DINSDAG 29 JULI 1930 DERDE BLAD PAG. 9 JOHANNES AMOS COMENIUS (1592—1670) BANNELING OM DES GEWETENSWIL Bisschop der Moravische Broeders ISTTEKKUHDIGE EN PASDAGOOG I. Voel sterker clan tlian6 was in vroeger »euwan de neiging der geleerden om aan verschillende katheders in verschillende landen te doceercn. Typen van dergelijke zeer oude geleerden lijn Erasmus en Pnracetëus. Een .er gel ij k aizend geleerde was ook Comenius, al drong, niet zijn eigen beegerte, doch de Jrang der omstandigheden en de tragiek tan zijn leven hem tot zijn zwerftochten in Bin vreemde. Hij was zelfs in buitengewone mate verknocht aan zijn geboortegrond, Mo- raviö, in welks Zuidelijk deel bij in 1502 ge- toren werd in hel etodjo Uhersky Brod. Uit ledeelte van Momviö wordt, door Slovaken bewoond en was in liet midden der vorige geuw ook de bakermat van president daearyk, die een vurig bewonderaar van iVmos Comenius is en waar het pas geeft rooit nalaat te zeggen, dai cl* jonge Tsjocho- iloWaaksche republiek den geest van Co- neniue noodig heeft naast het zwaard van Zeska (den vermaarden Iluscietcnaanvoer- kr). Een veelbewogen leven. Comenius' leven was eon mengeling van tragische gebeurtenissen, conflicten, afge wisseld door oogenblikkin, waarin geheel F.uropa. en ook de Moliamedaansche landen iem den roem zijner geleerdheid toezwaai den. Op zijn 22ste jaar vangt hij'te Prézov zijn loopbaan als leeraar aan; twee jawp later "—relt hij tot geestelijke gewijd. Gedurende jaren 1621—1025 moet hij zich in de wou- lon en bergkloven van Bohemen en Mo de verborgen om niet in de handen van de paloofsvervolgers Ie vallen; in die jaren ont- villen hem zijn vrouw en beide kinderen san do pest. Hij schreef toen een aantal lv- isch-inystiek gestemdo txooetschriften voor i vervolgd© Broederen in de Tsjechische die naar inhoud en vorm tot het choonste der Tsjechische letterkunde van de 17de eeuw behooren. Zijn geschrift: „De doolhof der wereld en het paradijs des har- 'JJlen" behoort tot de parelen van mystiek en It i? Jlegorie en verscheen ook in Netlerlandsche rer taling. Als de Jezuit.cn hem te dicht op -loj/jJe hielen zitten, moet hij in 1G23 voorgoed ijC Bohemen verlaten. 16!<j Met ondragelijke bekommernis moet lui kdivj nanzicn, dat het voor meer dan vier vijfde irotestantsch Bohemen door de drogonn.L- bdiv des en andere middelen der contrareforma- mot geweld weder roomsch gemaakt clt. liet waren toen bange dagen voor ak der protestanten in midden-Puro le keizerlijken zegevierden onder Wal •in, o.i Guslaaf Adolf had nog geen indering in den toestand gebracht, nenius zwierf van 1628 tot aan zijn in 1670 door velschillende landen van iropa; de laatste veertien jaren van zijn ren woonde hij te Amsterdam, door hem •n oogappel der steden gjnoemd. Daar ge ut hij de bescherming va.n de familie de >r en van do -vroedschap. Comenius ontwikkelde als banneling een werkkracht, die bewondering wokt. Binnen eenige jaren w hij geworden tot. 981®0Iidvester eener nieuwe, christelijke pae- 994 lagogiek. In 1618 word hij lot do hoogste ►7H| aardigheid zijner in het Buitenland ver- 1074 irooide Broedergemeente gekozen; hij werd laar Bisschop en heeft deze waardigheid iöo*ii2 jaren lang, tot aan zijn. dood toe, met Jj [roote ti-ouw en nauwgezetheid bekleed. 103X ®ns Nederlanden?, interesseer', allermeest 'in verblijf te Amsterdam. Comenius ge- 10» oot er aanvankelijk de gastvrijheid van aurcn6 de Geer. later voorzag hij zelf in 544 ijn onderhoud door lesgeven. In zijn huis 100.4 ip de Prinsengracht bevond zich de com- •-77. let0 boekdrukkerij zijner gemeente. Hij l »J» jet daarop heel veel religieus® literatuur 101H ru,vken, die door vrienden cn verwanten 12HJ an de heimelijke getrouwen in Bohemen ,004 iet lijfsgevaar ter hand gesteld werd. Het nieest bekende dezer werken is zijn 'row pecfnlis d.i. oefening der godzalog- eirl waarin ook non uittreksel van de nn- 'lging van Christus van Thomas a Kemp's opgenomen. De veel gelezen Tsjechische uiirijvcr. Mois Jerósek, die onlangs is over- |jj oden, schetste gaarne in z'n boeken over den IMijd der contrareformatie, boe dergelijke ge- 911 chrifUm ad« een groote schat In de protei- 93! intsche families bewaard werden. Want iel het gestrenge oog der Jezuitoncontunir p deze boeken, dan werden zij onvoor- s 3 'sarrlelijk in beslog genomen en verbrand, tf 10JH'.a® 'n het ianr hield de geloofsvarvol- 100Ü !nf in Bohemen op; Keizer Jozef II vaar- 117) igde toen het tolerantiepatent 'jj it Hij deed dit onder invloed van do ideeen tr z.g. Verlichting, die gopropagoard wer- iiohi 93 den door mannen als Voltaire en Rousseau r ook onder dien der Magonnerie, die toen zeer aan het opkomen vasDit is de oorsprong van de groote sympathie der Tsjechen voor de Franschcn, wten ze no anderhalf eeuw va.n knechting de eerste lingen huiler religieuse on staatkundige be- •rijding verschuldigd meenden te zijn. Van- laar hun sympathie voor de illuminaten n de Vrij metsela are en de sympathieke hou ding, die zij tegenover de Fransche revolutie aannemen. De Tsjechoeiowaken vereeren Comenius als de personific.ilie van het dulden 011 dragen hunner natie in tijden van rampspoed. Zij zien in hem hun nationale geest.esjpvoerie-, leeraar der volkeren zooals zij hem ■ne noemen den drager van hoóge ethische beginselen. Slechts een klem aan tal Tsjechen, de protestante! die aan de d<"-or Comenius beieden geloofswaarheden vasthouden, ziet hem in de allereerste plaats als held en belijder dos Gelools. room man de vervolging schrijft hij in 1G22 rouw: „Ileitis ijdel, zelf in deze Comenius was een vroom manMid den z'jn reld den weg te kfezen, waarlangs men door God zou willen geleid worden, maar het beste is, gewillig, zij het ook weenend, achter den Heer te gaan en alle geluk cn ongeluk, vreugde en verdriet dankbaar uit Zijne hand aan te nemen." In zijn Amster- damsclie periode was het zien op Christus na zooveel tegenslagen het middelpunt van zijn leven. „Indien gij Christus kont. is het genoeg, ook al weet ge verder niets." En op 77 jarigen leeftijd, twee jaren voor zijn dood. schrijft hij: „heel mijn leven was een pelgrimstocht, een vaderland had ik niet, Nu echter zis ik reeds mijn hemelsch Vaderland, aan welks grenzen mijn Eeids- man, mijn Licht, mijn Christus mij gebracht heeft, die mij voorgegaan is, opdat Hij mij een plaats in het huis Zijns Vaders z-u be reiden. Daarom is voor mij het eene noodige dat ik vergeet, hetgeen achter is en jaag naar het wit tot den prijs der roeping G ds" (Pliil. 3 14). In een zijner laatste gejehrif- !en het linium Neceeèarium (uitgegeven bij Keumink ie Utrecht), noemt hij als de drie stukken zijner theologie: den Bijbel, de poslolische geloofsbelijdenis cn bet gebed des He eren. Dit is de innige gereformeerde belijdenis, schreef Dr. F. J. Los. predikant ie Amsterdam, het is alsof men den Heidel- bcrgeclien Ctechismus hoort. Wij will en in een volgend artikel over de opgravingen van zijn gebeente 6preken, een onderzek, dat men dit jaar schijnt te willen voortzetten. O. Kerknieuws. ALGEMEENE SYNODE DER NED. HERV. KERK ELFDE ZITTING. Na voorlezing van Lucas 6 vanaf vers 31 01 gebed, spreekt de Praeses den heer Van Krevelen toe, rJ-ie, wegens ongesteldheid van den heer Bruins, ook de verdere zitting zal bijwonen. Prof. Dr. J. R. Slotmaker de Bruine, te Wassenaar, zal de Synode ver tegenwoordigen op de vergadering van hel Voortzettingscomilé te Chexbrcs bij Vevcy (Zwitserland). Dè heer Eilertfi de Haan leest een concept voor van een schrijven aan het Prov Kerkbestuur van Friesland inzake de droe vige toestanden in de gemeente Oude- en Nijehorne. Na uitvoerige besprekingen wordt besloten aan dit Kerkbestuur te schrijven, het Classicaal Bestuur van Heercnveen de te deelon, dat er naar het oordeel dei Synode aanleiding is, om te overwegen of zich te Oude- cn Nijehorne het geval niet voordoet, dat het Classicaal Bestuur moet doen wat des Kerkeraads is. De hoor ,E i 1 e r t s de Haan doet voor lezing van zijn rapport namens de commis sie voor het predikantstraclomcnt on -pen sioen over het Verslag der Commissie voor Ontoereikende pensioenen tot aanvulling van het Rijksemerilaatspensioen tot ƒ1500 Het rapport noemt het voorstel eenvoudig en voordeelig, zoo mooi zelfs, dat het rapport vraagt: „Is het niet te mooi?" Fouten konden er niet in worden gevonden. Eenige wijzigingen worden in het ontwerp voorge steld. Het rapport wenscht den naam „Fonds" in „Kas" tc zien veranderd, rapport stelt voor, den Pensioenraad om advies over dit ontwerp te vragen cn te verzoeken, hij aanneming, het beheer deze kas op zich le willen nemen. Conform het advies van het rapport wordt het „Reglement op bet Fonds tot aanvulling van het Rijksemeritaatsponsioen" zonder hoofdelijke stemming voorloopig aangeno men. en in handen gesteld der commissie voor eindredactie om daarna onderworpe to worden aan de consideration der kerk. De Pres. spreekt zijn blijdschap erover uit. dat deze zaak voorloopig is aangenomen en dankt de commissie, die de kerk verrast heeft met dit belangrijk werk. Hierna wordt de zitting gesloten en de vergadering verdaagd tot Dinsdagmorgen 10 uur. DE NACHTEGAAL EN DE PAUW „Silviua" schrijft ons: Daar is een fabel van Lessing, die als volgt luidt: „Een nachtegaal die van gezelschap hield, ond onder de zangers van het woud heet wat vogels, die jaloersch waren, maar niet één die hij zijn vriend normen kon. Mis schien, dacht hij, vind ik wel een makker onder een ander soort vogels, en vol vei* trouwen vloog hij naar de pauw. „Mooie pauw, dat je bent", zei hij, „ik bewonder je". „Ik jou ook, lieve nachtegaal", was het antwoord. „Zullen wc vrienden worden", sprak de luicntegaal \erdcr: „we zullen niet jaloerser» >p elkander zijn; jij bent voor 't oog oven uungeuaain, als ik voor 't oor". De nacliiegaaJ cn dc pauw werden vrien- Ziet daar dc fabel, waaraan Lessing cie illustratie toevoegt, dat hnollcr cn Pope beter vrienden waren, dan Pope cn Adui wat zeggen wil, dat Pope ('n Engclschc dichter in de 18e eeuw) liet beter met hne,- ler, een schilder van zijn tijd, vinden kon dan mot Addissou con letterkundige. Deze fabel behelst inderdaad een droeve aarheid. We behoeven niet ver te zoeken, om to zien: hoe de nachtegaal altijd nog tever geefs zoekt naar vrienden onder zijn soon, en 111 andere regionen terecht moet komen, n daar gcwepschte aansluiting te vinden. De nachtegaal bij Lessing is iemand de kunst. We nemen hem nu eens als uitbeelding van de voormannen, de leidende figuren* die op verschillend gebied, elkander zoo nauw verwant zijn, dat zij zich eens geest** moesten gevoelen, cn saam verbonden moesten strijden tegen den gemeenschappe lijken vijand, maw, inplaats daarvan, in onderlinge afgunst, elkander het loven bitteren, zoodat 111 plaats van onder do mannen, die gelijke grondbeginselen toege daan zijn, dé aansluiting en vriendschap nog gemakkelijker bij mannen op andere ter reinen gevonden wordt. Dit is in kerkelijkon zin wel het meest benauwend. Daar liggen de voorbeelden van voor de band. Of, wie staan dichter bij elkander dan de Gereformeerden cn dc Christclijk-Gcrofor meerden, de Confessioneelen en de mannen van den Gereformeerden Bond, en wat is er minder te verklaren, dan dat de toon waarop de discussie gevoerd wordt, en cfe wijze waarop de verschillen uitgemeten worden, meermalen aau alle toenadering gespeend is. en broederzin zeer verre is. Is de strijd tusschen broeders meermalen niet heftiger, dan wanneer men zich keert tegen liet ongeloof? Het verschijnsel doet zich ook in wij doren kring voor. Zie eens, Jioe de Soc. Democraten met de Communisten over on weer elkander lioft lijkheden kunnen toevoegen, ofschoon z toch maar verschillen in dc toepassing van het beginsel der revolutie. Maar ook waar het een droef getuigenis aflegt van gemis aan hoogcre Christelijke bezieling, wordt het, helaas, gezien. Men is warm voor zijn zaak, voor zijn partij, voor zijn Kerk. Het is wel, wie zou het wraken. Maar, daar komt een booze demon aan het oor fluisteren. Dc nijd, de jalousie. Alen komt tegen verklaarde vijanden nog niet zóó in 't geweer als nu hot gaat tegen mannen, of een richting, of een Kerk, op '1 pad naast ons, 0 zoo dicht bij, en - een goed deel, Uenzclfden weg gaande. Nu wordt het roerig daarbinnen. Zouden zij, op het naaste pad, het doel ook eerder bereiken? Zouden zij het werk niet uit de handen Indien zij nog achteraan gingen! Maar nu, als in den wedloop, naast ons! Dat duldt men niet! En zoo komt het, dat als de nachtegaal vriendschap wil, hij die vaak niet vind! onder zijn medezangers, maar, dat, als hij do pauw opzoekt, hij boter kanst heeft. Echter kan hij daar niet mee zingen. Misschien wel mee praten. Misschien wel mee pronken. En een nachtegaal moet zich bij zangers kunnen houden! Is deze fabel niet, om er nog iets uit to lecren? Gelukkig echter, dat do les niet altijd past. Daar zijn ook heerlijke voorbeelden En altijd nog staan ze daar, óók in de eerste gelederen van ons christenvolk, de mannen, die klocdc medestanders hebben, mot wie ze sterk zijn in den striid. Maar, daar is een droeve werkelijkheid in den strijd van geloof cn ongeloof, waar voor wij wel de oogen geopend mogen heb- b»n! De fabel van Lessing blijft er op wijzen En Lessing zelf zou het als hij thans loefde, misschien niet zoo er gvinden, maar om do ecre Gods, on do naam van do Kerk van Christus mocht men wenschon, dn» eens meer en meer op den achtergrond kwam, wat mannon van Christelijk begin sel meermalen als scheidsmuur tusschen hen optrekken, en dat in het volle licht kwam te staan, en gezamenlijk nagejaagd word: wat vereen Igt, en sterk doet staan in de woi-steling tegen den geest van den Anti-christ. Hij heeft zich op verschillend gebied be wogen cn hij is niet gewoon, om ccn blad oor den mond te nomen. Als Gereformeerden zitten wc niet met hem in één schuitje. Op meer dan één terrein staan we niet naast, maar tegenover elkander. Dc heer Boschma heeft dezer dagen zijn gedachten aangaande do Kerk in het publick geuit. Ilij venvacht er niet veel goeds van. Feitelijk bestaat zc voor hem niet meer, hoewel hij altijd zelf nog. Evangelisatie- arbeid in de Ned. Hervormde Kerk verricht in dien arbeid tegen het modernisme po sitie neemt. Zijn houding in deze is ons niet duidelijk cn bet verwondert ons, eerlijk gezegd, dal hij nog voortgaat met zijn arbeid in ccn in stituut, waarover hij feitelijk den vloek Gods inroept. Op de volgende wijze spreekt hij zich uit: „Tk heb vroeger gemeend, dat de Kerk dc gebrekkige steiger was. waarbinnen hef gebouw van het Koninkrijk Gods toch kon worden opgetrokken. Maar dat geloof ik thans niet meer. De Kerk is niet do giet vorm, zc is dc paskwil van het Koninkrijk Gods. En de Kerk is niet tc redden en te reformeeren. Het is net, als wanneer men een dronkaard zou willen genezen en he» eenige middel, dat ter beschikking is, Is., jenever. Daarom wensch ik niet, dat mijn kinde ren lid van de Kerk worden en de eenige reden, waarom il* erin blijf, is, om gele genheid te hebben, om tegen hare onge rechtighedcn te getuigen. Moge het vuur van Gods geest haar verteren en haar af breken, zoodat niet één steen op den ande ren gelaten wordt". We benijden den heer Boschma zijn posl tic, zijn standpunt cn zijn meening niet en voelen ons gelukkig, dat we over de gangen van Gods Koninkrijk en de positie der Kerk van Christus een ander gevoelen hebben. AVio waarlijk gelooft, dat Christus het Hoofd der Kerk is, dat zelfs de poorten der 'cel Zijne Gemeente niet zullen overweldl gen, staat er gansch andera voor en al ziel hij ook de zonden en gebreken der Kerk hier op aarde, toch dankt hij Zijn God, dat Deze «■ok hierin Zijn genode bewijzen wil, als hl) door middel van do Kerk van Christus Zijn Raad volvoert, Zijn Naam verheerlijkt Laat Hilbrandt Boschma zijn wensch, dal Gods toorn de Kerk vertere moge, wijzigen in een vurig gebed om 's Hoeren verbeurden zegen, maar .sla hij dan ook den weg ter re formatie in, zoodat hij bij het getuigen tegen haar zonden, ook doe hooren de roepstem der bekeering, van terugkeer tot God en Zijn dienst in gehoorzaamheid aan Christus den Koning? Dan kan bij vruchtbaarder en gezegender werk verrichten dan thans, nu, zooals u't zijn eigen woorden is af te leiden het afbre ken meer zijn levensdoel is dan 't opbou wen en hij naar ónze overtuiging, zijn doen en laten op meer dan één terrein niet stelt onder de gehoorzaamheid van Gods heilig Woord. EEN KASTIJDING. Op een avond had Professor Gunning ge sproken over do puinhoopen v. Volna.v. Aan het slot was hij, bij wicn elke rode Evange- lisatic-prediking werd, warm geworden en had een kleur gekregen. Een Jong socialist, ven slungel van acht tien jaren, begroet hem en zegt: „Jij met jp rooien kop, iedereen kan wel zien, dat jij jo vetmest". De goede, nobele, sobere Gunning, een voorbeeld van eenvoud, vond het niet bene den zich, dien schreeuwer te zeggen: „Mijn vriend, ik heb al jarenlang geen vlcesch ge geten". „Ik ook niet", riep de opponent. „Toen heb ik", zo verhaalt Dr. Gildemees- „tot dien goeden professor Gunning gezegd* „Kom professor! U is veel 1o goed voor zoo'n schroeuwlcolijk. Laat ik het hem maar eens aan zijn verstand brongen". Hiervan lezen wo in het „Kerkbl. v. Ov. Dr." verder het volgende: „Toen hc bik", zoo verhaalt Dr. Gildemei ter verder, „hem zijn kindsdeel gegeven, wi nig, maar uit eon goed hart Ik zei tot dim li.ggi-achtcn opposant: „Zeg eens. lieve jon gen, ik kan jc aanraden om tegen dien mo neer een toontje Jager te praten. Jc bent aan fatsoenlijk gezelschap niet gewoon; wanneet- je een beetje begreep, wat dat voor een man is, zou je inzien, dat jij nog niet waard ben! om in dc schaduw van zijn demisaison rot te appelen te staan eten". Dat meende ik eerlijk en do vergadering scheen het er niet mede oneens. De opponent keek verontwaardigd. Gunning stond verstomd. Eerst terwijl oen der bestuursleden hem in een vigilante naar hot station bracht, vroeg hij opeens: „hoe kwam uw voorzlttet aan dio rotte appels?". Do onderwijn rolkte Do t daal to t om do vo 1. dut het niol .V.C.I houden met onderwij» en ondor- mderwKser» een zoo belangrijk* uiklns vurmtn. dat een verlegoo- -van in den Raad than» reed» tc 4 dat BIUar als onderwljsc toekomst steeds verder zal o S. dat zij in den heer De schikten indidaat hebben b' zij verwachten, dat hij dc Oe hot zal behartigen. Jaren te Blitnr zal blijven. Dat zij door d'ze candid.i GEVANGENISCOMPLOT. eon bezoek van een veraUggcy dc dlro'-teur verteld van een sar ivangenia. moet weten, aJdus dc heer De Bi EEN PESSIMIST. Ds. G. Renting, van Winterswijk, schrijft in do „Geld. Kerkbode" het volgende: De heer Hilbrandt Boschma, Evangelist te Ruurlo, is goen onbekende in ons land. UIT DE INDISCHE BLADEN DEN GEMEENTERAAD. r Do la Court, c Glodok. heelt wed: r hen wo; lans echi lij raar t wij bij het •nigen tijd lamg< zc. 1 icn, i van 7 rljheldsstcUlns" sat hij met hot m ais wc hem Iran" te hebben zijn kampong— lagcrde met den hij woji *a - i het pe die erg onrustig, schreeuw telfdcn tijd ontdekten enkele zalen blikjes, touw. kortom allorli Ho er niet thuis hoord- n. Een k bracht aan hot licht, dat de ch voo digd van Ijz Ook kwan ipoor: het g< Ioov« s hadder mplot op het do dlrf n. dat ■rplei brullen l c de dokt. kribbe genchaard. mochten lór de „zieke" stierf, eer opzichter?, km hot geheclc p< t hlJ dnr/mccr beweging»vrijheid tot het te hebben. .nd meende in zijn col. onder h< ïlt hij ...invlljoen met voorgalerij' waarschijnlijk zal hij er zijn gansch- dp hoeren nog ni- etnd, zondt het mis e van gonl .«bevolk Ir r wordt werkelijk ergd, willen wij d. goede b&noa houdc LEGAAT VAX 5 TON. ■rd to Batsvla met veel praeh In laatste rustplaats gebru.-i- !hoo A Fan, In leven eon d' de ..Batavia Bank". H' öon legaat heeft achtergelaten van c voor liefdadigheidsinstellingen! Gemengd Nieuws. DE DOODELUKE STROOM Aan het strand te Rchevoningen, nabij don uurtoren waren twee neven gaan zwemmon. Een van hen werd nabij een strekdam door den stroom zeewaarts meegesleurd en dronk. Een tweetal personen zagen den jonge man verdrinken, doch konden niets ten zijne oordeele doen, daar z(j zelve niet konden zwommen. Een ontroerend oogenblik was het toen de moeder van den jongen even later naar lie strand kwam en daar tot dc verschrikkelüh ontdekking kwam dat haar zoon verdronken De arme vrouw moest, ondersteund door politic, naar haar woning worden gebracht. Het ljjk van den joneeman spoelde na pl. een uur bijna op dezelfde plaats waar hij ver dronken was, nan. Terwijl men het droevig gebeuren stond t' bespreken, verkeerde plotseling een andere iwtmmer in nood. Een van de omstanders •prong van den dam en wist den jongeman té redden. Beide personen hadden d-.or dt dam verwondingen aan hun been bekomer welke door een lid van de E. H. B. O. werdc: verbondon. Radio Nieuws. V. S.ló Tljdut I SO TIJdsc s.jj—930 jrgencc lt—11.30 t ifoonplaten-halfuurtJ* pcling door den heer M. F. jurjaanz tc Hilversum. J2.J0 Tijdsein 10—2 Middagconcert: mevr. C. v. Raveoswaay MttUcnkamp. zang: dc heer IL Hermann, viool, dc heer H. v. d. Horst Jr.. cello: mevr. R. A. v "leek:ode. plano Tijdsein. 2—3 «- tc gedeelte van het concert, te geven doe" r. Greta d- Kn«gtTer Haar. «opraan: de Henk J. Berkhout, cello: mej. Rio Beutr o. 2.453.15 Lezen van Chr. Lectuur, dc-tfl >L Wentink. te Hilversum. 3.15—4.IS Ver- concerL 4.J5—Grsmofoonplatenroncert. TiJd.-cin. S—6 Klnd.rv d Hoi ej. J. v. d. Spek. te Utrecht; Hoogcvcrn. Zang Dragt. tc Hm 6—7 t T.ti Sprck-.-r: d-- heer o. 1. v. den heer l'i-t ek. 7.- B. Schuil, te Lectuur". Mu- VARA 10.15 Voorlezing. 10.30 Zie- 11.30 ".r-ini'-focriplut 12.15 Muziek. 1.45 i ts— UoilsHHPBi lender. 2.30 Kindermatin**. 3 30 ..Maak LS0 Orgelspel. 5.Vraaghalfuurtje. cru 7.15 Literair halfuurtje. 7.45 Fol en. 8.Inleiding lot het progrumm vurh&us tc Schevcnlngen. 8.15 Soli* 'anuit het Kurhaus te Scbcvcning- BRAND AAN BOORD VAN EEN NOORSCH STOOMSCHIP EEN DOODE, VIER GEWONDEN. Men meldt ons uit Vlaardingen: Gi.-teravond tegen 10 uur ontdekte een aan boord komend matroos van het in de Vulkaan haven binnengekomen Xoorsch stoomschip „Seirstad" dat de wand tusschen het logie» van de matrozen en stokers warm was Rü onderzoek bleek dat het voor den uitgang van het stokerslogies brandde. Daardoor moest men zich door het met een bijl open hakken van liet schot toegang Verschaffen. Toen bleek, dat het logies in lichterlaaie stond. Hierin bevonden zich vijf stokers in hua kooien. Met veel moeite konden deze naar buiten worden gebracht Het bleek, dat twee der opvarenden zwaar, een ernstig en twee licht waren ga- wond. De eerste drie werden in zorgwekkenr den toestand naar het ziekenhuis te Vlaardin gen overgebracht Een hunner Is daar van nacht overleden. De brand is vermoedelijk ontstaan doordat een der stokers, die er het emstig.-t aan to« is. met een brandende sigaret naar kooi i? ge gaan. De beide sleepbootcn, de „Nieuwe-" en da „Oude Maas van het havenbedrijf „Vlaardin gen Oost-' hebben den brand in het geheol aan de achterzijde van het 140 M. lange m 12 000 ton metende schip, liggende logies go- bluscht. Het logies brandde geheel uit. DE KINDERVERLAMMING Tc Schoonhoven is wederom een geval van kinderverlamming geconstateerd bij con 3V£ jarig jongetje. Dit is het tweede po tientje in deze gemeente. Hot kind is naur de barakken te Utrecht overgebracht. In het gezin van P. B. te Zaltbomme! heeft zich een geval van kinderverlam ming voorgedaan. Do patiënte, een meisje van bijna 2 jaar, is in het groote Bommel sche gasthuis opgenomen. Te Bussum is een geval vastgesteld bij een 8-jarig meisje uit Amsterdam, dat bij een Bussumsche familie logeerde. Ilat kind is in dc barakken opgenomen. DOODELIJK MOTOR ONGELUK. Zondagmiddag had op de Macharenscho- straat te üss (N.Br.) een motorongeluk plaats, dat weder ecu menschenh vm kost te. Dc 26-jarige II. v. Balgooij, sedert koet in het bezit van een motor, reed met eon vaart van circa 70 K.M. in dc richting van Macharen. De ongelukkige schijnt de macht over lmt stuur verloren to "hebben on is togen een byom gereden. Door de vaart werd dc motor tegen een volgendon boom geslingerd. Met ingedrukte» «iliedel vond men van B. onder tic motor. Ilij stierf weldra. Dc ongelukkige laat ccn vrouw ei» jeugdige kinderen achter. AAN ZIJN LOT OVERGELATEN. L. B. te Hillogerohorg, reed op den dijk tusschen Twello cn Deventer, in zijn nut toen van tegenovergestelde zijde eon auto in woeste vaart kwam aangereden. De auto's kwamen in botsing, waardoor de auto van B. van den tien meter hoogen dijk kantelde. B. bekwam ernstige bloeden dc wonden en moest in een ziekenhuis wor den opgenomen. De auto is geheel vernield De bestuurder van de andere auto is kalm doorgereden cn heeft zich niet om het geval bekommerd. DOODELIJKE VERKEERSONGEVALLEN. Zondag is tc SUtard .T. Thissen, die Don derdagavond op den rijksstraatweg te Sit- tard door een passeorende auto overre den werd, zonder tot bewustzijn tc zijn ge komen, overleden. Zooals gemeld, was de chauffeur van de auto. welke dit ongov.il veroorzaakte, zonder zich om het slachtof fer to bekommeren, doorgereden. Zaterdag hebben de mafechaussee van Sittard den chauffeur in dc buurt van Maastricht aan gehouden. De voorruit van do auto was totaal versplinterd. I)e auto zon van ren handelsreiziger uit Rotterdam zijn. Zaterdag is in het ziekenhuis te Ti! burg II. S.. die op den Bredosclienweg werd aangereden, aan rijn verwondingen 'over leden. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Te Domburg is Zondagmiddag de ruim 20-jarige W. uit die gemeente, die met e-n kameraad in zee was gaan baden, verdron ken. FltEN GELE NAPOLEON ARTHUR E. SOU'l HON (37 Vtixri "^at h°°P 'k ook", antwoordde hij. „Maar zult u zhh daar 'r 'JJi iet vreeselijk eenzaam voelen? Ik heb wc! gehoord van Ivarum- -i ol wc or nog goen post hebben. Men heeft mij ver- iojj Hd, dat daar geen andere Europeanen zijn." «Nco, dio zijn er niet, en dat is nu juist, wat me er zoo aan- jjj «kt. Ik ben een van die moderne meisjes, die dol zijn op rei jwi in in onbekende Streken. Ilarloy, mijn broer, heeft mo jaren- 89 m8 gepoogd c'f van af te houden, maar eindelijk vond hij het 117ó r veilig genoeg voor me en nu ga ik zijn huishouden daar oen." ml «Is er pas nog niet een oproer in Karumhana geweest?" in- üwui ,rmeordc hij „Of ben ik in de war met een ander district.' 8j| I die namen lijken zooveel op elkaar, dat e j '-D' tmakkelijk vergist." «Ja, ja, dat was In Karumhana. Een maand of drie geleden robeerde een halfbloed er revolutie te maken. Hij verdronk in moeras en daarmee was het oproer uit de wereld. Iiarley ogt dat het tenslotte erg gelukkig is geweest, want de lieden jn sedert dien veel meer handelbaar. Maar daar gaat dc Ik moet me nu haasten om me tc kleeden voor het diner, iders kom ik nog te laat. Dien avond laat, leunde Frank Rilston over dc verschansing staarde hij in de duisternis, denkend aan allerlei dingen. Hij fcht aan het principieele debat met den handelaar en opnleu*v 'ding zich vroeg hij zich af wat dc toekomst hem wel brengen zou in dit vreemde land, waarnaar hij zoozeer verlangde. Onder zijn rustige, gereserveerde houding brandde er een vurig begeeren naar het werk, waaraan hij zijn leven gewijd had, een begeeren, dat degenen die hem toevallig ontmoetten, niet bespeurden, want hij was er zeer schaarsch mee, zijn ware zelf aan anderen to openbaren. Dc hatelijke opmerkingen van Mas- den hadden hem niet gekwetst want hij vermoedde, dat veel van diens haat was veroorzaakt door het feit, dat do zending zich teveel met zijn handel inliet cn misschien ook wol met zijn per soonlijk leven. In ieder geval een verstokte materialist als dezo handelsman zou nooit de geestelijke dingen verstaan, die alles waren voor een Idealist als Rilston. m Zelfs tegenover Mary Fane had hij gezwegen over do dingen, die hem 't zwaarst wogen, want hij wild niet breken met zijn gereserveerde levenshouding, zelfs niet ter wille van een alleraangenaamste ontmoeting aan boord van een mailboot. Dikwijls had hij, half lachend, de opmerking gemaakt, dat vrou wen geen plaats hadden in zijn levensbeschouwing. Hij was ge trouwd met dc Kerk. Dat herinnerde hij zich nu weer, toen haar frissche ongerepte schoonheid hem voor den geest kwam; een droevige glimlach speelde om zijn lippen. Want voor het eerst in zijn leven had hij een vrouw ontmoet, die hem werkelijk aan trok, een vrouw hij was het zich bewust met een vreemde verbazing over zichzel', die hij nog gaarne en veel wenschte weer te zien. „Kijk eens, ventje", bepreekte hij zichzelf, „dat is ongezond. .Te wordt sentimenteel. Je kwam hier om tc werken, niet om te vrijen. Morgen zeg je haar vaarwel, on naar all" waarschijnlijk heid zul je haar nooit weerzien, Het is een lief kind, buitenge woon knap, en den een of anderen dag zal ze een jongen man heel gel1' maken maar Jou niet. Zij is de zuster van een gouvcrnemente-ambtcnaar, en jou beschouwt ze als ccn donqui- chotterigc ezel, die hierheen kwam om zijn tijd te verdoen en die 'n gevaar is voor 't soort mcnschen, dat zij openlijk vereert Er bestaat geen greintje sympathie tusschen haar cn jou om trent de dingen, die jou heilig zijn, en daarom is het maar goed, dat Lagos zoo ver weg ligt. Komaan, wees flink en ga naar bed." Maar den volgenden avond sprong zijn hart onwillekeurig op van blijdschap, toen hij met zijn chef zat tc praten In dc ruime waranda, die uitzicht gaf op de verre vlakte, cn plannon bespra ken voor dc naaste toekomst. zoodat ik voorstel u een paar dagen hier te houden en u dan over land zal sturen naar uw nieuwe post", hoorde hij Frinton zeggen." Dan hebt u gelegenheid om wat aan het kli maat te wennen, en u zult wat kijk krijgen op uw werk, cn hoe u het aan moet pakken. Daarop vertrekt u naar Karumhana. Dat is een nieuw arbeidsveld voor ons, maar ik had dat al ccn paar jaar op het oog. Er is daar slechts één blanke, dc Commis saris Ilarloy Fane. Een aardige kerel, een van do beste ambte naren. Ik ken hem vrij goed cn 'k denk wel, dat u het met hrm zult kunnen vinden. *t Is een beetje ongewoon, om iemand zoo gauw de wildernis in te sturen, maar u heeft gevraagd om pio nierswerk en uw vooropleiding rechtvaardigt mijn besluit om u cr heen te zenden. Lijkt dit programma u?" „Karumbana «s precies oen district, waar ik zin in heb; een, dat practisch nog niet met do beschaving in aanraking is ge weest", antwoordde Rilston op warmen toon. Frinton hoorde ccn verlangende buiging in zijn stem en dacht: „Prachtig! Dat is juist iemand, als waarop ik al lang zat tc wachten." En Frank Rilston zat ook na tc denken, en bij tlkc uUkhq» stroomde zijn bloed sneller door zijn aderen; „Over drie maanden zie ik haar weer!" HOOFDSTUK II UILENGEKRAS „De goden spelen een spelletje met mannen en vrouwen, ge loof ik." zei Makindi op bittoren toon. „Toen do koning beloofde, dat Jij in mijn hut zoudt komen, ten tijde toen Tulasi zijn grootcn droom droomde van ons heer cn meester te maken In ons eigen land heb ik Shango zulk een groot offer b<»looldt als zeker geen man In Kwandi hem ooit te vjren beloofde. Shango nam mijn offor aan, maar nu verborgt hij zijn aangezicht van ons. Je bent nu even ver van me af, als toen je beloofd was aan Tembuo van Bandjii, lieve Feribo." „Jn, hart van mijn hart," zuchtte zc, „Goden go ven niet o-i liefde. Ze 6clieppen slechts vermaak in oorlog, naar hot - hijnt Shango lachte ons toe, toen jij ;an plan was me te vimwu met je speer, maar nu wij den weg des v red es bewandelen, is hij vertoornd op ons. s „In dien tijd, die mc zoo lang geleden schijnt, hoewel hel slechts een half jaar is, koesterde ik geen haat Jegens dc blan ken. Ik zou hen bevochten hebben op dos koning* bevel, omdat jij dan de mijne zoudt geworden zijn. Maar nu begin ik hen we derom te haten, zooals Tulasi hen haatte, omdat zc Jou uit mijn hongerige armen '.ouden. Die dag. waarop Fcribu-ckun ons over rompelde in het moeras en ons in schande terugbracht naar Kwandi, was het b.-gin der ellende, mijn Bloem." „Ja, mijn hart stond stil, toen jc in hot paleis kwani op den vreesdij ken dag, geflankeerd aan twee kanton door dc politic. Ik dacht, dat dc dood zekerlijk scheiding tu->chen ons zou maken, ou dat ik nooit meer je armen om mij heen zou voelen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9