VERSCHILLENDE STEMMEN OVER DE VRIJE UNIVERSITEIT.
DONDERDAG 16 OCTOBER 1930
Op ons verzoek was een viertal Heeren uit onderscheiden kerkelijken kring zoo vriendelijk
voor dit blad een kort artikel te schrijven. Een medewerking, die we te meer op prijs stellen,
omdat deze verschillende stemmen treffend aantoonen hoe over de Vrije Universiteit wordt gedacht.
Meegedetiken, meedanken,
meebidden.
Door Ds. M. van Grieken,
Ned. Herv. predikant, Rotterdam-
Of er niet te veel gejubileerd, te veel „ge
feest" wordt? Ik geloof, dat we volmondig,
eerlijk: j a moeten antwoorden. Iets minder
dikwijls festijn, zou onze kringen sieren.
Aldoor wierook opsnuiven is niet gezond.
En de lucht is er bedenkelijk vol van tegen
woordig; overal zwaait men koperen, zilve
ren en gouden schalen en de wierookwalmen
stijgen dag en nacht omhoog; waarbij jon
gen en ouden gaarne van het eene jubileum
B*Ar het andere rennen. Aan de zes dagen
t* de weck heeft men niet genoeg, de dag
<Jfte Heeren wordt er ook in betrokken. En
atoe wordt het waarlijk bedenkelijk.
Let maar eens op! Verandering in deze
■ou een zegen zijn.
Waarom we dan voelen voor het jubi-
Itwffl van de Vrije Universiteit en ons
»^ct dit sobere woord óók onder de feest-
|»©udende schare voegen, om mee onze geluk-
•rcnschen aan te dragen ter plaatse?
We moeten erkennen, dat het voor een
Universiteit niet zoo'n buitengewoon langen
tyd is, als zij vijftig jaar bestaat. Een eeuw
fel iets anders en vijf honderd jaar klinkt
beter en voornamer.
Maar wij voelen het zóó: de Vrije Univer-
stteit is in het midden van ons volk tot een
rijken zegen geweest Er is kracht van uit
gegaan. En dat is een goede gave Gods, af
dalende van den Vader der lichten, die ons
land en ons volk nog niet (verlaten beeft,
maar in het midden der natie op elk terrein
levens Zijn bemoeienissen ten goede wil
openbaren.
Van de Vrije Universiteit is, als van een
loogeschool, een school der wetenschap,
vaar ook de leidslieden van ons volk ge-
ormd en geoefend worden, naar alle kanten
kracht uitgegaan. Voor de theologie de
Koningin der wetenschappen zoo goed als
voor de studie van het recht en van de let
toren, zijn vruchten afgeworpen waarover
vij ons hartelijk hebben te verblijden. En
elen, die aan de Vrije Universiteit hun
orming hebben te danken, zijn voor ons
fvolk ten zegen geweest.
Met ons geslacht, nu vijftig jaren na 1880,
dat te gedenken, is goed en gewenscht. We
illen God danken nu, nu we de mijlpaal
in de sluiting der eerste vijftig jaren be
reik,. hebben. We willen stilstaan even, ge
denken, danken, bidden.
Wij zouden de Vrije Universiteit gaarne
Anders zien, als een Hoogeschool voor de be-
ofening der wetensohap en voor de vorming
an juristen, litteratoren, medici, wis- en na
tuurkundigen, en niet 't minst van theologen
maar dan als een Hoogeschool der Gere
formeerde Gezindheid van Ne
derland. Dat is in deze eerste vijftig-
arige periode van haar bestaan niet bereikt.
De Kerkelijke scheur heeft ook hier haar
sporen nagelaten en niet weinig, niet in
geringe mate. En gaarne zouden we dat an
ders zien in c'e toekomst, ons volk ten zegen.
Maar dat verhindert ons volstrekt niet, om
ook onze stem te paren aan de stom van
velen, die God nu danken voor de zegeningen
in de Vrije Universiteit aan ons land en
ons volk, bizonder aan ons Gereformeerde
volk, gegeven.
Mee gedenkend, willen we mee danken.
Mee dankend, willen we mee bidden.
Dat er een geslacht opgroeie, dat God
vreest en den Heere wil dienen, op elk ter
rein des levens, naar Zijn Woord, mee wor
stelend den strijd van alle eeuwen voor
waarheid en recht!
De Chr. Gereformeerden
en de V.U.
Door Mr. II. A. Dambrink.
Wie de gebeurtenissen op Kerkelijk gebied
in de tachtiger jaren heeft ,jneegemaakt",
wie daarin persoonlijk een rol heeft gespeeld,
en, hoewel Gereformeerd belijder, kerkelijk
niet was een volgeling van Dr. A. Kuyper,
noch als lidmaat deel uitmaakte van een der
kerkengroepen die zich, allengs vereend, om
dien grooten leider schaarden, stond en staat
veelal niet sympathiek tegenover de Vrije
Universiteit.
De persoon en het werk van Dr. A. Kuy
per hadden noch hebben zijn sympathie. Én
in de stichting der Vrije Universiteit zag hij
en meent hij nog steeds te zien een stuk
van het werk van den leider der Doleantie
en den auctor intellectualis der betreurde
vereeniging van 1892.
De verbazingwekkende talenten door God
aan Dr. Kuyper geschonken, bewerkten van
zelf dat hij, zoolang hij leefde en werkte,
een belangrijk aandeel behield in de leiding
der V. U. Wie met hem niet sympathiseerde,
was in den regel te weinig boven eigen ge
voelen verheven, te veel van zelfvergoding
gespeend, te weinig in zelf-verloochening
geschoold, om Gods werk te zien in de V. U.
en dat werk daarom en afgedacht van per
soonlijke en kerkelijke kwesties, te steunen.
Het is psychologisch wellicht, althans
eenigermate aldus te verklaren, hoewel nim
mer te rechtvaardigen, dat eerst thans de
Christelijke Gereformeerden, namelijk, van
de tegenwoordige generatie, belangstelling
en waardeering beginnen te toonen voor de
Vrije Universiteit.
Daar kwam en komt ook nu nog bij, dat
verreweg de meeste Gereformeerden in Ne
derland wel een open oog hebben voor de
noodzakelijkheid van Christelijk lager onder-
Lager Onderwijs heeft iedereen genoten.
Daarover kan in zekeren zin ook ieder
Gereformeerd belijder, van welken kerken
groep dan ook, oordeelen en dientengevolge
over de gepastheid van lager onderwijs op
Gereformeerden grondslag zich zelf een
oordeel vormen.
Doch van hooger onderwijs heeft men mee-
rendeels geen begrip en daarom is men niet
doordrongen van het belang van liet hooger
onderwijs op Gereformeerden grondslag.
Men zag en ziet niet in, dat hetgeen ten
deze geldt voor het lager, in minstens even
sterke mate moet gelden voor het hooger
anderwijs.
Ook speelde wellicht een Kaïnitische
levensopvatting, zij het misschien onbewust,
hierbij een rol.
Voor eigen kinderen had men wel een
lagere school maar geen Universiteit van
noode. Men dacht: „Wie aan een Gerefor
meerde Universiteit voor hun kinderen be
hoefte hebben moeten daarvoor zorgen, dat
gaat ons niet aan".
Het spreekt vervolgens vanzelf, dat de
Gereformeerde Kerkengroepen waarin Dr. A.
Kuyper de voornaamste, de hoofdfiguur was,
de Vrije Universiteit steunden.
De leden van die kerkengroepen hadden en
hebben daardoor, dus ook alweer vanzelf, de
meerderheid in de leiding, wellicht de alleen
heerschappij gekregen.
Zoo kreeg het er vanzelf, hoewel ten oenen-
male ongewild, don schijn van, alsof de V. U. J
ware de universiteit van de leden der Gere
formeerde Kerken.
Zoo scheen de slotsom eenigszins gerecht
vaardigd, dat leden van andere kerkengroe
pen de V. U. niet hadden te steunen en dat
hun zonen op de V. U. niet thuis behoorden.
In dien waan werd men veelal syst
tiseh gesteund.
Bovendien bestond en bestaat er groote
kans dat de rijpere jeugd van een andere
kerkengroep hare wetenschappelijke
ming aan de V.U. ontving, en belangstelling
en liefde voor de V. U. aldus vanzelf zouden
worden opgewekt, het aan die rijpere jeugd
zou blijken, dat die V.U. een uitstekende
inrichting is, dat de leerstellingen daar
kondigd, niet afwijken van wat in eigen
kerkelijken kring voor de juiste waarheden
werd en wordt gehouden, waardoor het eigen
bestaansrecht als afzonderlijke kerkengroep
eenigszins problematisch zou kunnen voor
komen en diezelfde jeugd, aldus gevormd en
tot vollen wasdom gekomen, zou de nood
zakelijkheid der kerkelijke scheidingsmuren
wel eens kunnen gaan betwijfelen.
En om dat vóór alles te voorkomen, wijst
men oo bestaande of vermeende of verzonnen
gebreken en zwijgt men stelselmatig over
het goede. Men vermijdt angstvallig, erop te
wijzen welk een wonderlijk ding het toch is,
dat in dat kleine Nederland bestaat een
Universiteit op Gereformeerden grondslag.
En welk een zegen!
Op theologisch terrein heeft men verschil
len aangegeven. Op andere wetenschappe
lijke terreinen blijken die theologische v<
schillen niet te leiden tot verschillende
slotsommen. Zijn die theologische geschil
punten dus wel van principieelen aard?
Als de fundamenten der kerkelijke scheids
muren hecht zijn, is ten deze geen „gevaar'"
te vreezen.
Een meer intieme kennismaking met
personen, van wie men in sterke male
meende te verschillen, leidt zeer dikwijls
tot de verrassende ontdekking, dat die ver
schillen nog al meevallen en dat het ge
meenschappelijke sterk overheerscht.
Zoo is het ook als de Chr. Gereformeerden
van de tegenwoordige generatie, in wier
kringen, in meerdere mate dan zulks voor
heen het geval was, behoefte aan universi
taire opleiding opkomt, in aanraking komen
met de leidende figuren aan de Vrije Uni
versiteit en met hunne leerstellingen.
Het zou ondergeteekende niet moeilijk val
len dit aan te toonen, ook met betrekking tot
de theologie en hij wil gaarne daarover
debatteeren met ieder die maar wil.
Het is meer dan tijd dat de waarheid in
dezen aan het licht worde gebracht, omdat
de ernst der tijden roept om eensgezindheid
onder de broederen.
Het ontwakend besef van deze dingen
moge in toenemende mate en tempo onder
de Chr. Gerformeerden tot openbaring komen
Zegene de Almachtige onze Vrije Universi
teit, dit werk Zijner Handen, met de keur
ijner zegeningen.
Hij brenge haar tot grooten bloei tot eere
Zijns Naams.
Utrecht, October 1930.
De weg naar de feestzaal.
Door Ds. F. C. Meijster,
Gerei, predikant, Rotterdam.
Eer de feestvlaggen uitgestoken worden
ter eere van het jubileum onzer Gerefor
meerde Hoogeschool, moeten de feestgenooten
hun binnenkamer zoeken, de deur sluiten,
en eerbiedig met God spreken over het
komend hoogtij.
Want onze Vrije Universiteit is in het bid
vertrek geboren, onder veel zorgen, in
bange worsteling, met innig smeeken.
Heel dicht bij God is dit werk begonnen,
bij Zijn hart.
Bidders alleen kunnen geloofsdaden doen.
Krachtige geloofsdaden bewijzen dat er
vurig gebeden is.
Pniël gaat nog altijd aan Bethel vooraf.
Zullen wij erfgenamen zijn van wat onze
vaderen in de Vrije Universiteit ons nalieten,
dan moeten we naar dit Pniël terug. Daar
alleen kan de erflating aanvaard. Anders
hebben we alleen wat gebouwen, laboratoria
leerstoelen en leerbanken over, de steigers
van de wetenschap, en de bewegelijke
drukte van gaande en komende menschen, en
al die dingen die meest meer lasten dan
lusten geven.
Als die innerlijke en blijmoedige geloofs
aanvaarding van het „werk Gods", in ener-
gisch-spannende activiteit, bij het tegen
woordig geslacht zou ontbreken, dan kun
nen we wel ophouden. Of liever, dan z ij n
we al opgehouden.
Het zal zoo heerlijk zijn als dit de betee-
kenis van ons jubileeren is, dat we bij het
opsteken van het oude vaandel elkaar in
het oog mogen zien, en lezen in de ziel, dat
die band aan het geloofswcrk der vaderen
sterk bij ons trekt.
Dan wordt ons jubileeren geen glorieeren
in wat wij bereikt hebben, maar triumfeeren
in God, en ootmoedig danken voor Zijn gunst.
Ja, voor Zijn gunst.
Of, lijkt het u niet groot dat we in een
klein land, en uit onze kleine volksgroep
als Calvinisten, verkregen hebben een
Hoogeschool voor de beoefening der weten
schappen bij het licht van Gods Woord, en
naar de eisch van ons heilig beginsel?
Schijnt dit alles eigenlijk niet te mooi om
waar te kunnen zijn, een prachtige droom,
een fijne illusie, maar geen werkelijkheid?
We kunnen ons indenken dat Dr. Kuyper
bij de inwijding der Vrije Universiteit uit
sprak dat de beginners van dit werk tot be-
schamens toe verlegen stonden met de
naam van Universiteit. Hoe de buitenstaan
ders er over oordeelden, blijkt als ge bij den
Kerkgeschiedschrijver Prof. Reitsma leest
van de vrije „universiteit", zonder hoofdlet
ter en tusschen aanhalingsteekens. Maar in
de derde druk van zijn „Geschiedenis van de
Hervorming en van de Hervormde Kerk der
Nederlanden" zijn de h oo ftl letters uit de
zetbak gehaald, en leest ge, zonder aanha
lingsteekens, van de V r ij e Universi
teit Die overgang van kleine naar groote
letter geeft wel wat te denken, en, als we
zouden willen roemen naar het vleesch, dan
is hier wel stof te vinden.
Maar we willen roemen naar de geest en
dan zeggen we: God gaf genade en eer.
Zeker, er kwam aan de dag dat ook hier
menschen niet zoo schoon en zoo gaaf waren
als het werk. Er vielen wel donkere scha
duwen bij zotveel licht
Niet alleen zorgen gaven kommer, ook
zonden.
Maar de bidders, (voor welke Universiteit
in de wereld is zooveel gebeden?) hielden
vol bij den sterken God.
En de Heere van de hemel hoorde, en
zegende, in weerwil van alle gebrek en
schuld bij de bouwers en bij de steendragers.
Wij gaan op dit hoogtij geen profeten-
graven bouwen, maar we hebben toch wel
behoefte onze groote dooden te gedenken,
die in hun leven voor deze tempel der we
tenschap het richtsnoer hebben gespannen,
eerst bij het leggen van het fundament en
daarna bij de opbouw. Wie denkt hier niet
allereerst aan onzen genialen Dr. A. Kuyper,
die het stempel van zijn machtige geest diep
in onze Hoogeschool heeft ingedrukt, en ons
onvermoeid heeft voorgehouden dat haar
vrijheid alleen gebondenheid aan het Woord
des Heeren mag zijn? Naast en na hem, om
geen andere te noemen, de professoren Rut
gers, Geesink, Woltjer, «Barvinck, Biesterveld,
Sillevis Smit, wier namen luister gaven aan
onze School, wier edele gaven dienstbaar
waren aan haar bloei. En dan, we vergeten
voor de dooden de levenden, de nog-levendcn
niet.
Veel gaat er om in hoofd en hart als we
aan onze Vrije Universiteit denken.
We willen nu over en met haar feesten.
We zullen het alleen kunnen, als onze weg
naar de Feestzaal door de Binnenkamer gaat,
waarin we onzen trouwen God danken, en
Hem smeeken: „Uw werk, o Heere, behoud
dat in het leven in het midden der jaren."
Het Gouden Jubileum
der V.U.
Door Ds. G. Hofstede,
Doopsgezind predikant, Blokzijl.
20 October zal een dag van blijdschap en
dank zijn voor hoogleeraren en student#1.)
der Vrije Universiteit en voor heel dat deel
van ons volk, dat die Universiteit liefheeft
en draagt met zijn offers en gebeden.
Ik meen, dat die blijdschap en dank zich
kan en moet uitstrekken vèr over de gren
zen van dat volksdeel en in het gouden ju
bileum der V. L'. zich moeten verheugen
allen, die de vrijheid van onderwijs en we
tenschap, los van de banden der geijkte over-
heidswetenschap liefhebben.
Zoo zie ik toch allereerst de beteekenis
harer stichting: als een daadwerkelijk pro
test tegen de stelling, dat hooger onderwijs
alleen van den staat zou mogen uitgaan,
waaruit onvermijdelijk voortvloeide de
historie der 19de eeuw in ons land heeft dit
overtuigend bewezen dat dit onderwijs
steeds den stempel droeg van de richting
der Overheid, waardoor afwijkende beschou
wingen en met name de Calvinistische in
het gedrang kwamen. Het is Dr. Kuy pers
onvergankelijke verdienste geweest, dat hij
de lijn van het vrije onderwijs heeft doorge
trokken van het lager tot het hooger onder
wijs tegen een groot deel der Christus-belij
ders in. die bij het lager, desnoods bij het
middelbaar onderwijs wilden halt houden,
een standpunt dat nog door velen wordt in
genomen. Ik ben geen kweekeling der V. U.,
maar in mijn jonge jaren reeds heb ik in Dr.
Kuypers strijd met Bronsveld over het recht
van hoogeschool-stichting toegejuicht, dat
Dr. Kuyper hoog hield de vaan der vrijheid.
Uit deze overtuiging is de V. U. geboren:
een Universiteit moet uitgaan, niet van den
staat en niet van de kerk, maar opkomen
uit het vrije initiatief van hen, die, gedra
gen door dezelfde levensbeschouwing, de
wetenschap willen beoefenen of doen be
oefenen, een Universiteit op Calvinistischen
grondslag, vrij van den staat en vrij van de
kerk, omvattende allen, die Calvinistisch
denken in ons land; d&t was het ideaal van
den stichter.
Heeft de V. U. nü, na 50 jaren, beantwoord
aan dit ideaal en is zij er getrouw aan geble
ven? Zeker, zij staat daar nog als 'n getui
genis voor de vrijheid van hooger onderwijs;
zij heeft niet tevergeefs 'n halve eeuw het
pleit voor de vrijheid gevoerd. Heeft het be
ginsel niet doorgewerkt ook in andere krin-
en en heeft zij niet 'n zuster gekregen m
de Roomsche Vrije Universiteit te Nijmegen?
Maar toch, ik mag het niet verhelen, Dr.
Kuypers ideaal is niet verwezenlijkt: de Vb.
is niet geworden het wetenschappelijk
brandpunt van alle Calvinisten in ons land.
Van meetaf en vooral van '86 af is het ker
kelijk odium op haar gelegd en hielden zich
verre van haar, die toch eigenlijk om des
beginsels wil bij haar behoorden. Hoe zou
het ook anders kunnen in ons door en door
kerkïstische vaderland? En. toen het nauwe
verband gelegd werd tusschen theologische
faculteit en Vrije Universiteit, kreeg het be
ginsel, door haar stichter met klem verde
digd tegenover Dr. Bronsveld, toen geen ce-
voeligen deuk en werd daardoor de band
met broeders van andere kerkformaties niet
geheel verbroken? Indien ik dan ook naast
vele goede wenschen voor de V. U. op haar
jubileum nog een bede heb, dan is het deze:
dat het Gode moge behagen nog eens ceu
zoodanige gezonde oplossing aan de fatale
opleidingskwestie in de Geref. Kerken te ge
ven, dat de Universiteit zuiver Universiteit
worde, het verzamelpunt van allen, die
staande op het fundament der Calvinistische
beginselen de wetenschap willen beoefe
nen: vrij van den staat en vrij van de kerk.
Heeft dus de V. U. mijns inziens niet ge
heel beantwoord aan haar doel, in een an
der opzicht wèl en mag zij met d&ak a*n
God terugzien op haar verteden eener fc«t\e
eeuw.
Was toch ook het doel van Dr. Knfpt?
niet in de Universiteit een kweekplaat» n
hebben van aanstaande leidslieden des\olks,
die geharnast den strijd konden aanbind i
met een ongeloovige wetenschap en ons volk
zouden voorgaan in de worsteling onzer da
gen tot behoud en verdieping der Christe
lijke grondslagen van ons volksleven? I n
moeten ook wij, die buiten het milieu d-r
V. U. leven, niet dankbaar erkennen de rijke
vruchten, welke zij heeft gedragen? Ik denk.
aan zoovelen, die gevormd door de V: ij*
Universiteit in allerlei positie den in\l I
der anti-rev. beginselen hebben gesterkt Ik
denk aan hoogleeraren, wier arbeid ons in
zicht heeft verrijkt en ons gesteund heeft in
den strijd tegen de beginselen der revolutie.
Daarvoor kunnen wij niet dankbaar genoog
Of er dan geen schaduwzijden zijn aan te
wijzen? Ongetwijfeld. Of 'er dan geen gevaar
is geweest en misschien nog is voor verflau
wing der grenzen? Ongetwijfeld. Dat gevaar
is er altijd, waar wetenschappelijke zin en
gebondenheid aan het Woord gepaard moe
ten gaan en er rust dan ook op hoogleeraren,
curatoren en directeuren in dit opzicht een
zeer zware taak: ruimte laten voor vrij on
derzoek en aan den anderen kant nauwkeu
rig de grenzen trekken, door den grondslag
der Universiteit aangegeven.
De Heere beware de Vrije Universiteit bij
de zuiverheid van het geloofsbeginsel; Hij
doe haar ook in toekomende tijden zijn tot
een instelling vanwaar rijke zegen uitbaat
over heel ons volksleven. En deze bede
wil ik nog eens herhalen Hij ruime alle
beletselen wee, welke lmar weerhouden het
wetenschappelijk bolwerk te zijn van heel
het Calvinistisch volksdeel in ons land, hoe
ook gedeeld in allerlei kerkformaties. Zijn
Geest verlichte en sterke de hoogleerarcn,
die geroepen zijn binnen haar muren jonge
mannen te vormen, niet het minst die jonge,
uitnemende krachten, waarmede zij korte
lings is verrijkt.
Kerknieuws.
We komen thans nog terug op de groote
en grootsche vergadering, die er gisteren te
Utrecht gehouden is vanwege het Neder-
landsch Hervormd Verbond tot Iverkherstel.
Er was een bijma overweldigende belang
stelling. De groote zaal (koopmansbeurs)
was 'meer dan tiokvol. Er konden geen stoe
len genoeg aangedragen worden, 't Bleek
wel, dat het stadium, w aarin de actie^ tot
reorganisatie van de Ned. Hervormde Kerk
gekomen is, bijzonder belangrijk genoemd
mag worden. Om de zaak zelf. en om de
sympathie die zij in de harten van duizen
den Hervormden heeft. Daarom mag de ver
gadering van gisteren schitterend geslaagd
lieeten.
Van de redevoeringen, die gehouden zijn
door Prof. Dr. L. Tli. Haitjema, Dr. G. Oort-
liuvs C.Bzn. en Ds. Th. C. Vriezen, gaven
we reeds in ons blad van gisteren verslag.
Thans vullen we het verslag omtrent het
Verloop der vergadering nog aan.
Na de openingsrede van Prof. Haitjema
ivolgde een huishoudelijk gedeelte. Daarin
merkte de voorzitter op. dat discussie over
de Artikelen *1, 2 en 3 vam het Ontwerp-
Reglement niet toelaatbaar is; zij bevatten
de grondlijnen, waarop liet verbond ge
grond is volgens besluit, genomen ln de
oprichtingsvergadering in Amersfoort.
Het hoofdbestuur, gelet op ingekomen
amendementen, stelt voor een rooster van
aftreding vast te stellen, die 1932 in wer
king treedt; in Art. 7 te schrappen de
woorden „of twee corporaties"; in Art. 8
een zoodanige verandering aan te brengen,
dat meerdere leden van 't zelfde gezin lid
kunnen worden van 't Verbond tegen een
minimum contributie van f 0.50, terwijl het
aantal maandbladen daarmee in overeen
stemming wordt gebracht. Verder stelt de
voorzitter aan de orde de kwestie van het
aanvragen van rechtspersoonlijkheid.
Bij de gehouden bespreking, waaraan
verschillende dames en heeren deelnemen,
komt naar voren: de wensch, dat er meer
propaganda worde gemaakt; verder: om
alleen belijdende leden der kerk tot het
verbond toe te laten, waartegen als be
zwaar wordt ingebracht, de bedoeling van
Art. 1 en het feit, dat in sommige streken,
b.v. in Friesland, ook onder Doopleden veel
belangstelling is. Het hoofdbestuur zal met
gemaakte opmerkingen rekening houden.
Met veel dank wordt in ontvangst geno
men een gel uk wensch aan het adres van
den praeses, nu deze vergadering door
zeshonderd belangstellenden wordt bijge
woond. Het hoofdbestuur zal rekening hou
den met een uitgesproken wensch, hot aan
tal predikant hoofdbestuursleden niet te
doen praedomineeren.
Onder algemeene instemming besluit de
vergadering de Koninklijke goedkeuring
aan te vragen.
Ds. N. v. d. Snoek, van Veenendaal,
sprak over het onderwerp: „De Kerk mag
piet haar aard verloochenen".
Spr, wees erop, dat het Ned. Hervormd
Verbond tot Kerkherstel een nieuw begin
is in den kerkelijken strijd, omdat verschil
lende groepen zich vereenigden, die wen
schen, dat de Kerk ook Kerk zal zijn, geen
conglomeraat van geestesrichtingen. Een
nieuw begin is ook het reorganisatierap
port, dat een stap aanwijst in de goede
richting en welks behandeling door de Sy
node, die aan de Kerk niet eens de gelegen
heid gaf, zich over deze gewichtige zaak
uit te spreken, velen heeft wakker geschud.
Toch laat het Ned. Hervormdd Verbond een
oud geluid hooren: de vraag naar kerkher
stel. De Kerk des Heeren moet een belij
dende Kerk zijn. Veel kaf ligt bij het ko
ren, maar de vaderlandsche Kerk is noch
tans de dorschvloer des Heeren, zij is niet
voorwerp van evangelisatie, maar draagster
van het evanigelie en daardoor stuwkracht
tot evangelisatie.
Het kerkbegrip in in geheele streken van
ons vaderland geheel weg. Het Verhond
heeft hier een groote taak. In sommige krin
gen wordt groote bedenking gekoesterd te
gen het binden der Kerk aan een bepaalde
belijdenis. Dat izou belemmerend werken,
meent men. Het Evangelie moet slechts
neergelegd worden als een zuurdesem. Weg
voorts met eiken dwang, waag het met d-:
vrijheid.
Met deze beschouwing gaat Spr. wel mee
1 wat betreft het Evangelie, maar niet wat
de Kerk aangaat. De Kerk is niet hetzelfde
als de wereld, is er ook geen stukje van. De
wereld moet voor Christus gewonnen wor
den, maar de Kerk is eigendom des Heeren
en moet het Evangelie de wereld indragen.
Maar dan moet zij ook Christus' kracht ln
zichzelf 'belichamen. Wij hinden de Kerk
dan ook niet aan haar belijdenis, maar zij
bezit het Evangelie, dat zich in do worste
ling der eeuwen in haar belijdenisschriften
heeft neergelegd. Onze Kerk is gekortwiekt.
Zij moet zichzelf kunnen zijn. Ook wij wa
gen het met de vrijheid, maar niet met de
vrijheid i n de Kerk, eoodat daarin ieder
imraar kan doen wat hij wil, maar met de
vrijheid van de Kerk, een vrijheid in over
stemming met haar aard en wezen. Dan
zal zij het zout der aarde zijn in het mid
den der wereld.
LEGER DES HEILS.
Een nieuwe crisis? De „News-
Clironicle" meldt, dat de Hooge Raad van net
Leger des Heils, die in November bijeen zal
komen, voor een nieuwe crisis zou komen te
staan. Miss Evangeline Booth, het hoofd der
invloedrijke secte van het Leger in Amerika,
zou een ingrijpend plan tot hervorming van
het Leger hebben opgemaakt, dat naar men
verwacht voor eeneraal Higgins onaanvaard
baar zou zijn. Men vermcedt, dat Evangeline
Booth zelf naar Londen zal overkomen om het
te verdedigen. De generaal lieeft wel afstand
gedaan van de vroegere echten van den
opperleider cm zijn opvolger te benoemen en
met uitsluiting van alle anderen de fondsen
van het Leger te beheeren; ook zou er een
leeftijdsgrens voer den generaal worden
bepaald. Miss Booth zou echter veel verder
wiilen gaan, en een einde willen maken aan
de „alleen-heerschappij" van het instituut der
centrale leiding te Londen, opdat elders niet
langer het gevoel kan bestaan, dat in het
Leger het eene volk over het andere heerstht.
MEDELE tVS.
Te Den Haag-Oost zijn door Ds. A. G.
P.arkey Wolf de vrouwer. in de Geref. Kerk
door een oproep in het „Kerkblad" tot het
leveren van daadwerkelijke bewijzen
medeleven gemobiliseerd. De predikant roept
op zusters der Gemeente, die cenigen arbeid
willen doen in de Gemeente en die zeer
nuttig eens per week of om de 14 dagen
paar middaguren zouden kunnen besteden voor
zieken, blinden, hulpbehoevenden, ouden van
dagen en anderen die het bijzonder op prijs
zfuden stellen als zij bezoek ontvingen van
iemand die eens met hen kwam praten,
bidden of vooidezen wilde. „Het zyn eenzame
menschen, die het heerlijk zouden vinden als
hur. eenzaamheid door een vlam van liefde
werd verlicht".
GUTENBERG-BIJBEL
Volgens de Amerikaansche „Wachter", is
de benoemde Cutenberg-hijbel uit het kloos
ter St. Blasien, een mooi op perkament ge
drukt en in drie handen gebonden exem
plaar, dat meer dan 400 jaar in het bezit
van het klooster is geweest dezer dagen aan
den kooper Dr. Otto Vollbehr te New-York
op het Amerikaansche gezantschap te Wee-
nen overhandigd. Dr. Vollbehr heeft het
kostbare exemplaar onmiddellijk voor ander
half millioen dollars aan de Congresbibllo-
theek der Vereenigde Staten verkocht.
Schoolnieuws.
HOOGER ONDERWIJS
NU TEN FEEST!
De Perscommissic voor de V. U.-feesten
schrijft ons:
A.s. Maandag, Dinsdag en Woensdag 20
22 October) vieren we hot halve-eeuw-feest
van onze Universiteit
Onze feestviering is een eerbiedig
gedenken van de trouw des Heeren. Die
aan menschen den geloofsmoed in het hart
heeft gegeven, om een Universiteit te dur
ven stichten, welke Zijn Woord aanvaardde,
als het licht op alle pad en de geloofskracht,
om wat ze ondernamen door te zetten, Die
hun stichting heeft bewaard en, ofschoon ze
met kleine middelen moest arbeiden, groot
werk heeft laten doen, dat van rijke betee
kenis is geworden voor het leven van ons
volk.
Onze feestviering is ook een dankbaar
aanschouwen van de kracht des Hee
ren, Die aan de Vrije Universiteit een besten
digen groei heeft gegeven, zoodat ze nu in
beginsel compleet is. Wat vijftig jaren ge
leden een hachelijk ondernemen leek te
wezen, is wonderlijk geslaagd.
Onze feestviering zal daarom moeten we
zen een mannelijk beloven, om in ver
trouwen op God, van Wien alle zegen kwam,
onze Universiteit te steunen met al onze
kracht, en het begonnen werk door te zetten
met al onze energie. Zonder schaamte over
onze lauwheid zal dat wel niet kunnen ge
beuren, maar de volgende week gedenken
we de goede trouw des Heeren in feestelijke
dankbaarheid en dan verbinden we ons op
nieuw, om trouw te bewijzen aan een stich
ting, die er kwam en er is door Gods trouw!
De Duitsche vacantiecursus, die van 6 tot 18
dezer te Leiden wordt gehouden, wordt gevolgd
door ongeveer 35 Duitsche studenten, dames
en heeren. Zy volgen dagelijks 4 uur de colle
ges, die voor hen in het Duitsch worden ge
geven door 22 professoren en lectoren en pri
vaat-docenten en waren op verschillende avon
den de gasten van het Leidsohe Studentencorps
de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten er
Unitas. Zij wonen, aldus deelt de „N. R. Ct.*
verder mee, in bij Leidsche families en stu
denten, by wie de reiscommissie der Neder-
landsche studenten gastvrijheid voor hen heeft
gevonden. Er heeft een excursie plaats gehad
naar Rotterdam en zijn havens. Voorts bezoch
ten de Duitschers Den Haag en Scheveningen
als gasten der NederlandschDuitsche
eeniging. De afdeeling Amsterdam dezer
eeniging heeft hen uitgenood igd en in den
loop der week zal de oogstfilm van den heer
Van der Ven worden vertoond, alsmede de Zui
derzeefilm en de film van de Bataafsche Petro-
leummaatschappy. Ook de sterrenwacht en an
dere academische instellingen zullen worden
bezocht. Velen der Duitsche studenten studee-
ren Germaansche talen o.m. Nederlandsch.
Eenigen hunner spreken onze taal. Onze land
genoot Prof. Dr. A. Jolles te Leipzig en Dr.
G. G. Kloeke, lector te Hamburg, zijn mede ge
komen en wonen het grootste deel der colle
ges bij.
LAGER ONDERWIJS
Bij Kon. besluit is, ten aanzien van sommige
groepen van hoofden van schoien voor gewi-on
lager onderwijs, die door overplaatsing als
hoofd naar een andere school voor gewoon
lager onderwys een onbillijke toepassing heb
b<m ondervonden van art. 27. tweede lid, van
het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Kiiks-
ambtenaren 1925, zooals het luidde zoowel
vóór als na de wijziging, daarin aangebracht
bij Kon. besluit van 9 December 1925, een
bijzondere regeling getroffen.
Met wijziging van het Kon. besluit van 26
Februari 1929 wordt het eemg artikel, daarin
vermeld, thans als volgt gelezen:
„Ten aanzien van het hoofd eener school
voor gewoon lager onderwys, dat op of na 1
Januari 1925 in het genot wos van een ver
hooging zyner jaarwedde van f 500 of f 700,
bedoeld in artikel 6 van Ons besluit van 27
December 1924 Staatsbl. no. 585), laatstelijk
pewyzigd by Ons besluit van 11 Februari 1926
(Staatsbl. no. 23), en tevens in het genot was
van de persoonlijke toelage, bedoeld in art.
27, eerste lid, van het Bezoldigingsbesluit
Burgerlijke Rijksambtenaren 1925, zooals dat
luidde zoowel vóór als na de wijziging, daarin
aangebracht bij Ons besluit van 9 December
1925 (Staatsbl. no. 467), en dat sedert dien
ooor overplaatsing als hoofd naar een arden*
school voor gewoon lager onderwys, hetzij
wegens opheffing der school, waaraan het
onmiddellijk vóór die opheffing verbonden
was, hetzij in andere gevallen, tenzij het die
overplaatsing schriftelijk heeft verzocht, eon
geringere verhooging zijner jaarwedde als
bovenbedoeld ontving, wordt by stijging dier
verhooging art. 27, tweede lid, van hot
laatstgenoemd besluit geacht geen toepassing
te hebben gevonden, voor zoover door het
bedrag dier stijging de verhooging van
jaarwedde, die het onmiddellijk vóór die
overplaatsing genoot, niet wordt overtroffin".
SCHOOLWERKTU1NEN.
Op initiatief van de Amsterdamsche Veree
niging voor Schoolwerktuinen hebben G09
kinderen van alle Scholen voor Lager Onder
wijs in het Tuindorp Watergraafsmeer bloem
bollen gekocht om deze oneer leiding van het
personeel van den School we rktuin in huls in
bloei te trekken. Daartoe zyn 2000 bloom
bollen in den School werk tuin gepoot c-n inge
kuild, teneinde die boller na voldcerde
boworteling in de kamers der huisgezinnen
verder te kweeken.
Indien het in bloei brengen naar wensch
slaagt, ligt het in het voornemen, in de
maand Februari a.s. een kleine tentoonstel
ling van deze in blcei staande bloembolle., te
organi9eeren.
Te Amsterdam heeft W oensdagmnldag
een vergadering plaats gehad onder voorzit
terschap van den heer M. J. van Alphen >!e
Veer, inspecteur van het Nyverheidsondeiwijs,
van Den Haag, tot stichting van een nieuwe
organisatie voor de practische opleiding voor
de Zee-, Rijn- en Binnenvaart.
Nadat de heer G. de Jor.p. directeur van
hot Onderwijsfonds voor de Binnenvaart een
uiteenzetting had gegeven van de practische
opleiding bij de binnenvaart, deelde hij roede
op welke wyze getracht zal worden de op
leiding voor de zee-, Ryn- en binnenvaart te
contraliseercn.
De Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs,
de heer M. J. van Alphen de Veer, lichtte het
voorgestelde reglement voor de nieuwe orga
nisatie toe. De nieuwe organisatie heeft de
bc schikking nvor h« t instruct ie vaartuig „Prins
Hendrik", dat tot nu toe ook reeds voor
oefentochten voor de leerlingen der Zee
vaartscholen werd gebruikt. Ilij deelde mede,
dat de exploitatie van het schip gunstig is
ei dat de exploitatiekosten geheel door In
komsten gedekt worden. De Minister van
Onderwys hoeft thans de verbouwing van de
„Prins Hendrik" goedgekeurd en daardoor zal
het instructievnnrtuig ook voor de kustvaart
geschikt worden, hetgeen in bet belang van
het zeevaartkundig onderwijs is. Ock de
vooruitzichten voor de exploitatie in de toe
komst, wanneer de „Prins Hendrik" vergroot
zal zyn, noemde Spr. gunstig.
Bij de debatten werd er van verschillende
kanten op gewezen, dat in ons land een goede
opleiding voor matrozen en ander personeel
vm lageien rang bij de koopvaardij ent-
breekt. Deze opleiding is in het buitenland
vooral in Duitsehland veel beter gere
geld. In vele landen zijn voldoende school-
schepen in de vaart, terwyl dit in ons land
met zyn grooto koopvaardijvloot nirt liet
geval is.
Van alle kanten werd samenwerking op het
gebied der opleiding voor de zee-, Ryn- en
binnenvaart toegejuicht.
Het reglement van de nieuwe organisatie,
welke zal werken in het centraal verband van
het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart, werd
vastgesteld.
JEUGD EN BEROEP
De October-aflevering van „Jeugd en Be
roep" vangt aan met een artikel van E J.
van Det, getiteld: „Een verblijdend bericht",
waarin gewezen wordt op een voorstel van
den Minister van Arbeid om COCO uit te
trekken ten behoeve van een Centrale in
stelling voor de Voorlichting bij beroeps
keuze.
Inzonderheid wordt gewezen op de vol
gende zinsnede uit de Memorie van Toe
lichting: „Het aantal bureaux tot voorlich
ting bij beroepskeuze is wel groeiende, doch
zeer langzaam. Verdere omwikkeling zal
slechts dan kunnen verkregen, indien de
gelegenheid wordt geopend, dat de bureaux
worden voorzien van do, in dit centrale punt
te verzamelen gegevens van algemeenen en
onderscheiden aard, die zij voor de uitoefe
ning hunner taak behoeven".
Hierna behandelt Anna Polak in haar
artikel: „De rechte persoon op de rechte
plaats" een aantal vraagstukken, waaronder
vooral dit of de studie der staathulshoixl-
kunde in staat kan stellen tot het doen
van voorspellingen omtrent de toekomst in
bepaalde beroepen.
Verder vindt men in deze aflevering het
VlIIe vervolg van den „Leiddraad voor Be
roepskeuze", waarin de scfertj\er zijn uit
eenzettingen over psychoteeflnok vervolgt.
Ida He ij er mans wijdt een waar-
deerend artikel aan het streven der R.-K.
Middelbare Meisjesscholen om hun meisjes
een ontwikkeling te verschaffen, die bij de
vrouwelijke psyche past
In zijn vierde artikel over „den Raadgever
bij Beroepskeuze en zijn arbeid" bespreekt
\V. A. Sik kern a het opleidingsvraagstuk
en ontwerpt een algemeen schema voor de
theoretische en practische opleiding
Het tijdschrift bevat verder een mede-
deeling over de te houden Jeugdleiderscon-
ferentie te Arnhem en drukt hot artikel af,
dat E. J. v. Det ter inleiding dezer con
ferentie schreef, onder den titel: „Welke
mogelijkheden schept het werken van jeug
dige arbeiders(stars) op de fabriek (of werk
plaats) voor den groei hunner persoonlijk
heid".
Eenlpe verslagen, berichten en mededor-
lingen besluiten den belangrijken inhoud
v&q deze aflevering.