ImJocI&Ó OuzamOvacAeU
EEN GELE NAPOLEON
MAANDAG 16 JUNI 1930
-,-v— 9 -r
DE CRISIS IN DEN LANDBOUW
EEN ADRES AAN DEN MINISTER
VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN
VAN DE CHR. EN KATH. BOEREN EN
TUINDERS EN HET KON. NEDERL.
LANDBOUWCOMITÉ
De Clir. Boeren- en Tuindersbond in Neder
land, de Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbono
en het Kon. Ned. Landbouwcomité hebben in
overleg een adres aan den Minister van Bhi-
nenlandsche Zaken gericht in verband met dc
huidige landbouwcrisis.
Do navolgende maatregelen worden Zyn
Excellentie in overweging gegeven:
1. Steun van Staatswege aan de suikerbie
tenteelt, den graanbouw en de aardappel
industrie;
2. vermindering van den druk der grondbe-
lasting, inzonderheid door de afschaffing van
de crlsis-opcenten op de grondbelasting;
3. afschaffing van den vleeschaccijns met
behoud van het invoerrecht op vleesch;
4. wijziging van het stelsel
den aanslag in de vermogens
successiebelasting, door niet langer hiervoor
als grondslag te nemen de verkoopwaarde,
maar de gebruikswaarde, waarbij wij ons ver-
ooi-loven te verwijzen naar ons gemeenschap
pelijk adres te dezer zake d.d. 7 Septembei
1929, gericht tot den Minister van Financiën,
van welk adres wij een afschrift hierbij in
sluiten;
5. aanmerkelijke verlaging van de kosten,
verbonden aan den uitvoer van vee, zooals
keurloonen, kosten van voorbehoedende enting
en dergelijke;
6. aanmerkelijke en effectieve verlaging van
de vrachttarieven voor het vervoer van land
en tuinbouwproducten;
7. mede om de meestbegunsti jingsdausu! q
effectief te kunnen maken, het onverwijld ge
ven van ruilobjecten aan de Nederlandscho
onderhandelaars bij het sluiten van handels
verdragen en het zonder uitstel treffen van
maatregelen van beveiliging tegen die landen,
welke door kunstmatige middelen als dumping,
uitvoerpremies, enz. onze positie in het inter
nationaal ruilverkeer onbillyk verzwakken;
8. uitvaardiging van een z.g, maalverbod,
waarbij wordt voorgeschreven, dat van het
bakmeel, hetwelk hier te lande wordt gebruikt
by de broodibereiding, een zeker percentage
moet afkomstig zyn van inlandsche tarwe.
Naast deze maatregelen, welke ten doel heb-
ben onmiddellijk verlichting en steun te bren
gen, worden nog de volgende voorstellen in
overweging gegeven:
1. een zoodanige reorganisatie der departe
menten, dat in het departement, waaronder
Landbouw ressorteert, de Landbouw (anders
dan thans) de plaats inneemt, waarop hij naar
recht en billijkheid aanspraak kan maken. De
huidige samenvoeging van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw achten wij ongewenscht.
Ook na de reorganisatie van de departemen
ten in bovenbedoelden zin mag een krachtige
centrale leiding aan het Departement, waar
onder de Landbouw ressorteert, niet ontbreken;
2. tot wegneming van gebleken misbruiken
ln het pachtwezen herziening van de wettelyke
regeling hiervan;
3. uitbreiding van het land- ^n tuinbouw-
or.derwijs, alsmede het lamdbouwhuishoudonder-
wiis, en inzonderheid stichting in sneller tempo
van meer lagere land- en tuinbouwscholen;
4. reorganisatie en intensiveenng van den
binnen-, zoowel als van den buitenlandschen
landbouwvoorlichtingsdienst
5. herziening en verbetering der waterstaats
wetgeving in dier# zin, dat niet op de lande
rijen alleen de zorg voor en de financieel»
druk van de veiligheid van het land ten op
zichte van het watergevaar en den waterlast
6. verruiming der oppervlakte cultuurgrond
door bevordering van ontginning en ontwate-
7. 'krachtige doorvoering van de Landbouw-
uitvoerwet.
Land- en Tuinbouw.
DE ZUIDERZEEPOLDERS
De Gron. Mij. van Landbouw zal in No
vember e.k. in haar algemeene vergadering
de vraag bespreken of het gewenscht is, dat
met de droogmaking van de Zuiderzee wordt
voortgegaan dan wel dat na voltooiing van
den afsluitdijk en den Wieringermeerpolder
de zaak wordt stopgezet.
DE BIETENVLIEG
In de provincie Groningen heeft men veel
Van de bietenvlieg te lijden. Sommige per
ceelen met suikerbieten zijn zeer hevig aan
getast.
AMSTERDAM
NAKLANKEN BENOEMING
INSPECTRICE.
Het Onderwijs, het blad van de Vereeni-
ging voor Hoofden van Scholen in Neder
land, wijdt in de rubi'iek „Amstelodami-
ana" een korte beschouwing aan de jongste
benoeming van een Gemeentelijk Inspec-
trice.
De schrijver is minder verontwaardigd
en objectiever dan andere scribonten, die in
diverse schoolbladen, hun overkropt gemoed
lucht -gaven. De schrijver toont de zaak niet
alleen nuchter, maar ook breed te kunnen
Ziehier de passage:
„Een vrouwelijke inspecteur ging heen,
een vrouw zou haar moeten vervangen. Daar
de onderwijs inspectie ook het Middelbaar
Onderwijs omvat, en de vier blijvende in
specteurs alle uit het lager onderwijs afkom
stig zijn, verwachtte men een keuze uit de
kringen van 't Middelbaar Onderwijs. Maar
jawel, no 1 blijkt te zijn een vrouwelijk
hoofd. Heeft deze zich bijzonder onderschei
don? Best mogelijk, maar daarvan heeft de
buitenwereld nooit vernomen. Wel weet
men iets anders: zij „is van den wethouder
een p.g. Men moet nu in aanmerking ne
men, dat van de fungeerende inspecteurs
.er al twee tot de partij behooren- Wordt
deze no. 1 benoemd, dan heeft die partij in
't inspectoraat, een plaats, verre buiten ver
houding van de plaats die ze in de wereld
der kiezers beslaatMoet men deze voor
dracht. product van democratische begeerig
heid en gebrek aan vormen zóó maar slik
ken? De meerderheid der Raadsleden be
dankt daarvoor en met 21 tegen 20 stemmen
wordt benoemd een leerares aan een Chris
telijk Lyceum.
Tot groote verontwaardiging, o.a. van De
Volkschool, die zelfs aan de rechtsche Raads
leden verwijt er een „defecte moraliteit" op
na te houden. Menschen van rechts moesten
nooit naar een betrekking als deze gemeen
telijke dingen, omdat zij 't openbaar onder
wijs zoo hartgrondig haten
Wij hebben daar zoo geen beslist oordeel
over, maar dat een gemeente in haar In
spectie ook 't bijzonder onderwijs als ele
ment opneemt, komt ons zoo vreemd niet
voor.
.Aan de gemeenteruif staan vreedzaam
naast elkaar de openbare en bijzondere
paarden, er dient voor gezorgd, dat de een
den ander 't voer niet afhandig maakt. Bij
dat toezien behoort men de functionaris
sen van weerszijden te betrekken. En moch
ten wij daarin mistasten: jaren lang is 't
bijzonder onderwijs-in onze Inspectie verte
genwoordigd geweest, en wij hoorden nooit
beweren, dat daardoor schade is toegebracht
aan dp openbare school".
Wij weten niet of 'de eerst voorgedragene
een partijgenoote van den Wethouder was.
Wij hebben daarnaar ook niet gcinformeerd.
Maar wij weten wel dat de heer Polak,
wanneer hij ook iets breeder van opvatting
kon zijn, dit echec niet had behoeven te lij
den. en het onderwijs in het algemeen zou
dienen.
LANDBOUWSTAKING BEËINDIGD.
De uitsluiting en de staking in het land
bouwbedrijf te Eexterveen, welke in Mei be
gon, is de vorige week beëindigd, nadat
overeenstemming werd verkregen over loo-
nen en verdere arbeidsvoorwaarden. Het ta
rief voor liet aardappelrooien werd met één
cent per rij van 70 meter verhoogd.
Een beslist advies om over te gaan tot
het uitvoeren van een bespuiting met 2)4
pet. Bourgondische pap (d.w.z. 2)4 pet.
z.g.n. pappoeder op 100 L- water of 1%
K.G. fijn kopervitriool en K.G. sodex op
100 L. water als men het poeder zelf be
reidt, of met 1% K.G. Bordeausche pap),
d.w.z. 1% K.G. kopervitriool en 1 K.G. on-
gebluschte kalk op 100 L. water, het aan
gewezen bestrijdingsmiddel tegen d!e aard
appelziekte, kan niet gegeven worden, daar
de uitvoering van omstandigheden afhangt.
Ter voorkoming van ernstige schade kan
echter aan alle telers van vroege aardappe
len wel de raad gegeven worden zich ge
reed te houden om de bespuiting uit te voe
ren, als de omstandigheden voor het optre
den van de ziekte in hun nog te veld staand
gewas gunstig worden of als de ziekte by
warm en vochtig weer reeds opgetreden is.
Uitdrukkelijk wordt erop gewezen, dat als
men eenmaal tot bespuiting is overgegaan,
het noodig is daarmede voort te gaan een
maal in de 14 dagen, totdat het gewas ge
rooid wordt.
Nadere inlichtingen worden gaarne ver
strakt door den Plantenziektenkundigen
Dienst te Wageningen en door de plaatse
lijke ambtenaren van dien Dienst.
RUPSENPLAAG IN BRABANT.
Uit Lage-Zwaluwe (N.Br.) meldt men ons
De fruitboomen hebben momenteel veel
te lijden van de rupsen tengevolge waar
in de uitkomsten zeer gering zullen zijn.
5 MOND- EN KLAUWZEER.
In de gemeente Rijswijk (Z.-H.) heerscht
onder het vee van bijna alle veehouders in
'listige mate mond- en klauwzeer. De
sterfgevallen zijn vele. Ook te Zevenbergen
(Z.-H.) breidt de ziekte zich meer en meer
uit.
st vervoer van herkauwende dieren en
varkens naar Voome en Putten is ver
boden.
In het Westland, met name te Maasland,
Naaldwijk en Wateringen, neemt het mond
en klauwzeer in ernstige mate toe.
DE PACHTPRIJZEN IN FRIESLAND
Uit Friesland schrijft men aan „De Ned."
een en ander over dc verhuring gehouden
van de vele hooilanden, die langs de boor
den van het Tjongerkanaal in de gemeente
Schoterland zijn gelegen en toebehooron aan
corporaties, burgerlijke en kerkelijke ge
meenten en particulieren. Men zou bij deze
verpachting gerust van een crisis kunnen
spreken, want de daling der prijzen over
trof alles, wat in den laatsten tijd bij de
verhuring van losse hooilanden is meege
maakt. Het verschil met de prijzen van ver
leden jaar was enorm. Gemiddeld beliep
het 60 pCt.; er waren echter, perceelen, waar
bij het tot. 70 ja zelfs tot 80 pCt. opliep, zoo
dat de eigenaren weinig rente van hun geld
maken. Naast de lage zuivelprijzen werkt
ook de zeer ruime hooioogst tot de daling
der huurprijzen mede. Menig veehouder be
hoeft nu geen los hooiland te huren.
Dus op de verhuringen weinig gegadig
den, die' tegen elkander opbieden en de prij
zen doen oploopen. Sommige eigenaren
vonden de geboden pachtprijzen veel te laag
en besloten hun perceelen niet te gunnen
aan den hoogst biedende. Zij hopen op een
stijging, maar dit is niet te verwachten,
omdat in dit geval deze vóór het einde
van den hooioogst zal moeten komen en dus
op zeer korten termijn haar entree zal moe
ten doen.
En zoo snel veranderen de omstandig
heden zich in den regel niet Men spreekt
er zelfs van dat men de ingehouden lande
rijen dan maar liever niet laat maaien. Wat
ook niet te verwachten is, omdat door het
land niet te maaien, het daardoor in kwa
liteit vermindert.
DE NED. TUINBOUW IN ZWITSERLAND.
De eerste prijs voor onze Hollandsche
producten op de groote tuinbouwtentoon
stelling in Zurich is zeker een mooi resul
taat en een gelukwensch aan onzen Neder-
landöchen tuinbouw waard.
De eere-pryzen en een gouden medaille
verwierven onze producten.
Den heer F. V. Valstar, den voorzitter
van het Centraal Bureau van Veilingen in
Nederland, die thans van zijn inleidend
werk voor onze expositie te Zurich is te
ruggekeerd, hebben we gevraagd naar den
indruk die in het algemeen op deze tentoon
stelling over onzen tuinbouw woi-dt ver
kregen.
„Er is een goeden kans voor ons product
in Zwitserland, en daarom grepen we
kans", zeide de heer Valstar.
Maar aan het geval zat toch ook iets ge
waagds om in Juni zoover van de teelt-
plaats op een tentoonstelling te willen uïti>
komen met versche groenten.
Ondanks het feit dat de zon blakert
het tentoonstellingsgebouw door het linnen
dak ook niet bijzoner gunstig voor de pro
ducten is, bleven deze toch zoo uitstékend,
dat de politie er meermalen aan te pas
moest komen om het verkeer van de belang
stellenden langs de tentoonstelling in goede
banen te houden.
Dus, het Hollandsche product heeft wel
succes op de tentoonstelling. Het is de Hol
landsche stand die een ruim deel van den
i tijd der bezoekers in beslag neemt.
„We zijn tevreden", aldus de heer Val
star; „het kleine Zwitserland zal naar ver
houding voor ons worden een steeds grooter
afzetgebied en dat hébben we mede aan
deze expositie te danken".
Over de Hollandsche druiven hoort men
niets dan lef en het WtestJand deed goe'd,
voor zijn uitnemend product extra reclame
te willen gaan voeren. Wel drogen door de
warmte de stelen iets in.
De tomaten, zy lokken een ieder.
De asperges uit Bergen op Zoom, de kool
uit Noord-Holland, die reeds pl.m. zeven
maanden in de schuren heeft gelegen, het
zyn allen producten die medewerken aan
het succes op de tentoonstelling.
In Zurich is bewezen dat we den Neder-
landschen tuinbouw niet overschat hebben,
we weten wat aan we onze oenserven
hebben. „En daarvan zullen we een g-oed ge
bruik maken", veiklaarde de heer Valstar.
Kunst en Letteren.
AUGUSTA DE WIT
Gemengd Nieuws.
doet bij Em. Querido, Amsterdam, verschij
nen een bundel dierenvertellingen, getiteld
De Wijdere Wereld.
MEVR. NOORDEWIER—REDDINGIUS.
Mevr. Noordewier—Reddingius, de beken
de zangeres, is ongesteld.
„AMPIE" OP 'T TOONEEL.
Jochem van Bruggen heeft zijn roman
Amp i e voor 't tooneel bewerkt. Dr. F. G. L.
Bosman noemt in een kritiek in Die Bur
ger het stuk een aanwinst en de bekende
Afrikaansche strijder Gustav Preller zegt
van na de opvoering: ,,'n Mens voel dank
baar vir hier die nuwe oplewing van die
Afrikaanse toneel en gehoop mag wel word
.dat die geselskap eweveel sukses daarmee
sal behaal buite Pretoria".
HOE STAAT HET ER MEE?
H. Marsman noemt inDeVrijebladen
van Mei de reputatie van onbelangrijkheid,
welke de tegenwoordige Nederlandsche lite
ratuur voert, „een legende": „De jonge lite
ratuur is als geheel volstrekt niet minder
waardig aan die der onmiddellijk aan haar
voorafgaande groep, noch aan die van Tach
tig, en alleen aan do contemporaine buiten-
landsche inférieur voorzoover deze beide
voorafgaande groepen dit ook zijn." Alleen
geeft Marsman too dat het proza van
Kuyle, Houwink, Helman, de Man, Coolen,
Van Gendercn, Stort enz. als geheel niet rijk
is en niet op de hoogte staat van dat van
Van Looy, Van Oordt, Couperus en Van
Schcndel.
„HET PORTRET DOOR DE EEUWEN."
Laatste werk van Just Havelaar.
Zoo juist verscheen een grootsch werk, het
laatste van Just Havelaar: Het portret
door de eeuwen. Uit de inleiding knip
pen we:
„In de enkele mensch typeert de portret
tist een periode, omdat hij zelf door de die
pere krachten van zijn tijd beheerscht wordt,
omdat hij zelf, als persoonlijkheid, een tijd
vertegenwoordigt. Zoo is dus elk portret een
ontmoeting, de ontmoeting, de innerlijke sa-
menstemming van de psyche des kunste
naars en van die zijner eeuw. Daarom werpt
de geschiedenis der portretkunst een zoo
scherp licht op de geschiedenis der cultuur.
De portrettist beeldt niet een willekeurig
exemplaar van het tijdelooze menschdom:
hij schept het portret zijner eeuw."
't Werk behandelt de Egyptische kunst tot
en met de hedcndaagsche; 67 platen buiten
de tekst bevat het.
MEVR. G. VAN NES-UILKENS,
BRAND TE IJSSELMONDE
DOOR KRACHTIG INGRIJPEN VAN DE
ROTTERD. BRANDWEER SPOEDIG
GEBLUSCHT
Zondagmorgen tusschen 10 uur en 10 30
ar is door een tot nu toe onbekende oor
zaak brand uitgebroken in een der loodsen
van N.V. Laming's Houthandel aan het Mo
leneinde te IJsselmonde.
De vlammen die snel om zich heen gre
pen, sloegen weldra door het dak van twee
loodsjes, die een prooi der vlammen zijn ge
/orden. In verband met het uur was niel
eel publiek in den beginne op de been, daar
de meestcn in de kerk waren.
!t eerst werd met het blusschingswers
begonnen door een groc-p padvinders, die al
les wat bruikbaar was namen om te blus
schen. Later werd dit werk overgenomen
door de brandweer van hier, terwijl mede
verschenen op het geroep van brand,
mede op het zien van rook, de Rotterdamsche
spuiten, resp. 50, 59, -40 en een slangenwa
gen, alsmede twee bootjes. Na eenige
was men den brand meester.
Later is er veel publiek den brand op een
afstand gaan zien, daar niemand op het ter
rein toegelaten weid.
Nader kan nog gemeld worden:
Na ontvangen alarm vertrok de „Haven
dienst 3", vergezeld van de hoofdlieden Van
Dam, Kruis en Bakker naar de plaats des
onheils.
Toen men aankwam vond men een houten
gebouwtje, groot 8.5 bij 17 M. in lichte
laaie.
Het gebouwtje, dat met. asfaltpapier was
gedekt, stond op een steenen onderstel en
diende vermoedelijk tot het produceeren van
houtskool uit houtswol.
Velschillende machines stonden om het
'gebouwtje benevens verschillende houtsta
pels. Gelukkig was de windrichting gunstig,
zoodat deze houtstapels gespaard bleven.
De oorzaak is onbekend; verzekering dekt
de schade.
BIJ HET BADEN VERDRONKEN.
Gistermorgen is de 16-jarige Dijkstra uit
Overdinkel in de Dinkel verdronken. Hij
was met zijn broer en een zekere A. de
Leeuw aan het baden. De beide broers kon
den miet zwemmen. Plotseling begaf een
hunner zich te ver van den kant en kwam
in levengevaar te verkeeren. De Leeuw, een
goed zwemmer, wist hem te redden. De
ander echter, die zijn broer eveneens te
hulp was geschoten, ds verdronken.
Een dokter, die spoedig ter plaatse was,
slaagde er niet in de levensgeest op te
ekken.
GROOTE BRAND IN
LAANE'S FABRIEKEN
INGEZONDEN MEDEDEELING.
schrijfster van „Dc Bergmannetjes", „Het
verlaten eibersnest", „Duikelaartje", „Ingrid"
en „Maretakken" brengt deze maand eén
nieuwe roman: „De Zoeker".
Rechtzaken.
OPLICHTERS
Voor de rechtbank te Groningen stond
J. M. terecht, verdacht van oplichting van
de Geldersche Credietvereeniging te Drach
ten. Eisch 3 jaar gevangenisstraf.
Voor de rechtbank te Zwolle stond 'A.
L. E. terecht, verdacht van oplichting van
vijf jaren gevangenisstraf actoer den rug
filiaalhouders. Eisch 'tegen M., die reeds
heeft, waarby 1)£ jaar voor oplichting te
Utrecht gepleegd, vier jaar gevangenisstraf.
Een verzoek van den verdediger tot voor-
loopige invryhejdiss telling werd niet in be
handeling genomen, daar M. eveneens voor
oplichting terecht zal moeten staan, o.a. te
Amsterdam, Tiel en Breda, i
ENORME VOORRADEN TABAK
EN THEE IN VLAMMMEN
SCHADE BIJNA VIJF TON
In den nacht van Zaterdag op Zondag to
omstreeks vier uur brak een zware brand uit
in de magazijnen, fabriek en opslagplaatsen
van de Tabakskerverij en Koffiebranderij
van de firma J. A. Laane, aan de Groote
Markt te Roosendaal.
De brand werd ontdekt door eenige spoor
wegarbeiders, die onmiddellijk de directie
waarschuwden. Het bleek toen, dat de sor-
teerderij, die in het achterste gedeelte van
de fabriek is gevestigd, in lichter laaie stond
Oogenblikkelijk is het eigen materiaal van
de fabrieksbrandweer_verschenen, ienvijl da
plaatselijke brandweer werd gealarmeerd,
Het materiaal bleek echter niet al te best to
zijn en het duurde geruimen tijd voor water
kon worden gegeven. Het bleek n.l. dat d»
apparateur der motorspuit met paste op d«»
brandkrancn, zoodat van de waterleiding
gein gebruik kon worden gemaakt. De slan
gen werden toen geleid naar con in de nabij
heid liggende tijver.
In het gebouw lagen enorme voorraden
tabak, koffie en thee opgeslagen. De fabriek
is een filiaal van de fabriek van de firma
Laane, die in Esschen is gevestigd. Aange-
de weg naar Esschen wegens herstel»
werkzaamheden voor het verkeer is gesloten,
waren alle voorraden te Roosendaal opge
slagen. Er ontwikkelde zich een ontzettend»
hitte, die het bijna onmogelijk maakte den
brand te naderen. Daar de brandende fa
briek gevaar opleverde voor de daarachter
gelegen woon- en winkelhuizen aan de Zuid
zijde van de Groote Markt werden de'bewo
ners gewaarschuwd terwijl men vanaf de
daken liet warenhuis van de firma Braat
en der firma Bischot nat hield. De spuitgas
ten moesten wegens de geweldige hitte ook
zelf worden natgespoten.
De inventaris van het aan de Groote Markt
gelegen kantoorgebouw en van het bij de fa
briek beboerende woonhuis werd in veilig
heid gebracht.
De eene voorraad na de andere werd door
het vuur aangetast. Spoedig bereikte de
vuurzee de machinekamer, de koffiebran
derij, de machinale tabaksdrogerij en de kcr*
verij. Te ongeveer vijf uur achtte men het
gewenscht de brandweer uit Bergen-op-Zoom
om assistentie te verzoeken. In 20 minuten
was deze onder leiding van commandant A«-
selberch en burgemeester Brom ter plaatse.
Het ergste gevaar was toen geweken. Dei
Bergen-op-Zoomsche brandweer pakte het
vuur krachtig aan. Aan de brandweer van
Breda, die eveneens was gewaarschuwd,
werd bericht gezonden, dat verdere assisted*
tie niet meer noodig was. Te1 ongeveer zes
uur stortten de groote machines met don
derend geraas naar beneden. Gevaar voor
uitbreiding was toen geweken, zoodat met
de nablussching kon worden begonnen.
De schade wordt geschat op f -450.000.
Alles was op beurspolis verzekerd. De tabaks
kerverij zal bij een bevriende firma ter
plaatse worden voortgezet, terwijl de rast
van het bedrijf voor den duur der herstel
lingswerken naar de fabriek te Esschen zal
worden overgebracht.
(NaaruR verboden)
DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPEL.MANS
41. Trip, trip, trip, 'daar kwam Juffrouw
Molly uit het modemagazijn gestapt. Ze had
juist een splinternieuw japonnetje gekocht,
volgens de laatste mode, want zooiets moet
je bijhouden. Juist bij de deur kwam ze
naar vriendin tegen, ,,'n Mooi japonnetje",
zei ze, „alleen vind is dat effen wit goed
een beetje saai! Ik wou wel, dat m'n eigen
jurk er ook 'n beetje fleuriger uitzag!"
42. Rrrrr! daar vloog de wagen van mijn-
lieer Pimpelmans voorbij; het recbtsche wiel
zakte weg in een grooten modderplas, die
vlak bij de pratende jongedames in do groot
lag. Een dikke bundel modderstralen spatta
omhoog en nu zagen do japonnetjes van de
danies er opeens zoo fleurig uit als 't maar
wezen kon. De saaiheid was er ineens hééle*
maal af! j
(Wordt Woensdag vervolgd), j
door
ARTHUR E. SOUTHON.
Eerst vele maanden later hoorde hij, dat Rigges geslagen en
bijna vermoord was door een inboorling, die gevlucht was in de
wildernis; maar niets noopte hem den voorbijganger dien hij
onder de palmen gezien had in verband to brengen met Rigges
van Lagos, en hoewel hij later veel vernam van dezen halfbloed,
heeft hij hem toch nooit vereenzelvigd met den moordenaar.
Tulasi bereikte den heuvel even voordat de morgenschemering
aanlichtte, en zoo gauw het licht genoeg was, zette hij z'n
tocht voort en 'begon te klimmen langs het rotsige pad. Toen
hij bijna den top bereikt had, werd hem plotseling een halt toe
geroepen door een imposante figuur boven hem: een bijna naakte
wilde, die een dubbelloops geweer op hem richtte van achter een
borstwering van stukken oud ijzer.
„Wie ben je, en wat moet je in Mperu? Gauw wat, of ik zal
je kop d'r afblazen!"
't Was niet bepaald een hartelijk welkom, dat hem wachtte
fa het oord, waarheen zijn verlangen was uitgegaan, en Tulasi
hoorde de rauwe uitdaging huiverend aan.
„Ik ben Tulasi, de zoon van Mobo", antwoordde hij tlug. „Ik
soek een schuilplaats. Ik heb in mijn woede een blanke gedood
en nu zoeken ze me".
Dat hij Rigges tenslotte niet vennoord had, was zijn schuld
niet. Hij had zijn best gedaan en het was alleen Rigges dikke
huid, die hem er door heen had geholpen. Maar het antwoord
scheen den sohildwacht te bevallen en deze wenkte twee van
zijn makkers om naar beneden te komen. Nadat zij hem ontdaan
hadden van een kort ijzeren mes, het eenige wapen, dat hij bij
zich droeg, begeleidden deze twee Tulasi door een spleet in den
heuvelkam, en daar had hij voot 't eerst het gezicht op de stad,
waarvan de naam alleen al de schrik was van een half millioen
menschen.
De top van den heuvel was een uitgestrekte hoogvlakte, die
vrij vruchtbaar bleek te zijn. De stad zelf was maar klein en
bestond uit ongeveer een honderd hutten, die in een wijden
kring gebouwd waren. Overal liepen er geiten, schapen, kippen
en zelfs een paar koeien, waarvan Tulasi sterk het vermoeden
had, dat ze eens behoord hadden aan de menschn, die in de
vlakte woonden. Verder waren er uitgestrekte, doch zorgvuldig
bewaakte aanplantingen van jambusboomen, cassava, maïs,
ruimsohoots voldoende voor de voedselvoorziening van de stad.
Als antwoord op een schel geroep van een der bewakers kwa
men er lieden hard aanloopen uit de hutten en in minder dan
geen tijd had zich een heele groep rond den nieuw aange
komene verzameld. Toen ze bemerkten, dat er bloed van een
blanke stroomde door de aderen van den vreemdeling, lichtten
hun oogen met een onheilspellende dreiging. Rauwe kreten
stiotten het woord „Ashohun" (spion) uit, en opeens waren een
honderdtal wreede wapenen op hem gericht door mannen, die
gewend waren eerder iemand dood te slaan dan na te denken.
Een oogonblik hing Tulasi's leven aan een zijden draadje, maar
kalm, in de overtuiging dat hij evenzeer een paria was als de
bende, die hem omringde, keek Tulasi dé troep onver
schrokken aan.
Een aanslag, op hem gericht, doch dien hij wist te ontwijken
door een snelle zijwaartsche beweging, vuuido hem aan en met
luider stem schreeuwde hij uit boven de spraakverwarring van
de zeker tien verschillende dialecten.
„Stil, mannen van Mperu! Ik ben Tulasi, de zoon van Mobo.
Ik heb een blanke gedood in mijn toom; ik heb aan zijn kor
nuiten getoond, dat wo geen honden zijn, die je ongestraft kunt
schoppen. Ik heb hen laten voelen, dat we tanden hebben,
scherpe tanden, die doorbijten. Nu zoeken ze me, om me in de
lucht te laten bengelen;en daarom ben ik naar Mperu gekomen
om hier een schuilplaats te vinden. Ze haten me. Maar o
ik haaf ken, zooals piemand nog te voren ooit gehaat heeft. Kijk
me aan en dan zul je zien, dat mijn vader een blanke was
maar zie, ik spuw op zijn geest. Moge do duivel hem kwellen,
duizend jaar lang en moge zijn geest dwalen door de verschrik
kelijkste plaatsen van de onderwereld. Ik vervloek hem bij alle
goden van dit land; ik vervloek alle blanken, die me gesard
hebben en me bespotten, totdat ik eindelijk één hunner in mijn
sterke vingers kreeg en hem doormidden brak zoo! Maar toch
heb ik van mijn vader, wiens geest ik vervloek, de wijsheid der
blanken geleerd en ik kan jullie veel dingen leeren; ik zal jullie
sterk maken in den strijd tegen den vijand. Zeg op, mannen van
Mperu, wilt jullie iemand aannemen, die een blanke heeft
gedood?"
De daad, waar hij zloh op beroemen kon, zou op zichzelf reeds
voldoende geweest zijn om hem gastvrij op te nemen in de wijk
plaats van Rogues. Maar nog door ineer dan zijn euveldaad waren
de inboorlingen geïmponeerd. De halfbloed was een sterker per
soonlijkheid dan zij allon en onbewust waren zij onder den
indruk daarvan gekomen. Voordat hij nog geëindigd had te
spraken, waren hun wapenen reeds gestreken en alle verdenking
was weggestorven uit hun gezichten. Zelfs misdadigers, herkenden
zij in den halfbloed een broeder, en van vijandschap verkeerden
zij hun gezindheid tot de uiterste vriendelijkheid. Tulasi's plaats
in Mperu was verzekerd,
Dien nacht werd hij toegelaten tot de geheime orde en werd
hij een bloedbroeder van de slechtste mannen van West-Afrik*,
Hij nam deel aan de inlijvingsplechtigheid mot een trotsch#
vreugd in zijn hart, terwijl hij zijn bloed vermengde met dat
van eenige der voornaamste vertegenwoordigers van de bende.
Deze wilden waren de eersten die hem „broeder" noemden en
het verbitterde hart van den halfbloed verheugde zich, toen zij dat
woord tot hem spraken. Altijd was hij een uitgeworpeno geweeat,
want blanken noch zwarten hadden hom ooit geroepen om bij
hun vuur te zitten als een der hunnen. Nu, gekomen in de stad
der paria's, voelde hij, dat hij een thuis had gekregen.
En zij waren tevreden mot hun aanwinst. Hij had sterk#
vuisten, die te pas konden komen in hun onophoudelijken strijd
tegen dc samenleving. Maar zij vermoedden evenmin als Harlcy
Fane, welke rol Tulasi zou spelen in dat land der \vÉon.
HOOFDSTUK IL
De komst van den god.
Toen Tulasi in Mperu kwam, vond hij daar het schuim van
twintig stammen, een cósmopolitische verzameling van misda
digers zonder leider. Vier jaar later was hij hot opperhoofd van
eon nieuwe stam, een stam, wier loden uit heel Wast-Afrik*
kwamen, maar die nu saamgeklonken waren tot oen eorporati#
door hot leidend genio van den halfbloed. Dit was een merk
waardig record van pogingen tot herecniging; doch om dit
resultaat op do juiste waarde te schatten ls het noodig te weten
hoe Mperu er vroeger uitzag, voordat Tulasi do leiding nam*
(Wordt vervolgd^ J