KONINKLIJK BEZOEK
AAN ROTTERDAM
Gemengd Nieuws.
DINSDAG 30 SEPTEMBER 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5
TIENDUIZENDEN OP DE BEEN
De ontvangst ten Stadhuize
In geen zes jaar had de Koningin onze
stad bezocht als we tenminste het bezoek
aan de Ncnyto even buiten beschouwing
laten en 'het was dan ook geen wonder,
dat de stad met vreugde de tijding heefl
vernomen van het op handen zijnde bezoek
van het Vorstelijk gezin.
Om I-Iaar en Ilaar gezin toe te juichen
waren gistermiddag de duizenden uitgetrok
ken met oranje getooid en het vroolijke dun
doek bracht de stad voldoende in feest
stemming.
De aankomst.
De drukte op het Stationsplein was enorm.
Daar zou de „blijde incomste" der Konink
lijke Familie binnen Rotterdam plaats hek
ben, en daar wilden duizenden den eersten
groet brengen.
Te omstreeks half drie werd de geweldige
schare onrustig: het groote oogenblik na
derde.
Onmiddellijk na het binnenkomen van do
trein werd de Koninklijke Familie begroet
door den Bureemeester.
II. M. de Koningin was gekleed in groenen
mantel en hoed, H. K. H. Prinses Juliana in
blauwen mantel en hoed, Z. K. H. de Prins
in admiraals-uniform.
Na de begroeting door den Burgemeester
boden Marietje Nivard onder leiding van
Mevr. Nivard en Jootje Smeding een bou-
nuet witte rozen en een bouquet theerozen
aan II. M. de' Koningin en Prinses Juliana
aan.
Daarna begaf men zich naar de calèches,
onder de luide toejuichingen der groote
menigte. Vooraf boden de ridders' van het
Mohilisatiekruïs Moeder en Dochter bloemen
Onder daverende toejuichingen van het
publiek begaf de stoet zich daarop naar het
Stadhuis aan den Coolsingel.
Als steeds was de komst der Koningin een
zegetocht.
De duizenden langs den weg, waarvan
velen reeds geruimen tijd hadden gewacht,
juichten en wuifden de Vorstelijke Familie
geestdriftig toe.
De calèches reden zeer langzaam, zoodat de
menigte het Koninklijk gezin, dat er wel
varend en verheugd uit zag, goed kon op
nemen.
Op den Coolsingel.
Dat de Coolsingel een brandpunt in de al-
gemeene feestvreugde zou zijn, was vooruit
te bezien. De politie had dan ook uitge
breide en voortrelfelijke maatregelen geno-
Er werd ook hier druk gevlagd, waaraan
de toren van de welhaast voltooide „Bijen
korf" deelnam.
,'t Was. een aardig gezicht de vel# duizen
den schoolkinderen te zien, getooid met vlag
jes en Oranje.
De feeststemming zat er ook hier in,
Daarvoor zorgde ook het carillon van den
Stadhuistoren, dat reeds lang te voren de
wijsjes van verschilLende vaderlandsche lie
deren liet hooren.
VOOR EN IN HET STADHUIS
Te 2 uur begon de trek der schoolkinde
ren, die aan de aubade voor het stadhuis
zouden deelnemen. Het waren er duizenden,
vrijwel allen voorzien van een vlag en ge
tooid met oranjesjerp of strik.
Het kostte nog eenige moeite, voor deze
zwerm van kwetterende spreeuwen binnen
'de beschuttende hekken was opgesteld,
maar te half drie stonden toch allen netjes
in het gelid.
Ter weerszijden van het stadhuis waren
op het afgezette gedeelte stoelen neergezet
voor ouden van dagen en daarvan is dit
maal wel een heel gretig gebruik gemaakt
Om den wachtenstijd te dooden werd door
de Rotterdamsche Harmoniekapel menig
bekend oranjclied geblazen en om de kelen
te oefenen ook duchtig meegezongen.
Inmiddels werden ook ten stadhuize do
voorbereidende maatregelen getroffen. In do
hal van het stadhuis waren kostbare ta
pijten neergelegd en palmgroepen vormden
de verdere versiering.
Ook in de Burgerzaal was een dergelijke
tooi aangebracht.
Hier verzamelden zich tegen half drie de
wethouders De Jong, Nivard en De Groot, j '"pp
de raadsleden Abr. van der Hoeven, Schou
ten, De Vi sser, Baars, Reumer, Dutilh, Do
Jonge, Ivlcipool, Verheul, Hanemaayer, De
Bruin, Iloeben, Reeser, Mevr. Doorman Kiel-
stra, mejuffrouw Knappert, mejuffrouw
Mcyer, Holst, Kersten, Kraayvanger, v. d
Brule, Hendriks, Hymans en v. d. Kraan,
voorts de leden van het dagelijksch bestuur
van Rotterdam's Comité voor Nationale Be
langen, de heeren Mr. Bolkesteyn, Ringers
en Van Meggelen, de voorzitter en secretaris
van de commissie voor de verlichting op de
rivier, de heeren Wilton en Vuyck en de
•chef van het kabinet van den burgemeester,
Mr. James.
Te ruim kwart voor drie gingen duizen
den vlaggetjes omhoog en een donderend
gejuich verkondigde, dat de Koninklijke
-familie op komst was.
Voorop reed het rijtuig, waarin de com
missaris van politie, de heer A. H. Siirkss
gezeten was met den Commissaris van den
actieven dienst, de heer v. <L Poll. Daar
achter volgde het rijtuig, waarin was geze-
ten de burgemeester, Mr. P. Droogleever
Fortuyn in ambtsgewaad.
Dan volgde het met zes paarden hespan
nen en a la Daumont bespannen rijtuig van
de Koninklijke familie.
Stormachtige toejuichingen daverden over
den Coolsingel en de vorstelijke personen
groetten vriendelijk de menigte.
In de Burgerzaal schaarden zich inmid
dels de raadsleden in volgorde van anciën
niteit in een rij en eenige oogenblikken
bleef men in afwachting.
Dan traden binnen van het huis den
Koningin, baron v. Geen en baron Ben-
sinck en met heldere stem riep baron van
Geen: „De Koningin" waarop de genoodig-
den op de tribune en in de antichambres
zich van hun zetel verhieven.
II. M. de Koningin werd vergezeld door
den burgemeester, II. K. H. Prinses Juliana
door wethouder Mr. A. de Jong en Z. K. H
Prins Hendrik door wethouder L. de Groot
In het gevolg van de Koninklijke familie
was o.m. de Commissaris der Koningin in
Zuid-Holland, Z.Exc. Jhr. van Karnebeek.
Terwijl de hoofdambtenaar de heer van
Doorn op het orgel het Wilhelmus speelde
schreed de stoet naar binnen. H. M. de
Koning, de Prins en Prinses Juliana werden
aan de Raadsleden voorgesteld, De wethou
ders wuren reeds bij de aankomst door den
OP EN VOOR HET RAADHUIS
Toert de Koninklijke Familie zich op het
balkon van 't Rotterdamsche Raadhuis
vertoonde
zoo sterk was, dat de rook voor de stellages
verdween. Dit was nu wel eens een weinig
hinderlijk.
Aan het geheel heeft het echter niet afge-
Toen het groote slotstuk werd afgestoken,
kwam het groote oogenblik van den avond:
De stoomfluiten loeiden, de sirenes gilden,
het werd een oorverdoovend lawaai. Het
loeide en het gilde, het daverde en het
krijschte aan alle kanten. In de lucht v
klonken de donderende kanonnades vai
afgeschoten vuurpijlen. De hemel werd
licht door den flikkerenden glans van
helle licht van het schitterend slotstuk. De
verlichte vaartuigen wiegelden zachtjes op
de rivier en de groote stilligende stukken
prijkten in ongekenden glans. Toen was het
één groote, machtige hulde rvan de haver
één jubelende hulde aan onze geliefdi
Vorstin, één schallende groet aan het
Vorstelijk Gezin.
Toen het gejubel eenigszins gestild was,
klonken heel in de verte de daverende toe-
juiohingen van het publiek op den wal na,
dat zich ook niet onbetuigd wilde laten in
deze ongekende hulde.
Op de geïllumineerde Spido-ponton heb
ben in den loop van den avond Rotte's Man
nenkoor en het Kinderkoor R. V. O.
onder leiding van Bernard Diamant verschil
lende liederen gezongen. Na elk lied
klonk luid applaus en langdurig gejuich.
H. M. de Koningin heeft voor al deze hulde
betuigingen minzaam dank gebracht.
Daarna werd gevaren naar de Willems
brug, en dan naar het Maasstation. Toen
begon opnieuw, en nu voor het laatst de
grootsche hulde van de haven: het geloei en
gegil der sirenen als in een oudejaarsnacht.
burgemeester voorgesteM.
Na de kennismaking begaven ziob de
vorstelijke personen naar het balcon,
waarvan tapijten afhingen en opnieuw
barstton daverende toejuichingen los.
Aan de deelnemers aan de aubade het
waren zoowel ouderen als jongeren werd
daarna door de dirigente, mevr. M. G Grim-
berg-Huyser het teeken gegeven, dat de
aubade zou beginnen.
Op schoone wijze werden achtereenvol
gens ten gehoore gebracht een Welkomst
lied van Bart Verhallen, Oranjelied van No
garede en Voor U o Koningirme.
Na elk der liederen barstten toejuichingen
los.
Na de aubade werd mevr. Grimherg-
Huyser aan H.M. de Koningin voorgesteld
en later werden ook de leden van Rotter
dam's Comité bij de Koninklijke familie ont
boden.
H. M. de Koningin betuigde haar groote
erkentelijkheid voor de hartelijke ontvangst
en de aubade. a
Een zegetocht door de stad
Na de huldiging op het stadhuis ving de
tocht door de stad aan.
zegetocht geworden.
Dat bleek reeds dadelijk op het Hofplein
en Goudschcn Singel. Een ongekende me
nigte had zich verzameld. De menschen
stonden van kant tot kayj tien, twintig
rijen dik en de wagens, die op het laatst
nog op den secundairen rijweg werden op
gehouden, werden in allerijl tot tribunes
geïmproviseerd.
Toen de Koninklijke stoet den Goudschen
Singel zou passeeren, bleek er een opstop
ping van trams te zijn, zoodat de stoet voor
ons gebouw eenigen lijd werd opgehouden.
Hier werden door de Oranjeverecniging
Centrum bloemen aangeboden.
Het Noorden had reeds hij Grand Theater
eei> hulde gebracht.
Alleraardigst was ook de huldiging bij
het Weeshuis. Hier stonden vadej- en moe
der van het huis, benevens de regenten op
gesteld.
Door twee kleine weesmeisjes in costuum
werden aan H. M. de Koningin en H.K.H.
Prinses Juliana bloemen aangeboden.
Daarna werd de zegetocht voortgezet.
Aankomst van het Koninklijk Gezin aan het station D, P,
Ook verder in de stad was het zeer druk.
In het Westen stond men reeds een paar
uur te voren bij duizenden te wachten en
in het centrum was het uiteraard overwel
digend druk.
Dc Koningin in aantocht!
De verlichting op de rivier.
Reeds vroeg in den avond begon het te
stroomen uit de binnenstad en van den
Linker-Maasoevcr. De trams waren stamp
en stampvol. Geen plaatsje was er meer te
krijgen, en duizenden en nog eens duizen
den werden op dezen schoonen avond, waar
op het weer wel bijzonder medewerkte, naar
de oevers van de rivier gebracht, waar een
grootsch schouwspel wachtte. Het is dezen
avond indrukwekkend geworden! Wie zelf
dezen sohitterenden, feërieken avond op de
rivier niet meemaakte, kan onmogelijk be
grijpen, welk een schittering en kleur, welk
een schoonheid er dezen avond te genieten
was!
Het avondfeest op de rivier is machtig
grootsch en indrukwekkend geworden.
Om ongeveer kwart voor 8 verliet de Ko
ninklijke Familie de Indrapoera om zich
aan de ranke „Stad Rotterdam" in te sche
pen. Even later voer men, onder de luide en
hartelijke toejuichingen van het publiek, de
rivier op.
De gondclivaart is ook dezen avond een
schitterend succes geworden. Achter de
Stad Rotterdam sloten zich spoedig de ver
lichte vaartuigen aan.
Het avondfeest was begonnen.
De groote verlichte stukken waren er
weer: de Titan, liet Hollandsche landschap,
de waterval, de hengelaar, de groote ge
kroonde 50 met zijn eerezuilcn, het Wapen
van Nederland, de Batavier V, de dolfijn, de
baggermolen, en Ln dc verte de schitterende
met de duizenden lichtjes verlichte „Rotter-
Verder op den oever prijkten verschillen
de gebouwen in een zee van licht.
Nauwelijks had de Stad Rotterdam met de
Koninklijke Familie aan boord de gondel-
vaart ingezet, of een schitterend vuurwerk,
zooals wc dat in Rotterdam nog weinig za
gen, werd ontstoken.
Dc lucht heeft gedaverd van dc knallen,
geflikkerd in rossen gloed, is versierd ge
weest met flikkerende stralen, in allerlei
kleur, van de ranke licht uitspattende
vijlenbundels, on de groote stukken ver
hoogden den luister bovenmate.
Jammer was het dat de wind niet juist
I Ruim half 10 kwam men bij het Maas
station aan. Op de kade wachtte een ni<
hulde, nu van de Verecnigde Kerkzangers,
die een hymne aanhieven, waarnaar door-de
Vorstelijke Familie met groote aandacht
werd geluisterd.
Nadat men nog eenigen tijd in de eerste
klas wachtkamer had vertoefd, vertrok de
Koninklijke Familie naar het Loo, waar
men om half 12 behouden arriveerde.
Ook aan de oevers is dezen avond de
drukte weer enorm geweest. Duizenden bij
duizenden schuifelden al maar langs
eenige kilometers lange traject voort en
-uit de rivier gezien was het één groote.
machtige, deinende massa.
Herhaaldelijk, als de „Stad Rotterdam*
voorbij voer, klonken de luide toejuichingen
van het publiek tot ver in het rond.
Te ruim 10 uur was de drukte echter al
weer aanzienlijk verminderd. De trams had
den nog ruimte te kort, en opgepakt als ha
ringen in een ton is men huiswaarts getogen
Het Koninklijk bezoek 1< hoorde weer tot
het verleden. Het is een vreugdevolle dag ge
weest. De duizenden hebben hun liefde voor
ons Vorstenhuis weer getoond en er
een waardige en grootsche hulde gebracht
Voor Haar vertrek heeft H.M. de Koningin
op het station den heer Vuyk opgedragen,
allen, die hun medewerking" verleenden tot
het doen slagen van het avondfeest op de
rivier, Haar grooten en welgemeenden dank
te betuigen. De verlichting op de rivier en
de hartelijke hulde Haar en Haar gezin ge
bracht, hadden een grootschen en onvergete-
lijken indruk op Haar gemaakt.
Een onvergetelijke avondl
DE VLAG IN TOR
Tijdens hel Vorstelijk bezoek woei van het
Rotterdamsche Raadhuis de Koninklijke vlag
geheschen.
DE TENTZENDING
EN DE PREDIKING. DIE DAAR
GEGEVEN MOET WORDEN
EEN LEZING VAN Ds E. B COUVEE
De Centraal Bond voor Inwendige Zen
ding en Chr. Philanthropische Inrichtingen
hield heden te Amsterdam zijn algemeene
vergadering.
In de morgenvergadering werden verschil
lende huishoudelijke zaken afgedaan.
's Middags refereerde Ds. E. B. Couvée,
director-voorzitter van de Ned. Herv. Stads-
zending te Utrecht, over het onderwerp „De
Tentzending voornamelijk met het oog op
het karakter der prediking, die daar gege
ven moet worden".
Referaat Ds. Couvée.
Spr. hegon met er op te wijzen, dat de
Tentzending geen nieuwe beweging ls
Reeds op het einde van de vorige eeuw was
het een bekende wijze van evangeliseeren in
Engeland en Amerika. Toch heeft onze Ne-
derlandsche beweging daarmede geen vel
band. Die heeft veeleer verwantschap mei
de Duitsche Inwendige Zending. In 1902
maakte daar de bekende tent-evangelisi
Vetter een aanvang mede.
Door 't geestelijk reveil, de z.g.n. Opwek
king van Wales in 1905, werd het hart van
vele Nederlandsche Christenen bewogen
door de vraag: wat kunnen wij doen
den geestelijken nood van ons volk. Van de
Duitsche Evangelisten, die in de opwekkings
samenkomsten hier te lande, grooten
druk maakten, werd de gedachte aan Teni-
Zending overgenomen. De groote Tent der
Nederlandsche Tentzending werd kort daar
op te Apeldoorn, in tegenwoordigheid van
H. M. de Koningin, ingewijd.
Enkele jaren daarna ontving de Stads
zending te Utrecht een kleinere tent, meer
speciaal om ook de kleinere plaatsen
ons land te bezoeken. Daarna zijn tenten
en tent-zendingen in steeds toenemend aan
tal verschenen.
In 't begin van dit jaar, schreef een der
kerkelijke medewerkers van de Nieuwe
Rotterdamsche Courant, een artikel, om te
betoogen, dat de Wales-opwekking, die nu
juist vijf en twintig jaar geleden plaats
vond, eigenlijk niets had uitgewerkt. Ik heb
daartegen geprotesteerd door te wijzen op
den arbeid der Tentzending, een regelrecht
kind van dit reveil.
Wie dezen wonderen tijd heeft meege
maakt, herinnert zich het gansch bizondere
daarvan. Nu ls een reveil iets tijdelijks
een buitengewone genade-bedeeling. Men
kan het niet vasthouden en vooral niet na
maken. Toch draagt de prediking in de
Tent-Zending, het onmiskenbaar karakter
van haar geboorte. De absolute realiteit der
geestelijke dingen het stellen voor de be
slissende keuze de prediking van de vol
heid des heils in Jezus Christus, dat moet
de duidelijke toon zijn, in de tentprediking
gehoord.
In welken vorm moet die prediking ge
bracht worden? Dat hangt ten nauwste
samen met de hoorders, die men er wacht.
Wie dat zullen zijn, is van te voren moei
lijk te zeggen. Wie zich voorstelt, dat de
Tent zich geheel zal vullen met onkerkelij-
ken en geestelijk-onverschilligen, vergist
zich. Als er maar vijf van zulken gevonden
worden, is dat niet reeds een groote regen?
Ik noem de tegenstelling: intellectueel en
niet-intellectueel niet. hoewel ze wel deee-
lijk bestaat. Voor mij is de vraag meer: Hoe
hen te bereiken, dan wat hun te zeggen. Het
F.vangelic in al zijn eenvoud en innightitl
„als aan een zeer klein kind" gebracht, zal
het ook bij de intellectueelen moeten doen.
Het gaat er niet om. dat zij zich gaan in
teresseeren in geestelijke vragen, maar om
dat geweldig ernstige: dat hun ziel gered
wordt. Het Leger des Heils heeft toch „do
bloem van ons volk", zooals Prof. van Dijk
zeide, weten te grijpen en. tot enthousiaste
getuigen weten te maken door de meeste
eenvoudige prediking.
Eenvoudig, maar vervuld met die waar
achtige „passion des ames". Niet het be
toog, niet een psychologische verhandeling,
niet een preek, maar een tent-samenkomst
moet zijn een „reunion d'appelhet regel
rechte: Zonder God is zonder hoop en
daartegenover: het overstelpende van do
Genade Gods in Christus Jezus.
Dat men zich vooral onthoude van propa
ganda voor eigen Itferk of bizondere overtui
ging. Menigmaal hoorde ik een predikant,
die in de Tent sprak, de menschen verwijten
dat ze nooit tn de kerk kwamen. Kort gele
den hoorde 1k een evangelist uitnemend spre
ken over „De Kamerling" uit Handelingen S.
Tot hét bogenblik, dat de kamerling afdaalt
in het water. Toen kwam de Baptist voor
den dag: de doop bij onderdompeling, dat
was het! De aanvankelijke zegen was be
vroren.
Er is geen bezwaar om vervolgstof te be
handelen, mits men daaronder versta, dat de
toespraken, die elkander opvolgen, ook in
wezenlijk verband met elkander staan. De
menschen moeten getroffen door één pijl en
de elkander opvolgende sprekers moeten di.»
pijl er nog wat dieper indrijven. Dat moet
ook het lied doen. Maar, laat het liefst solo
of duet zijn, opdat het woord tot zijn
recht kome. Christelijke zangkoortjes, dio
eigenlijk bedoelen een uitvoerinkje te geven,
zijn een belemmering. In het lied gaat het
evenzeer om de zielen te tretfen.
Tot op zekere hoogte geldt dit alles even
goed voor iedere Evangelisatie-Samenkomst.
Maar toch ligt bij tent-zending het accent
heel sterk op het tijdelijke: één, twee
weken, en dan weer weg. Men denke toch
vooral aan de „vijf ongeloovigenDie komen
zooveel makkelijker in tent, dan in kerk of
lokaal. Zij kunnen er zoo heerlijk met een
air van onverschilligheid eens inloopen.
Maar dat zéér tijdelijke, onderstreept het
dringende, het geconcentreerde van de bood
schap. Het is geen rhetorische phrase, maar
inderdaad mogelijk de laatste en eenige keer
Tent-Zending behoort tot het buitengewo
ne. Met zijn zegen en zijn gevaren. Den ze
gen kennen wij allen: hetzelfde woord met
een andere stem is een ander geluid dan wij
gewoon zijn, en spreekt ons daarom anders
aan. Het gevaar van het buitengewone is
dit: dat de menschen er een soort geestelijk
prikkelgenot in gaan zoeken, en het gewone
nu verachten. Daarom is het geestelijke eisch
juist in zulk buitengewoon werk, de
medewerking te zoeken van de geestelijke
leidslieden ter plaatse. Loop desnoods het
gevaar, dat de dominee een prcekje houdt.
Maar de brug tusschen het buitengewone en
het gewone is gelegd. De gezegende tentgan-
ger, die zijn voorganger mee zag bidden en
getuigen en zingen, voelt zich geestelijk met
hem één en wordt straks een gezegende en
biddende kerkganger.
En als dan de Tent weer ls Weggegaan, en
de menschen onder de gewone Evangelie
prediking in de Kerk weer bijeen zijn, dan
zal er ook iets buitengewoons klinken
in het gemeente-lied:
„Men hoort der vromen tent weergalmen
Van hulp en heil hun aangebracht".
DE AUBADE
RTVlSiCHÊft
De aubade voor het Rotterdamsche Raadhuis was
feestdag. De tijd van voorbereiding was kort. maar
zuiverheid.
een hoogtepunt tan den heerlijken
de zang boeide door bezieling en
EEN BLINDE OVERREDEN EN GEDOOD.
Zaterdagavond is onder Irnsum (Fr.) aan
den rijksstraatweg van Leeuwarden naar Hee
renveen het lijk gevonden van den 53-jarigen
Jacob Holkeboer, waarvan de toestand aan een
geweldadigen dood deed denken Holkeboer,
die bijna blind was, had de gewoonte nog gere
geld alleen uit wandelen te gaan en dan
uiterst rechts van den weg te blijven. Het lijk
werd ook aan den rechterkant van don weg ge
vonden. Het vermoeden bestaat nu, dat de
man door een auto is aangereden, waarvan de
chauffeur zonder zich om het lot van zijn
slachtoffer te bekommeren, is doorgereden. Do
politie stelt een onderzoek in. Het lijk is in
beslag genomen.
DOODELIJK MIJNONGELUK.
Zaterdagmiddag geraakte de ondergrond-
sche mijnwerker H. Roodkrans van Nieuwen
hagen op de Oranje Nassau-mijn II onder
afvallend gesteente, waardoor hij werd ge
dood. De getroffene laat «en vrouw en vier
kinderen achter.
DOODELIJK AUTO-ONGEVAL.
Te Alphen a. d. Rijn verwachtte mej. A.
Nagtegaal, geb. Poelman, woonwagenbe
woonster. gedomicilieerd in Haarlem, bezoek
van menschen uit UtrechL Zij stond voor
haar woonwagen te wachten, toen het he-
zoek uit de richting Utrecht per auto arri
veerde. Juist toen de auto tot «91- t woon
wagenkamp aan den Rijksstraatweg was
genaderd, moest deze een andere auto, ko
mende uit tegenovergestelde richting, pas-
see ren. De auto uit Utrecht moest om een
botsing te voorkomen een scherpe draai ne
men en reed daarbij het woonwagenter
rein op.
Mej. Nagtegaal, die stond te wachten,
kreeg de auto over zirh heen en was op
slag dood. Het slachtoffer is 61 jaar oud.
Volgens ooggetuigen zou den bestuurder
geen schuld treffen.
DOOR DEN TREIN GEDOOD.
In het Canisiusziekenhuis te Nijmegen is
aan zijn verwondingen overleden het drie
jarig zoontie van den landbouwer Den II.
uit Haps. Het jongetje was door een trein
1 gegrepen toen het tusschen de rails speelde.
n