TWEEDE KAMER
Radio Nieuws.
KOFFIE-SOORTEN
DONDERDAG 30 OCTOBER 1930
DE NIEUWE PACHTWET
VERDEDIGING DOOR DE
REGEERING
Vele amendementen verworpen
Vergadering van Woensdag 29 Oct.
OVERZICHT
Hoeveel en wat schrijft de Regeering in
'een wetsontwerp?
Een doodgewone vraag, maar waarop het
antwoord moeilijk te geven is.
Minister Ruys nochtans zag er kans toe
en gaf een even doodgewoon antwoord. In
het wetsontwerp-pachtwet heeft de Regee
ring zooveel opgenomen, als zij noodig. acht!
Breng daartegen nu maar eens één woord
in. Het is zoo klaar als de dag.
U zegt, wat acht de regeering nu noodig?
Ja, dat is wat anders.
Minister Ruys heeft gezegd, dat er op
pachtgebied goede verhoudingen en ook mis
standen zijn. En de roeping der Regeering is
om kwaden te straffen en goeden te bescher
men of althans volkomen vrijheid te waar
borgen. I-Ioo minder er geregeld wordt hoe
heter, als er maar geen onrecht geschiedt.
Wat de zaak zelf betreft, acht de Minis
ter afschaffing der publieke verhuring on
mogelijk, ondanks de daaraan verhonden
bezwaren.
Misschien zullen kleine boeren geholpen
worden op soortgelijke wijze als de Land-
arbeiderswet de landarbeiders helpt.
Voorts bestreed de Minister de bezwaren
tegen de c o n t i n u a t i e-gedac.hte aange
voerd. Hij vindt deze regeling beter dan het
stelsel van schadevergoeding. De pachter
krijgt door de continuatie-bepaling een ste
viger positie dan wanneer hem, bij zijner
zijds onwillige beëindiging van het contract,
een schadeloosstelling wordt gegeven.
Daarvan geldt tooh in hooge mate: het
geld dat stom is, enz. Want wat de verpach
ter als vergoeding moet betalen verhaalt hij
op de volgende pachter.
De vergoeding voor verbetering het remis
sie-recht acht de Minister voldoende; terwijl
het in sommige gevallen noodzakelijk kan
blijken, dat de voorzitter der Pachtcommis-
sie bezoldigd wordt
In 't algemeen zal deze Pachtwet pachter
en verpachter nader bij elkaar brengen en
het gaat dus in de goede richting.
Oiver de formeele en materieele beteekenis
van bet wetsontwerp en het dwingend recht,
dat hierin tot uitdrukking komt maakte de
Minister van Justitie, Mr. Doxyner, eenige
ongetwijfeld belangrijke opmerkingen, want
de Kamerleden luisterden aandachtig.
Wij deden het ook, doch ondanks het (sla
pende) instituut der luidsprekers konden
jwij het niet verstaan.
VERSLAG
Nieuwe interpellatie.
Nu het aan Wijnkoop mislukt is om het
geval-de Visser nogmaals in de Kamer ter
sprake te brengen, zal meneer zelf het op
nieuw beproeven. Hij vroeg n.l. een inter
pellatie aan over eventueele betrekkingen
tusschen de Paus als staatshoofd en het rijk
der Nederlanden en de positie der Kamer
leden ten opzichte van dein Paus als hoofd
der Kat,h. Kerk en zijn optreden in maat
schappelijke actiesoef!
Heden zal dit verzoek worden besproken
De Pachtwet.
Nadat de vorige dag in middag- en avond
vergadering een drom sprekers zich over de
Pachtwet had uitgesproken, kwam gisteren
de Regeering aan het woord om het ont
werp te verdedigen.
Eerst sprak minister Ruys de Beeren-
brouck. Hij ging de geschiedenis van het
wetsontwerp en de motieven voor de indie
ning na.
Wat de laatste betreft; de toestanden op
pachtgebied zijn gedeeltelijk goed, doch ook
voor een deel slecht. Met het oog op de mis
standen is het ontwerp noodig.
Hier volgt direct uit, dat de wetgever met
de grootste voorfichtigheid möet optreden
om niet wat goed is, te schaden.
De heer v. d. Sluis vroeg hoe de regee-
ring in dezen tijd durfde te komen met een
zóó onaandoenlijk ontwerp. Spr. antwoordt
daarop, dat de regeering de koppeling van
het ontwerp aan huidige tijdsomstandighe
den niet vermag aan te voelen.
Verschillende sprekers vreesden moeilijk
heden in verhand met de vaagheid der be
palingen. Spr. meent, dat dit echter wel
mee zal vallen.
Indien men de openbare verhuringen als
een kwaad beschouwt, moet men spreken
van een noodzakelijk kwaad. Immers zijn
verpachtingen op andere wijze niet moge
lijk. Afschaffing van openbare verpachtin
gen kan de regeering dus niet in uitzicht
6tellen.
Den heer v. d. Poll zegt Spr. toe, dat de
regeering zal overwegen of zij iets kan doen
voor de kleine boeren in den geest van de
land arh eiderswet.
Men heeft aan de regeering het verwijt
gericht met de eene hand te nemen wat zij
met de andere geeft. Echter moet deze re
geling zich afspelen binnen de grenzen van
het algemeen belang. Dat deze oplossing
geen bevrediging schenkt aan hen, die deze
oplossing eenzijdig wenschcn, is te begrij
pen.
Degenen, die het continuaticrecht bestre
den, hebben zich verdiept in mogelijkheden,
hetgeen onvruchtbaar is als er geen antece
denten zijn. Het stelsel verdient de voorkeur
boven schadeloosstelling. Het. maatschappe
lijk verkeer eisoht een zekere band tusschen
den grond en den verbouwer. Dit is het be
lang tevens van de bestaanszekerheid van
don pachter. Bij schaleloosstelling wordt die
band verbroken.
Een verloren continuatiegeding komt ge
heel ten laste van den verpachter. Bij scha
deloosstelling echter kan de pachter de te
betalen som weer verhalen, hetgeen het ge
vaar in zich sluit, dat de economische en
sociale ongelijkheden tusschen pachter en
verpachter weder worden toegepast. De re-
gecring zou daar machteloos tegenover
De regeling van de vergoeding voor ver
betering acht Spr. voldoende. Wat de pacht-
commissie betreft wijst Spr." erop, dat de be
zoldiging der voorzitters niet imperatief is.
Ten slotte hoopt de Minister, dat de Ka
mer deze wetten zal zien in hetzelfde ka
rakter als de regeering "Ize ziet, n.l. recht
vaardigheid eai billijkheid te betrachten naar
heide zijden.
De Minister van Justitie, Mr. Donner,
wenscht slechts eenige opmerkingen te ma
ken. Hij zegt, dat deze ontwerpen niet kun
nen worden gelicht uit het algemeeme be
ginsel der rechtsorde. Dit is wel het geval
met het wetsvoorstel, dat tegelijk behandeld
wordt. De pachtontwerpcn hebben echter
een beteekenis, die men niet moet onder
schatten. Er wordt hier in hooge mate dwin
gend recht gegeven. Daarom is voorzichtig
heid geboden. De Minister is verder onver
staanbaar
Motie-Wijnkoop.
Er werden geen replieken gehouden, be
halve dat Wijnkoop de gelegenheid aangreep
om, tezamen met zijn patroon De Visser een
motie In te dienen om bij de wet afschaf
fing der publieke verpachtingen te brengen
Even later, toen de algemeene beschou
wingen gesloten waren, werd de motie met
algemeene stommen op één na verwor
pen. De communistische leider walde mee
stemmen, maar kon niet, omdat hij de pre
sentielijst nog niet had geteekend.
De artikelen
Bij de behandeling der artikelen stelde de
heer Hiemstra (s.d.) per amendement,
voor om de Pacht Commissies het recht te
verleenen alle nieuwe pachtcontracten te
beoordeel on.
Het zal z.i. de eerste stap zijn in de goede
riohting om de pachters te beschermen te
gen willekeurige verhoogingen.
De heer Rutgers v. Rozenburg
(c.h.) maakt eenige opmerkingen over het
artikel.
De heer Loerakker (r.k.) vindt, dat
het amend em en t-H i ems t ra een onmogelijk
apparaat in 't leven roept.: hoe kan een com
missie nu elke overeenkomst, hoe gering
ook, nu beoordeelen?
De heer Ebels (v.d.) sluit zich hierbij
aan.
De heer v. d. Heuvel (a.r.) heeft dezelf
de practische bezwaren en voegt daarbij de
theoretische bedenking, dat de figuur wel
heel vreemd zou kunnen worden, wanneer
pachter en verpachter het roerend eens zijn
en de pachtcommissie het contract zou af
keuren.
De heer Bakker (c.h.) is van gehjke
opinie.
De heer Wijnkoop vindt het een mis
lukt amendement
De heer Bierema (v.lb.) meent, dat we
de tegenwoordige crisis geheel buiten be
schouwing moeten laten.
Minister Ruys is van meening, dat het
amendement strijdt met het karakter van
het wetsontwerp en is het dus onaannemc-
lijk.
Minister Donner beantwoordt den heer
Rutgers van Rozenburg.
De heer Hiemstra acht de beiwaren
tegen zijn amendement onvoldoende.
Het amendement-Hicmstra wordt ver
worpen met 60 tegen 20 stemmen.
De vrijheid van de pachter.
De heer Ebels (v.d.) verdedigde een
amendement om onmogelijk te maken, dat
de verpachter de vrijheid van de pachter
verder beperkt dan met het oog op de be
drijfsvoering noodig is. Alle andere bedin
gen, welke de persoonlijke vrijheid van den
paohter beperken, moeten nietig verklaard
worden. Alles wat aan „hoorigheid" herin
nert, moet geweerd worden.
Minister Donner acht het amendement
hier niet op zijn plaats. Voorts geeft de om
schrijving wat door bedrijfsvoering geëisoht
wordt, veel onzekerheid; en waarom zouden
bij het sluiten der overeenkomst geen bedin
gen gesteld mogen worden.
Ten slotte blijft de beoordeeling bij de
Pachtcommissie.
Het amendement wordt verworpen met
44 tegeai 34 stemmen.
Vergoeding voor verbetering.
De heer v. d. Sluis (s.d.) verdedigt een
amendement om het recht van den pachter
op vergoeding voor aangebrachte verbeterin
gen volkomen rveilig te stellen.
De heer Ebels (v.d.) heeft een amende
ment over dezelfde materie: hij wilde do
schadevergoeding beperken tot de werkelijke
waardevermeerdering", doch niet tot bepaal
de verbeteringen.
Dc heer v. d. Heuvel (a.r.) is a'an mee
ning, dat men de pachter niet de volle be
schikking kan geven over de beurs rvan de
verpachter als deze alles moet vergoeden,
wat de pachter ten bate van het land gelieft
te doen.
Het amemdement-Ebels is in zijn bedoe
ling beter dan in de omschrijving.
De heeren v. d. Voorst tot Voorst eai Rut
gers van Rozenburg deelen deze opinie.
Minister Donner acht, dat een, al "te
strigente bepaling, zooals de heer v. d. Sluis
wil, gevaarlijk is. Men kan niet alles onder
regels brengen.
Wat de heer Ebels wil, staat feitelijk in
de wet.
Het amendement-v. d. Sluis wordt ver
worpen met 42 tegen 31 stemmen; dat
ivan den heer Ebels met 39 tegen 33 stemmen
Lage prijzen.
Volgende amendementen van den heer v.
d. Sfuis bedoelen recht op vermindering
van pacht te geven, wanneer de prij
zen der producten tijdens den duur
van het contract beduidend dalen. De
prijsschommeling is veel belangrijker dan
watersnood, hagelslag enz. De tegenwoordige
nood bewijst liet. Verzoeken om verminde
ring worden afgewezen op grond van de
publieke verhuring.
Dc heer Ebels (v.d.) wil, dat onder
buitengewone omstandigheden de pachtprijs
verminderd wordt met een bedrag evenre
dig aan de verminderde opbrengst der pro
ducten.
De heer v. d. Heuvel (a.r.) wijst er op,
dat wie verlaging der prijzen in rekening
wil brengen, ook rekening moet houden met
eventueele verhooging.
Hetzelfde kan op een andere wijze bereikt
worden door de gewijzigde verpachting.
De heer Van Rappard (v.b.) vindt het
amendement eenzijdig en de heer Loerak
ker (s.d.) noemt het onuitvoerbaar.
Minister Donner wijst er op, dat zeer
persoonlijke en ivaak pijnlijke omstandig
heden niet in aanmerking kunnen komen;
voorts is het onmogelijk de prijssdhomme-
lingen te ondervangen. Hetzelfde geldt van
de „evenredige vermindering" welke de heer
Ebels wil.
De heer v. d. S1 u i s (s.d.) zegt bij repliek,
dat aanzienlijke prijsverhooging ook tot
pachtverhooging kan en mag leiden en hij
wil daarvoor een amendement indiemen.
De amendementen worden verworpen.
Het remissie-recht
Een volgend amendement-fv. d. Sluis wil,
als tot verzekering tegen risico's wordt over
gegaan, dat deze door pachter en verpach
ter wordt gedragen, wanneer buitengewone
omstandigheden buiten rekening worden
gehouden bij de vaststelling -van het con
tract.
De heer Be urne r (a.r.) betoogt dat art
1630 b feitelijk in strijd is met de Grondwet
en dat de Regeering het beter terug kan
nemen.
Het amendement kan niet worden aan
vaard, omdat pachter en verpachter onge
lijke belangen hebben.
De heer v. d. Heuvel (a.r.) dringt even
eens op terugneming van het artikel aan;
dan is ook het amendement niet noodig,
want dan worden sommige risico's niet bui
ten werking gesteld bij de uitoefening van
het remissie-recht.
Minister Donner kan de grondwettelijke
bezwaren niet deelen.
Tegen het amendement van den heer iv.
d. Sluis heeft dc minister geen bezwaar, als
de technisohe gebreken weggenomen kun
nen worden.
De heer v. d. Sluis zal met het oog daar
op zijn amendement wijzigen en komt er
heden mee terug.
Herziening Pachtcontracten
Hoewel het reeds zeer laat was en de Ka
mer leeg liep, zette de voorzitter de behan
deling door en kwamen een tweetal araen-
dementen-Fleskcns-Van Voorst tot Voorst
in behandeling met de strekking aan pach
ter en verpachter beiden, „elke drie jaren"
gelegenheid te geven den rechter wijziging
(verlaging of verhooging) van den pacht
prijs te vragen. Als dus b.v. de pachtover
eenkomst voor zes jaren was aangegaan
zou toch na eenigen tijd de pachter verla
ging, de verpachter verhooging van den
prijs kunnen aanvragen.
Dit is, zoo verklaarde minister Ruys,
een bedenkelijk „novum" en een zeer „in
tensieve bemoeienis" welke wel eens de be-
drijfsrust zou kunnen bedreigen in stede
van haar te bevorderen; die bovendien, ten
koste van de stabiliteit, pachtcontracten
voor drie jaren in zwang zou brengen
Onaannemelijk, zijn deze wijzigin
gen, vertelaarde de Regeering.
Dit vonnis zal de voorstellers wel doen
besluiten om de amendementen in te trek
ken, doch de heer Loerakker (r.k.
heeft gedreigd, dat hij ze dan opnieuw zal
indienen. En, wanneer dan, zooals te ver
wachten is, de sociaal-democraten en eenige
roomsch-kath.leden hein steunen, dan zou
de wet wel eens gevaar kunnen loopen.
Doch, zóóver zal Dr. Nolens het niet laten
komen.
Gezicht op de Maybachmijn, waarin de vreeselijke ramp plaats vond.
STAATSBEGROOTING 1931
MEMORIE VAN ANTWOORD OP
HOOFDSTUK I
Verschenen is de Memorie van Antwoord
over het eerste hoofdstuk der Rijksbegroo-
ting voor 1931, waaraan het volgende is
ontleend:
Waren versobering en beperking der uit
gaven de eenige maatregelen ter verbete
ring van den toestand, die het Kabinet
voor oogen stonden, dan zou de' critiek op
de Troonrede wellicht gegrond zijn. Maar
het zwijgen der Troonrede over andere
maatregelen bewijst nog allerminst, dat
deze niet worden beraamd. Op het oogen-
blik dat die rede werd uitgesproken, wa
ren zij echter nog niet in zoodanigen staat
van voorbereiding, dat concrete plannen
konden worden aangekondigd.
Steun aan den landbouw.
De Regeering, op het gebied van land- en
tuinbouw voorgelicht door de commissie-
Lovink, is sedert met de voorbereiding dier
plannen verder gevorderd. Reeds zijn bespre
kingen gevoerd, die binneji zeer korten tijd,
naar verwacht mag worden, zullen kunnen
leiden, lot steun, luaar deze van Rcgeerings-
wege mogelijk is en het meest wordt behoefd.
De Regeering meent te mogen betwijfelen
of de Troonrede wel de plaats was om de
richting aan te geven, waarin de maatre
gelen tot verbetering van den toestand zich
moeten bewegen.
Van dc maatregelen van principieelen
aard, waarop het voorloopig verslag doelt,
is het aanhangig ontwerp tot herziening
van de Begrafeniswet nog in onderzoek.
Wat het ontwerp-Zondagswet betreft, de
behandeling daarvan zal moeten wachten
omdat de Eerste Kamer inzake 't ontwerp-
Winkelsluitingswet een beslissing zal heb
ben genomen.
Met betrekking tot het dansvraagstuk
wordt het advies afgewacht van de com
missie, die in het begin van dit jaar ter
voorlichting van dit stuk was ingesteld.
Ten aanzien van de bestrijding der porno
grafie is de Regeering diligent
De economische crisis.
De Minister wijdt dan uitvoerige beschou
wingen aan dc economische crisis, waarbij
hij doet uitkomen, dat deze crisis een wc-
reldverschijnsel is.
De beschouwingen, aan de politiek der
rcchtsche partijen gewijd, mogen het Kabi
net niet verleiden tot tegenspraak. Deze
ligt minder op den weg der Regeering dan
op dien der woordvoerders van deze par
tijen.
Daarentegen zou het wèl op den weg van
het Kabinet liggen, zich te verdedigen te
gen de als aphorisme voorgedragen stel
ling, dat het niet zou zijn opgewassen te
gen de groote moeilijkheden van dc Regee-
ringstaak in dezen veelbewogen tijd. Noch
tans is dit onmogelijk, omdat geen behoor
lijk argument voor deze bewering wordt
bijgebracht.
Of is het wellicht inderdaad een „ern
stige tekortkoming", dat het Kabinet niet
een volledig werkplan heeft gepubliceerd
ter bestrijding van den crisisnood?
Wie mocht meenen, dat zoodanig werk
plan plotseling voor het voetlicht kan wor
den gebracht, geeft zich over aan. 'n illusie.
Men kan slechts stap voor stap', naar ge
lang do telkens wisselende omstandighe
den zich voordoen hier en daar trachten van
Regeeringswege den strijd aan te binden.
Terwijl de Rcgeering op het wereldver
loop slechts weinig invloed vermag te
oefenen, wil dat niet zeggen, dat zij alle
gevolgen van de crisis werkeloos zal aan
zien. Reeds is voldoende bekend geworden,
dat zij ten aanzien van den landbouw
waakt om op verschillende onderdeelen den
zwaarst en druk der crisis zoo mogelijk te
ondervangen.
Zij houdt zich ten aanzien van de indus
trie ernstig bezig met de vraag, waar ge
volgen van dumping dreigen en hoe deze
kunnen worden afgewend. Onderzocht
wordt, of door een versneld tempo in de
uitvoering van groote werken werkverrui
ming kan worden tot stand gebracht In
overweging is de vraag in hoeverre hulp
aan werkloozenkassen kan worden gebo
den, voor zoover haar middelen in deze
crisis tekort zouden schieten. Voor één tak
van bedrijf is zulk een regeling tijdelijk
reeds getroffen. Daar buiten de werkloos
heidsverzekering nog groote groepen werk-
loozen kunnen voorkomen, is de Regeering
bedacht in overleg met de gemeentebestu
ren met werkverschaffing voort te gaan.
De Regeering beluistert geen enkele stem
die om wijziging van de tot dusver gevolg
de handelspolitiek ten principale vraagt
Het onderhandeiingstarief.
Wat de handelspolitiek betreft herinnert
de Regeering er aan, dat het rapport der
commissie-Bodcn'hausen in zake een onder
handelingstarief door haar aan eenige orga
nisaties, resp. commissies, om advies is ge
zonden. Zoolang deze adviezen niet zijn in
gekomen, acht de Regeering het beter zich
Tan het uitspreken van het eindoordeel te
onthouden. Echter wil zij er wel reeds op
wijzen: lo. dat er aan een onderhandeiings
tarief geen behoefte bestaat voor de slui
ting van handelsverdragen, zuiver geba
seerd op de mcestbegunstigingsclausule;
2o. dat de onderhandelingstarieven in zeer
sterke mate meewerken om de vraagstuk
ken zoo gecompliceerd te maken, dat te
Genève de oplossing nauwelijks meer te
vinden is; 3o. dat moeilijk is aan te wijzen,
dat eenig land met een onderhandelingsta
rief over de geheele linie zijn positie heeft
weten te verbeteren. Het probleem, waar
voor de Regeering staat, is dan ook, zoo
mogelijk, in concrete gevallen door andere
landen aan ons economisch leven in den
weg gelegde bezwaren weg te nemen, zon
der door verandering ten principale van
politiek tot dusver verkregen resultaten in
de waagschaal te stellen en dus ook zon
der de meestbegunstiging in gevaar te
brengen, d. w. z. zonder discriminatie toe
te passen resp. uit te lokken.
De Russische invoer.
Minister de Geer wijst er verder op dat,
als in dumping gevaar schuilt, niet min
der gevaar gelegen is in anti-dumpings
maatregelen. De Regeering is overigens
waakzaam naar twee richtingen, het oog
houdend èn op dumping- èn op anti-dum-
pingsmaatregclcn, die ons kunnen treffen.
Met. name den Russischen invoer, de scha
de die daardoor kan worden aangericht en
de maatregelen, die andere landen daar
tegen nemen, bestudeert zij ernstig. Van
het verloop cler zaak en van het resultaat
der bestudeering daarvan hangt het af of
de Regeering bijzondere maatregelen zal
hebben te overwegen.
Wat de handelsconventie van Genève van
24 Maart 1930 aangaat is de Regeering na
ernstig beraad en inwinning van advie
zen tot de overtuiging gekomen, dat er
geen redenen aanwezig zijn waarom zij zich
niet aan deze conventie gebonden moet
achten. Binnenkort zal den ook dc con
ventie ter goedkeuring aan de Staten-
Generaal worden voorgelegd.
Het gunstige resultaat dat de Regeering
van haar overleg met de Scandinavische
staten verwacht bestaat hierin dat bij on
derlinge overeenkomst goede beginselen ir
toepassing kunnen worden gebracht, wel
ker juistheid te Genève werden erken-'
maar welker aanvaarding in de practijk
op bezwaren bleek te stuiten. De Regeerin;-
I laat zich daarbij leiden door de gedachte,
dat bedoelde toepassing van juiste beginse
len geen discriminatie mag implicecren
noch uitlokken. Deelneming aan een even
tueele overeenkomst zou, naar de Regee
ring meeiit, allen omringenden staten moe
ten vrijstaan. Voor het handelsverkeer tus
schen Nederland en Nederlandsch-Indii
wordt een zoodanige regeling, daar dit ver
keer dit verkeer niet door invoerrechten
wordt belemmerd, door de Regeering niet
aanwezig geacht, zoolang niet algemeen
het systeem van invoerrechten wordt ver
laten.
Vrijdag «1 October.
HUT ZEN (1875 M.) Algemeen Programma*
NCRV. 8.15. TUdseln. 8.15—9.30 Morgenconcert.
10.30 Tijdsein. 10.80—10.50 Korte Zlekendlen^t.
11 Tjjdaeln. 11—12 30 Gramofoon. 12—12.1»
Politieberichten. 12.S0 Tijdsein. 12.80—2 Middag
concert. 2 TUdseln. 23.30 Gramofoonplaten. J.3U
—5 Concert. 5 TUdseln. 5S.15 Grnmofoonmu-
ziele. 5.166.15 Orgelbespeling. 6.156.45 Be
zoek van den radio-dokter. 6 457.15 Cursus
Engelsch voor beginners. 7.15—7.45 Causerie.
7.458 Politieberichten. 8 Tijdsein. 8—10.45
Spreker. Daarna Concert. 10 Persberichten.
ersbureau Vaz Dias te Amsterdam. 10.4511,30
HILVERSUM (298 M.. na 6 uur 1071 M.) VARA
Gramofoon. VPRO. 10 MorgenvrUdlng. VARA.
0.15 Voordracht 10.30 Zlckenuurtje. 11.30 Gra
mofoon. 12 Einde VAR A-programma. AVRO. 13
—2 Concert. 2.052.30 Uitzending voor scholen.
8.30—3 Gramofoon. 3—4 Middagmuaiek. 4 Slui
ting. VARA. -1 Qramofoon. 4.40 \"a SciooltUd i.oU
Concert. 6.10 Lezing. 6.30 Concert. 7 Actueel nt-
lerlel. 7.15 Literair Halfuurtje. 8 Einde VARA-
progTamma. VPRO. 8 Weekultzondlng. 8 Tijdsein.
Var Dia«. 8.15 Orgelconcert. S.30 Uitzending
den kerkdienst uit de Remonstrautsche Kerk
Amsterdam. Sprekers: Ds. Ds. D. Rakker en
Ds F. Dtjkema. beiden te Amsterdam. Daarna
Orgelconcert. VARA Jl Gramofoon. 12 Sluiting
SPREKERS HERVORMINGSDAG.
Van de zijde der N.C.R.V. verzoekt men
ons er de aandacht op te vestigen, (lat in
verband met de herdenking van den Her
vormingsdag op Vrijdag a.s. in de avond
programma's van Donderdag en Vrijdag
twee sprekers zijn ingelasoht, wier namen
niet in de officieele programma's van Hui
zen voorkomen. Donderdagavond zal n.l.
voor de microfoon van de N.R.C.V. naast do
aangekondigde sprekers optreden Ds. A. G.
H. van Hoogenhuyze, Ned. Herv. Predikant
te Amsterdam en Vrijdagavond Ds. H. A.
Ie Geus, Ned. Herv. Predikant te Huizen.
RADIO-VOLKSrNTVERSITEIT HOLLAND
Uitgaande van den Bond van Ned.
Volks-Universiteiten.
Men meldt ons:
Op 27 Juni j.l. werd de Radio-Volksuniver
sïteit Holland geopend. Sindsdien hebben drie
maal per week uitzendingen plaats gevon
den door bemiddeling van de A. V.R. O. Ge
bleken is dat deze uitzendingen ten zeerste
worden gewaardeerd en dat uitbreiding wen-
schelyk geacht wordt. Het Bestuur v. d. Bond
van Nederlandsche Volks-Universiteiten heeft
zich toen gewend tot de drie andere groote
omroepvereenigingen V.A.R.A., KJLO. en
N.C.R.V., met het verzoek medewerking te
willen verleenen ten einde tot een zoo alge
meen mogelijke uitzending te komen van cur
sussen en lessen.
Resultaat van gevoerde onderhandelingen
is dat met ingang van 1 December uitzendin
gen zullen plaats vinden, niet alleen door be
middeling van de A.V.R.O. maar ook van de
V.A.R.A. Over de mogelijkheid van verdere
uitbreiding worden nog besprekingen ge
voerd. Voortaan zal de Radio-Volksuniversiteit
Holland dus de beschikking hebben over zes
Crisis in land- en tuinbouw.
Nader terugkomende op de crisis in den
land- en tuinbouw zegt de Minister, dat
reeds sinds eenigen tijd een maatregel in
voorbereiding is tot steun aan de aardappei-
meelindustrie. Wave over de voorwaarden,
daaraan verbonden, geen nader overleg
noodig geweest, dan zou die steun reeds zijn
verleend. De Regeering vleit zich echter,
dat binnen zeer korten tijd de zaak haar
beslag zal krijgen.
In hoeverre dit laatste ook kan gezegd
in een z.g. maalgebod ten behoeve van
inlandsch graan, valt thans nog niet met
zekerheid te voorspellen, al heeft reeds se
dert eenige weken een wetsontwerp het
Departement van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw verlaten. Daarbij kruisen
zich verschillende belangen, welker afwe
ging tijd vordert. De Regcering laat niets
onbeproefd om de oplossing in welke rich
ting ook te bespoedigen#
Plannen om opzegging van hypotheken,
waar deze volgens overeenkomstrecht ge
oorloofd is, te verbieden, zijn niet in over
weging. Voor een pachtmoratorium schijnt
Ie tijd stellig niet gekomen, terwijl het ver
lecnen van credieten aan de boeren voor
den aankoop van meststoffen en zaaigoed
een stap op een hellend vlak zou betee-
kencn. (Slot volgt)
INGEZONDEN MEDEDEELING
DE MEEST GANGBARE
bij Uw kruidenier zijn:
V. ROSSEM's
STER zacht, geurig, krachtig 65 cL
No. t geurig, zwaar 55 ct
No. 3 geurig, zuiver 45 ct
No. 4 goed, zuiver40 ct
per half pond
FEUILLETON
HAAR GEHEIM
Uit het Engelsch van
DORA OUVE THOMPSON
„Ale tl toóh op reis gaat, adopteer hem
dan noi, voordat u gaa", en neem hem moei
Al Joe's verlangen is om naar Londen te
gaan u zult zioh avjI herinneren, dat ik
u d'it vertelde om zijn broer, Grooten Bil!,
den „Onbekenden Soldaat", in Westminster
Abbey te bezoeken!"
„Dat lijkt me wel, Juni, en er i6 geen
enkele reden, dunkt, me, waarom ik dat niet
zoo kan regelen. Stanley, mijn secretaire,
gaat ook moe, en dus kan hij op den jon
gen letten, als ik door bezigheden ben ver-
Mnderd. Zeker, de jongen zal het graf zien
van Grooten Bill zijn „Onbekenden Sol
daat", in Westminster Abbey!"
HOOFDSTUK XI.
In den fleurigen bloementuin.
Den vol gein den morgen ontbood Juni Joe
op het kantoor. Heel eenvoudig vertelde ze
hem, dat Dr. Greville hem wilde aannemen.
„Dat is een buitengewone kans, Joc, een
kans, die maar heel weinig jongens zullen
krijgen, iemand als Dr. Grreville tot pleeg
vader te krijgen."
„Hij is fijn," antwoordde de jongen een
voudig; „maar ik vind het akelig u te moe
ten verlaten, juffrouw Joslijn; u is alles voor
mij geweest meer dan iemand behalve bij
Groote Bill dat begrijpt u wel!"
„Maar ik ga ook weg, Joe, in Augustus!"
Het klinkt vreemd, maar Joe herhaalde
Davids protest
„Neen," zei hij, „neen!"
„Ja, toch; het jaar is dan om. Joe, er is
iets anders o, je zult zoo blij wezen als je
het hoort. Dr. Greville wil je adopteeren
het woord had ze hem verklaard en de jon
gens hoorden het hier zoo vaak, dat ze er
wel eenige voorstelling van hadden. Dr. Gre
ville wil je adopteeren, zoodra het verzoek
daartoe maar behandeld kan worden. Hij
gaat naar Londen enhij wil jou mee
nemen!"
Er flikkerde een lichtstraal in zijn oogen
„U bedoelt" zei hij, „u bedoelt dat hij me
wil meenemen om hem te bezoeken Groote
Bill, in Westminster Abbey?"
Juni knikte.
De jongen hield den adem in en streek
herhaaldelijk met zijn hand langs zijn voor
hoofd.
„Juffrouw Joslijn," zei hij, met een schorre
zachte fluisterstem, „wil u hem zeggen, dat
dit beteekent o, alles om Groote Bill
te bezoeken? Wil u hem zeggen, dat ik het
hem vergelden zal, o, ik zal mijn best doen!"
Juni legde haar handen op ziin schouders.
„Dat laatste zal ik hem vertellen, Joe, dat
je je best zult doen!"
Dc smalle schouders van den knaap waren
fier opgetrokken.
„O, dat wil ik, juffrouw Joslijn!" en hij zei
het zoo plechtig, alsof hij een eed zwoer.
En zoo kwam het, dat vóór de maand ten
einde liep. een tweevoudig afscheid in hot
Terhune Weeshuis plaats had. Mary O'Neil
en haar zoontje Teddy waren dc eersten die
gingen. „Na mijn moeder houd ik het meest
van u" verzekerde hij Juni. Met al dc be
loften van terugkeereinde gezondheid op zijn
blozende wangen, en met oogen die schitter
den van. verwachting in het vooruitzicht op
een spoorreis, de bergen en ongodroomdc
rondreizen in het verschiet, wuifde Tiny Tim
het Terhune Weeshuis zijn vaarwel toe.
Toen kwam de dag waarop Dr. Greville's
groote auto Joe kwam halen. Hij ontmoette
den doctor op het kantoor. De jongen wuif
de naar de bijeengestoken hoofden aan het
venster van de leskamer en keerde zioh
toen tot Juni. „Dag juffrouw Joslijn", zei
hij, met zijn ietwat te zware stem, „dag juf
frouw. U bent het, en u alleen, die dit alles
voor mij hebt gedaan!"
En Joe stapte in de auto en vertrok -naar
het eerste tusschenstation van. zijn verlan
gen: Westminster en den „Onbekenden sol-
Het was ongeveer midden-Juli dat Juni
aan Nan schreef:
„Je kunt beginnen mijn kamer voor
mij in gerccdhed te brengen. O, wat zal
het prettig wezen jelui allemaal eens
weer te zien! Ik zaï niet lang thuis zijn,
want Dr. Greville verwacht me don lsten
September in liet hospitaal. Natuurlijk
komen dc patiënten dan nog lang niet,
maar juffrouw Wilkins zegt, dat ze me
in 't begin van Augustus kan missen. Heb
ik je al verteld, dat ze terug is? Er is
iets waaruit ik afleid dat ze veranderd
is. Ze zegt, dat ze verwonderlijk goed uit
gerust is; dus is bet dat misschien. Ten
slotte moet je wel vreeselijk moe worden,
als je jarenlang werkt, zonder eens va-
eantie te nemen. Schijnbaar accepteert ze
elke verandering, die ik heb ingesteld,
zelfs onze chocolado.-pudding en citroen
vla, Aardappel had voorspeld, dat zij een
stokje zou steken voor al die soort din
gen. Maar dat deed ze niet.
Haast zou ik het belangrijkste nieuws
vergeten. Het Weeshuis wordt vergroot,
en dus zal er blijvend een verpleegster
noodig zijn. Het bestuur heeft mij die
plaats, op aanbeveling van juffrouw Wil
kins, aangeboden. Natuurlijk moest ik
weigeren en ik deelde hun mede, dat ik
reeds met Dr. Greville was afgesproken
voor zijn hospitaal.
En o, dat nieuwe hospitaal is een schit
terende inrichting. Nan. Gladde, blinken
de vloeren; overal eikenhout; zacht ge
tinte muren en getemperd licht! Ik heb
met de jongens verscheiden keer in de
omgeving gepicknickt en ik beweeg mij
door het gebouw met een gevoel, alsof ik
zelf haast de eigenares zal zijn. En als
jo dan weet in liet Weeshuis komt, valt
de tegenstelling je des te sterker op; de
muren zijn kaal, de vloeren versleten,
het licht karig, de kleeden stoffig, dc
gangen hoog en somber. Soms, vooral op
warme avonden, als wc naar die heerlij
ke hospitaal-terreinen zijn geweest, lieb
ik een gevoel alsof ik zal stikken
Nan, ik heb de kinderen nog niet ver
teld van mijn vertrek
Nadat Juni dit had geschreven, legde ze
haar kin op haar hand en keek nadenkend
naar het huis aan de overzijde. Op een der
waranda's wapperde vroolijk de pas verzorg
de wasch; op een andere zwaaide een op-
zichtig-gelc hangmat zachtjes heen en weer.
Maar Juni staarde slechts met oogen die
niets zagen.
Eén gedachte drong zich aanhoudend
weer aan haar op: ze moest het aan haar
jongens vertellen. Natuurlijk had ze er geen
gehciiu van gemaakt; integendeel, ze had
er juist bijna bijzonderen nadruk op ge
legd, dat ze met Augustus zou vertrekken.
Doch Juni wist maar al te goed, dat de toe
komst ultoos ver weg is bij kinderen; zc
wordt nooit het levende „nu". Daarom wa
ren Augustus en haar rvertrek vage dingen
ver verwijderd onwerkelijk en onmoge
lijk.
„Ik zal ze het toch moeten zeggen", dacht
ze, verdrietig, terwijl ze langzaam de half
donkere gang doorliep naar de kleine bin
nenplaats, waar ze bij elkaar Avaren.
Tom had dc laatste dagen een gave ge
toond om wonderbaarlijke verhaaltjes tc
verzinnen, verhaaltjes vol avontuur en mis
daad, waarvan de morccle eigenschappen
vrij onzeker waren zooaLs Juni besliste,
toen ze er een paar gehoord had. Maar hij
boeide de jongens ontzaglijk met verhaal
tjes die allen draaiden om twee helden: „Ik
en Muggs!" Hij was juist heftig aan het dis
puteoren: „En ik en Muggs stonden op.
„Zie hier", zei ik tegen hem, zei ik, „zie hier.
Kapitein Zandberg, ik zal je scalpeeren en
lassoën, enenO, lieve tijd, daar is
juffrouw Joslijn. Nu, die zal ons wel verder
ertellen!"
Maar Juni was in geen stemming om te
ertellen.
„Ik heb jullie iels te zeggen," zei ze lang-
aam. „maar liet is geen vertelling. Wist je
vel, dat ik van hier ga vertrekken, misschien
Elk oogenpaar blikte in het hare, wijd,
verwonderd, ongeloovig. Het was Aardappel,
die de stilte brak.
„Och och, zeg u het nog eens, juffrouw
Joslijn!"
„Ik ik ga jullie verlaten, misschien
de volgende week. Dan is liet jaar om. dat
ik hier zou blijven, weet je."
Weer was liet Aaj-dappcl alleen, die woor
den vond.
„Verlaten? Toch niet voor goed? Tod»
maar voor een korte poos, juffrouw JoslijnT
U zult toch terugkomen, net zooals u dat
eerder dood?"
Juni schudde haar hoofd.
„Het jaar ;s om", herhaalde ze, „Ik ga
naar huis om wat te Vision, en dan ga ik
naar liet nieuwe hospitaal van Dr. Grv\ille."
Iets in haar toon, meer nog dan haar
woorden, mankte het iodervn jongen duid»-
lijk. Plotselinge snikken van Apenootje bm-
ken de stilte van rlen avond.
,0. juffrouw Joslijn," snikte hij, „ik dacM
niet dat u dat zou doen, eerlijk ik dacht hal
niet!"
Aardappel wreef Avoe^t met zijn kjnokkdi
in de oogen.
.Het is verschrikkelijk," zei hij zacht, tot
niemand in liet bijzonder, „het is het vreea#>
lijkste dat ik ooit hoorde!"
Toni omvatte Muggs in een worgende om-
„Muggs," fluisterde hij. „*ij gaat weg!"
Maai dien éénen keer begreep Mogg> hal
niet. Hij keek op. likte het neusje van zija
moester met zijn kleine tongetje en kwispvlda
met zyn stompe staartje. Vang voelde r.»na,
dat dit geeu gelegenheid wa& .im mot de*
sta'4et te kwispelen.
(Werft i