VERSCHILLENDE STEMMEN OVER DE VRIJE UNIVERSITEIT. DONDERDAG 16 OCTOBER 1930 Op ons verzoek was een viertal Heeren uit onderscheiden kerkelijken kring zoo vriendelijk voor dit blad een kort artikel te schrijven. Een medewerking, die we te meer op prijs stellen, omdat deze verschillende stemmen treffend aantoonen hoe over de Vrije Universiteit wordt gedacht. Meegedetiken, meedanken, meebidden. Door Ds. M. van Grieken, Ned. Herv. predikant, Rotterdam- Of er niet te veel gejubileerd, te veel „ge feest" wordt? Ik geloof, dat we volmondig, eerlijk: j a moeten antwoorden. Iets minder dikwijls festijn, zou onze kringen sieren. Aldoor wierook opsnuiven is niet gezond. En de lucht is er bedenkelijk vol van tegen woordig; overal zwaait men koperen, zilve ren en gouden schalen en de wierookwalmen stijgen dag en nacht omhoog; waarbij jon gen en ouden gaarne van het eene jubileum B*Ar het andere rennen. Aan de zes dagen t* de weck heeft men niet genoeg, de dag <Jfte Heeren wordt er ook in betrokken. En atoe wordt het waarlijk bedenkelijk. Let maar eens op! Verandering in deze ■ou een zegen zijn. Waarom we dan voelen voor het jubi- Itwffl van de Vrije Universiteit en ons »^ct dit sobere woord óók onder de feest- |»©udende schare voegen, om mee onze geluk- •rcnschen aan te dragen ter plaatse? We moeten erkennen, dat het voor een Universiteit niet zoo'n buitengewoon langen tyd is, als zij vijftig jaar bestaat. Een eeuw fel iets anders en vijf honderd jaar klinkt beter en voornamer. Maar wij voelen het zóó: de Vrije Univer- stteit is in het midden van ons volk tot een rijken zegen geweest Er is kracht van uit gegaan. En dat is een goede gave Gods, af dalende van den Vader der lichten, die ons land en ons volk nog niet (verlaten beeft, maar in het midden der natie op elk terrein levens Zijn bemoeienissen ten goede wil openbaren. Van de Vrije Universiteit is, als van een loogeschool, een school der wetenschap, vaar ook de leidslieden van ons volk ge- ormd en geoefend worden, naar alle kanten kracht uitgegaan. Voor de theologie de Koningin der wetenschappen zoo goed als voor de studie van het recht en van de let toren, zijn vruchten afgeworpen waarover vij ons hartelijk hebben te verblijden. En elen, die aan de Vrije Universiteit hun orming hebben te danken, zijn voor ons fvolk ten zegen geweest. Met ons geslacht, nu vijftig jaren na 1880, dat te gedenken, is goed en gewenscht. We illen God danken nu, nu we de mijlpaal in de sluiting der eerste vijftig jaren be reik,. hebben. We willen stilstaan even, ge denken, danken, bidden. Wij zouden de Vrije Universiteit gaarne Anders zien, als een Hoogeschool voor de be- ofening der wetensohap en voor de vorming an juristen, litteratoren, medici, wis- en na tuurkundigen, en niet 't minst van theologen maar dan als een Hoogeschool der Gere formeerde Gezindheid van Ne derland. Dat is in deze eerste vijftig- arige periode van haar bestaan niet bereikt. De Kerkelijke scheur heeft ook hier haar sporen nagelaten en niet weinig, niet in geringe mate. En gaarne zouden we dat an ders zien in c'e toekomst, ons volk ten zegen. Maar dat verhindert ons volstrekt niet, om ook onze stem te paren aan de stom van velen, die God nu danken voor de zegeningen in de Vrije Universiteit aan ons land en ons volk, bizonder aan ons Gereformeerde volk, gegeven. Mee gedenkend, willen we mee danken. Mee dankend, willen we mee bidden. Dat er een geslacht opgroeie, dat God vreest en den Heere wil dienen, op elk ter rein des levens, naar Zijn Woord, mee wor stelend den strijd van alle eeuwen voor waarheid en recht! De Chr. Gereformeerden en de V.U. Door Mr. II. A. Dambrink. Wie de gebeurtenissen op Kerkelijk gebied in de tachtiger jaren heeft ,jneegemaakt", wie daarin persoonlijk een rol heeft gespeeld, en, hoewel Gereformeerd belijder, kerkelijk niet was een volgeling van Dr. A. Kuyper, noch als lidmaat deel uitmaakte van een der kerkengroepen die zich, allengs vereend, om dien grooten leider schaarden, stond en staat veelal niet sympathiek tegenover de Vrije Universiteit. De persoon en het werk van Dr. A. Kuy per hadden noch hebben zijn sympathie. Én in de stichting der Vrije Universiteit zag hij en meent hij nog steeds te zien een stuk van het werk van den leider der Doleantie en den auctor intellectualis der betreurde vereeniging van 1892. De verbazingwekkende talenten door God aan Dr. Kuyper geschonken, bewerkten van zelf dat hij, zoolang hij leefde en werkte, een belangrijk aandeel behield in de leiding der V. U. Wie met hem niet sympathiseerde, was in den regel te weinig boven eigen ge voelen verheven, te veel van zelfvergoding gespeend, te weinig in zelf-verloochening geschoold, om Gods werk te zien in de V. U. en dat werk daarom en afgedacht van per soonlijke en kerkelijke kwesties, te steunen. Het is psychologisch wellicht, althans eenigermate aldus te verklaren, hoewel nim mer te rechtvaardigen, dat eerst thans de Christelijke Gereformeerden, namelijk, van de tegenwoordige generatie, belangstelling en waardeering beginnen te toonen voor de Vrije Universiteit. Daar kwam en komt ook nu nog bij, dat verreweg de meeste Gereformeerden in Ne derland wel een open oog hebben voor de noodzakelijkheid van Christelijk lager onder- Lager Onderwijs heeft iedereen genoten. Daarover kan in zekeren zin ook ieder Gereformeerd belijder, van welken kerken groep dan ook, oordeelen en dientengevolge over de gepastheid van lager onderwijs op Gereformeerden grondslag zich zelf een oordeel vormen. Doch van hooger onderwijs heeft men mee- rendeels geen begrip en daarom is men niet doordrongen van het belang van liet hooger onderwijs op Gereformeerden grondslag. Men zag en ziet niet in, dat hetgeen ten deze geldt voor het lager, in minstens even sterke mate moet gelden voor het hooger anderwijs. Ook speelde wellicht een Kaïnitische levensopvatting, zij het misschien onbewust, hierbij een rol. Voor eigen kinderen had men wel een lagere school maar geen Universiteit van noode. Men dacht: „Wie aan een Gerefor meerde Universiteit voor hun kinderen be hoefte hebben moeten daarvoor zorgen, dat gaat ons niet aan". Het spreekt vervolgens vanzelf, dat de Gereformeerde Kerkengroepen waarin Dr. A. Kuyper de voornaamste, de hoofdfiguur was, de Vrije Universiteit steunden. De leden van die kerkengroepen hadden en hebben daardoor, dus ook alweer vanzelf, de meerderheid in de leiding, wellicht de alleen heerschappij gekregen. Zoo kreeg het er vanzelf, hoewel ten oenen- male ongewild, don schijn van, alsof de V. U. J ware de universiteit van de leden der Gere formeerde Kerken. Zoo scheen de slotsom eenigszins gerecht vaardigd, dat leden van andere kerkengroe pen de V. U. niet hadden te steunen en dat hun zonen op de V. U. niet thuis behoorden. In dien waan werd men veelal syst tiseh gesteund. Bovendien bestond en bestaat er groote kans dat de rijpere jeugd van een andere kerkengroep hare wetenschappelijke ming aan de V.U. ontving, en belangstelling en liefde voor de V. U. aldus vanzelf zouden worden opgewekt, het aan die rijpere jeugd zou blijken, dat die V.U. een uitstekende inrichting is, dat de leerstellingen daar kondigd, niet afwijken van wat in eigen kerkelijken kring voor de juiste waarheden werd en wordt gehouden, waardoor het eigen bestaansrecht als afzonderlijke kerkengroep eenigszins problematisch zou kunnen voor komen en diezelfde jeugd, aldus gevormd en tot vollen wasdom gekomen, zou de nood zakelijkheid der kerkelijke scheidingsmuren wel eens kunnen gaan betwijfelen. En om dat vóór alles te voorkomen, wijst men oo bestaande of vermeende of verzonnen gebreken en zwijgt men stelselmatig over het goede. Men vermijdt angstvallig, erop te wijzen welk een wonderlijk ding het toch is, dat in dat kleine Nederland bestaat een Universiteit op Gereformeerden grondslag. En welk een zegen! Op theologisch terrein heeft men verschil len aangegeven. Op andere wetenschappe lijke terreinen blijken die theologische v< schillen niet te leiden tot verschillende slotsommen. Zijn die theologische geschil punten dus wel van principieelen aard? Als de fundamenten der kerkelijke scheids muren hecht zijn, is ten deze geen „gevaar'" te vreezen. Een meer intieme kennismaking met personen, van wie men in sterke male meende te verschillen, leidt zeer dikwijls tot de verrassende ontdekking, dat die ver schillen nog al meevallen en dat het ge meenschappelijke sterk overheerscht. Zoo is het ook als de Chr. Gereformeerden van de tegenwoordige generatie, in wier kringen, in meerdere mate dan zulks voor heen het geval was, behoefte aan universi taire opleiding opkomt, in aanraking komen met de leidende figuren aan de Vrije Uni versiteit en met hunne leerstellingen. Het zou ondergeteekende niet moeilijk val len dit aan te toonen, ook met betrekking tot de theologie en hij wil gaarne daarover debatteeren met ieder die maar wil. Het is meer dan tijd dat de waarheid in dezen aan het licht worde gebracht, omdat de ernst der tijden roept om eensgezindheid onder de broederen. Het ontwakend besef van deze dingen moge in toenemende mate en tempo onder de Chr. Gerformeerden tot openbaring komen Zegene de Almachtige onze Vrije Universi teit, dit werk Zijner Handen, met de keur ijner zegeningen. Hij brenge haar tot grooten bloei tot eere Zijns Naams. Utrecht, October 1930. De weg naar de feestzaal. Door Ds. F. C. Meijster, Gerei, predikant, Rotterdam. Eer de feestvlaggen uitgestoken worden ter eere van het jubileum onzer Gerefor meerde Hoogeschool, moeten de feestgenooten hun binnenkamer zoeken, de deur sluiten, en eerbiedig met God spreken over het komend hoogtij. Want onze Vrije Universiteit is in het bid vertrek geboren, onder veel zorgen, in bange worsteling, met innig smeeken. Heel dicht bij God is dit werk begonnen, bij Zijn hart. Bidders alleen kunnen geloofsdaden doen. Krachtige geloofsdaden bewijzen dat er vurig gebeden is. Pniël gaat nog altijd aan Bethel vooraf. Zullen wij erfgenamen zijn van wat onze vaderen in de Vrije Universiteit ons nalieten, dan moeten we naar dit Pniël terug. Daar alleen kan de erflating aanvaard. Anders hebben we alleen wat gebouwen, laboratoria leerstoelen en leerbanken over, de steigers van de wetenschap, en de bewegelijke drukte van gaande en komende menschen, en al die dingen die meest meer lasten dan lusten geven. Als die innerlijke en blijmoedige geloofs aanvaarding van het „werk Gods", in ener- gisch-spannende activiteit, bij het tegen woordig geslacht zou ontbreken, dan kun nen we wel ophouden. Of liever, dan z ij n we al opgehouden. Het zal zoo heerlijk zijn als dit de betee- kenis van ons jubileeren is, dat we bij het opsteken van het oude vaandel elkaar in het oog mogen zien, en lezen in de ziel, dat die band aan het geloofswcrk der vaderen sterk bij ons trekt. Dan wordt ons jubileeren geen glorieeren in wat wij bereikt hebben, maar triumfeeren in God, en ootmoedig danken voor Zijn gunst. Ja, voor Zijn gunst. Of, lijkt het u niet groot dat we in een klein land, en uit onze kleine volksgroep als Calvinisten, verkregen hebben een Hoogeschool voor de beoefening der weten schappen bij het licht van Gods Woord, en naar de eisch van ons heilig beginsel? Schijnt dit alles eigenlijk niet te mooi om waar te kunnen zijn, een prachtige droom, een fijne illusie, maar geen werkelijkheid? We kunnen ons indenken dat Dr. Kuyper bij de inwijding der Vrije Universiteit uit sprak dat de beginners van dit werk tot be- schamens toe verlegen stonden met de naam van Universiteit. Hoe de buitenstaan ders er over oordeelden, blijkt als ge bij den Kerkgeschiedschrijver Prof. Reitsma leest van de vrije „universiteit", zonder hoofdlet ter en tusschen aanhalingsteekens. Maar in de derde druk van zijn „Geschiedenis van de Hervorming en van de Hervormde Kerk der Nederlanden" zijn de h oo ftl letters uit de zetbak gehaald, en leest ge, zonder aanha lingsteekens, van de V r ij e Universi teit Die overgang van kleine naar groote letter geeft wel wat te denken, en, als we zouden willen roemen naar het vleesch, dan is hier wel stof te vinden. Maar we willen roemen naar de geest en dan zeggen we: God gaf genade en eer. Zeker, er kwam aan de dag dat ook hier menschen niet zoo schoon en zoo gaaf waren als het werk. Er vielen wel donkere scha duwen bij zotveel licht Niet alleen zorgen gaven kommer, ook zonden. Maar de bidders, (voor welke Universiteit in de wereld is zooveel gebeden?) hielden vol bij den sterken God. En de Heere van de hemel hoorde, en zegende, in weerwil van alle gebrek en schuld bij de bouwers en bij de steendragers. Wij gaan op dit hoogtij geen profeten- graven bouwen, maar we hebben toch wel behoefte onze groote dooden te gedenken, die in hun leven voor deze tempel der we tenschap het richtsnoer hebben gespannen, eerst bij het leggen van het fundament en daarna bij de opbouw. Wie denkt hier niet allereerst aan onzen genialen Dr. A. Kuyper, die het stempel van zijn machtige geest diep in onze Hoogeschool heeft ingedrukt, en ons onvermoeid heeft voorgehouden dat haar vrijheid alleen gebondenheid aan het Woord des Heeren mag zijn? Naast en na hem, om geen andere te noemen, de professoren Rut gers, Geesink, Woltjer, «Barvinck, Biesterveld, Sillevis Smit, wier namen luister gaven aan onze School, wier edele gaven dienstbaar waren aan haar bloei. En dan, we vergeten voor de dooden de levenden, de nog-levendcn niet. Veel gaat er om in hoofd en hart als we aan onze Vrije Universiteit denken. We willen nu over en met haar feesten. We zullen het alleen kunnen, als onze weg naar de Feestzaal door de Binnenkamer gaat, waarin we onzen trouwen God danken, en Hem smeeken: „Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven in het midden der jaren." Het Gouden Jubileum der V.U. Door Ds. G. Hofstede, Doopsgezind predikant, Blokzijl. 20 October zal een dag van blijdschap en dank zijn voor hoogleeraren en student#1.) der Vrije Universiteit en voor heel dat deel van ons volk, dat die Universiteit liefheeft en draagt met zijn offers en gebeden. Ik meen, dat die blijdschap en dank zich kan en moet uitstrekken vèr over de gren zen van dat volksdeel en in het gouden ju bileum der V. L'. zich moeten verheugen allen, die de vrijheid van onderwijs en we tenschap, los van de banden der geijkte over- heidswetenschap liefhebben. Zoo zie ik toch allereerst de beteekenis harer stichting: als een daadwerkelijk pro test tegen de stelling, dat hooger onderwijs alleen van den staat zou mogen uitgaan, waaruit onvermijdelijk voortvloeide de historie der 19de eeuw in ons land heeft dit overtuigend bewezen dat dit onderwijs steeds den stempel droeg van de richting der Overheid, waardoor afwijkende beschou wingen en met name de Calvinistische in het gedrang kwamen. Het is Dr. Kuy pers onvergankelijke verdienste geweest, dat hij de lijn van het vrije onderwijs heeft doorge trokken van het lager tot het hooger onder wijs tegen een groot deel der Christus-belij ders in. die bij het lager, desnoods bij het middelbaar onderwijs wilden halt houden, een standpunt dat nog door velen wordt in genomen. Ik ben geen kweekeling der V. U., maar in mijn jonge jaren reeds heb ik in Dr. Kuypers strijd met Bronsveld over het recht van hoogeschool-stichting toegejuicht, dat Dr. Kuyper hoog hield de vaan der vrijheid. Uit deze overtuiging is de V. U. geboren: een Universiteit moet uitgaan, niet van den staat en niet van de kerk, maar opkomen uit het vrije initiatief van hen, die, gedra gen door dezelfde levensbeschouwing, de wetenschap willen beoefenen of doen be oefenen, een Universiteit op Calvinistischen grondslag, vrij van den staat en vrij van de kerk, omvattende allen, die Calvinistisch denken in ons land; d&t was het ideaal van den stichter. Heeft de V. U. nü, na 50 jaren, beantwoord aan dit ideaal en is zij er getrouw aan geble ven? Zeker, zij staat daar nog als 'n getui genis voor de vrijheid van hooger onderwijs; zij heeft niet tevergeefs 'n halve eeuw het pleit voor de vrijheid gevoerd. Heeft het be ginsel niet doorgewerkt ook in andere krin- en en heeft zij niet 'n zuster gekregen m de Roomsche Vrije Universiteit te Nijmegen? Maar toch, ik mag het niet verhelen, Dr. Kuypers ideaal is niet verwezenlijkt: de Vb. is niet geworden het wetenschappelijk brandpunt van alle Calvinisten in ons land. Van meetaf en vooral van '86 af is het ker kelijk odium op haar gelegd en hielden zich verre van haar, die toch eigenlijk om des beginsels wil bij haar behoorden. Hoe zou het ook anders kunnen in ons door en door kerkïstische vaderland? En. toen het nauwe verband gelegd werd tusschen theologische faculteit en Vrije Universiteit, kreeg het be ginsel, door haar stichter met klem verde digd tegenover Dr. Bronsveld, toen geen ce- voeligen deuk en werd daardoor de band met broeders van andere kerkformaties niet geheel verbroken? Indien ik dan ook naast vele goede wenschen voor de V. U. op haar jubileum nog een bede heb, dan is het deze: dat het Gode moge behagen nog eens ceu zoodanige gezonde oplossing aan de fatale opleidingskwestie in de Geref. Kerken te ge ven, dat de Universiteit zuiver Universiteit worde, het verzamelpunt van allen, die staande op het fundament der Calvinistische beginselen de wetenschap willen beoefe nen: vrij van den staat en vrij van de kerk. Heeft dus de V. U. mijns inziens niet ge heel beantwoord aan haar doel, in een an der opzicht wèl en mag zij met d&ak a*n God terugzien op haar verteden eener fc«t\e eeuw. Was toch ook het doel van Dr. Knfpt? niet in de Universiteit een kweekplaat» n hebben van aanstaande leidslieden des\olks, die geharnast den strijd konden aanbind i met een ongeloovige wetenschap en ons volk zouden voorgaan in de worsteling onzer da gen tot behoud en verdieping der Christe lijke grondslagen van ons volksleven? I n moeten ook wij, die buiten het milieu d-r V. U. leven, niet dankbaar erkennen de rijke vruchten, welke zij heeft gedragen? Ik denk. aan zoovelen, die gevormd door de V: ij* Universiteit in allerlei positie den in\l I der anti-rev. beginselen hebben gesterkt Ik denk aan hoogleeraren, wier arbeid ons in zicht heeft verrijkt en ons gesteund heeft in den strijd tegen de beginselen der revolutie. Daarvoor kunnen wij niet dankbaar genoog Of er dan geen schaduwzijden zijn aan te wijzen? Ongetwijfeld. Of 'er dan geen gevaar is geweest en misschien nog is voor verflau wing der grenzen? Ongetwijfeld. Dat gevaar is er altijd, waar wetenschappelijke zin en gebondenheid aan het Woord gepaard moe ten gaan en er rust dan ook op hoogleeraren, curatoren en directeuren in dit opzicht een zeer zware taak: ruimte laten voor vrij on derzoek en aan den anderen kant nauwkeu rig de grenzen trekken, door den grondslag der Universiteit aangegeven. De Heere beware de Vrije Universiteit bij de zuiverheid van het geloofsbeginsel; Hij doe haar ook in toekomende tijden zijn tot een instelling vanwaar rijke zegen uitbaat over heel ons volksleven. En deze bede wil ik nog eens herhalen Hij ruime alle beletselen wee, welke lmar weerhouden het wetenschappelijk bolwerk te zijn van heel het Calvinistisch volksdeel in ons land, hoe ook gedeeld in allerlei kerkformaties. Zijn Geest verlichte en sterke de hoogleerarcn, die geroepen zijn binnen haar muren jonge mannen te vormen, niet het minst die jonge, uitnemende krachten, waarmede zij korte lings is verrijkt. Kerknieuws. We komen thans nog terug op de groote en grootsche vergadering, die er gisteren te Utrecht gehouden is vanwege het Neder- landsch Hervormd Verbond tot Iverkherstel. Er was een bijma overweldigende belang stelling. De groote zaal (koopmansbeurs) was 'meer dan tiokvol. Er konden geen stoe len genoeg aangedragen worden, 't Bleek wel, dat het stadium, w aarin de actie^ tot reorganisatie van de Ned. Hervormde Kerk gekomen is, bijzonder belangrijk genoemd mag worden. Om de zaak zelf. en om de sympathie die zij in de harten van duizen den Hervormden heeft. Daarom mag de ver gadering van gisteren schitterend geslaagd lieeten. Van de redevoeringen, die gehouden zijn door Prof. Dr. L. Tli. Haitjema, Dr. G. Oort- liuvs C.Bzn. en Ds. Th. C. Vriezen, gaven we reeds in ons blad van gisteren verslag. Thans vullen we het verslag omtrent het Verloop der vergadering nog aan. Na de openingsrede van Prof. Haitjema ivolgde een huishoudelijk gedeelte. Daarin merkte de voorzitter op. dat discussie over de Artikelen *1, 2 en 3 vam het Ontwerp- Reglement niet toelaatbaar is; zij bevatten de grondlijnen, waarop liet verbond ge grond is volgens besluit, genomen ln de oprichtingsvergadering in Amersfoort. Het hoofdbestuur, gelet op ingekomen amendementen, stelt voor een rooster van aftreding vast te stellen, die 1932 in wer king treedt; in Art. 7 te schrappen de woorden „of twee corporaties"; in Art. 8 een zoodanige verandering aan te brengen, dat meerdere leden van 't zelfde gezin lid kunnen worden van 't Verbond tegen een minimum contributie van f 0.50, terwijl het aantal maandbladen daarmee in overeen stemming wordt gebracht. Verder stelt de voorzitter aan de orde de kwestie van het aanvragen van rechtspersoonlijkheid. Bij de gehouden bespreking, waaraan verschillende dames en heeren deelnemen, komt naar voren: de wensch, dat er meer propaganda worde gemaakt; verder: om alleen belijdende leden der kerk tot het verbond toe te laten, waartegen als be zwaar wordt ingebracht, de bedoeling van Art. 1 en het feit, dat in sommige streken, b.v. in Friesland, ook onder Doopleden veel belangstelling is. Het hoofdbestuur zal met gemaakte opmerkingen rekening houden. Met veel dank wordt in ontvangst geno men een gel uk wensch aan het adres van den praeses, nu deze vergadering door zeshonderd belangstellenden wordt bijge woond. Het hoofdbestuur zal rekening hou den met een uitgesproken wensch, hot aan tal predikant hoofdbestuursleden niet te doen praedomineeren. Onder algemeene instemming besluit de vergadering de Koninklijke goedkeuring aan te vragen. Ds. N. v. d. Snoek, van Veenendaal, sprak over het onderwerp: „De Kerk mag piet haar aard verloochenen". Spr, wees erop, dat het Ned. Hervormd Verbond tot Kerkherstel een nieuw begin is in den kerkelijken strijd, omdat verschil lende groepen zich vereenigden, die wen schen, dat de Kerk ook Kerk zal zijn, geen conglomeraat van geestesrichtingen. Een nieuw begin is ook het reorganisatierap port, dat een stap aanwijst in de goede richting en welks behandeling door de Sy node, die aan de Kerk niet eens de gelegen heid gaf, zich over deze gewichtige zaak uit te spreken, velen heeft wakker geschud. Toch laat het Ned. Hervormdd Verbond een oud geluid hooren: de vraag naar kerkher stel. De Kerk des Heeren moet een belij dende Kerk zijn. Veel kaf ligt bij het ko ren, maar de vaderlandsche Kerk is noch tans de dorschvloer des Heeren, zij is niet voorwerp van evangelisatie, maar draagster van het evanigelie en daardoor stuwkracht tot evangelisatie. Het kerkbegrip in in geheele streken van ons vaderland geheel weg. Het Verhond heeft hier een groote taak. In sommige krin gen wordt groote bedenking gekoesterd te gen het binden der Kerk aan een bepaalde belijdenis. Dat izou belemmerend werken, meent men. Het Evangelie moet slechts neergelegd worden als een zuurdesem. Weg voorts met eiken dwang, waag het met d-: vrijheid. Met deze beschouwing gaat Spr. wel mee 1 wat betreft het Evangelie, maar niet wat de Kerk aangaat. De Kerk is niet hetzelfde als de wereld, is er ook geen stukje van. De wereld moet voor Christus gewonnen wor den, maar de Kerk is eigendom des Heeren en moet het Evangelie de wereld indragen. Maar dan moet zij ook Christus' kracht ln zichzelf 'belichamen. Wij hinden de Kerk dan ook niet aan haar belijdenis, maar zij bezit het Evangelie, dat zich in do worste ling der eeuwen in haar belijdenisschriften heeft neergelegd. Onze Kerk is gekortwiekt. Zij moet zichzelf kunnen zijn. Ook wij wa gen het met de vrijheid, maar niet met de vrijheid i n de Kerk, eoodat daarin ieder imraar kan doen wat hij wil, maar met de vrijheid van de Kerk, een vrijheid in over stemming met haar aard en wezen. Dan zal zij het zout der aarde zijn in het mid den der wereld. LEGER DES HEILS. Een nieuwe crisis? De „News- Clironicle" meldt, dat de Hooge Raad van net Leger des Heils, die in November bijeen zal komen, voor een nieuwe crisis zou komen te staan. Miss Evangeline Booth, het hoofd der invloedrijke secte van het Leger in Amerika, zou een ingrijpend plan tot hervorming van het Leger hebben opgemaakt, dat naar men verwacht voor eeneraal Higgins onaanvaard baar zou zijn. Men vermcedt, dat Evangeline Booth zelf naar Londen zal overkomen om het te verdedigen. De generaal lieeft wel afstand gedaan van de vroegere echten van den opperleider cm zijn opvolger te benoemen en met uitsluiting van alle anderen de fondsen van het Leger te beheeren; ook zou er een leeftijdsgrens voer den generaal worden bepaald. Miss Booth zou echter veel verder wiilen gaan, en een einde willen maken aan de „alleen-heerschappij" van het instituut der centrale leiding te Londen, opdat elders niet langer het gevoel kan bestaan, dat in het Leger het eene volk over het andere heerstht. MEDELE tVS. Te Den Haag-Oost zijn door Ds. A. G. P.arkey Wolf de vrouwer. in de Geref. Kerk door een oproep in het „Kerkblad" tot het leveren van daadwerkelijke bewijzen medeleven gemobiliseerd. De predikant roept op zusters der Gemeente, die cenigen arbeid willen doen in de Gemeente en die zeer nuttig eens per week of om de 14 dagen paar middaguren zouden kunnen besteden voor zieken, blinden, hulpbehoevenden, ouden van dagen en anderen die het bijzonder op prijs zfuden stellen als zij bezoek ontvingen van iemand die eens met hen kwam praten, bidden of vooidezen wilde. „Het zyn eenzame menschen, die het heerlijk zouden vinden als hur. eenzaamheid door een vlam van liefde werd verlicht". GUTENBERG-BIJBEL Volgens de Amerikaansche „Wachter", is de benoemde Cutenberg-hijbel uit het kloos ter St. Blasien, een mooi op perkament ge drukt en in drie handen gebonden exem plaar, dat meer dan 400 jaar in het bezit van het klooster is geweest dezer dagen aan den kooper Dr. Otto Vollbehr te New-York op het Amerikaansche gezantschap te Wee- nen overhandigd. Dr. Vollbehr heeft het kostbare exemplaar onmiddellijk voor ander half millioen dollars aan de Congresbibllo- theek der Vereenigde Staten verkocht. Schoolnieuws. HOOGER ONDERWIJS NU TEN FEEST! De Perscommissic voor de V. U.-feesten schrijft ons: A.s. Maandag, Dinsdag en Woensdag 20 22 October) vieren we hot halve-eeuw-feest van onze Universiteit Onze feestviering is een eerbiedig gedenken van de trouw des Heeren. Die aan menschen den geloofsmoed in het hart heeft gegeven, om een Universiteit te dur ven stichten, welke Zijn Woord aanvaardde, als het licht op alle pad en de geloofskracht, om wat ze ondernamen door te zetten, Die hun stichting heeft bewaard en, ofschoon ze met kleine middelen moest arbeiden, groot werk heeft laten doen, dat van rijke betee kenis is geworden voor het leven van ons volk. Onze feestviering is ook een dankbaar aanschouwen van de kracht des Hee ren, Die aan de Vrije Universiteit een besten digen groei heeft gegeven, zoodat ze nu in beginsel compleet is. Wat vijftig jaren ge leden een hachelijk ondernemen leek te wezen, is wonderlijk geslaagd. Onze feestviering zal daarom moeten we zen een mannelijk beloven, om in ver trouwen op God, van Wien alle zegen kwam, onze Universiteit te steunen met al onze kracht, en het begonnen werk door te zetten met al onze energie. Zonder schaamte over onze lauwheid zal dat wel niet kunnen ge beuren, maar de volgende week gedenken we de goede trouw des Heeren in feestelijke dankbaarheid en dan verbinden we ons op nieuw, om trouw te bewijzen aan een stich ting, die er kwam en er is door Gods trouw! De Duitsche vacantiecursus, die van 6 tot 18 dezer te Leiden wordt gehouden, wordt gevolgd door ongeveer 35 Duitsche studenten, dames en heeren. Zy volgen dagelijks 4 uur de colle ges, die voor hen in het Duitsch worden ge geven door 22 professoren en lectoren en pri vaat-docenten en waren op verschillende avon den de gasten van het Leidsohe Studentencorps de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten er Unitas. Zij wonen, aldus deelt de „N. R. Ct.* verder mee, in bij Leidsche families en stu denten, by wie de reiscommissie der Neder- landsche studenten gastvrijheid voor hen heeft gevonden. Er heeft een excursie plaats gehad naar Rotterdam en zijn havens. Voorts bezoch ten de Duitschers Den Haag en Scheveningen als gasten der NederlandschDuitsche eeniging. De afdeeling Amsterdam dezer eeniging heeft hen uitgenood igd en in den loop der week zal de oogstfilm van den heer Van der Ven worden vertoond, alsmede de Zui derzeefilm en de film van de Bataafsche Petro- leummaatschappy. Ook de sterrenwacht en an dere academische instellingen zullen worden bezocht. Velen der Duitsche studenten studee- ren Germaansche talen o.m. Nederlandsch. Eenigen hunner spreken onze taal. Onze land genoot Prof. Dr. A. Jolles te Leipzig en Dr. G. G. Kloeke, lector te Hamburg, zijn mede ge komen en wonen het grootste deel der colle ges bij. LAGER ONDERWIJS Bij Kon. besluit is, ten aanzien van sommige groepen van hoofden van schoien voor gewi-on lager onderwijs, die door overplaatsing als hoofd naar een andere school voor gewoon lager onderwys een onbillijke toepassing heb b<m ondervonden van art. 27. tweede lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Kiiks- ambtenaren 1925, zooals het luidde zoowel vóór als na de wijziging, daarin aangebracht bij Kon. besluit van 9 December 1925, een bijzondere regeling getroffen. Met wijziging van het Kon. besluit van 26 Februari 1929 wordt het eemg artikel, daarin vermeld, thans als volgt gelezen: „Ten aanzien van het hoofd eener school voor gewoon lager onderwys, dat op of na 1 Januari 1925 in het genot wos van een ver hooging zyner jaarwedde van f 500 of f 700, bedoeld in artikel 6 van Ons besluit van 27 December 1924 Staatsbl. no. 585), laatstelijk pewyzigd by Ons besluit van 11 Februari 1926 (Staatsbl. no. 23), en tevens in het genot was van de persoonlijke toelage, bedoeld in art. 27, eerste lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925, zooals dat luidde zoowel vóór als na de wijziging, daarin aangebracht bij Ons besluit van 9 December 1925 (Staatsbl. no. 467), en dat sedert dien ooor overplaatsing als hoofd naar een arden* school voor gewoon lager onderwys, hetzij wegens opheffing der school, waaraan het onmiddellijk vóór die opheffing verbonden was, hetzij in andere gevallen, tenzij het die overplaatsing schriftelijk heeft verzocht, eon geringere verhooging zijner jaarwedde als bovenbedoeld ontving, wordt by stijging dier verhooging art. 27, tweede lid, van hot laatstgenoemd besluit geacht geen toepassing te hebben gevonden, voor zoover door het bedrag dier stijging de verhooging van jaarwedde, die het onmiddellijk vóór die overplaatsing genoot, niet wordt overtroffin". SCHOOLWERKTU1NEN. Op initiatief van de Amsterdamsche Veree niging voor Schoolwerktuinen hebben G09 kinderen van alle Scholen voor Lager Onder wijs in het Tuindorp Watergraafsmeer bloem bollen gekocht om deze oneer leiding van het personeel van den School we rktuin in huls in bloei te trekken. Daartoe zyn 2000 bloom bollen in den School werk tuin gepoot c-n inge kuild, teneinde die boller na voldcerde boworteling in de kamers der huisgezinnen verder te kweeken. Indien het in bloei brengen naar wensch slaagt, ligt het in het voornemen, in de maand Februari a.s. een kleine tentoonstel ling van deze in blcei staande bloembolle., te organi9eeren. Te Amsterdam heeft W oensdagmnldag een vergadering plaats gehad onder voorzit terschap van den heer M. J. van Alphen >!e Veer, inspecteur van het Nyverheidsondeiwijs, van Den Haag, tot stichting van een nieuwe organisatie voor de practische opleiding voor de Zee-, Rijn- en Binnenvaart. Nadat de heer G. de Jor.p. directeur van hot Onderwijsfonds voor de Binnenvaart een uiteenzetting had gegeven van de practische opleiding bij de binnenvaart, deelde hij roede op welke wyze getracht zal worden de op leiding voor de zee-, Ryn- en binnenvaart te contraliseercn. De Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs, de heer M. J. van Alphen de Veer, lichtte het voorgestelde reglement voor de nieuwe orga nisatie toe. De nieuwe organisatie heeft de bc schikking nvor h« t instruct ie vaartuig „Prins Hendrik", dat tot nu toe ook reeds voor oefentochten voor de leerlingen der Zee vaartscholen werd gebruikt. Ilij deelde mede, dat de exploitatie van het schip gunstig is ei dat de exploitatiekosten geheel door In komsten gedekt worden. De Minister van Onderwys hoeft thans de verbouwing van de „Prins Hendrik" goedgekeurd en daardoor zal het instructievnnrtuig ook voor de kustvaart geschikt worden, hetgeen in bet belang van het zeevaartkundig onderwijs is. Ock de vooruitzichten voor de exploitatie in de toe komst, wanneer de „Prins Hendrik" vergroot zal zyn, noemde Spr. gunstig. Bij de debatten werd er van verschillende kanten op gewezen, dat in ons land een goede opleiding voor matrozen en ander personeel vm lageien rang bij de koopvaardij ent- breekt. Deze opleiding is in het buitenland vooral in Duitsehland veel beter gere geld. In vele landen zijn voldoende school- schepen in de vaart, terwyl dit in ons land met zyn grooto koopvaardijvloot nirt liet geval is. Van alle kanten werd samenwerking op het gebied der opleiding voor de zee-, Ryn- en binnenvaart toegejuicht. Het reglement van de nieuwe organisatie, welke zal werken in het centraal verband van het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart, werd vastgesteld. JEUGD EN BEROEP De October-aflevering van „Jeugd en Be roep" vangt aan met een artikel van E J. van Det, getiteld: „Een verblijdend bericht", waarin gewezen wordt op een voorstel van den Minister van Arbeid om COCO uit te trekken ten behoeve van een Centrale in stelling voor de Voorlichting bij beroeps keuze. Inzonderheid wordt gewezen op de vol gende zinsnede uit de Memorie van Toe lichting: „Het aantal bureaux tot voorlich ting bij beroepskeuze is wel groeiende, doch zeer langzaam. Verdere omwikkeling zal slechts dan kunnen verkregen, indien de gelegenheid wordt geopend, dat de bureaux worden voorzien van do, in dit centrale punt te verzamelen gegevens van algemeenen en onderscheiden aard, die zij voor de uitoefe ning hunner taak behoeven". Hierna behandelt Anna Polak in haar artikel: „De rechte persoon op de rechte plaats" een aantal vraagstukken, waaronder vooral dit of de studie der staathulshoixl- kunde in staat kan stellen tot het doen van voorspellingen omtrent de toekomst in bepaalde beroepen. Verder vindt men in deze aflevering het VlIIe vervolg van den „Leiddraad voor Be roepskeuze", waarin de scfertj\er zijn uit eenzettingen over psychoteeflnok vervolgt. Ida He ij er mans wijdt een waar- deerend artikel aan het streven der R.-K. Middelbare Meisjesscholen om hun meisjes een ontwikkeling te verschaffen, die bij de vrouwelijke psyche past In zijn vierde artikel over „den Raadgever bij Beroepskeuze en zijn arbeid" bespreekt \V. A. Sik kern a het opleidingsvraagstuk en ontwerpt een algemeen schema voor de theoretische en practische opleiding Het tijdschrift bevat verder een mede- deeling over de te houden Jeugdleiderscon- ferentie te Arnhem en drukt hot artikel af, dat E. J. v. Det ter inleiding dezer con ferentie schreef, onder den titel: „Welke mogelijkheden schept het werken van jeug dige arbeiders(stars) op de fabriek (of werk plaats) voor den groei hunner persoonlijk heid". Eenlpe verslagen, berichten en mededor- lingen besluiten den belangrijken inhoud v&q deze aflevering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11