Regee- ringstaak in dezen veelbewogen tijd. Noch tans is dit onmogelijk, omdat geen behoor lijk argument voor deze bewering wordt bijgebracht. Of is het wellicht inderdaad een „ern stige tekortkoming", dat het Kabinet niet een volledig werkplan heeft gepubliceerd ter bestrijding van den crisisnood? Wie mocht meenen, dat zoodanig werk plan plotseling voor het voetlicht kan wor den gebracht, geeft zich over aan. 'n illusie. Men kan slechts stap voor stap', naar ge lang do telkens wisselende omstandighe den zich voordoen hier en daar trachten van Regeeringswege den strijd aan te binden. Terwijl de Rcgeering op het wereldver loop slechts weinig invloed vermag te oefenen, wil dat niet zeggen, dat zij alle gevolgen van de crisis werkeloos zal aan zien. Reeds is voldoende bekend geworden, dat zij ten aanzien van den landbouw waakt om op verschillende onderdeelen den zwaarst en druk der crisis zoo mogelijk te ondervangen. Zij houdt zich ten aanzien van de indus trie ernstig bezig met de vraag, waar ge volgen van dumping dreigen en hoe deze kunnen worden afgewend. Onderzocht wordt, of door een versneld tempo in de uitvoering van groote werken werkverrui ming kan worden tot stand gebracht In overweging is de vraag in hoeverre hulp aan werkloozenkassen kan worden gebo den, voor zoover haar middelen in deze crisis tekort zouden schieten. Voor één tak van bedrijf is zulk een regeling tijdelijk reeds getroffen. Daar buiten de werkloos heidsverzekering nog groote groepen werk- loozen kunnen voorkomen, is de Regeering bedacht in overleg met de gemeentebestu ren met werkverschaffing voort te gaan. De Regeering beluistert geen enkele stem die om wijziging van de tot dusver gevolg de handelspolitiek ten principale vraagt Het onderhandeiingstarief. Wat de handelspolitiek betreft herinnert de Regeering er aan, dat het rapport der commissie-Bodcn'hausen in zake een onder handelingstarief door haar aan eenige orga nisaties, resp. commissies, om advies is ge zonden. Zoolang deze adviezen niet zijn in gekomen, acht de Regeering het beter zich Tan het uitspreken van het eindoordeel te onthouden. Echter wil zij er wel reeds op wijzen: lo. dat er aan een onderhandeiings tarief geen behoefte bestaat voor de slui ting van handelsverdragen, zuiver geba seerd op de mcestbegunstigingsclausule; 2o. dat de onderhandelingstarieven in zeer sterke mate meewerken om de vraagstuk ken zoo gecompliceerd te maken, dat te Genève de oplossing nauwelijks meer te vinden is; 3o. dat moeilijk is aan te wijzen, dat eenig land met een onderhandelingsta rief over de geheele linie zijn positie heeft weten te verbeteren. Het probleem, waar voor de Regeering staat, is dan ook, zoo mogelijk, in concrete gevallen door andere landen aan ons economisch leven in den weg gelegde bezwaren weg te nemen, zon der door verandering ten principale van politiek tot dusver verkregen resultaten in de waagschaal te stellen en dus ook zon der de meestbegunstiging in gevaar te brengen, d. w. z. zonder discriminatie toe te passen resp. uit te lokken. De Russische invoer. Minister de Geer wijst er verder op dat, als in dumping gevaar schuilt, niet min der gevaar gelegen is in anti-dumpings maatregelen. De Regeering is overigens waakzaam naar twee richtingen, het oog houdend èn op dumping- èn op anti-dum- pingsmaatregclcn, die ons kunnen treffen. Met. name den Russischen invoer, de scha de die daardoor kan worden aangericht en de maatregelen, die andere landen daar tegen nemen, bestudeert zij ernstig. Van het verloop cler zaak en van het resultaat der bestudeering daarvan hangt het af of de Regeering bijzondere maatregelen zal hebben te overwegen. Wat de handelsconventie van Genève van 24 Maart 1930 aangaat is de Regeering na ernstig beraad en inwinning van advie zen tot de overtuiging gekomen, dat er geen redenen aanwezig zijn waarom zij zich niet aan deze conventie gebonden moet achten. Binnenkort zal den ook dc con ventie ter goedkeuring aan de Staten- Generaal worden voorgelegd. Het gunstige resultaat dat de Regeering van haar overleg met de Scandinavische staten verwacht bestaat hierin dat bij on derlinge overeenkomst goede beginselen ir toepassing kunnen worden gebracht, wel ker juistheid te Genève werden erken-' maar welker aanvaarding in de practijk op bezwaren bleek te stuiten. De Regeerin;- I laat zich daarbij leiden door de gedachte, dat bedoelde toepassing van juiste beginse len geen discriminatie mag implicecren noch uitlokken. Deelneming aan een even tueele overeenkomst zou, naar de Regee ring meeiit, allen omringenden staten moe ten vrijstaan. Voor het handelsverkeer tus schen Nederland en Nederlandsch-Indii wordt een zoodanige regeling, daar dit ver keer dit verkeer niet door invoerrechten wordt belemmerd, door de Regeering niet aanwezig geacht, zoolang niet algemeen het systeem van invoerrechten wordt ver laten. Vrijdag «1 October. HUT ZEN (1875 M.) Algemeen Programma* NCRV. 8.15. TUdseln. 8.15—9.30 Morgenconcert. 10.30 Tijdsein. 10.80—10.50 Korte Zlekendlen^t. 11 Tjjdaeln. 11—12 30 Gramofoon. 12—12.1» Politieberichten. 12.S0 Tijdsein. 12.80—2 Middag concert. 2 TUdseln. 23.30 Gramofoonplaten. J.3U —5 Concert. 5 TUdseln. 5S.15 Grnmofoonmu- ziele. 5.166.15 Orgelbespeling. 6.156.45 Be zoek van den radio-dokter. 6 457.15 Cursus Engelsch voor beginners. 7.15—7.45 Causerie. 7.458 Politieberichten. 8 Tijdsein. 8—10.45 Spreker. Daarna Concert. 10 Persberichten. ersbureau Vaz Dias te Amsterdam. 10.4511,30 HILVERSUM (298 M.. na 6 uur 1071 M.) VARA Gramofoon. VPRO. 10 MorgenvrUdlng. VARA. 0.15 Voordracht 10.30 Zlckenuurtje. 11.30 Gra mofoon. 12 Einde VAR A-programma. AVRO. 13 —2 Concert. 2.052.30 Uitzending voor scholen. 8.30—3 Gramofoon. 3—4 Middagmuaiek. 4 Slui ting. VARA. -1 Qramofoon. 4.40 \"a SciooltUd i.oU Concert. 6.10 Lezing. 6.30 Concert. 7 Actueel nt- lerlel. 7.15 Literair Halfuurtje. 8 Einde VARA- progTamma. VPRO. 8 Weekultzondlng. 8 Tijdsein. Var Dia«. 8.15 Orgelconcert. S.30 Uitzending den kerkdienst uit de Remonstrautsche Kerk Amsterdam. Sprekers: Ds. Ds. D. Rakker en Ds F. Dtjkema. beiden te Amsterdam. Daarna Orgelconcert. VARA Jl Gramofoon. 12 Sluiting SPREKERS HERVORMINGSDAG. Van de zijde der N.C.R.V. verzoekt men ons er de aandacht op te vestigen, (lat in verband met de herdenking van den Her vormingsdag op Vrijdag a.s. in de avond programma's van Donderdag en Vrijdag twee sprekers zijn ingelasoht, wier namen niet in de officieele programma's van Hui zen voorkomen. Donderdagavond zal n.l. voor de microfoon van de N.R.C.V. naast do aangekondigde sprekers optreden Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, Ned. Herv. Predikant te Amsterdam en Vrijdagavond Ds. H. A. Ie Geus, Ned. Herv. Predikant te Huizen. RADIO-VOLKSrNTVERSITEIT HOLLAND Uitgaande van den Bond van Ned. Volks-Universiteiten. Men meldt ons: Op 27 Juni j.l. werd de Radio-Volksuniver sïteit Holland geopend. Sindsdien hebben drie maal per week uitzendingen plaats gevon den door bemiddeling van de A. V.R. O. Ge bleken is dat deze uitzendingen ten zeerste worden gewaardeerd en dat uitbreiding wen- schelyk geacht wordt. Het Bestuur v. d. Bond van Nederlandsche Volks-Universiteiten heeft zich toen gewend tot de drie andere groote omroepvereenigingen V.A.R.A., KJLO. en N.C.R.V., met het verzoek medewerking te willen verleenen ten einde tot een zoo alge meen mogelijke uitzending te komen van cur sussen en lessen. Resultaat van gevoerde onderhandelingen is dat met ingang van 1 December uitzendin gen zullen plaats vinden, niet alleen door be middeling van de A.V.R.O. maar ook van de V.A.R.A. Over de mogelijkheid van verdere uitbreiding worden nog besprekingen ge voerd. Voortaan zal de Radio-Volksuniversiteit Holland dus de beschikking hebben over zes Crisis in land- en tuinbouw. Nader terugkomende op de crisis in den land- en tuinbouw zegt de Minister, dat reeds sinds eenigen tijd een maatregel in voorbereiding is tot steun aan de aardappei- meelindustrie. Wave over de voorwaarden, daaraan verbonden, geen nader overleg noodig geweest, dan zou die steun reeds zijn verleend. De Regeering vleit zich echter, dat binnen zeer korten tijd de zaak haar beslag zal krijgen. In hoeverre dit laatste ook kan gezegd in een z.g. maalgebod ten behoeve van inlandsch graan, valt thans nog niet met zekerheid te voorspellen, al heeft reeds se dert eenige weken een wetsontwerp het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw verlaten. Daarbij kruisen zich verschillende belangen, welker afwe ging tijd vordert. De Regcering laat niets onbeproefd om de oplossing in welke rich ting ook te bespoedigen# Plannen om opzegging van hypotheken, waar deze volgens overeenkomstrecht ge oorloofd is, te verbieden, zijn niet in over weging. Voor een pachtmoratorium schijnt Ie tijd stellig niet gekomen, terwijl het ver lecnen van credieten aan de boeren voor den aankoop van meststoffen en zaaigoed een stap op een hellend vlak zou betee- kencn. (Slot volgt) INGEZONDEN MEDEDEELING DE MEEST GANGBARE bij Uw kruidenier zijn: V. ROSSEM's STER zacht, geurig, krachtig 65 cL No. t geurig, zwaar 55 ct No. 3 geurig, zuiver 45 ct No. 4 goed, zuiver40 ct per half pond FEUILLETON HAAR GEHEIM Uit het Engelsch van DORA OUVE THOMPSON „Ale tl toóh op reis gaat, adopteer hem dan noi, voordat u gaa", en neem hem moei Al Joe's verlangen is om naar Londen te gaan u zult zioh avjI herinneren, dat ik u d'it vertelde om zijn broer, Grooten Bil!, den „Onbekenden Soldaat", in Westminster Abbey te bezoeken!" „Dat lijkt me wel, Juni, en er i6 geen enkele reden, dunkt, me, waarom ik dat niet zoo kan regelen. Stanley, mijn secretaire, gaat ook moe, en dus kan hij op den jon gen letten, als ik door bezigheden ben ver- Mnderd. Zeker, de jongen zal het graf zien van Grooten Bill zijn „Onbekenden Sol daat", in Westminster Abbey!" HOOFDSTUK XI. In den fleurigen bloementuin. Den vol gein den morgen ontbood Juni Joe op het kantoor. Heel eenvoudig vertelde ze hem, dat Dr. Greville hem wilde aannemen. „Dat is een buitengewone kans, Joc, een kans, die maar heel weinig jongens zullen krijgen, iemand als Dr. Grreville tot pleeg vader te krijgen." „Hij is fijn," antwoordde de jongen een voudig; „maar ik vind het akelig u te moe ten verlaten, juffrouw Joslijn; u is alles voor mij geweest meer dan iemand behalve bij Groote Bill dat begrijpt u wel!" „Maar ik ga ook weg, Joe, in Augustus!" Het klinkt vreemd, maar Joe herhaalde Davids protest „Neen," zei hij, „neen!" „Ja, toch; het jaar is dan om. Joe, er is iets anders o, je zult zoo blij wezen als je het hoort. Dr. Greville wil je adopteeren het woord had ze hem verklaard en de jon gens hoorden het hier zoo vaak, dat ze er wel eenige voorstelling van hadden. Dr. Gre ville wil je adopteeren, zoodra het verzoek daartoe maar behandeld kan worden. Hij gaat naar Londen enhij wil jou mee nemen!" Er flikkerde een lichtstraal in zijn oogen „U bedoelt" zei hij, „u bedoelt dat hij me wil meenemen om hem te bezoeken Groote Bill, in Westminster Abbey?" Juni knikte. De jongen hield den adem in en streek herhaaldelijk met zijn hand langs zijn voor hoofd. „Juffrouw Joslijn," zei hij, met een schorre zachte fluisterstem, „wil u hem zeggen, dat dit beteekent o, alles om Groote Bill te bezoeken? Wil u hem zeggen, dat ik het hem vergelden zal, o, ik zal mijn best doen!" Juni legde haar handen op ziin schouders. „Dat laatste zal ik hem vertellen, Joe, dat je je best zult doen!" Dc smalle schouders van den knaap waren fier opgetrokken. „O, dat wil ik, juffrouw Joslijn!" en hij zei het zoo plechtig, alsof hij een eed zwoer. En zoo kwam het, dat vóór de maand ten einde liep. een tweevoudig afscheid in hot Terhune Weeshuis plaats had. Mary O'Neil en haar zoontje Teddy waren dc eersten die gingen. „Na mijn moeder houd ik het meest van u" verzekerde hij Juni. Met al dc be loften van terugkeereinde gezondheid op zijn blozende wangen, en met oogen die schitter den van. verwachting in het vooruitzicht op een spoorreis, de bergen en ongodroomdc rondreizen in het verschiet, wuifde Tiny Tim het Terhune Weeshuis zijn vaarwel toe. Toen kwam de dag waarop Dr. Greville's groote auto Joe kwam halen. Hij ontmoette den doctor op het kantoor. De jongen wuif de naar de bijeengestoken hoofden aan het venster van de leskamer en keerde zioh toen tot Juni. „Dag juffrouw Joslijn", zei hij, met zijn ietwat te zware stem, „dag juf frouw. U bent het, en u alleen, die dit alles voor mij hebt gedaan!" En Joe stapte in de auto en vertrok -naar het eerste tusschenstation van. zijn verlan gen: Westminster en den „Onbekenden sol- Het was ongeveer midden-Juli dat Juni aan Nan schreef: „Je kunt beginnen mijn kamer voor mij in gerccdhed te brengen. O, wat zal het prettig wezen jelui allemaal eens weer te zien! Ik zaï niet lang thuis zijn, want Dr. Greville verwacht me don lsten September in liet hospitaal. Natuurlijk komen dc patiënten dan nog lang niet, maar juffrouw Wilkins zegt, dat ze me in 't begin van Augustus kan missen. Heb ik je al verteld, dat ze terug is? Er is iets waaruit ik afleid dat ze veranderd is. Ze zegt, dat ze verwonderlijk goed uit gerust is; dus is bet dat misschien. Ten slotte moet je wel vreeselijk moe worden, als je jarenlang werkt, zonder eens va- eantie te nemen. Schijnbaar accepteert ze elke verandering, die ik heb ingesteld, zelfs onze chocolado.-pudding en citroen vla, Aardappel had voorspeld, dat zij een stokje zou steken voor al die soort din gen. Maar dat deed ze niet. Haast zou ik het belangrijkste nieuws vergeten. Het Weeshuis wordt vergroot, en dus zal er blijvend een verpleegster noodig zijn. Het bestuur heeft mij die plaats, op aanbeveling van juffrouw Wil kins, aangeboden. Natuurlijk moest ik weigeren en ik deelde hun mede, dat ik reeds met Dr. Greville was afgesproken voor zijn hospitaal. En o, dat nieuwe hospitaal is een schit terende inrichting. Nan. Gladde, blinken de vloeren; overal eikenhout; zacht ge tinte muren en getemperd licht! Ik heb met de jongens verscheiden keer in de omgeving gepicknickt en ik beweeg mij door het gebouw met een gevoel, alsof ik zelf haast de eigenares zal zijn. En als jo dan weet in liet Weeshuis komt, valt de tegenstelling je des te sterker op; de muren zijn kaal, de vloeren versleten, het licht karig, de kleeden stoffig, dc gangen hoog en somber. Soms, vooral op warme avonden, als wc naar die heerlij ke hospitaal-terreinen zijn geweest, lieb ik een gevoel alsof ik zal stikken Nan, ik heb de kinderen nog niet ver teld van mijn vertrek Nadat Juni dit had geschreven, legde ze haar kin op haar hand en keek nadenkend naar het huis aan de overzijde. Op een der waranda's wapperde vroolijk de pas verzorg de wasch; op een andere zwaaide een op- zichtig-gelc hangmat zachtjes heen en weer. Maar Juni staarde slechts met oogen die niets zagen. Eén gedachte drong zich aanhoudend weer aan haar op: ze moest het aan haar jongens vertellen. Natuurlijk had ze er geen gehciiu van gemaakt; integendeel, ze had er juist bijna bijzonderen nadruk op ge legd, dat ze met Augustus zou vertrekken. Doch Juni wist maar al te goed, dat de toe komst ultoos ver weg is bij kinderen; zc wordt nooit het levende „nu". Daarom wa ren Augustus en haar rvertrek vage dingen ver verwijderd onwerkelijk en onmoge lijk. „Ik zal ze het toch moeten zeggen", dacht ze, verdrietig, terwijl ze langzaam de half donkere gang doorliep naar de kleine bin nenplaats, waar ze bij elkaar Avaren. Tom had dc laatste dagen een gave ge toond om wonderbaarlijke verhaaltjes tc verzinnen, verhaaltjes vol avontuur en mis daad, waarvan de morccle eigenschappen vrij onzeker waren zooaLs Juni besliste, toen ze er een paar gehoord had. Maar hij boeide de jongens ontzaglijk met verhaal tjes die allen draaiden om twee helden: „Ik en Muggs!" Hij was juist heftig aan het dis puteoren: „En ik en Muggs stonden op. „Zie hier", zei ik tegen hem, zei ik, „zie hier. Kapitein Zandberg, ik zal je scalpeeren en lassoën, enenO, lieve tijd, daar is juffrouw Joslijn. Nu, die zal ons wel verder ertellen!" Maar Juni was in geen stemming om te ertellen. „Ik heb jullie iels te zeggen," zei ze lang- aam. „maar liet is geen vertelling. Wist je vel, dat ik van hier ga vertrekken, misschien Elk oogenpaar blikte in het hare, wijd, verwonderd, ongeloovig. Het was Aardappel, die de stilte brak. „Och och, zeg u het nog eens, juffrouw Joslijn!" „Ik ik ga jullie verlaten, misschien de volgende week. Dan is liet jaar om. dat ik hier zou blijven, weet je." Weer was liet Aaj-dappcl alleen, die woor den vond. „Verlaten? Toch niet voor goed? Tod» maar voor een korte poos, juffrouw JoslijnT U zult toch terugkomen, net zooals u dat eerder dood?" Juni schudde haar hoofd. „Het jaar ;s om", herhaalde ze, „Ik ga naar huis om wat te Vision, en dan ga ik naar liet nieuwe hospitaal van Dr. Grv\ille." Iets in haar toon, meer nog dan haar woorden, mankte het iodervn jongen duid»- lijk. Plotselinge snikken van Apenootje bm- ken de stilte van rlen avond. ,0. juffrouw Joslijn," snikte hij, „ik dacM niet dat u dat zou doen, eerlijk ik dacht hal niet!" Aardappel wreef Avoe^t met zijn kjnokkdi in de oogen. .Het is verschrikkelijk," zei hij zacht, tot niemand in liet bijzonder, „het is het vreea#> lijkste dat ik ooit hoorde!" Toni omvatte Muggs in een worgende om- „Muggs," fluisterde hij. „*ij gaat weg!" Maai dien éénen keer begreep Mogg> hal niet. Hij keek op. likte het neusje van zija moester met zijn kleine tongetje en kwispvlda met zyn stompe staartje. Vang voelde r.»na, dat dit geeu gelegenheid wa& .im mot de* sta'4et te kwispelen. (Werft i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3