DONDERDAG 2 OCTOBER 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5
VANUIT WINGEWESTEN
EEN BELANGRIJKE INLEIDING VAN
PROF. GERRETSON
ONZE KRITIEK
Onze betreurde Schrijfster L. E. heeft eens
een wonderfijne novelle geschreven getiteld
Jn de Generaliteitslanden". Zij schetst daar
in het leven zoowel van de bevolking der
Hollandsche wingewesten bezuiden de Moer
dijk als van de overheidspersonen en bun
gezinnen, die uit andere deelen des lands
gekomen en meestal van andere religie in de
door hen bestuurde streken nimmer geheel
acclimatiseerden. L. E. heeft haar novelle
met deze woorden besloten: „Het was zoon
eenzaam land, die Meijerij en zoo onveilig,
men was er zijn leven niet zeker; hoeveel
moorden waren er niet gepleegd! en bijna
nooit waren de moordenaars gevat! Maai
toch. als zij iets zekers wisten van die mis
daden, zoo zouden zij het toch niet spoedig
aanbrengen aan het gerecht! Het gerecht,
dat meest in handen was van vreemde
Heeren en Drosten! Aan hen zouden zij de
hunnen niet overleveren, want de misdadi
gers waren dikwijls een der hunnen, door
armoede en ellende tot verwildering ge-
^En zoo de harten en hoofden vol achter
docht en lijdelijken tegenstand, schuilden de
overwonnenen bij elkaar, soms ook vol
plannen en hoop voor een betere toekomst,
weieens ook genietend van een momenteel
genoegen, een kermis, een huwelijk, een gil-
defeest, want de Brabanders zijn een opge
wekt volk.
Maar voordat de overwinnaars wisten, dat
rij geen overwinnaars waren, en de overwon
nenen zich als geen overwonnenen meer be
schouwden, maar beiden wisten, dat zij bur
gers waren van één land, dat zou nog zeer
lang'duren. Die verandering zou eerst komen
over meer dan honderd jaar.
Deze woorden, die zoo duidelijk de toe
stand der oude Staatslanden in t begin dei-
achttiende eeuw teekenen, komen ons in de
gedachten bij de lezing van het omvangruke
tevens bizonder belangrijke studiewerk \an
Gerard Knuvelder: „Vanuit Wingewesten,
een sociografie van het Zuiden" een boek
dat Prof Dr. C. Gerretson van zulk een im
portantie achtte, dat hij er een inleiding, die
weinig minder is dan een doorwrochte his
torische studie, voor heeft willen schrijven
Over die Inleiding thans eerst.
De staatkundige geschiedenis der Neder
landen. als Prof. Gerretson zegt, is een treur
spel. Niemand kan dit, met de feiten voor
oogen, ontkennen. Op het einde der Middel
eeuwen zien we langzamerhand de yereeni-
ging tot stand komen van alle Nederland-
sehe gewesten, een evolutie welke door Karei
V voltooid werd in 1543 en bekroond werd
door het Verdrag van Augsburg (1548), waar
bij de 17 vereenigde Nederlandsche gewesten
tot een eenheid en een zelfstandig rijksdeel
werden verklaard.
Nauwelijks echter was deze eenheid tot
stand gekomen of ze werd verbroken. Dat is
de tragedie van onze stam geworden. Noord
en Zuid werden gescheiden, het eerste kwam
tot zeldzame bloei, maar voor een deel t?n
kóste van het Zuiden, terwijl van het laatste
de toekomst voor een paar ee.uwen werd
vernietigd.
Dóch hiermeo is het leed van de Dietsche
Stam nog niet uitgezegd. De 80-jarige oorlog
heeft het aanzij n gegeven aan wat Prol. Ger
retson zoo kernachtig en juist heeft gekarak
teriseerd als de „Sub-nationaliteit Holland
Het gewest dat de worsteling om liberteit
van consciëntie was aangevangen en tot een
goed eind gebracht had, het gewest van het
welk de kracht en leiding waren uitgegaan
én dat het meest van de zege had geprofi
teerd, drukte op de ontwikkeling van onze
nationaliteit 't krachtigst zijn stempel. Die
prioriteit van Holland, welke in bepaalde
historieperioden uitgroeide tot hegemonie,
deed zich gevoelen aan de overige „provin
ciën", maar legde zich bovenal als een lood
zware last op Brabant en Limburg, welke
beschouwd en behandeld werden als ver
overde, als wingewesten. Terwijl de ellende
door ziekte, armoede, slechte wegen, slechte
afwatering enz. enz. heel de Kempen door
zóó groot was, dat vele huishoudens zelfs
geen bed hadden om te slapen, werden er in
deze verarmde domeinen zwaarder belastin
gen geheven dan in het rijke Holland. De
Meijerij betaalde omstreeks 1700 meer dan
f 150.000, Deurne alleen ruim f 2900 in de
verpondingen 2) aan de Generaliteit en wat
werd er voor deze streken gedaan? Weinig
of niets. Het geld ging de Moerdijk over!
We verstaan het dat Prof. Gerretson het Hol
land van voor 1795 noemt „de tiran van het
Dietsche Zuiden."
Een van de weinige zegenrijke gevolgen
van de revolutionaire en Napoleontische ty-
rannie is geweest de vernietiging van de over
heerschende positie van de sub-nationaliteit
Holland ten bate van de herboren N.-Neder-
landsche Staat. Dat ging natuurlijk niet op
eens. De Generaliteitslanden waren te lang
geknecht geweest, de bewoners van Brabant-
Limburg, te lang als niet-volk behandeld dan
dat zij met de verkregen rechten en kansen
weg zouden hebben geweten. Tiental left van
jaren waren er noodig, om de zuidelijke pro
vinciën uit haar diep verval op te richten.
En eerst door het verplichte volksonderricht,
door de organisatie van het middelbaar en
hoogeronderwijs, door allerlei cultuurarbeid,
door land- en tuinbouwonderwijs, door in
dustrieën, door betere verkeersmiddelen enz.
,js het „het donkere Zuiden" mogelijk ge
worden zijn eigen welvaart op hooger peil te
brengen, zijn bevolking op maatschappelijk,
politiek, geestelijk en cultureel gebied hoe
langer hoe meer te ontwikkelen, in één
woord zijn eigen Dietsche èn Katholieke per
soonlijkheid steeds vollediger te verwerke
lijken.
Deze ontwikkeling zal echter zéér ernstige
problemen aan de orde stellen.
Rer,«ia aanstonds voor de zuidelijke provin
ciën zelf (in onze volgende artikelen over
Knuvelders boek kwamen we daarop terug),
maar ook, waar het betreft de verhouding
van deze tot het Nederland boven de Moer
dijk. tot de officieële Katholieke Staats
partij, tot de landsregeering. Vraagstukken
die bovendien niet eens zuiver „nationaal"
zijn, maar wier oplossing beïnvloed zal
worden door wat er zich bezuiden onze zui
dergrenzen afspeelt, n.l. de ontvoogding der
Vlaamsche gewesten. Het zijn in 't bijzon
der deze beide problemen van heden en toe
komst, welke Prof. Gerretson in zijn in
leiding tracht te stellen en op te lossen.
Hoe hpbben we te oordeelen over de aan
de dag tredende tendenz van verschillende
zuidelijke vooraanstaanden tot afscheiding
van de Katholieke Staatspartij en tot een
Neu oriëntierung der politieke partijen?
Prof. Gerretson meent dat de ongebroken
eenheid van de Kath. Staatspartij voor het
tegenwoordige Noord-Nederland, een natio
naal goed is en de eenige mogelijkheid om
de bestaande staatsinstellingen voor verder
verval te bewaren: „de Beneden-Moerdijk
heeft niet het recht, het door het voorge
slacht verworvene, waarvan het ruimschoots
heeft medegenoten, te vernietigen, tenzij
men er iets beters voor in de plaats stelt"
Aan 't herstel der coalitie legt inzonder
heid de Christelijk-historische Unie over
wegende bezwaren in de weg: „zijn gedc-
modeerd anti-papisme en zijn liberaliseeren-
de economie".
Loopt het samengaan met de rechtsche
partijen voor de katholieken vaak uit op
een offeren van beginselen, een verbintenis
met de socialisten zou zulks in nog erger
mate medebrengen. De schrijver concludeert:
„Binnen het bestaande Staatskader kan
daarom op de volkomen zelfverwerke
lijking van den Beneden-Moerdijk niet
worden gehoopt, omdat e 1 k staatkundig
bondgenootschap in zich sluit een overgave
aan, een gevangenschap bij het aan het
Dietsche Zuiden wezensvreemde Holland".
Wat dan Werkelijk nieuwe aandrift kan
slechts ontstaan volgens Prof. G. door „de
vereeniging van de verscheurde deelen van
Midden-Nederland".
Daarmee is het probleem van nationaal,
internationaal geworden.
De oplossing echter die Prof. Gerretson van
het tot de uiterste konsëkwentie doorgetrok
ken vraagstuk geeft, moeten wij wijzen van
de hand. Zij komt kort gezegd neer op de re
organisatie van de Nederlandsche en Bel
gische staten in nationalistische geest, op
de verdwijning van de tegenwoordige staat
kundige grenzen tusschen de beide konink
rijken van Noordwesteuropa: „En is maar
eenmaal de leiding van beide deelen van
Midden-Nederland cultureel en sociaal één-
geworden, dan zal het niet lang duren of
het Volk zal volgen, en de klokken van alle
kerktorens tusschen Leuven en Den Bosch
zullen, als in de tijden van Hertog Jan,
den Dietschen dichter, weer zingen, hoor
baar voor elk Dietsch hart: één volk, één
taal, één God.
En wanneer dan, in de vervulling der tij
den, het streepje op de kaart eens ver
dwenen zou blijken te zijn, indien de anti
revolutionaire zelfverwerkelijking va^ de
Midden-Nederlandsche eigendommelijkheid
ook de Staatkundige hereeniging zou wen-
schelijk en mogelijk maken van wat de
revolutionaire actie van 1579 en van 1830
heeft uiteengescheurd, zou behalve mis
schien douaniers en smokkelaars ei
iemand in Midden-Nederland zijn, die ei
een traan om zou laten?"
Kan deze „opdracht voor een halve eeuw"
ons bevredigen? Kunnen wij met de diepere
nuchtere zin van bovenstaande professorale
profetische enclamatie onze instemming ge
tuigen? Oordeelen wij ze heilrijk voor de
toekomst?
Ganschelijk niet. Integendeel, het trekken
van deze politieke konsekwenties van de
Groot-Nederlandsche beweging, welke in
zooverre zij zich betrekt op verrijking der
gemeenschappelijke cultureele goederen en
't aanhalen der cultureele banden onze volle
sympathie en steun heeft, achten w ij
verderfelijk. Wij volstaan met een zes
tal onzer voornaamste bezwaren tegen Prof.
Gerretson's uiterste bedoelingen aan te ge-
1. Doordat Prof. G. zijn doel: volledige zelf
verwerkelijking van 't Dietsch-katholieke
Zuiden oiibereikbaar acht zonder vereeni
ging der verscheurde Nederlanden en deze
hereeniging in lyrische taal bezingt, biedt
hij onbedoeld en ongewild steun aan hen,
welke het op de revolutionaire ver
breking van de tegenwoordige staat „België"
hebben toegelegd. Trouwens, deze laatste
zijn konsekwenter dan Prof. G. Zij willen
het do^l, maar ook de middelen. Prof.
G. wil het doel, maar schrikt terecht
als anti-revolutionair voor de middelen te
rug. Voor zoover het thans te zien is, zal
echter de finanle, definitieve verscheuring
van België niet langs wettelijke weg kun
nen verkregen worden. En bemoeiingen van
Nederland met de aangelegenheden in dat
land alsdan zullen noodzakelijk leiden tot
bloedige conflicten.
2. In 't betoog van de schrijver zitten enkele
ernstige tegenstrijdigheden. Zoo schrijft hij:
„Het jonge geslacht (in Brabant en Lim-
teneinde zijn eigen wezensverwerkelijking
te kunnen voltooien. Dat moet het doen door
eigen krachtsinspanning. Deze wordt door
VEERTIG-JARIG JUBILEUM
De Ned. Hero. Jonqel, Vereeniging op Geref. grondslag ObadjaIe Rleiswijk hoopt
6 Oct. a.s. haar 40-jarig jubileum te herdenken. Op onze foto ziet men zittend van links
Paar rechts: W. Eindhoven, A. J. Kok, seer.; P. v. d. Berg, 2c voorz.: Ds. J. Bakker,
tere-voorz.; J. Noordhoelc, voorz.; D. Stander, penningm.; H. v. d. Berg, bibliothecaris.
Staande de overige bestuursleden.
Nederland benoorden dc Moerdijk niet meer
als in de 17e en 18e eeuw tegengegaan en
onmogelijk gemaakt.
3. Daarom ook vinden wij het in hooge
mate irritecrend, dat Prof. G. meermalen de
verhouding van Brabant-Limburg en Den
Haag vergelijkt, ja zelfs in één adem noemt
met die van Vlaanderen en Brussel. Dat is
een schandelijke onrechtvaar
digheid. die desnoods past in de mond
van een Arnaud de Trega maar niet in
die van Prof. Gerretson, die beter weten
kan.
4. Prof. G. noemt Brabant-Limburg „we
zensvreemd" aan „Holland". (Tusschen
haakjes: het voortdurende tendenzieuse ge
bruik van dit woord, ook wanneer bedoeld
worden de overige 9 provinciën, kan maar
nauwelijks door de beugel). Zijn Zeeuwsch-
Vlaanderen en "-Holland ook niet „wezens
vreemd?" En Overijsel en N.-Holland? En
Friesland en Den Haag?
Maar laten we nu even aannemen dat
Holland en Brabant inderdaad elkaar ten
diepsten gronde vreemd zijn. Nu roept Prof.
G. het visioen op van de toekomstige een
heidsstaat aller Nederlandsche gewesten.
M.a.w. dan komen er, bij wat we thans
hebben nog de Vlaamsche streken. Want
het zou toch al te dwaas zijn een aparte
„Hollandsche" Staat en een aparte „Middel-
Nederlandsche" Staat te willen creëeren. Dus
dan wor.den er bij „Holland" een vier
m i 11 i o e n menschen gevoegd, die toch
minstens evenzeer als, neen nog veel meer
dan Brabant, wezensvreemd tegenover dat
Holland staan.
Is, vragen wij, dót nu verstandige
politiek?
Wanneer het n u al niet botert tusschen
twee wezensvreemde provinciën en de
rest des rijks en de rijksregeering, hoe kan
men dan vernachten dat het straks goed zal
gaan met zes of zeven wezensvreemde pro
vinciën binnen de grenzen?
5. Gescheiden zegt de geleerde schrijver
zijn de deelen van Midden-Nederland tot
onmacht, langzame verwording en ontaar
ding van hun eigenlijke wezen gedoemd
(althans voor Brabant-Limburg hoogst over
dreven voorgesteld!), vereenigd kunnen
zij aan „Holland" èn aan „België" de wet
voorschrijven, en „het beheerschend deel
der Nederlanden worden". Prof. Gerretson
preciseert zoo weinig, Gescheiden ver
eenigd? Hoe? Economisch? Politiek?
Acht de schrijver dót nu zoo gewenscht?
Dat Midden-Nederland aan de rest van Ne
derland de wet zal kunnen voorschrijven,
burg Redactie) kan zich een hereeniging
ook met eerbiediging van het bestaande, op
anti-revolutionaire wijze, tot stand bren^
door eenvoudig onverzettelijk zichzelf te zijn
naar zijn Dietsche en Katholieke eigendom
melijkheid".
Precies, maar als de Wingewesten voort
gaan met hun emancipatie in steeds ver
sneld tempo, dan is het na een kwart,
hoogstens een halve eeuw zoo sterk, dat het
de rest van „Hollands overmacht" heeft ge
broken en dat zonder hulp der Vlaamsche
gewesten.
Dat het Zuiden door bondgenootschap met
andere Staatkundige partijen zijn doel niet
bereiken kansoit!, maar is dan een
bondgenootschap volstrekt noodzakelijk, om
te komen tot het doel, dat Prof. G. aan
Brabant-Limburg ter bereiking voorstelt?
Deze provinciën moeten van binnen uit,
vanuit het eigene zich omhoog werken, ge
lijk zo hebben gedaan en doen. Dat kan de
geschiedenis Prof. G. geleerd hebben: de
groofiste groei en heerlijkste bloei vindt men
steeds na strijd en worsteling. Wij ver
wachten ten dezen niet alles van de Staat
en het is dan ook ten eenenmale onnoodig,
dat 'n vereenigd Midden-Nederland eerst aan
Holland de wet zou moeten voorschrijven,
haar zal kunnen beheerschen? Zijn over
macht over de andere provinciën zal kun
nen doen gevoelen?
Maar wat tegenstrijdige gedachte nu toch!
Voor de overmacht van „Holland" heeft
Prof. G. niets dan verachting, en nu wil
hij diezelfde overmacht toewijzen aan een
ander deel des lands! Inplaats van te stre
ven naar harmonie, ijvert hij voor
accentverlegging.
Brabant en Limburg nemen reeds nu,
maar zullen in dc toekomst nog veel meer 'n
beteekenende plaats in ons volksgeheel inne
men; zoo zij het nu nog niet doen, zullen
ze met eenige decenniën volledig innemen
de plaats, waarop zij krachtens beteekenis
recht hebben. Instede nu dat Prof. G. dat
langzaam aan ontstaande evenwicht, deze
strooming naar het economisch en staatkun
dig équilibre protegeert en bevordert, doet
hij een worp oneindig verder en wil deze
ontstaande, toekomstige harmonie weer bre
ken, door „Midden Nederland" te maken tot
„het beheerschende deel- der Nederlanden"
dat aan „Holland", dat is hier dc andere
negen provinciën zijn wil kan dicteerenü
6. Maar hiermede tast Prof. Gerretson 't
karakter aan van onze Staat Wanneer de
Auteur Prof. Geyl bijtreedt, als deze „de
oorsprong onzer eigendommelijke volks
beschaving „aanwijst te liggen in de Ne
derlandsche mystiek van Ruysbroek" is dit
toch alleen geldig te maken tegenover de
Brabantsche volksdeelen. VoorhetNoor-
den is dit zeer beslist onjuist
De oorsprong onzer eigendommelijke volks
beschaving ligt in de Geuzentijd en de Cal
vinistische invloeden, onder welke onze
Nederlandsche Staat rechtstreeks is ontstaan
en gevormd.
Eert vereeniging van Noord en Zuid Neder
land zou aan 't katholicisme een overmacht
bezorgen zóó groot, dat ons land daardoor
een roomsche staat zou geworden zijn. Heeft
de roomsche bevolking thans niet de in
vloed die hun toekomt? Waar de liberaal
Simons door dit schrikbeeld nog werd ge-
inspireerd tot een vrij illusoir bemiddelings
voorstel (n.l. de vorming van een personeele
unie tusschen de Roomsche èn Protestant-
sche Nederlanden), wil de Calvinist Gerret
son ons met huid en haar aan Rome's macht
overleveren en doet aldus een aanslag op
het uitgesproken historisch karakter, dat
onze Staat van den aanvang af heeft
zeten.
Toen wij Indertijd met één der v
naamste en invloedrijkste leiders van het
activisme de gestand van onze stam bespra
ken en ook de mogelijkheid stelden van
toekomstige westeuropeesche conflicten,
waarbij zich misschien een gelegenheid als
Prof. Gerretson aanduidt, zou kunnen voor
doen, zeide hij:
„Wat er in de toekomst ook geboure,
dóarvoor moet vóór alles en altijd gezorgd
worden, dat Noord Nederland intact blijft,
want als dit ondergaat, dan is
het met de Dietsche Stam ge-
da a n".
Dit inzicht lijkt ons juist. Het is nuchter,
practisch, houdt rekening met de werkelijk
heid en met alle eventualiteiten, en doet
onze roomsche medeburgers geen onrecht
De politieke. Groot-Nederlanders mogen
wel toezien dat zij door hun actie niet be
reiken wat zij vreezen en niet inplaats
van het Vlaamsche broedervolk los te
scheuren uit de klauwen van Brussel het
eigen land en volk naar de afgrond helpen.
V
ORANJEFEEST TE PARAMARIBO
Ter gelegenheid van aen 5Us^ verjaardag van H.M. de Koningin zijn tc Paramaribo
groote feesten gehouden. Er was o.m. een optocht van versierde auto's, fietsen, ezels
karren, waaraan verschillende groepen der bevolking in nationale klcedcrdracht
deelnamen.
Kerknieuws.
VRIJE EVANG. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Oldebroek, A. W. F.
Waardenburg te Weraeldinge.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Haamstede, cand. J. G.
Abbringh te Groningen. Te Welsrijp
(toez.), G. Gerbrandy te Nieuw-Vennep.
Bedankt: Voor Bergambacht en Brand
wijk, H. A. de Geus te Huizen (N.-H.).
Voor Schalkwijk, D. E. J. Hupkes te Ooster-
wolde (G.).
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Vlaardingen, M. Hofman
te Krabbcndijke.
AFSCHEID BEVESTIGING INTREDE
Ds.
Ban
1 a g, overgekomen van
Lage Zwaluwe, werd Zondagmorgen j.l. bij
de Ned. H.crv. Gemeente van Krabbendijke
bevestigd door zijn zwager Ds. N. van der
Snoek, van Veenendaal, met Openb. 1 16 a
en deed des namiddags zijn intrede met
een predikatie over 1 Tim. 1 15.
Aan het einde werd Ds. Baarslag bij toe
spraak verwelkomd door ouderling Van
Baren en Ds A. A. Wilschut, van Rilland-
Bath, consulent.
Ds. B. M o o r r e e s, predikant der
Ned. Herv. Gemeente te IJsselstein, nam,
wegens bekomen emeritaat om gezondheids
redenen, Zondagmorgen afscheid met een
predikatie over 2 Cor. 6 1. Dc scheidende
leeraar werd zeer hartelijk toegesproken
door Ds. B. Zoete, van Avereerst (O.), en
door ouderling J. H. Rollman namens Ker-
keraad en Gemeente. Toegezongen werd Pa.
121 4.
Cand. A. P. Wagner, van Den Haag,
hoopt Zondag 16 November a.s. intrede te
doen als predikant der Ned. Hervormde Ge
meente te 's Heerenhoek en Nieuwdorp (Z.)
na bevestiging door Prof. Dr. J. A. Cramer
van Utrecht
JUBLLEUM-Dr. H. KAAJAN
Dr. H. K a a j a n, predikant der Geref.
Kerk te Utrecht, die dezer dagen zijn zil
veren ambtsfeest viert, werd met zijn fami
lie gisterenavond ïn 'de Westerkerfc 'een
feestenlijken samenkomst bereid, onder lei
ding van den heer A. L. van Hulzen, die
een ernstig en hartelijk, feestwoord sprak,
waarna een geschenk van de gemeenteleden
werd aangeboden, nl. een kamerameuble
ment. Vervolgens spraken ouderling J. Key
nemans namens den Kerkeraad; Ds. R. E.
van Arkel, namens het ministerie van pre
dikanten; Ds. W. Verhoef, van Zeist, na
mens de Classis Utrecht; Ds. B. Alkema,
van Soest .namens de Gedeputeerden voor
de Zending; Ds. F. C. Meijster, namens de
Kerk van Rotterdam; en de heer Rebel,
namens de Kerk van Bussum, tenvijl ook
van de Kerkeraad van Woubruggo nog een
schrijven werd voorgelezen. Tenslotte heeft
de jubilaris een dankwoord gesprokon. Een
zangkoor verleende medewerking.
Ds. A. DE VISSER
Talloos velen hebben gistermiddag den
jubileerenden Groningschen Hervormden
predikant Ds. A. de Visser hun gelukwen-
schen aangeboden in de met groen en pal
men versierde bovenzaal fvan de Martini-
Onder de talrijke aanwezigen werden o.m.
opgemerkt de Burgemeester Dr. L. H. N.
Bosch van Rosenthal die ook lid van het
Jubilé-Comité was.
Namens het Comité sprak de heer W.
Bosman den jubilaris hartelijk toe. Hij
schetste den belangrijken arbeid van den
jubilaris voor de Ned. Herv. Gemeente van
Groningen.
Ds. J. J. v a n d c W a 11 sprak als voorzit
ter van den Kerkeraad. en vertolkte de ge
voelens van dankbaarheid in dit college
jegens den jubilaris die 25 jaren Groningens
Kerk diende.
Ds. J. C. E. van Herwerden sprak
namens het ministerie van predikanten.
De heer R. Huizinga, oud-inspecteur
van C. V. O. gewaagde aan den velen arbeid
van den jubilaris voor de Chr. Scholen.
De jubilaris dankte ten slotte voor de hem
gebrachte hulde.
Hedenavond zal in een intiem samenzijn
het zilveren jubilé worden herdacht, terwijl
de jubilaris a.s. Zondag in de Martinikerk
een gedachtenisrede zal uitspreken.
KER(KINSTITUEERING
Te Oldebroek werd door leden van
Vrij-Evangelischen kring dezer dagen beslo
ten over te gaan tot de stichting van oen Vrij-
Evangelische Gemeente die aangesloten zal
worden bij den Bond van Vrij-Evangelische Ge
meenten in Nederland. Als predikant werd be
roepen Ds. A. W. F. Waardenburg te Wemel-
dinge (Z.).
ADRES
Het adres van D s. R. J. v a n der Veen,
em.-pred. der Geref. Kerk van Goes, is van
1 October af te Bussum, Oonstantijn Iïuy-
genslaan 25.
OUDERLINGENCONFEREXTIES.
Te Rotterdam wordt Donderdagavond
9 October a.s. voor de Classis Rotterdam der
Goref. Kerken etn Ouderlingenconferentie
gehouden, waarin Dr. G. B. Brillenburg
Vmth, van Katerdrecht, een inleiding govcn
zal ever „De intellectueel e moeilijkheden en
de zielszorg". Tevens zal in de vac.-D. Klap
wijk, van Berkel, een Comité-lid gck^zi
vTSRKIEZINfcSCï*
In de Ned. Herv. Kerk.
Leeuwarden..De orthodoxe kiesvereeni-
ging „De Bybel", besloot ook dit jaar deel te
nemen aan de verkiezing van gemachtigden
voor het Kiescollege. De Evangelische V
eeniging besloot ter zake met de Vrijzinnig-
Hervormden samen te werken.
DIACONIE
Te Leeuwarden heeft (gistermiddag
de eerste steenlegging plaats gehad van het
nieuwe Diaconiehuis der Ned. Herv. Gemeen
te, dat aan de Groote Kerkstraat verrijzen
zal. Er bestond voor deze plechtigheid vrij
groote belangstelling. O.a. waren er een aan
tal predikanten op het terrein aanwezig, ter
wijl ook de Burgemeester, Jhr. Mr. J. K. van
Beyma, tegenwoordig was.
Namens het college van diakenen voerde de
heer M. E. van Terwisga het woord, waarna
de eerste-steenlegginge door een der diakenen,
de heer A. E. van Nimwegen, geschiedde.
Als voorzitter van den Algemeenen Ker
keraad sprak daarop Ds. F. H. Bruins eer
woord van hulde tot diakenen voor hun ve
lerlei arbeid voor dit Diaconiehuis verricht.
Zij toch hebben niet minder dan f 18.000
giften voor dezen bouw verzameld, terwyl aan
obligaties f73.000 geplaatst is.
Namens het Classicaal Bestuur sprak Prof.
Dr. C. G. Wagenaar, teerwijl de Burgemees
ter de gelukwenschen van de burgerlijke ge
meente overbracht.
ZENDING
Euiërscïï Zendingsgenootschap
De najaarsvergadering van het Ned.-Lu-
thersch Genootschap voor In- en Uitwen
dige Zending zal dit jaar gehouden worden
op Woensdag 15 October te Amsterdam in
het Parkhotel. Behalve de gewone agenda
punten worden door den heer H. W. Sep-
mayer, van Nijmegen, afgevaardigde naar
de Allgemeine Lutherische Konferenz te
Augsburg, mededeelingen over deze confe
rentie gegeven en zal Ds. J. C. V. van Bem-
ms| van Hoorn, spreken over: Augustinus,
de man, die niets wilde weten dan God en
Daags daarna vergadert de (rechtzinnige)
Luthersche Predikantenverceniging in de
consistoriekamer der Herst. Ev. Luth. Kera
te Amsterdam.
HERINNERINGS-PLAQUETTE
Gistermiddag werd in 't gebouw van de CJ.
M.V. te Den Haag een plaquette onthuld
als een herinnering aan wijlen Dr. F. van
Gheel Gildemeestcr, den bekenden Haagsrhrn
predikant, Een foto van de plaquette.
GIFTEN EN LEGATEN
Te Heeren veen hebben de dames
Dornseiffen ter nagedachtenis van hun over
leden zuster aan de Kerkvoogdij der Ned.
Herv. Gemeente aldaar f 1C00 geschonken.
Kunst en Letteren.
ORGELVOORDRACHT JAN ZVTART
Jan Zwart, de Amsterdamsohe orgelist,
maar oud-Rotterdammer, zijn vader drukte
in den tijd, dat het thans ^ri^zend geslacht
in de school- en „rijpende" jaren was, de
Gereformeerde Kerkbode., komt in zijn ge
boortestad een orgel conjpr n geven.
In zijn Rotterdamse;^ n tijd deed de thans
vooral tengevolge y xg „de radio", door ons
heelc land beken^p en gewaardeerde kun
stenaar, reeds in. kleineren kring van zich
spreken. Wat V'erkte zijn bezield en tech
nisch hoogstand spel reeds toen op de ver
beelding va*4 de jonge menschen in het ge-
improviseerde „A"-kerkje aan den Lagen
Westzeed^jk, als hij wonderen verrichtte op
het in e.0ii hoek achter een groen gordijn
verschuilen zaalyorgel! En hoezeer is het
door diezelfde jonge menschen betreurd,
toe*.i hij voorgoed „het stalletje" verliet om
ec^i benoeming in Amsterdam te aanvaar
den, want zijn opvolger kon aan zijn be
kwaamheid niet tippen en verwekte zelfs
meer ergernis dan bezieling met zijn voor-
en naspelen.
Jan Zwart is nu reeds een goede 32 jaar
orgelist in de Hersteld Evangelisch-Ln-
Ihersche Kerk tc .Amsterdam. De „sprong"
van „het st'alletje" naar een flinke kerk met
zulk een mooi orgel is indertijd dus niet
alleen groot, maar om zoo te zeggen ook
precies raak geweest Jan Zwart heeft zich
in 1N9S een plaats verworven .die hij met
eere ï>ézeL Stoer werker als hij is, heeft hij
ook huiten Amsterdam meer en meer naam
geAiaakt, allereerst door orgel-concerten te
£even b.v. in Alkmaar. Zutphen, Deventer
en elders in ons land. maar ook door uit
gave van Nederlandsche orgelmuziek cn het
schrijven van bijdragen over allerlei, dat
met het orgel in betrekking staat, in bladen
als „De Harp". Bijzonder verdienstelijk
maakt hij zich door bij de groote massa,
belangstelling te wekken en steeds meer
te versterken voor den stichter der Neder
landsche organistenschool uit het begin
der 17de eeuw: Jan Pieterszoon Sweelinck.
In een interview heeft hij onlangs als zijn
plan bekend, dat hij als zijn levenswerk
een groot boek wil achterlaten over Swee-
liack, waarin deze wordt geschetst, zooal»
zijn tijdgenooten hem hebben gekend.
Zelf volgt hij Sweelinck's voorbeeld In
zekeren zin, door het orgelspel zooveel mo
gelijk te populariseeren door bespelingen.
In de laatste jaren heeft Jan Zwart daar
bij een prachtig hulpmiddel gekregen in de
radio. Zijn Maandagmlddagbespetingen voor
de in „zijn" kerk opgestelde microfoon zijn
bij de luisteraars buitengewoon geliefd en
uit de correspondentie-rubriek ,die hij, in
verband daarmee, in de „Omroepgids" der
N. C. R. V. verzorgt, blijkt wel elke week
overduidelijk hoezeer hij de belangstelling
gaande gemaakt heeft.
En nu komt Jan Zwart op Woensdag
avond 15 October te Rotterdam spelen, in
de Nieuwe Westerkerk, Ammanstraat, zulk.
op verziek van het Orgelfonds voor de
Nieuwe Oosterkerk.
Het ligt geheel in Jan Zwart's lijn, dat hil
dóór en voor dat doel zijn geboortestad
komt bezoeken. Dat hij en het genoemd*
Orgelfonds erin zullen slagen de wassend®
liefde voor het orgelspel te „exploiteercn"
om de kas voor den bouw van een kerk"*
orgel te stevigen, achten wij vanzelfspre
kend, nu de naam Jan Zwart zoo algemeen
en in het bijzonder te Rotterdam zulk een
goeden klank heeft Ieder die regelmatig
van zijn radio-orgel voordrachten geniet,
zal hem op 15 October in de Nieuwe We»,
terkerk willen hooren. Men kan ervan ver
zekerd zijn, dat hij ook uit dit zeer goedd
orgel alles zal halen wat het geven kan.
Het programma bevat werken van Bach,
W'idor. Grison, Boëllmann en een aantal
Koraalbewerkingcn van Jan Zwart zelf.
Gemengd Nieuws.
DE SOMBERE SEPTEMBER
Mededeeling van het Kon. Met. Instituut
te De Bilt
Gemiddeld over de ivijf hoofdstations was
de ochtendtemperatuur 1 graad boven nor
maal. In de drie dekadon respectievelijk
1 en 1 graad. De grootste afwijkingen kwa
men voor op den 24sten met 5Vé graad bo
ven, en den ?2stcn met 2 graden beneden
onrmaal. De gemiddelde maximumtempe
ratuur was 1 graad beneden, het gemiddel
de minimum twee graden boven normaal.
De neerslag was over het gehecle land
boven normaal. In Gelderland ongeveer 20
pCt., in Zuid-Holland 90 tot 100 pCt, in het
overige doel van het land 40 tot 70 pCt. bo
ven normaal. Te de Bilt werden 96 uren zon
neschijn waargenomen tegen 148 normaal.
DOOR HET HEMELVUUR.
Tijdens een kort, doch hevig onweder wer
den te Zwaluwenbui'g, een half uur afstand*
van Oldebroek, drie koeien van G. Fikse Azn,
gedood.
Te Putten brandde een hooiberg af.
DOODELIJKE BOTSING
Dinsdag heeft te Olterterp (Fr.) een ern
stig ongeval plaats gehad, toen oen voor een
dogcar gesponnen paard schrok voor d«
li aderend o stoomtram, liet dier begon daar
door te steigeren cn achteruit tc duwen. Da
dogcar kwam dientengevolge tegen de train
terecht en werd geheel verbrijzeld. Van da
inzittenden kwa mdc 63-jarige veehouder S.
van Terwispcl en diens kleinzoon met den
schrik vrij. Dc vrouw van S. was echter on
der het wagentje terecht ~ekomen en be
kwam zoodanige wonden dat zij enkele oogen
blikken later overleed.
OP TIJD NAAR BED!
Te Tienraay (L.) bestaat de verordening,
dat ook de volwassenen op tijd naar bed
moeten, een niet zoo slechte maatregel voor
nachtbrakers.
Onlangs moest de veldw.^hier tegen cn
inwoner optreden, die dit gcMfc! overtrad cn
geen gcncigdhcV toonde naar huis te gaan.
De man zou ingerekend worden, doch d®
burgemeester liet hem naar huis gaan. D*
zank komt voor den rechter.
EEN BERUCHT SUJET GESNAPT
Bij een juwelier te Nijmegen vervoegde
zich een heer die zeide een gouden horloge
te willen koopen. Uit de hem voorgelegd*
collectie deed hij een keus en hij verzocht
dit uurv4 rk te willen zenden aan r.ijn adre*
te Groev ck. Betaling zou later volgen. Al
dus werd overeengekomen en de juwelier
verzond het horloge. Verschillende omstan
digheden wekten daarna echter zijn arg
waan op en hij riep do jwlitie te hulp.
De argwaan was inderdaad gegrond ge
weest. want de heer bleek zekere H. een
zeer berucht oplichter te zijn. die door d«
politie werd gearresteerd.