lükttnrr geütötift (JEoumnt EERSTE BLAD. k.t\ S0NNEÏ5BRÏ» Pflx kwartaal 5.25 (Besehikkingskosten f0 15) jer week 1 0.25. Voor het Buitenland bij Weke- lijksche zending - 6-— 3ij dagelijksche zending „7.— Alles bil vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7 h cent Eondagshlad niet afzonderlijk verkrijgbaa IMo 3105 Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 DINSDAG 22 JULI 1930 ADVCRÏENTIÊN: Van t tot 5 reeels fL17VS Like regel cneer - 0-22Vi Ing«. ïededecMncei. r a- van 1—5 regels Elke regel meer „0.(5 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekendƒ0.10 10e Jaargang Oil nummer beslaat uit TWEE VAGANTIE-ADRESSEN Met het oog op de groote drukte bij onze administratie, nu zoo velen onzei lezers met vacantie gaan, wordt meD vriendelijk verzocht, deze tijdelijke adresveranderingen zoo spoedig mo gelijk op te geven, liefst enkele dagen van te voren. Komen zulke aanvragen op het laatste oogenblik, dan is het niet zeker, dat men aan z'n nieuwe adres direct den eersten dag de krant al ontvangt en hierop stellen de lezers telf toch zeker even grooten prijs ais wy. MINISTERIEEL BESCHEID. Met belangstelling zagen we uit naar het antwoord, dat Minister de Geer zou geven op vragen, door het Kamerlid Weitkamp ge steld betreffende mogelijke verlaging van pacht voor pachters van Rijksdomeingronden We moeten bekennen, dat onze verwach tingen niet hoog waren gespannen, omdat het Rijk ondanks de heerschende crisis al meer dan eens toonde als eigenaar en ver pachter niet te beschikken over die soepel- ruimhartigheid, welke men zoo gaarne hij de overheid aantreft. In zooverre is de tegenvaller niet zoo heel groot wanneer we te kennen geven, dat Ministers antwoord ons heeft teleurgesteld Wie de beide onderdeelen van het ant woord vergelijkt met de gestelde vragen moet bovendien wel tot de slotsom kcmen, dat ook w ij z e van beantwoording weinig bevre- u jend is: van eenige verstoordheid en ge- ipikkeldheid schijnt 's Ministers antwoord niet geheel vrij. Als dit inderdaad zoo is, moet de Regeering op -het verkeerde pad zijn. Van de Regeering, wier sociale wetgeving aan het bedrijfsleven regelen stelde slechts weinige maanden geleden een ontwerp-paohtwet aan de Staten-Generaal toezond, mag worden verwacht dat zij zelf in maatschappelijke verkeer niet minder fiociaal optreedt Voor eenige ontstemming is hier geen 87 87 Dat de Minister in zijn antwoord geen algemeene toezegging zou geven, lag voor de hand en werd ock niet gevraagd. Maar dat met geen enkel woord kon den erkend de moeilijke positie, waarin zich thans menige pachter, ook menige Rijks- pachter, bevindt, maakt een pijnlijken druk. Minister de Geer wenscht dus elk geval afzonderlijk te bezien. Daarvoor is inderdaad veel te zeggen, het kan moeilijk anders. Aan de pachters staat het om Zijn Excel lentie gelegenheid te geven zich over schillende gevallen uit te spreken. En wellicht zorgt de heer Weitkamp, die deze belangrijke zaak aansneed, er te zijner tijd wel voor, dat de uitslag dezer onderhan delingen wordt medegedeeld. 94Ü L00A WAT IS ALGEMEEN? den, wordt niet beslist met de opmerking, dat er enkele volksgroepen zijn, die er niets van willen weten. We geven trouwens niet toe, dat het zingen van dit lied of het spelen van de wijs hen in hun heilige gevoelens krenkt Het is hun overtuiging, dat de republiek te verkiezen is boven de monarchale staat; doch die overtuiging wordt niet gekwetst door het feit, dat niettemin Oranje blijft regeeren. En, bij Oranje behoort het Wilhel mus en dit aan te heffen heeft wel eens de monstratieve beteekenis, doch het blijft niet temin een nationaal lied, dat bij ons volk past Vooral de S. D. A. P. kan het algemeene karakter van het Wilhelmus niet ontkennen of algemeen met neutraal venvarren. Hoe zou zij anders kunnen verdedigen, dat het verleenen van een overheidssubsidie aan het Instituut voor Arbeidersontwikkeling (tot opleiding van sociaal-democraten) een zaak van algemeene beteekenis is? Vooral zij zal moeten toegeven, dat de groote massa van ons volk hangt aan Wilhelmus en dat het daarom bovenaan mag staan op het algemeene programma; al zal niemand de V.A.R.A. willen voorschrijven om het ook op te nemen. Men were van het algemeene programma wat een minderheid in het volk krenkt, kwetst of opzettelijk hindert; doch in Neder land behooren het Christelijk vers, het Chris telijk gebed en he<t nationale liedtot den geestelijken inventaris van het geheele volk. WERKLOOSHEID EN LOONPEIL Uit de Pers. VOORZITTER OF OUD-VOORZITTER HET ADVIES AAN DE KONINGIN In de pers was, gelijk men weet, een dis cussie gaande over de vraag, of de leiding der Chr. Hist. Unie er goed aan deed, dat in 1929 niet Dr. de Visser, die voorzitter der fractie was, maar Mr. Schokking, die i zitter zou worden, aangewezen werd od Koningin bij de Kabinetscrisis van advies te dienen. Het „Nederl. Weekblad" van de Dr. de Visser-groep der Chr. Hist Unie heeft zich tot heden niet gemengd in de wisseling gedachten en den daarop gevolgden strijd over de houding van de Christelijk-Histori- sche Tweede Kamerclub bij de crisis in 1929. Het wil 1at nog niet doen, maar acht zich wèl verplicht een woord van tegenspraak te doen hooren tegen hetgeen de heer Snoeck Eenkemans eisch van ons staatsrecht bij een kabinetscrisis heeft genoemd. Blijkens het verslag in „de Nederlander" van 10 Juli jl. is door hem op de Zomer- conferentie der Chr.-HisL Unie te Lunteren gezegd „dat de Voorzitter der nieuwe Ka merfractie staatsrechterlijk de meest aange wezen man is om bij de Kabinetscrisis naar de Koningin te gaan." N a opgemerkt te hebben, dat de Kroon hierin volkomen vrij is, zegt het „Weekblad": Maar verondersteld, dat de opmerking van den heer Snoeck Henkemans juist en de Voorzitter van de nieuwe Kamerfractie staatsrechtelijk de meest aangewezen man ware om bij de Kabinetscrisis naar de Koningin te gaan, dan zouden altijd on middellijk na de algemeene verkiezingen voor de Tweede Kamer de nieuwe Kamer fracties moeten vergaderen ter benoeming van den Voorzitter, hetgeen echter nim mer geschiedt en ook in 1929 door de Chr. Hist. Tweede Kamerclub niet ge schied is. Niemand schijnt dus ooit aan dien staatsrechtelijken eisch te hebben gedacht Doch het ergste in de beschouwing van den heer Snoeck Henkemans is wel dit, dat de Kroon, door, voor de liberale Tweede Kamerfractie Mr. van Gijn en voor de antirevolutionaire Tweede Kamer fractie Mr. Heemskerk als adviseurs op te roepen, staatsrechtelijk niet de meest aangewezen personen zou hebben uitge kozen en dus min of meer persoonlijke voorkeur zou hebben doen gelden. Is er nu iemand, dit dit kan aannemen, waar bekend is hoe nauwgezet de Kroon altijd de staatsrechtelijke lijn volgde en volgen blijft? Voorts maakt het blad dan nog de opmer king, dat de heer Snoeck Henkemans blij kens een artikel van 9 Juli in de „Nederl." die staatsrechtelijke opvatting heelemaal niet gedacht heeft. BINNENLAND. OFFICIEELE BERICHTEN CONSULAATWEZEN. By K. B. is Dr. H. Gördes erkend en toege laten als consul van Duitschland te Heerlen, voor de provincie Limburg. ONZE MINISTERS MINISTER DECKERS MET VERLOF. Naar wij vernemen zal de Minister van De fensie Mr. Dr. L. N. Deckers, heden voor eenige' weken roet verlof naar het buitenland gaan. J Tot voor kort werd de werkloosheid als een normaal verschijnsel beschouwd, inhae- rent aan onzen maatschap pij vorm; in tijden van hoogkonjunktuur moest de industrie mers in staat zijn haar meer dan normale behoefte aan arbeiders te dekken; vooi geval moest er dus een zekere reserve aan wezig zijn en aangezien deze gevonden werd in het leger werkloozen, dat zich in de afgaande depressie gevormd had, vterd de toenemende werkloosheid in het depressie tijdperk als een noodzakelijk verschijn sel opgevat. En inderdaad, wanneer men de verschijnselen depressie en hoogkonjunktui als normaal en noodzakelijk beschouwt, moet men ook de werkloosheid tijdens de depres sie als noodzakelijk aanvaarden, omdat deze eerst de hoogkbnjunktuur mogelijk maakt. Evenwel is zoowel het samenstel van schijnselen zelf als de gebruikelijke beschou wing daarvan toch allerminst bevredigend. Een crisis en wat daarmee gepaard gaat is toch wel een zeer onoeconomisch gebeuren in het oeconomische leven! Daarom is de eenigszins vermoeide en fatalistische hou ding om deze dingen maar te laten komen en gaan, oeconomisch allerminst te recht vaardigen. De laatste jaren, de laatste maanden voor al, is er echter wel eenige verandering te bespeuren in de gebruikelijke opvattingen. Het rustig toezien heeft plaats gemaakt voor een onrustig gadeslaan, waarvoor ook alle reden is, aangezien de thans heerschende nog steeds toenemende werkloosheid buiten alle verhouding is tot die in vroegere depres sies. Sinds eenigen tijd is dan ook het ver schijnsel zonder merkbare oppositie tot „pro bleem" bevorderd. En het zal wel niemand verwonderen, dat ook zij, die de werkloos heid tot voor kort als „normaal" beschouw den, n.l. de oeconomisch-liberalen, zich aan de verklaring en oplossing van het probleem 'ezet hebben. Hierbij dient wel in het oog gehouden te worden, dat het problematische der zaak voor hen niet gelegen is in de werk loosheid als zoodanig, doch uitsluitend in de huidige abnormale afmetingen ervan. Uit dien hoofde mag betwijfeld worden, of hen een principeele aanvat en oplossing van het probleem te verwachten is. In vele gevallen wordt de werkloosheid eenvoudig gezien als een kwestie van con currentievermogen. Het zal duidelijk zijn, dat we bij een dergelijke beschouwing nooit tot een vermindering of opheffing der werkloos heid komen, maar hoogstens tot een ver plaatsing. Waar de werkloosheid, zooals thans, tot wereldverschijnsel geworden is, komen we langs dezen weg nimmer tot een oplossing. Opmerkelijk is in ieder geval, dat leder be toog van liberale zijde over de werkloosheid steeds eindigt met het advies: verlaag de loonen en de werkloosheid zal afnemen. Hoe juist deze bewering nu moge schijnen voor hem, die de zaak beziet uit het oogpunt van den bedrijfseconoom, sociaal-economisch ge zien is de stelling echter niet vol te houden. De gebruikelijke redeneering is als volgt: Wanneer in een onderneming de loonen ver laagd worden, zullen daardoor de productie kosten afnemen. Hierdoor zal de verkoopprijs verlaagd kunnen worden, hetgeen een stij ging van den omzet tengevolge zal hebben. De omvang der productie zal daardoor groo- ter moeten worden; de industrie moet uit breiden en zal meer arbeiders in dienst kun nen nemen. Conclusie: loonsverlaging ver mindert de werkloosheid. Deze conclusie i: evenwel niet zonder meer te aanvaarden. De vraag is: hoe staat het met de koopkracht der in aanmerking komende consumenten? Het betoog zal slechts dan opgaan, wanneer deze koopkracht voor en na de loonsverla ging nagenoeg dezelfde gebleven is. Daalt deze koopkracht evenwel, hetzij tengevolge der loonsverlaging, hetzij tengevolge van andere factoren, dan is in het algemeen niet te zeggen of loonsverlaging ook de gewenschte uitwerking zal hebben. Trouwens gaat de vraag hier niet zoozeer over een plaatselijk beperkte, dan wel over jmeene loonsverlaging. Stel dus, dat over de geheele linie een aanzienlijke loonsverlaging ingevoerd wordt Wanneer nu niet gelijktijdig de prijzen der voornaamste artikelen naar beneden gaan, dan beteekent de loonsverlaging onmiddellijk een alge meene verzwakking van do koopkracht der consumentunmassa, welke zich ook onmid dellijk in de voornaamste industrieën, die kroor de massa produceeren, voelbaar zal maken. Bovendien zal de vermindering van den omzet gelijktijdig een terugslag heb ben in de vervoerbedrijven, enz. In het gun- 3val, wanneer n.l. de prijsdaling voor zoover deze het gevolg is van de loonsverla ging, evenredig is met de nominale vermin dering der koopkracht, is de verhouding tusschen productie en koopkracht vóór en na de loonsverlaging nagenoeg gelijk. In dit geval, het gunstigste dus, is echter niet in te zien, dat loonsverlaging werkverruiming ten gevolge kan hebben. Slecht in één geval de toestand er gunstiger op worden, wanneer de prijsdaling n.l. grooter was dan overeenkwam met de loonsverlaging, m.a.w. wanneer een prijsverlaging ingevoerd werd ten koste van de winstmarge der industrie; het is duidelijk, dat, om dit te berei ken, geen loonsverlaging noodig is. In het algemeen heeft de prijsdaling ech ter de neiging om bij de loonsverlaging ach ter te blijven, hetgeen voornamelijk het ge volg is van de nog vrijwel onbeperkte heer schappij van het „winstprincipe", waardoor alle activiteit in de productiewereld uitslui ten en uiteindelijk gericht is op een zoo hoog mogelijke bedrijfswinst Hoewel dan, bij ge lijken omzet, ieder bedrijf voor zich goedkoo- per zal produceeren en zelfs tot een zekere prijsverlaging -al overgaan, ral toch de pro ductie niet opgevoerd kunnen worden, om dat de totale koopkracht gedaald is tenge- olge van de algemeene daling van het loon peil. Daarom zal de omzet ook kleiner wor den, zoodat de productie ingekrompen moet worden, hetgeen ten eerste ontslag van per soneel noodzakelijk maakt en ten tweede de productiekosten per productie-eenheid doet stijgen. In ieder opzicht is dan ,dc toestand ongunstiger dan vóór de loonsverlaging. Zelis heeft deze dan een stijging der werk loosheid veroorzaakt. Ir. C. G. MEEDEl! DIPLOMATIE NIEUWE GEZANT VAN ARGENTINIË. Reuter seint uit Buenos Aires, dat tot Argentijnsch gezant te 's-Gravenha ge is be noemd de heer Arthus Massa. VRAGEN VAN KAMERLEDEN Het Eerste Kamerlid Polak heeft aan den minister van Defensie de volgende vragen ge steld: I. Is het den minister bekend, dat de toe stand, waarin deze weg door het fort Blauw kapel verkeert, in alle opzichten onhoud- II. Zoo ja, wil Zyne Excellentie dan bevor deren, dat aan dezen toestand ten spoedigste een einde wordt gemaakt? III. Zoo neen, welke zijn daarvan dan de redenen en waarom acht Zijne Excellentie het oorbaar, den drukken verkeersweg tusschen Hilversum en Utrecht versperd te laten door een buitengewoon nauw, zich in talrijke scher pe bochten wringend en ui'erst slecht gepla veid gedeelte, dat onder zijn departement res sorteert, DE ECONOMISCHE VOORLICHTINGSDIENST. De heer Van Rappard heeft aan den minis ter van Binnenlandsche Zaken de volgende vraag gesteld: Is de minister bereid, alvorens een beslis sing te nemen in dit voor onzen land- en tuin bouw zoo belangrijk vraagstuk, het oordeel ir te.winnen van den georganiseerden landbouw over het rapport van de commissie van bereiding eener organisatie van den economi- schen voorlichtingsdienst DE BRUG BIJ HET KATERVEER DE VERLICHTING. Het standpunt van den Minister. Kort na de opening van de brug over den IJssel bij Katerveer heeft de B.B.N., Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland, zich tot den Minister van Waterstaat gewend, met het dringend verzoek, maatregelen te willen treffen, dat opritten van de brug des avonds verlicht zouden worden. De Minister van Waterstaat heeft than? dit verbluffende antwoord gegeven: „tot de verplichtingen van het Rijk ten aanzien van Rijkswegen en de daarin gelegen bruggen, schuilt wel de zorg voor de verlichting. Ver lichting bij nacht van de opritten van deze brug (bij het Katerveer) komt mij in het be lang van de veiligheid ook niet noodig Wat dit laatste punt betreft, is het oordeel algemeen anders. Moet hier het eerste onge luk worden afgewacht, eer men de wensche- lijkheid van verlichting erkent? De vraag hoever de verplichtingen van het Rijk ten aanzien van rijkswegen en -bruggen gaan, houdt verband met de vraag hoe het net van wegen en bruggen kan wor den opgevoerd en de veiligheid van het ver keer kan worden bevorderd. Door het ont breken van verlichting is zeker aan die vei ligheid te kort gedaan. G. QUELLE De heer G. Quelle, voorheen Directeur der Johannes Stichting te Nieuwveen, en de laatste jaren directeur van diezelfde Stich ting te Huis ter Heide, heeft eervol ontslag aangevraagd. A. LABOUCHERE 70 JAAR De heer A. Labouchere, bekend als eigenaar, later als president-directeur van de vermaarde fabriek van Delftsch aardewerk „De Porceleyne Fles" te Delft en thans nog haar gedelegeerd commissaris, vierde Zondag zyn zeventigstcn verjaardag. Niet alleen als industrieel ondernemer is de heer Labouchere werkzaam geweest, doch ook verschillende maatschappelijke functies. Zoo s hy een tijd lang hoofdingeland van het Hoogheemraadschap Delfland en wethouder van Rijswijk en heeft hij mede een werkzaam aandeel gehad in het behoud van het Museum (thans Rijksmuseum) „Huis Lambert van Meerten" te Delft en de restauratie van het huis van den grooten Huygens te Voorburg. MR. D. SLUIS t. Te Alkmaar overleed de heer Dirk Sluis, anti-revolutionair lid van den Raad in den ouderdom van 51 jaar. De heer Sluis behoorde te Alkmaar tot de geziene burgers. Hij was de eonigste ertegenwoordiger van de anti-revolutionai- en in den Gemeenteraad. Korten tijd was hij ook Wethouder. In meerdere besturen, zoowel van gewone organisaties ais van polders, had hij zitting. Met humor gezegend, was hij vaak het middel de eenheid in onderscheiden krin gen te bevorderen. De deelnemers aan de Spitsbergen-reis der Ned. Chr. Reisvereeniging van zomer '129 zullen zich Mr. Sluis herinneren nl= de joviale reisgenoot. Hij mocht in vrede heengaan. Leger en Vloot. REORGANISATIE DER ARTILLERIE. INRICHTINGEN. Gisteren heeft de Minister van Defensie op n departement de commissie van toez'ciit op (ie reorganisatie van de artillerie-inrichtingen geïnstalleerd. Deze commissie bestaat uit de hoeren: Professoren L. A. van Royen, hoog lee rt ar aan de Technische Hoogcschool te Delft, lid en voorzitter: Ir. H. O. J. H. Bouwduin, algemeen chef van dc< bovengrondschen dienst der mijn Julii tc 1 i.-iioven (L.) en K. E. Oudendijk, kei nelldulair der artillerie, hoofd BRIEVEN UIT OE HOOFDSTAD DE GLORIE VERGAAN! Het is een droevig stuk gewoiden het stuk, waarin Wijnkoop met enk"!.' zi vrienden, de volledige onderwerping de Sovjetmachten, hebben bezege.— Zeker geldt de smaad van dit stuk alle ondertee kenaars, maar toch wel in de eerste plaats de vroegere leider van de communistische partij ,het hoofd van de dissent eerend® groep, de Amsterdamsche communist, W ijin k o o p. Hij had ongetwijfeld in ons land een po sitie van beteekenis. Hij had jar-n lana gewerkt en geploeterd in do S.D.A P., hij heeft de scheuring geforceerd, omdat hunne wegen dc zijne niet waren, omdat hij de volutionair was en wilde blijven, omdat hij doctrinair was en een idealist, misschien zelfs een dweper. Hij heeft een zwaren weg gehad, deze rabbijnen zoon met zijn smart vertrokken aangezicht, hij heeft geleden voor wat hij meende dat goed was, gestreden voor hij zag als ideaal, hij heeft oude vrienden van zich afgestooten, omdat hij .neende dat zulks was in het belang der arbeiders, hij heeft gepoogd een eigen partij te bou wen, waarin zijn geest zou dominoc-ren. En toen dit niet ging, tendeele om fouten van zijn aanleg, van zijn karakter van zijn ras misschien ook, maar ook ten gevolge van zijn dikwijls nog half en twee slachtige methoden en zeker niet bet .ninst tengevolge van de nuchterheid van ons volk. dat in het Bolsjewisme geen verloss en in Wijnkoop geen profeet zag, toen heeft men hem opzij gezet, toen hebben de groote Bolsjewieken hem in gebreke ge steld en toen hebben de horrels om zijn hoofd gezweefd en de ezels hebben Li hun hoeven doen voelen. Een oogenblik is hij toen een „kerel" geweest en heeft den bekenden smaad van het glaasje water uitgewischt Hij heeft de Kamer er aan gegeven, een offer groote beteekenis, hij heeft zich niet in een valsche positie willen schikken, maar heeft een nieuwe groep opgericht, in zijn oogen de echte, die trouw bleef aan zijn inzichten en die ipeende vertolker te blij ven en representant van het echte Rus sische Bolsjewisme. Weer kwam hij in de Kamer, zij het toch ineen andere positie dan de eerste maal, met minder glorie o.mstraald en in feite minder beteekenend. En in den Raad van Amsterdam kregen wij de broeder twisten tusschen den officieelen commu nist en den eigengemaakten sovjet-dienaar tusschen Seegers en Wijnkoop, twisten die werkelijk liepen over zaken van tactiek, overbeginsel-toepassing, over economische inzichten, over principes Het is niet tegen te spreken, dat in die kwestie de heer Wijnkoop de sterkste was. Hij kende de mentaliteit van ons volk be ter, hij was met de internationale verhou* dingen meer op de hoogte, hij was in alle opzichten meer geschoold en principieel ge vormd. Hij was schoon gesepareerd de zui vere vertegenwoordiging van Moekou, hij was de profeet van Holland, hij had de boodschap van het Communisme het best verstaan. En nu! Nu heeft de eertij Ie fiere strijder het levend commentaar gogcen, dat der communisten niets te dol is. Nu heeft hij een verklaring gegeven, hij voelde zich daartoe verplicht, maar wij lezen zeker niet verkeerd als wij aanvullen du hij hiertoe verplicht is geworden, een verklaring zoo miss» lijk, zoo kruiper'g, als wij haar zelden hebben meegemaakt. Jij stemt er in toe dat niet zijn groep in het geheel overgaat, m-ii" dat de leiders „naar bolsjewistische methode" een aparte behandeling ondervinden. Dat hij dus als .'iaer en verleide'' niet gelijk door dè poort gaat, maar dat voor hem een scherpere tuur is weggelegd. Daar begint hi< de streep te balen door h:el zijn leven en zijn optreden. Hij erkent dat het optreden van hem en zijn groep, met hoeveel klem en k-ncht vroeger ook verdedigd en als het echte bosjewisme aan het volk voorgesteld, een vergrijp is geweest tegen de Derde Interna tionale, dat elk optreden tusschen Comin tern en internationale moet leiden tot een politiek bankroet, en hij moet er achter la ten volgen, dat dit in de likwidatie van zijn groep inderdaad is bewezen. Hij geeft ook zijn groote geschilpunt met j andere groep op. IIij heeft altijd gestre- ■n voor de eenheid der arbeidersbeweging. Hij was nuchter genoeg om niets te ver achten van communitische groepjes van N. A. S. of P. A. S. Zijn menschen hoorden in de moderne vakbeweging thuis; "n;j wilde het N. \L V. revolutionariseercn. Maar n i is dat standpunt verlaten; hij vindt het verkeerd; hij zoekt geen eenheidsfront meer, al moet zijn verstand hem anders onderrichten; hij zweert bij de Comintern, die het alleen weet, die groot is en wier profeet hij, met verloochening va a lieel zijn verleden, wil worden. Daar is buiten de Comintern voor da com* munisten, voor de arbeiders van de Inga landen der zee geen heil. De opheffing van de groep die in elk geval nog trachtte een ge- zelfstandigheid en een eigen knrikte* ta behouden is voorwaarde voor de aouvnls- kracht in de revolutionaire strijd vjor het o!voeren der revolutie. Hij erkent dan ook volmondig dat zijn groep heeft gecapituleerd, dat hij de go- stelde voorwaarden aanvaardt; dat hij buigt voor de politiek, de taktiek en do dis cipline van de C. I. Dat is wel een droevig on'.a-gaan van deze communistische morgenster. Dat \s niet het ondergaan van de martelaar, dat is de herroeping van don gepijnigde, die het leven verliest, het gebroken en het ver loren leven, omdat hij zelfbehoud zoekt Een schip op het strad, ccn haken in zee. AREND VAN AMSTEL. der IVe afd. B van het Departement fensie; leden: C. A. Hartmans, kapitein derf art., werkzaam Mi de IVe afd. B van het De partement van Defensie, secretaris. De taak dezer commissie zal zyn: het in overleg met do directie uitwerken van de reorganisatie der artillerie-inrichtingen, het aan den Minister van Defens e doen van voorstellen betreffende deze reorganisatie »n het houden van toezicht op de door den Mi nister van Defensie goedgekeurde voorstellen. TOEN EN NU KONDEN ZIJ NIET ANDERS WORDEN? In het „Handelsblad" van 19 Juni schreef de heer W. over Verkiezingspoëzie van 25 jaar geleden. Hij schaamt zich voor de Kuyper-Hetze, waaraan ook hij. in schooljon gen sijver zonder verstand heeft meegedaan. Hij brengt eenige pamfletten uit dien tijd in herinnering en zegt, dat het ook wel heel erg was. Maar, Daar komen de fijnen In statige rij. Haal op je gordijnen, Kom naderbij. Hun uitgestreken g'zicht, Lijkt op een tafellaken, Nu zij, O zoete plicht. Bram gaan tot branie maken. Van die schoone verzen schommel deaf wij afdrukken op of wel wij vermenig vuldigden ze zelf en vochten in dia zomirsche dagen, die even warm wared als die van nu. En politiek warmer. Tenzij Er zijn vergelijkingen gemaakt tusscheit den radiostrijd van nu en den schoolstrijd van toen. De wijze, waarop W. zijn herinneringen weergeeft, cert hem. Want er blijkt uit, dat hij een afkeer heeft van zoo schunnige be strijding als waaraan men zich in 1905 schul dig maakte. Echter, ik moet W. de illusie ontnemen, dat wat in 1905 gebeurde nu onmogelijk zou zijn. Ik wil volstrekt niet generaliseeren, maarde dichters van 1905 zijn nog niet uitgestorven en een zekere W., een andera natuurlijk, dan de heer W. in 't Handelsblad, streeft de „scone poezij" van 1905 op zijn minst terzij, zoo niet voorbij. En 't is ongelooflijk, maar waar: Da Vrijheid, het officieele orgaan van den Vrijheidsbond, verleent plaats aan deze schandelijke producten. Een er van legde ik ter zijde, en alleen en uitsluitend om den heer W. to overtuigen, dat de beschaving niet zoo snel vooruitgaat als hij meent, yolgt hier een yers uit D o V r ij h e i d: DE HEER RADIO-R(E)IJMER ZINGT i(vrij naar Van Alphen) Zou lk Teun den Klepper vreezenf O, die lieve, brave man maakt, dat 'k „christ'lijk" (niet ln wezen) rustig voort regeeren kan! 'k Heb van hem in 't minst geen last, als 'k maar nèt doe, wat hem past. Van der Deur werkt m' ook niet tegen! t' Danken wordt hij nimmer moe, En hij zond me nog den zegen van zijn lijf-god gratis toe! Al wat Teun de Klepper bracht, slikt zijn christenschare zacht Ik zou zoo zeggen: dat Is wel heel erg. Er kon boven staan: „vrij naar 1905". ik vraag excuus, dat h-t in ons blad overge nomen wordt. Maar als we 't hebben over toen en nu, dan zeg ik, h e 1 a a s: nu toen! Uit Oost-Indië KOELIE-WERKSTAKING? MEDAN, 19 Juli. (Aneta). De Deli Courant meldt, dat 19-1 koelies, waarvan 147 man afkomstig van dc onderneming Bafoe Lakong van de Un. Senvang Rubber Plantation ta Londen in de afd. Deli en Serwang, gouver- nbment Oostkust van Sumatra, het werk hebben neergelegd. De koelies trokken naar het huis van den administrateur, waar zij mededeelden, dat zij weigerden verder to werken indien de hoofdmandoer der onderneming gehand haafd bleef. Tegen dezen mandoer zijn n.L verschillen de klachten geuit betreffende geldkwesties en ongeoorloofdo verhouding tot vrouwen. De hoofdmandoer werd geschorst, waaraf» het werkvolk het werk hervatte. MEESTER CORNEUS, 19 Juli. (Aneta). Een achttal Javaansche militairen onder lei ding van den sergeant Radjl, overviel gister avond zonder dat daartoe aanleiding be stond, eon Inlandschen politieagent, die na dat hij eenige klappen had opgoloopen, ticfa wel genoodzaakt zag zijn klewang te trek ken. Da militairen dropen bij het zien van het blanke wapen af. De zaak is gerapporteerd bij de militair* autoriteiten. Land- en Tuinbouw. DL AARDAPPELWRATZIEKTE. In de provincie Groningen doet zich een geval van aardappelwratziekte \oor. LAGE PACHTPRIJZEN. Men meldt ons uit Werkendam: Bij de groote graanverpachting was de animo lot koopen slechts zeer gering. Bijna alle perceelen werden dan ook ingehouden, DE HAGELSLAG IN KENNEMERLAND. De schade, geleden door den hagelslag op 22 Juni 1.1, in het land- en tuinbouwgebied o Kennemerland. is door de daartoe be noemde deskundige commie*.» vastgesteld op ruim f 54.000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1