Veftkadok Qi&ofe. (Be&cAuct mcfl c&. PATRIMONIUM Wetenschap. Gemengd Nieuws. Radio Nieuws. PIEPNEUS EN BIBBERSNOET HAAR GEHEIM L WOENSDAG 8 OCTOBER 1930 DERDE BLAD PAG 9 BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD HET ZWARE LEVEN Een brief van een onzer arbeidscontrac- iers aan de Post op een Zuid-Hollandsch dorn, die verschillende belangrijke opmer kingen bevat, noopt ons nog eens terug te komen op wat wij voor enkele weken schre ven over het moeilijke leven in de groote ''wij merken daarbij op, dat het ook ons wel bekend is, dat de kleinere Plaatseni en het platteland ook hun moeilijkheden heb ben Het is daar werkelijk niet zoo, dat de schilderij die b.v. Uliers geeft van Oost- i.oorn, zou gelijken. Men denktook daar niet steeds aan zijn naaste en zeker niet uit- S,Nêendooï ten'piattelande kennen wij zorgen, het leed, de zonde, ook daar meer dan eens het zware leven, ïn vijandige om geving, onder maatschappelijke moeilijk- heden en geestelijken druk. In de tweede plaats willen wij om alle misverstand weg te nemen, wel vaststeUen dat niet alleen de werklooze arbeideis m de stad in zorg komen maar dat er oolc tien tallen arbeiders zijn, die heel den dag wer kende, nauwelijks den mond kunnen open- h0Ook"dat maakt het leven zwaar. Als men getrouw zijn arbeid verricht, dikwijls lange arbeidsdagen maakt, soms ook een deel van den Zondag nog in „het haam loogt, me alle ellende die aan den-Zondagsarbeid vast zit en men kan dan nog niet geven aan zijn gezin wat het noodig heeft, dan komt er wel eens bitterheid in de ziel. Misschien worden wij dan in ons oordeel ook wel eens onbillijk. Misschien verwarren wij dan ook wel eens de dingen en verge lijken wij wat met vergelijkbaar is. Maar dan komen er zoo in het hart van onze men- schen vragen op die wij als wij zelf iets van het zware leven kennen wel verstaan. Dan zeggen zij, en laat ons nu eens pro- beeren hun tolk te zijn, kon er niet wat vvar- mer toon in de troonrede geklonken heb ben? Een warmer toon voor wat betreft onze christelijke beginselen? Een warmer toon voor wat betreft het zware leven en de soci ale voorzieningen? Want zou men dan niet tegenover de demagogische voorstellingen over de Vlootwet iets sterker hebben ge staan, iets meer vertrouwen hebben gehad? Dan komt de andere vraag op, weet men wel voldoende wat er leeft onder onze men- schen? Onder onze eenvoudige, trouwe, ge- loovige menschen, die geen ingezonden stuk ken schrijven en niet demonstreeren, maar die er onder gebukt gaan dat er zooveel ge beurt dat niet is in overeenstemming met wat wij willen en wat ons geleerd is. Die denkt aan het verkeerde voorbeeld dat dikwijls door officieele lichamen wordt gegeven als het b.v. de arbeidsvoorwaarden geldt. Aan de arbeidscontracten? Aan de toestanden aan de Post-, Chèqu'e- en Giro dienst? Aan de moeilijkheden van den Zon dagsdienst voor onze menschen ten platte- lande? Moet niet meer dan tot nu toe mogelijk was blijkbaar, het principieele deel van ons program in de practische politiek gebracht? Waarom komt men niet met een nieuwe Zondagswet? Waarom palet men de Zon dagsdienst bij de Post en de Spoorwegen niet sterker aan? Deze vragen kunnen met tallooze worden vermeerderd. Maar men veigete niet, dat ze leven onder ons christelijk volksdeel. Dat er met deze vragen ernst gemaakt moet wor den, omdat ze niet uit zucht tot critiek maar uit bezorgdheid en liefdé worden ingegeven. En dan kómt de vraag weer in anderen vorm tot ons, als we het zoo stellen is er wel contact tusschen de leiding en onze menschen? Raken wij niet te vèr van elkan der af, zoodat het moeilijk wordt elkanders strevingen te verstaan? Daar zijn wel symptonen, die hierop wij zen. De nieuwe methode van verkiezingen heeft dit in de hand gewerkt. Het contact met het district is weg en er is nog niets ge komen dat op andere wijze, laat staan op betere manier, tegemoet komt aan de be hoefte om met de vertegenwoordigers in het parlement meer geregeld voeling te houden. Toch is dit noodig. Voor de eigen men schen om misverstand uit den weg te rui men. Voor de schare die dreigt af te zakken en voor de christelijke beginselen die ver loren dreigen te gaan. Men heeft dikwijls de groote steden reeds opgegeven. Daar 'is niets meer te redden. Wij meenen ten onrechte. Nog staat hiér in de groote stad de Gemeente Gods. Nog is het licht niet van de kandelaar geweerd. Nog is daar bij honderden de band aan het ver leden die niet gemakkelijk wordt losge maakt. Nog is er bij velen een zoeken naar het licht. Onze politiek kan er nooit een worden be rekend op het succes bij de massa. Wie dat wil moet een andere richting kiezen. Maar ALGEMEENE JAARVERGADERING TE ARNHEM AVONDVERGADERING In de te 7 uur aangevangen avondverga dering werden verschillende voorstellen der afdeelingen aan do orde gesteld, waarvan wij de voornaamste hier laten volgen. Een voorstel-Delft, om in Juli of Aug. vergaderingen van het Verbond te houden, werd verworpen, daar het in de bedoeling ligt, in 1931 niet samen te^ komen, doch in 1932 dc Verbondsvergaderingen in Maart- of April te beleggen. Een voorstel-Hoorn, om de jaarlijksohe algem. vergadering door een Verbondsraad vergadering te vervangen werd eveneens verworpen. Bij een voorstel-Amersfoort, dat betrek king had op den inhoud van het blad, wer den uitvoerige besprekingen gehouden, waar bij tegelijk de exploitatie nader werd be schouwd. Een tweede voorstel-Delft, om met het houden van Bazaars door afdeelingen niet in te stemmen, werd na eenigc discussie verworpen, daar het Bondsbestuur van mee ning was, zijn medewerking aan Bazaars onder zekere omstandigheden niet te mo gen onthouden. Uitvoerige discussies waren het gevolg van een voorstel-Deventer, om bij de Regee ring aan te dringen op wettelijke maatrege len tegen de danshuizen. Volgens het Bonds bestuur dient het rapport der commissie- De Bie te worden afgewacht, waarna met organisaties als de Middernachtzending dit punt nader onder de oogen zal worden ge zien. Het prae-advies werd goedgekeurd. Ook het voorstel-Den Haag om tegen de algeimeene zedelijke verwildering krachtig op te treden lokte breede. discussies uit. Aangedrongen werd op energieke stappen door Patrimonium, de Middernachtzending e.d. Hierbij wees het hoofdbestuurslid B o senbroek op het feit, dat allereerst in eigen kring een krachtig protest moet wor den aangekweekt. Vooral door het volk zelf moeten deze dingen bestreden worden. Na dat de voorzitter zich bij deze meening had aangesloten, werd de vergadering tot de volgende morgen verdaagd. DE MORGENVERGADERING. In de ochtendzitting hield de heer A. Ou dek er k, secretaris van den Ned. Chr. Land- en Tuinarbeidersbond, een inleidin, De economische positie van het landbouwbedrijf en die der ar beiders. Spr. begon met er tegen op te komen, dat de boer nog maar al te vaak als achterlijk beschouwd wordt. We moeten een goed on derscheid maken, zegt Spr., tusschen con servatisme en achterlijkheid. Dit ziin twee begrippen, die elkaar absoluut niet dekken. Negentig jaar terug was de boer inderdaad achterlijk, waarvan de toenmalige crisis een gevolg was, doch sedert zoowel het na tionaal als internationaal verkeer zoo sterk is uitgebreid, waardoor ook de boer uit z'n isolement verlost-werd, is van achterlijkheid gen sprake meer. Bétere organisatie, coöperaties e. d. be ïnvloeden deeconomièche positie van den boer in goeden zin, waar Spr. de aandacht op wilde vestigen, aangezien met een be roep ddarop nu nog wel beweerd wordt, dat Staatsbemoeiingen niet noodzakelijk zijn. Wat de huidige moeilijkheden betreft, was Spr. van meening, dat deze wel is waar van tijdelijken aard zijn, doch dat ze niet temin het bestaan van velen bedreigen, wat uit de indexcijfers te constateeren valt. Het is nu de groote vraag op welke ma nier de positie verbeterd kan worden en of Staatshulp afdoende zal zijn. Hoewel Spr. toegaf dat de georganiseerde boeren en tuinders niet stil zullen mogen toekijken, en dit zeker ook niet zullen doen, daar ongetwijfeld nog op vele punten in het bedrijf verbeteringen zijn aan te brengen, was Spr. tocht van oordeel, dat, waar eentge millioenen aan bankzaken worden besteed, de landbouw eveneens recht op steun heeft. Door de Chr. gemeenschapsgedachte steeds verder door te voeren, zal bij de beoordee ling van een bedrijf niet alleen met de werk gever gerekend worden, doch deze zal er ook in worden betrokken. Telkens wanneer de positie van den landarbeider ter sprake kwam, moest men tot .de conclusie komen, wel moeten wij er op letten dat onze poli tieke gedragingen niet worden een beletsel voor den groei van ons christelijk leven, een steen op den weg van onze broeder en dat wij dus de komst van het Godsrijk vertra gen,? AREND VAN AMSTEL. dat de toestand dringend verbetering eischt en vakorganisatie zeer gewenscht is. Bij de moeilijke omstandigheden, waaronder de landarbeider leeft, mag het een wonaer ge noemd worden, dat hij niet geheel werd af gestompt. In verband hiermede wees Spr. op de beteekenis van Kerk en Sociale bewe ging. De vroegere actie der landarbeiders, aldus Spr., kwam niet zonder meer uit re volutionaire ideeën voort, doch zij was even" zeer een symptoom van onvoldaanheid over de door werkgevers aangenomen houding, waarbij ook de Regeering zich afzijdig hield. Weliswaar is vóór het inwerking treden der wet van 1922 van werkgeverszijde door vrij willige verzekering iets voor de arbeiders gedaan, doch dit was voor een belangrijk deel het gevolg van de vrees voor Overheids bemoeiing. Hierop noemde Spr. een paar cijfers be treffende de arbeidersbeweging. Bij de in 1914 opgerichte Chr. Landarbei- dersbond zijn op het oogenblik 8672 arbei ders aangesloten, terwijl de R.-K. en moder ne organisaties resp. 10.246 en 14.962 leden tellen. De economische positie werd op vele plaatsen versterkt en het doel, een collec tief contract door overleg, bereikt. In 1929 waren met 5102 ondernemingen en 23.882 werknemers 119 overeenkomsten zijn organisatie heeft de landarbeider dezeggingschap verworpen, waardoor, mede als gevolg van de sociale wetgeving zijn po sitie aanmerkelijk verbeterd werd. Deze po sitie is echter niet van dien aard, dat loons verlaging gewettigd zou zijn. Verlagingen van 16 en 17 pet., zooals deze thans in N.- Friesland zijn voorgekomen, beteekenen niet alleen verarming var. het platteland, doch een gevaar voor ons geheele volksleven. Na de hoop te hebben uitgesproken, dat de Commissie-L o v i n k andere verzach tingsmiddelen voor den crisistoestand zal vinden, drong Spr. nog eens krachtig aan op organisatie. Er zijn nog vele mis toestanden, die niét in de eerste plaats door de Overheid, doch door socialen en geestelijken arbeid moeten worden weggenomen. Daarom is voor de Chr. Sociale beweging nog een schoone taak weggelegd, welke steeds door het Woord des Heeren moet worden beheerscht. AMSTERDAM ..GROOTE" MENSCHEN EN ..KLEINE KINDEREN" Onze Amsterdamrche redacteur schrijft ons: Wat is er al niet te doen geweest, óm het onnoozele vlaggetje dat de fiets sierde van een schoolkind. Het was een A.V.R.O. vlag getje, dat is waar, maar het stond toch fleurig en frisch op het karretje van een aardig fietstertje. De meester kon niet tegen vlaggetjes, zag daar iets in dat tot scheiding onder zijn leerlingen kon voeren, kreeg een nacht merrie van politieke discussies onder zijn schooljeugd en hij had misschien wel gelijk. Het kan met de openbare school niet zoo heel veel lijden. In elk geval hij stelde het scholiertje voor de keus zonder vlag of niet op school. En de vader, die ook wat te zeggen had en blijkbaar minder bang voor vlaggetjes was zei met de vlag er in of anders er heel niet in. En misschien had hij in het afge- trokkene ook gelijk. Maar het schijnt dat men, trots oudercom missies en ouderraad, toch ook al ver van elkaar woont, want wij lezen niet "dat deze groote menschen eens met elkander gespro ken hebben. Ze houden elk op een afstand hun streng vast. En het wordt voor beiden een kwestie van prestige. Welk een indruk dit moet maken op de kinderen, die leven in spanning wie het zal winnen, zullen wij nu maar niet onderzoeken. Hier is nu alles al aan te pas gekomen. De schoolinspectie is er geweest en de Wethouder is er in be trokken, de vergadering van B. en W. heeft er over gesproken en bij het begrootings- onderzoek is er over gedelibereerd. En nie mand durft blijkbaar de knoop doorhakken of staat zoo hoog, dat hij ongelijk erkennen durft Ongelijk hebben o.i. beide partijen. Dat er nu een advocaat bij komt wijst wel op de kleinheid van groote menschen. Hier zouden de kinderen een verstandiger oordeel heb ben geveld. Hoe meer vlaggetjes, hoe liever zouden ze ongetwijfeld gezegd hebben. On derwijzer en vader toonen beiden slechte paedagogen te zijn. En de kinderen worden de dupe. Wij willen aannemen dat de onderwijzer nog het meest gelijk heeft Maar de fout ligt hier dat hij zich rijksambtenaar voelt en niet verstaat dat de school is een verleng stuk van het gezin. Het contact tusschen school en ouders is geheel verloren en wordt door dit optreden zeker niet versterkt Dr. R. POST De. R. Poet, geboortig uit Kloosterburen, leoraar aan het seminarie te Culemborg, is benoemd tot tijdelijk geschiedkundig mede werker van het Ned. Historisch Instituut te Rome. Hij is in 1890 geboren, werd in 19l9 priester gewijd en promoveerde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht tot doctor in de letteruil en wijsbegeerte op een proefschrift getiteld: „Ejgen kerken en bisschoppelijk gezag in het diocees Utrecht tot de XlIIe DE JONGSTE REGENPROEVEN. Rapporten der militaire vliegers. Over de resultaten van de door den heer Veraart boven Scheveningen gegeven regen demonstratie, zijn rapporten ontvangen van luitenant Van der Giessen, van kapitein Van Weerden Poelman, luitenant Jhr. Wit- tert van Hoogland, en van luitenant Koe nen, die bestuurder of waarnemer waren in de vliegtuigen, welke bij de proefneming betrokken waren. Luitenant Van der Giessen wijst er in zijn rapport op, dat getracht is het uitwer pen van ijs uit de drie vliegtuigen zooveel mogelijk gelijktijdig en op dezelfde plaats te doen geschieden; dit bleek echter niet steeds doenlijk. Het komt hem daarom waarschijnlijk voor, dat een gunstiger resul taat zal kunnen worden verkregen, indien de geheele lading in een grooter vliegtuig vervoerd zal kunnen worden. Kapitein Van Weerden Poelman en luite nant Wittert van Hoogland hebben gevlogen onder de wolk, waarop het ijs werd ge strooid. Zij kwamen toen in een flinke regenbui, vermengd met kleine ijsdeeltjes, welke zich verplaatste in Noord-Oostelijke richting. Luitenant Koenen wijst er o.a. op, dat de regen, op groote hoogte gevallen, ten ge volge van de. groote windsnelheid waar schijnlijk eerst vele kilometers landwaarts den grond heeft bereikt. UIT HET SOCIALE LEVEN HET MIJNBEDRIJF !N 1929 In 1929 w06 de afzetmogelijkheid der Ned. mijnen zeer ruim en van de totale hoeveel heid brandstoffen (steenkolen, cokes en steenkolenbriketten) die voor binnenlandsch verbruik beschikbaar kwam, werd 88 door de productie der NederlancLsche mijnen ge dekt. De hoeveelheid brandstoffen, die in 1929 voor binnenlandsch verbruik beschik baar kwam, was 11 hooger dan die in 1928. Het ziekenpercentage der mijnarbei ders bedroeg 6.3 per 100 arbeiders in 1929. tegen 5.6 per 100 èrbeideis in 1928. Geduren de het afgeloopen jaar werden voor het scheidsgerecht voor de mijnindustrie 19 12) zaken behandeld. De totale bevolking van het mijndistrict vermeerde sedert het voorafgegane jaar met 9357 leden, of 5 de mijneirbeidersbevol- king met 6091 leden of bijna 7 Gedurende het verslagjaar in de productie van de Limburgsóhe steenkolenmijnen met ruim 6 gestegen. Het aantal zware mijnongevallen bedroeg 1644 in 1929 tegen 1646 in 1928. Verder hadden 374 zeer ernstige ongeval len plaat6 tegen 454 in 1928. Het aantal delijke ongeva/llen bedroeg 30, waarvan 26 in de ondergrondsche en 4 op de bovengrond- sche werken. De afzet van de zoutmijn to Boökelo werd verhodgd van 41.470 ton in 1928 to 44.914 t n in 1929. BEDRIJFSSLAPTE Te Maassluis zijn wegens overproductie door de Vereenigde Touwfabrieken 60 man personeel ontslagen. Men meldt aan de N. Pr. Gr. Crt: Sedert eenigen tijd wordt van de carton- fabrieken weinig carton afgeleverd. De voor raden aan de fabrieken te Nieuwe-Schans, Hoogkerk, Pekela, Winschoten enz. worden daardoor zeer groot Duizenden tonnen carton bleven onver kocht, STAKING TE ENSCHEDE In de confectiefabriek van de textielmaat- schappij Serphos te Enschedé, is Maandag een werkstaking uitgebroken, ten gevolge van de invoering van een verlaging der loontarieven. De pogingen van den rijksbe middelaar ir. van IJsselstein om tot een compromis te komen hadden geen succes. Aan de staking wordt door 50 meisjes deel genomen. Ten einde misverstand te voor komen drukken wij hierbij af het cliché, weergevende het Radio toestel Erres K.Y. 107, waarover wij het gehad hebben in ons Radionummer. BRAND IN DE NED. HERV. KERK TE ERMELO DOOR HET HEMELVUUR. Men meldt ons uit Ermelo: Boven Ermelo woedde Maandagavond een hevig onweder, gepaard gaande met hevi- gen regenval en geweldigen hagelslag. Plot seling sloeg het hemelvuur op de electrici- teitsleiding tusschen kerk en pastorie. De electriciteitsmeter in de pastorie van Ds. Timmer werd onder geweldige explosie door het hemelvuur verbrijzeld. In de pastorie hing een zware zwaveldamp. De bewoners van de pastorie kwamen met den schrik vrij. Aanvankelijk meende men dat de schade beperkt bleef tot vernietiging van enkele draden. Een half uur later bleek echter de Ned. Herv. kerk van binnen in lichter laaie te staan. De nieuwe galerij, die pas in ge bruik genomen was, stond in vlammen. Met emmers water poogde men den brand te blusschen. Tusschen vloer en plafond be vindt zich veel stroo, dat aan het branden is gegaan. De stoomspuit gaf water en met vereende krachten was men bezig den brand te blusschen. Men hoopte het kerkgebouw te kunnen behouden. De schade is zeer Nader meldt men ons: De brand is 's avonds om tien uur geluk kig nog gebluscht kunnen worden. De nieuw gebouwde galerij is gedeeltelijk verbrand. Al de gewitte muren zijn beroet. Het orgel heeft veel geleden. Verzekering dekt do schade. DE MAN MET DE DIAMANTEN. Te Amsterdam werd een 22-jarige man aangehouden, die volgens verklaring van een bewoonster van den O. Z. Voorburgwal een bedrag van f 13.50, dat hij aanvanke lijk bij zijn bezoek aan haar betaald had, weder afhandig had gemaakt. Bij fouilleering is dit bedrag op hem gevonden. Bovendien bleek bij deze fouilleering, dat hij in het bezit was van diverse juweelen en gouden en platina voorwerpen, welke hij, naar hij ver klaarde, in het buitenland had gekocht. DOODELIJF MOTORONGELUK. De fotograaf R. te Arnhem kwam met zijn motorfiets in botsing met de tram. Hij rwerd met een hersenschudding opgenomen en overleed weldra aan zijn wonden. HUIZEN (1875) 10 Tüdsein. door het NCRV. Dameskoor. 10 3 Aalders. Geref. Pred. (H.V.) te J trum. 2 Tijdsein. 2— 2.4Ó Gr-,mol Ie- en Hulshoud- n en kerkorgel en H. Smit Duyzei jrgelbegeleiding. 5 Tijdsein. 5 alelscli. te geve ar ALT.S en Kc 7.45—8 Politic 10.4611.30 Gramofoonplatenconcert. HILVERSUM. (298 M. na 6 uur 1071 M AVRO. 8 Tüdsein. 8.019.45 Gramofoon. 10 Tüdsein. 10 01—10.15 Morgenwijding. 10.2012 Ochtend- concert 12 Tüdsein. 12.01—2 Concert. 2—2 30 Halfuur voor de vrouw. 34 Xfnxiefe aa-™ 6 30 Beursberichten. vcrsltelt. 7.45—8.15 Joodsche ge Abonnementsconcert 10.30 Persb Wederoptredc-n van Mr. A. W. Kai IEPZIEKTE. Te Oudewater vertoont zioh weder de iep ziekte, niet alleen bij de oude, doch ook onder de jonge boomen. BLIKSEM INGESLAGEN. Te Voorschoten is de bliksem ingeslagen in een bollenschuur van de fa. J. Gerritsen en Zn. De electr. leidingen werden geraakt en vernield, benevens het dak en enkele boi- lenstellingen, zoodat de schade vrij aan zienlijk is. Er ontstond geen brand. DOODELIJKE VAL. De landbouwer M. D. uit Wjipserveen (Dr.), die de vorige week bij het te vroeg uit een auto stappen kwam te vallen en daarbij een hersenschudding had gekregen, is in het ziekenhuis te Assen overleden. OPGEHELDERDE INBRAAK. In Februari had een brutale inbraak plaats bij de gezusters H. te Spekholzerhei- de, waar voor f 600 aan goederen werd ge stolen. Den waakhond werd de hals afge sneden. De politie te Kerkrade heeft thans de daders aangehouden, te weten twee 25-jórige Duitsehers. Ten huize van een hun ner zijn een deel der gestolen goederen en een met zes patronen geladen revolver m beslag genomen. EEN AANRANDER GESNAPT. Sedert eenige dagen werd door de politie in Velp een man gezocht, die ervan ver dacht werd een aldaar wonend meisje te hebben aangerand. Thans heeft de Arnhem- sche politie een man in handen gekregen en bij confrontatie werd hij door 't meisje herkend als den dader. Hij is ter beschik king van de politie te Velp gesteld. DE DOODELIJKE DAMP. Te Amsterdam zijn in een perceel aan de Runstraat een 79-jarige man en een 88-jo- rige vrouw door uitstroomend gas bewus teloos geraakt. De vrouw had een penning in den muntmeter gedaan, doch had nage laten het gas aan te steken. De vrouw is door den G. G. en G. D. naar het O. L. V.- Gasthuis en de man naar zijn woning ver- Nadruk verboden. 25. De bijl suisde door de lucht en kwam met een slagprecies tegen de kraan terecht En wel met zóó'n kracht, dat de heele kraan er netjes afgehakt werd. De bijl en de kraan kwamen vlak naast ons in den gootsteen terecht, en een dikke straal water spoot uit den muur, op de plaats waar de kraan gezeten had. „O, m'n sohoone keukentje!" gilde mevrouw. 26. Meneer Dikkerdak werd tot achter z'n ooren rood van schrik over de verwoes ting, die hij had aangericht. Om te voorko men, dat de heele keuken onder water liep, holde hij naar de kraan en stak zijn wijs vinger in het gat. De waterstroom hield op, maar meneer Dikkerdak zat meteen ge vangen. Niemand wist, hoe de waterleiding af te sluiten. (Wordit Vrijdag vervolgd) FEUILLETON „Ze is nu niet zoo heel klein meer, Juni; ze is met de anderen grooter geworden. Het is veeleer een aardig meisje goedlachs en kerngezond. Wat mij betreft, mij dunkt ze doet Ted een massa goed. Feitelijk zijn ze, ofschoon de families bet op 't oogen blik nog maar alleen weten, de laatste zes maanden al verloofd". „Wel alile dingen!" riep Juni, en zonk terug in de hangmat Haar eene voet hing eir buiten e,* ze schommelde zich zelf langzaam heen en weer, haar oogen nadenkend gericht op de heldere streep roee-licbt die uit het Westen stroomde in. de langzaam donkerende avondlucht. Nam was naar binnen gegaan met Susan, en haar stemmen,,die uit de ramen van de bovenkamer klon.keri, warén het eenige ge luid, dat de stilte verbrak. „Het zijn zu-ike dikke vrienden!" dacht 'Juni en ze lachte in zich zelf. En toen dacht ze weer aan de heide brie ven, die de post gebracht hard. Een van 'Anna Cladk, een slordig kattebelletje, waar Dit Juni had opgemaakt, dat zij, Anna, en twee andere „gediplomeerden" een huis hadden gehuurd bij den Waterval. „We zullen een huishoudster nemen", schreef Anna, „en soms zullen we, tusschen het werk door, allemaal thuis zijn. Je kunt gelooven, dat er dan aan de pret geen eind komt. Kom bij ons, Juno." En de andere, van Joyce Anderson: „Ik hoorde vandaag iets over een va cante plaats, Juni, en i'k dacht dadelijk aan jou. Er wordt een gediplomeerd verplaegster gevraagd in genya Weeshuis, als assistente van de direc- - trice.. Ik vermoed dat de bedoeling is, om de tegenwoordige directrice, die er al jaren lang is, een maand of zes ver lof te: geven, en dus moet er iemand op de hoogte gebracht worden, om haar te vervangen. Natuurlijk zou het kunnen zijn, dat je er niet6 voor voelt, maar ik herinnerde mij hoe dol je was op die kleine jochies Juni dacht over deze brieven na, terwijl de duisternis zich uitspreidde over den tuin De eerste verwierp ze met een licht schou derophalen; het was zoo karakteristiek: „Je kunt gelooven, dat er aan de pret geen eind komt!" Precies, zoo zou het ongetwijfeld zijn! Maar de andere. Juni had den brief mee genomen naar Dr. Greville om advies. „Wat betreft het werk, dat je lateir voor mij in mijn ziekenhuis te doen hebt," zei hij, „zou het een goede,oefening zijn. De kinder ziel is het beste uitgangspunt voor werk op zielkundig gebied." Toen had hij haar met oen knipoogje aangekeken. „Ik vrees, dat het een doornig pad zal worden, Juni!" Ze dacht er nu over na, En plotseling schoot haar te binnen de kleine Aardappel en zijn welsprekend: „Een wees'uis is een ellendige plaats!" En Aardappel was daar nog! Juni blikte op naar het eerste gouden puntje dat in de lucht flonkerde, toen haar herinnering terug vloog naar dat onder houd, nu drie jaar geleden, met Dr. Gre ville, en zijn bekentenis: „Ik was wezenlijn ongelukkig, Juni, aldoor riep en wenkte mij het beroep von den medicus." „Maar u wiet," had ze hem geantwoord, „u wist, dat u dokter wilde worden! En ik weet niet wat mij roept en fciekt". Ze schommelde tot 'haar voeten den grond raakten en stond toen op. „Maar ik weet het nü," fluisterde ze plot seling. „Ik wéét nu, wat me roept. Het zijn de jochies zooals Aardappel, kleine jongens, die „nooit geen ouwens gehad hebben"! Kleine jongens, ziek somwijlen door al de ellende van kiespijn, en oorpijn en geen moe ders om ze te kussen en beter te maken. Stellig, Aardappeltje, jouw wees'uis is het dat me ongetwijfeld roept 1" Terwijl Juni voor zich zelf zooveel rusti ger was de eerstvolgende dagen, was haar vroegere innerlijke strijd onopgemerkt ge bleven. Ted, Leslie en MoHie waren na de uren op kantoor of school, verdiept in hun eigen belangen, hun eigen bezigheden. De impulsieve Mollie verzekerde Juni dikwijls met ontstuimige en heftige omhelzingen, dat het verrukkelijk was haar weer thui6 te hebben. En'dan rende ze weer weg om voor den eerst volgen den Zaterdagmiddag op- mauw een piende te organise eren, met de „bende". Het was da kleine Susan, die zich dik wijls tegen haar (veelgeliefde tante Juni aan vlijde. „Vertel nog eens" zoo kon ze dan vra gen, „vertel nog eens hééleméél van klei ne Aardappel? En hód hij héélemaal geen moeder en geen pa? Héélemaal niet, tante Juni?" Toen Juni eindelijk besloot haar sollici tatie in te zenden naar de betrekking van „onder-directrice en dienstdoend zuster" in het Terhune Weeshuis, nam ze alleen Nan cn Dr. Greville in 't vertrouwen. Verwon derlijk snel kwam het antwoord, dat zij was aangenomen en dat haar taak met Augustus zou beginnen. Toen ze het briefje gelezen had sla ar Ie ze Nan aan, met groote, bijna angstige cogen. „Ik ben blij, o, ik verzeker je dat ik blij ben," zei ze; „en toch wou ik, dat het maai- niet zóó gauw gebeurd was! Ik voel me toch zóó vreemd van binnen!" „Ik hoop, dat je verstandig gehandeld hebt," zed Nan, eenigszins twijfelachtig. „Het zal geen eigenlijke verpleging zijn, zooals je weet Soms i6 de ziekenzaal leeg, zegt Dr. G re vrille, en dan zal je meer voor onderdirectrice moeten spelen," „Ik zal de heele leiding hebben, els de tegenwoordige directrice weg gaat, maar dat zal pas over een paar maanden zijn. Je zou mijn gevoel kunnen begrijpen, Nan, als je alleen maar Aardappel kende!" In het dorp was verbazing over Junri'e be slui! Misschien was juffrouw Lavina de eenige, die geen verwondering toonde. „Ik wist wel, dat je iet6 van dien aard zou doen," zei ze. „Ik wiet zeker, dat je het zonnetje zou uitdragen naar een plekje waar het erg donker wa6. En ik ben blij dat je naar die kleine jochies gaat lieve Juni, naar die kleine verweesde jongetjes." ©n rop daij Juni tegen Augustus opnieuw haar koffers pakte en opnieuw maar de stad trok, een droge, heete stad mu. Zij ging terstond maar het Torhuine Wees hui6. Haar moed zonk wel een weinig op het eerste gezicht van het ongezellige, smo- kerige, rood-seenen gebouw, met de hooge, getraliede, gordijnlooze venstens. Ondanks den stralen den gloed vam den heeten Auguetu6-dag wa6 het inwendige van het gebouw donker niet een rustige, weldadige schemering maar een benau wende, beklemmende duisternis. „Toen de direotrice hij me kwam." schreef Juni naar huis, naar Nan, „zonk mijn hart nog wéér een eind lager. Herinner je je wel, dat pa ons altoos waarschuwde tegen een overhaast oordeel? Nu, maar zij is vier kant Nan, van poet uur, bedoel ik!" Juffrouw Wilkins keek Juni aan met een blik, waaruit duidelijk teleurstelling sprak. „Ik dacht, dat u ouder zou zijn, juffrouw Joelyn," zed ze met beesche stem. cn op een toon. diie eenigszins verwijtend klonk. „Maar ik ben werkelijk al oud genoeg," lichtte Juni haar haastig in. „Ik ben vier- en-wintigl" 't Was een taotlooze opmerking, gevolg van haar onervaren jeugd, want juf frouw Wilkin6 was klaarblijkelijk de vier- en-twintig reeds jaren geleden gepasseerd. „Zooals ik al aan het Bestuur liet weten." ging juffrouw Wilkins voort „u hebt geen ervaring als opvoedkundige, vooral in het handhaven van orde en tucht! En dat is eon zéér belangrijke factor hier!" Alleen gelaten m hot kleine kamertje, dat voortaan het hare zou zijn, on (snapte Juni een zucht van verlichting en trachtte zij tevergeefs een weinig goeds voorspel len de bedruktheid van zich af te zotten. 7,\\ lager zag zij een kleine, roet grint bedekte binnenplaats; tegenover haar was de achter zijde van een blok flait-woningen. Juni nam hot alles in zich op in één oogwenk de afgesloten buitentrap, waarop acht veran da's, die er uitzagen als stallen, uitkwamen; acht aoh terdeuren; acht vensters, alles angst wekkend gelijk. „Een huurkazerne!" dacht Juni met een lichte huivering, terwijl ze met een vastbe raden beweging hot zonnescherm Jiel zak- HOOFDSTUK IV. „De trompet, die nooit retireeren blaast." Korten tijd later trad JuoLdo eetkamer binnen voor den avondniaiwijd; evn hooge, schemerachtig verlichte zoal rnot rijen jongens, staande aan eiken kant van de longe tafels. Zij wachtten klaarblijkelijk totdat juffrouw Wilkins het teeken zou ge ven om te gaan zitten. „Jongens," zei juffrouw Wilkins. „dit 's onzo nieuwe assistent, juffrouw Joslyn. Ga nu maar zitten!" Plotseling gevoelde zij den onderzoeken den blik van aJ die oogon op zich gevestigd en toen ondervond Juni haar jeugd maar al te zeer, want zij bloosde: zij bloos.lo zóó hevig, dat haar kleine oortjes rood zagen. Maar een oogenblik later was zij haar ver warring te boven, toon een kleine storm wind van verbazing over de zaal ging. Men hoorde een zucht, een gil, en een paar kleine jongens-nrmen werden ontstuimig om haar hols geslagen. Juni herkende Aardappels lijk. (Wordt ven»l«aj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9