Ij&ikaddb Tbsèi WOENSDAG 11 JUNI 1930 DERDE BLAD PAG. 9 NATIONALE VEREEN. „PRO REGE" ALGEM. VERGADERING TE UTRECHT KERK EN VREDE CHR. OORLO GS VERHEERLIJKING? Dinsdagmorgen kwam de Nationale Ver eeniging „Pro Rege" in het Militair Tehuis te Utrecht bijeen onder presidium van Ds. T. J. H a g e n uit Delft. De voorzitter opende de vergadering en heette de aanwezigen welkom, in 't bijzon der den afgevaardigde van den Minister, Majoor Heffner. In zijn openingsrede merk te spr. op, dat 't vereendgingswerk niet door kracht of geweld moet geschieden, maar door Gods Geest Zestig jaar geleden werden zij, die in het leger, den naam van Koning Jezus beleden, beschouwd als een troepje „amechtige Joden". Ja, „Pro Rege" kan men noemen „den dag der zeer kleine dingen. Doch wij weten dat „dien dag" van God is. De groote macht van de wereld zal ver nield worden, maar het kleine Godsvolk moet zwoegen en werken met het paslood in de handen. Daarom blijven, aldus be sloot spr. zijn rede, evenals de groote Oran je, wij belijden: „Mijn schild en de betrou wen zijt Gij, o Gód mijn Heer." Op deze rede zongen de aanwezigen het .Wilhelmus. Besloten werd een telegram van betui ging van aanhankelijk aan H. M. de Ko ningin te zenden. Hierna kwam het jaarverslag van den secretaris, den heer N. A. Schuman, dat in het orgaan der vereeniging afgedrukt stond, in bespreking. Met abbeidslust is door vele militaire af deel! ngen gewerkt Van de militaire afdee- lingen is Venlo afgevallen. Het is zeer noo dig, dat hier in het „Donker Zuiden", onder de -yveinige Protestanten uit dit garnizoen, opnieuw een afdeeling wordt opgericht. Ook in het afgeloopen jaar organiseerde „Pro Rege", in opdracht van het C. M. V., een vlagjesdag. De resultaten waren echter beduidend minder dan vorige jaren. Tweemaal werd een deputatie uit het Hoofdbestuur door den Minister van De fensie in audiëntie ontvangen. Het boekjaar 1929, zooals uit het verslag van den penningmeester, den heer B. Ge- leynse bleek, sloot met een nadeelig saldo van f 97.96. De opbrengst van den Vlagjes dag mag op goede gronden geschat worden op f 250. Daarmede veranderde het nadee lig in een voordeeiig saldo van 152.04. Beide functionarissen werden gedéchar- geerd. Vervolgens kwamen de voorstellen van de hurgerafdeelingen van Amsterdam In be handeling. Het voorstel van Amsterdam om het be drag der minimum contributie te verande ren van f 0.50 in f 1.werd verworpen. Afdeeling Amsterdam stelde voor, dat nu er van tijd tot tijd in de bladen oproepin gen worden gedaan tot dienstneming bij 't leger in Oost en West, het Hoofdbestuur op gedragen wordt, bij het Indisch Comité te Nijmegen aan te dringen meer bekendheid aan zijn werk te geven door middel van !het orgaan „Pro Rege" en N. C. O. O. V,, met vermelding van adressen der afdeelin- gen in Oost en West De voorzitter zeide toe, dat hij een bro- Ichure over deze kwestie schrijven zal. Bestuursverkiezing. De bestuursverkiezing had tot resultaat, dat Ds. T. J. Hagen herkozen werd, even als Ds. J. Gispen van Groningen, en de hee- ren J. v. d. Have Den Bosch, en P. Heutzepetes van Utrecht In de vacature Langman werd gekozen de heer H. Schaaf 'van Amersfoort in de vacature-Ds Riemers- de heer A. T. van Oosterom te Nijmegen, in de vacature-Mekenkamp de heer P. Brou wer te Nijmegen. In de Middagvergadering refereerden Ds. J. Korfker en de heer B. Geleynse over hel onderwerp: „Kerk en Vrede". Ds. Korfker sprak voornamelijk over het punt „Christelijke oorlogsverheerlij king'?" en bezag dit: le als een beschuldi ging aan'het adres veler Christenen, ter wijl hij het 2e. als een valsche beschuldi ging afwees, maar 3e. vaststelde, dat het toch niet. tevergeefs onder het oog werd ge zien. Spr. wees er op, dat men de Christenen al meer verdeelt dn twee al meer van el kander vreemd wordende groepen, eener- zijds de ontwapenaars, die zich er op laten voorstaan, de Christenen te zijn, de zacht- moedigen, de rechtvaardigen en anderzijds degenen, die den Christennaam nauwelijks waard heeten, omdat zij nog voor een oor- logsbegrooting durven stemmen en nog dur ven spreken van oorlogs-noodzakelijkheid. Zijn nu waarlijk zij, die niet juichen achter de vanen van het pacifisme van on zen tijd zulke oorlogsverheerlijkers, zulke lauwen en tragen en zouteloozen, die de Evangelische roeping om het zout der aar de te zijn, niet verstaan! Het gevoel van afschuw voor den oorlog beslist niet over de vraag of oorlog al dan niet geoorloofd is. Daarop reageeren wij niet minder dan de felste anti-militairist. Er is meer leed, zelfs opzettelijk aange bracht leed, dat men om zijn karakter be jammert en toch de wereld niet uit kan, noch mag bannen. De recht door de H. Schrift Oorlog is niet altijd misdaad. Met tal van Bijbelplaatsen wijst spr. dat aan, terwijl hij beweringen hierom trent van „Kerk en Vrede" weerlegt. Als men zegt, gij laat op het gebod der naasten liefde geen genoegzamen nadruk vallen, kan daartegenover gevraagd, en handhaaft gij wel voldoende den eisch der gerechtig heid? Prof. Bavinck heeft het zoo treffend gezegd: gerechtigheid zonder liefde ont aardt in dispotisme, maar liefde zonder ge rechtigheid vervalt tot anarchie. De staat is niet het orgaan der liefde, maar der gerech tigheid. Deze winst is er voor het onder het oog en dezer dingen, dat spr. kan verklaren: alles moet dn 'twerk gesteld, om oorlogen te voorkomen, de wijze van oorlogvoeren niet te verscherpen. Daarom moeten we ijveren voor den Volkenbond. Daarom wil ook Pro Rege een geest in volk en weer macht doen heerscheri, die niet op oorlogs- verheeriijking lijkt, maar die elk Christen- Nederlander doet leven uit 't besef, dat hij ook als militair Koning Jezus kan dienen! Referaat B. Geleynse. Daarna refereerde de heer B. G e I e y n - se, en wilde meer militair „Pro Rege" wa penen in hun strijd in de kazerne tegen de mannen van „Kerk en Vrede". De groei van „Kerk en Vrede" Ss een groot nationaal gevaar maar ook een ge vaar voor onze vereeniging, die lijnrecht daartegenover staat We hebben dn Kerk en Vrede niet te doen met ongeloovigen, met goddeloozen. Zij noemen wel de Christe lijke beginselen maar verstaan daaronder hael iets anders. Spr. ontwikkelde dit na der. Er zijn rechtvaardige oorlogen. Oorlog is en blijft een abnormaal verschijnsel en wij vinden het ook iets afschuwelijks, maar onder Gods bestel kan er soms iets goeds voortkomen. Het is te betreuren dat Kerk en Vrede zich niet wil laten leiden door de Heilige Schrift maar zelf wil uitmaken wat God wil. Is het waar dat de moderne oorlog zoo veel verschrikkelijker is dan vroeger? Kerk en Vrede laat angstvallig na ook maar elke krijgsgeschiedkundige bron, ook maar elke GANDHI-PROPAGANDA TE NEW YORK Raymond Duncan maakt in New York -propaganda voor 'de actie van Ghandi. Hij heeft zich naar de New Yorksche haven begeven en heeft daar zout uit water geproduceerd. Het gewonnen zout wordt als teeken van vriendschap aan Ghandi gezonden! bron die feiten-materiaal levert over het slagveld, na te slaan. De gasoorlog b.v. is niet zoo erg als men voorgeeft Het Russische leger, dat slecht van gas maskers voorzien was had 11,9 pCt. aan dooden door gas. Maar in het Amerikaan- sohe leger was het sterftecijfer aan gas slechts 1,7 pCt., omdat dit leger goed van gasmask ers voorzien was. Als militair moet men heel juist en statis tisch zuiver de gegevens verzamelen en zetten tegenover het gevoelswerk van Kerk en Vrede. Dan blijkt dat de moderne iogswapenen veel minder dooden maken dan de wapens vóór 1914. De luchtoorlog zegt men die maakt zooveel slachtoffers; heele steden en pen worden in één dag vernield. Maar Londen te bestoken vanuit de lucht zou men 19.000 vliegtuigen moeten hebben. En als men berekent dat er tweehonderd vlieg tuigen vliegen per nacht dan kan men wel berekenen hoe dat gaat. Gehoorzaamheid en tucht zijn eigenschap pen die een Christen sieren. Spr. wil niet den oorlog verdedigen; hij bidt mét de aanwezigen dat God verhinde- re dat die geesel over ons land komt Maar als wij te velde worden geroepen, dan moet zoo zijn dat alle misdaad in het leger streng gestraft worde, dat geen onnoodige wreedheid plaats vin-de, maar als Gustaaf Adolf eenmaal, ook wij biddend in den oorlog kunnen gaan en in den oorlog Christen kunnen zijn en blijven. Spr. gispte het drijven van Kerk en Vre de om aan te sporen tot dienstweigering en zeide dat het noodig is dat ons land worde paraat gehouden. Niet i<n eenzijdigheid noch in overgevoe ligheid maar in besef van hun taak moeten we de jongemannen opvoeden om te staan met moed, beleid en trouw, om te staan trouw aan het vaandel van onz-m hoogster) Koning en onze Koningin. Daarin ligt de taak der Christen-officieren. Door een aantal aanwezigen werden vra gen gesteld naar aanleiding dezer refera ten, welke door de referenten werden be antwoord. De heer G. F. Boulogne, secretaris der Nat. Landstorm-commissie, sprak een op wekkend woord. Daarna werd de vergade ring gesloten. INGEZONDEN MEDEDEELING. Gemengd Nieuws. MOTORONGEVALLEN Op den Rijksstraatweg tusschen Terheide en Breda is een motorrijder tegen een zand- auto van de Firma Stuy uit Rotterdam ge reden. De motorrijder sloeg over den kop en werd met inwendinge kneuzingen een café binnen gedragen. Het motorrijwiel werd vernield. De politie stelt een onderzoek in. Onder Rijsbergen is de caféhouder A. O. die met zijn motorrijwiel in de richting Breda reed, op den Hoogen Straatweg, waar hij de - bocht niet kon nemen, tegen den muur van 'n huis opgereden. De caféhouder werd zwaar gewond opgenomen en naar het ziekenhuis te Breda vervoerd. Het mo torrijwiel werd vernield. DOOR EEN MACHINE VERPLETTERD Te Roermond vond een arbeid van de fir ma Alers—Suilem den lS-jarigen zoon van den firmant Suilem met ingedrukte borst kas en een zware hoofdwonde, dood op den grond liggen. De jongeman is vermoedelijk bij het poet sen van de stoommachine toen deze in wer king was, gegrepen en op slag gedood. GESCHAAKT. Uit de ouderlijke woning te Heerlen is plot seling verdwenen de 16-jarige E. M., die zon der den wil van hare ouders met den orgel draaier J. v. Asten is vertrokken. Door de po litie wordt haar opsporing verzocht, AUTO TE WATER. Een luxe auto, waarin 5 personen met den heer M. als chauffeur, komende van Wieringen en op weg naar Medenblik, is nabij Opperdoes in de Dijksloot geraakt. De bestuurder wilde nl. voor enkele fietsrij ders uitwijken. Drie personen werden min of meer ernstig door glasscherven gewond. De beide anderen bekwamen geen letsel; de auto liep groote schade op. EEN TRAGEDIE IN EEN POLITIEBUREAU Toen Zaterdagmiddag half vier een zekere M. R. uit Bergen op Zoom op het politie bureau werd ontboden, verdacht van een overtreding, werd hij, alvorens verhoordêtc worden, door een agent aan een fouilleering onderworpen. De agent vond bij verdachte geen bijzonderheden, zoodat het verhoor kon plaats vinden. Na het verhoor begaf R. zich in gezelschap van een agent van politie de W. C. Daar heeft de agent eenige oogenblikken gewacht, tot hij plotseling een schot hoorde. Bij het openen van de deur traf hij R. aan, die zich met een revolver levensgevaarlijk had verwond. Bij onderzoek bleek, dat de revolver verborgen was ge- eest, in een klein revolverzakje, door mid del van een elastiek bevestigd op het bloote lichaam achter de knieholte. Hierdoor is den agent van politie tijdens de fouilleering ont gaan, dat de verdachte een wapen bij zich droeg. R. werd naar het Burgergasthuis rgebracht en is daar 's avonds aan de bekomen verwondingen overleden. B. en W. van Zaandam hebben op het verzoek tot verlenging van de vergunning betreffende het z.g.n. schatgraven afwijzend beschikt, zoorlat thans aan de schatgravcrij een einde is gemaakt BRANDEN Op Het Loo brak brand uit in de gruote schuur van de Koninklijke boerderij, waarin des winters het vee wordt ondergebracht. Het voorste gedeelte van deze schuur is in gericht als melkinrichting en daar wordt de melk ook gekookt. Daarvoor brandde ook heden een fornuis. Vermoedelijk staat de oorzaak van den brand hiermede in verhand. De Apeldoornsche politie was het eerst ter plaatse en hielp de even daarna aangekomen brandweer bij het blusschingswerk. Het ge lukte den brand te beperken tot deze schuur die grootendeels is uitgebrand. H. M. de Koningin, de Prinses en Prins Hendrik, die de Pinksterdagen op het Loo doorbrachten, waren bij blusschingswerk aanwezig. De schade is niet zeer groot. Te Haarlem is 's a-onds brand uitgebroken in de groote landbouwschuur van J. Vink aan den Schalkwijkerweg. Het vuur vond gretig voedsel in een voorraad van ongeveer '2000 kg. hooi. Alles stond weldra in lichter laaie, 's Avonds om streeks half 12 was men den brand meester. De schuur is totaal afgebrand. Verzekering dekt de schade. Te Amsterdam brak brand uit in een brood bakkerij aan de St Willebrordusstraat. De bakkerij brandde geheel uit. Te Doetinchem brandde de klompen makerij van Van Aken af. De schade is deeltelijk verzekerd. Te Katwoude (N.-H.) brandde een boeren woning af. De kinderen, die te bed lagen, werden gered. KINDERVERLAMMING Te Gouda is een nieuw geval van kinder verlamming waargenomen. Het aantal geval len is thans tot tien gestegen, waarvan drie met doodelijken afloop. De gemeentelijke zweminrichting en Zondagsscholen zijn gesloten. Met ernst wordt aangeraden melk en drinkwater te koken. Te Oude Wetering zijn ook twee gevallen van kinderverlamming waargenomen. STORM OP DE ZUIDERZEE Te De Lemmer is binnengebracht door do motorboot „Klasine", kapitein Steenstra, van Zwartsluis, de Zaterdagavond tusschen Schokland en Lemmer door storm in nood verkeerende sleepkast „Adriene", schipper Driezen en hun twee kinderen, welke zich aan boord bevonden, zijn reeds Zaterdag avond door een reddingsboot van de Lem mer afgehaald en aan land gebracht. GERED Een Nederlandsche afhaalmotorkotter heeft bij het vuurschip Wandelaar twee opvaren den van het Engelsche zeiljacht Ylex gered en te Vlissingen aan wal gebracht. Door een rukwind was van de Ylex een opvarende overboord geslagen. De kapitein was hem nagesprongen. Beiden werden toen door een sloep van den afhaalkotter opgepikt. De Ylex is later de haven binnengeloopen. Radio Nieuws. 12—12.15 Polltleber. lagconcert: Mevr. leute, piano. 2 Tüd- -3.45 Cursus Fiaat» ïej. O. Ably. 1 Tiid- Edelachtbare He* werp: ..Enkhulzcn en de Zuidei tentoonstelling 1330". 7.15—8 Tolit THdsein. 8—11 Uitzending van de •ed. der Bapt. Th. C. Zlm- Kapt. Ge- 1 M.) AVRO BOSCHBRAND In het bosch van den Holterberg bij HoI« ten (Ov.) ontstond brand. Doordat van alle zijden hul pwerd geboden wist men met veel moeite met behulp van opgeworpen zand het vuur te bedwingen. 50 HA. bosch-. en heidegrond gingen verloren. HET EINDE EENS ZWERVERS Te Rosmalen (N.Br.) werd op een onbe- waakten overweg een oude zwerver door eea sneltrein gegrepen en gedood. VERGIFTIGD DOOR SNOEPGOED. Te Iverkrade zijn vier jeugdige kinderen door het gebruik.van snoepgoed emstig on gesteld geworden. Door het tijdig toedienen van tegengif konden zij gerot! worden. Het snoepgoed is in beslag genomen. HEIDEBRAND In de Nollen, tusschen Zijpc en Callants- oog (N.H.), brak een heidebrand uit. Deza heidebrand, die in den aanvang door den krachtigen Noordelijken wind steeds in om vang toenam, werd tegen 6 uur 's-avonds, dank zij de medewerking van de motor brandspuit uit Schagerbrug, zoo goed als ge heel gebluscht Het gebied aan het Zwanen- water bleef gespaard. Het nablusschings- vverk nam geruimen tijd in beslag. VERDRONKEN Te Wassenaar is aan het Wassenaarsch® Slag de 23-jarige J. S. aldaar bij het baden in zee verdronken. Hoewel onmiddellijk huip opdaagde, mocht het niet gelukken den jon gen nog te redden. (Naaruic verbodenX DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS 37. Lóópcn dat de ezel deed! Loop-Je niet, zoo heb-je niet! De wagen was leolijk bescha digd: de mooie lecrcn achterleuning was in tweeën en het achterwieltje, dat de wagen maker met zooveel moeite aangezet had, was eveneens in den slag gebleven. Boem! daar sohoot de wagen over een opgebroken ge deelte van de straat, zoodat mijnheer Pim pelmans omhoog wipte en met een bons weer in den wagen terechtkwam. 38. Om den hoek waren Jonas de gemeen tewerkman en Janus de aanplakker in een druk gesprek gewikkeld. Ze hadden het over de „politiek" en daar kom je niet gauw over uitgepraat „Ja, ja", zei Jonas met 'n go- wichtig gezicht, „als je 't m ij vraagt, geloof ik, dat er gróótc veranderingen op til zijn. Een gróótc ommekeer komt er, wat ik je (Wordt Vrijdag vervolgd.) FEUILLETON TOPS door P. W. J. J. Vrfj naar het Engelsch, „Die zal natuurlijk ook mee moeten ko men. Er is hier ruimte genoeg voor hen alle twee. Ik geloof niet, dat ik langer dan tot morgen kan wachten, om er heen te gaan." „Je moet niet te haastig zijn, Thomas, Amalia mocht eens niet willen komen, en zij iheeft toch ook eenig recht op het kind; daarenboven zou het best mogelijk kunnen zijn, dat bet kind Amalia niet verlaten wil. Het schijnt mij toe, dat je het verstandigst zou doen met twee brieven te schrijven in antwoord op de twee, die je gekregen hebt; een aan Amalia, om te vragen, of ze haar laatste levensjaren bij ons wil slijten en één aan den dominéé, opdat die haar tracht te bewegen, met het kind mee te komen. HOOFDSTUK XXI. Afscheid nemen. De. brieven werden geschreven en bereik ten weldra hun bestemming. Het was geen oogenblik bij juffrouw Gubbins opgekomen dat haar broer haar ook bij zich in huis zou willen nemen. Zijn hartelijke brief was dus een ware verrassing voor haar. De laatste dagen had zij veel met haar ge dachten in haar ouderlijk huis venwijld, en zijn voorstel, om met Tops mee te komen, had niet op een geschikter moment kunnen gedaan worden. Zij las den brief eerst twee of drie keer door, toen riep ze Tops in de keuken, en zei, dat ze haar iets heel belangrijks te ver tellen bad. Tops luisterde met alle aandacht. Zij zou den Postle Street verlaten en buiten gaan Svonen op de óucle boerderij te Hunto\v,die juffrouw Gubbins haar, sedert ze de portret ten in het medaillon gezien had, zoo dik wijls beschreven had. Het klonk meer dan heerlijk! Wat verlang dë ze, om het alles te zien! Het was zoo'n hartelijke brief van haar grootvader! Het scheen Tops toe, dat het alles een schoone droom was en geen werkelijkheid. Toen de brief uit was, zat ze stil te wach ten, wat haar tante over het onderwerp zou zeggen. „Kun je niet praten, Tops?" zei juffrouw Gubbins eindelijk bepaald 'n beetje kribbig. „Heb je niets te zeggen?" „Ik weet heusch niet, waar ilf beginnen moet, tante Amelia", antwoordde Tops. „Ik wou, dat ik alles kon zeggen, wat ik van binnen voel. Ik kan heusch haast niet ec- looven, dat alles waar is". „Bedoel je, dat je er wel heen zou willen, kind?". „Heeft u dan geen lust om te gaan, tante Amelia?", vroeg Tops. „Het heeft mij wel wat verrast, Tops, om je de waarheid te zeggen. Ik wist, dat ze jou stellig bij zich zouden willen hebben, maar ik had nooit gedacht, dat ze mij ook zouden vragen". „Ik ga alleen, als u ook gaat, tante Ame lia". Ik laat u niet in den steek voor wie ook. U heeft u over mij ontfermd, toen ik niemand had, en ik kan dus nooit dank baar genoeg zijn voor ai unv vriendelijk heid". „Ik nam je alleen in huis, omdat ik nie mand anders kon vinden. Je behoeft me dus heusch niet dankbaar er voor te zijn; maar wat zullen we nu doen, dunkt je?". „Laten we alle twee er heen gaan, tante Amelia", antwoordde Tops. Op dat oogenblik werden ze gestoord in bun gesprek, want or kwam een klant den winkel binnen. Het was een klein meisje, dat een stuiver reuzel kwam halen. Ter wijl Tops de hoeveelheid uitwoog, moest ze opeens denken aan een ander klein meisie. dat daar een half jaar geleden, ook hetzelf de was komen halen en ze gaf een schepje toe. Ze kon nu wel een beetje royaal zijn, want juffrouw Gublbins zou binnenkort toch uit de zaak gaan. Dien zelfden avond scljreef juffrouw Gub bins aan haar broer en nam zijn vriende lijk aanbod voor zich zelf en het kind aan. Ze beloofde, dat ze zoo gauw mogelijk haar zaak van de hand zou zien te doen. Toby Hatchett was geheel ontroostbaar bij de gedachte, dat hij binnenkort niets dan vreemde gezichten om zich heen zou zien. Hij had het al die jaren zoo naar zijn zin gehad bij juffrouw Gubbins. „Weet je wat, Toby", zei Tops, „ik zal daar op het dorp, waar we heengaan, we' eens vragen, of ze ook soms een goeden schoenmaker kunnen gebruiken en je daa recommandeercn. Ik zal het niet vergeten, heusch niet". „En ik beloof je, dat ik ondertusschen een oogje op Dick en Annie zal houden. Ik zal ■voor hen doen, wat ik kan en hen soms eens op thee vragen, als mijn nieuwe kost- juffrouw het ten minste goed vindt". „Dat vind ik lief van je Toby. Het spijt mij eigenlijk wel, dat ik van Postle Street vandaan ga, maar ik zal voor ze blijven bid den en misschien, als ik groot hen „Ja, wat dan, Tops?". „Dan kom ik misschien wel weer terug". „Wie weet", zei Toby. „Blijf jij intusschen maar voor je buren bidden. Je hebt hen tot dusver al een goecl' voorbeeld gegeven en hun laten zien, dat al ben je nog zoo arm, je er toch knap en netjes kunt uitzien. Je hebt hier werkelijk niet te vergeefs ge woond. Je bedriegt nooit iemand en je bent altijd zoo rustig je weg gegaan. Je hebt nooit zoo geschreeuwd of te keer ge gaan op straat, zooals die andere meisjes, zelfs vroeger niet. En den laatstcn tijd zie je er nu zoo netjes uit en je hebt voor ieder een een vriendelijk woord. Ze weten ook, wat. een verschil het is, ais een meisje Zon dags geregeld naar de kerk en de Zondags school gaat en den verderen dag rustig thuis blijft. Ze zullen je goeden invloed wol missen, Tops". Tops luisterde verbaasd toe. Zij had niet gedacht, dat zij ecnigen invloed op iemand kon uitoefenen, maar als .het waar was, wat Toby zei, dan mocht ze toch wel bidden, or de Heer haar wilde helpen, nooit een ver keerd voorbeeld te zijn voor iemand. Ze keek eens in de straat en liet haar oog rusten op de huizen aan weerszijden en aan den overkant. Er was er niet een zooals dal van juffrouw Gubbins. Zou het ooit nog eens anders kunnen wor den in Postle Street? Zóu het er ooit anders kunnen uitzien? Zij vreesde van niet; en toch als al die huisjes er zoo uitzagen als dat van tante Amelia, wat een verschil zou het dan al wezen! „Ik wou, dat ik iets vor Postle Street kon doen, in plaats van weg te loopen", zei zw bij zich zelf, „maar ik zal voor hen allen blijven bidden en iwie weet, wat de Heer doet". HOOFDSTUK XXII. Besluit. Nieuwjaarsdag was aangebroken, en het was helder vriezend weer. Tops was in de wolken geweest, toen zij gevraagd werd, om de dienstmeisjes van mevrouw Alford op den trouwdag mee te helpen. Tante Amelia moest natuurlijk naar de kcric om de plechtigheid te zien. Voor zij wegging, haalde Tops dus een groote hoe dendoos onder de toonbank vandaan, waar een nieuwe, zwart fluweelen hoed in zat voor tante Amelia, die juffrouw Alford haar als afscheidscadeau gegeven had. „Kijkt u eens even in den spiegel, tante Amelia. U ziet er meer dan keurig mee uit," zei Tops, terwijl ze de linten onder haar kin toestrikte. Juffrouw Gubbins glimlachte werkelijk, en het was wonderlijk, wat een verschil dat maakte. „Je zou me nog ijdel maken op mijn ouden dag", zei ze, maar Tops wist, dat ze blij was geweest met het complimentje. Toen werd het tijd, dat zij zelf naar het huis van de bruid toeging. Zij was den vori- gen dag er ook al heen geweest, om mee te helpen met alle toebereidselen voor den grooten dag en voelde zich dus niet meer verlegen. Dezen morgen, toen ze het huis binnen ging, stonden overal groene planten en bloemen. Ze had echter niet veel tijd, om rond te kijken, want er was genoeg te doen. Toch zag zo nog even dc bruidsmeisjes komen. Wat zag iedereen er toch beelderig uit. Een keer moest ze een bind naar dn eetkamer brengen, en daar zag ze de bruids taart staan, en het buffet stond ook vol heerlijkheden. „O!" riep ze vol verbazing uit. „Nu, kijk dan maar even", zei een van de dienstmeisjes, die in de kamer was. Julia had aan iedereen gedacht, en ook Tops werd niet vergeten. Ze had gehooid, hoe opgetogen het kind over alles was, en dus liet ze haar zeggen, dat ze even dc trouwjapon mocht komen kijken. Tops slaakte een kreet van verrukking, en Julia was blij, dat ze haar dit pretje bezorgd had. Het huwelijk was voltrokken, en Hugh Malcoln en zijn bruid waren voor een paar weken op reis gegaan. Tops was weer terug in Postle Streel en vertelde, tot in de klein ste bijzonderheden, alles van haar bezoek bij de Alfords en wat ze daar al niet gezien had. Nu moest ze nog alleen afscheid nemen van enkelen van haar kennisjes, want den volgenden morgen zouden zij naar Hunton vertrekken. Toby Hatchett bracht dien laatstcn avond bij juffrouw Gubbins door, terwijl Tops haar afscheidsbezoekjes bracht Het laatst ging ze de kinderen goedendag zeggen. Dezen keer had ze het er echter op gezet, ook haar moeder te ontmoeten. Die trof ze dan ook thuis. Een warm onthaal kreeg Tops niet, maar ze lette daar niet op en kuste de kinderen. Daarop stak ze haar hand uit naar juffrouw Wills. „Het spijt me", zei ze, „dat ik u wel eens boos heb gemaakt, maar ik heb altijd veel van de kinderen gehouden en zal hen ook altijd blijven liefhebben." Daarop gaf ze juffrouw Wills drie gulden. „Dit heb ik op gespaard voor een afscheidscadeau aan u," zei ze. „Lieve deugd," zoi ze, „dat is meer dan ik van je verwacht zou hebben. Je valt me niet tegen, dat moet ik zeggen". .Doet u eon beetje uw best voor de kin deren?" vroeg Tops nu. „Geen gepreek, Tops", was het antwoord, „Die drie gulden kon ik wel gebruiken, maar in praten heb ik geen zin." Tops gnf geen antwoord op die laatste opmerking. Ze bukte zich over de kinderen heen en gaf hun nog een kus. ,Dag, Dickie", zei ze, „zul je altijd zoet zijn? En jij ook Annie? Dog, lief Albertje." Toby Hatchett ging mee naar den trein, om hen weg te brengen. De trein was geluk kig niet erg vol, zoodat juffrouw Gubbins zonder moeite epn gemakkelijk plaatsje kon vinden. Voor Tops was alles zoo nieuw, dat dc reis een waar genot was. Het speet haar toen ze aan het eindpunt waren. Thomas Dawlish stond hen op het perron op te wachten. Hij was veel veranderd, evenals Amelia. Zij herkenden elkaar bijna niet; maar Tops zou hij overal gekend heb ben. Het was hem nu, alsof zijn kleine Mary hem daar tegemoet kwam. Hij wist niet, wie hij het eerst zou begroe ten; maar Tops besliste de zaak voor hem. Ja, dat was haar grootvader. Ze herkende hem van'het portret. Zo rende naar hem toe en sloeg haar armen om zijn hals. l)e grootmoeder was thuis gebleven, maar zij stond al in don post van do deur naar hen uit to kijken. In den haard lag 'n reus achtig blok te branden, en de theetafel, die klaar stond, was zoo zwaar beladen, als je dat alleen maar op een boerderij ziet. Do waterketel stond lustig te zingen, opdat er, zoodra de reizigers aangekomen waren, gauw thee gezet zou kunnen wortUfc. „O! 0!"was al wat Tops kon zeggen, toen ze haar nieuwe tehuis zag, terwijl de arme juffrouw Gubbins te veel ontroerd was, om ook maar een enkel woord te kunnen zeg gen. Alles zag er nog net zoo uit. als zij liet als meisje verlaten had. Alleen Thomas. Susan en zij waren veranderd. Tops was dadelijk het zonnetje van het huis en vroo* lijktc dc oude lui niet weinig op. Hoewel zo geen smaak in opschik had, droeg ze haar gouden medaillon nu altijd boven op haar Jurk, „want", zei ze, „het heeft mij eerst aangesjioord. mijn best te doen, en toen heeft het mij u allen doen terugvinden."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9