ImJocI&Ó OuzamOvacAeU EEN GELE NAPOLEON MAANDAG 16 JUNI 1930 -,-v— 9 -r DE CRISIS IN DEN LANDBOUW EEN ADRES AAN DEN MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN VAN DE CHR. EN KATH. BOEREN EN TUINDERS EN HET KON. NEDERL. LANDBOUWCOMITÉ De Clir. Boeren- en Tuindersbond in Neder land, de Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbono en het Kon. Ned. Landbouwcomité hebben in overleg een adres aan den Minister van Bhi- nenlandsche Zaken gericht in verband met dc huidige landbouwcrisis. Do navolgende maatregelen worden Zyn Excellentie in overweging gegeven: 1. Steun van Staatswege aan de suikerbie tenteelt, den graanbouw en de aardappel industrie; 2. vermindering van den druk der grondbe- lasting, inzonderheid door de afschaffing van de crlsis-opcenten op de grondbelasting; 3. afschaffing van den vleeschaccijns met behoud van het invoerrecht op vleesch; 4. wijziging van het stelsel den aanslag in de vermogens successiebelasting, door niet langer hiervoor als grondslag te nemen de verkoopwaarde, maar de gebruikswaarde, waarbij wij ons ver- ooi-loven te verwijzen naar ons gemeenschap pelijk adres te dezer zake d.d. 7 Septembei 1929, gericht tot den Minister van Financiën, van welk adres wij een afschrift hierbij in sluiten; 5. aanmerkelijke verlaging van de kosten, verbonden aan den uitvoer van vee, zooals keurloonen, kosten van voorbehoedende enting en dergelijke; 6. aanmerkelijke en effectieve verlaging van de vrachttarieven voor het vervoer van land en tuinbouwproducten; 7. mede om de meestbegunsti jingsdausu! q effectief te kunnen maken, het onverwijld ge ven van ruilobjecten aan de Nederlandscho onderhandelaars bij het sluiten van handels verdragen en het zonder uitstel treffen van maatregelen van beveiliging tegen die landen, welke door kunstmatige middelen als dumping, uitvoerpremies, enz. onze positie in het inter nationaal ruilverkeer onbillyk verzwakken; 8. uitvaardiging van een z.g, maalverbod, waarbij wordt voorgeschreven, dat van het bakmeel, hetwelk hier te lande wordt gebruikt by de broodibereiding, een zeker percentage moet afkomstig zyn van inlandsche tarwe. Naast deze maatregelen, welke ten doel heb- ben onmiddellijk verlichting en steun te bren gen, worden nog de volgende voorstellen in overweging gegeven: 1. een zoodanige reorganisatie der departe menten, dat in het departement, waaronder Landbouw ressorteert, de Landbouw (anders dan thans) de plaats inneemt, waarop hij naar recht en billijkheid aanspraak kan maken. De huidige samenvoeging van Binnenlandsche Zaken en Landbouw achten wij ongewenscht. Ook na de reorganisatie van de departemen ten in bovenbedoelden zin mag een krachtige centrale leiding aan het Departement, waar onder de Landbouw ressorteert, niet ontbreken; 2. tot wegneming van gebleken misbruiken ln het pachtwezen herziening van de wettelyke regeling hiervan; 3. uitbreiding van het land- ^n tuinbouw- or.derwijs, alsmede het lamdbouwhuishoudonder- wiis, en inzonderheid stichting in sneller tempo van meer lagere land- en tuinbouwscholen; 4. reorganisatie en intensiveenng van den binnen-, zoowel als van den buitenlandschen landbouwvoorlichtingsdienst 5. herziening en verbetering der waterstaats wetgeving in dier# zin, dat niet op de lande rijen alleen de zorg voor en de financieel» druk van de veiligheid van het land ten op zichte van het watergevaar en den waterlast 6. verruiming der oppervlakte cultuurgrond door bevordering van ontginning en ontwate- 7. 'krachtige doorvoering van de Landbouw- uitvoerwet. Land- en Tuinbouw. DE ZUIDERZEEPOLDERS De Gron. Mij. van Landbouw zal in No vember e.k. in haar algemeene vergadering de vraag bespreken of het gewenscht is, dat met de droogmaking van de Zuiderzee wordt voortgegaan dan wel dat na voltooiing van den afsluitdijk en den Wieringermeerpolder de zaak wordt stopgezet. DE BIETENVLIEG In de provincie Groningen heeft men veel Van de bietenvlieg te lijden. Sommige per ceelen met suikerbieten zijn zeer hevig aan getast. AMSTERDAM NAKLANKEN BENOEMING INSPECTRICE. Het Onderwijs, het blad van de Vereeni- ging voor Hoofden van Scholen in Neder land, wijdt in de rubi'iek „Amstelodami- ana" een korte beschouwing aan de jongste benoeming van een Gemeentelijk Inspec- trice. De schrijver is minder verontwaardigd en objectiever dan andere scribonten, die in diverse schoolbladen, hun overkropt gemoed lucht -gaven. De schrijver toont de zaak niet alleen nuchter, maar ook breed te kunnen Ziehier de passage: „Een vrouwelijke inspecteur ging heen, een vrouw zou haar moeten vervangen. Daar de onderwijs inspectie ook het Middelbaar Onderwijs omvat, en de vier blijvende in specteurs alle uit het lager onderwijs afkom stig zijn, verwachtte men een keuze uit de kringen van 't Middelbaar Onderwijs. Maar jawel, no 1 blijkt te zijn een vrouwelijk hoofd. Heeft deze zich bijzonder onderschei don? Best mogelijk, maar daarvan heeft de buitenwereld nooit vernomen. Wel weet men iets anders: zij „is van den wethouder een p.g. Men moet nu in aanmerking ne men, dat van de fungeerende inspecteurs .er al twee tot de partij behooren- Wordt deze no. 1 benoemd, dan heeft die partij in 't inspectoraat, een plaats, verre buiten ver houding van de plaats die ze in de wereld der kiezers beslaatMoet men deze voor dracht. product van democratische begeerig heid en gebrek aan vormen zóó maar slik ken? De meerderheid der Raadsleden be dankt daarvoor en met 21 tegen 20 stemmen wordt benoemd een leerares aan een Chris telijk Lyceum. Tot groote verontwaardiging, o.a. van De Volkschool, die zelfs aan de rechtsche Raads leden verwijt er een „defecte moraliteit" op na te houden. Menschen van rechts moesten nooit naar een betrekking als deze gemeen telijke dingen, omdat zij 't openbaar onder wijs zoo hartgrondig haten Wij hebben daar zoo geen beslist oordeel over, maar dat een gemeente in haar In spectie ook 't bijzonder onderwijs als ele ment opneemt, komt ons zoo vreemd niet voor. .Aan de gemeenteruif staan vreedzaam naast elkaar de openbare en bijzondere paarden, er dient voor gezorgd, dat de een den ander 't voer niet afhandig maakt. Bij dat toezien behoort men de functionaris sen van weerszijden te betrekken. En moch ten wij daarin mistasten: jaren lang is 't bijzonder onderwijs-in onze Inspectie verte genwoordigd geweest, en wij hoorden nooit beweren, dat daardoor schade is toegebracht aan dp openbare school". Wij weten niet of 'de eerst voorgedragene een partijgenoote van den Wethouder was. Wij hebben daarnaar ook niet gcinformeerd. Maar wij weten wel dat de heer Polak, wanneer hij ook iets breeder van opvatting kon zijn, dit echec niet had behoeven te lij den. en het onderwijs in het algemeen zou dienen. LANDBOUWSTAKING BEËINDIGD. De uitsluiting en de staking in het land bouwbedrijf te Eexterveen, welke in Mei be gon, is de vorige week beëindigd, nadat overeenstemming werd verkregen over loo- nen en verdere arbeidsvoorwaarden. Het ta rief voor liet aardappelrooien werd met één cent per rij van 70 meter verhoogd. Een beslist advies om over te gaan tot het uitvoeren van een bespuiting met 2)4 pet. Bourgondische pap (d.w.z. 2)4 pet. z.g.n. pappoeder op 100 L- water of 1% K.G. fijn kopervitriool en K.G. sodex op 100 L. water als men het poeder zelf be reidt, of met 1% K.G. Bordeausche pap), d.w.z. 1% K.G. kopervitriool en 1 K.G. on- gebluschte kalk op 100 L. water, het aan gewezen bestrijdingsmiddel tegen d!e aard appelziekte, kan niet gegeven worden, daar de uitvoering van omstandigheden afhangt. Ter voorkoming van ernstige schade kan echter aan alle telers van vroege aardappe len wel de raad gegeven worden zich ge reed te houden om de bespuiting uit te voe ren, als de omstandigheden voor het optre den van de ziekte in hun nog te veld staand gewas gunstig worden of als de ziekte by warm en vochtig weer reeds opgetreden is. Uitdrukkelijk wordt erop gewezen, dat als men eenmaal tot bespuiting is overgegaan, het noodig is daarmede voort te gaan een maal in de 14 dagen, totdat het gewas ge rooid wordt. Nadere inlichtingen worden gaarne ver strakt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en door de plaatse lijke ambtenaren van dien Dienst. RUPSENPLAAG IN BRABANT. Uit Lage-Zwaluwe (N.Br.) meldt men ons De fruitboomen hebben momenteel veel te lijden van de rupsen tengevolge waar in de uitkomsten zeer gering zullen zijn. 5 MOND- EN KLAUWZEER. In de gemeente Rijswijk (Z.-H.) heerscht onder het vee van bijna alle veehouders in 'listige mate mond- en klauwzeer. De sterfgevallen zijn vele. Ook te Zevenbergen (Z.-H.) breidt de ziekte zich meer en meer uit. st vervoer van herkauwende dieren en varkens naar Voome en Putten is ver boden. In het Westland, met name te Maasland, Naaldwijk en Wateringen, neemt het mond en klauwzeer in ernstige mate toe. DE PACHTPRIJZEN IN FRIESLAND Uit Friesland schrijft men aan „De Ned." een en ander over dc verhuring gehouden van de vele hooilanden, die langs de boor den van het Tjongerkanaal in de gemeente Schoterland zijn gelegen en toebehooron aan corporaties, burgerlijke en kerkelijke ge meenten en particulieren. Men zou bij deze verpachting gerust van een crisis kunnen spreken, want de daling der prijzen over trof alles, wat in den laatsten tijd bij de verhuring van losse hooilanden is meege maakt. Het verschil met de prijzen van ver leden jaar was enorm. Gemiddeld beliep het 60 pCt.; er waren echter, perceelen, waar bij het tot. 70 ja zelfs tot 80 pCt. opliep, zoo dat de eigenaren weinig rente van hun geld maken. Naast de lage zuivelprijzen werkt ook de zeer ruime hooioogst tot de daling der huurprijzen mede. Menig veehouder be hoeft nu geen los hooiland te huren. Dus op de verhuringen weinig gegadig den, die' tegen elkander opbieden en de prij zen doen oploopen. Sommige eigenaren vonden de geboden pachtprijzen veel te laag en besloten hun perceelen niet te gunnen aan den hoogst biedende. Zij hopen op een stijging, maar dit is niet te verwachten, omdat in dit geval deze vóór het einde van den hooioogst zal moeten komen en dus op zeer korten termijn haar entree zal moe ten doen. En zoo snel veranderen de omstandig heden zich in den regel niet Men spreekt er zelfs van dat men de ingehouden lande rijen dan maar liever niet laat maaien. Wat ook niet te verwachten is, omdat door het land niet te maaien, het daardoor in kwa liteit vermindert. DE NED. TUINBOUW IN ZWITSERLAND. De eerste prijs voor onze Hollandsche producten op de groote tuinbouwtentoon stelling in Zurich is zeker een mooi resul taat en een gelukwensch aan onzen Neder- landöchen tuinbouw waard. De eere-pryzen en een gouden medaille verwierven onze producten. Den heer F. V. Valstar, den voorzitter van het Centraal Bureau van Veilingen in Nederland, die thans van zijn inleidend werk voor onze expositie te Zurich is te ruggekeerd, hebben we gevraagd naar den indruk die in het algemeen op deze tentoon stelling over onzen tuinbouw woi-dt ver kregen. „Er is een goeden kans voor ons product in Zwitserland, en daarom grepen we kans", zeide de heer Valstar. Maar aan het geval zat toch ook iets ge waagds om in Juni zoover van de teelt- plaats op een tentoonstelling te willen uïti> komen met versche groenten. Ondanks het feit dat de zon blakert het tentoonstellingsgebouw door het linnen dak ook niet bijzoner gunstig voor de pro ducten is, bleven deze toch zoo uitstékend, dat de politie er meermalen aan te pas moest komen om het verkeer van de belang stellenden langs de tentoonstelling in goede banen te houden. Dus, het Hollandsche product heeft wel succes op de tentoonstelling. Het is de Hol landsche stand die een ruim deel van den i tijd der bezoekers in beslag neemt. „We zijn tevreden", aldus de heer Val star; „het kleine Zwitserland zal naar ver houding voor ons worden een steeds grooter afzetgebied en dat hébben we mede aan deze expositie te danken". Over de Hollandsche druiven hoort men niets dan lef en het WtestJand deed goe'd, voor zijn uitnemend product extra reclame te willen gaan voeren. Wel drogen door de warmte de stelen iets in. De tomaten, zy lokken een ieder. De asperges uit Bergen op Zoom, de kool uit Noord-Holland, die reeds pl.m. zeven maanden in de schuren heeft gelegen, het zyn allen producten die medewerken aan het succes op de tentoonstelling. In Zurich is bewezen dat we den Neder- landschen tuinbouw niet overschat hebben, we weten wat aan we onze oenserven hebben. „En daarvan zullen we een g-oed ge bruik maken", veiklaarde de heer Valstar. Kunst en Letteren. AUGUSTA DE WIT Gemengd Nieuws. doet bij Em. Querido, Amsterdam, verschij nen een bundel dierenvertellingen, getiteld De Wijdere Wereld. MEVR. NOORDEWIER—REDDINGIUS. Mevr. Noordewier—Reddingius, de beken de zangeres, is ongesteld. „AMPIE" OP 'T TOONEEL. Jochem van Bruggen heeft zijn roman Amp i e voor 't tooneel bewerkt. Dr. F. G. L. Bosman noemt in een kritiek in Die Bur ger het stuk een aanwinst en de bekende Afrikaansche strijder Gustav Preller zegt van na de opvoering: ,,'n Mens voel dank baar vir hier die nuwe oplewing van die Afrikaanse toneel en gehoop mag wel word .dat die geselskap eweveel sukses daarmee sal behaal buite Pretoria". HOE STAAT HET ER MEE? H. Marsman noemt inDeVrijebladen van Mei de reputatie van onbelangrijkheid, welke de tegenwoordige Nederlandsche lite ratuur voert, „een legende": „De jonge lite ratuur is als geheel volstrekt niet minder waardig aan die der onmiddellijk aan haar voorafgaande groep, noch aan die van Tach tig, en alleen aan do contemporaine buiten- landsche inférieur voorzoover deze beide voorafgaande groepen dit ook zijn." Alleen geeft Marsman too dat het proza van Kuyle, Houwink, Helman, de Man, Coolen, Van Gendercn, Stort enz. als geheel niet rijk is en niet op de hoogte staat van dat van Van Looy, Van Oordt, Couperus en Van Schcndel. „HET PORTRET DOOR DE EEUWEN." Laatste werk van Just Havelaar. Zoo juist verscheen een grootsch werk, het laatste van Just Havelaar: Het portret door de eeuwen. Uit de inleiding knip pen we: „In de enkele mensch typeert de portret tist een periode, omdat hij zelf door de die pere krachten van zijn tijd beheerscht wordt, omdat hij zelf, als persoonlijkheid, een tijd vertegenwoordigt. Zoo is dus elk portret een ontmoeting, de ontmoeting, de innerlijke sa- menstemming van de psyche des kunste naars en van die zijner eeuw. Daarom werpt de geschiedenis der portretkunst een zoo scherp licht op de geschiedenis der cultuur. De portrettist beeldt niet een willekeurig exemplaar van het tijdelooze menschdom: hij schept het portret zijner eeuw." 't Werk behandelt de Egyptische kunst tot en met de hedcndaagsche; 67 platen buiten de tekst bevat het. MEVR. G. VAN NES-UILKENS, BRAND TE IJSSELMONDE DOOR KRACHTIG INGRIJPEN VAN DE ROTTERD. BRANDWEER SPOEDIG GEBLUSCHT Zondagmorgen tusschen 10 uur en 10 30 ar is door een tot nu toe onbekende oor zaak brand uitgebroken in een der loodsen van N.V. Laming's Houthandel aan het Mo leneinde te IJsselmonde. De vlammen die snel om zich heen gre pen, sloegen weldra door het dak van twee loodsjes, die een prooi der vlammen zijn ge /orden. In verband met het uur was niel eel publiek in den beginne op de been, daar de meestcn in de kerk waren. !t eerst werd met het blusschingswers begonnen door een groc-p padvinders, die al les wat bruikbaar was namen om te blus schen. Later werd dit werk overgenomen door de brandweer van hier, terwijl mede verschenen op het geroep van brand, mede op het zien van rook, de Rotterdamsche spuiten, resp. 50, 59, -40 en een slangenwa gen, alsmede twee bootjes. Na eenige was men den brand meester. Later is er veel publiek den brand op een afstand gaan zien, daar niemand op het ter rein toegelaten weid. Nader kan nog gemeld worden: Na ontvangen alarm vertrok de „Haven dienst 3", vergezeld van de hoofdlieden Van Dam, Kruis en Bakker naar de plaats des onheils. Toen men aankwam vond men een houten gebouwtje, groot 8.5 bij 17 M. in lichte laaie. Het gebouwtje, dat met. asfaltpapier was gedekt, stond op een steenen onderstel en diende vermoedelijk tot het produceeren van houtskool uit houtswol. Velschillende machines stonden om het 'gebouwtje benevens verschillende houtsta pels. Gelukkig was de windrichting gunstig, zoodat deze houtstapels gespaard bleven. De oorzaak is onbekend; verzekering dekt de schade. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Gistermorgen is de 16-jarige Dijkstra uit Overdinkel in de Dinkel verdronken. Hij was met zijn broer en een zekere A. de Leeuw aan het baden. De beide broers kon den miet zwemmen. Plotseling begaf een hunner zich te ver van den kant en kwam in levengevaar te verkeeren. De Leeuw, een goed zwemmer, wist hem te redden. De ander echter, die zijn broer eveneens te hulp was geschoten, ds verdronken. Een dokter, die spoedig ter plaatse was, slaagde er niet in de levensgeest op te ekken. GROOTE BRAND IN LAANE'S FABRIEKEN INGEZONDEN MEDEDEELING. schrijfster van „Dc Bergmannetjes", „Het verlaten eibersnest", „Duikelaartje", „Ingrid" en „Maretakken" brengt deze maand eén nieuwe roman: „De Zoeker". Rechtzaken. OPLICHTERS Voor de rechtbank te Groningen stond J. M. terecht, verdacht van oplichting van de Geldersche Credietvereeniging te Drach ten. Eisch 3 jaar gevangenisstraf. Voor de rechtbank te Zwolle stond 'A. L. E. terecht, verdacht van oplichting van vijf jaren gevangenisstraf actoer den rug filiaalhouders. Eisch 'tegen M., die reeds heeft, waarby 1)£ jaar voor oplichting te Utrecht gepleegd, vier jaar gevangenisstraf. Een verzoek van den verdediger tot voor- loopige invryhejdiss telling werd niet in be handeling genomen, daar M. eveneens voor oplichting terecht zal moeten staan, o.a. te Amsterdam, Tiel en Breda, i ENORME VOORRADEN TABAK EN THEE IN VLAMMMEN SCHADE BIJNA VIJF TON In den nacht van Zaterdag op Zondag to omstreeks vier uur brak een zware brand uit in de magazijnen, fabriek en opslagplaatsen van de Tabakskerverij en Koffiebranderij van de firma J. A. Laane, aan de Groote Markt te Roosendaal. De brand werd ontdekt door eenige spoor wegarbeiders, die onmiddellijk de directie waarschuwden. Het bleek toen, dat de sor- teerderij, die in het achterste gedeelte van de fabriek is gevestigd, in lichter laaie stond Oogenblikkelijk is het eigen materiaal van de fabrieksbrandweer_verschenen, ienvijl da plaatselijke brandweer werd gealarmeerd, Het materiaal bleek echter niet al te best to zijn en het duurde geruimen tijd voor water kon worden gegeven. Het bleek n.l. dat d» apparateur der motorspuit met paste op d«» brandkrancn, zoodat van de waterleiding gein gebruik kon worden gemaakt. De slan gen werden toen geleid naar con in de nabij heid liggende tijver. In het gebouw lagen enorme voorraden tabak, koffie en thee opgeslagen. De fabriek is een filiaal van de fabriek van de firma Laane, die in Esschen is gevestigd. Aange- de weg naar Esschen wegens herstel» werkzaamheden voor het verkeer is gesloten, waren alle voorraden te Roosendaal opge slagen. Er ontwikkelde zich een ontzettend» hitte, die het bijna onmogelijk maakte den brand te naderen. Daar de brandende fa briek gevaar opleverde voor de daarachter gelegen woon- en winkelhuizen aan de Zuid zijde van de Groote Markt werden de'bewo ners gewaarschuwd terwijl men vanaf de daken liet warenhuis van de firma Braat en der firma Bischot nat hield. De spuitgas ten moesten wegens de geweldige hitte ook zelf worden natgespoten. De inventaris van het aan de Groote Markt gelegen kantoorgebouw en van het bij de fa briek beboerende woonhuis werd in veilig heid gebracht. De eene voorraad na de andere werd door het vuur aangetast. Spoedig bereikte de vuurzee de machinekamer, de koffiebran derij, de machinale tabaksdrogerij en de kcr* verij. Te ongeveer vijf uur achtte men het gewenscht de brandweer uit Bergen-op-Zoom om assistentie te verzoeken. In 20 minuten was deze onder leiding van commandant A«- selberch en burgemeester Brom ter plaatse. Het ergste gevaar was toen geweken. Dei Bergen-op-Zoomsche brandweer pakte het vuur krachtig aan. Aan de brandweer van Breda, die eveneens was gewaarschuwd, werd bericht gezonden, dat verdere assisted* tie niet meer noodig was. Te1 ongeveer zes uur stortten de groote machines met don derend geraas naar beneden. Gevaar voor uitbreiding was toen geweken, zoodat met de nablussching kon worden begonnen. De schade wordt geschat op f -450.000. Alles was op beurspolis verzekerd. De tabaks kerverij zal bij een bevriende firma ter plaatse worden voortgezet, terwijl de rast van het bedrijf voor den duur der herstel lingswerken naar de fabriek te Esschen zal worden overgebracht. (NaaruR verboden) DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPEL.MANS 41. Trip, trip, trip, 'daar kwam Juffrouw Molly uit het modemagazijn gestapt. Ze had juist een splinternieuw japonnetje gekocht, volgens de laatste mode, want zooiets moet je bijhouden. Juist bij de deur kwam ze naar vriendin tegen, ,,'n Mooi japonnetje", zei ze, „alleen vind is dat effen wit goed een beetje saai! Ik wou wel, dat m'n eigen jurk er ook 'n beetje fleuriger uitzag!" 42. Rrrrr! daar vloog de wagen van mijn- lieer Pimpelmans voorbij; het recbtsche wiel zakte weg in een grooten modderplas, die vlak bij de pratende jongedames in do groot lag. Een dikke bundel modderstralen spatta omhoog en nu zagen do japonnetjes van de danies er opeens zoo fleurig uit als 't maar wezen kon. De saaiheid was er ineens hééle* maal af! j (Wordt Woensdag vervolgd), j door ARTHUR E. SOUTHON. Eerst vele maanden later hoorde hij, dat Rigges geslagen en bijna vermoord was door een inboorling, die gevlucht was in de wildernis; maar niets noopte hem den voorbijganger dien hij onder de palmen gezien had in verband to brengen met Rigges van Lagos, en hoewel hij later veel vernam van dezen halfbloed, heeft hij hem toch nooit vereenzelvigd met den moordenaar. Tulasi bereikte den heuvel even voordat de morgenschemering aanlichtte, en zoo gauw het licht genoeg was, zette hij z'n tocht voort en 'begon te klimmen langs het rotsige pad. Toen hij bijna den top bereikt had, werd hem plotseling een halt toe geroepen door een imposante figuur boven hem: een bijna naakte wilde, die een dubbelloops geweer op hem richtte van achter een borstwering van stukken oud ijzer. „Wie ben je, en wat moet je in Mperu? Gauw wat, of ik zal je kop d'r afblazen!" 't Was niet bepaald een hartelijk welkom, dat hem wachtte fa het oord, waarheen zijn verlangen was uitgegaan, en Tulasi hoorde de rauwe uitdaging huiverend aan. „Ik ben Tulasi, de zoon van Mobo", antwoordde hij tlug. „Ik soek een schuilplaats. Ik heb in mijn woede een blanke gedood en nu zoeken ze me". Dat hij Rigges tenslotte niet vennoord had, was zijn schuld niet. Hij had zijn best gedaan en het was alleen Rigges dikke huid, die hem er door heen had geholpen. Maar het antwoord scheen den sohildwacht te bevallen en deze wenkte twee van zijn makkers om naar beneden te komen. Nadat zij hem ontdaan hadden van een kort ijzeren mes, het eenige wapen, dat hij bij zich droeg, begeleidden deze twee Tulasi door een spleet in den heuvelkam, en daar had hij voot 't eerst het gezicht op de stad, waarvan de naam alleen al de schrik was van een half millioen menschen. De top van den heuvel was een uitgestrekte hoogvlakte, die vrij vruchtbaar bleek te zijn. De stad zelf was maar klein en bestond uit ongeveer een honderd hutten, die in een wijden kring gebouwd waren. Overal liepen er geiten, schapen, kippen en zelfs een paar koeien, waarvan Tulasi sterk het vermoeden had, dat ze eens behoord hadden aan de menschn, die in de vlakte woonden. Verder waren er uitgestrekte, doch zorgvuldig bewaakte aanplantingen van jambusboomen, cassava, maïs, ruimsohoots voldoende voor de voedselvoorziening van de stad. Als antwoord op een schel geroep van een der bewakers kwa men er lieden hard aanloopen uit de hutten en in minder dan geen tijd had zich een heele groep rond den nieuw aange komene verzameld. Toen ze bemerkten, dat er bloed van een blanke stroomde door de aderen van den vreemdeling, lichtten hun oogen met een onheilspellende dreiging. Rauwe kreten stiotten het woord „Ashohun" (spion) uit, en opeens waren een honderdtal wreede wapenen op hem gericht door mannen, die gewend waren eerder iemand dood te slaan dan na te denken. Een oogonblik hing Tulasi's leven aan een zijden draadje, maar kalm, in de overtuiging dat hij evenzeer een paria was als de bende, die hem omringde, keek Tulasi dé troep onver schrokken aan. Een aanslag, op hem gericht, doch dien hij wist te ontwijken door een snelle zijwaartsche beweging, vuuido hem aan en met luider stem schreeuwde hij uit boven de spraakverwarring van de zeker tien verschillende dialecten. „Stil, mannen van Mperu! Ik ben Tulasi, de zoon van Mobo. Ik heb een blanke gedood in mijn toom; ik heb aan zijn kor nuiten getoond, dat wo geen honden zijn, die je ongestraft kunt schoppen. Ik heb hen laten voelen, dat we tanden hebben, scherpe tanden, die doorbijten. Nu zoeken ze me, om me in de lucht te laten bengelen;en daarom ben ik naar Mperu gekomen om hier een schuilplaats te vinden. Ze haten me. Maar o ik haaf ken, zooals piemand nog te voren ooit gehaat heeft. Kijk me aan en dan zul je zien, dat mijn vader een blanke was maar zie, ik spuw op zijn geest. Moge do duivel hem kwellen, duizend jaar lang en moge zijn geest dwalen door de verschrik kelijkste plaatsen van de onderwereld. Ik vervloek hem bij alle goden van dit land; ik vervloek alle blanken, die me gesard hebben en me bespotten, totdat ik eindelijk één hunner in mijn sterke vingers kreeg en hem doormidden brak zoo! Maar toch heb ik van mijn vader, wiens geest ik vervloek, de wijsheid der blanken geleerd en ik kan jullie veel dingen leeren; ik zal jullie sterk maken in den strijd tegen den vijand. Zeg op, mannen van Mperu, wilt jullie iemand aannemen, die een blanke heeft gedood?" De daad, waar hij zloh op beroemen kon, zou op zichzelf reeds voldoende geweest zijn om hem gastvrij op te nemen in de wijk plaats van Rogues. Maar nog door ineer dan zijn euveldaad waren de inboorlingen geïmponeerd. De halfbloed was een sterker per soonlijkheid dan zij allon en onbewust waren zij onder den indruk daarvan gekomen. Voordat hij nog geëindigd had te spraken, waren hun wapenen reeds gestreken en alle verdenking was weggestorven uit hun gezichten. Zelfs misdadigers, herkenden zij in den halfbloed een broeder, en van vijandschap verkeerden zij hun gezindheid tot de uiterste vriendelijkheid. Tulasi's plaats in Mperu was verzekerd, Dien nacht werd hij toegelaten tot de geheime orde en werd hij een bloedbroeder van de slechtste mannen van West-Afrik*, Hij nam deel aan de inlijvingsplechtigheid mot een trotsch# vreugd in zijn hart, terwijl hij zijn bloed vermengde met dat van eenige der voornaamste vertegenwoordigers van de bende. Deze wilden waren de eersten die hem „broeder" noemden en het verbitterde hart van den halfbloed verheugde zich, toen zij dat woord tot hem spraken. Altijd was hij een uitgeworpeno geweeat, want blanken noch zwarten hadden hom ooit geroepen om bij hun vuur te zitten als een der hunnen. Nu, gekomen in de stad der paria's, voelde hij, dat hij een thuis had gekregen. En zij waren tevreden mot hun aanwinst. Hij had sterk# vuisten, die te pas konden komen in hun onophoudelijken strijd tegen dc samenleving. Maar zij vermoedden evenmin als Harlcy Fane, welke rol Tulasi zou spelen in dat land der \vÉon. HOOFDSTUK IL De komst van den god. Toen Tulasi in Mperu kwam, vond hij daar het schuim van twintig stammen, een cósmopolitische verzameling van misda digers zonder leider. Vier jaar later was hij hot opperhoofd van eon nieuwe stam, een stam, wier loden uit heel Wast-Afrik* kwamen, maar die nu saamgeklonken waren tot oen eorporati# door hot leidend genio van den halfbloed. Dit was een merk waardig record van pogingen tot herecniging; doch om dit resultaat op do juiste waarde te schatten ls het noodig te weten hoe Mperu er vroeger uitzag, voordat Tulasi do leiding nam* (Wordt vervolgd^ J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5