lükttnrr geütötift (JEoumnt
EERSTE BLAD.
k.t\
S0NNEÏ5BRÏ»
Pflx kwartaal 5.25
(Besehikkingskosten f0 15)
jer week 1 0.25.
Voor het Buitenland bij Weke-
lijksche zending - 6-—
3ij dagelijksche zending „7.—
Alles bil vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7 h cent
Eondagshlad niet afzonderlijk verkrijgbaa
IMo 3105
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936
DINSDAG 22 JULI 1930
ADVCRÏENTIÊN:
Van t tot 5 reeels fL17VS
Like regel cneer - 0-22Vi
Ing«. ïededecMncei. r a-
van 1—5 regels
Elke regel meer „0.(5
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekendƒ0.10
10e Jaargang
Oil nummer beslaat uit TWEE
VAGANTIE-ADRESSEN
Met het oog op de groote drukte bij
onze administratie, nu zoo velen onzei
lezers met vacantie gaan, wordt meD
vriendelijk verzocht, deze tijdelijke
adresveranderingen zoo spoedig mo
gelijk op te geven, liefst enkele dagen
van te voren. Komen zulke aanvragen
op het laatste oogenblik, dan is het
niet zeker, dat men aan z'n nieuwe
adres direct den eersten dag de krant
al ontvangt en hierop stellen de lezers
telf toch zeker even grooten prijs
ais wy.
MINISTERIEEL BESCHEID.
Met belangstelling zagen we uit naar het
antwoord, dat Minister de Geer zou geven op
vragen, door het Kamerlid Weitkamp ge
steld betreffende mogelijke verlaging van
pacht voor pachters van Rijksdomeingronden
We moeten bekennen, dat onze verwach
tingen niet hoog waren gespannen, omdat
het Rijk ondanks de heerschende crisis al
meer dan eens toonde als eigenaar en ver
pachter niet te beschikken over die soepel-
ruimhartigheid, welke men zoo
gaarne hij de overheid aantreft.
In zooverre is de tegenvaller niet zoo heel
groot wanneer we te kennen geven, dat
Ministers antwoord ons heeft teleurgesteld
Wie de beide onderdeelen van het ant
woord vergelijkt met de gestelde vragen moet
bovendien wel tot de slotsom kcmen, dat ook
w ij z e van beantwoording weinig bevre-
u jend is: van eenige verstoordheid en ge-
ipikkeldheid schijnt 's Ministers antwoord
niet geheel vrij.
Als dit inderdaad zoo is, moet de Regeering
op -het verkeerde pad zijn.
Van de Regeering, wier sociale wetgeving
aan het bedrijfsleven regelen stelde
slechts weinige maanden geleden een
ontwerp-paohtwet aan de Staten-Generaal
toezond, mag worden verwacht dat zij zelf in
maatschappelijke verkeer niet minder
fiociaal optreedt
Voor eenige ontstemming is hier geen
87
87 Dat de Minister in zijn antwoord geen
algemeene toezegging zou geven, lag
voor de hand en werd ock niet gevraagd.
Maar dat met geen enkel woord kon
den erkend de moeilijke positie, waarin zich
thans menige pachter, ook menige Rijks-
pachter, bevindt, maakt een pijnlijken
druk.
Minister de Geer wenscht dus elk geval
afzonderlijk te bezien.
Daarvoor is inderdaad veel te zeggen, het
kan moeilijk anders.
Aan de pachters staat het om Zijn Excel
lentie gelegenheid te geven zich over
schillende gevallen uit te spreken.
En wellicht zorgt de heer Weitkamp, die
deze belangrijke zaak aansneed, er te zijner
tijd wel voor, dat de uitslag dezer onderhan
delingen wordt medegedeeld.
94Ü
L00A
WAT IS ALGEMEEN?
den, wordt niet beslist met de opmerking, dat
er enkele volksgroepen zijn, die er niets van
willen weten.
We geven trouwens niet toe, dat het zingen
van dit lied of het spelen van de wijs hen
in hun heilige gevoelens krenkt
Het is hun overtuiging, dat de republiek te
verkiezen is boven de monarchale staat;
doch die overtuiging wordt niet gekwetst
door het feit, dat niettemin Oranje blijft
regeeren. En, bij Oranje behoort het Wilhel
mus en dit aan te heffen heeft wel eens de
monstratieve beteekenis, doch het blijft niet
temin een nationaal lied, dat bij ons volk
past
Vooral de S. D. A. P. kan het algemeene
karakter van het Wilhelmus niet ontkennen
of algemeen met neutraal venvarren. Hoe
zou zij anders kunnen verdedigen, dat het
verleenen van een overheidssubsidie aan het
Instituut voor Arbeidersontwikkeling (tot
opleiding van sociaal-democraten) een zaak
van algemeene beteekenis is?
Vooral zij zal moeten toegeven, dat de
groote massa van ons volk hangt aan
Wilhelmus en dat het daarom bovenaan mag
staan op het algemeene programma; al zal
niemand de V.A.R.A. willen voorschrijven om
het ook op te nemen.
Men were van het algemeene programma
wat een minderheid in het volk krenkt,
kwetst of opzettelijk hindert; doch in Neder
land behooren het Christelijk vers, het Chris
telijk gebed en he<t nationale liedtot den
geestelijken inventaris van het geheele volk.
WERKLOOSHEID EN LOONPEIL
Uit de Pers.
VOORZITTER
OF OUD-VOORZITTER
HET ADVIES AAN DE KONINGIN
In de pers was, gelijk men weet, een dis
cussie gaande over de vraag, of de leiding
der Chr. Hist. Unie er goed aan deed, dat
in 1929 niet Dr. de Visser, die voorzitter der
fractie was, maar Mr. Schokking, die i
zitter zou worden, aangewezen werd od
Koningin bij de Kabinetscrisis van advies te
dienen.
Het „Nederl. Weekblad" van de Dr. de
Visser-groep der Chr. Hist Unie heeft zich
tot heden niet gemengd in de wisseling
gedachten en den daarop gevolgden strijd
over de houding van de Christelijk-Histori-
sche Tweede Kamerclub bij de crisis in 1929.
Het wil 1at nog niet doen, maar acht zich
wèl verplicht een woord van tegenspraak te
doen hooren tegen hetgeen de heer Snoeck
Eenkemans eisch van ons staatsrecht bij
een kabinetscrisis heeft genoemd.
Blijkens het verslag in „de Nederlander"
van 10 Juli jl. is door hem op de Zomer-
conferentie der Chr.-HisL Unie te Lunteren
gezegd „dat de Voorzitter der nieuwe Ka
merfractie staatsrechterlijk de meest aange
wezen man is om bij de Kabinetscrisis naar
de Koningin te gaan."
N a opgemerkt te hebben, dat de Kroon
hierin volkomen vrij is, zegt het „Weekblad":
Maar verondersteld, dat de opmerking
van den heer Snoeck Henkemans juist en
de Voorzitter van de nieuwe Kamerfractie
staatsrechtelijk de meest aangewezen man
ware om bij de Kabinetscrisis naar de
Koningin te gaan, dan zouden altijd on
middellijk na de algemeene verkiezingen
voor de Tweede Kamer de nieuwe Kamer
fracties moeten vergaderen ter benoeming
van den Voorzitter, hetgeen echter nim
mer geschiedt en ook in 1929 door de
Chr. Hist. Tweede Kamerclub niet ge
schied is.
Niemand schijnt dus ooit aan dien
staatsrechtelijken eisch te hebben gedacht
Doch het ergste in de beschouwing van
den heer Snoeck Henkemans is wel dit,
dat de Kroon, door, voor de liberale
Tweede Kamerfractie Mr. van Gijn en
voor de antirevolutionaire Tweede Kamer
fractie Mr. Heemskerk als adviseurs op
te roepen, staatsrechtelijk niet de meest
aangewezen personen zou hebben uitge
kozen en dus min of meer persoonlijke
voorkeur zou hebben doen gelden.
Is er nu iemand, dit dit kan aannemen,
waar bekend is hoe nauwgezet de Kroon
altijd de staatsrechtelijke lijn volgde en
volgen blijft?
Voorts maakt het blad dan nog de opmer
king, dat de heer Snoeck Henkemans blij
kens een artikel van 9 Juli in de „Nederl."
die staatsrechtelijke opvatting heelemaal
niet gedacht heeft.
BINNENLAND.
OFFICIEELE BERICHTEN
CONSULAATWEZEN.
By K. B. is Dr. H. Gördes erkend en toege
laten als consul van Duitschland te Heerlen,
voor de provincie Limburg.
ONZE MINISTERS
MINISTER DECKERS MET VERLOF.
Naar wij vernemen zal de Minister van De
fensie Mr. Dr. L. N. Deckers, heden voor
eenige' weken roet verlof naar het buitenland
gaan. J
Tot voor kort werd de werkloosheid als
een normaal verschijnsel beschouwd, inhae-
rent aan onzen maatschap pij vorm; in tijden
van hoogkonjunktuur moest de industrie
mers in staat zijn haar meer dan normale
behoefte aan arbeiders te dekken; vooi
geval moest er dus een zekere reserve aan
wezig zijn en aangezien deze gevonden werd
in het leger werkloozen, dat zich in de
afgaande depressie gevormd had, vterd de
toenemende werkloosheid in het depressie
tijdperk als een noodzakelijk verschijn
sel opgevat. En inderdaad, wanneer men de
verschijnselen depressie en hoogkonjunktui
als normaal en noodzakelijk beschouwt, moet
men ook de werkloosheid tijdens de depres
sie als noodzakelijk aanvaarden, omdat deze
eerst de hoogkbnjunktuur mogelijk maakt.
Evenwel is zoowel het samenstel van
schijnselen zelf als de gebruikelijke beschou
wing daarvan toch allerminst bevredigend.
Een crisis en wat daarmee gepaard gaat is
toch wel een zeer onoeconomisch gebeuren
in het oeconomische leven! Daarom is de
eenigszins vermoeide en fatalistische hou
ding om deze dingen maar te laten komen
en gaan, oeconomisch allerminst te recht
vaardigen.
De laatste jaren, de laatste maanden voor
al, is er echter wel eenige verandering te
bespeuren in de gebruikelijke opvattingen.
Het rustig toezien heeft plaats gemaakt voor
een onrustig gadeslaan, waarvoor ook alle
reden is, aangezien de thans heerschende
nog steeds toenemende werkloosheid buiten
alle verhouding is tot die in vroegere depres
sies. Sinds eenigen tijd is dan ook het ver
schijnsel zonder merkbare oppositie tot „pro
bleem" bevorderd. En het zal wel niemand
verwonderen, dat ook zij, die de werkloos
heid tot voor kort als „normaal" beschouw
den, n.l. de oeconomisch-liberalen, zich aan
de verklaring en oplossing van het probleem
'ezet hebben. Hierbij dient wel in het oog
gehouden te worden, dat het problematische
der zaak voor hen niet gelegen is in de werk
loosheid als zoodanig, doch uitsluitend in de
huidige abnormale afmetingen ervan. Uit
dien hoofde mag betwijfeld worden, of
hen een principeele aanvat en oplossing van
het probleem te verwachten is.
In vele gevallen wordt de werkloosheid
eenvoudig gezien als een kwestie van con
currentievermogen. Het zal duidelijk zijn, dat
we bij een dergelijke beschouwing nooit tot
een vermindering of opheffing der werkloos
heid komen, maar hoogstens tot een ver
plaatsing. Waar de werkloosheid, zooals
thans, tot wereldverschijnsel geworden is,
komen we langs dezen weg nimmer tot een
oplossing.
Opmerkelijk is in ieder geval, dat leder be
toog van liberale zijde over de werkloosheid
steeds eindigt met het advies: verlaag de
loonen en de werkloosheid zal afnemen. Hoe
juist deze bewering nu moge schijnen voor
hem, die de zaak beziet uit het oogpunt van
den bedrijfseconoom, sociaal-economisch ge
zien is de stelling echter niet vol te houden.
De gebruikelijke redeneering is als volgt:
Wanneer in een onderneming de loonen ver
laagd worden, zullen daardoor de productie
kosten afnemen. Hierdoor zal de verkoopprijs
verlaagd kunnen worden, hetgeen een stij
ging van den omzet tengevolge zal hebben.
De omvang der productie zal daardoor groo-
ter moeten worden; de industrie moet uit
breiden en zal meer arbeiders in dienst kun
nen nemen. Conclusie: loonsverlaging ver
mindert de werkloosheid. Deze conclusie i:
evenwel niet zonder meer te aanvaarden. De
vraag is: hoe staat het met de koopkracht
der in aanmerking komende consumenten?
Het betoog zal slechts dan opgaan, wanneer
deze koopkracht voor en na de loonsverla
ging nagenoeg dezelfde gebleven is. Daalt
deze koopkracht evenwel, hetzij tengevolge
der loonsverlaging, hetzij tengevolge van
andere factoren, dan is in het algemeen
niet te zeggen of loonsverlaging ook de
gewenschte uitwerking zal hebben.
Trouwens gaat de vraag hier niet zoozeer
over een plaatselijk beperkte, dan wel over
jmeene loonsverlaging. Stel dus,
dat over de geheele linie een aanzienlijke
loonsverlaging ingevoerd wordt Wanneer nu
niet gelijktijdig de prijzen der voornaamste
artikelen naar beneden gaan, dan beteekent
de loonsverlaging onmiddellijk een alge
meene verzwakking van do koopkracht der
consumentunmassa, welke zich ook onmid
dellijk in de voornaamste industrieën, die
kroor de massa produceeren, voelbaar
zal maken. Bovendien zal de vermindering
van den omzet gelijktijdig een terugslag heb
ben in de vervoerbedrijven, enz. In het gun-
3val, wanneer n.l. de prijsdaling voor
zoover deze het gevolg is van de loonsverla
ging, evenredig is met de nominale vermin
dering der koopkracht, is de verhouding
tusschen productie en koopkracht vóór en
na de loonsverlaging nagenoeg gelijk. In dit
geval, het gunstigste dus, is echter niet in
te zien, dat loonsverlaging werkverruiming
ten gevolge kan hebben. Slecht in één geval
de toestand er gunstiger op worden,
wanneer de prijsdaling n.l. grooter was dan
overeenkwam met de loonsverlaging, m.a.w.
wanneer een prijsverlaging ingevoerd werd
ten koste van de winstmarge der industrie;
het is duidelijk, dat, om dit te berei
ken, geen loonsverlaging noodig is.
In het algemeen heeft de prijsdaling ech
ter de neiging om bij de loonsverlaging ach
ter te blijven, hetgeen voornamelijk het ge
volg is van de nog vrijwel onbeperkte heer
schappij van het „winstprincipe", waardoor
alle activiteit in de productiewereld uitslui
ten en uiteindelijk gericht is op een zoo hoog
mogelijke bedrijfswinst Hoewel dan, bij ge
lijken omzet, ieder bedrijf voor zich goedkoo-
per zal produceeren en zelfs tot een zekere
prijsverlaging -al overgaan, ral toch de pro
ductie niet opgevoerd kunnen worden, om
dat de totale koopkracht gedaald is tenge-
olge van de algemeene daling van het loon
peil. Daarom zal de omzet ook kleiner wor
den, zoodat de productie ingekrompen moet
worden, hetgeen ten eerste ontslag van per
soneel noodzakelijk maakt en ten tweede de
productiekosten per productie-eenheid doet
stijgen. In ieder opzicht is dan ,dc toestand
ongunstiger dan vóór de loonsverlaging.
Zelis heeft deze dan een stijging der werk
loosheid veroorzaakt.
Ir. C. G. MEEDEl!
DIPLOMATIE
NIEUWE GEZANT VAN ARGENTINIË.
Reuter seint uit Buenos Aires, dat tot
Argentijnsch gezant te 's-Gravenha ge is be
noemd de heer Arthus Massa.
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
Het Eerste Kamerlid Polak heeft aan den
minister van Defensie de volgende vragen ge
steld:
I. Is het den minister bekend, dat de toe
stand, waarin deze weg door het fort Blauw
kapel verkeert, in alle opzichten onhoud-
II. Zoo ja, wil Zyne Excellentie dan bevor
deren, dat aan dezen toestand ten spoedigste
een einde wordt gemaakt?
III. Zoo neen, welke zijn daarvan dan de
redenen en waarom acht Zijne Excellentie het
oorbaar, den drukken verkeersweg tusschen
Hilversum en Utrecht versperd te laten door
een buitengewoon nauw, zich in talrijke scher
pe bochten wringend en ui'erst slecht gepla
veid gedeelte, dat onder zijn departement res
sorteert,
DE ECONOMISCHE
VOORLICHTINGSDIENST.
De heer Van Rappard heeft aan den minis
ter van Binnenlandsche Zaken de volgende
vraag gesteld:
Is de minister bereid, alvorens een beslis
sing te nemen in dit voor onzen land- en tuin
bouw zoo belangrijk vraagstuk, het oordeel ir
te.winnen van den georganiseerden landbouw
over het rapport van de commissie van
bereiding eener organisatie van den economi-
schen voorlichtingsdienst
DE BRUG BIJ HET KATERVEER
DE VERLICHTING.
Het standpunt van den Minister.
Kort na de opening van de brug over den
IJssel bij Katerveer heeft de B.B.N., Bond
van Bedrijfsautohouders in Nederland, zich
tot den Minister van Waterstaat gewend,
met het dringend verzoek, maatregelen te
willen treffen, dat opritten van de brug des
avonds verlicht zouden worden.
De Minister van Waterstaat heeft than?
dit verbluffende antwoord gegeven: „tot de
verplichtingen van het Rijk ten aanzien van
Rijkswegen en de daarin gelegen bruggen,
schuilt wel de zorg voor de verlichting. Ver
lichting bij nacht van de opritten van deze
brug (bij het Katerveer) komt mij in het be
lang van de veiligheid ook niet noodig
Wat dit laatste punt betreft, is het oordeel
algemeen anders. Moet hier het eerste onge
luk worden afgewacht, eer men de wensche-
lijkheid van verlichting erkent?
De vraag hoever de verplichtingen van
het Rijk ten aanzien van rijkswegen en
-bruggen gaan, houdt verband met de vraag
hoe het net van wegen en bruggen kan wor
den opgevoerd en de veiligheid van het ver
keer kan worden bevorderd. Door het ont
breken van verlichting is zeker aan die vei
ligheid te kort gedaan.
G. QUELLE
De heer G. Quelle, voorheen Directeur der
Johannes Stichting te Nieuwveen, en de
laatste jaren directeur van diezelfde Stich
ting te Huis ter Heide, heeft eervol ontslag
aangevraagd.
A. LABOUCHERE 70 JAAR
De heer A. Labouchere, bekend als
eigenaar, later als president-directeur van de
vermaarde fabriek van Delftsch aardewerk
„De Porceleyne Fles" te Delft en thans nog
haar gedelegeerd commissaris, vierde Zondag
zyn zeventigstcn verjaardag.
Niet alleen als industrieel ondernemer is de
heer Labouchere werkzaam geweest, doch ook
verschillende maatschappelijke functies. Zoo
s hy een tijd lang hoofdingeland van het
Hoogheemraadschap Delfland en wethouder
van Rijswijk en heeft hij mede een werkzaam
aandeel gehad in het behoud van het Museum
(thans Rijksmuseum) „Huis Lambert van
Meerten" te Delft en de restauratie van het
huis van den grooten Huygens te Voorburg.
MR. D. SLUIS t.
Te Alkmaar overleed de heer Dirk
Sluis, anti-revolutionair lid van den Raad
in den ouderdom van 51 jaar.
De heer Sluis behoorde te Alkmaar
tot de geziene burgers. Hij was de eonigste
ertegenwoordiger van de anti-revolutionai-
en in den Gemeenteraad. Korten tijd was
hij ook Wethouder. In meerdere besturen,
zoowel van gewone organisaties ais van
polders, had hij zitting.
Met humor gezegend, was hij vaak het
middel de eenheid in onderscheiden krin
gen te bevorderen.
De deelnemers aan de Spitsbergen-reis
der Ned. Chr. Reisvereeniging van zomer
'129 zullen zich Mr. Sluis herinneren nl=
de joviale reisgenoot. Hij mocht in vrede
heengaan.
Leger en Vloot.
REORGANISATIE DER ARTILLERIE.
INRICHTINGEN.
Gisteren heeft de Minister van Defensie op
n departement de commissie van toez'ciit op
(ie reorganisatie van de artillerie-inrichtingen
geïnstalleerd. Deze commissie bestaat uit de
hoeren: Professoren L. A. van Royen, hoog lee
rt ar aan de Technische Hoogcschool te Delft,
lid en voorzitter: Ir. H. O. J. H. Bouwduin,
algemeen chef van dc< bovengrondschen dienst
der mijn Julii tc 1 i.-iioven (L.) en K. E.
Oudendijk, kei nelldulair der artillerie, hoofd
BRIEVEN UIT OE HOOFDSTAD
DE GLORIE VERGAAN!
Het is een droevig stuk gewoiden het
stuk, waarin Wijnkoop met enk"!.' zi
vrienden, de volledige onderwerping
de Sovjetmachten, hebben bezege.— Zeker
geldt de smaad van dit stuk alle ondertee
kenaars, maar toch wel in de eerste plaats
de vroegere leider van de communistische
partij ,het hoofd van de dissent eerend®
groep, de Amsterdamsche communist,
W ijin k o o p.
Hij had ongetwijfeld in ons land een po
sitie van beteekenis. Hij had jar-n lana
gewerkt en geploeterd in do S.D.A P., hij
heeft de scheuring geforceerd, omdat hunne
wegen dc zijne niet waren, omdat hij de
volutionair was en wilde blijven, omdat hij
doctrinair was en een idealist, misschien
zelfs een dweper.
Hij heeft een zwaren weg gehad, deze
rabbijnen zoon met zijn smart vertrokken
aangezicht, hij heeft geleden voor wat hij
meende dat goed was, gestreden voor
hij zag als ideaal, hij heeft oude vrienden
van zich afgestooten, omdat hij .neende
dat zulks was in het belang der arbeiders,
hij heeft gepoogd een eigen partij te bou
wen, waarin zijn geest zou dominoc-ren.
En toen dit niet ging, tendeele om
fouten van zijn aanleg, van zijn karakter
van zijn ras misschien ook, maar ook ten
gevolge van zijn dikwijls nog half en twee
slachtige methoden en zeker niet bet .ninst
tengevolge van de nuchterheid van ons
volk. dat in het Bolsjewisme geen verloss
en in Wijnkoop geen profeet zag, toen
heeft men hem opzij gezet, toen hebben
de groote Bolsjewieken hem in gebreke ge
steld en toen hebben de horrels om zijn
hoofd gezweefd en de ezels hebben Li
hun hoeven doen voelen.
Een oogenblik is hij toen een „kerel"
geweest en heeft den bekenden smaad van
het glaasje water uitgewischt Hij heeft
de Kamer er aan gegeven, een offer
groote beteekenis, hij heeft zich niet in
een valsche positie willen schikken, maar
heeft een nieuwe groep opgericht, in zijn
oogen de echte, die trouw bleef aan zijn
inzichten en die ipeende vertolker te blij
ven en representant van het echte Rus
sische Bolsjewisme.
Weer kwam hij in de Kamer, zij het
toch ineen andere positie dan de eerste
maal, met minder glorie o.mstraald en in
feite minder beteekenend. En in den Raad
van Amsterdam kregen wij de broeder
twisten tusschen den officieelen commu
nist en den eigengemaakten sovjet-dienaar
tusschen Seegers en Wijnkoop, twisten die
werkelijk liepen over zaken van tactiek,
overbeginsel-toepassing, over economische
inzichten, over principes
Het is niet tegen te spreken, dat in die
kwestie de heer Wijnkoop de sterkste was.
Hij kende de mentaliteit van ons volk be
ter, hij was met de internationale verhou*
dingen meer op de hoogte, hij was in alle
opzichten meer geschoold en principieel ge
vormd. Hij was schoon gesepareerd de zui
vere vertegenwoordiging van Moekou, hij
was de profeet van Holland, hij had de
boodschap van het Communisme het best
verstaan.
En nu! Nu heeft de eertij Ie fiere strijder
het levend commentaar gogcen, dat der
communisten niets te dol is. Nu heeft hij
een verklaring gegeven, hij voelde zich
daartoe verplicht, maar wij lezen zeker niet
verkeerd als wij aanvullen du hij hiertoe
verplicht is geworden, een verklaring zoo
miss» lijk, zoo kruiper'g, als wij haar zelden
hebben meegemaakt.
Jij stemt er in toe dat niet zijn groep in
het geheel overgaat, m-ii" dat de leiders
„naar bolsjewistische methode" een aparte
behandeling ondervinden. Dat hij dus als
.'iaer en verleide'' niet gelijk door dè poort
gaat, maar dat voor hem een scherpere
tuur is weggelegd. Daar begint hi< de
streep te balen door h:el zijn leven en zijn
optreden.
Hij erkent dat het optreden van hem en
zijn groep, met hoeveel klem en k-ncht
vroeger ook verdedigd en als het echte
bosjewisme aan het volk voorgesteld, een
vergrijp is geweest tegen de Derde Interna
tionale, dat elk optreden tusschen Comin
tern en internationale moet leiden tot een
politiek bankroet, en hij moet er achter la
ten volgen, dat dit in de likwidatie van zijn
groep inderdaad is bewezen.
Hij geeft ook zijn groote geschilpunt met
j andere groep op. IIij heeft altijd gestre-
■n voor de eenheid der arbeidersbeweging.
Hij was nuchter genoeg om niets te ver
achten van communitische groepjes van
N. A. S. of P. A. S. Zijn menschen hoorden
in de moderne vakbeweging thuis; "n;j wilde
het N. \L V. revolutionariseercn. Maar n i
is dat standpunt verlaten; hij vindt het
verkeerd; hij zoekt geen eenheidsfront
meer, al moet zijn verstand hem anders
onderrichten; hij zweert bij de Comintern,
die het alleen weet, die groot is en wier
profeet hij, met verloochening va a lieel
zijn verleden, wil worden.
Daar is buiten de Comintern voor da com*
munisten, voor de arbeiders van de Inga
landen der zee geen heil. De opheffing van
de groep die in elk geval nog trachtte een ge-
zelfstandigheid en een eigen knrikte* ta
behouden is voorwaarde voor de aouvnls-
kracht in de revolutionaire strijd vjor het
o!voeren der revolutie.
Hij erkent dan ook volmondig dat zijn
groep heeft gecapituleerd, dat hij de go-
stelde voorwaarden aanvaardt; dat hij
buigt voor de politiek, de taktiek en do dis
cipline van de C. I.
Dat is wel een droevig on'.a-gaan van
deze communistische morgenster. Dat \s
niet het ondergaan van de martelaar, dat
is de herroeping van don gepijnigde, die
het leven verliest, het gebroken en het ver
loren leven, omdat hij zelfbehoud zoekt
Een schip op het strad, ccn haken in zee.
AREND VAN AMSTEL.
der IVe afd. B van het Departement
fensie; leden: C. A. Hartmans, kapitein derf
art., werkzaam Mi de IVe afd. B van het De
partement van Defensie, secretaris.
De taak dezer commissie zal zyn: het in
overleg met do directie uitwerken van de
reorganisatie der artillerie-inrichtingen, het
aan den Minister van Defens e doen van
voorstellen betreffende deze reorganisatie »n
het houden van toezicht op de door den Mi
nister van Defensie goedgekeurde voorstellen.
TOEN EN NU
KONDEN ZIJ NIET ANDERS
WORDEN?
In het „Handelsblad" van 19 Juni schreef
de heer W. over Verkiezingspoëzie van
25 jaar geleden. Hij schaamt zich voor de
Kuyper-Hetze, waaraan ook hij. in schooljon
gen sijver zonder verstand heeft meegedaan.
Hij brengt eenige pamfletten uit dien tijd
in herinnering en zegt, dat het ook wel
heel erg was.
Maar,
Daar komen de fijnen
In statige rij.
Haal op je gordijnen,
Kom naderbij.
Hun uitgestreken g'zicht,
Lijkt op een tafellaken,
Nu zij, O zoete plicht.
Bram gaan tot branie maken.
Van die schoone verzen schommel deaf
wij afdrukken op of wel wij vermenig
vuldigden ze zelf en vochten in dia
zomirsche dagen, die even warm wared
als die van nu.
En politiek warmer.
Tenzij
Er zijn vergelijkingen gemaakt tusscheit
den radiostrijd van nu en den schoolstrijd
van toen.
De wijze, waarop W. zijn herinneringen
weergeeft, cert hem. Want er blijkt uit, dat
hij een afkeer heeft van zoo schunnige be
strijding als waaraan men zich in 1905 schul
dig maakte.
Echter, ik moet W. de illusie ontnemen,
dat wat in 1905 gebeurde nu onmogelijk zou
zijn. Ik wil volstrekt niet generaliseeren,
maarde dichters van 1905 zijn nog niet
uitgestorven en een zekere W., een andera
natuurlijk, dan de heer W. in 't Handelsblad,
streeft de „scone poezij" van 1905 op zijn
minst terzij, zoo niet voorbij.
En 't is ongelooflijk, maar waar: Da
Vrijheid, het officieele orgaan van den
Vrijheidsbond, verleent plaats aan deze
schandelijke producten.
Een er van legde ik ter zijde, en alleen en
uitsluitend om den heer W. to overtuigen,
dat de beschaving niet zoo snel vooruitgaat
als hij meent, yolgt hier een yers uit D o
V r ij h e i d:
DE HEER RADIO-R(E)IJMER ZINGT
i(vrij naar Van Alphen)
Zou lk Teun den Klepper vreezenf
O, die lieve, brave man
maakt, dat 'k „christ'lijk" (niet ln wezen)
rustig voort regeeren kan!
'k Heb van hem in 't minst geen last,
als 'k maar nèt doe, wat hem past.
Van der Deur werkt m' ook niet tegen!
t' Danken wordt hij nimmer moe,
En hij zond me nog den zegen
van zijn lijf-god gratis toe!
Al wat Teun de Klepper bracht,
slikt zijn christenschare zacht
Ik zou zoo zeggen: dat Is wel heel erg. Er
kon boven staan: „vrij naar 1905". ik
vraag excuus, dat h-t in ons blad overge
nomen wordt. Maar als we 't hebben over
toen en nu, dan zeg ik, h e 1 a a s: nu toen!
Uit Oost-Indië
KOELIE-WERKSTAKING?
MEDAN, 19 Juli. (Aneta). De Deli Courant
meldt, dat 19-1 koelies, waarvan 147 man
afkomstig van dc onderneming Bafoe Lakong
van de Un. Senvang Rubber Plantation ta
Londen in de afd. Deli en Serwang, gouver-
nbment Oostkust van Sumatra, het werk
hebben neergelegd.
De koelies trokken naar het huis van den
administrateur, waar zij mededeelden, dat
zij weigerden verder to werken indien de
hoofdmandoer der onderneming gehand
haafd bleef.
Tegen dezen mandoer zijn n.L verschillen
de klachten geuit betreffende geldkwesties
en ongeoorloofdo verhouding tot vrouwen.
De hoofdmandoer werd geschorst, waaraf»
het werkvolk het werk hervatte.
MEESTER CORNEUS, 19 Juli. (Aneta).
Een achttal Javaansche militairen onder lei
ding van den sergeant Radjl, overviel gister
avond zonder dat daartoe aanleiding be
stond, eon Inlandschen politieagent, die na
dat hij eenige klappen had opgoloopen, ticfa
wel genoodzaakt zag zijn klewang te trek
ken. Da militairen dropen bij het zien van
het blanke wapen af.
De zaak is gerapporteerd bij de militair*
autoriteiten.
Land- en Tuinbouw.
DL AARDAPPELWRATZIEKTE.
In de provincie Groningen doet zich een
geval van aardappelwratziekte \oor.
LAGE PACHTPRIJZEN.
Men meldt ons uit Werkendam:
Bij de groote graanverpachting was de
animo lot koopen slechts zeer gering. Bijna
alle perceelen werden dan ook ingehouden,
DE HAGELSLAG IN KENNEMERLAND.
De schade, geleden door den hagelslag op
22 Juni 1.1, in het land- en tuinbouwgebied
o Kennemerland. is door de daartoe be
noemde deskundige commie*.» vastgesteld
op ruim f 54.000.