V&dmdri&Tofifa&L EERSTE BLAD PAG 3 cctei INGEZONDEN MZDEDEELING. In 't bedompte kantoor is elke heefe dag een kwelling. 1—2 Aspirin-tabletfen verdrijven dat dof fe gevoel in hef hoofd, en geven nieuwe werklust. ASPIRIN eenigop de wereld Kunst en Letteren. H. K. TI. Prinses Juliana heeft het haar i iartgeboden buitengewoon eere-Iidmaatschap ran de Maatschappij der Nederlandsche Let terkunde aanvaard. mei HET ZEEUWSCHE BOEK. Bij de uitgever D. H. Littooij Azn., te Ter d Ceuzen zal verschijnen een serie geschrif- gewijd aan historie, folklore en taal kunde van Zeeland, ander de verzameltitel: rei jHet Zeeuwsche Boek". Ledder der reeks: A. ve j. van Oyen. kos Als eerste deeltje der serie gaat binnen- te {ort ter perse: „Kinderliedjes in Zeeland" kos door Leo van Breen en Levien de Bree. In rdei fót werkje worden samengebracht een hon- ve jerdtal echt Zeeuwsche liedjes uit alle dee- hcQle |en van dit gewest Allo Zeeuwen met lis a name ook zij die niet meer in deze provincie 't ronen zullen deze bloemlezing willen bezitten, voor zaohzelf zoowel als voor hun e dnderen. Bovendien zullen de talrijke omtrent het Zeeuwsche volkslev en, die belangstellen in de Zeeuwsche n jolklore tot studie-materiaal dienen. „HET GHETTO". Siegfried van Praag heeft bij W. J. Thleme in Cie Zutfen uitgegeven een beschouwing a iver en bloemlezing van West- en Oost- foodsche ghetto-schetsen. IM WESTEN NICHTS NEUES. dire net rumoer rond Remarque's roman ls ectcii rrij-wel afgeloopen, niemand praat er meer >ver. Het boek ls vertaald in 29 vreemde n(lc<! talen en in het geheel zijn ongeveer drie "i nillioen exemplaren verkacht ARISTO hm Het wordt boog tijd, dat er weer eens een at tijdsöhrift komt De uitgeverij „Oosterwijk", te Oisterwijk, bliikt haar tijd te verstaan en n tonc'igt een nieuwe periodiek aan: ,Aristo". August Cuypers, te Amsterdam, zal optre- lc.r en als redacteur. Volgens het program wil et blad vooral de strijd aanbinden tegen ,s lie abstracties en ideologieën, waarmee „de ftomme negentiende eeuw" de geesten ver giftigd heelt „Aristo" wil hoeden en bevor deren alles wat moreel en phyeiek ges s, wil de strijd aanbinden tegen alle, de ge wondheid der physieke en moreele natuur, mdermijnctnde, machten". Goed zoo, het .vaderland mag voortaan p u whig zijn! SOCIALISTISCHE POEZIE Snthanie Donker schrijft in „De Gids" rer de dichtbundel „Liederen van den Ar- eid" door Martien Beversluis en zegt dan «er de socialistische poëzie: „Het is tot nu >e het socialisme in ons land nog niet ge- ïkt een eigen taal te spreken ln de poëzie, et socialisme heeft bij ons nog geen ver in voortgebracht, die tegelijkertijd poëzie in stem des volks zijn. Want de, als men haar werk als een ge- Jieel overziet, ontegenzeggelijk grootsche poë- ov ie van Henriëtte Roland Holst, is ondanks laar nieuwe geest en hartstochtelijk dramati iche innerlijke strijd om een nieuwe mensch- ssuli leid, haar vurige dienst aan 'n toekomst- en 5emeenschapsideaal, toch geschreven en an hdat doet aan haar waarde op zichzelf niets if in de oude taal der groote maar een- ame lyriek. De socialistische troubadour, de opstan- lige zanger laat neg altijd op zich wachten, t de Joheltema wilde het zijn, maar op de en- dt e tele oogertblikken dat hij dichter was, is hij I en lyricus van de oude stempel geweest ilechts Speenhoff is hier een volksstem ge- iceest, maar zijn gul humane vers met een oheut sentimentaliteit en een vleug eeuwig lid was van de brandende opstandigheid _.r ware revolutionairen ontbloot, er was jeen verzet in, geen verbetenheid, geen on verzoenlijkheid, geen strijd een angst- reet der vertrapten. Dio bittere toon is er en oogenblik geweest bij Van Collem, zijn brandende oorlogsvers en zijn wran- p_ Gebed te Waalwijk. De idealistische oëtische bloemetjes der gezusters Vos mis- taan misschien niet in het knoopsgat der igat ocialistische jeugdbonden, maar met poë- js;e ie hebben ze niets uitstaande". SI.96 "Ml estei n HOE CLEMENCEAU OVER ANDEREN DACHT GESPREKKEN KORT VOOR ZIJN DOOD EEN GROOTE EENZAME. De Fransche auteur René Benjamin heeft een boekje') gepubliceerd, dat men het best „Een dag bij Clemenceau" zou kunnen noe men, daar het een relaas is van een bezoek bij dezen grooten staatsman, nadat deze zich uit het publieke leven naar de rust van zijn geliefde Vendée teruggetrokken had. Benjamin is oud-strijder. Hij heeft aan den lijve ondervonden hoe de oorlog van een zelfstandig menschelijk wezen een willoos werktuig maakt. „Maandag was ik in Mar seille, Woensdag in Verdun, Zaterdag bij het Engelsche leger, alle dagen in menschelijko dwaasheid of ellende. Hoe zou de vrede worden; was er een groot man, die ons van Duitschland verlossen kon? Er was er één: Clemenceau, die ons gered heeft.... Ande ren waren heldhaftig of heiligen, zij heb ben niet anders gedaan dan hèm helpen bij zijn taak; Clemenceau heeft ons gered. Zonder hem zouden de offers tevergoefsch geweest zijn, waren de groote generaals niet anders dan groote generaals, zonder over winning. Hij is het, hij alleen, die ons heeft gered. Hij heeft het hoofd geboden aan alle vijanden, voor en achter; het gespuis be dwongen; stommelingen eruit gegooid. Hij was de incarnatie van het vaderland." Iemand, die. met een dergelijk enthou siasme bezield zijn held bezoekt zal over hem een hoog gestemd boek schrijven, dat voor den nucliteren lozer soms Al te veel aan wierook en aanbidding herinnert; toch willen wij er enkele markante passages hier uit overnemen. Zij kenschetsen uitstekend den man die door de bijnamen „Tigre" en „Père-la-Victölre" zoowel naar zijn karakter als naar zijn publieke rol werd getypeerd. Clemenceau was geen beminnelijke per soonlijkheid in den gangbaren zin. Hij had niets over zich van de glimlachende voor komendheid van een Gaston Doumergue, den huidigen President der Republiek. Over Donmergue liet hij zich tegenover Benjamin op de vol gende wijze uit „Hij is charmant, met zijn monocle en zijn lakschoenen. Je zou denken dat hij in de „Variétés" (een Parijsch theater) optrad, en buigingen kwam maken na het vallen van het doek. Dat ls er eentje! Toen hij in het Elysée (het Paleis van den President der Republiek) kwam, vond hij het meubilair aangenaam, en dacht dat hij zich wel amuseeren zou. Toen, den volgen den dag, zag een kamerdienaar hem gapen, in een fauteuil. „Hééft Mijnheer de Presi dent iets?" vroeg deze man ongerust „Nee, antwoordde Doumergue. Alleenik heb niks te doen." Niets le doen, en hij is de eer ste man van Frankrijk!" Gelijk bekend waren Clemenceau en Poln- caré nooit dikke vrienden! Ziehier enkele uitspraken, hem betreffende, die verre van malsch zijn. Een der gasten, die met Ben jamin dien dag aan Clemenceau's tafel aan zat, en genoot van het uitstekend toebereide maal van Clotilde, (de Tijger was trotsch óp deze excellente keukenmeid), bracht Poincaré ter sprake. Even raakte Clemenceau hot on dcrwerp aan. „Maar daar hij van een rake wreedheid houdt, hervatte hij, levendig" Laten wij dit onderwerp ter zijde". De pun tigheid gaat bij de vertaling verforen. Het Fransch heeft hier het woord „sujet"! „O, antwoordde Buré' wij kennen Poincaré „Een reden te meer „We weten, dat hij een werker is, eeD groot ambtenaar, een advocaat." Clemenceau „Een advocaat! Dan weet Je nog niks! Als hij advocaat was, dan zou hij nog te verdragen zijn. Poincaré, twea advo caten! Hij bezel de Ruhr, hij pleit voor be zetting, maar terzelfder tijd heeft hij in een lade het ontruimingsdossier Clemenceau vertelde daarop het volgende verhaal, dat in den oorlogstijd speelt Zooals men zich zal herinneren, was hij zelf toeD President van het Cabinet en Minister van Oorlog. Terzelfder tijd was Poincaré Presi dent der Republiek. „De handeling valt in Februari 18, op een avond dat Parijs door de vliegmachines der BocJies gebombardeerd werd. Ik was op „Clemenceau en Retraite'. CLEMEN CBAT7. mijn bureau van Oorlog. Dy bommen tuimel den neer in den Faubourg St Germain, zij kwamen dichter bij het ministerie. Blijkbaar was het niet Mijnheer Raymond Poincaré van de Académie Franqaiso, waar het op gemunt was. Ik werkte. Maar ik hoor lawaai van deuren, mijn kleine personeel werd zenuwachtig. Eensklaps stuift mijn cabinets chef binnen als een wervelstorm. Hij zegl tegen me: Weet U wat er gebeurt? Ik vraag: Waar? Aan het front? Nee, in het Elyséel Ik schater van het lachen: In het Elysée, daar gebeurt nóóit iets! En ik hervat mijn werk. „Mijnheer de President van de Republiek heeft de garde in de kelder geplaatst!" (De garde is door haar koperen helmen van ver te herkennen en kon daardoor de aandacht der Duitschers op het Paleis van den Presi dent vestigen). „Wét? Ik herinner mij, dat ik met open mond bleef zittenMaar den volgenden morgen heb ik het zoo aangelegd, dat ik die Mijnheer ontmoette. Hij zag er verschrikke lijk als een burger uit. Zonder omwegen vroeg ik hem: Mijnheer de President der Fransche Republiek, hebt U ook ejyi code der militaire instructies in Uw bezit? Kent U ook de artikels over den internen dienst? Met het oog waarop vraagt U dit? mijn waarde Minister president, antwoordde hij met zijn fluitachtige stem! Met het oog op de wachtposten. Wat wilt U daarmee zegj Dit, Mijnheer de President der Republiek: wanneer U de wachtposten ontbloot van militairen, is het absoluut noodzakelijk dat U ze zelf bezet, want het mag nimmer voor komen, dit verzeker ik U, dat een wacht post onbezet blijft Sindsdien ben ik te weten gekomen, dat hij mij niet begrepen heeft! De arme stumper Ziehier zijn oordeel over de rol der Rngelschen tijdens den oorlog: „De Engelschen, die in 18 hun troepen ge spaard hebben, door terug te trekken. Ik maak geen geilheid. Zij waren op den terug tocht, zonder paniek. Waarheen? Komt er niet op aan, waarheen! Zij waren niet iD hun eigen land; zij zijn nooit in eigeii land ga de geschiedenis in den loop der eeuwen maar na. Daarom blijven zij, zelfs na een nederlaag, onverschillig. Dat was. ten spijl van alles, wat mij vertrouwen gaf. „Zij zul len steeds volhouden", zei ik tegen mijzelf En dat te eer als zij worden doodgeschoten Het is een volk dat eergevoel heeft. Toen kwamen de anderen, van ginds, uit hun Amerika. Een aanzienlijke moreel.» steun. Want wat hun practische bruikbaarheid aangaat, het zijn vreemde lui, lui die heldhaftig 75 dui zend der hunnen laten dooden in plaats vaD een dozijn; lui die aan het hoofd van eeD convooi stil staan om te drinken en daar door vierhonderd vrachtauto's laten stoppen; lui die hun paard dooden met een schot Id het oor, omdat het niet wil eten, en hel laten liggen vergaan midden op d«i weg! De allervreemdste was Wilson. Je weet niet wat je van die man zeggen moet 't Schijnt dat zijn vrouw gelukkig met hem was: dat ls geloof ik alles wat je er van zeggen kan. Want met het Vredes verdrag heeft hij ons genoeg verveeld! Hij wist niet meer van aardrijkskunde af dan INGEZONDEN MEDEDEELING. de anderen; alleen do^r zijn schoolmeesters gezicht dioiït je dat hij er meer van wist: en koppig was hij. als alle schoolmeesters. Ik herinner me dat ik het Saargcbied hebben wilde. Hij wou het niet aan ons geven. Ein delijk zei hij tegen me: Als het er zoo mee staat scheep ik me ln. Ik antwoordde: Uit stekend, ik zal U naar de boot br- ngen. Vier dagen heeft hij zich opgesloten in zijn hotel. Op den vijfden hadden wij het Saar- gebied." Ook over de generaals in het algemeen was Clemenceau niet erg te spreken. „Wat denkt U, mijnheer, van een generaal die defaitist is? En van meerdere generaals dezelfde geestesgesteldheidEen zeke ren morgen in '18 verneem ik dat er zestien zijn, zestien met sterren bezaaide mannetjes, die hardop zeiden, in hun bureaux en aan de officierstafel, dat alles verloren was! Ik aarzel niet, ik vlieg naar Foch en zet die zestien namen op een rijtje, dat hij met ze afrekent Den volgenden dag waren ze alle zestien dn Limoges. Ah! Een generaal die niet aan de overwinning gelooft! Maar die is zelfs niet waard korporaal te wezen Trouwens, hoe zou je generaals kunnen hebben? Je went zo aan gehoorzamen, aan dienen, hun heele leven lang, van de eene graad op de andere, in kazernes. Dun zet je ze plotseling op een slagveld, en bij het la waai der kanonnen zeg je Commandeert!... Weygand, dat is er eenhij heeft mij het hoofd geboden. Maar, hij is opstuivend. Als de gelegenheid zich voordoet zal hij een groot soldaat zijn. Pétain...... is een man die geen ijdelheid heeft. Dat is zeldzaam, en dat is good. Foch en lk hebben geschillen gehad. Hij was mi litairhij gevoelde niet duidelijk de su prematie der civiele macht. Maar ik bewon derde hom. Vooreerst was er fel op om te vechten, en als je de Duitschers bij je in huis hebt is dat een heel goede geestesge steldheid. Vervolgens was hij altijd en overal optimist" Clemenceau was dit zelf tegen het eind van zijn leven allerminst. De democratie, welke zijn leven lang zijn ideaal was, stelde hem bitter te leur. „Het is voor Idealisme een ramp. zoo het zich realiseert", zoide hij. Ed „het ongeluk der Republiek is, dat zij ge slaagd is„Jullie leeft in een wereld van gekken, bent slecht onderwezen, slechl opgevoed, slecht gekleed, slecht getrouwd, en je wilt goed geregeerd worden! Waarom? Met welk recht?" - - Dat is een bitter sarcastisch woord, doch er is veel waars ln. Wie, als Clemenceau, hun blik tot de aarde begren zen, moeten wel tot veel zelfstrijd, onvol daanheid en verachting komen, en dit te meer zoo hun karakter hen tot daden en grootsche idealen drijft Hij is gestorven als hij geleefd heeft revolutionnair, eenzaam te midden Jer menigte, hater van den gods dienst en zoeker van het absolute. Zijn leven was, ondanks het groote dat hij bereiken mocht: zijn vaderland redden, voor hem zelf in den diepsten grond, een teleurstelling, een zich terugtrekken op zich zelf. Hoe klein is echter, zelfs een groot en krachtig man als hij ongetwijfeld was, tegenover de eeuwigheid! Het is een tragische gedachte dat hij die zoo goed de kleinheid en onmacht der menschheid doorzag, niet voor de ma jesteit van den hoogen God heeft kunnen buigen hare bestrijding. Het programma ver meldt voorts: Bespeling van het carillon van het onlangs gerestaureerde stadhuis, bezichtiging van de zilverindustrie en pla teelbakkerij en een causerie van den heer J. B. van Driem over Schoonhoven en haar verleden. Een diner met concert besluit dezen dag. N Te Kloosterzande wordt een groote land bouwtentoonstelling gehouden, waaraan de algemeene vergadering van de Zeeuwsche LandbouwMij'. voorafging. Woensdagmorgen werd op een prachtig weiland van het Kroondomein in de kom van Kloosterzande <Z. Vlaanderen O.D.) de tentoonstelling geopend. Talrijke inzendingen van paarden en ander vee trokken de aan dacht. Maar ook op het gebied van de nieuwste landbouwwerktuigen, waarbij vele in werking, was veel interessants te aan schouwen. De stands van de coop, zuivel fabriek „Roomboter" en die van de bijen teelt mogen zeker niet verzwegen worden. BEZOEK AAN CONCURRENTEN Het dagelijksch bestuur van den Bond Westland vertrekt Zaterdag as. naar Italië teneinde een studiereis te maken in ae. Povlakte, waar de tuinbouwcultuur od groote schaal gedreven wordt. Dr. van Rijn, .land'bouwconsulent to Rome, zal de heeren rondleiden. ELECTRICITEIT IN DEN TUINBOUW De proeven Inzake de bruikbaarheid van electriciteit in den tuinbouw in den proef tuin Zuid-TIollandsch Glasdistrict te Naald wijk zullen worden voortgezet De proeven hebben resultaten opgeleverd, hetceen voor de lichthedrijven te Delft Den Haag en Rotterdam aanleiding is geweest, de verleende medewerking voor den komen den winter toe te zeggen. MOND- EN KLAUWZEER De vorige maand kwam mond- en klauw zeer voor onder 1569 herkauwende dieren en varkens. DE WAARDE VAN HET FRUIT Dooj stagnatie ln den uitvoer van vroeg fruit is de prijs van het fruit aanmerkelijk gedaald, zoodat vele Maas en Waalsche en Betuwsche fruitkweekers voor groote scha deposten komen te staan. Op de veilingen te Nijmegen en te Eist werden oa. voor de aardbeien prijzen be steed welke 50 pet beneden die van het vorige jaar waren. Brachten de aardbeien vorig jaar 70 tot 75 ets. per kilo op, dit Jaar konden ib hoogstens 35 ets. per kilo halen Met de kersen is het al niet beter gesteld. De eer ste kersen welke aangevoerd werden te .Eist, konden hoogstens 10 tot 15 cents per kilo opbrengen. DE SNIJBLOEMEN. De bloemisten te Aalsmeer hebben over het Boeken en Geschriften. W. D. Mei- Treffend komt erin uit de kracht der renada ïods. d:- -Jen teeenstind breekt, walken de nensch van nature biedt tegen het Voord dea évangelies. Df. W. Dreukelaar. Em. Pred. der Geref. Kerk -.in Zaandam, ,-chreef een woord ter aanl-ere- Gaarne vestigen wij de aandacht van Evanre- I«ati»-Commiss.-s rr. deze «uteave. Voor ver-, heeft de VItg. Land- en Tuinbouw. LAGE LANDPRIJZEN EN VERMOGENSBELASTING Omtrent een te volgen gedragslijn bij het aangeven van de waarde der boerde rijen voor de vermogensbelasting is het da gelijksch bestuur van de Gron. Mij. van Landbouw, dat ieder eigenaar in deze zijn eigen omstandigheden het best beoordeelcn kan, en dit dan ook doen moet, door reke ning te houden met verkoopingen, die in de laatste maanden in zijn omgeving heb ben plaats gehad. PLUIMVEEDAG IN Z. HOLLAND De Vereeniging van Pluimveehouders in Zuid-Holland zal op 22 Juli a.s. een pluim veedag houden te Schoonhoven. Voor dit congres, waarvan het aantal deelnemers wordt geschat op 3 a 400, is een uitgebreid programma samengesteld, waaraan ver schillende plaatselijke verecnigingen, o.w. „Schoonhoven Vooruit" en „V.V.V." mede werking zullen verleencn. Aan het programma ontleenen wij hei volgende: Des morgens zal een offjcieelc ontvangst plaats hebben ten Stadhuize waar het hoofdbestuur, voorzitters en se cretarissen der aangesloten vereenigingen namens B. en W. door den Burgemeester zullen worden toegesproken. Daarna zullen een aantal lezingen worden gehouden ■waaraan zullen medewerken de heeren B. van Asperen Vervcnne, technisch ambte naar bij den Rijkspluimveeteelt-voorlicli- tingsdienst, P. M. Smit, landbouwleeraar en Mr. H. W. J. Sannes, voorzitter van dn Alg. Ned. Pluimveehoudersver. die demon straties zullen geven met goede en slechte eieren en inleidingen .zullen houden over de fokstations en over de pullorumziekte Gemengd Nieuws. DE SCHATGRAVERS VAN ZAANDAM. De schatgravers hebben opnieuw een poging aangewend om de opgravingen te mogen voortzetten. Burgemeester en wethouders van Zaandam hebben echter op hun schriftelijk verzoek andermaal afwijzend beschikt. WONDEREI. Bij T. Oosterlaken te Oudewater heeft een kiü een ed gelegd, hetwelk den vorm van krom gebogen vinger had, van boven dik van onderen dun uitliep. De Vont dea Imaa. Het Opotmndlor*- Hemelraam- en Plnkate: J. J. Knap Grimingen Knap ls fn dezen bundel Schrlftorsróen-/ cn werkelijk in volle kracht. Hrj bezit d»* om met behulp van de Schrlftgegavei I in zijn Sehrl/toverdeuikln^" des Het Is dit bij het een. Altijd is prediken. Ch openbaren aan de Zijnen op~de wijzi bij hun persoonlijkheid en levensomsumaig». En het ls die rijkdom der Schrift. waardooP deze. zoowel in Oud- als Nieuw Testament tor1 ln schijnbaar kleine btlzonderheden ons Chrjatu» doet alen en kennen waarop Da. "Knip op eiitn bladzijde het oog uwer ziel wil vestigen. Te* recht zegt h|J. dat de eigenlijke kracht en zegea tormloop dep nblddei >rd bere :erkg-tngers, naar de kalm i Chrl r het kannen «si 'in sierlijken atlJI. weet. r lezers te trdffen. De len zóó eenvoudig ba- ontwikkelde voor hart egdrsgen. teYwljl .tegen professie dit werk Woord d. naniieiu. dat de en leven een zege lljkertljd theolog den Gronlngschet Ps. Knap schept door deze 8ch rif toverden- kingen een rustige sfeer bij zijne lezer», welke het mogelijk maakt, dat het Woord onder den vloed vnn Gods Geest Inwerkt als een zachte regen op den akker des harten, die eoo dor kvn zijn door de schrale winden van oppervTakklg- ongelezaS ■en. omdat hel Inleidt ln d« Ingezonden Stukken. uiten verantwoordelijkheid der Redactie! HET ZOMERFEEST ER BLETDES. >4', i hem. Juni 1*10. Reeds achttien jaren hebben wij door midMP feest voor onze blinde* hlen»lt bestaat, dat wij an dit blad een zomerfeest voor onze blinde» _L dat Vil- blinden uit onze Inrichting «K ichlllende andere plaatsen naar de BetuWe et-n en den dag v«w trekken, daar kersen gi der aangenaam bulten Ook dit jaar wenden wil doorbrengen. sohljnen. Wie volgt? Wij. honen zullen zijn. Zeker zult U belobhd de voldoening een vijftigtal medemenscheh PIBHRu, #zadhfl? >ns daarin te willen hel- wij, vóór wil dit bekend! tien gulden van, een dn- O dsg het ion net jd buiten mu-ibuscz schob -di* het koven bU.Kl M dag van ontspanning hebt bezorgd, waar «ij ee* sheel Jaar reikhalzend naar uitzien. Uw giften worden gaarne ln ontvangst geno-> n door ondergeteèkende. die U hiervoor bfl "-baat dank der Geldereohi Blinden Industi met tehuis voor hem. giro 43207. larzeha BHndeze, der Oelderachd rkinriohtind Instandhouding le. Nationals Blinden, Marktstraat H. Ar*» R. KOOPS, Voorzitten, 'f Propaganda 2 Juni tot en met 31 Juli 1930 Het blad van de lezers voor de lezers Ondergeteekende geeft op als abonné op dit blad de(n) volgende(n) persoon(onen) voor minstens één Jaar: (Namen en adressen volledig invullen). I Onderteekenlng van aanbrenger» j— weck Op te zenden aan het bureau van ons blad. waarop ds propiczodbtcz recht htbbea, TtrwQxca vq uu om bozhfz, wzzrlz detr -- f||g'1 eerztz boa wordt ecu ezzmplaar hiervaa «zonden Ook zenden wil dit boekje pinic op VOOR HONDERD JAAR dóór S. VAN WOUDEN (15 De jaren kwamen en gingein. Kort na 1820 had het den schijn, of er clien de geestelijknoid en de Rogeering en soort van godsvrede tot stand zou ko nijnen. De laatste in ieder geval betoonde o ich niet al te streng meer in de handha ring van vroeger genomen besluiten. Zelfs i"erd er veel, dat eigenlijk onwettig was, chrijft Groen, oogluikend toegelatep. Doch plotseling trad een verandering in. In Frankrijk was sedert 16 September t 50f82i Karei X aan de regeering gekomen, een orst, die het Roomscli-Kathohcisme en de eestelijkhead zeer gezind was. Met name de v 'ranselie Priesterpartij vond in .den nieu- en Koning een machtig beschermer. Toen vreesde Koning Willem I. Indien dc K®fceestelijkheid in België eons in innige vcr- *ïef tandhouding trad met le parti prètre in J" 'ronkrijk; indien de Belgische Roomsch-ge- inden hun streven vervolmaakten, om door e oplichting van eigen scholen, vooral ook leine seminariën, waar allen dus niet Heen de toekomstige geestelijken toe- :ang hadden, steeds meer en steeds grooter nvloed op het volk en op het volksonder- lijs te krijgen; indienzou dan ten lan- »n laatste do>r Rome niet verkregen kun- len worden, waarnaar het reeds sinds 1814 en toch tevergeefs! had gestreefd? Toen achtte Willem I het noodzakelijk lat de gouvernemontsinvloed op liet lager Vhoolwezen werd bevestigd en zelfs tot de lbui opleiding en vorming der Roomsch-Katlho- lieke priesters werd uitgebreid. Groen van Prinsterer geeft im zijn hand boek den inhoud van de belangrijke Beslui ten van 14 Juni 1825 aldus weer: a. geen Latijnsche school, Kollegie, of Athenaeum zonder uitdrukkelijke toestem ming van het Departement van Buitcmland- sehe Zaken; alle andere inrigtingen met 1 October gesloten;b. op bisschoppelijke semi nariën geen onderwijs in vakken die op even gemelde Scholen worden geleerd; c. Colle gium Philo6ophicum te Leuven, voor de de oude talen, de geschiedenis ook van de kork de zedekunde, do bovennatuurkunde, en het Canoniek regt; hoogleeraren door den Ko ning benoemd, op voordragt van Binnenland scho Zaken; den Aartsbisschop van Mcche- len gehoord; van 1827 af geen kweekelingen in do Seminariën dan die te Leuvcr. hunne studiën volbragt hebben. Deze vorderingen versterkt door het besluit van li Aug.: Ne derlandsche jongelieden, die na 1 Oct bui ten 's lands de Humaniora geleerd of hurmp academische of theologische studiën gedaan hebben, tot geenerlei ambten of geestelijke bedieningen benoembaar. Was het te verwonderen, dat na deze scherpe bepalingen schrik en ontsteltenis den Roomsch-gezinden om het hart sloegen? Ontketende de Koning hier niet den schoolstrijd? Ja, van vrijzinnig-Protestantscho zijde in binnen- en buitenland zong men 's Konings lof. Zoo hoopte men, zou het kunnen schik ken, het starre Belgische Roomsch-Katholl- cisme te liberaliseeren! Dezerzijds al begrijpen we het streven van Koning Willem I kan onmogelijk worden goedgekeurd, wat hij in ISCö besloot 's Konings handelwijze is begrijpelijk: hij duchtte de opperheerschappij van Rome- die een staat in den staat zou willen vortuou. Maar anderzijds keuren we ten stelligste dezo Besluiten af. Wij, die ook een School strijd hebben gekend, en met alle macht voor de vrijmaking van het onderwijs gestro den hebben wij zeggen: Roomsch-Katho- liek België had recht op een vrije school. En het was een aantasting der gewetens vrijheid; een onbehoorlijke on ongeoorloofde dwang op het godsdienstig denken. Koning Willem heeft oprecht zijn laaid wil len dienen. Het moet gezegd worden: met inspanning van alle krachten heeft hij er naar gestreefd het Vereenigd Koninkrijk te bevestigen. Wie ontkent, dat de Koning niet waarlijk een vriend en vader voor al zijn onderdanen heeft willen zijn, kent de geschiedenis niet. Willem I heeft zich zelfs vele pei-srxtnlijke offers getroost, om zijn doel te bereiken. Maar Koning Willem I heoft het politieke inzicht gemist, om, als het noodig was, ook soepel te zijn. In Noord-Nederland heeft hij zelfs de meest toegewijde dienaren van liet Oranjehuis van zich vervreemd door de halsstarrigheid, de onverzettelijkheid, die hein eigen was. Het is onaantastbaar, dat de Belgische gees tolijkheid van den aanvang af eon houding tegenover den Koning heeft ingenomen, die aan eritiek, aan veroordeeling onderhevig is. Maar evenmin valt het te loochenen, dat de tegenstand en de haat der Belgische Roomsch-Katholieken voor een niet gering deel het gevolg was van het persoonlijk op treden van den Koning, of van hen, die zijn dienaren waren. Willem I wilde zijn wil doorzetten! Wat hij als goed zag, moesten al zijn on derdanen beamen. Zijn bevelen moesten wen den gehoorzaamd. Willem I ontzag niemand. Hij ontzag Sijsbert Karei van Ilogcndorp niet, wien hij ik schreef het reeds een grievende be handeling ondervindon deed. En ook den Hertog De Broglie en den abt De Fcïre ont zag hij niet. Die beide mannen hadden zich schuldig gemaakt aan overtreding tegen de wetton des lands dus moest ook de straf, die de wet stelde, in haar volle zwaarte op hen worden toegepast Ja. Koning Willem I is in meer dan één opzicht zeer ontactvol en onverstandig ge weest. Aan zijn eigen houding is het to wij ten, dat de Roomsi h-Katholieke Belgen hem hebben beschuldigd, een geloofsverx olger le zijn, nl heeft hij ik wil dit nadrukkelijk vaststellen dit nóóit willen wezen! Ook in eh na 1834 niet, toen hier te lande do Afgescheidenen om des gewetens wille aan zware vervolgingen werden bloot gesteld Een goed Koning heeft Wjlh-m I willen wezen. Te betreuren is het, dat het hem aan liet daarvoor be nood er 1c inzicht, aan wijs inzicht, ontbroken heeft! VL Vrijheid der drnkpers. Wie Groon's „Nederlandsche Gedachten" leest, wordt getroffen door het feit, dat de ze groote Nederlander telkens en tclkons weer toornt tegen de vrijheid, die volgens art. 227 der Grondwet aan de drukpers was toegekend. Misschien zeg ik het l»?ter an ders: Groen van Prinsterer tiornde tegen de misdrijven, waaraan do vrije drukpers zich bij voortduring schuldig maakte. Reeds het éérste nummer van zijn tijd schrift, 2 October 1829 verschenen, was aan een bespreking van deze misdrijven gewijd. Groens uiteenzetting is te kostelijk ook voor onzen tijd. dan dat ik er niet een gedeelte van naschrijf. Wij stellen de redelijke vrijheid der drukpers op hoogen prijs; wij houden haar vóór eene der uitstekondste voorregtcn, die aan beschaafde en vrije Staten kunnen te beurt vallenMaar wanneer het mis bruik meer nadeolon te woog brengt, dan het gebruik voordeelon oplevert; wanneer het middel ter verspreiding van bescha ving, licht en kennis, ter handhaving der nationaliteit cn der maatschappelijke in stellingen, WDrdt hprsmood tot een wapen van den faktiegeest, welke niets te heilig acht en w elke don Staat zoekt om te koeren omdat hij alleen in die omkeering de be vrediging vindt van zijne oogmerken; wanneer m stede van waurheid, logen; en inplaats van vaderlandsliefde, en eensge zindheid, de bitterste wrok cn het burger lijk twistvuur aanhoudend worden er- spreid en levendig gehouden, clan meenen wij, dat het tijd, dat het pligt ia, om voor het behoud der ware vrijheid met verdub belde angstvalligheid te zorgen. Dan toch wordt de vrijheid door losbandigheid ver vangen, en vindt in de losbandigheid haar graf.....* Groen van Prinsterer had in 1S29 gele genheid te over. om op te merken en vast te stellen, dat het schoone beginsel der vrij heid, niet het minst ten opzichte oin «le drukpers, met voeten werd getreden. In dat jaar toch en reeds lai.g daarvoor was een geweldige actie in de pera ontwikkeld, actie, die Groen klaagde niet te vergoefal niets te heilig aolitte. De vrijheid der drukpers was gmndwott'te. Maar, schreef Groen: ïs d* vrijheid van de drhkr>«i» alzoo g r o n a w e 11 i g, even zeer is zuJffi do verantwoordelijkheid derg** non, die, door middel van de drukpers, di rogten dor maatschappij of der bijzonder* personen boleedlgcn. Wij kunnen, wil mogen het een zonder het andere niet aAn nemen; hij, die zich op de vrijheid dij drukpers beroept, krachtens do GrónA wet, moet op gmnd van hetzelfde gezag toestaan, dot de misdrijven, w. !kc, aaSÈ aanleiding van d»e vriihtsi k-ordett, pleegd, aan verent woon lellflftic i. .lat i^ aan bestraffing cn aan de i erpiignm; ter vergoeding der schade, onderworpen zijn.., Tn het Verecnigd Koninkrijk dreigde 4a vrijheid der drukpers inderdaad door handigheid te worden vervangen. RcWji Jg meegedeeld, hoe door de Hoomsch-KaUur lieke geestelijkheid die vrijheid werd brui kt. zoodat het telfs nood g wenl, straf rechterlijk tegen sommige publicisten op Jg treden Maar het werd erger. ve*>! erger nog, toen revolutionairen en Belgische libe ralen het middel ter verspreldiug \an tj* schaving, licht cn kennis, hersmeeddtn let een wapen van den faktic geest (Wordt x otgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3