Veftkadok Qi&ofe. (Be&cAuct mcfl c&.
PATRIMONIUM
Wetenschap.
Gemengd Nieuws.
Radio Nieuws.
PIEPNEUS EN BIBBERSNOET
HAAR GEHEIM
L
WOENSDAG 8 OCTOBER 1930
DERDE BLAD PAG 9
BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD
HET ZWARE LEVEN
Een brief van een onzer arbeidscontrac-
iers aan de Post op een Zuid-Hollandsch
dorn, die verschillende belangrijke opmer
kingen bevat, noopt ons nog eens terug te
komen op wat wij voor enkele weken schre
ven over het moeilijke leven in de groote
''wij merken daarbij op, dat het ook ons
wel bekend is, dat de kleinere Plaatseni en
het platteland ook hun moeilijkheden heb
ben Het is daar werkelijk niet zoo, dat de
schilderij die b.v. Uliers geeft van Oost-
i.oorn, zou gelijken. Men denktook daar
niet steeds aan zijn naaste en zeker niet uit-
S,Nêendooï ten'piattelande kennen wij
zorgen, het leed, de zonde, ook daar meer
dan eens het zware leven, ïn vijandige om
geving, onder maatschappelijke moeilijk-
heden en geestelijken druk.
In de tweede plaats willen wij om alle
misverstand weg te nemen, wel vaststeUen
dat niet alleen de werklooze arbeideis m de
stad in zorg komen maar dat er oolc tien
tallen arbeiders zijn, die heel den dag wer
kende, nauwelijks den mond kunnen open-
h0Ook"dat maakt het leven zwaar. Als men
getrouw zijn arbeid verricht, dikwijls lange
arbeidsdagen maakt, soms ook een deel van
den Zondag nog in „het haam loogt, me
alle ellende die aan den-Zondagsarbeid vast
zit en men kan dan nog niet geven aan zijn
gezin wat het noodig heeft, dan komt er wel
eens bitterheid in de ziel.
Misschien worden wij dan in ons oordeel
ook wel eens onbillijk. Misschien verwarren
wij dan ook wel eens de dingen en verge
lijken wij wat met vergelijkbaar is. Maar
dan komen er zoo in het hart van onze men-
schen vragen op die wij als wij zelf iets van
het zware leven kennen wel verstaan.
Dan zeggen zij, en laat ons nu eens pro-
beeren hun tolk te zijn, kon er niet wat vvar-
mer toon in de troonrede geklonken heb
ben? Een warmer toon voor wat betreft onze
christelijke beginselen? Een warmer toon
voor wat betreft het zware leven en de soci
ale voorzieningen? Want zou men dan niet
tegenover de demagogische voorstellingen
over de Vlootwet iets sterker hebben ge
staan, iets meer vertrouwen hebben gehad?
Dan komt de andere vraag op, weet men
wel voldoende wat er leeft onder onze men-
schen? Onder onze eenvoudige, trouwe, ge-
loovige menschen, die geen ingezonden stuk
ken schrijven en niet demonstreeren, maar
die er onder gebukt gaan dat er zooveel ge
beurt dat niet is in overeenstemming met
wat wij willen en wat ons geleerd is.
Die denkt aan het verkeerde voorbeeld
dat dikwijls door officieele lichamen wordt
gegeven als het b.v. de arbeidsvoorwaarden
geldt. Aan de arbeidscontracten? Aan de
toestanden aan de Post-, Chèqu'e- en Giro
dienst? Aan de moeilijkheden van den Zon
dagsdienst voor onze menschen ten platte-
lande?
Moet niet meer dan tot nu toe mogelijk
was blijkbaar, het principieele deel van ons
program in de practische politiek gebracht?
Waarom komt men niet met een nieuwe
Zondagswet? Waarom palet men de Zon
dagsdienst bij de Post en de Spoorwegen
niet sterker aan?
Deze vragen kunnen met tallooze worden
vermeerderd. Maar men veigete niet, dat ze
leven onder ons christelijk volksdeel. Dat er
met deze vragen ernst gemaakt moet wor
den, omdat ze niet uit zucht tot critiek maar
uit bezorgdheid en liefdé worden ingegeven.
En dan kómt de vraag weer in anderen
vorm tot ons, als we het zoo stellen is er
wel contact tusschen de leiding en onze
menschen? Raken wij niet te vèr van elkan
der af, zoodat het moeilijk wordt elkanders
strevingen te verstaan?
Daar zijn wel symptonen, die hierop wij
zen. De nieuwe methode van verkiezingen
heeft dit in de hand gewerkt. Het contact
met het district is weg en er is nog niets ge
komen dat op andere wijze, laat staan op
betere manier, tegemoet komt aan de be
hoefte om met de vertegenwoordigers in het
parlement meer geregeld voeling te houden.
Toch is dit noodig. Voor de eigen men
schen om misverstand uit den weg te rui
men. Voor de schare die dreigt af te zakken
en voor de christelijke beginselen die ver
loren dreigen te gaan.
Men heeft dikwijls de groote steden reeds
opgegeven. Daar 'is niets meer te redden.
Wij meenen ten onrechte. Nog staat hiér in
de groote stad de Gemeente Gods. Nog is het
licht niet van de kandelaar geweerd. Nog is
daar bij honderden de band aan het ver
leden die niet gemakkelijk wordt losge
maakt. Nog is er bij velen een zoeken naar
het licht.
Onze politiek kan er nooit een worden be
rekend op het succes bij de massa. Wie dat
wil moet een andere richting kiezen. Maar
ALGEMEENE JAARVERGADERING
TE ARNHEM
AVONDVERGADERING
In de te 7 uur aangevangen avondverga
dering werden verschillende voorstellen der
afdeelingen aan do orde gesteld, waarvan
wij de voornaamste hier laten volgen.
Een voorstel-Delft, om in Juli of Aug.
vergaderingen van het Verbond te houden,
werd verworpen, daar het in de bedoeling
ligt, in 1931 niet samen te^ komen, doch in
1932 dc Verbondsvergaderingen in Maart-
of April te beleggen.
Een voorstel-Hoorn, om de jaarlijksohe
algem. vergadering door een Verbondsraad
vergadering te vervangen werd eveneens
verworpen.
Bij een voorstel-Amersfoort, dat betrek
king had op den inhoud van het blad, wer
den uitvoerige besprekingen gehouden, waar
bij tegelijk de exploitatie nader werd be
schouwd.
Een tweede voorstel-Delft, om met het
houden van Bazaars door afdeelingen niet
in te stemmen, werd na eenigc discussie
verworpen, daar het Bondsbestuur van mee
ning was, zijn medewerking aan Bazaars
onder zekere omstandigheden niet te mo
gen onthouden.
Uitvoerige discussies waren het gevolg
van een voorstel-Deventer, om bij de Regee
ring aan te dringen op wettelijke maatrege
len tegen de danshuizen. Volgens het Bonds
bestuur dient het rapport der commissie-
De Bie te worden afgewacht, waarna met
organisaties als de Middernachtzending dit
punt nader onder de oogen zal worden ge
zien. Het prae-advies werd goedgekeurd.
Ook het voorstel-Den Haag om tegen de
algeimeene zedelijke verwildering krachtig
op te treden lokte breede. discussies uit.
Aangedrongen werd op energieke stappen
door Patrimonium, de Middernachtzending
e.d. Hierbij wees het hoofdbestuurslid B o
senbroek op het feit, dat allereerst in
eigen kring een krachtig protest moet wor
den aangekweekt. Vooral door het volk zelf
moeten deze dingen bestreden worden. Na
dat de voorzitter zich bij deze meening had
aangesloten, werd de vergadering tot de
volgende morgen verdaagd.
DE MORGENVERGADERING.
In de ochtendzitting hield de heer A.
Ou dek er k, secretaris van den Ned. Chr.
Land- en Tuinarbeidersbond, een inleidin,
De economische positie van het
landbouwbedrijf en die der ar
beiders.
Spr. begon met er tegen op te komen, dat
de boer nog maar al te vaak als achterlijk
beschouwd wordt. We moeten een goed on
derscheid maken, zegt Spr., tusschen con
servatisme en achterlijkheid. Dit ziin twee
begrippen, die elkaar absoluut niet dekken.
Negentig jaar terug was de boer inderdaad
achterlijk, waarvan de toenmalige crisis
een gevolg was, doch sedert zoowel het na
tionaal als internationaal verkeer zoo sterk
is uitgebreid, waardoor ook de boer uit z'n
isolement verlost-werd, is van achterlijkheid
gen sprake meer.
Bétere organisatie, coöperaties e. d. be
ïnvloeden deeconomièche positie van den
boer in goeden zin, waar Spr. de aandacht
op wilde vestigen, aangezien met een be
roep ddarop nu nog wel beweerd wordt, dat
Staatsbemoeiingen niet noodzakelijk zijn.
Wat de huidige moeilijkheden betreft,
was Spr. van meening, dat deze wel is waar
van tijdelijken aard zijn, doch dat ze niet
temin het bestaan van velen bedreigen, wat
uit de indexcijfers te constateeren valt.
Het is nu de groote vraag op welke ma
nier de positie verbeterd kan worden en of
Staatshulp afdoende zal zijn.
Hoewel Spr. toegaf dat de georganiseerde
boeren en tuinders niet stil zullen mogen
toekijken, en dit zeker ook niet zullen doen,
daar ongetwijfeld nog op vele punten in het
bedrijf verbeteringen zijn aan te brengen,
was Spr. tocht van oordeel, dat, waar eentge
millioenen aan bankzaken worden besteed,
de landbouw eveneens recht op steun heeft.
Door de Chr. gemeenschapsgedachte steeds
verder door te voeren, zal bij de beoordee
ling van een bedrijf niet alleen met de werk
gever gerekend worden, doch deze zal er ook
in worden betrokken. Telkens wanneer de
positie van den landarbeider ter sprake
kwam, moest men tot .de conclusie komen,
wel moeten wij er op letten dat onze poli
tieke gedragingen niet worden een beletsel
voor den groei van ons christelijk leven, een
steen op den weg van onze broeder en dat
wij dus de komst van het Godsrijk vertra
gen,?
AREND VAN AMSTEL.
dat de toestand dringend verbetering eischt
en vakorganisatie zeer gewenscht is. Bij de
moeilijke omstandigheden, waaronder de
landarbeider leeft, mag het een wonaer ge
noemd worden, dat hij niet geheel werd af
gestompt. In verband hiermede wees Spr. op
de beteekenis van Kerk en Sociale bewe
ging. De vroegere actie der landarbeiders,
aldus Spr., kwam niet zonder meer uit re
volutionaire ideeën voort, doch zij was even"
zeer een symptoom van onvoldaanheid over
de door werkgevers aangenomen houding,
waarbij ook de Regeering zich afzijdig hield.
Weliswaar is vóór het inwerking treden der
wet van 1922 van werkgeverszijde door vrij
willige verzekering iets voor de arbeiders
gedaan, doch dit was voor een belangrijk
deel het gevolg van de vrees voor Overheids
bemoeiing.
Hierop noemde Spr. een paar cijfers be
treffende de arbeidersbeweging.
Bij de in 1914 opgerichte Chr. Landarbei-
dersbond zijn op het oogenblik 8672 arbei
ders aangesloten, terwijl de R.-K. en moder
ne organisaties resp. 10.246 en 14.962 leden
tellen. De economische positie werd op vele
plaatsen versterkt en het doel, een collec
tief contract door overleg, bereikt.
In 1929 waren met 5102 ondernemingen
en 23.882 werknemers 119 overeenkomsten
zijn organisatie heeft de landarbeider
dezeggingschap verworpen, waardoor, mede
als gevolg van de sociale wetgeving zijn po
sitie aanmerkelijk verbeterd werd. Deze po
sitie is echter niet van dien aard, dat loons
verlaging gewettigd zou zijn. Verlagingen
van 16 en 17 pet., zooals deze thans in N.-
Friesland zijn voorgekomen, beteekenen niet
alleen verarming var. het platteland, doch
een gevaar voor ons geheele volksleven.
Na de hoop te hebben uitgesproken, dat
de Commissie-L o v i n k andere verzach
tingsmiddelen voor den crisistoestand zal
vinden, drong Spr. nog eens krachtig aan
op organisatie.
Er zijn nog vele mis toestanden, die niét
in de eerste plaats door de Overheid, doch
door socialen en geestelijken arbeid moeten
worden weggenomen. Daarom is voor de
Chr. Sociale beweging nog een schoone taak
weggelegd, welke steeds door het Woord
des Heeren moet worden beheerscht.
AMSTERDAM
..GROOTE" MENSCHEN
EN ..KLEINE KINDEREN"
Onze Amsterdamrche redacteur schrijft
ons:
Wat is er al niet te doen geweest, óm het
onnoozele vlaggetje dat de fiets sierde van
een schoolkind. Het was een A.V.R.O. vlag
getje, dat is waar, maar het stond toch
fleurig en frisch op het karretje van een
aardig fietstertje.
De meester kon niet tegen vlaggetjes, zag
daar iets in dat tot scheiding onder zijn
leerlingen kon voeren, kreeg een nacht
merrie van politieke discussies onder zijn
schooljeugd en hij had misschien wel gelijk.
Het kan met de openbare school niet zoo
heel veel lijden. In elk geval hij stelde het
scholiertje voor de keus zonder vlag of niet
op school.
En de vader, die ook wat te zeggen had
en blijkbaar minder bang voor vlaggetjes
was zei met de vlag er in of anders er heel
niet in. En misschien had hij in het afge-
trokkene ook gelijk.
Maar het schijnt dat men, trots oudercom
missies en ouderraad, toch ook al ver van
elkaar woont, want wij lezen niet "dat deze
groote menschen eens met elkander gespro
ken hebben. Ze houden elk op een afstand
hun streng vast. En het wordt voor beiden
een kwestie van prestige. Welk een indruk
dit moet maken op de kinderen, die leven
in spanning wie het zal winnen, zullen wij
nu maar niet onderzoeken. Hier is nu alles
al aan te pas gekomen. De schoolinspectie
is er geweest en de Wethouder is er in be
trokken, de vergadering van B. en W. heeft
er over gesproken en bij het begrootings-
onderzoek is er over gedelibereerd. En nie
mand durft blijkbaar de knoop doorhakken
of staat zoo hoog, dat hij ongelijk erkennen
durft
Ongelijk hebben o.i. beide partijen. Dat er
nu een advocaat bij komt wijst wel op de
kleinheid van groote menschen. Hier zouden
de kinderen een verstandiger oordeel heb
ben geveld. Hoe meer vlaggetjes, hoe liever
zouden ze ongetwijfeld gezegd hebben. On
derwijzer en vader toonen beiden slechte
paedagogen te zijn. En de kinderen worden
de dupe.
Wij willen aannemen dat de onderwijzer
nog het meest gelijk heeft Maar de fout ligt
hier dat hij zich rijksambtenaar voelt en
niet verstaat dat de school is een verleng
stuk van het gezin.
Het contact tusschen school en ouders is
geheel verloren en wordt door dit optreden
zeker niet versterkt
Dr. R. POST
De. R. Poet, geboortig uit Kloosterburen,
leoraar aan het seminarie te Culemborg, is
benoemd tot tijdelijk geschiedkundig mede
werker van het Ned. Historisch Instituut te
Rome. Hij is in 1890 geboren, werd in 19l9
priester gewijd en promoveerde aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht tot doctor in de
letteruil en wijsbegeerte op een proefschrift
getiteld: „Ejgen kerken en bisschoppelijk
gezag in het diocees Utrecht tot de XlIIe
DE JONGSTE REGENPROEVEN.
Rapporten der militaire vliegers.
Over de resultaten van de door den heer
Veraart boven Scheveningen gegeven regen
demonstratie, zijn rapporten ontvangen
van luitenant Van der Giessen, van kapitein
Van Weerden Poelman, luitenant Jhr. Wit-
tert van Hoogland, en van luitenant Koe
nen, die bestuurder of waarnemer waren in
de vliegtuigen, welke bij de proefneming
betrokken waren.
Luitenant Van der Giessen wijst er in
zijn rapport op, dat getracht is het uitwer
pen van ijs uit de drie vliegtuigen zooveel
mogelijk gelijktijdig en op dezelfde plaats
te doen geschieden; dit bleek echter niet
steeds doenlijk. Het komt hem daarom
waarschijnlijk voor, dat een gunstiger resul
taat zal kunnen worden verkregen, indien
de geheele lading in een grooter vliegtuig
vervoerd zal kunnen worden.
Kapitein Van Weerden Poelman en luite
nant Wittert van Hoogland hebben gevlogen
onder de wolk, waarop het ijs werd ge
strooid. Zij kwamen toen in een flinke
regenbui, vermengd met kleine ijsdeeltjes,
welke zich verplaatste in Noord-Oostelijke
richting.
Luitenant Koenen wijst er o.a. op, dat de
regen, op groote hoogte gevallen, ten ge
volge van de. groote windsnelheid waar
schijnlijk eerst vele kilometers landwaarts
den grond heeft bereikt.
UIT HET SOCIALE LEVEN
HET MIJNBEDRIJF !N 1929
In 1929 w06 de afzetmogelijkheid der Ned.
mijnen zeer ruim en van de totale hoeveel
heid brandstoffen (steenkolen, cokes en
steenkolenbriketten) die voor binnenlandsch
verbruik beschikbaar kwam, werd 88 door
de productie der NederlancLsche mijnen ge
dekt. De hoeveelheid brandstoffen, die in
1929 voor binnenlandsch verbruik beschik
baar kwam, was 11 hooger dan die in
1928. Het ziekenpercentage der mijnarbei
ders bedroeg 6.3 per 100 arbeiders in 1929.
tegen 5.6 per 100 èrbeideis in 1928. Geduren
de het afgeloopen jaar werden voor het
scheidsgerecht voor de mijnindustrie 19
12) zaken behandeld.
De totale bevolking van het mijndistrict
vermeerde sedert het voorafgegane jaar met
9357 leden, of 5 de mijneirbeidersbevol-
king met 6091 leden of bijna 7
Gedurende het verslagjaar in de productie
van de Limburgsóhe steenkolenmijnen met
ruim 6 gestegen.
Het aantal zware mijnongevallen bedroeg
1644 in 1929 tegen 1646 in 1928.
Verder hadden 374 zeer ernstige ongeval
len plaat6 tegen 454 in 1928. Het aantal
delijke ongeva/llen bedroeg 30, waarvan 26 in
de ondergrondsche en 4 op de bovengrond-
sche werken.
De afzet van de zoutmijn to Boökelo werd
verhodgd van 41.470 ton in 1928 to 44.914 t n
in 1929.
BEDRIJFSSLAPTE
Te Maassluis zijn wegens overproductie
door de Vereenigde Touwfabrieken 60 man
personeel ontslagen.
Men meldt aan de N. Pr. Gr. Crt:
Sedert eenigen tijd wordt van de carton-
fabrieken weinig carton afgeleverd. De voor
raden aan de fabrieken te Nieuwe-Schans,
Hoogkerk, Pekela, Winschoten enz. worden
daardoor zeer groot
Duizenden tonnen carton bleven onver
kocht,
STAKING TE ENSCHEDE
In de confectiefabriek van de textielmaat-
schappij Serphos te Enschedé, is Maandag
een werkstaking uitgebroken, ten gevolge
van de invoering van een verlaging der
loontarieven. De pogingen van den rijksbe
middelaar ir. van IJsselstein om tot een
compromis te komen hadden geen succes.
Aan de staking wordt door 50 meisjes deel
genomen.
Ten einde misverstand te voor
komen drukken wij hierbij af het
cliché, weergevende het Radio
toestel Erres K.Y. 107, waarover
wij het gehad hebben in ons
Radionummer.
BRAND IN DE NED. HERV. KERK
TE ERMELO
DOOR HET HEMELVUUR.
Men meldt ons uit Ermelo:
Boven Ermelo woedde Maandagavond een
hevig onweder, gepaard gaande met hevi-
gen regenval en geweldigen hagelslag. Plot
seling sloeg het hemelvuur op de electrici-
teitsleiding tusschen kerk en pastorie. De
electriciteitsmeter in de pastorie van Ds.
Timmer werd onder geweldige explosie door
het hemelvuur verbrijzeld. In de pastorie
hing een zware zwaveldamp. De bewoners
van de pastorie kwamen met den schrik vrij.
Aanvankelijk meende men dat de schade
beperkt bleef tot vernietiging van enkele
draden. Een half uur later bleek echter de
Ned. Herv. kerk van binnen in lichter laaie
te staan. De nieuwe galerij, die pas in ge
bruik genomen was, stond in vlammen. Met
emmers water poogde men den brand te
blusschen. Tusschen vloer en plafond be
vindt zich veel stroo, dat aan het branden
is gegaan. De stoomspuit gaf water en met
vereende krachten was men bezig den brand
te blusschen. Men hoopte het kerkgebouw
te kunnen behouden. De schade is zeer
Nader meldt men ons:
De brand is 's avonds om tien uur geluk
kig nog gebluscht kunnen worden. De nieuw
gebouwde galerij is gedeeltelijk verbrand.
Al de gewitte muren zijn beroet. Het orgel
heeft veel geleden. Verzekering dekt do
schade.
DE MAN MET DE DIAMANTEN.
Te Amsterdam werd een 22-jarige man
aangehouden, die volgens verklaring van
een bewoonster van den O. Z. Voorburgwal
een bedrag van f 13.50, dat hij aanvanke
lijk bij zijn bezoek aan haar betaald had,
weder afhandig had gemaakt. Bij fouilleering
is dit bedrag op hem gevonden. Bovendien
bleek bij deze fouilleering, dat hij in het
bezit was van diverse juweelen en gouden en
platina voorwerpen, welke hij, naar hij ver
klaarde, in het buitenland had gekocht.
DOODELIJF MOTORONGELUK.
De fotograaf R. te Arnhem kwam met
zijn motorfiets in botsing met de tram. Hij
rwerd met een hersenschudding opgenomen
en overleed weldra aan zijn wonden.
HUIZEN (1875) 10 Tüdsein.
door het NCRV. Dameskoor. 10 3
Aalders. Geref. Pred. (H.V.) te J
trum. 2 Tijdsein. 2— 2.4Ó Gr-,mol
Ie- en Hulshoud-
n en kerkorgel en H. Smit Duyzei
jrgelbegeleiding. 5 Tijdsein. 5
alelscli. te geve
ar ALT.S en Kc
7.45—8 Politic
10.4611.30 Gramofoonplatenconcert.
HILVERSUM. (298 M. na 6 uur 1071 M AVRO.
8 Tüdsein. 8.019.45 Gramofoon. 10 Tüdsein.
10 01—10.15 Morgenwijding. 10.2012 Ochtend-
concert 12 Tüdsein. 12.01—2 Concert. 2—2 30
Halfuur voor de vrouw. 34 Xfnxiefe aa-™
6 30 Beursberichten.
vcrsltelt. 7.45—8.15 Joodsche ge
Abonnementsconcert 10.30 Persb
Wederoptredc-n van Mr. A. W. Kai
IEPZIEKTE.
Te Oudewater vertoont zioh weder de iep
ziekte, niet alleen bij de oude, doch ook
onder de jonge boomen.
BLIKSEM INGESLAGEN.
Te Voorschoten is de bliksem ingeslagen
in een bollenschuur van de fa. J. Gerritsen
en Zn. De electr. leidingen werden geraakt
en vernield, benevens het dak en enkele boi-
lenstellingen, zoodat de schade vrij aan
zienlijk is. Er ontstond geen brand.
DOODELIJKE VAL.
De landbouwer M. D. uit Wjipserveen
(Dr.), die de vorige week bij het te vroeg
uit een auto stappen kwam te vallen en
daarbij een hersenschudding had gekregen,
is in het ziekenhuis te Assen overleden.
OPGEHELDERDE INBRAAK.
In Februari had een brutale inbraak
plaats bij de gezusters H. te Spekholzerhei-
de, waar voor f 600 aan goederen werd ge
stolen. Den waakhond werd de hals afge
sneden. De politie te Kerkrade heeft thans
de daders aangehouden, te weten twee
25-jórige Duitsehers. Ten huize van een hun
ner zijn een deel der gestolen goederen en
een met zes patronen geladen revolver m
beslag genomen.
EEN AANRANDER GESNAPT.
Sedert eenige dagen werd door de politie
in Velp een man gezocht, die ervan ver
dacht werd een aldaar wonend meisje te
hebben aangerand. Thans heeft de Arnhem-
sche politie een man in handen gekregen
en bij confrontatie werd hij door 't meisje
herkend als den dader. Hij is ter beschik
king van de politie te Velp gesteld.
DE DOODELIJKE DAMP.
Te Amsterdam zijn in een perceel aan de
Runstraat een 79-jarige man en een 88-jo-
rige vrouw door uitstroomend gas bewus
teloos geraakt. De vrouw had een penning
in den muntmeter gedaan, doch had nage
laten het gas aan te steken. De vrouw is
door den G. G. en G. D. naar het O. L. V.-
Gasthuis en de man naar zijn woning ver-
Nadruk verboden.
25. De bijl suisde door de lucht en kwam
met een slagprecies tegen de kraan
terecht En wel met zóó'n kracht, dat de
heele kraan er netjes afgehakt werd. De
bijl en de kraan kwamen vlak naast ons
in den gootsteen terecht, en een dikke
straal water spoot uit den muur, op de
plaats waar de kraan gezeten had. „O, m'n
sohoone keukentje!" gilde mevrouw.
26. Meneer Dikkerdak werd tot achter
z'n ooren rood van schrik over de verwoes
ting, die hij had aangericht. Om te voorko
men, dat de heele keuken onder water liep,
holde hij naar de kraan en stak zijn wijs
vinger in het gat. De waterstroom hield
op, maar meneer Dikkerdak zat meteen ge
vangen. Niemand wist, hoe de waterleiding
af te sluiten.
(Wordit Vrijdag vervolgd)
FEUILLETON
„Ze is nu niet zoo heel klein meer, Juni;
ze is met de anderen grooter geworden. Het
is veeleer een aardig meisje goedlachs
en kerngezond. Wat mij betreft, mij dunkt
ze doet Ted een massa goed. Feitelijk zijn
ze, ofschoon de families bet op 't oogen
blik nog maar alleen weten, de laatste zes
maanden al verloofd".
„Wel alile dingen!" riep Juni, en zonk
terug in de hangmat
Haar eene voet hing eir buiten e,* ze
schommelde zich zelf langzaam heen en
weer, haar oogen nadenkend gericht op de
heldere streep roee-licbt die uit het Westen
stroomde in. de langzaam donkerende
avondlucht.
Nam was naar binnen gegaan met Susan,
en haar stemmen,,die uit de ramen van de
bovenkamer klon.keri, warén het eenige ge
luid, dat de stilte verbrak.
„Het zijn zu-ike dikke vrienden!" dacht
'Juni en ze lachte in zich zelf.
En toen dacht ze weer aan de heide brie
ven, die de post gebracht hard. Een van
'Anna Cladk, een slordig kattebelletje, waar
Dit Juni had opgemaakt, dat zij, Anna, en
twee andere „gediplomeerden" een huis
hadden gehuurd bij den Waterval.
„We zullen een huishoudster nemen",
schreef Anna, „en soms zullen we, tusschen
het werk door, allemaal thuis zijn. Je kunt
gelooven, dat er dan aan de pret geen eind
komt. Kom bij ons, Juno."
En de andere, van Joyce Anderson:
„Ik hoorde vandaag iets over een va
cante plaats, Juni, en i'k dacht dadelijk
aan jou. Er wordt een gediplomeerd
verplaegster gevraagd in genya
Weeshuis, als assistente van de direc-
- trice.. Ik vermoed dat de bedoeling is,
om de tegenwoordige directrice, die er
al jaren lang is, een maand of zes ver
lof te: geven, en dus moet er iemand op
de hoogte gebracht worden, om haar te
vervangen. Natuurlijk zou het kunnen
zijn, dat je er niet6 voor voelt, maar ik
herinnerde mij hoe dol je was op die
kleine jochies
Juni dacht over deze brieven na, terwijl
de duisternis zich uitspreidde over den tuin
De eerste verwierp ze met een licht schou
derophalen; het was zoo karakteristiek:
„Je kunt gelooven, dat er aan de pret geen
eind komt!"
Precies, zoo zou het ongetwijfeld zijn!
Maar de andere. Juni had den brief mee
genomen naar Dr. Greville om advies.
„Wat betreft het werk, dat je lateir voor
mij in mijn ziekenhuis te doen hebt," zei hij,
„zou het een goede,oefening zijn. De kinder
ziel is het beste uitgangspunt voor werk op
zielkundig gebied." Toen had hij haar met
oen knipoogje aangekeken. „Ik vrees, dat
het een doornig pad zal worden, Juni!"
Ze dacht er nu over na, En plotseling
schoot haar te binnen de kleine Aardappel
en zijn welsprekend: „Een wees'uis is een
ellendige plaats!" En Aardappel was daar
nog!
Juni blikte op naar het eerste gouden
puntje dat in de lucht flonkerde, toen haar
herinnering terug vloog naar dat onder
houd, nu drie jaar geleden, met Dr. Gre
ville, en zijn bekentenis: „Ik was wezenlijn
ongelukkig, Juni, aldoor riep en wenkte mij
het beroep von den medicus."
„Maar u wiet," had ze hem geantwoord,
„u wist, dat u dokter wilde worden! En ik
weet niet wat mij roept en fciekt".
Ze schommelde tot 'haar voeten den grond
raakten en stond toen op.
„Maar ik weet het nü," fluisterde ze plot
seling. „Ik wéét nu, wat me roept. Het zijn
de jochies zooals Aardappel, kleine jongens,
die „nooit geen ouwens gehad hebben"!
Kleine jongens, ziek somwijlen door al de
ellende van kiespijn, en oorpijn en geen moe
ders om ze te kussen en beter te maken.
Stellig, Aardappeltje, jouw wees'uis is het
dat me ongetwijfeld roept 1"
Terwijl Juni voor zich zelf zooveel rusti
ger was de eerstvolgende dagen, was haar
vroegere innerlijke strijd onopgemerkt ge
bleven. Ted, Leslie en MoHie waren na de
uren op kantoor of school, verdiept in hun
eigen belangen, hun eigen bezigheden. De
impulsieve Mollie verzekerde Juni dikwijls
met ontstuimige en heftige omhelzingen, dat
het verrukkelijk was haar weer thui6 te
hebben. En'dan rende ze weer weg om voor
den eerst volgen den Zaterdagmiddag op-
mauw een piende te organise eren, met de
„bende".
Het was da kleine Susan, die zich dik
wijls tegen haar (veelgeliefde tante Juni aan
vlijde.
„Vertel nog eens" zoo kon ze dan vra
gen, „vertel nog eens hééleméél van klei
ne Aardappel? En hód hij héélemaal geen
moeder en geen pa? Héélemaal niet, tante
Juni?"
Toen Juni eindelijk besloot haar sollici
tatie in te zenden naar de betrekking van
„onder-directrice en dienstdoend zuster" in
het Terhune Weeshuis, nam ze alleen Nan
cn Dr. Greville in 't vertrouwen. Verwon
derlijk snel kwam het antwoord, dat zij
was aangenomen en dat haar taak met
Augustus zou beginnen.
Toen ze het briefje gelezen had sla ar Ie
ze Nan aan, met groote, bijna angstige
cogen.
„Ik ben blij, o, ik verzeker je dat ik blij
ben," zei ze; „en toch wou ik, dat het maai-
niet zóó gauw gebeurd was! Ik voel me
toch zóó vreemd van binnen!"
„Ik hoop, dat je verstandig gehandeld
hebt," zed Nan, eenigszins twijfelachtig.
„Het zal geen eigenlijke verpleging zijn,
zooals je weet Soms i6 de ziekenzaal leeg,
zegt Dr. G re vrille, en dan zal je meer voor
onderdirectrice moeten spelen,"
„Ik zal de heele leiding hebben, els de
tegenwoordige directrice weg gaat, maar
dat zal pas over een paar maanden zijn. Je
zou mijn gevoel kunnen begrijpen, Nan, als
je alleen maar Aardappel kende!"
In het dorp was verbazing over Junri'e be
slui! Misschien was juffrouw Lavina de
eenige, die geen verwondering toonde.
„Ik wist wel, dat je iet6 van dien aard zou
doen," zei ze. „Ik wiet zeker, dat je het
zonnetje zou uitdragen naar een plekje
waar het erg donker wa6. En ik ben blij dat
je naar die kleine jochies gaat lieve Juni,
naar die kleine verweesde jongetjes."
©n rop daij Juni tegen
Augustus opnieuw haar koffers pakte en
opnieuw maar de stad trok, een droge, heete
stad mu.
Zij ging terstond maar het Torhuine Wees
hui6. Haar moed zonk wel een weinig op
het eerste gezicht van het ongezellige, smo-
kerige, rood-seenen gebouw, met de hooge,
getraliede, gordijnlooze venstens.
Ondanks den stralen den gloed vam den
heeten Auguetu6-dag wa6 het inwendige
van het gebouw donker niet een rustige,
weldadige schemering maar een benau
wende, beklemmende duisternis.
„Toen de direotrice hij me kwam." schreef
Juni naar huis, naar Nan, „zonk mijn hart
nog wéér een eind lager. Herinner je je wel,
dat pa ons altoos waarschuwde tegen een
overhaast oordeel? Nu, maar zij is vier
kant Nan, van poet uur, bedoel ik!"
Juffrouw Wilkins keek Juni aan met een
blik, waaruit duidelijk teleurstelling sprak.
„Ik dacht, dat u ouder zou zijn, juffrouw
Joelyn," zed ze met beesche stem. cn op een
toon. diie eenigszins verwijtend klonk.
„Maar ik ben werkelijk al oud genoeg,"
lichtte Juni haar haastig in. „Ik ben vier-
en-wintigl" 't Was een taotlooze opmerking,
gevolg van haar onervaren jeugd, want juf
frouw Wilkin6 was klaarblijkelijk de vier-
en-twintig reeds jaren geleden gepasseerd.
„Zooals ik al aan het Bestuur liet weten."
ging juffrouw Wilkins voort „u hebt geen
ervaring als opvoedkundige, vooral in het
handhaven van orde en tucht! En dat is
eon zéér belangrijke factor hier!"
Alleen gelaten m hot kleine kamertje,
dat voortaan het hare zou zijn, on (snapte
Juni een zucht van verlichting en trachtte
zij tevergeefs een weinig goeds voorspel len
de bedruktheid van zich af te zotten. 7,\\
lager zag zij een kleine, roet grint bedekte
binnenplaats; tegenover haar was de achter
zijde van een blok flait-woningen. Juni nam
hot alles in zich op in één oogwenk de
afgesloten buitentrap, waarop acht veran
da's, die er uitzagen als stallen, uitkwamen;
acht aoh terdeuren; acht vensters, alles angst
wekkend gelijk.
„Een huurkazerne!" dacht Juni met een
lichte huivering, terwijl ze met een vastbe
raden beweging hot zonnescherm Jiel zak-
HOOFDSTUK IV.
„De trompet, die nooit retireeren blaast."
Korten tijd later trad JuoLdo eetkamer
binnen voor den avondniaiwijd; evn
hooge, schemerachtig verlichte zoal rnot
rijen jongens, staande aan eiken kant van
de longe tafels. Zij wachtten klaarblijkelijk
totdat juffrouw Wilkins het teeken zou ge
ven om te gaan zitten.
„Jongens," zei juffrouw Wilkins. „dit 's
onzo nieuwe assistent, juffrouw Joslyn. Ga
nu maar zitten!"
Plotseling gevoelde zij den onderzoeken
den blik van aJ die oogon op zich gevestigd
en toen ondervond Juni haar jeugd maar
al te zeer, want zij bloosde: zij bloos.lo zóó
hevig, dat haar kleine oortjes rood zagen.
Maar een oogenblik later was zij haar ver
warring te boven, toon een kleine storm
wind van verbazing over de zaal ging. Men
hoorde een zucht, een gil, en een paar kleine
jongens-nrmen werden ontstuimig om haar
hols geslagen. Juni herkende Aardappels
lijk.
(Wordt ven»l«aj