Ij&ikaddb Tbsèi
WOENSDAG 11 JUNI 1930
DERDE BLAD
PAG. 9
NATIONALE VEREEN. „PRO REGE"
ALGEM. VERGADERING TE
UTRECHT
KERK EN VREDE
CHR. OORLO GS VERHEERLIJKING?
Dinsdagmorgen kwam de Nationale Ver
eeniging „Pro Rege" in het Militair Tehuis
te Utrecht bijeen onder presidium van Ds.
T. J. H a g e n uit Delft.
De voorzitter opende de vergadering en
heette de aanwezigen welkom, in 't bijzon
der den afgevaardigde van den Minister,
Majoor Heffner. In zijn openingsrede merk
te spr. op, dat 't vereendgingswerk niet door
kracht of geweld moet geschieden, maar
door Gods Geest
Zestig jaar geleden werden zij, die in het
leger, den naam van Koning Jezus beleden,
beschouwd als een troepje „amechtige
Joden".
Ja, „Pro Rege" kan men noemen „den
dag der zeer kleine dingen. Doch wij weten
dat „dien dag" van God is.
De groote macht van de wereld zal ver
nield worden, maar het kleine Godsvolk
moet zwoegen en werken met het paslood
in de handen. Daarom blijven, aldus be
sloot spr. zijn rede, evenals de groote Oran
je, wij belijden: „Mijn schild en de betrou
wen zijt Gij, o Gód mijn Heer."
Op deze rede zongen de aanwezigen het
.Wilhelmus.
Besloten werd een telegram van betui
ging van aanhankelijk aan H. M. de Ko
ningin te zenden.
Hierna kwam het jaarverslag van den
secretaris, den heer N. A. Schuman, dat in
het orgaan der vereeniging afgedrukt
stond, in bespreking.
Met abbeidslust is door vele militaire af
deel! ngen gewerkt Van de militaire afdee-
lingen is Venlo afgevallen. Het is zeer noo
dig, dat hier in het „Donker Zuiden", onder
de -yveinige Protestanten uit dit garnizoen,
opnieuw een afdeeling wordt opgericht.
Ook in het afgeloopen jaar organiseerde
„Pro Rege", in opdracht van het C. M. V.,
een vlagjesdag. De resultaten waren echter
beduidend minder dan vorige jaren.
Tweemaal werd een deputatie uit het
Hoofdbestuur door den Minister van De
fensie in audiëntie ontvangen.
Het boekjaar 1929, zooals uit het verslag
van den penningmeester, den heer B. Ge-
leynse bleek, sloot met een nadeelig saldo
van f 97.96. De opbrengst van den Vlagjes
dag mag op goede gronden geschat worden
op f 250. Daarmede veranderde het nadee
lig in een voordeeiig saldo van 152.04.
Beide functionarissen werden gedéchar-
geerd.
Vervolgens kwamen de voorstellen van
de hurgerafdeelingen van Amsterdam In be
handeling.
Het voorstel van Amsterdam om het be
drag der minimum contributie te verande
ren van f 0.50 in f 1.werd verworpen.
Afdeeling Amsterdam stelde voor, dat nu
er van tijd tot tijd in de bladen oproepin
gen worden gedaan tot dienstneming bij 't
leger in Oost en West, het Hoofdbestuur op
gedragen wordt, bij het Indisch Comité te
Nijmegen aan te dringen meer bekendheid
aan zijn werk te geven door middel van
!het orgaan „Pro Rege" en N. C. O. O. V,,
met vermelding van adressen der afdeelin-
gen in Oost en West
De voorzitter zeide toe, dat hij een bro-
Ichure over deze kwestie schrijven zal.
Bestuursverkiezing.
De bestuursverkiezing had tot resultaat,
dat Ds. T. J. Hagen herkozen werd, even
als Ds. J. Gispen van Groningen, en de hee-
ren J. v. d. Have Den Bosch, en P.
Heutzepetes van Utrecht In de vacature
Langman werd gekozen de heer H. Schaaf
'van Amersfoort in de vacature-Ds Riemers-
de heer A. T. van Oosterom te Nijmegen, in
de vacature-Mekenkamp de heer P. Brou
wer te Nijmegen.
In de Middagvergadering refereerden Ds.
J. Korfker en de heer B. Geleynse over hel
onderwerp:
„Kerk en Vrede".
Ds. Korfker sprak voornamelijk over
het punt „Christelijke oorlogsverheerlij
king'?" en bezag dit: le als een beschuldi
ging aan'het adres veler Christenen, ter
wijl hij het 2e. als een valsche beschuldi
ging afwees, maar 3e. vaststelde, dat het
toch niet. tevergeefs onder het oog werd ge
zien.
Spr. wees er op, dat men de Christenen
al meer verdeelt dn twee al meer van el
kander vreemd wordende groepen, eener-
zijds de ontwapenaars, die zich er op laten
voorstaan, de Christenen te zijn, de zacht-
moedigen, de rechtvaardigen en anderzijds
degenen, die den Christennaam nauwelijks
waard heeten, omdat zij nog voor een oor-
logsbegrooting durven stemmen en nog dur
ven spreken van oorlogs-noodzakelijkheid.
Zijn nu waarlijk zij, die niet juichen
achter de vanen van het pacifisme van on
zen tijd zulke oorlogsverheerlijkers, zulke
lauwen en tragen en zouteloozen, die de
Evangelische roeping om het zout der aar
de te zijn, niet verstaan!
Het gevoel van afschuw voor den oorlog
beslist niet over de vraag of oorlog al dan
niet geoorloofd is. Daarop reageeren wij
niet minder dan de felste anti-militairist.
Er is meer leed, zelfs opzettelijk aange
bracht leed, dat men om zijn karakter be
jammert en toch de wereld niet uit kan,
noch mag bannen.
De
recht
door de H. Schrift Oorlog is niet altijd
misdaad. Met tal van Bijbelplaatsen wijst
spr. dat aan, terwijl hij beweringen hierom
trent van „Kerk en Vrede" weerlegt. Als
men zegt, gij laat op het gebod der naasten
liefde geen genoegzamen nadruk vallen,
kan daartegenover gevraagd, en handhaaft
gij wel voldoende den eisch der gerechtig
heid? Prof. Bavinck heeft het zoo treffend
gezegd: gerechtigheid zonder liefde ont
aardt in dispotisme, maar liefde zonder ge
rechtigheid vervalt tot anarchie. De staat is
niet het orgaan der liefde, maar der gerech
tigheid.
Deze winst is er voor het onder het oog
en dezer dingen, dat spr. kan verklaren:
alles moet dn 'twerk gesteld, om oorlogen
te voorkomen, de wijze van oorlogvoeren
niet te verscherpen. Daarom moeten we
ijveren voor den Volkenbond. Daarom wil
ook Pro Rege een geest in volk en weer
macht doen heerscheri, die niet op oorlogs-
verheeriijking lijkt, maar die elk Christen-
Nederlander doet leven uit 't besef, dat hij
ook als militair Koning Jezus kan dienen!
Referaat B. Geleynse.
Daarna refereerde de heer B. G e I e y n -
se, en wilde meer militair „Pro Rege" wa
penen in hun strijd in de kazerne tegen de
mannen van „Kerk en Vrede".
De groei van „Kerk en Vrede" Ss een
groot nationaal gevaar maar ook een ge
vaar voor onze vereeniging, die lijnrecht
daartegenover staat We hebben dn Kerk en
Vrede niet te doen met ongeloovigen, met
goddeloozen. Zij noemen wel de Christe
lijke beginselen maar verstaan daaronder
hael iets anders. Spr. ontwikkelde dit na
der.
Er zijn rechtvaardige oorlogen. Oorlog is
en blijft een abnormaal verschijnsel en wij
vinden het ook iets afschuwelijks, maar
onder Gods bestel kan er soms iets goeds
voortkomen. Het is te betreuren dat Kerk
en Vrede zich niet wil laten leiden door de
Heilige Schrift maar zelf wil uitmaken wat
God wil.
Is het waar dat de moderne oorlog zoo
veel verschrikkelijker is dan vroeger? Kerk
en Vrede laat angstvallig na ook maar elke
krijgsgeschiedkundige bron, ook maar elke
GANDHI-PROPAGANDA TE NEW YORK
Raymond Duncan maakt in New York -propaganda voor 'de actie van Ghandi. Hij heeft
zich naar de New Yorksche haven begeven en heeft daar zout uit water geproduceerd.
Het gewonnen zout wordt als teeken van vriendschap aan Ghandi gezonden!
bron die feiten-materiaal levert over het
slagveld, na te slaan.
De gasoorlog b.v. is niet zoo erg als men
voorgeeft
Het Russische leger, dat slecht van gas
maskers voorzien was had 11,9 pCt. aan
dooden door gas. Maar in het Amerikaan-
sohe leger was het sterftecijfer aan gas
slechts 1,7 pCt., omdat dit leger goed van
gasmask ers voorzien was.
Als militair moet men heel juist en statis
tisch zuiver de gegevens verzamelen en
zetten tegenover het gevoelswerk van Kerk
en Vrede. Dan blijkt dat de moderne
iogswapenen veel minder dooden maken
dan de wapens vóór 1914.
De luchtoorlog zegt men die maakt
zooveel slachtoffers; heele steden en
pen worden in één dag vernield. Maar
Londen te bestoken vanuit de lucht zou
men 19.000 vliegtuigen moeten hebben. En
als men berekent dat er tweehonderd vlieg
tuigen vliegen per nacht dan kan men wel
berekenen hoe dat gaat.
Gehoorzaamheid en tucht zijn eigenschap
pen die een Christen sieren.
Spr. wil niet den oorlog verdedigen; hij
bidt mét de aanwezigen dat God verhinde-
re dat die geesel over ons land komt Maar
als wij te velde worden geroepen, dan moet
zoo zijn dat alle misdaad in het leger
streng gestraft worde, dat geen onnoodige
wreedheid plaats vin-de, maar als Gustaaf
Adolf eenmaal, ook wij biddend in den
oorlog kunnen gaan en in den oorlog
Christen kunnen zijn en blijven.
Spr. gispte het drijven van Kerk en Vre
de om aan te sporen tot dienstweigering en
zeide dat het noodig is dat ons land worde
paraat gehouden.
Niet i<n eenzijdigheid noch in overgevoe
ligheid maar in besef van hun taak moeten
we de jongemannen opvoeden om te staan
met moed, beleid en trouw, om te staan
trouw aan het vaandel van onz-m hoogster)
Koning en onze Koningin. Daarin ligt de
taak der Christen-officieren.
Door een aantal aanwezigen werden vra
gen gesteld naar aanleiding dezer refera
ten, welke door de referenten werden be
antwoord.
De heer G. F. Boulogne, secretaris der
Nat. Landstorm-commissie, sprak een op
wekkend woord. Daarna werd de vergade
ring gesloten.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Gemengd Nieuws.
MOTORONGEVALLEN
Op den Rijksstraatweg tusschen Terheide
en Breda is een motorrijder tegen een zand-
auto van de Firma Stuy uit Rotterdam ge
reden.
De motorrijder sloeg over den kop en werd
met inwendinge kneuzingen een café binnen
gedragen. Het motorrijwiel werd vernield.
De politie stelt een onderzoek in.
Onder Rijsbergen is de caféhouder A. O.
die met zijn motorrijwiel in de richting
Breda reed, op den Hoogen Straatweg, waar
hij de - bocht niet kon nemen, tegen den
muur van 'n huis opgereden. De caféhouder
werd zwaar gewond opgenomen en naar
het ziekenhuis te Breda vervoerd. Het mo
torrijwiel werd vernield.
DOOR EEN MACHINE VERPLETTERD
Te Roermond vond een arbeid van de fir
ma Alers—Suilem den lS-jarigen zoon van
den firmant Suilem met ingedrukte borst
kas en een zware hoofdwonde, dood op den
grond liggen.
De jongeman is vermoedelijk bij het poet
sen van de stoommachine toen deze in wer
king was, gegrepen en op slag gedood.
GESCHAAKT.
Uit de ouderlijke woning te Heerlen is plot
seling verdwenen de 16-jarige E. M., die zon
der den wil van hare ouders met den orgel
draaier J. v. Asten is vertrokken. Door de po
litie wordt haar opsporing verzocht,
AUTO TE WATER.
Een luxe auto, waarin 5 personen met den
heer M. als chauffeur, komende van Wieringen
en op weg naar Medenblik, is nabij Opperdoes
in de Dijksloot geraakt.
De bestuurder wilde nl. voor enkele fietsrij
ders uitwijken. Drie personen werden min of
meer ernstig door glasscherven gewond. De
beide anderen bekwamen geen letsel; de auto
liep groote schade op.
EEN TRAGEDIE IN EEN POLITIEBUREAU
Toen Zaterdagmiddag half vier een zekere
M. R. uit Bergen op Zoom op het politie
bureau werd ontboden, verdacht van een
overtreding, werd hij, alvorens verhoordêtc
worden, door een agent aan een fouilleering
onderworpen. De agent vond bij verdachte
geen bijzonderheden, zoodat het verhoor kon
plaats vinden. Na het verhoor begaf R. zich
in gezelschap van een agent van politie
de W. C. Daar heeft de agent eenige
oogenblikken gewacht, tot hij plotseling een
schot hoorde. Bij het openen van de deur
traf hij R. aan, die zich met een revolver
levensgevaarlijk had verwond. Bij onderzoek
bleek, dat de revolver verborgen was ge-
eest, in een klein revolverzakje, door mid
del van een elastiek bevestigd op het bloote
lichaam achter de knieholte. Hierdoor is den
agent van politie tijdens de fouilleering ont
gaan, dat de verdachte een wapen bij zich
droeg. R. werd naar het Burgergasthuis
rgebracht en is daar 's avonds aan de
bekomen verwondingen overleden.
B. en W. van Zaandam hebben op het
verzoek tot verlenging van de vergunning
betreffende het z.g.n. schatgraven afwijzend
beschikt, zoorlat thans aan de schatgravcrij
een einde is gemaakt
BRANDEN
Op Het Loo brak brand uit in de gruote
schuur van de Koninklijke boerderij, waarin
des winters het vee wordt ondergebracht.
Het voorste gedeelte van deze schuur is in
gericht als melkinrichting en daar wordt de
melk ook gekookt. Daarvoor brandde ook
heden een fornuis. Vermoedelijk staat de
oorzaak van den brand hiermede in verhand.
De Apeldoornsche politie was het eerst ter
plaatse en hielp de even daarna aangekomen
brandweer bij het blusschingswerk. Het ge
lukte den brand te beperken tot deze schuur
die grootendeels is uitgebrand.
H. M. de Koningin, de Prinses en Prins
Hendrik, die de Pinksterdagen op het Loo
doorbrachten, waren bij blusschingswerk
aanwezig. De schade is niet zeer groot.
Te Haarlem is 's a-onds brand uitgebroken
in de groote landbouwschuur van J. Vink
aan den Schalkwijkerweg.
Het vuur vond gretig voedsel in een
voorraad van ongeveer '2000 kg. hooi. Alles
stond weldra in lichter laaie, 's Avonds om
streeks half 12 was men den brand meester.
De schuur is totaal afgebrand. Verzekering
dekt de schade.
Te Amsterdam brak brand uit in een brood
bakkerij aan de St Willebrordusstraat. De
bakkerij brandde geheel uit.
Te Doetinchem brandde de klompen
makerij van Van Aken af. De schade is
deeltelijk verzekerd.
Te Katwoude (N.-H.) brandde een boeren
woning af. De kinderen, die te bed lagen,
werden gered.
KINDERVERLAMMING
Te Gouda is een nieuw geval van kinder
verlamming waargenomen. Het aantal geval
len is thans tot tien gestegen, waarvan drie
met doodelijken afloop.
De gemeentelijke zweminrichting en
Zondagsscholen zijn gesloten. Met ernst
wordt aangeraden melk en drinkwater te
koken.
Te Oude Wetering zijn ook twee gevallen
van kinderverlamming waargenomen.
STORM OP DE ZUIDERZEE
Te De Lemmer is binnengebracht door do
motorboot „Klasine", kapitein Steenstra, van
Zwartsluis, de Zaterdagavond tusschen
Schokland en Lemmer door storm in nood
verkeerende sleepkast „Adriene", schipper
Driezen en hun twee kinderen, welke zich
aan boord bevonden, zijn reeds Zaterdag
avond door een reddingsboot van de Lem
mer afgehaald en aan land gebracht.
GERED
Een Nederlandsche afhaalmotorkotter heeft
bij het vuurschip Wandelaar twee opvaren
den van het Engelsche zeiljacht Ylex gered
en te Vlissingen aan wal gebracht. Door een
rukwind was van de Ylex een opvarende
overboord geslagen. De kapitein was hem
nagesprongen. Beiden werden toen door een
sloep van den afhaalkotter opgepikt. De
Ylex is later de haven binnengeloopen.
Radio Nieuws.
12—12.15 Polltleber.
lagconcert: Mevr.
leute, piano. 2 Tüd-
-3.45 Cursus Fiaat»
ïej. O. Ably. 1 Tiid-
Edelachtbare He*
werp: ..Enkhulzcn en de Zuidei
tentoonstelling 1330". 7.15—8 Tolit
THdsein. 8—11 Uitzending van de
•ed. der Bapt.
Th. C. Zlm-
Kapt. Ge-
1 M.) AVRO
BOSCHBRAND
In het bosch van den Holterberg bij HoI«
ten (Ov.) ontstond brand. Doordat van alle
zijden hul pwerd geboden wist men met
veel moeite met behulp van opgeworpen
zand het vuur te bedwingen. 50 HA. bosch-.
en heidegrond gingen verloren.
HET EINDE EENS ZWERVERS
Te Rosmalen (N.Br.) werd op een onbe-
waakten overweg een oude zwerver door eea
sneltrein gegrepen en gedood.
VERGIFTIGD DOOR SNOEPGOED.
Te Iverkrade zijn vier jeugdige kinderen
door het gebruik.van snoepgoed emstig on
gesteld geworden. Door het tijdig toedienen
van tegengif konden zij gerot! worden. Het
snoepgoed is in beslag genomen.
HEIDEBRAND
In de Nollen, tusschen Zijpc en Callants-
oog (N.H.), brak een heidebrand uit. Deza
heidebrand, die in den aanvang door den
krachtigen Noordelijken wind steeds in om
vang toenam, werd tegen 6 uur 's-avonds,
dank zij de medewerking van de motor
brandspuit uit Schagerbrug, zoo goed als ge
heel gebluscht Het gebied aan het Zwanen-
water bleef gespaard. Het nablusschings-
vverk nam geruimen tijd in beslag.
VERDRONKEN
Te Wassenaar is aan het Wassenaarsch®
Slag de 23-jarige J. S. aldaar bij het baden
in zee verdronken. Hoewel onmiddellijk huip
opdaagde, mocht het niet gelukken den jon
gen nog te redden.
(Naaruic verbodenX
DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS
37. Lóópcn dat de ezel deed! Loop-Je niet,
zoo heb-je niet! De wagen was leolijk bescha
digd: de mooie lecrcn achterleuning was in
tweeën en het achterwieltje, dat de wagen
maker met zooveel moeite aangezet had, was
eveneens in den slag gebleven. Boem! daar
sohoot de wagen over een opgebroken ge
deelte van de straat, zoodat mijnheer Pim
pelmans omhoog wipte en met een bons weer
in den wagen terechtkwam.
38. Om den hoek waren Jonas de gemeen
tewerkman en Janus de aanplakker in een
druk gesprek gewikkeld. Ze hadden het over
de „politiek" en daar kom je niet gauw over
uitgepraat „Ja, ja", zei Jonas met 'n go-
wichtig gezicht, „als je 't m ij vraagt, geloof
ik, dat er gróótc veranderingen op til zijn.
Een gróótc ommekeer komt er, wat ik je
(Wordt Vrijdag vervolgd.)
FEUILLETON
TOPS
door P. W. J. J.
Vrfj naar het Engelsch,
„Die zal natuurlijk ook mee moeten ko
men. Er is hier ruimte genoeg voor hen
alle twee. Ik geloof niet, dat ik langer dan
tot morgen kan wachten, om er heen te
gaan."
„Je moet niet te haastig zijn, Thomas,
Amalia mocht eens niet willen komen, en
zij iheeft toch ook eenig recht op het kind;
daarenboven zou het best mogelijk kunnen
zijn, dat bet kind Amalia niet verlaten wil.
Het schijnt mij toe, dat je het verstandigst
zou doen met twee brieven te schrijven in
antwoord op de twee, die je gekregen hebt;
een aan Amalia, om te vragen, of ze haar
laatste levensjaren bij ons wil slijten en
één aan den dominéé, opdat die haar tracht
te bewegen, met het kind mee te komen.
HOOFDSTUK XXI.
Afscheid nemen.
De. brieven werden geschreven en bereik
ten weldra hun bestemming. Het was geen
oogenblik bij juffrouw Gubbins opgekomen
dat haar broer haar ook bij zich in huis zou
willen nemen. Zijn hartelijke brief was dus
een ware verrassing voor haar.
De laatste dagen had zij veel met haar ge
dachten in haar ouderlijk huis venwijld, en
zijn voorstel, om met Tops mee te komen,
had niet op een geschikter moment kunnen
gedaan worden.
Zij las den brief eerst twee of drie keer
door, toen riep ze Tops in de keuken, en
zei, dat ze haar iets heel belangrijks te ver
tellen bad.
Tops luisterde met alle aandacht. Zij zou
den Postle Street verlaten en buiten gaan
Svonen op de óucle boerderij te Hunto\v,die
juffrouw Gubbins haar, sedert ze de portret
ten in het medaillon gezien had, zoo dik
wijls beschreven had.
Het klonk meer dan heerlijk! Wat verlang
dë ze, om het alles te zien! Het was zoo'n
hartelijke brief van haar grootvader! Het
scheen Tops toe, dat het alles een schoone
droom was en geen werkelijkheid.
Toen de brief uit was, zat ze stil te wach
ten, wat haar tante over het onderwerp zou
zeggen.
„Kun je niet praten, Tops?" zei juffrouw
Gubbins eindelijk bepaald 'n beetje kribbig.
„Heb je niets te zeggen?"
„Ik weet heusch niet, waar ilf beginnen
moet, tante Amelia", antwoordde Tops. „Ik
wou, dat ik alles kon zeggen, wat ik van
binnen voel. Ik kan heusch haast niet ec-
looven, dat alles waar is".
„Bedoel je, dat je er wel heen zou willen,
kind?".
„Heeft u dan geen lust om te gaan, tante
Amelia?", vroeg Tops.
„Het heeft mij wel wat verrast, Tops, om
je de waarheid te zeggen. Ik wist, dat ze
jou stellig bij zich zouden willen hebben,
maar ik had nooit gedacht, dat ze mij ook
zouden vragen".
„Ik ga alleen, als u ook gaat, tante Ame
lia". Ik laat u niet in den steek voor wie
ook. U heeft u over mij ontfermd, toen ik
niemand had, en ik kan dus nooit dank
baar genoeg zijn voor ai unv vriendelijk
heid".
„Ik nam je alleen in huis, omdat ik nie
mand anders kon vinden. Je behoeft me dus
heusch niet dankbaar er voor te zijn; maar
wat zullen we nu doen, dunkt je?".
„Laten we alle twee er heen gaan, tante
Amelia", antwoordde Tops.
Op dat oogenblik werden ze gestoord in
bun gesprek, want or kwam een klant den
winkel binnen. Het was een klein meisje,
dat een stuiver reuzel kwam halen. Ter
wijl Tops de hoeveelheid uitwoog, moest ze
opeens denken aan een ander klein meisie.
dat daar een half jaar geleden, ook hetzelf
de was komen halen en ze gaf een schepje
toe. Ze kon nu wel een beetje royaal zijn,
want juffrouw Gublbins zou binnenkort toch
uit de zaak gaan.
Dien zelfden avond scljreef juffrouw Gub
bins aan haar broer en nam zijn vriende
lijk aanbod voor zich zelf en het kind aan.
Ze beloofde, dat ze zoo gauw mogelijk haar
zaak van de hand zou zien te doen.
Toby Hatchett was geheel ontroostbaar bij
de gedachte, dat hij binnenkort niets dan
vreemde gezichten om zich heen zou zien.
Hij had het al die jaren zoo naar zijn zin
gehad bij juffrouw Gubbins.
„Weet je wat, Toby", zei Tops, „ik zal
daar op het dorp, waar we heengaan, we'
eens vragen, of ze ook soms een goeden
schoenmaker kunnen gebruiken en je daa
recommandeercn. Ik zal het niet vergeten,
heusch niet".
„En ik beloof je, dat ik ondertusschen een
oogje op Dick en Annie zal houden. Ik zal
■voor hen doen, wat ik kan en hen soms
eens op thee vragen, als mijn nieuwe kost-
juffrouw het ten minste goed vindt".
„Dat vind ik lief van je Toby. Het spijt
mij eigenlijk wel, dat ik van Postle Street
vandaan ga, maar ik zal voor ze blijven bid
den en misschien, als ik groot hen
„Ja, wat dan, Tops?".
„Dan kom ik misschien wel weer terug".
„Wie weet", zei Toby. „Blijf jij intusschen
maar voor je buren bidden. Je hebt hen tot
dusver al een goecl' voorbeeld gegeven en
hun laten zien, dat al ben je nog zoo arm,
je er toch knap en netjes kunt uitzien. Je
hebt hier werkelijk niet te vergeefs ge
woond. Je bedriegt nooit iemand en je
bent altijd zoo rustig je weg gegaan. Je
hebt nooit zoo geschreeuwd of te keer ge
gaan op straat, zooals die andere meisjes,
zelfs vroeger niet. En den laatstcn tijd zie je
er nu zoo netjes uit en je hebt voor ieder
een een vriendelijk woord. Ze weten ook,
wat. een verschil het is, ais een meisje Zon
dags geregeld naar de kerk en de Zondags
school gaat en den verderen dag rustig
thuis blijft. Ze zullen je goeden invloed wol
missen, Tops".
Tops luisterde verbaasd toe. Zij had niet
gedacht, dat zij ecnigen invloed op iemand
kon uitoefenen, maar als .het waar was, wat
Toby zei, dan mocht ze toch wel bidden, or
de Heer haar wilde helpen, nooit een ver
keerd voorbeeld te zijn voor iemand.
Ze keek eens in de straat en liet haar oog
rusten op de huizen aan weerszijden en aan
den overkant. Er was er niet een zooals dal
van juffrouw Gubbins.
Zou het ooit nog eens anders kunnen wor
den in Postle Street? Zóu het er ooit anders
kunnen uitzien? Zij vreesde van niet; en
toch als al die huisjes er zoo uitzagen als
dat van tante Amelia, wat een verschil zou
het dan al wezen!
„Ik wou, dat ik iets vor Postle Street kon
doen, in plaats van weg te loopen", zei zw
bij zich zelf, „maar ik zal voor hen allen
blijven bidden en iwie weet, wat de Heer
doet".
HOOFDSTUK XXII.
Besluit.
Nieuwjaarsdag was aangebroken, en het
was helder vriezend weer.
Tops was in de wolken geweest, toen zij
gevraagd werd, om de dienstmeisjes van
mevrouw Alford op den trouwdag mee te
helpen.
Tante Amelia moest natuurlijk naar de
kcric om de plechtigheid te zien. Voor zij
wegging, haalde Tops dus een groote hoe
dendoos onder de toonbank vandaan, waar
een nieuwe, zwart fluweelen hoed in zat
voor tante Amelia, die juffrouw Alford haar
als afscheidscadeau gegeven had.
„Kijkt u eens even in den spiegel, tante
Amelia. U ziet er meer dan keurig mee uit,"
zei Tops, terwijl ze de linten onder haar kin
toestrikte.
Juffrouw Gubbins glimlachte werkelijk,
en het was wonderlijk, wat een verschil
dat maakte.
„Je zou me nog ijdel maken op mijn
ouden dag", zei ze, maar Tops wist, dat ze
blij was geweest met het complimentje.
Toen werd het tijd, dat zij zelf naar het
huis van de bruid toeging. Zij was den vori-
gen dag er ook al heen geweest, om mee te
helpen met alle toebereidselen voor den
grooten dag en voelde zich dus niet meer
verlegen.
Dezen morgen, toen ze het huis binnen
ging, stonden overal groene planten en
bloemen. Ze had echter niet veel tijd, om
rond te kijken, want er was genoeg te doen.
Toch zag zo nog even dc bruidsmeisjes
komen. Wat zag iedereen er toch beelderig
uit. Een keer moest ze een bind naar dn
eetkamer brengen, en daar zag ze de bruids
taart staan, en het buffet stond ook vol
heerlijkheden.
„O!" riep ze vol verbazing uit.
„Nu, kijk dan maar even", zei een van de
dienstmeisjes, die in de kamer was.
Julia had aan iedereen gedacht, en ook
Tops werd niet vergeten. Ze had gehooid,
hoe opgetogen het kind over alles was, en
dus liet ze haar zeggen, dat ze even dc
trouwjapon mocht komen kijken.
Tops slaakte een kreet van verrukking,
en Julia was blij, dat ze haar dit pretje
bezorgd had.
Het huwelijk was voltrokken, en Hugh
Malcoln en zijn bruid waren voor een paar
weken op reis gegaan. Tops was weer terug
in Postle Streel en vertelde, tot in de klein
ste bijzonderheden, alles van haar bezoek
bij de Alfords en wat ze daar al niet gezien
had.
Nu moest ze nog alleen afscheid nemen
van enkelen van haar kennisjes, want den
volgenden morgen zouden zij naar Hunton
vertrekken.
Toby Hatchett bracht dien laatstcn avond
bij juffrouw Gubbins door, terwijl Tops haar
afscheidsbezoekjes bracht
Het laatst ging ze de kinderen goedendag
zeggen. Dezen keer had ze het er echter op
gezet, ook haar moeder te ontmoeten. Die
trof ze dan ook thuis. Een warm onthaal
kreeg Tops niet, maar ze lette daar niet op
en kuste de kinderen. Daarop stak ze haar
hand uit naar juffrouw Wills.
„Het spijt me", zei ze, „dat ik u wel eens
boos heb gemaakt, maar ik heb altijd veel
van de kinderen gehouden en zal hen ook
altijd blijven liefhebben." Daarop gaf ze
juffrouw Wills drie gulden. „Dit heb ik op
gespaard voor een afscheidscadeau aan u,"
zei ze.
„Lieve deugd," zoi ze, „dat is meer dan ik
van je verwacht zou hebben. Je valt me niet
tegen, dat moet ik zeggen".
.Doet u eon beetje uw best voor de kin
deren?" vroeg Tops nu.
„Geen gepreek, Tops", was het antwoord,
„Die drie gulden kon ik wel gebruiken,
maar in praten heb ik geen zin."
Tops gnf geen antwoord op die laatste
opmerking. Ze bukte zich over de kinderen
heen en gaf hun nog een kus.
,Dag, Dickie", zei ze, „zul je altijd zoet
zijn? En jij ook Annie? Dog, lief Albertje."
Toby Hatchett ging mee naar den trein,
om hen weg te brengen. De trein was geluk
kig niet erg vol, zoodat juffrouw Gubbins
zonder moeite epn gemakkelijk plaatsje kon
vinden. Voor Tops was alles zoo nieuw, dat
dc reis een waar genot was. Het speet haar
toen ze aan het eindpunt waren.
Thomas Dawlish stond hen op het perron
op te wachten. Hij was veel veranderd,
evenals Amelia. Zij herkenden elkaar bijna
niet; maar Tops zou hij overal gekend heb
ben. Het was hem nu, alsof zijn kleine Mary
hem daar tegemoet kwam.
Hij wist niet, wie hij het eerst zou begroe
ten; maar Tops besliste de zaak voor hem.
Ja, dat was haar grootvader. Ze herkende
hem van'het portret. Zo rende naar hem
toe en sloeg haar armen om zijn hals.
l)e grootmoeder was thuis gebleven, maar
zij stond al in don post van do deur naar
hen uit to kijken. In den haard lag 'n reus
achtig blok te branden, en de theetafel, die
klaar stond, was zoo zwaar beladen, als je
dat alleen maar op een boerderij ziet. Do
waterketel stond lustig te zingen, opdat er,
zoodra de reizigers aangekomen waren,
gauw thee gezet zou kunnen wortUfc.
„O! 0!"was al wat Tops kon zeggen, toen
ze haar nieuwe tehuis zag, terwijl de arme
juffrouw Gubbins te veel ontroerd was, om
ook maar een enkel woord te kunnen zeg
gen. Alles zag er nog net zoo uit. als zij
liet als meisje verlaten had. Alleen Thomas.
Susan en zij waren veranderd. Tops was
dadelijk het zonnetje van het huis en vroo*
lijktc dc oude lui niet weinig op. Hoewel zo
geen smaak in opschik had, droeg ze haar
gouden medaillon nu altijd boven op haar
Jurk, „want", zei ze, „het heeft mij eerst
aangesjioord. mijn best te doen, en toen
heeft het mij u allen doen terugvinden."