DINSDAG 20 MEI 1930
Schoolnieuws.
LIEFDE VOOR DE V.U.
Het staat geen belijder van den Christus
vrij de V.U. lief te hebben of niet
Haar lief te hebben is christenplicht
De V.U. is een Christelijke Hoogeschool op
Gereformeerden grondslag, die onderwijs
geeft bij het licht van Gods Woord, en ieder,
die het christelijk onderwijs liefheeft moet
ook het Christelijk Hooger Onderwijs dat
gegeven wordt aan de V.U. liefhebben.
De V.U. is uit grooten nood geboren.
Het Hooger Onderwijs dat aan de Staats-
of Landshoogescholen gegeven werd, was
voor de belijders van Christus hoe langer
hoo onbruikbaarder geworden. De mannen
der Afscheiding reeds durfden er him zoons
niet heen te zenden, al voelden zij ook dat
daardoor hun kinderen verstoken waren van
de opleiding voor velerlei ambten en bedie
aingen.
Jaren aan jaren heeft het Staats-openbare-
onderwijs geslachten na geslachten gevormd
buiten invloed van Gods Woord en honder
den aan honderden advocaten, dokters,
leeraars, zelfs dominéés gekweekt, die ons
volk zijn voorgegaan op den weg des onge-
loofs bij het verduisterde licht van het
menschelijk verstand. Zoo zijn beschouwin
gen ingedragen over God en mensch,
lichaam en ziel, leven en dood, huwelijk
geboorten, schuld en straf, die geheel indrui
schen tegen wat God ons leert in Zijn Woord
En, dat gaat nog zoo maar door, al zijn er
ook sommige dingen eenigszins gewijzigd
Toen is in 1880 de V.U. gesticht, als chris
telijke Hoogeschool op Gereformeerden
grondslag om de wetenschap te beoefenen
bij het licht van Gods Woord en onze jongo
menschen op te leiden naar dat Woord.
Mag er ook maar één belijder van Chris
is schouderophalend tegenover haar
staan?
Immers neen!
Ja maar, zoo wordt er gemurmeld onder
de schare, die V. U. zou onze liefde wel heb
ben, maar zij heeft in haar vijftigjarig be
staan bewezen dat haar zooveel gebreken
aankleven, en.daaromziet ge1
Zij heeft vele gebreken en groote ge
breken ook. Haar professoren, directeuren,
curatoren en studenten zijn allemaal zon
dige menschen met gebrekenZij zal dat
zelf wel allereerst willen belijden, maar.
daaruit moogt gij de gevolgtrekking niet
ken, dat gij haar daarom niet behoeft lief
te hebben. Eerder omgekeerd. Dan moet gij
baar juist te meer uw liefde bewijzen!
Zóó doen ouders tegenover him kinderen
met gebreken! Zóó deed de Heiland tegen
over Lazarus (Joh. 11 5) toen diens nood,
door zijn krankheid, groot geworden was
Naarmate de nood grooter is rekt zich de
liefde te wijder uit! Zóó moeten we ook te
genover de V. U doen. Haar te meer met
onze liefde omringen naarmate haar nood
grooter is.
Te meer, de gebreken die haar aanikleven
itaan niet buiten het leven! Haar professo
ren, directeuren en curatoren zijn zondige
menschen. Haar studenten ook; want zij zijn
de zoons van zondige advocaten, zondige
boeren, zondige burgemeesters, zondige do-
jminé's, zondige dokters, zondige zaken-
menschen enz. Gelijk de apostelen ook zon
dige menschen waren. Gelijk de apostel
Petrus ook nog door Paulus te bestraffen
i tvas om z:!n leer en zijn leven (Galaten
2 1\—14).
Indien wij zouden moeiten wachten tot de
V. U. zonder zonde was voor wij haar onze
liefde behoefden te bewijzen, dan krijgt zij
onze liefde nooit Dan zouden we ook moe
ien ophouden onze liefde te bewijzen aan
eenige Christelijke school of aan eenige
Christelijke stichting, want er is geen en-
keie Christelijke school zonder gebreken,
(een enkele onderwijzer en er is altijd wel
lots, dat in theorie of praktijk te veroordee
ld is, vooral als we dit plaatsen onder het
volle zoeklicht der critiek, zooals de V. U-
daaronder geplaatst wordt
Wij moeten de V. U. liefhebben om haara
beginsels om haars werks wil. Gods naam
wordt door haar beleden!
Gods eere wordt door haar gezocht!
Gods Woord wordt door haar onderwezen.
Wie nu zelf God dient en zoekt schenke
lm liefde ook aan de V. U., die zoekt God
t dienen in de beoefening der Christelijke
velenschap en in de vorming en toeberei-
!mg onzer studeerende zonen!
J. H. JONKER.
CHR. SCHOOL EN NATIONALITEIT
Rede van Mr. J. A. de Wilde.
Te M1 d d e 1 b u r g werd Vrijdag J.l. in het
chuttershof een drukbezochte vergadering
houden van besturen en personeel van bij
Schoolraad aangesloten Scholen met den
ijbel in Zeeland, waar de heer Mr. J. A. d e
i 1 d e, lid der Tweede Kamer, te 's-Gra-
tnhage, sprak over: „de Christelijke Scho-
•n en onze nationaliteit".
Spr. wees allereerst op de actualiteit van
it onderwerp in deze dagen van propagan-
la, ook door hen, die zich Christenen noe-
nen voor eenzijdige ontwapening, ja zelfs
oor dienstweigering. Het schijnt wel of in
azen tijd niets meer vaststaat Men gaat
an alles twijfelen. Ook de denkbeelden over
lationaliteit en nationaliteitsgevoel hebben
ich bij sommigen, ook in onzen eigen kring
ewijzigd.
Er staan hier echter voor onze Chr. Scho
len groote belangen op het spel. Als we de
nationaliteitsgcdachte loslaten, dan volgt c
meer en gebeuren er ergere dingen. W
staan dan voor het begin van het einde. Als
bij een volk het nationaliteitsgevoel is ver
dwenen, dan gaat het onherroepelijk te gron
de, zooals ook de historie bewijst.
Men beschuldigt er ons van. dat wij op le
ger cn vloot ons betrouwen stellen. Dit
echter onjuist. Wij Christenen stellen op de
eerste plaats de moreele defensie.
Spr. behandelde nu achtereenvolgens deze
drie punten: le. onze nationaliteit en
nationaal bestaan; 2e. de ondermijning
die nationaliteit; cn 3e. de beteekenis van de
Chr. School voor onze nationaliteit
Spr. schetste cn verduidelijkte eerst de be
grippen staat en natie, die niet hetzelfde zijn
Het is een rijk voorrecht, dat wij als Neder-
landsche staat ook een natie vormen. God
heeft blijkens de I-T. Schrift teer duidelijk
gewild, dat er niet één natie en volk, maar
meerdere zouden zijn. Elke natie en volk
ontvangt van God een eigen roeping. Dat
we in de geschiedenis van sommige vol
ken, zooals b.v. de Israëlieten, de Grieken,
de Romeinen, wel heel duidelijk. Alle pogin
gen, die in den loop der eeuwen aangewend
zijn, om een kunstmatige volkereneenheid
te scheppen, zijn mislukt. Een kunstmatige
eenheid kan geen stand houden.
Wij mogen God danken voor het bestaan
van onze Nederlandsche natie, die zulk een
eigen 'stempel draagt. Natuurlijk is het
dwaasheid om te zeggen, dat de NedéHand-
sche natie de beste is. We zeggen ook niet,
dat onze moeder de beste moeder en onze
kinderen de beste kinderen zijn. Maar het is
onze moeder, het zijn onze kinderen, de
Nederlandsche Staat is o n z e Staat. Wij zijn
er door banden des bloecis mee verbonden.
Wie zegt, niet voor den Nederlandschen
Staat te voelen, zegt dat onder suggestie van
buiten.
De nationaliteitsgedachte wordt echter
reeds ongeveer 1 eeuw door het rationalis
me ondermijnd. Deze geestesrichting heeft
doorgewerkt in kerk, staat en maatschappij
cn heeft ontzaglijk veel moois in ons volks
leven vernield. Een der vormen van het ra
tionalisme, het historisch materialisme, heeft
ook bij velen de vaderlandsliefde weggeno
men en heeft daarbij gaarne gebruik ge
maakt v de school. Die school moest neu
traal worden, eerst in religieus opzicht, ter
wijl later door het socialisme ook de poli
tieke neutraliteit werd geëischt. Deze laat
ste is oorzaak, dat de kern, de pit uit het ge
schiedenis-onderwijs wordt weggenomen.
Onze vaderlandsche historie wordt ontzield.
Indien deze strooming het mocht winnen,
dan is het met ops nationaal volksbestaan
Onze Chr. Scholen moeten hier kloek par
tij kiezen. Helaas zijn er reeds enkele Chr.
onderwijzers, die openlijk propaganda voeren
voor eenzijdige ontwapening, ja zelfs voor
dienstweigering. Zoo ondermijnt men de
grondslagen van het Chr. Onderwijs.
Het is niet waar, dat op {le Chr. scholen
het geschiedenis-onderwijs alleen bestaat in
het vertellen van krijgsverhalen. Het komt
aan op den achtergrond der dingen, op het
geen door tal van mannen en vrouwen in
onze geschiedenis in de kracht Gods is tot
stand gebracht. Wij moeten in de geschiede
nis Gods hdnd zien.
Spr. Ijerhaalt: wij zijn voor alles voorstan
ders van moreele defensie en de voorstelling,
alsof wij, Christenen, het wapengekletter
toejuichen, is onwaar. Dat houden wij
het allerlaatste. Maar het kan zijn, dat in
een bepaald geval naar de wapenen moet
worden gegrepen. Er zijn ook oorlogen Gods,
als het om recht en gerechtigheid gaat Spr.
hoopt, dat hiervan al onze Chr. onderwijzers
doordrongen zijn. Laten ook zij pal staan
voor onze nationaliteit.
Na deze met bezieling uitgesproken rede
werden twee coupletten van het Wilhelmus
gezongen.
Land- en Tuinbouw.
DE TUINBOUW IN „DE STREEK".
Men schrijft ons uit Broek op Langendyk:
Nog ia de winterkool niet geheel verkocht.
De bouwers hebben tot heden gehoopt op be
tere pryzen, maar ze zijn teleurgesteld. Inzon
derheid geldt dit van de Deensche witte. Roode
en gele kool ging vaak voor een goeden prijs
van de hand, doch wyl de andere verkochte
producten niet loonend geweest waren, werd
er omdat men hoogere prijzen noodig had,
vaak met het veilen van roode en gele kool te
lang gewacht: in plaats van stijging in de pry
zen kwam er menigmaal daling. Enkele dagen
geleden kwam er eenige opleving in de uien-
prijs; toen de aanvoer daardoor eenigermate
toenant, was de prya er dadelijk weer af.
Een groot aantal bouwers heeft in t verloo-
pen jaar imet verlies gewerkt; velen zelfs met
veel verlies.
Ook hier wordt „het'' nu door enkelen ge
zocht met glascultuur of met bloembollen.
De nieuwe gewassen staan over 't algemeen
goed. De aardappels zyn vroeger dan verle
den jaar. 'k Zag zooeven een klein par
tijtje, al mooi van stuik. Er zyn groote hoe
veelheden uitgepoot. 't Verlies er van zal nog
wel een paar weken uitgesteld worden. De
aanvoer zou nu nog te gering zyn.
Gemengd Nieuws.
DE ZAANDAMSCHE
SCHATGRAVERS
Nieuwe kuilen worden gedolven.
Men schrijft ons uit Zaandam:
Nog steeds wordt de Zaandamsche schat-
graverij onvermoeid voortgezet. Gisteren heb
ben wij weer eens een bezoek gebracht aan
deze moderne goudmijnen. De werkzaamhe
den zijn nu verdeeld.
Toen we het gangetje naast dein goudsmids
winkel waren doorgegaan kwamen we op
het terrein waar vroeger een stalhouderij
stond. Deze is gesloopt en de gemeente heeft
op de vrijgekomen plaats een weg geprojec
teord.
Maar volgens de nieuwste aanwijzingen
zouden ook hier goud en edelgesteenten in
den grond begraven zijn. Met frissohen moed
zijn een drietal arbeiders gistermorgen be
gonnen te graven
Naast de oude put, aan de Noordzijde van
het Kerkhof is men op een ander punt be
gonnen en wel naar de aanwijzingen van
een Duitsch ingenieur,, die ook op het ter
rein van Mir. Blaupot ten Cate te Kootwijk
kortgeleden opgravingen heeft verricht en
daar re.uitaten heeft bereikt.
Ook deze wist langs wctenschappeiijken
weg met zekerheid te zeggen, dat op de
plaats waar het graafwerk nu Is begonnen,
goud, edelgesteente en kunstvoorwerpen zijn
begraven.
Zaandam wordt meer en meer door de
goudkoorts aangetast, zoo ontving Madame
Sylvia, die gisteren weer naar Berlijn is
vertrokken, van. een Zaandamschen mole
naar een brief, waarin hij haar schreef, dat
op de plaats waar zijn molen 6tond, vroeger
een klooster had gestaan. Nu verzocht hij
Madame Sylvia ook hier haar'krachten eens
te beproeven, want hij was er van overtuigd
dat er ook onder zijn molen schatten waren
begraven. De molenaar is echter blijkbaar
een practisch Hollander, hij vroeg nl. prijs
opgave van Madame Sylvia's experimenten
Óok de man, die vroeger in de gesloopte
stalhouderij woonde wist zich nog verhalen
te herinneren van zijn grootvader, waarin
gesproken wend van begraven schatten.
EEN RUMOERIGE RAADSVERGADERING
Gemeentesecretaris en raadslid raken slaags
In de vergadering van den Raad der Ge
meente Sleen is 't tot 'n ernstige vechtpartij
gekomen tusschen den gemeente-secretaris
den heeir Grotenhuis en het raadslid Vos.
Aanleiding was een bespreking over de
kwestie van uitkeering van werkloozen
steun aan den lieer Vos. In de vorige ver
gadering was door den heer Vos beweerd,
dat op de steunlijsten zijn handteekening ver
valsoht zou zijn. Hiernaar werd een justi
tioneel onderzoek ingesteld, dat evenwel ge
staakt werd omdat de heer Vos zijn beschul
diging introk.
De voorzitter deelde thans in de Raads
vergadering mede, dat eir een vergissing in
het spel zou zijn geweest. Bij de besprekin
gen zeide de heer Vos> dat hij reeds ontvan
gen steungelden ten gemeentehuizen terugbe
zorgd had De voorzitter kon zich dat niet
herinneren, waarop dc heer Vos den secreta
ris als getuige opriep. Volgens hem zou do
secretaris gezegd hebben: „Vos je hebt ge
lijk, dat je het geld terugbrengt," waarop
de heer Grotenhuis het raadslid uitdaagde,
deze bewering buiten de raadsvergadering
te herhalen. Beiden stonden op, maar nog
voor het verlaten der zaal greep de secre
taris het raadslid beet en wierp hem tegen
den grond. Tijdens de worsteling sloegen en
schopten zij elkaar, terwijl de heer Vos den
secretaris tot bloedens toe in het dijbeen
beet. Ook de echtgenoote van den secretaris
in de raadszaal aanwezig, nam deel aan de
worsteling en wierp den heer Vos het glas
water van den voorzitter naar het hoofd.
Enkele raadsleden slaagden er tenslotte in
de beide vechtenden, die hevig bloedden, en
vol blauwe plekken zaten te scheiden.
De raadsvergadering werd hierna ge
schorst.
Te Krommenie is de fabrieksarbeider Van
F., werkman aan de Ned. Linoleumfabriek,
uit de vierde verdieping van een der fa
brieksgebouwen gevallen. Hij kreeg een ern-
•tige bekkenbreuk en is overleden.
MET EEN BIJL BEDREIGD
De schildershaas H. J. V., uit Den Haag,
die zijn vrouw reeds eerder met een hamer
bedreigd had, wilde haar Zondag met een
bijl te lijf. De politie heeft den man opge
sloten.
UIT EEN RAAM GEVALLEN
Op den Noordwal te Den I-Iaag is het 2y2-
jarig jongetje P. F. J. de G., dat bij zijn
grootouders op bezoek was, uit een 7 M.
hoog raam op straat gevallen. H-et kind was
direct d^od.
AMERIKAANSCHE STEDEBRAND
Deze luchtfoto geeft een overzicht van den brand te Nashua (Ver. Staten), welke
stad voor een deel in de asoh werd gelegd. Ongeveer 1000 menschen werden hierbij
dakloos.
ERNSTIG MOTOR-ONGELUK
EEN DOODE, TWEE GEWONDEN
Op den Tramsingel te Breda heeft een
ernstig motorongeluk plaats gehad met
doodelijken afloop.
Een motor met duozitter cn zijspan, waar
in eveneens een persoon gezeten was,
kwam van Antwerpen, op weg naar Am
sterdam op den Tramsingel door het te
kort nemen van een bocht in botsing met
een langs den weg staande lantaarnpaal.
De twee passagiers werden van het mo
torrijwiel geslingerd en bleven liggen, ter
wijl de bestuurder met zijn voertuig aan
de andere kant van den weg tegen de Ba
lustrade van de Gasbrug werd geslingerd.
De man werd zwaar gewond van nnder het
motorrijwiel vandaan gehaald. Van de pas
sagiers bleek een eveneens zwaar gewond
te zijn, terwijl de andere verwondingen
van minder emstigen aard had bekomen.
Per ziekenauto zijn de twee zwaargewon
den naar het ziekenhuis overgebracht.
De bestuurder, de heer V. uit Amster
dam, is aan de gevolgen overleden. De toe
stand van het andere slachtoffer is niet
zorgwekkend.
DE D 1480.
Het Duitsch e postvliegtuig D 1480, van
Londen naar Berlijn, dat te Veenendaal
Zaterdag op den Eng een noodlanding
maakte wegens motordefect, bleek aan zijn
motor grooter herstelling noodig te hebben.
Het gevaarte staat nog steeds op den Eng
en wordt van geheel nieuwe motoren voor
zien, die 25.000 kosten. Vermoedelijk zal
het hedenavond starten, mot bestemming
Schiphol.
Duizenden maken van de gelegenheid ge-
ibruik om het toestel te gaan bekijken.
DOOR EEN AUTOBUS AANGEREDEN
Gisteren werd de 60-jarige P. W., wonen
de te Heer Hugowaard door een achter-uit
rijdende autobus, bestuurd door G. D., uit
Haringkarspel, zoodanig aangereden, dat
hij een hoofdwonde en een lichte hersen-
LICHAMELIJKE OEFENING
NA ZEVEN JAAR TERUGGEVONDEN.
van C. Z. te Nieuwkoop verloor
zeven jaar geleden haar trouwring bij het
spoelen van waschgoed in de sloot naast
haar woning. Thans is de ring in den tuin
van een buurman teruggevonden. Met bag
geren is hij reeds eenige jaren geleden in
dien t uin terecht gekomen.
HET ..KLIEKJE"
Wat zijn liberalisten toch soms ontzettend
hardleersch.
Zij zullen nooit leeren, dat menschen, die
anders denken dan zij ook tot het Neder
landsche volk behooren. Zij zijn „alge-
meene" Nederlanders en de anderen zijn
sectariërs, in het allerbeste geval „bij
zondere" Nederlanders.
Zoo was het op schoolgebied, zoo is het in
den radiostrijd, zoo is het ook op het ter
rein der lichamelijke oefening.
Een staaltje?
Te Middelharnis bestaan plannen, om,
evenals in zoo vele andere plaatsen van ons
land een Chr. korfbalverecniging op te
richten.
Hoor nu eens, hoe het weekblad „Onze
Eilanden", dat natuurlijk algemeen of neu
traal heet, maar liberaal is, hiertegen te keer
gaat:
„Wij rijn heelemaal niet tegen Kerksch-
gezinde sportlieden. Sport heeft eenmaal
niets met de Kerk te maken. Maar met
alle vrijheid kunnen we opmerken, dat
Chr. niets te maken heeft met een sport-
vereeniging. Een sport-vereeniging is een
vereeniging die één of andere lak van
sport beoefenten geen bijbellezingen
houdt. Wij willen eerlijk zoggen dat
wij het zeer profaan vinden om een
sport-vereeniging Chr. te noemen. We
zouden zeggen het is het middel om een
kliekje te maken, wat al heel erg
strijd met het sportbeginsel, waarin ge-
lij k h e i d de hoofdtoon voert.
Sport-menschen worden door erg ker
kelijk gezinden met een heel scheef oog
aangezien, men beschouwt hen zoo dik
wijls hebben we dat niet zoo menig
maal tot verwijt gekregen als heide
nen; desniettegenstaande is het sport-
begrip bij ons hooger dan al die afschei
ding die wij betreuren al dat gepronk
met chr.; wij heeten hen, als vertegen
woordigers zouden we willen zeggen van
kerkelijke sportliefhebbers welkom in
onze sportkringen en hopen dat zij naast
sport-propaganda, de groote schakel zul
len vormen van vrede onder sportmen-
schen en waardeering van andersden
kenden."
Wat nu van dit geschrijf te zeggen?
Met een brio, alsof de zoon van de uitgever
van „Onze Eilanden" nog de banen had te
stipuleeren, waarlangs de sportbeweging
zich heeft te bewegen worden hier stellingen
geopperdwaaraan nóg grootere geesten
reeds lang voorbij zijn.
Meerum Terwogt, de bekende sportredac
teur van de N.R.C.. erkende het reeds een
paar jaar geleden ruiterlijk in de Revue der
Sporten, dat Chr. wel degelijk iets met sport
heeft te maken, dat hij zich althans zeer wel
kon begrijpen ,dat er Chr. sportvereenigin-
gen werden opgericht en hij maande zijn
geestverwanten om nu toch eens op te hou
den met de onzinnige opmerking dat sport
niets met het een of ander levensbeginsel
had te maken.
De liberalen van Middelharnis schijnen
echter nog niet zoo ver te zijn. Die zeggen
dat in een sportvereeniging geen bijbellezin
gen worden gehouden (hé, dat wisten we
nog niet) en dan gaat natuurlijk de witte
das om, dan wordt eventjes voor het volkje,
dat gevangen moet worden, vroom gedaan:
„wij vinden het zeer profaan een sportver
eeniging „Chr." te noemen."
Het is weer de oude liberale gedachte:
Christelijk, dat is men in de kerk, men mag
het desnoods nog rijn bij een Bijbellering,
maar dan houdt het ook op.
Van een levensbeginsel, dat heel het leven
doortrekt begrijpen deze lieden niets. Zeker,
muziek is muziek en sport is sport.
Een mes is ook een mes, maar men kan
het als nuttig gebruiksvoorwerp en als
moordwerktuig gebruiken.
Als de sport en de sportvereeniging wordt
een fuik, waarin onze jeugd wordt gevangen
om ze af te trekken van het Chr. levensbe
ginsel, dan zien we ze met een héél scheef
oog aan, dan moeten we er niets van
hebben.
Als in den z.g. neutralen kring onze jon
gens wordt voorgehouden, dat de godsdienst
iets is, dat men kan aanvaarden, maar waar
aan men ook voorbij kan gaan, en waarvan
men in den regel meer „last" dan „gemak"
heeft, dan zeggen wij. dat dit een heidensch
vergif is, dat onze jeugd in aantrekkelijken
vorm wordt ingegoten, dan .scheiden wij
ons af' van de wereld en dan ondergaan wij
de hoon van het „kliekje".
Gelukkig, dat men te Middelharnis het
voorbeeld volgt van zoovele andere plaatsen
dat men ook op onze eilanden met zijn in
meerderheid Chr. bevolking gaat inzien dat
Chr. wel degelijk iets to maken heeft
met een sportvereeniging dat er ook op het
sportterrein een Chr. levenssfeer kan en
moet zijn een buigen voor liet Woord, dat
niet alleen voor de kerk, maar ook voor het
volle rijke menschenleven is gegeven en
waarin ware blijdschap gevonden wordt in
de gebondenheid aan het levensbeginsel.
Wij kennen geen aparte „sport-mcnschen"
en „sportbegrippen", wij kennen alleen maar
complete menschen. die geestelijk, maat
schappelijk en lichamelijk een éénheid vor
men en die hun leven niet inrichten naar
bepaalde „begrippen" maar naar het groote
levensbeginsel: God lief te hebben boven
alles en den naaste als zichzelve.
Wil men dat een kliekje noemen, goed,
laat men zich in Middelharnis maar op veel
UIT DE INDISCHE BLADEN
EES MAXIFEST TAS DE K.P.
De Ind!.«che K&thollek-e Partij publiceerde
„Het Hoofdbestuur der Indische Katholle-
- J. verwijzend naar ziln manifest, uit-
op 13 Seplei
IKP*
het volgrende
..Het H(
ke Partij, ver
t huidige koloniale politiek
ng brengend, dat op den Jong-
-------- het volgend er
in het Yolka-
"OOrbere
zelf besrhifckl
I van Indie onder
mdsclie leiding";
vsn oordeel, dat
telen, in den Jon'
Cntholleke politiek.
:rschlllende politieke
:en tijd (In de Koe-
:Mlng aangeven voor
rijd i
t bovei
et de ri
I.K.P.
ting
goede politiek
drukkelijk. dat zij voor deze
zonder overleg met het H.B.
aangeboden, geenerlei ver-
kan drnsten
N'tvsbld. teekent hierbij aan:
rglssen. worden in dit mt-
ledoeld. die in de Koerier
ie hand van den heer Plet
er „Katholieke Politiek in hel
artikelen, dl.'
ter plaatsing
lljkh.-id
schenet
tholleken e
sproken V
t Ka-
rond-
Ma:
r het best
heeft di
li tuiten te kunnen toeschrijver
de plants op de candidatenllj:
rail toekv/am
derling fe
éeStf'heeft
nd die
ilfest is ook van groot belang.
- van de IK.F. afd. Batavia ge-
hcer Kerstens dergelijke kwa-
politleke vereeniging. met een ultgcs
krijgen. die"i
id die niet
htige !n
d<!'
:elf schrijft irfdê koeriei
e verbazing heb Ik kennis
manifest van het hoofdbe-
r der I.K.P. Mij nauwkeurig herinnerend
Hf'len den laatsten tijd in
jnen. t*st Ik volkomen
in het duister bij de vraag: welke toch de
door het I.K.r.-hoofdbestuur bedoelde artlke-
zijn. „die een richting annj
ïrljver(e) door het hoofdbestuur be-
BÏAATREGELEX IXZAKE PERSCEXSCT7R.
- op de pers. Het stnnt echter prln-
nlet vast dat maatregelen getroffen
■den; de Regeering wcnscht deze
lke nu reeds gerulmen tijd een on-
n studie heeft uitgemaakt van ver-
i beslissing worden
lelijkst zijn i
Het maakt natuurlijk teven
overweging uit. op welke wljzo
s uur-maat regelen zullen worden Ingevoerd. ZIJ
zullen in leder geval het gemakkf-
gieten in den vorm van een Ordoni
in dien van een Wet. Aanvulling vat
wet Is dus niet wanrnchl InIML-
stelling l
J. J. Schrleke, i
-r het bewerken
voorbestemd schijnt
tregelen tegen de pers.
BÉ' ibtennar op de Alge-
meene Seci
een van d«
van de eerste verzoeken welke tot hem werden
gericht: beatudeerlng va#maatregelen tegen de
per».
RIJ het optreden van Mr. Schrleke ala Regee-
rlng.-gemacbugde voor Algemeene Zaken In den
olkaraad. een Jaar of 8 geleden, nam hij van
zijn ambtsvoorganger wijlen den heer Muur*
ling, een gedeeltelijk ten uitvoer gelegde op
dracht over. welke wederom betrof: bestudeerlnr
van maatrgelen tegen de pers.
En ziet. thans is de heer Mr. J. J. Schrleke,
waarnemend directeur van Justitie, en een van
de eerste nieuwe Regeeringsopdrachten. welke
hij als zoodanig krijgt, ls weer: de samenstelling
vl£,.ffi,1!,tr*5''lon tegen de pers.
Wie deze lijst even in oogenschonw neemt,
zou derhalve onwillekeurig geneigd zijn te den
ken, dat maatregelen, welke al zoo lang in stu
die en voorbereiding zijn geweest, ook ditmaal
er niet gauw sullen komen Maar dat zou een
vergissing kunnen zijn. want dit keer zal bln-
nèn heel wat kortoren tijd een beslissing moe
ten worden genomen.
Indien nu mocht worden besloten tot Invoe
ring van eens uurmaatregelen, dan bestaat er
goede kan», dat zij nog dit Jaar den Volksraad
teTO^fwaïwe,ins xulIen worden aangeboden.
WIJ hebben zoo'n Idee. merkt het blad tenslot
te ironisch op. dat Mr. Schrleke om te voor-
hU 'b het volgende door het
■egelen
ft U n.
spot en hoon, ook wel uit den kring van ver-
keerd begrepen vroomheid voorbereiden, als
men het groote levensbeginsel maar begrijpt
en vasthoudt.
Maar het liberale „kliekje" dat „Onze
Eilanden" hier op het vuur wilde zetten is
al te oudbakken, er zit don ook een verdacht
luchtje aan.
raOR HONDERD JAAR
DOOR S. VAN WOUDEN
10)
Hij was te veel een man der weritelijk-
eid en van het verstand om ail de be
wegingen der ideeën op godsdienstig en
staatkundig gebied te kunnen waardeeren
In den belangloozen ijver, èn van de
Roomsch Katholieke priesters voor de be
langen van hunne kerk, èn van de oud-
Gereformeerden in de handhaving hunner
dogma's zag hij slechts dweepzucht Do
warme geestdrift van jongelingen voor
liberale beginselen en maatschappelijken
vooruitgang beschouwde hij als een nieu
we opborreling van den revolutiegeest
Bij het uitvoeren van besluiten, die hij op
lijn standpunt billijk oordeelde, achtte hij
te gering de hartstogten van andersden
kendenHij \<fes meer administrateur
dan KoningOvertuigd van zijn goede
bedoelingen en van zijn regt, veroordeelde
Willem I dikwijls in driftige bewoordin
gen de onbekwaamheden en de verkeerde
bedoelingen, die hij meende op te mer
ten; hij heeft zich daardoor onverzoenbare
vijanden verworven, in een baron C. F.
jirtema van Grovestins, in een Graaf de
Merode van Westerloo en vele anderen...
Ook later, tegenover hartstogtelijke par
tijen, hebben zijne woorden van toorn
veel nadeel teweeg gebragt Niet geheel
vrij van achterdochtigheid, ontwikkelde
zich dat gebrek door de omstan
digheden zelve: de Noord-Ne de rland-
sche staatslieden verdacht hij, dat zij niet
opregt de vereeniging met België wilden,
terwijl hij, omgekeerd, weder in de Belgi
sche opposanten slechts ondermijners van
zijn gezag erkende; ook daarom kon hij
vele Hollandsche staatslieden, die een an
der gevoelen hadden omtrent 't regeerings-
beleid, niet nevens zich verdragen. Hij
had echter te veelberekening, om be
kwame mannen geheel in ongenade te
doen vallen; wanneer hij de staatslieden,
die hem te zelfstandig waren, uit zijne na
bijheid verwijderde, werden zij in andere
aanzienlijke ambten geplaatst, waardoor
hij hen zocht te behouden voor zijne re
geering
Voor zicih zeiven kon de Koning over
tuigd zijn, dat hij in alles het welzijn des
vaderlands zooht, omdat hij geen andere
bezigheid kende, dan voor het land te
zorgen, en geen uitspanning hem hooger
was, dan zich in het geluk zijner onder
danen te verheugen. Geen ambtenaar over
trof hem in werkzaamheid, geen staats
burger in liefde tot het vaderland
Hij had beschaving en verlichting lief,
blijkbaar in zijn voortdurende zorg voor
hooger en lager onderwijs; hij haatte wil
lekeur, maar helde, uit vrees voor fanatis
me en revolutiegeest, tot groote strengheid
overNaar zijne overtuiging, moest hij
de grondwet, die hij bezworen had, hand
haven naar z ij n e uitlegging; en zoo hij
in die uitlegging wel eens heeft misge
tast, moet men vooral niet uit het oog ver
liezen, dat de theorie van eene getemper
de monarchie vroeger vooral daarin ge
zocht werd, dat aan den Monarch alle
Minister E 1 o u t, die van nabij met Willem
I in aanraking is gekomen, getuigde van
hem:
van nabij is mij gebleken hoe zich
in den Koning vele voortreffelijke hoeda
nigheden vereenigen, welke aan het hoofd
van eenen staat voorzeker voegeneen
helder verstand, eene overgroote vatbaar
heid en vaardigheid in de behandeling
van de voorkomende onderwerpen, eene
onvermoeide werkzaamheid en daardoor
verkregen kennis van zaken in de onder
scheidene takken der Regecring, waarvan
geene aan zijne zorg ontging
Niet elk was op zulk een standpunt ge
plaatst, noch kon er zich op plaatsen.
Vandaar dikwijls verschil van gevoelen...
In de tijdendie wij beleven nam dit
verschil van gevoelen wel eens eene wen
ding, die voorde algemeene belangen van
Land en Volk nadeelig en gevaarlijk kon
worden en weUigt hier en daar ook ge
weest is
Na deze. door Elout blijkbaar met groote
voorzichtigheid opgestelde schets, geef ik
het oordeel van Mr. Groen van Prinsterer.
gelijk dit in zijn Handboek te vinden
is. Vooraf zij nog opgemerkt, dat Groen
zijn loopbaan begon als secretaris van het
Kabinet des Konings, cn later directeur
werd van het Huis-Archief van Oranje. Hij
is dus vele malen in persoonlijke aanraking
met den Koning geweest en, scherpe op
merker als Groen was, moet zijn oordeel
over Willem I als zeer waardevol worden
gekenmerkt.
Groen van Prinsterer dan schreef:
Koning Willem I heeft, gedurende een
zeven en twintigjarig tijdsverloop, Neder
land onder menigvuldigen lotwissel be
stuurd. Bekwaam, standvastig in de be
hartiging van algemeene cn bijzondere
aangelegenheden, werkzaam met ruste-
loozen ijver, hield hij gelijken tred met
den tijd waarin hij geleefd heeft, zoodat
ook voor hem het Liberalisme de waar
heid of minstens een bruikbaar of nood
zakelijk regeeringsmiddel was. Minder
staatsman dan administrateur, zocht hij
de kracht van het monarchaal gezag in
de onweerstaanhaarhei van persoonlijk en
alomvattend beheer, en gaf in zijn eigen
voorbeeld het bewijs dat geen welmoe
nendheid van bedoeling of onverzette
lijkheid van karakter de ontwikkeling van
een beginsel, waaraan men zich onder
worpen heeft, belet. Beurtelings met over
drijving geprezen cn met ondankbaarheid
gelasterd, doch lid met eore van een
lusterriik Geslacht, mag hij voorzeker
onder de dngelijksche menschen of mid
delmatige Vorsten worden geteld
Groen's tegenvoeter. Thorheuke, laat ik
ook een oogenhlik onn het woord:
Restauratie was niet hetgeen Willem I
voor zich hegeerde. Hoe onvolkomen, he
ter dan velen, waardeerde hij de groote
verandering, die hier te landeplaats
gegrepen had.. De partijschap, welke de
oude Republiek voor en tegen het Huis
van Oranje had verdeeld, moest met de
derde, meer monarchistisch gestemde re-
geeringspartijin één groote partij
worden opgelost
Tot dusver was Thorbeoke's oordool nog
al gematigd. Maar buitengewoon scherp
werd hij, toen hij vervolgde:
Minder man van gezag, dan van eigen
wil, bereid om adviezen te hooren, doch
niet genegen om iets op andoren te laten
aankomen, minister aller Departementen
van algemeen bestuur, verlangde hij
geene zelfstandigheid, gecne staats- maar
persoonlijke dienaren. Hij vroeg bij de be
noeming van Ministers niet, óf zij don
zedelijken invloed van het Gouvernement
konden vermeerderen, maar of zij hem
pasten. Indien hij het vorstelijk talent,
om de personen te onderscheiden en te
kjezen, in hooge mate had bezeten, het
zou voor don Staat toch woinig vrucht
baar zijn geweest bij gebreke dier vor
stelijke liberaliteit, welke de gokozenen
hunne volle waarde weet te laten ont
wikkelen. De regering tot zijne indivi
duele inzichten beperkt, trok noch be
kwaamheid noch karakter aan, buitenge
wone menschen waren lastig en niet
bruikbaar
Ik meen me>t deze citaten, wat de karak
ter-beschrijving van Koning Willem I he
treft, te kunnen volstaan. Onpartijdigheids
halve gaf ik ook het oordeel van Thorbecke
weer. zooals dat te vinden is in de H1 s-
torische Schetsn. Ik deed het echter
met tegenzin, wijl ik me moeilijk in die
vlijmende beoordteling kan vindon. I.lever
houd ik het n..t De Boseh Kemper, om
van wat Groen van Prinsterer schrijft,
maar niet spreke.*.
Door innige vereeniging tot innigen afkeer.
De gedachte: door innige vereeniging tot
innigen afkeer ia van Groen van Prinstorer.
In par. 1013 van zijn Handboek schreef
hij over de samenkoppeling van België mei
Holland deze kernachtige uitspraak: Zoo
danige eenheid moest tweedrngt, innige ver
eeniging van dien aard moest innigen af
keer Inwerken. Elke zwarigheid uit do
verhouding van Bolgië en Holland, door af
zonderlijk beheer voor vermindering vat
baar, werd door het gedwongen omalgamee-
ren verdubbeld".
De vraag moet beantwoord wien de snMld
treft van de tweedracht, die door Groente
gesignaleerd.
Ik voor mij geef zonder eenige aarzeling
en terstond het antwoord: België en d«
Belgen!
De rechter, die na een twist de schuld
vraag heeft op te lossen, onderzoekt als
logisch-denkend man. wie het eerst heeft
gedreigd cn wie den eersten klap heeft
toegebracht. Over hem, die hegonnou is,
spreekt hij dan het schuldig uit. In het
vonnis, dat hij vervolgens uitbrengt, kan
voor dan \cmordeelde als verzachtende om
standigheid dienen, dat de tegenpartij een
onverstandige houding heeft aangenomen,
terwijl diens woorden cn daden een irrilee-
rende uitwerking hadden, maar de schuld
van den twist, van het handgemeen, valt
onherroepelijk op hem, die begon.
En onomstooteiijk staat, dot de Bel
gen begonnen *ijn!
(Wordt rerrofgij