Idieuwr £riJlsrl)f (Üaurant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
BINNENLAND.
ABONNEMENT»
Pa kwartaal 13.23
(Beschikklngskosten 10.15)
,er week 1 8-2i
Voor het Buitenland bil Weke-
lijksche zending
Bil dagelijksche zending
Alles bil vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7 cent
Bondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
No 3168
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936
ZATERDAG 4 OCTOBER 1930
ADTEBIENIieSl
Van 1 tol 5 regels
bike regel cneer „0.22V»
fnget Hededeelingei. 'vg-
van 1—5 regels *.2-30
Elke regel meer -0.13
Bij contract belangrijke korting.
Voor hef bevragen aan het bureau 1
wordt berekend0-10
10e Jaargang
Oil nummer bestaat uit VIER blader
EERSTE BLAD.
HET APOSTOLAAT VAN DE
CHRISTELIJKE PERS*)
III (Slot)
Wat de rubrieken der Persorganen
betreft, waarin een zekere tendenz kan
worden gelegd: alle overdaad schaadt.
Het zou niet van goed beleid getuigen,
wanneer in dezen tijd, nu de groote
meerderheid van het volk vrij onver
schillig staat tegenover politiek, hel
grootste deel van de krant te vullen
met zware politieke artikelen. Evenmiu
mag dit gedaan worden bij andere
onderwerpen, als bijvoorbeeld economie,
of onverschillig wat men wil noemen.
De goede verhouding dient men in
oog te houden, zal de krant haar doel
bereiken. Dan pas kan het dagblad voor
menig lezer het zoogenaamd vademe
cum vraagbaak voor alles en nog wat
zijn.
Het critisch element, dat eigenlijk de
meeste waarde geeft aan de journalis
tiek, komt dus tot zijn recht in dit bij
zonder gedeelte. Hier wordt een mach
tig, doch ook een gevaarlijk wapen go-
handteerd. Belangstelling kan worden
gewekt en ideeën geplant. Het spreekt
haast vanzelf, dat door het inleggen
van het critisch element in de dagblad
wereld splitsing noodzakelijk is gewor
den.
Er is echter een gedeelte der pers
hetwelk het voorstelt, alsof bijna de go-
heele inhoud critiekloos kan worden
doorgegeven. Dit is de zoogenaamd neu
trale pers. Dit lijkt beginselloos of al
thans zoo, dat alle respect voor zulke
slappe houding misplaatst zou zijn.
Toch zou het op een misverstand be
rusten, dat bij deze pers het comraer-
cieele in alles voorop zou gaan. Dit is
wel een belangrijk element bij deze
groep, doch het ideeële wordt ook daar
niet aver het hoofd gezien. Men meent
het ideeële, de volksbeschaving te die
nen, door bijna zonder keur alles voor
te zetten wat niet in strijd is met wet
of goede zeden.
Naar onze overtuiging is de bloei van
de neutrale pers overigens voor
groot deel te danken aan de politieke
aversie, welke velen in onze
heeft aangegrepen.
Het woord neutraal wordt hier ove
rigens wel veel gebruikt, doch bijna
nooit kan het de lading in haar geheel
dekken. Zoo is de zoogenaamde groote
pers, welke zich ook gaarne neutraal
noemt, in meerderheid vrijzinnig. Het
is wel opmerkenswaardig, hoe in dit
soort bladen men zich in den laatsten
tijd steeds meer oriënteert naar Chris
telijke zijde. Ontegenzeggelijk is dit een
pluimpje voor de Christelijke pers,
welke laatste blijkbaar meer wortel
schiet, dan de vrijzinnige pers welge
vallig kan zijn.
Een bepaald critisch element, naar de
Roomsche kerk heen wij zend, legt de Ka
tholieke pers in haar organen. Niet het
minst in ons land, waar thans reeds eer
ruim 30-tal Katholieke dagbladen be
staan, op het totaal van 80. De clerus,
de Katholieke overheid ziet terecht in,
dat de Kerk zonder Pers, welke haar
steunt, onmachtig is, haar leden bij el
kaar te houden. Zij zou ze uit het oog
verliezen en nimmer terugzien onde'
haar vleugelen. Over de geestelijke roe
ping, aldus over het apostolaat der
Roomsch-Katholieke pers. heeft men
voor een paar weken in internationaaJ
congres gehandeld te Brussel. Door een
der sprekers werd daar herinnerd aan
het woord van Kardinaal Mercier: „lk
zou veeleer het bouwen van een kerk
opgeven, dan het oprichten van een
Katholieke krant".
Ook is daar gehandeld over de vraag,
of een op te richten Katholiek Pers
bureau zich bepalen moet bij berichten
te verzamelen voor de R.-K. bladen, of
dat men deze ook heeft door te geven
aan de niet-katholieke. Het laatste acht
te men zeer begrijpelijk, ook wensche-
lijk. Hoe het zich noemend Ned. Chr.
Persbureau hierin een versterking
meent te lezen van haar bedoeling ont
gaat ons echter ten eenenmale. De
Roomsch-Katholieken zullen zich wei
wachten in het bestuur van hun Pers
bureau niet-Katholieken te plaatsen,
terwijl de berichten natuurlijk dienen
om den invloed der Roomsche Kerk te
versterken. Het Ned. Chr. Persbur. telt
evenwel ook vrijzinnigen onder r.ijn be
stuursleden, welke natuurlijk het recht
hebben, objectieve of propagandistische
berichten over den voortgang der vrij
zinnig-religieuse beweging te doen ver
spreiden. Zóó doet Rome niet. Dit is de
zwakte juist van vple takken der Pro-
testantsch-Christelijke beweging. Bij
haar komt het juist aan- op een duide-
lijken grondslag, waarna bij het bele
ven zeer ruim van hart kan worden op
getreden.
Maar dit is dan ook wel een geschikt
oogenblik om het eigen karakter van
de Christelijke Pers nog wat nader aan
te duiden.
De Christelijke dagbladen zijn niet
zoozeer in 't leven geroepen om den le
zer een stok en steun te zijn bij zyn
gang door het volle leven met zijn ver
schillende zijden, als wel om hem staat
kundig voor te lichten. Dit heeft er lan
gen tijd een bijzonder stempel op ge
drukt en het verleent nog een eigen
merk. Dit is goed, niet alleen uit pië-
teitsoverweginger. tegenover het verle
den, maar ook omdat in onzen tijd van
anti-parlementaire opvattingen, het
pleit voor een goed werkend parlemen
tair stelsel broodnoodig is, juist omdat
een welvarend, ordelievend West-Euro
pa, zonder gezond staatkundig leven
niet denkbaar is.
In overdadige mate mag dit niet ge
schieden. Er zijn heel wat menschen,
die zich een aversie gegeten hebben aan
politiek, 't Is één en al verwachting ge
weest van wat de staatkunde ook voor
het maatschappelijk leven zou uitwer
ken en dat is bittere teleurstelling ge
worden. En nu is de liefde omgeslagen
haat. En waar het geen haat is, werd
het een apathisch toezien.
Nu zou het heel ontactisch zijn, den
lezers dag aan dag groote politieke
schotels voor te zetten, met voorbijgaan
van al het andere, wat het rijke leven
dagelijks biedt en steeds meer bieden
Radio-rede, uitgesproken door den heer
Dicmer, op 22 Sept. j.l.
Het tweede gedeelte van dit artikel
iBtond in ons blad van 2 October.
Slaat de Christelijke
dezen wenk, die het Zeven'zelf geeft, in
den wind, zoo bemoeilijkt zij haar eigen
bestaan er. komt haar roeping niet na.
Het Christendom eischt van zijn vol
gelingen, dat zij tot alle goed werk be
kwamelij k zullen zijn toegerust. Daar
bij is het eigen dagblad onmisbaar.
Als Newton eenmaal zei, dat hij zijn
krant las, om te zien, hoe God de we
reld bestuurde, dan is dat woord op zijn
kortst uitgedrukt het belangrijke van
de taak van den krantenschrijver.
Hoe God de wereld bestuurt, aldus
hoe groote, maar ook kleine dingen
verloopen; dingen, welke den menscli
interesseeren. En waar de meeste men
schen tot de middengroep behooren,
middelmatig in verstand en in opne
mingsvermogen, moet het dagblad, ook
het Christelijke, in de eerste
Nieurosblad zijn. Het kleine percentage,
dat hier om zou lachen, maar het is be
droevend klein in de practijk, heeft ge
legenheid te over aanvulling te vinden
in wetenschappelijk geschrift of perio-
"ek.
Dit wil echter in geenendeele zeggen,
dat de inhoud banaal, platvloersch zaï
moeten wezen. Ofschoon ook weer
slechts enkele begenadigde journalisten
ver boven hun collega's uitsteken, kan
door lange oefening, vlotheid in stijl,
zonder dat dit leegheid zou heteekenen,
en geestigheid, zonder in grofheid te
vervallen, door velen worden aange
leerd.
Elke goede krantenschrijver is auto
didact, langs eigen weg op zijn plaats
gekomen, en als hij Christelijk is, werkt
hij gaarne mede om het eigen karakter
der Chr. Pers in zooveel mogelijk ru
brieken te doen uitkomen, niet als een
opgeplakt etiquet,, maar zóó als een
kleine hoeveelheid kruiden den maal
tijd kan verheffen.
Het opvoedend element kan ook hier
bij best tot zijn recht komen. Hier kan
inderdaad sprake zijn van een voortva
ren op den weg naar het steeds betere.
Wat mü persoonlijk betreft, is het voor
mij wel zeer duidelijk, hoe in de twintig
jaar, dat ik aan het dagbladwezen ver
bonden ben, de inhoud, ook van onze
vooraanstaande Christelijke dagbladen,
zeer, zeer verbeterd is. En het zal elke
hoofdredactie met haar medewerkers
een voortdurende vraag zijn, hoe men
in dezen gunstig kan blijven inwerken
op het beschavingspeil der lezers.
Een bekend professor, geboren Ne
derlander, thans bij het onderwijs in
de Vereen igde Staten van Noord-Ame
rika geplaatst, sprak dezen zomer, toen
hij met vacantie hier was, tegenover
rnjj zijn verwondering uit over den
enormen omvang der Christelijke actie
in Nederland, maar vooral ook over hf1
peil van sommige onzer Christelijke
dagbladen.
Hier komt speciaal voor de Christe
lijke Pers nog iets aparts by. Ofschoon
de Christelijke volksgroepen hun aan
hangers uit allerlei standen trekken^
vereenigen deze allen zich nog bij on
hetzelfde Christelijke dagblad
Zulks maakt, dat wie behooren tot den
maatschappelijk lage ren stand, geeste
lijk bezien, wel eens op hun teenen moe
ten staan om de ontwikkeling der pers
bij te houden, en de meer intellectueelen
wel eens iets meer zouden kunnen ver
dragen, maar met dat al wordt op deze
wijze de saamhoorigheid geducht be
vorderd en kan men van het Christelijk-
kranten-publiek gerust zeggen, dat het
in doorsnee uitgaat boven de midden
maat van het krantenlezend publiek ln
Nederland.
Maar hier volgt ook wel uit, dat.
mochten er bij de Christelijke dagbla
den zijn, welke niet inzien, dat voor den
inhoud geheel andere eischen worden
gesteld dan vóór 15 of 25 jaren, zeg
den tijd vóór de parlementaire inzinking
door allerlei oorzaak intrad, deze bla
den in hun lezerstal terdege zullen be
merken, dat ook hier niet straffeloos
verzuimd kan worden, te letten op de
teekenen van den dag.
Bovendien, al behouden zij tot op ze
kere hoogte hun lezerstal, voor hun vol
komen voldoening nemen de abonné's
er dan een vrijzinnig of z.g. neutraal
blad bij.
En de Christelijke dagbladen, althans
de beste, mogen niet eerder tevreden
zijn, voor althans 95 pet. hunner lezers
genoeg blijkt te hebben aan eigen lijf
blad. De resteerende 5 pet. zal om bij
zondere redenen, van cultuur, handel
of wetenschap allicht aanvulling vooi
zichzelf wenschelijk achten.
Vooralsnog is dit een ideaal, hetwelk
nog in de verte ligt. Want de traditie
is hier heel sterk. En deze traditie
brengt in ons land mee, dat, terwijl op
politiek gebied het liberalisme veel ter
rein verloren heeft, en Prof. Treub
vóór eenige weken in de Haagscbe
Post profeteerde, dat dit liberalisme
nooit meer de regeermacht in handen
zou krijgen, een groot aantal dagbladen,
met vaak de grootste oplagen op het li
berale standpunt staan. Hot beeld, dat
de pers vertoont, is lang niet in over-
ecmstemimng met het beeld yan ons
Parlement. Hier ligt nog een zware
strijd.
Slaagt de Christelijke Pers in ons
land er eenmaal in, de 95 pet. der
Christelijke bevolking aan zich te bin
den. dan is hiermede een stevig funda
ment geschapen, voor den strijd vooi
de handhaving en de verdere doorvoe
ring der Christelijke beginselen in ons
volksleven. Maar ook voor de conser
veering, de beschutting, de bescher
ming der groote eucumenische goede
ren van het Christendom, welke gemeen
goed zjjn van allen, die de heerschappij
Gods over al het geschapene erkennen.
De Christelijke Pers een middenpunt,
een verzamelpunt bij het verweer tegen
de anti-Christelijke stroomingen in he;
staatkundig en het cultureel leven.
Een Schot, die pas ons land bezocht,
maakte vóór eenige weken in een toe
spraak ons deelgenoot van zijn pessi
misme, ten opzichte van de Protestant-
sche orthodoxie in Europa. Voor de
aanhangers van de rechtzinnige belij
denis zou het steeds moeilijker worden.
Dit was wel een waar woord. Zal de
rechtzinnige belijdenis haar invloed be
houden, zoo is onmisbaar de Christeiij
ke Pers, welke zich dag in dag uit voor
oogen heeft te stellen het woord van
onzen Heiland, waarmede Hij zoo kern
achtig schetste, hoe Zijn volgelingen in
de wereld hadden te verkeeren, maai
zich niet door de wereld mochten laten
overmeesteren: „Ik bid niet, dat Gij,
Vader, hen uit de wereld wegneemt,
maar dat Gij hen bewaart van den
HET EINDE
VAN DEN ZOMERTIJD
DENKT HEDENAVOND
OM UW KLOKKEN EN UURWERKEN
Morgen eindigt de z.g.n. zomertijd en
wordt er weer gerekend met den normalen
tijd. Men zette daarom HEDENAVOND de
klokken en uurwerken één uur achteruit ul
één uur stil!
OFFICIEELE BERICHTEN
BURGEMEESTERSBENOEMING.
Bij Kon. besl. is met ingang van 1 Octo
ber 1930 benoemd tot burgemeester van
's-Gravendeel C. van Heeren.
ONDERSCHEIDING.
Bij Kon. besl. is aan den heer M. van De
venter, te Rotterdam, verlof verleend tot het
aannemen van het ridderkruis der Orde van
St Olaf van Noorwegen; is aan Mr. E. N.
van Kleffens, administrateur bij het Mi
nisterie van Buitenlandsche Zaken, te 's-Gra
venhage, verlof verleend tot het aannt
van het commandeurskruis met de kroon
der Orde van Adolf van Nassau van
Luxemburg, en aan Mr. F. W. T. Furnée.
secretaris van de Fransch-Duitsche en
Fransch-Turksche gemengde scheidsgerech
ten, te 's-Gravenhage, verlof tot het aanne
men van het ridderkruis der Orde van het
Legioen van Eer van Frankrijk; is benoemd
tot officier in de Orde van Oranje-Nassau
de heer Dr. F. J. Fockema, rector der Ne-
derlandsche Zendingsschool te Oegstgeest
RIJKSVERZEKERINGSBANK.
Bij Kon. besl. is benoemd tot tijdelijk ge
neeskundige bij de medische afdeeling der
Rijksverzekeringsbank W. Blijleven, arts, te
Woudeend,
PROV. STATEN VAN ZEELAND.
De heer W. Tilsma te IJzendijke, die op
volger zou worden van den heer J. J. \Val-
tien te Breskens, als lid der Prov. Staten
zal evenals deze de provincie verlaten. Op
volger op de Chr. Hist, lijst is de heer M.
M. Schippers te Kamperland, gem. Wisse-
RIJKSWATERSTAAT.
De Minister van Waterstaat heeft be
paald, dat de hoofdingenieur van deu Rijks
waterstaat, Ir. P. J. van Voorst Vader Jr. te
Haarlem, met ingang van 1 December a.s.
wordt belast met den dienst in het arron
dissement „Het Noordzeekanaal" te Amster
dam. De heer Ir. T. H. van Wisselingh te
Haarlem, thans toegevoegd aan den hoofd
ingenieur-directeur aldaar, zal met ingang
van dien datum worden belast met den
dienst arrondissement Haarlem.
OUD-MINISTER POSTHUMA
ONTVANGT TE ANTWERPEN
De Nederl. regeeringscommissaris op de
wereldtentoonstelling te Antwerpen, oud
minister Posthuma, is benoemd tot groot
officier in de Kroonorde van België. Ook
zal hem het speciaal diploma van tien
grand-prix uitgereikt worden. Dit diploma
wordt slechts aan een vijftigtal persoonlijk
heden overhandigd, w.o. de koning, de ko
ningin en de prinsen van België, kardinaal
van Roey, de ministers en het bestuur der
tentoonstelling.
MILITAIRE DEKENS GEVRAAGD
EEN BÉETJE TE GAUW.
Dat de S. D. A. P. tegen het vlootplan van
Minister Deckers wil demonstreeren en pe-
titionneeren is haar zaak.
Dat zij dit doet met verdraaiing van de
waarheid en met demagogische voorstelling
van zaken, daaraan zijn we in ons land
gewend.
Maar dat de heeren zoo ver durfden
gaan, zooals zij in het „Volk" vermeldden,
dat zij den Minister van Defensie om de
kens uit de militaire magazijnen verzoch
ten, om voor de demonstranten, die aan
hun meeting tegen het vlootplan zullen deel
nemen, nachtlogies te kunnen inrichten
dit is, zacht gezegd, toch wel heel bar;
meent het jongste „Landstormblad".
Het is mogelijk, doch misschien dacht
men, dat de eenzijdige ontwapening reeds
een feit is en de buit dus wel verdeeld kan
worden.
Deze veronderstelling zou niets dwazer
zijn, dan wat bij het presenteeren der lijs
ten verteld wordt
DE LAATSTE BRIEFPOST
BESTELLING
De verzorging der laatste bestelling in de
groote steden moet worden gezien in ver
band met de invoering der nachtposttrei
nen d.d. 4 October a.s.
Deze treinen brengen de correspondentie
welke in de groote centra na beëindiging
der dagtaak op de kantoren enz. ter post
wordt bezorgd op een zondanig uur naar
de meer verwijderde provinciesteden, dat
zij de geadresseerden aldaar in de eerste
bestelling van den volgenden dag bereikt.
Omgekeerd zijn de stukken in deze pro
vinciesteden na sluiting der kantoren ge
post, den volgenden ochtend in de groote
steden ter beschikking van de geadres
seerden.
Dit is een buitengewoon belangrijke ver
betering in het postverkeer. Wil echter de
door de nachtposten verzwaarde ochtendbe
stelling niet te laat afloopen, dan is een
aanzienlijke versterking van het personeel,
met de uitvoering daarvan belast, noodig.
En om dit zonder maatregelen, die
finantiëel te vérstrekkend zouden zijn
te bereiken, moet het overgroote deel van
het personeel, dat de nvondbestelling ver
richt ook aan de eerste bestelling deelnemen.
Dientengevolge was het ter verzekering van
een voldoende nachtrust aan deze groep
van personeel onvermijdelijk de laatste be
stelling te 's-Gravenhage, Amsterdam en
Rotterdam te vervroegen.
Men heeft deze vervroegde avondbestel
ling hier en daar als een verslechtering van
den postdienst voorgesteld. Deze beoordee
ling is niet billijk, wijl de maatregel met
de daaruit voortvloeiende slechts geringe
plaatselijke nadeelcn uitsluitend een tech
nisch gevolg is van een algemeen zeer in
grijpende verbetering in het postverkeer,,
welke door gebruikmaking van de nacht
posttreinen met belangrijke geldelijke offers
voor het bedrijf is verkregen.
DE REGENMAKER
VANMIDDAG NIEUWE PROEVEN.
De heer Aug. Veraart deelt mede, dat di
tegen gisterenmiddag voorgenomen regen-
proeven wegens ongunstige bewolking niet
konden doorgaan.
Hedenmiddag 5 uur zullen, indien er gun
stiger weersomstandigheden zijn, de pogin
gen worden gedaan.
DIPLOMATIE
De Poolsche gezant te 's-Gravenhage. de
heer Ketrzynske, is van verlof in de Resi
dentie teruggekeerd.
Hr. Ms. gezant te Bern, Mr. Dr. W. I.
Doude van Troostwijk, is met verlof van
zijn post naar Nederland vertrokken.
DROOGMAKING ZUIDERZEE
Bij de N. V. Boekhandel en Drukkerij
h E. J. Brill te Leiden heeft de Zuiderzee-
ereeniging een goed gedocumenteerde bro-
iure doen verschijnen, ter weerlegging
an de vele bezwaren, welke door den Har-
derwijkschen industrieel, de heer E. den
Helder in een aantal couranten-artikelen
en vlugschriftjes tegen de droogmaking van
de Zuiderzee onder de publieke aandacht
zijn gebracht.
In deze brochure die is samengesteld door
de heeren Mr. K. J a n s m a, secretaris van
de Zuiderzeeraad en Ir. J. T. Thysse,
eerst aanwezend ingenieur bij den dienst der
Zuiderzeewerken, worden alle pessimisti-
;che beschouwingen van genoemden heer
Den Helder aan een critisch onderzoek on
derworpen, waarbij eerst de technische en
daarna de financieele zijde van dit zoo
uitermate gewichtige vraagstuk onder de
loupe worden genomen.
In een korte inleiding merken de schrij
vers op. dat ten aanzien der techniek
alle deskundigen het er gaandeweg
over eens geworden zijn, dat zeer gegronde
bezwaren tegen het plan kunnen worden
aangevoerd, en men daarom, wat het tech
nische gedeelte betreft, het sombere oordeel
van den heer den H. jarenlang onweerspro
ken heeft gelaten, doch dat men, aangezien
in de laatste tijd geblekm was. dat diverse
bladen na de publicaties van den heer de
H., toch min of meer onder de indruk w;
gekomen, het raadzaam achtte, alsnog door
gedocumenteerde uiteenzettingen, alle twij
fel welke onverhoopt nog mocht bestaan,
voor goed weg te nemen.
De wijze, waarop schrijvers zich van hun
taak hebben gekweten, is doorgaans logisch
en duidelijk en, wat hoofdzaak is, bevredi
gend.
Indien de technische en financieele be
rekeningen i. h. a. juist zijn en er be
staat alle reden om dit aan te nemen, dan
behoeven wij het Zuiderzee-v r a a gs t u k
niet meer als zoodanig op te vatten. En
zou men ons toch nog de vraag voorleggen,
of het betoog dan in geen enkel opzicht
een zwakke plek vertoont, wc zouden m i s-
schien. let wel. misschien de aan
dacht mógen vestigen op het feit, dat, zoo
als de schrijvers zelf ook mededeelcn, de
hoogste waterstanden, welke aan onze kust
zijn voorgekomen, eerst na 1850 nauwkeu
rig zijn geregistreerd .zoodat men, hoe
wel met dit punt ter dege rekening is ge
houden in ieder geval genoodzaakt is,
van zekere conclusies gebruik te
maken, wat uit den aard der zaak al
tijd ecnig risico met zich brengt.
Doch we haasten ons hieraan toe te voe
gen, dat tenslotte geen enkele onderne
ming. hoe serieus ook van cpzet, geheel vrij
van risico blijft
Dan is het immers geen onderneming
meer!
HENRY FORD IN HOLLAND
EEN BEZOEK AAN PHILIPS.
Gister heeft dan de automagnaat ook onze
grenzen overschreden en het is te begrijpen,
dat een man, die in een bedrjjf gegroeid is
zooals hij z'n belangstelling voor een
grootste industrieën niet onder stoelen of
banken zou steken. Op z'n reisplan door Hol
land stond natuurlijk een bezoek aan d<
Philipsfabrieken.
,In de commissarissenkamer had de offi-
cieele begroeting plaats door Dr. A. F.
Philips in tegenwoordigheid Van de overige
heeren der directie.
Men begaf zich daarop naar het laborato
rium, dat bezichtigd werd. In het bijzonder
voor het Philips-röntgentoestel en het weten
schappelijk materiaalonderzoek toonde de heer
Ford groote belangstelling. Hij gaf zyn be
wondering te kernen over de flinke ruime
gebouwen en wat ook zijn speciale aandacht
hao, waren de rationeele moderne fabricage
methodes van eenige afdeelingcn der fabrie
ken, die hij bezocht. Hij gaf daarna gaarne
gevolg aan het verzoek om een en ander te
zeggen voor de philigraaf, het nieuwe
Fhilipstoestel, om zelf gramofoonplaten op te
nemen en op deze wijze een blijvende 1 erin-
neving aan zijn bezoek achter te laten.
In de aula, waar zich intusschen de loden
vtn de Philips-staf hadden verzameld, gaf Dr.
Philips in huldigende bewoordingen uiting aan
zijn eerbied voor het geniale werk van Fud.
Hierna begaf men zich naar huize „De
Laak", waar inmiddels ook mevrouw Ford
was aangekomen.
Na afloop van het noenmaal verscheen de
Philips-harmonie die als muzikalen groet het
Amerikaansche volkslied, het Wilhelmus en
eenige vroolyke fanfares liet wer«klinken.
Te circa half vier vertrokken de gasten per
auto naar Rotterdam.
WERKEN MET DE LIJST
WAT TE HEINENOORD GEBEURDE.
Donderdag 23 Sept. ontvingen we telefo
nische medecleelingcn over de wijze, waar
op aan de Blaaksche Dijk en te Oud-Beier
land namen geplaatst waren op het petition
nemcnL Vrijdags daarop schreven wij hier
over op deze plaats.
Als reactie daarop kregen wij bezoek van
den heer Hugo van der Hoek. Blaaksche
Dijk, die met de lijst geloopcn had, terwijl
hij ons twee ingezonden stukken aanbood;
éóu van hein zelf en één van den heer B.
Andewey, voorzitter van de afd. Iteinenoord
van de S.D.A.P.
Dat deze stukken niet malsch zijn, is
ieder duidelijk, als we vermelden, dat eerst
genoemde begint met de verklaring: ..het
bericht druipt van begin tot einde van leu
gens en onjuistheden
Ondanks deze nog al rauwe inleiding (de
samen6preking was veel gemootelijker)
zullen we aan de stukken volkomen recht
doen wedervaren. Vooral ook, omdat do
heer Van der Hoek meent, dat onze zegs
man hem pe rs o o n I ij k wou treffen.
Dit nu ie absoluut en ten eenenmale on
juist en blijkt ook wel uit het feit, dat hij
niet 6teeds dezelfde voor onzen zegsman
RADIO-TELEFOONVERKEER
MET INDIE
Gedurende de maand Septemher 1930
werden in het radio-telefoonverkeer met
Nederl.-Indië in totaal 353 gesprekken ge-
voerd, waarvan er 133 in Nederland en 220
in Indië werden aangevraagd.
Van de hier te lande aangevraagde ge
sprekken hadden er 55 betrekking op zake
lijke- en 7S op familie-aangelegenheden.
Voor Indiê bedroegen deze aantallen resp.
G4 en 156.
In totaal werden 114 gesprekken in Ne
derland van huis uit gevoerd, waarvan tn
Nederland 51 en in Indië 93 werden aan
gevraagd. In vergelijking met dezelfde
maand van lipt vorig jaar valt oen vermeer
dering met 22 gesprekken te con slateeren.
In het radio-telefoonverkeer F.uropn—In
dië via Nederland werden in September in
totaal 11 gesprekken gevoerd n 1. met Bel
gië 6, met Engeland 1, Oostenrijk 1, Zweden
1 en Zwitserland 2.
Nu, wat de zaak zelf betreft. Wij hebben
met onzen zegsman een onderhou 1 gehad
en deze handhaaft geheel en ton volle alles,
wat hij ons meegedeeld en wij gepubliceerd
hebben, met uilzondering van de verschrij
ving onzerzijds (de telefoon was zeer ondui
delijk) dat de man Ln kwestie niet uit Oost-
tndië was gekomen, maar uit Zuid-
Frankrijk.
De heer v. d. II. ie wel erg wantrouwend
door te veronderstellen, dat onze zegsman
opzettelijk van „Oost" heeft gesproken, om
de aandacht af te leiden; want dat zou wel
zeer dom zijn, omdat hij „volkomen met
ons bericht instemt, dat deze persoon van
de voderlandsche politiek riiet meer weet
dan een kind."
Nadat de heer v. d. H. gepoogd had
iemand te overtuigen, „dat het aanmaken
van oorlogsmateriaal den oorlog bevordert,"
kwam bovenbedoelde, uit Frankrijk terug
gekeerde pereoon er bij en vroeg: „Is er
geld te verdienen, d6n teeken ik." Waarop
de propagandist antwoordde: „dit kost in
elk geval geen geld."
Daarop tee ken de de man uit Frankrijk;
doch toen hij erg lang bezig was, ging .ie
heer v. d. H. eens kijken en zag, dat hij.
vijf namen had ingevuld en hij wilde er
nog meer op schrijven, want zijn broers in
Oud-Beierland, zoo riep hij lachend, zijn
ook allemaal reuze-socialisten.
On6 bericht, dat van leugens zou druipen,
is dus al in zooverre waar, dat iemand, dio
„een krad in de vaderlai.deche politiek is,"
volgens de verzamelaar, zijn eigen naam
zette mèt instemming, en vier andere na
men zonder goedkeuring van de man, die
de lijst aanbood.
Zijn die namen geschrapt? vroegen wij.
Daarop antwoordden de genoemde voor
zitter der S.D.A.P. en de heer v. d. II. lei
den, dat de namen onmiddellijk door hen
zijn geschrapt.
De eerste voegt er zelfs aan toe, dat ze
samen naar de ouders van de persoon 'n
kwestie zijn gegaan, daar verleid hebben,
wat er gebeurd was en de lijsten getoond
hebben om te bewijzen, dat de vatsche
ha-ndteekeningen geschrapt waren.
Hier komen we nu voor een hiaat te
6taan, want de voorzitter gaat nog verder
en zegt: „Deze menschen verklaarden ons
van de heele zaak niets af te weten; du6
daar is uw bericht, dat de familie tegen het
geval geprotesteerd heeft, al reeds mee ge
logenstraft."
De heer v. d. H. echter, die mee geweest
is naar de familie, schrijft: „Niemand in ie
familie was het met hem eens en allen
protesteerden (aldus het bericht). Dit was
hun goed recht en juich ik van harte toe,
waardoor dan ook het hiervoren vermelde
Ln een juist daglicht komt te 6tean." (Dal
de man geen inzicht in de politiek heeft")
Iedereen voelt, dat deze twee verklarin
gen niet op elkaar kloppen. Samen zijn re
naar bedoelde oudere geweest; de één zeet:
ze wisten van niets; de ander geeft toe dat
ze protesteerden; daar .it een hiaat
Onze zegsman geeft echter een andere
lezing. Volgens hem is de heer v. d. H. met
de lijst naar de ouders gegaan en heeft (te
vergeefs) geprobeerd, hen over te halen,
hun naam te laten staan, resp. opnieuw te
plaatsen. De vader heeft echter gedreigd er
een politie zaak van te maken, nis de na
men niet geschrapt werden; wat dan ook
geschied is.
Zóó staan dus de verklaringen tegenover
elkaar. Gezien het feit, hetgeon de heer v.
d. H. zeer goed weet dat de f&mfclie vnn
den man, die teekende, uit overtuigde anti
revolutionairen bestaat; vinden wij de me-
dedeellngen van onzen zegsman nog steeds
bet meest aannemelijk.
Overigens zou de heer v. d. H., die meent,
dat zijn „eer en goeden naam door het vol
komen leugenachtige bericht door de mod
der zijn gesleurd," misschien goed doen uh
op den rechtpr te beroepen om te laten vast
stellen, dat de valsche handtekeningen
tegen zijn wil en streven op de lijst zijn ge
plaatst
Wat nu nog het geval betreft, dat iemand
te Heinenoord teekende terwille van zijn
klandizie, deelt de voorzitter der S.D.A.P.
ons mee, dat het lid van „Kerk en Vrede",
dat in overleg met de S.D.A.P. te Heinenoord
werkte, verklaard heeft; „Zoon geval heeft
zich niet bij mij voorgedaan
Iedereen voelt, dat deze ontkenning ni-ït
de min6te bewijskracht heeft Onze zegsman
houdt vol, dat de gevallen vel^üjn. waarin
een zakenman teekent eenvqPTig omdat
de mail, die het verzoekt <*n klant van
hem is.
Wij meenen hiermee de schrijven» der in
gezonden stukken recht gedaan te hebb n;
het zakelijke m ons bericht blijft ov r-
eind 6taan; dat de valsche handteekmingen
geschrapl zijn. nemen we gaarne aan; hoe
dit echter geschied is ligt in 't duister
Als men ten minste onzen zegsman, dfe
toch wel op de hooete 6chijnt te zijn. niet
in alles geloovcn wil.
HELPT ALLEN MEE
ONS BLAD
IN DE GEZINNEN TE BRENGEN.
WiAR HET BEHOOBT