A
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1930
.Preseq'eert 'I geweer!" En H«re Majesteit schrijdt voorbij om de eerewacht te inspecfeeren.
•Gelijk het landschap, door de zon met licht
overgoten, zich baadt in de weelde van rust
en van kalmte, zoo straalt op het hart, dat
zich voor Hem ontsluit, vrede en blijdschap
af zoo vaak Christus' liefde het beschijnt.
Hiervan jubelt het Engelenheir op Bethle-
hems velden.
Het Kindeke Jezus hééft te allen tijde veel
vertrouwen gevraagd. Het vraagt dit nog
steeds. Aan ons de fiere moed het dit to
6chenken. Laten wij met dé herders gaan
in het gebed naar de Kribbe, naar het Kruis,
met al onze nooden en vragen. Tot ten slotte
ons vragen verstomt en ons gebed en geloot
overgaan in aanbidding.
De Koningin als Moeder
X'* Aan de opvoeding
van haai! kind heeft de Koningin, zooals
toch eigenlijk van zelf spreekt, de grootste
zorgen gewijd.
Hoe zou het mogelijk zijn, dat een vrouw,
die immer weer de gemeenschap met Chris
tus den Zaligmaker zoekt en anderen daar
op wijst, haar eenig en veelgeliefd kind niet
zou heenleiden naar dienzelfden Heiland?
In 't publiek is dit niet uitgedragen. On
bescheiden oogen hebben wel eens getracht
hiervan iets te zien, om dan, met nog onbe
acheidener pen het publiek in te lichten;
doch blijkbaar is deze onkieschheid immer
en met succes geweerd.
Terecht: Wat H. M. doet als Koningin is
publieke zaak; wat zij doet als Moeder, is
particulier eigendom. Slechts dan, als het in
verband staat met de staatstaak, welke de
Kroonprinses wacht, heelt het volk recht op
meeleven. i'
En daarom, toen Juliana haar achttienden
Terjaardag vierde en volgens de Grondwet
„meerderjarig" werd, toen gaf de Koningin
aan den feestdisch een terugblik op het ver
leden der opvoeding en een program voor de
toekomst.
Wie dat leest, leest in het hart der Ko-
een heildronk op Uw gezondheid uit te bren
gen, gevoel ik mij gedrongen een enkel
woord tot U te richten, waar mijn hart vol
is van dank aan God, dat Hij het U gegeven
heeft in goeden welstand den mijlpaal door
de Grondwet gesteld bij de vervulling van
geweest gevolg te kunnen geven aan den. in
U zelve opgekomen wensch, Uw studies
voort te zetten aan de Leidsche Hoogeschool,
die door zulke schoone en aloude tradities
aan de geschiedenis van het Vaderland en
onze familie is verbonden
Koning
k Koninginne, Neerlands glorie,
X Telg uit het roemrijk Vorstenhuis,
X Groot in vrouwendeugd en vroomheid,
X Groot zelfs onder liet zwaarste kruis;
Zwaai Uw scepter tal van jaren
I Over Neerlands onderdaan.
Ja, doe God d'Qranjezanne
X Voor ons nimmer ondergaan.
De Koningin als Landsmoeder
Met de landspolitiek
behoeven we ons bij deze gelegenheid slechts
zijdelings in te laten, want het is geen re-
geeringsjubileum, dat de Koningin thans
viert, doch in de eerste plaats een persoon
lijke herdenkingsdag. Daarom huldigen wo
thans Hare Majesteit veel meer als lands
moeder, dan als regeerend vorstin.
En daarom wijzen we slechts in 't voorbij
gaan op dit laatste; want het een zit na
tuurlijk aan het andere vast.
Welnu, wat dan de vervulling van haar
staatstaak betreft, kan gezegd, dat daarop
niemand ook maar de minste aanmerking
maakt.
Behoudens misschien een paar verdwans-
Als een echte Landsmoeder stelt de Koningin zich gaarne op de hoogte met alle takken van haadel en indastxig
Het spoorwegemplacement stond op vele
plaatsen blank en daardoor ging het rangec-
ren wat moeilijk. Gevolg was, dat mijn
coupé, waarin ik alleen gezeten was, precies
Plechtige voanJrluitreikiog. „Leve de Koningin!" juicht de achare;
Uw 18e jaar te bereiken. Zoo behooren thans
de gelukkige jaren van uw opvoeding
aanvankelijke vorming tot het verleden. Ik
ensch een woord van hulde en warmt
nJngln en 'de ontroering
machtig.
Hoor, hoe dp Koningin haar kind toe
spreekt:
Geliefd kind,
'AJvorcns Uw vader
ordt hem te i dank te wijden aan allen, die daartoe met
lons hebben medegewerkt.
Echter kan hiermede voor U het tijdperk
van studie nog niet worden afgesloten, in
tegendeel, gij zult u nog verder voor de U
wachtende taak willen en moeten bekwa.
men. Het is Uw vader en mij aangenaam
En als ik denk aan het schoone. volle le
ven met zijn groote verantwoordelijkheden,
dat U wacht, te midden waarvan gij de
kunst zult moeten leeren verstaan U wezen
lijk gelukkig te gevoelen, onverschillig onder
welke omstandigheden, dan gaan mijn ge
dachten vanzelf terug tot Uw prille Jeugd,
waarin wij reeds het verlangen U één te
voelen en mede te leven met anderen, moch
ten beluisteren.
Zij het U gegeven altijd weer te vindén
■d i e diepere eenheid, die alle menschen
saambindt, die gij steeds gezocht hebt eri
te leeren anderen en u zelve te begrijpen cn
U in te leven in het tijdperk dat voor U ligt;
U zóó het vertrouwen waardig te maken
van Uw tijdgenooton en bovenal van ons
dierbaar volk, aan welks geluk en welzijn
ge eenmaal geroepen zult zijn uw beste ga
ven en krachten te wijden.
Wij weten zeer goed, geliefd kind, dat gij
dit alles niet in eigen kracht alleen zult be
proeven, het is daarom dat wij met u heel
uw toekomst met ootmoed en met ontroe
ring in het hart, doch met groote blijdschap
en vertrouwen, leggen in die Vaderhand,
Die uw jonge leven tot hier toe zoo liefdévol
bewaard heeft.
Kan het inniger; kan een vrome moeder
anders spreken tot haar kind? Kunt ge u
treffender slot denken, dan het uitspreken
an het vaste vertrouwen, dat het kind
iet in eigen kracht zal beproeven de
'achtende taak te vervullen; en dat de
ouders daarom met ootmoed en ook
groote blijdschap, het jonge leven en de volle
toekomst leggen in de trouwe Vaderhand,
die tot heden zoo liefdevol bewaarde?
Hoe heeft elk geloovig onderdaan harte
lijk Amen gezegd op deze bede, met de
dankbare erkenning, dat alleen een vrome
moeder, die haar kind naar de Schrift heefl
opgevoed, zóó spreken en gelooven kan.
l
Welke Stad ol (treek onze Voritln ook bezoekt - bomer wordt Z| begroet met deozelWco kreet} „Oraaj* boven! leve de Koningin 1"
Jong Holland zingt.
Waai uit, gij Hollands vrije vlag,
Hier en aan 't Indisch strand!
't Is thans weer Koninginnedag
't Is feest in Nederland!
't Oranje glanz', 't Wilhelmus schall'
In eiken rang en stand!
In schutse van d'Oranjeboom
Daar bloeien recht en vreé;
Wij deelen als in zoeten droom
In al die schatten mee.
Dies rijz' ook uit Jong Hollands hart,
Het lied van dank en beê.
Schouw Gij, Heer, van Uw hemeltroon
Op Haar, die ons bestiert:
's Lands Moeder met Haar Gouden Kroon,
Nu Zij Haar kroonjaar viert.
En kroon Haar lang nog met Uw gunst.
Die meer dan goudglans siert.
i 1 Aug. .11. se
Koninklijk Pa
idcrlond 1"
tegenover liet, apartement der Koningin
i kwam tc Staan roet een tusschenruimte vau
enkele meters.
Toen was de Koningin alleen. Doch dat
gezicht vergeet ik pooit. Vermoeidheid en
droefenis kon men op haar gelaat lezen en
heel de houding wees er op, hoezeer liet
leed haar aangegrepen had.
was Oranje altijd, zoo i9 ook onze
de nihilisten of communisten geniet de pen
van H. M. aller waardcering cn sym
pathie; doch ook zij, die naar politieke over
tuiging het koningschap tegenstaan, erken
nen gaarne, dat onze Koningin zich immer
gedraagt als een constitution eole
vorstin. Zij leeft geheel en al naar de Grond
wet en overeenkomstig haar eed, op die
Grondwet afgelegd.
En toch mogen wij daaraan ook weer toe
voegen, dat zij meer is dan ornament non
het regeeringsapparaat. Want telkens blijkt
weer, hoezeer zij meeleeft in de landspoli
tiek, met hoeveel wijsheid zij beslissingen
neemt en zich van olies op de hoogte houdt
Zij weet, wat onze tijd vraagt.
We behoeven slechts te wijzen op de vele
sociale maatregelen, op de onderwijswetten,
op de democraliseering van ons staatsbe
stuur (als men dit woord goed wil verstaan)
1 aan te toonen, dat Koningin Wilhelmina
st-te regeeren als een wijze vorstin in
dezen modernen cn veelbewogen tijd.
verstond de volksziel. Doch juist daar
door wist zij ook in dagen
van vreugde en van beproeving
immer weer het woord te spreken en do
daad te stellen, waarop het volk wachtte.
ies als een echte Oranje was de Ko
ningin immer daar, waar ze kon toonen, hoe-
ze meeleeft in vreugde en leed met haar
onderdanen. En dat haar aanwezigheid in
uren van bang gebeuren of groote beproe-
ing het meest tot de ziel sprak, dat behoeft
geen betoog.
Schrijver dezes heeft In dat opzicht nogal
eenige persoonlijke herinneringen, doen
deze passen minder in het kader van dit
artikel.
Echter, een onvergetelijk moment, waar
in niemand anders getuige was. worde
vermeld.
t was hij do watersnood in Limburg,
toen de Maas op vele plaatsen rampen ver
oorzaaktc. We waren, na een dijkdoorbraak
Cuvk meegemaakt tc hebben, met de
koninklijke trein meegereisd van Nijmegen
door de Betuwe over den Bosch naar Ion
Zuiden, docli onderweg was ik een trein,
achtergebleven.
Toen ik te Maastricht aankwam, had de
Koningin reeds enkele plaatsen bezocht en
erkoos voor ecnigen tijd alleen gelalen
te worden in het salonrijtuig.
'rende hand, het Koninklijke voorbeeld en d#
milddadigheid van ons volk.
Zóó was de Koningin altijd. Bii water»
snood of natuurrampen, bij ongevallen op
groote schaal; altijd was Zij één van de eer
sten, die van haar belangstelling en mee
leven blijk gaf. F.n dat versterkte ongemeen
den band tusschen de vorstin en haar volk.
Ook bij grootsehe gebeurtenissen, als b v.
de opening van «le sluis bij IJmuiden; in
dagen van beroering, als het bezoek aan
Zeeuwsch-Vlaanderen; immer was de Ko
ningin daar, waar haar woord of haar te
genwoordigheid het nationaal gevoel kon
versterken.
Zij bleef zich immer gelijk; altijd weer
was zij niet alleen Koningin der Ne
derlanden, maar vooral Moede* van
haar Volk!
Aan Koningin Wilkelmina
O hope der Natie.
Vorstinne vol gratie,
Gij, sieraad van Neerland, uees blijde on#
[gegroet!
Door God ons bepaalde.
Met glorie omstraalde
Vorstin, zijt ge ons \yaard al «Ie trouw van
["t gemoed!
Verheven ten trone
Met scepter en krone
Door God, den Almachte, tot Neerland#
[Vorstin,
Verpanden we U, Vrouwe,
De houwe en de trouwe,
En schragen wc Uw rijksstoel met macht
[cn met mini
't Zij rede in Uw dagen,
En juichen voor 't klagen,
t Zij vreugde in 's lands palen, en welvaart
[en bloei;
Zij verre de donder
Des oorlogs, en onder
Uw scepter rijze alles in krachtigen bloei!
Gebied ons» o Heere,
Uw Name ter Vcre,
Alevel den zegen in Kerk ert ln Staat;
Geef Neerlands Vorstinne
Uw wijsheid, Uw minne:
Ons vroomheid des harten en kloekheid
A. T. MULDER.
.Leve de Koningin
de vele keeren, dat dc Koningin haar harte
lijk meeleven toonde met hen, die door ram
pen getroffen waren.
Het meest sprekende geval was wel de op
richting van het Nationale Steuncomité m
't begin van den oorlog 191-4.
Ach, zoo dikwijls moet men ervaren, dat
weehle leven geen begrip hebli
tionalen jubel atemt vooral Jong Holland ia.
Nederland en Oranje
de hu
I tob'
kdc centen. Doch <1«
oningin kent de noodon der armen. Er
id-minister Treub vertuit gaarne, hoe he
1 Koningin zelf en persoonlijk was, die hel
!nn had geopperd een algemeen steun-
uirité op tc richten.
Hoe wist Zij hot juiste woord te kiezen,
en Zij in een vergailering van vertegeu-
oordigers van organisaties, vereonigingen
iz op sobere, nluar gevoelvolle wijze uiteen-
De Koninklijke oproep.
„De berichten, die tot mij komen omtrent
stoorni9 of den stilstand in de bedrijven,
itstnan ten gevolge van den oorlog en hot
n onzent bestaande oorlogsgevaar, doch
ennl de kommer en de zorg, die mij al-
iddei
s daan
iet trcd.-i
nn mijn
olk, v
de velei
erkec
ik mij U
'rvullen mij
I, die in zoo
dat ik oen beroep doe op
mijn landgcnootcn, die tot heipon in staat
jn, ten einde met mij eendrachtig de hnn-
ui ineen to slaan om plannen te beramen
uit to voeren, opdat nan den nood. voor
tovor dit in ons vermogen ligt, het hoofd
orde geboden."
Hot is gebourd en liot eonlgszins stoute en
trotsclie woord van Minister Treub: „In No-
lerland ral geen honger geleden worden",
i» in vervulling gegaun, dank zij Gods spa-
Wees Gij Neerland# Opperko
[KrfdMl van -
En dan! koine tegen Neèrla
Drcige dwangzucht of omwent l
Wtt de Bondfjei
[on
Zij zullen het i
\ÜL