PHILIPS LUIDSPREKERS
PHILIPS RADIO
Ontvanginstallatie
tfaw deHXendek
Radio-nummer.
Woensdag, 1 October '19SO.
Philips Populaire Luidsprekers
No. 2016 en 2017 geven met een
Philips Ontvangtoestel een weer
gave van zeer hooge kwaliteit. -De
beste Luidsprekers in hun prijs
klasse. Ze kunnen ook hangend
gebruikt worden.
Philips No. 2016 F. 27.50
Philips No. 2017 met schakelaar
om het timbre t? wijzigen F. 30.—
Philips Luidspreker No. 2022.
De geluidsproductie van dit instru
ment is volkomen in overeenstem
ming met het harmonisch uiterlijk.
Een prachtig stuk werk, voor een
prijs die buitengevvoon Jaag is.
Philips No. 2022 .F, "39.50
Philips Luidspreker No. 2024
5s uitgevoerd als een sierlijk eiken
houten meubeltje, bescheiden van-
■omvang, tot in alle-onderdeelen een
üuidspreker zooals sinds lang werd
gevraagd Het Philips gebalan
ceerde magneetsysteem verzekert
een sonore,- klankrijke weergave.
Philips No. 2024 F. 45.-
"Philips Luidspreker No. 2007.
Het sierlijk uiterlijk, gepaard aan
een uitmuntende geluidsweergave,
hebben dezen Philips Luidspreker
een wereldvermaardheid gegeven.
Philips No. 2007 F. 52.50
Philips Luidspreker No. 2019
bezit hetzelfde magneet-systeem
als de bekende Luidspreker 2007 en
denzelfden driepoligen schakelaar,
die het mogelijk maókt de eigen
aardigheden van bepaalde zend
stations te corrigeeren. Deze Luid
spreker wordt in twee kleuren ge
leverd, wortelnotenhout en mahonie.
Philips No. 2019 F. 52.50
jHel houwen van een
Vervolg
hoeft echter slechts klein te zijn. De soldeer
bout wordt in een gas- of spiritusvlam flink
warm gemaakt, echter mag de bout niet
roodheet worden. Allereerst moet nu de sol
deerbout worden vertind. Men doet dit door,
wanneer de bout flink warm is, even het
harssoldeer tegen de'•punt van de bout te
houden. Na korten tijd zal het 'soldeer smel
ten en enkele druppels tin aan de bout blij
ven hangen. Nu neemt men een doekje en
Veegt even over de punt van den bout, zoo
dat dit geheele oppervlak is vertind. Het
goed schoon en vertind blijven van de punt
van den bout is een eerste vercischte om deug
delijk te soldeeren. Om dit te bereiken is
het gewenscht de bout niet in, doch even
boven de gasvlam te verwarmen, bij ge
bruik van een spiritusvlam (welke de voor
keur verdient) kan men de bout evenwel ge
rust in de vlam houden. Is, trots alle voor
zorgen, de punt tf|h vuil geworden, dan
'eerst weer opnieuw vertinnen en afvegen
met het doekje. Een verbinding maakt men
dan als volgt. De aan te soldeeren draad
.wordt op een lengte van S m.M. haaks om
gebogen, dit stukje drukt men stevig tegen
den draad waaraan de verbinding moet ko
men. Nu houdt men even de bout tegen hei
soldeer, zoodat een druppel aan de bout
blijft hangen. Vervolgens houdt men direct
de bout (met druppel spldeer, die er niet
"mag afvallen) op de verbindingsplaats zoo
lang tot het soldeer goed tusschen de twee
draden is gevloeid. Hierna neemt men de
bout weg, doch houdt de draad nog een
oogenblik stevig vast, totdat het soldeer is
afgekoeld en de draad vastzit. Ter controle
of de aanhechting voldoende stevig is, buigt
men de aangesoldeerde draad een paar
maal voorzichtig been en weer, waarbij de
ze niet mag losbreken.
Twijfelt men aan een verbinding, soldeer
dan liever nog eens over. Het soldeeren
aan vaste blokcondensatoren moet zeer voor
zichtig geschieden. Men zorge er voor dat
de soldeer bietjes aan de condensatoren
vooral niet te heet worden, dus de bout er
niet langer tegen houden dan hoogst nood
zakelijk is.
Aan de lampvoetjes soldeeren we alle
draden, hoewel ook hier schroefjes zijn aan
gebracht, verdient soldeeren toch de voor-
Bij de indirect verhitte wisselstroomlam
pen vindt men aan de lampvoet, behalve de
vier pennen, op den zijkant ook nog een
aansluitklem. Op de houwteekening ziet
men bij de lampen L.F. en Det een los
draadje met kabelschoentje aangegeven; de
bedoeling is dat dit draadje met de zij-
schroef op de lampvoet wordt verbonden.
'Hetzelfde zien we bij de HF-lamp, doch
hier is het. draadje met het alluminium-
scherm verbonden. Deze draadjes moeten
zijn soepel snoer, dus geen gewoon imon-
tagedraad-
Men kan echter ook lampen nemen wel
ke, inplaats van de zijschroef, een vijfde pen
hebben, .dig dap in het midden staat, Ge
bruikt men deze lampen, waarbij dus de
snoertjes komen te vervallen, dan moet
men echter ook lampvoetjes nemen geschikt
voor genoemde lampen, dus met vijf in-
plaats van vier bussen. De vijfde pen (dus
middelste) wordt dan verbonden aan het
zelfde punt, waar op de houwteekening het
losse snoertje is verbonden.
De verbinding van P7 naar HF smoor
spoel A wordt uitgevoerd met gewoon mon
tagedraad, bovendien vanaf dit draadje een
soepel snoertje naar de top van de HF-lamp.
We meenen hiermede voldoende toelich
ting te hebben gegeven van de houwteeke
ning en zullen thans een volledige lijst ge
ven van de benoodigde onderdeelen.
Ten gerieve van hen die misscnir-n r»eds
een toestel bezitten, doch dat willen om
bouwen en dan gaarne zooveel mogelijk
van de onderdeelen willen gebruiken, ge
ven we tevens enkele andere fabrikaten,
welke ook kunnen worden gebruikt. Allééu
daar, waar we een bepaald fabrikaat noe
men en geen ander ter vervanging, is het.
noodzakelijk voor de goede werking, het
door ons aangegeven merk te gebruiken.
Thans volgt de lijst.
2 Förg condensatoren 500 c.M. met
fij nr eg eischaal a 7.80 15 60
Hiervoor ook: Pifot, Lissen, Selec
tor, Transforma.
1 Rexor Potentiometer 400 Ohm 2.
1 Astra kort-langscbakelaar 2.SO
1 Mica condensator max. 500 c.M. 2.—
2 Allumimi<um eteunhoeken 0.60
1 Frontplaat (Eboniet, Pertinax, Litl-
lex enz.) 50 X 20 c.M. 6.-
1 Bodemplaat 10 m.M. triplex
52 X 30 c.M. 1.—
1 Stel AMuminium afschermplaten 1.75
1 Laagfrequen-t transformator 13
Geoopbone 9.50
Hiervoor ook: Phillips, Lissen,
Tra.nsfo.rma, Erres Jr.
1 Stel Astra inbouwspoelen AA3 9.—
1 Astra luaMblokcondensator 25 c.M. 1.—
1 2 Astra II.F. Smoonspoelen type A
k 4,25 8.50
Hiervoor ook: Liseen, Ton ex, Ra
dix, Transforma.
1-VoedingBcombmaitie Ferrix 14.50
Hiervoor ook: Traneforma, Splen
did Ideaal, T.I.
1 Ferrix emoorepoel C2 3.75
1 Gires potentiometer bodemmon-
tage 400 Ohm 1.25
1 dito 800 Olim 1.75
1 Gires Weerstand bodemmontage
31/0 Ohm 1.—
3 Lamp voeten met 4 bussen Alpha of
h 0.50 1.50
2 Lamp voeten met 5 bussen Alpha
h 0.60 en
1 Lampvoet met 4 bussen Alpha
h 0.50
1 Aermonic lampvoet, liggende mon
tage 0.90
2 Hydra blokcondensatoren 4 Mfd.
500 Volt h 2.50 5.-
1 Idem idem 2 Mfd 500 Volt 1.50
2 klem idem iy2 Mfd. 500 Volt a 1.35 2.70
1 Idem idem 1 Mfd. 500 Volt 1.25
1 Idem idem 0.1 Mfd. 1000 Volt 2.-
J Hom (idem 10.000 c.M, _,j 1.20
«s-cssoeals de zanger afhankelijk is van zijn stembanden - zoo
slaat of valt met de kwaliteit van Uw luidspreker het genot
van Uw radio-ontvangsf..
Philips heeft het zich, bij den bouw van zijn beroemd geworden
Luidsprekers, dan ook geenszins gemakkelijk gemaakt. Eerst na
ernstig zoeken en verbeteren in de Philips Laboratoria en nadat
de allerhoogste resultaten waren bereikt,- werden de' Philips
Luidsprekers waardig gekeurd hun triomftocht- aart te vangen.
En thans? Thans zingen zij, tot in de uithoeken der wereld,
hun hoogste lied, klaar als kristal.
AA
Philips Standaard Luidsprekers
Nos. 2108 en 2109 zijri electro-
dynamische luidsprekers, artistiek"
van vorm, uitgevoerd in decoratief
Philite. Zij waarborgen een weer
gave van groot volume en yan
zeldzame zuiverheid.
Pblllps No. 2108, zonder transt. F. 8S.r-
Pbilips No. 2109. met transf. f. 92.50
1 Loewe blokconcteneator 300 c.M. 0.60
1 Idem idem 2000 c.M. 0.90
1 Loowe vaste weerst. 2 Meg- Olim 0.S0
1 idem idem idem 0.5 Meg. Ohm 0.80
1 Idem idem idem 20.000 Ohm 0.S0
c.a. 10 M. montagedraad 0.60
c.a. 10 M. ieoiatiesok 0.80
4 Aan6'luitbu6sen 0.30
.Soldeer en houtschroefjeB 0.75
De totaalprijs van deze onderdeelen
is dan afgerond 105.—
Philfps Electro-Dynamische
Luidsprekers Nos. 2120 en 2121
zijn voorzien van een schakelaar, die
het mogelijk maakt, interferentie-
tonen te onderdrukken. Deze luidr-
sprekers worden in een kast van
gepolitoerd notenhout geleverd'.
Philips No. 2120, zonder transf. F. 125.—
Philips No. 2121. met transf. F. 132.50
Nieuwe Meesterzangers,
model Nos. 2110 en 2111, hoog
model Nos^ 2112 en 2113, in de
oude gedaante, doch voorzien van
een geheel nieuw binnenwerk,
benevens een schakelaar, die het
•mogelijk maakt, interferentie-tonen
te onderdrukken.
Philips 2110/12, zonder transf. F. 105.—
Philips 2111/13, met transf. F. 112.50
Philips Meesterzanger No. 2088
van hetzelfde materiaal als Philips
Ontvangtoestel No. 2511, kan als
onderzetkast voor dit luxe-apparaat'
dienen. Philips No. 2088 heeft
een magneetsysteem met afzon
derlijke bekrachtiging, waartoe eetr
gelijkrichter werd ingebouwd.
Philips No. 2088, zonder transf. F. 195.—
De kast voor het toestel kan men zelf ma
ken of kant en klaar koopen. Reeds voor
f 12.50 heeft men een aardige kast.
De lampen.
De juiste lamp op de juiste plaats geldt
wel in het bijzonder voor radio-ontvang
toestellen.
Bij het hierboven beschreven toestel heb
ben we lampen geprobeerd van verschillend
fabrikaat. Om den bouwer eenigsdns vrij
te laten,-geven we aan welke lampen van
drie verschillende fabrikaten uitstekend in
het toestel functioneeren. Dit zijn de vol
gende:
Philips Geco Tungsram Prij6 Functie
F.442 MS4 AS4100112.50 Hoogfneq.
E415 MII4 AG4100± 12.50 Det ctor
B443 PT425 P430 ±12.50 Eindlamp
373 Philips 373 PV480 7.50 Plaatfitr.l.
Zooals reeds gezegd, doen al deze lampen
het zeer góed, doch in het bijzonder wijzen
we nog op de 6 Watt eindlamD P 430 van
Tungscam, welke een zeer krachtig en zui
ver geluid afgeeft.
De lampen worden in deze volgorde in 't
toestel geplaatst, staande vóór het toestel.
Liggend: E 442 of MS 4 of AS 4100.
Det. E 415 of MH 4 of AG 4100.
L.F. B 443 of PT 425 of P 430.
Gelijkrichterlamp 373' of PV 480.
De bediening van het toestel;
Deze is al zeer eenvoudig. Na aansluiting
van luidspreker, antemie en aarde, steken
we de contactstop van de snoer welke ver
bonden is met de klemmen van de voe-
dingscombinatie, waarbij staat aangegeven
„naar lichtnet", in het stopcontact.
Ongeveer 1 i 2 minuten wachten, daar
de lampen eerst even warm moeten wor
den alvorens ze hun werk aanvangen. De
golflengte-schakelaar hebben we naar
rechts gezet, dus lange golf. De knop links
op de frontplaat wordt geheel ingedraaid,
dat wil eeggen, de draaibare platen van de
mica-condentsa.tor bevinden zich tusschen
de vaste platen. De knop geheel rechts (po-
tentiometer-terugkoppeLmg) wordt ongeveer
op de middenstand geplaatst. Vooraf heb
ben we de weerstand, Gires 3Yz Olim, in het
toestel bijna geheel uitgeschakeld. De bei
de potentiometers 400 en 800 Ohm in het
toesten plaatsen we voorloopig ongeveer
op bet midden. Hierna nemen we in elke
hand een knop van de beide draaiconden-
satoren op de frontplaat, deze staan alsnog
beiden op nul. Zeer voorzichtig draaien we
nu beide knoppen, zoolang tot öf een gil
toon of muziek uit den luidspreker komt In
het eerste geval moet de terugkoppeling zoo
veel naar links worden gedraaid tot het
gillen ophoudt. Hooren we thans muziek,
dan worden de beide draaicondensatoren
zoolang zeer langzaam vooruit of terug ge-,
draaid, dat het geluid op zijn sterkst is.
We merken hierbij nog op dat het vol
strekt niet zeker is dat beide knoppen op
hetzelfde cijfer van de schaal komen, een
klein verschil is eeer wel mogelijk. De kwa
liteit van de muziek zal nog niet mooi zijn,
daar .eerst de potentiometers 400 en 800 nog
moeten worden afgesteld. Dit imoet op het
gehoor geschieden. Die van 400 Ohm (neg.
roosterspanning voor de hoogfrequentlamp)
zal bijna aan het einde komen te staan, dc
800 Ohm ook bijna aan het eind, doch juist
in andere richting. Een en ander moet ech
ter door probeeren worden gevonden. Ten
slotte kan nog de meest gunstige stand
worden gezocht van de gloeiw eens tand 3V2
Ohm. Zijn deze weerstanden in het toestel
eenmaal goed afgesteld, dan behoeft men
daar nimmermeer aan na te stellen.
Als regel geldt dat de terug-koppel poten
tiometer zoover naar rechts wordt gedraaid
dat geen hol geluid ontstaat. Met de lin-
kerknop regelt men verder de geluidsterk
te. Een kleine wenk voor de langegolf-sta-
tions kan ik misschien geven, men beden
ke echter, dat die cijfers niet voor alle toe
stellen dezelfde is, men kan echter onge
veer in die buurt het aangegeven station
vinden. Dus alle cijfers zijn ongeveer Hilver
sum 40, Kalundborg 45, Daventrv 70. Zee
sen 75, Parijs 80, Huizen (1875 M.) 90. Op
beide schaalverdeelingen zoekt men onge
veer in die buurt.
Om naar de korte golf over te gaan be
hoeft men niets anders te doen dan de golf
lengteschakelaar om te zetten, de overige
afstemming blijft precies gelijk. Alléén voor
stations beneden 400 M. kan de gunstigste
stand worden gezocht van de liniksche knop
(antenne serie-condensator), daar voor die
korte golven de condensator niet geheel i n
moet zijn gedraaid, wil inen het max. ge
luid krijgen.
Uitschakelen van het toestel geschiedt
eenvoudig door den contactstop uit het
stopcontact te trekken.
We willen de bespreking van het ont
vangtoestel beëindigen met er nogmaals op
te wijzen, dat men vooral uiterst nauwkeu
rig te werk gaat en niet probeert het toe
stel jn een minimum van tijd klaar te ma
ken, ook nogmaals, nauwkeurig de bedra-
De luidspreker.
Het is niet onze bedoeling u een handlei
ding to geven tot het geheel zelf bouwen
van een luidspreker. Wil men dat doen dan
is groote vaardigheid en routine, beter ge
zegd, volledige kennis van het instrument
makersvak een eisch. Al dat. zelf maken,
zoowel van spoelen voor een toestel, als
een luidspreker-systeem, eindigt met te
leurstelling; bovendien is men in den re
gel nog duurder uit dan dat men het
systeem klaar koopt.
Wat we wel willen doen is u een en
kele wenk geven betreffende in den handel
zijnde inbouw-systemen en hoe deze zelf in
een kast zijn te" houwen.
In hoofdzaak kennjn we twee soorten
systemen, welke als de beste mogen wor
den genoemd. Behoudens nog een enkel
speciaal systeem zijn de meest bekende
vierspoelige" magneet-systemen en de elec-
tro-dynamische luidsprekers. Onder de eerst
genoemde treffen we velen zeer goede fa
brikaten aan, welke ook een celuid-kwali-
teit weergeven, welke alleszins bevredigend
is. Niettemin, nemen we de beste magne
tische luidspreker en hooren we daarnaast
een goede dynamische electro, dan wint de
laatste het steeds, wat betreft vollheitd en
zuiverheid van 't geluid. Echter, vooropge
steld dient dat men *n goede eiectro-dynanu-
sche moet hebben, daar anders het resul
taat veelal achter staat bij de vierpolige
luidsprekers.
Kenmerkend voor de clectro-dynamische
luidsprekers is, dat ze de tonen ln de lage
registers zoo schitterend weergeven, dit laat
sle doen" meestal alle e.d. luidspekers, ook
de slechte, docli deze venvaarloozen dan
veelal de hoogere tonen. Wil men dus een
e.d. luidspreker, dan kieze men een erkend
goed fabrikaat. Hoewel het systeem van een
e. d. luidspreker tegenwoordig weinig duur
der is dan de beste fabrikaten vierpolige
luidsprekers, moeten eerstgenoemde een af
zonderlijke gelijkstroomvoeding van de
veldmagneet hebben, wat het geheel weer
wat duurder maakt.
De plaatsruimte laat niet toe dat we hier
verder ingaan op de constructie van ver
schillende luidspreker-systemen. Enkele aan
wijzingen van het inbouwen willen we ech
ter nog laten volgen.
Bij velen bestaat nog de meening dat de
kast van een luidspreker weinig invloed
heeft op de kwaliteit van het geproduceerde
geluid. Niets is echter minder waar. Een te
kleine kast kan een luidspreker ongeniet
baar maken, echter ook een te groote kast
kan ongewenscht resultaat geven. In de eer
ste plaats hebben we het klankscherm, dit
is het houten bord waar de luidspreker te
gen aan wordt geschroefd. Dit scherm mag
vooral niet te dun zijn, minstens 10 m.M. De
grootte hiervan hangt af van de grootte der
luidsprekerconus. In het algemeen kan men
aannemen dat het klankscherm aan alle
zijden ongeveer 10 c.M. grooter moet zijn
dan de middellijn van de conus. Is deze
laatste dus b.v. 25 c.M. dan neme men het
klankscherm b.v. 45 c.M. vierkant.
De zijkanten van de kast worden even
eens van dezelfde dikte hout gemaakt als
het scherm. De verbinding van zijkanten
aan scherm moet vooral goed stevig zijn.
Ook de diepte der ka6t bepaalt ziöh naar
het luidsprekersysteem, men neme die diep
te b.v. 5 c.M. meer dan beslist noodzakelijk
is om de luidspreker goed te kunnen ber
gen. Nimmer mag het luidsprekersysteem
direct tqgen het hout worden geschroefa,
men legt er een vietring tusschen ongeveer
0,5 c.M. dik. De achterkant van de kast
moet worden gemaakt van hout met enkelu
groote 'gaten er in geboord, of wel een hou
ten raampje met een stof bespannen, dit
om te voorkomen, dat de aanwezige lucht
in de kast resonatie-verschijnselen in het
leven roept.
Nog zij opgemerkt dat het klankscherm
natuurlijk niet geheel dicht mag zijn en
wordt een gat in gezaagd, een paar centi
meter kleiner dan de middellijn van de luid
sprekerconus.
Ter oriënteering willen we thans enkele
det' meest bekende luidsprekersystemen
noemen, zonder echter nog op volledigheid
aanspraak te maken, daar het aantal fabri
katen legio is.
Voor de vierpolige systemen noemcn< wc:
iBlauyunct, Lissen. Famct, Hegra, Philip»,
Kolster Brand es, Farrand, Loewe.
Voor de eleptro-dynamische luidsprekers
kunnen we naar bovengenoemde fabrikaten
wijzen, alle deze leveren ook systemen voor
e. d.-luidsprekers; bovendien zouden we
daarbij nog de Magnavox en Airofoon wil
len noemen.
Men lette er wel op dat bovengenoemde
merken gelden voor inbouwsystemen, van
zelf leveren zij en vele andere ook complete
luidsprekers.
We zijn thans gekomen aan het laatste
gedeelte van een radio-ontvanginstallatie,
n.l. de antenne, bewerking en aardverbin-
dïng.
De antenne en aardleiding
Wanneer men in een groote stad op cle'
daken ziet, dan vraagt men zich af, hoeveel
systemen voor antenne-aanleg bestaan er
toch wel. Laten we U direct uit den droom
helpen, het zijn er feitelijk slechts twee, ter-i
wijl de tweede nl. een 'dakraamantenne,
slechts in uiterste nood moet worden toe-,
gepast; alle andere systemen, welke men
ziet, is, we zouden het willen noemen, onzin*
Vraagt men de bezitter van zoo'n buitenmo
del-antenne naar de resultaten, dan krijgt
men veelal ten antwoord dat er geen beter,
is. Gaat men de ontvangstresultaten eens
serieus onderzoeken dan komt men meestal
tot de ervaring dat deze altijd achter staat
bij een eenvoudige enkeldraads antenne. Ter
voorlichting willen we ons hier bepalen bij
twee soorten antennes. De eerste is de gewo
ne enkeledraad-antenne.
De lengte van een antenne moet c.a. 15 h
20 M. bedragen, maakt men doze langer,
dan zal weliswaar misschien de ontvangst
sterkte iets grooter worden, doch de selec
tiviteit van het toestel wordt kleiner. In 't
algemeen gelden voor de antenne-aanlegde
volgende regels:
Antenne ééndraads pl.m. 15 M. lang, goed
vrij en zoo hoog mogelijk gespannen.
Aan de isolatie tnoet groote zong worden
.besteed, aan bedde einden van den draad
minstens drie flinke ed-isolatoren.
De invoer naar binnen wordt op de eigen
lijke antenne steeds direct bij één der ein
den afgetakt, dus nimmer b.v. in het mid
den van de horizontaal gespannen draad.
De antenne behoort flink strak te zijn ge
spannen.
De binnenleiding van een antenne be
hoort zoo kort mogelijk te zijn en liefst ooit
geheel vrij gespannen.
De bevestigingspunten van een antenne"
regelen zich naar plaatsclijken toestand.
Heeft men de beschikking over twee be
hoorlijk hooge schoorsteenen, dan kan de
antenpe hier tusschen worden gesoannen,
anders plaatst men houten masten. Zijn
twee bevestigingspunten ver van elkander
gelegen, dan kan men deze toch benutten.
In dat geval maakt men de ontvangdraad
korter door aan een kant de isolatoren niet
geheel aan het einde te plaatsen, doch op
zoo'n afstand dat de antennedraad toch
niet langer wordt dan pl.m. 15 M.. bet ove
rige deed doet dan dienst als spandraad.
Wel is het gewenscht ook die spandraad
te isoleeren. We krijgen dan dus drie stel
isolatoren. Op deze manier kan men ook
twee antennes maken in één afspanning.
Beschikt men over slechts weinig ruimte,
of (zijn geen goede bevesjigingsfwnten te
krijgen, dan kan een dakraamanténne wor
den toegepast
Dit dakraam bestaat uit een houten kruis,
waarop, goed geïsoleerd, een hoeveelheid
draad is gespannen. Deze ramen rijn com
pleet gemonteerd in den handel en kosten
tien gulden. De ontvangstresultaten hier
mede zijn heel goed te noemen.
Het raam wordt op een mast van c.a. 4
h 5 M. hoogte geplaatst de invoer naar het
huis wordt aangesloten op do daarvoor aan
wezige schroef. Zeer gewenscht is het een
antenne, en daarmede het toestel, te bevei
ligen tegen blikseminslag ©f gevaarlijk# ont
ladingen uit de atmosfeer. De eenvoudigst®
en meest afdoende is beveiliging met ©en
edelgasvciligheid, deze werkt geheel auto
matisch. Deze beveiliging heeft twee aan
sluitingen, waarbij de écne de antenne, d«
andere een aardleiding wordt verbonden.
We zijn hiermede vanzelf gekomen aan
- Zie voor vervolg ommeslaande pagina*