Idieuwr £riJlsrl)f (Üaurant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken BINNENLAND. ABONNEMENT» Pa kwartaal 13.23 (Beschikklngskosten 10.15) ,er week 1 8-2i Voor het Buitenland bil Weke- lijksche zending Bil dagelijksche zending Alles bil vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7 cent Bondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar No 3168 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 ZATERDAG 4 OCTOBER 1930 ADTEBIENIieSl Van 1 tol 5 regels bike regel cneer „0.22V» fnget Hededeelingei. 'vg- van 1—5 regels *.2-30 Elke regel meer -0.13 Bij contract belangrijke korting. Voor hef bevragen aan het bureau 1 wordt berekend0-10 10e Jaargang Oil nummer bestaat uit VIER blader EERSTE BLAD. HET APOSTOLAAT VAN DE CHRISTELIJKE PERS*) III (Slot) Wat de rubrieken der Persorganen betreft, waarin een zekere tendenz kan worden gelegd: alle overdaad schaadt. Het zou niet van goed beleid getuigen, wanneer in dezen tijd, nu de groote meerderheid van het volk vrij onver schillig staat tegenover politiek, hel grootste deel van de krant te vullen met zware politieke artikelen. Evenmiu mag dit gedaan worden bij andere onderwerpen, als bijvoorbeeld economie, of onverschillig wat men wil noemen. De goede verhouding dient men in oog te houden, zal de krant haar doel bereiken. Dan pas kan het dagblad voor menig lezer het zoogenaamd vademe cum vraagbaak voor alles en nog wat zijn. Het critisch element, dat eigenlijk de meeste waarde geeft aan de journalis tiek, komt dus tot zijn recht in dit bij zonder gedeelte. Hier wordt een mach tig, doch ook een gevaarlijk wapen go- handteerd. Belangstelling kan worden gewekt en ideeën geplant. Het spreekt haast vanzelf, dat door het inleggen van het critisch element in de dagblad wereld splitsing noodzakelijk is gewor den. Er is echter een gedeelte der pers hetwelk het voorstelt, alsof bijna de go- heele inhoud critiekloos kan worden doorgegeven. Dit is de zoogenaamd neu trale pers. Dit lijkt beginselloos of al thans zoo, dat alle respect voor zulke slappe houding misplaatst zou zijn. Toch zou het op een misverstand be rusten, dat bij deze pers het comraer- cieele in alles voorop zou gaan. Dit is wel een belangrijk element bij deze groep, doch het ideeële wordt ook daar niet aver het hoofd gezien. Men meent het ideeële, de volksbeschaving te die nen, door bijna zonder keur alles voor te zetten wat niet in strijd is met wet of goede zeden. Naar onze overtuiging is de bloei van de neutrale pers overigens voor groot deel te danken aan de politieke aversie, welke velen in onze heeft aangegrepen. Het woord neutraal wordt hier ove rigens wel veel gebruikt, doch bijna nooit kan het de lading in haar geheel dekken. Zoo is de zoogenaamde groote pers, welke zich ook gaarne neutraal noemt, in meerderheid vrijzinnig. Het is wel opmerkenswaardig, hoe in dit soort bladen men zich in den laatsten tijd steeds meer oriënteert naar Chris telijke zijde. Ontegenzeggelijk is dit een pluimpje voor de Christelijke pers, welke laatste blijkbaar meer wortel schiet, dan de vrijzinnige pers welge vallig kan zijn. Een bepaald critisch element, naar de Roomsche kerk heen wij zend, legt de Ka tholieke pers in haar organen. Niet het minst in ons land, waar thans reeds eer ruim 30-tal Katholieke dagbladen be staan, op het totaal van 80. De clerus, de Katholieke overheid ziet terecht in, dat de Kerk zonder Pers, welke haar steunt, onmachtig is, haar leden bij el kaar te houden. Zij zou ze uit het oog verliezen en nimmer terugzien onde' haar vleugelen. Over de geestelijke roe ping, aldus over het apostolaat der Roomsch-Katholieke pers. heeft men voor een paar weken in internationaaJ congres gehandeld te Brussel. Door een der sprekers werd daar herinnerd aan het woord van Kardinaal Mercier: „lk zou veeleer het bouwen van een kerk opgeven, dan het oprichten van een Katholieke krant". Ook is daar gehandeld over de vraag, of een op te richten Katholiek Pers bureau zich bepalen moet bij berichten te verzamelen voor de R.-K. bladen, of dat men deze ook heeft door te geven aan de niet-katholieke. Het laatste acht te men zeer begrijpelijk, ook wensche- lijk. Hoe het zich noemend Ned. Chr. Persbureau hierin een versterking meent te lezen van haar bedoeling ont gaat ons echter ten eenenmale. De Roomsch-Katholieken zullen zich wei wachten in het bestuur van hun Pers bureau niet-Katholieken te plaatsen, terwijl de berichten natuurlijk dienen om den invloed der Roomsche Kerk te versterken. Het Ned. Chr. Persbur. telt evenwel ook vrijzinnigen onder r.ijn be stuursleden, welke natuurlijk het recht hebben, objectieve of propagandistische berichten over den voortgang der vrij zinnig-religieuse beweging te doen ver spreiden. Zóó doet Rome niet. Dit is de zwakte juist van vple takken der Pro- testantsch-Christelijke beweging. Bij haar komt het juist aan- op een duide- lijken grondslag, waarna bij het bele ven zeer ruim van hart kan worden op getreden. Maar dit is dan ook wel een geschikt oogenblik om het eigen karakter van de Christelijke Pers nog wat nader aan te duiden. De Christelijke dagbladen zijn niet zoozeer in 't leven geroepen om den le zer een stok en steun te zijn bij zyn gang door het volle leven met zijn ver schillende zijden, als wel om hem staat kundig voor te lichten. Dit heeft er lan gen tijd een bijzonder stempel op ge drukt en het verleent nog een eigen merk. Dit is goed, niet alleen uit pië- teitsoverweginger. tegenover het verle den, maar ook omdat in onzen tijd van anti-parlementaire opvattingen, het pleit voor een goed werkend parlemen tair stelsel broodnoodig is, juist omdat een welvarend, ordelievend West-Euro pa, zonder gezond staatkundig leven niet denkbaar is. In overdadige mate mag dit niet ge schieden. Er zijn heel wat menschen, die zich een aversie gegeten hebben aan politiek, 't Is één en al verwachting ge weest van wat de staatkunde ook voor het maatschappelijk leven zou uitwer ken en dat is bittere teleurstelling ge worden. En nu is de liefde omgeslagen haat. En waar het geen haat is, werd het een apathisch toezien. Nu zou het heel ontactisch zijn, den lezers dag aan dag groote politieke schotels voor te zetten, met voorbijgaan van al het andere, wat het rijke leven dagelijks biedt en steeds meer bieden Radio-rede, uitgesproken door den heer Dicmer, op 22 Sept. j.l. Het tweede gedeelte van dit artikel iBtond in ons blad van 2 October. Slaat de Christelijke dezen wenk, die het Zeven'zelf geeft, in den wind, zoo bemoeilijkt zij haar eigen bestaan er. komt haar roeping niet na. Het Christendom eischt van zijn vol gelingen, dat zij tot alle goed werk be kwamelij k zullen zijn toegerust. Daar bij is het eigen dagblad onmisbaar. Als Newton eenmaal zei, dat hij zijn krant las, om te zien, hoe God de we reld bestuurde, dan is dat woord op zijn kortst uitgedrukt het belangrijke van de taak van den krantenschrijver. Hoe God de wereld bestuurt, aldus hoe groote, maar ook kleine dingen verloopen; dingen, welke den menscli interesseeren. En waar de meeste men schen tot de middengroep behooren, middelmatig in verstand en in opne mingsvermogen, moet het dagblad, ook het Christelijke, in de eerste Nieurosblad zijn. Het kleine percentage, dat hier om zou lachen, maar het is be droevend klein in de practijk, heeft ge legenheid te over aanvulling te vinden in wetenschappelijk geschrift of perio- "ek. Dit wil echter in geenendeele zeggen, dat de inhoud banaal, platvloersch zaï moeten wezen. Ofschoon ook weer slechts enkele begenadigde journalisten ver boven hun collega's uitsteken, kan door lange oefening, vlotheid in stijl, zonder dat dit leegheid zou heteekenen, en geestigheid, zonder in grofheid te vervallen, door velen worden aange leerd. Elke goede krantenschrijver is auto didact, langs eigen weg op zijn plaats gekomen, en als hij Christelijk is, werkt hij gaarne mede om het eigen karakter der Chr. Pers in zooveel mogelijk ru brieken te doen uitkomen, niet als een opgeplakt etiquet,, maar zóó als een kleine hoeveelheid kruiden den maal tijd kan verheffen. Het opvoedend element kan ook hier bij best tot zijn recht komen. Hier kan inderdaad sprake zijn van een voortva ren op den weg naar het steeds betere. Wat mü persoonlijk betreft, is het voor mij wel zeer duidelijk, hoe in de twintig jaar, dat ik aan het dagbladwezen ver bonden ben, de inhoud, ook van onze vooraanstaande Christelijke dagbladen, zeer, zeer verbeterd is. En het zal elke hoofdredactie met haar medewerkers een voortdurende vraag zijn, hoe men in dezen gunstig kan blijven inwerken op het beschavingspeil der lezers. Een bekend professor, geboren Ne derlander, thans bij het onderwijs in de Vereen igde Staten van Noord-Ame rika geplaatst, sprak dezen zomer, toen hij met vacantie hier was, tegenover rnjj zijn verwondering uit over den enormen omvang der Christelijke actie in Nederland, maar vooral ook over hf1 peil van sommige onzer Christelijke dagbladen. Hier komt speciaal voor de Christe lijke Pers nog iets aparts by. Ofschoon de Christelijke volksgroepen hun aan hangers uit allerlei standen trekken^ vereenigen deze allen zich nog bij on hetzelfde Christelijke dagblad Zulks maakt, dat wie behooren tot den maatschappelijk lage ren stand, geeste lijk bezien, wel eens op hun teenen moe ten staan om de ontwikkeling der pers bij te houden, en de meer intellectueelen wel eens iets meer zouden kunnen ver dragen, maar met dat al wordt op deze wijze de saamhoorigheid geducht be vorderd en kan men van het Christelijk- kranten-publiek gerust zeggen, dat het in doorsnee uitgaat boven de midden maat van het krantenlezend publiek ln Nederland. Maar hier volgt ook wel uit, dat. mochten er bij de Christelijke dagbla den zijn, welke niet inzien, dat voor den inhoud geheel andere eischen worden gesteld dan vóór 15 of 25 jaren, zeg den tijd vóór de parlementaire inzinking door allerlei oorzaak intrad, deze bla den in hun lezerstal terdege zullen be merken, dat ook hier niet straffeloos verzuimd kan worden, te letten op de teekenen van den dag. Bovendien, al behouden zij tot op ze kere hoogte hun lezerstal, voor hun vol komen voldoening nemen de abonné's er dan een vrijzinnig of z.g. neutraal blad bij. En de Christelijke dagbladen, althans de beste, mogen niet eerder tevreden zijn, voor althans 95 pet. hunner lezers genoeg blijkt te hebben aan eigen lijf blad. De resteerende 5 pet. zal om bij zondere redenen, van cultuur, handel of wetenschap allicht aanvulling vooi zichzelf wenschelijk achten. Vooralsnog is dit een ideaal, hetwelk nog in de verte ligt. Want de traditie is hier heel sterk. En deze traditie brengt in ons land mee, dat, terwijl op politiek gebied het liberalisme veel ter rein verloren heeft, en Prof. Treub vóór eenige weken in de Haagscbe Post profeteerde, dat dit liberalisme nooit meer de regeermacht in handen zou krijgen, een groot aantal dagbladen, met vaak de grootste oplagen op het li berale standpunt staan. Hot beeld, dat de pers vertoont, is lang niet in over- ecmstemimng met het beeld yan ons Parlement. Hier ligt nog een zware strijd. Slaagt de Christelijke Pers in ons land er eenmaal in, de 95 pet. der Christelijke bevolking aan zich te bin den. dan is hiermede een stevig funda ment geschapen, voor den strijd vooi de handhaving en de verdere doorvoe ring der Christelijke beginselen in ons volksleven. Maar ook voor de conser veering, de beschutting, de bescher ming der groote eucumenische goede ren van het Christendom, welke gemeen goed zjjn van allen, die de heerschappij Gods over al het geschapene erkennen. De Christelijke Pers een middenpunt, een verzamelpunt bij het verweer tegen de anti-Christelijke stroomingen in he; staatkundig en het cultureel leven. Een Schot, die pas ons land bezocht, maakte vóór eenige weken in een toe spraak ons deelgenoot van zijn pessi misme, ten opzichte van de Protestant- sche orthodoxie in Europa. Voor de aanhangers van de rechtzinnige belij denis zou het steeds moeilijker worden. Dit was wel een waar woord. Zal de rechtzinnige belijdenis haar invloed be houden, zoo is onmisbaar de Christeiij ke Pers, welke zich dag in dag uit voor oogen heeft te stellen het woord van onzen Heiland, waarmede Hij zoo kern achtig schetste, hoe Zijn volgelingen in de wereld hadden te verkeeren, maai zich niet door de wereld mochten laten overmeesteren: „Ik bid niet, dat Gij, Vader, hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den HET EINDE VAN DEN ZOMERTIJD DENKT HEDENAVOND OM UW KLOKKEN EN UURWERKEN Morgen eindigt de z.g.n. zomertijd en wordt er weer gerekend met den normalen tijd. Men zette daarom HEDENAVOND de klokken en uurwerken één uur achteruit ul één uur stil! OFFICIEELE BERICHTEN BURGEMEESTERSBENOEMING. Bij Kon. besl. is met ingang van 1 Octo ber 1930 benoemd tot burgemeester van 's-Gravendeel C. van Heeren. ONDERSCHEIDING. Bij Kon. besl. is aan den heer M. van De venter, te Rotterdam, verlof verleend tot het aannemen van het ridderkruis der Orde van St Olaf van Noorwegen; is aan Mr. E. N. van Kleffens, administrateur bij het Mi nisterie van Buitenlandsche Zaken, te 's-Gra venhage, verlof verleend tot het aannt van het commandeurskruis met de kroon der Orde van Adolf van Nassau van Luxemburg, en aan Mr. F. W. T. Furnée. secretaris van de Fransch-Duitsche en Fransch-Turksche gemengde scheidsgerech ten, te 's-Gravenhage, verlof tot het aanne men van het ridderkruis der Orde van het Legioen van Eer van Frankrijk; is benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau de heer Dr. F. J. Fockema, rector der Ne- derlandsche Zendingsschool te Oegstgeest RIJKSVERZEKERINGSBANK. Bij Kon. besl. is benoemd tot tijdelijk ge neeskundige bij de medische afdeeling der Rijksverzekeringsbank W. Blijleven, arts, te Woudeend, PROV. STATEN VAN ZEELAND. De heer W. Tilsma te IJzendijke, die op volger zou worden van den heer J. J. \Val- tien te Breskens, als lid der Prov. Staten zal evenals deze de provincie verlaten. Op volger op de Chr. Hist, lijst is de heer M. M. Schippers te Kamperland, gem. Wisse- RIJKSWATERSTAAT. De Minister van Waterstaat heeft be paald, dat de hoofdingenieur van deu Rijks waterstaat, Ir. P. J. van Voorst Vader Jr. te Haarlem, met ingang van 1 December a.s. wordt belast met den dienst in het arron dissement „Het Noordzeekanaal" te Amster dam. De heer Ir. T. H. van Wisselingh te Haarlem, thans toegevoegd aan den hoofd ingenieur-directeur aldaar, zal met ingang van dien datum worden belast met den dienst arrondissement Haarlem. OUD-MINISTER POSTHUMA ONTVANGT TE ANTWERPEN De Nederl. regeeringscommissaris op de wereldtentoonstelling te Antwerpen, oud minister Posthuma, is benoemd tot groot officier in de Kroonorde van België. Ook zal hem het speciaal diploma van tien grand-prix uitgereikt worden. Dit diploma wordt slechts aan een vijftigtal persoonlijk heden overhandigd, w.o. de koning, de ko ningin en de prinsen van België, kardinaal van Roey, de ministers en het bestuur der tentoonstelling. MILITAIRE DEKENS GEVRAAGD EEN BÉETJE TE GAUW. Dat de S. D. A. P. tegen het vlootplan van Minister Deckers wil demonstreeren en pe- titionneeren is haar zaak. Dat zij dit doet met verdraaiing van de waarheid en met demagogische voorstelling van zaken, daaraan zijn we in ons land gewend. Maar dat de heeren zoo ver durfden gaan, zooals zij in het „Volk" vermeldden, dat zij den Minister van Defensie om de kens uit de militaire magazijnen verzoch ten, om voor de demonstranten, die aan hun meeting tegen het vlootplan zullen deel nemen, nachtlogies te kunnen inrichten dit is, zacht gezegd, toch wel heel bar; meent het jongste „Landstormblad". Het is mogelijk, doch misschien dacht men, dat de eenzijdige ontwapening reeds een feit is en de buit dus wel verdeeld kan worden. Deze veronderstelling zou niets dwazer zijn, dan wat bij het presenteeren der lijs ten verteld wordt DE LAATSTE BRIEFPOST BESTELLING De verzorging der laatste bestelling in de groote steden moet worden gezien in ver band met de invoering der nachtposttrei nen d.d. 4 October a.s. Deze treinen brengen de correspondentie welke in de groote centra na beëindiging der dagtaak op de kantoren enz. ter post wordt bezorgd op een zondanig uur naar de meer verwijderde provinciesteden, dat zij de geadresseerden aldaar in de eerste bestelling van den volgenden dag bereikt. Omgekeerd zijn de stukken in deze pro vinciesteden na sluiting der kantoren ge post, den volgenden ochtend in de groote steden ter beschikking van de geadres seerden. Dit is een buitengewoon belangrijke ver betering in het postverkeer. Wil echter de door de nachtposten verzwaarde ochtendbe stelling niet te laat afloopen, dan is een aanzienlijke versterking van het personeel, met de uitvoering daarvan belast, noodig. En om dit zonder maatregelen, die finantiëel te vérstrekkend zouden zijn te bereiken, moet het overgroote deel van het personeel, dat de nvondbestelling ver richt ook aan de eerste bestelling deelnemen. Dientengevolge was het ter verzekering van een voldoende nachtrust aan deze groep van personeel onvermijdelijk de laatste be stelling te 's-Gravenhage, Amsterdam en Rotterdam te vervroegen. Men heeft deze vervroegde avondbestel ling hier en daar als een verslechtering van den postdienst voorgesteld. Deze beoordee ling is niet billijk, wijl de maatregel met de daaruit voortvloeiende slechts geringe plaatselijke nadeelcn uitsluitend een tech nisch gevolg is van een algemeen zeer in grijpende verbetering in het postverkeer,, welke door gebruikmaking van de nacht posttreinen met belangrijke geldelijke offers voor het bedrijf is verkregen. DE REGENMAKER VANMIDDAG NIEUWE PROEVEN. De heer Aug. Veraart deelt mede, dat di tegen gisterenmiddag voorgenomen regen- proeven wegens ongunstige bewolking niet konden doorgaan. Hedenmiddag 5 uur zullen, indien er gun stiger weersomstandigheden zijn, de pogin gen worden gedaan. DIPLOMATIE De Poolsche gezant te 's-Gravenhage. de heer Ketrzynske, is van verlof in de Resi dentie teruggekeerd. Hr. Ms. gezant te Bern, Mr. Dr. W. I. Doude van Troostwijk, is met verlof van zijn post naar Nederland vertrokken. DROOGMAKING ZUIDERZEE Bij de N. V. Boekhandel en Drukkerij h E. J. Brill te Leiden heeft de Zuiderzee- ereeniging een goed gedocumenteerde bro- iure doen verschijnen, ter weerlegging an de vele bezwaren, welke door den Har- derwijkschen industrieel, de heer E. den Helder in een aantal couranten-artikelen en vlugschriftjes tegen de droogmaking van de Zuiderzee onder de publieke aandacht zijn gebracht. In deze brochure die is samengesteld door de heeren Mr. K. J a n s m a, secretaris van de Zuiderzeeraad en Ir. J. T. Thysse, eerst aanwezend ingenieur bij den dienst der Zuiderzeewerken, worden alle pessimisti- ;che beschouwingen van genoemden heer Den Helder aan een critisch onderzoek on derworpen, waarbij eerst de technische en daarna de financieele zijde van dit zoo uitermate gewichtige vraagstuk onder de loupe worden genomen. In een korte inleiding merken de schrij vers op. dat ten aanzien der techniek alle deskundigen het er gaandeweg over eens geworden zijn, dat zeer gegronde bezwaren tegen het plan kunnen worden aangevoerd, en men daarom, wat het tech nische gedeelte betreft, het sombere oordeel van den heer den H. jarenlang onweerspro ken heeft gelaten, doch dat men, aangezien in de laatste tijd geblekm was. dat diverse bladen na de publicaties van den heer de H., toch min of meer onder de indruk w; gekomen, het raadzaam achtte, alsnog door gedocumenteerde uiteenzettingen, alle twij fel welke onverhoopt nog mocht bestaan, voor goed weg te nemen. De wijze, waarop schrijvers zich van hun taak hebben gekweten, is doorgaans logisch en duidelijk en, wat hoofdzaak is, bevredi gend. Indien de technische en financieele be rekeningen i. h. a. juist zijn en er be staat alle reden om dit aan te nemen, dan behoeven wij het Zuiderzee-v r a a gs t u k niet meer als zoodanig op te vatten. En zou men ons toch nog de vraag voorleggen, of het betoog dan in geen enkel opzicht een zwakke plek vertoont, wc zouden m i s- schien. let wel. misschien de aan dacht mógen vestigen op het feit, dat, zoo als de schrijvers zelf ook mededeelcn, de hoogste waterstanden, welke aan onze kust zijn voorgekomen, eerst na 1850 nauwkeu rig zijn geregistreerd .zoodat men, hoe wel met dit punt ter dege rekening is ge houden in ieder geval genoodzaakt is, van zekere conclusies gebruik te maken, wat uit den aard der zaak al tijd ecnig risico met zich brengt. Doch we haasten ons hieraan toe te voe gen, dat tenslotte geen enkele onderne ming. hoe serieus ook van cpzet, geheel vrij van risico blijft Dan is het immers geen onderneming meer! HENRY FORD IN HOLLAND EEN BEZOEK AAN PHILIPS. Gister heeft dan de automagnaat ook onze grenzen overschreden en het is te begrijpen, dat een man, die in een bedrjjf gegroeid is zooals hij z'n belangstelling voor een grootste industrieën niet onder stoelen of banken zou steken. Op z'n reisplan door Hol land stond natuurlijk een bezoek aan d< Philipsfabrieken. ,In de commissarissenkamer had de offi- cieele begroeting plaats door Dr. A. F. Philips in tegenwoordigheid Van de overige heeren der directie. Men begaf zich daarop naar het laborato rium, dat bezichtigd werd. In het bijzonder voor het Philips-röntgentoestel en het weten schappelijk materiaalonderzoek toonde de heer Ford groote belangstelling. Hij gaf zyn be wondering te kernen over de flinke ruime gebouwen en wat ook zijn speciale aandacht hao, waren de rationeele moderne fabricage methodes van eenige afdeelingcn der fabrie ken, die hij bezocht. Hij gaf daarna gaarne gevolg aan het verzoek om een en ander te zeggen voor de philigraaf, het nieuwe Fhilipstoestel, om zelf gramofoonplaten op te nemen en op deze wijze een blijvende 1 erin- neving aan zijn bezoek achter te laten. In de aula, waar zich intusschen de loden vtn de Philips-staf hadden verzameld, gaf Dr. Philips in huldigende bewoordingen uiting aan zijn eerbied voor het geniale werk van Fud. Hierna begaf men zich naar huize „De Laak", waar inmiddels ook mevrouw Ford was aangekomen. Na afloop van het noenmaal verscheen de Philips-harmonie die als muzikalen groet het Amerikaansche volkslied, het Wilhelmus en eenige vroolyke fanfares liet wer«klinken. Te circa half vier vertrokken de gasten per auto naar Rotterdam. WERKEN MET DE LIJST WAT TE HEINENOORD GEBEURDE. Donderdag 23 Sept. ontvingen we telefo nische medecleelingcn over de wijze, waar op aan de Blaaksche Dijk en te Oud-Beier land namen geplaatst waren op het petition nemcnL Vrijdags daarop schreven wij hier over op deze plaats. Als reactie daarop kregen wij bezoek van den heer Hugo van der Hoek. Blaaksche Dijk, die met de lijst geloopcn had, terwijl hij ons twee ingezonden stukken aanbood; éóu van hein zelf en één van den heer B. Andewey, voorzitter van de afd. Iteinenoord van de S.D.A.P. Dat deze stukken niet malsch zijn, is ieder duidelijk, als we vermelden, dat eerst genoemde begint met de verklaring: ..het bericht druipt van begin tot einde van leu gens en onjuistheden Ondanks deze nog al rauwe inleiding (de samen6preking was veel gemootelijker) zullen we aan de stukken volkomen recht doen wedervaren. Vooral ook, omdat do heer Van der Hoek meent, dat onze zegs man hem pe rs o o n I ij k wou treffen. Dit nu ie absoluut en ten eenenmale on juist en blijkt ook wel uit het feit, dat hij niet 6teeds dezelfde voor onzen zegsman RADIO-TELEFOONVERKEER MET INDIE Gedurende de maand Septemher 1930 werden in het radio-telefoonverkeer met Nederl.-Indië in totaal 353 gesprekken ge- voerd, waarvan er 133 in Nederland en 220 in Indië werden aangevraagd. Van de hier te lande aangevraagde ge sprekken hadden er 55 betrekking op zake lijke- en 7S op familie-aangelegenheden. Voor Indiê bedroegen deze aantallen resp. G4 en 156. In totaal werden 114 gesprekken in Ne derland van huis uit gevoerd, waarvan tn Nederland 51 en in Indië 93 werden aan gevraagd. In vergelijking met dezelfde maand van lipt vorig jaar valt oen vermeer dering met 22 gesprekken te con slateeren. In het radio-telefoonverkeer F.uropn—In dië via Nederland werden in September in totaal 11 gesprekken gevoerd n 1. met Bel gië 6, met Engeland 1, Oostenrijk 1, Zweden 1 en Zwitserland 2. Nu, wat de zaak zelf betreft. Wij hebben met onzen zegsman een onderhou 1 gehad en deze handhaaft geheel en ton volle alles, wat hij ons meegedeeld en wij gepubliceerd hebben, met uilzondering van de verschrij ving onzerzijds (de telefoon was zeer ondui delijk) dat de man Ln kwestie niet uit Oost- tndië was gekomen, maar uit Zuid- Frankrijk. De heer v. d. II. ie wel erg wantrouwend door te veronderstellen, dat onze zegsman opzettelijk van „Oost" heeft gesproken, om de aandacht af te leiden; want dat zou wel zeer dom zijn, omdat hij „volkomen met ons bericht instemt, dat deze persoon van de voderlandsche politiek riiet meer weet dan een kind." Nadat de heer v. d. H. gepoogd had iemand te overtuigen, „dat het aanmaken van oorlogsmateriaal den oorlog bevordert," kwam bovenbedoelde, uit Frankrijk terug gekeerde pereoon er bij en vroeg: „Is er geld te verdienen, d6n teeken ik." Waarop de propagandist antwoordde: „dit kost in elk geval geen geld." Daarop tee ken de de man uit Frankrijk; doch toen hij erg lang bezig was, ging .ie heer v. d. H. eens kijken en zag, dat hij. vijf namen had ingevuld en hij wilde er nog meer op schrijven, want zijn broers in Oud-Beierland, zoo riep hij lachend, zijn ook allemaal reuze-socialisten. On6 bericht, dat van leugens zou druipen, is dus al in zooverre waar, dat iemand, dio „een krad in de vaderlai.deche politiek is," volgens de verzamelaar, zijn eigen naam zette mèt instemming, en vier andere na men zonder goedkeuring van de man, die de lijst aanbood. Zijn die namen geschrapt? vroegen wij. Daarop antwoordden de genoemde voor zitter der S.D.A.P. en de heer v. d. II. lei den, dat de namen onmiddellijk door hen zijn geschrapt. De eerste voegt er zelfs aan toe, dat ze samen naar de ouders van de persoon 'n kwestie zijn gegaan, daar verleid hebben, wat er gebeurd was en de lijsten getoond hebben om te bewijzen, dat de vatsche ha-ndteekeningen geschrapt waren. Hier komen we nu voor een hiaat te 6taan, want de voorzitter gaat nog verder en zegt: „Deze menschen verklaarden ons van de heele zaak niets af te weten; du6 daar is uw bericht, dat de familie tegen het geval geprotesteerd heeft, al reeds mee ge logenstraft." De heer v. d. H. echter, die mee geweest is naar de familie, schrijft: „Niemand in ie familie was het met hem eens en allen protesteerden (aldus het bericht). Dit was hun goed recht en juich ik van harte toe, waardoor dan ook het hiervoren vermelde Ln een juist daglicht komt te 6tean." (Dal de man geen inzicht in de politiek heeft") Iedereen voelt, dat deze twee verklarin gen niet op elkaar kloppen. Samen zijn re naar bedoelde oudere geweest; de één zeet: ze wisten van niets; de ander geeft toe dat ze protesteerden; daar .it een hiaat Onze zegsman geeft echter een andere lezing. Volgens hem is de heer v. d. H. met de lijst naar de ouders gegaan en heeft (te vergeefs) geprobeerd, hen over te halen, hun naam te laten staan, resp. opnieuw te plaatsen. De vader heeft echter gedreigd er een politie zaak van te maken, nis de na men niet geschrapt werden; wat dan ook geschied is. Zóó staan dus de verklaringen tegenover elkaar. Gezien het feit, hetgeon de heer v. d. H. zeer goed weet dat de f&mfclie vnn den man, die teekende, uit overtuigde anti revolutionairen bestaat; vinden wij de me- dedeellngen van onzen zegsman nog steeds bet meest aannemelijk. Overigens zou de heer v. d. H., die meent, dat zijn „eer en goeden naam door het vol komen leugenachtige bericht door de mod der zijn gesleurd," misschien goed doen uh op den rechtpr te beroepen om te laten vast stellen, dat de valsche handtekeningen tegen zijn wil en streven op de lijst zijn ge plaatst Wat nu nog het geval betreft, dat iemand te Heinenoord teekende terwille van zijn klandizie, deelt de voorzitter der S.D.A.P. ons mee, dat het lid van „Kerk en Vrede", dat in overleg met de S.D.A.P. te Heinenoord werkte, verklaard heeft; „Zoon geval heeft zich niet bij mij voorgedaan Iedereen voelt, dat deze ontkenning ni-ït de min6te bewijskracht heeft Onze zegsman houdt vol, dat de gevallen vel^üjn. waarin een zakenman teekent eenvqPTig omdat de mail, die het verzoekt <*n klant van hem is. Wij meenen hiermee de schrijven» der in gezonden stukken recht gedaan te hebb n; het zakelijke m ons bericht blijft ov r- eind 6taan; dat de valsche handteekmingen geschrapl zijn. nemen we gaarne aan; hoe dit echter geschied is ligt in 't duister Als men ten minste onzen zegsman, dfe toch wel op de hooete 6chijnt te zijn. niet in alles geloovcn wil. HELPT ALLEN MEE ONS BLAD IN DE GEZINNEN TE BRENGEN. WiAR HET BEHOOBT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1