ft5 FT71
KERKVOOGD IJ EN
DER NED. HER V. KERK
t
i »-
DONDERDAG 15 MEI 1930
TWEEDE BLAD PAG. 5
DE STRIJD TEGEN DEN KERKCENT
EEN KERKELIJKE BANK?
Gisteren ving tc Utrecht aan de Algemeene
Vergadering en het Congres der Vereeniging
van Kerkvoogdijen in de Ned. Ilerv. Kerk,
ter gelegenheid van het tienjarig bestaan
van genoemde Vereeniging.
De opening.
De Voorzitter, de heer J. B akke r, opende
de vergadering en sprak een kort openings
woord waarin hij erop wees dat de aanwezi
gen leden van één en hetzelfde huisge.
zijn, n.l. leden der Ned. Ilerv. Kerk. Teven:
zijn zij ook leden der Vereen, van Kcrkvoog-
dijen. In dubbelen zin dus broeders.
Spr. wees verder op het streven der Ver
eeniging naar eenheid in de Kerk. Het pa
rool is saambinding in het Kerkelijk lever
van de deelen, die vaak los of tegenovei
elkander staan. Conflicten kwamen in de
Vereeniging tot dusverre niet voor. Sedert de
vorige vergadering traden 50 Kerkvoogdijen
tot de Vereeniging toe. Er moet evenwel nog
verder krachtig propaganda gemaakt wor
den.
Spr. noemde het een misverstand, dat Kerk
voogdijen, die niet voldoen aan den aanslag
van den Raad van Beheer, niet tot de Ver
eeniging kunnen toetreden. „Wij willen ons
neerleggen bij het Reglement op de predi-
kantstractementen, doch dwingend treden
wij tegenover onze leden niet op. Iedere
Kerkvoogdij, die onze statuten onderschrijft,
is ons welkom. Wij hopen echter langs den
geordenden weg en door overleg ook voor
meer bevredigende regeling in zake de pre
dikantstraktementen op te treden."
Bestuursverkiezing.
De beide aftredende leden van het hoofd
bestuur, de heeren L. A. Snoep en S. K
W e s t e r d ij k werden herkozen. In de
plaats van den heer Quarles van UI
ford werd b.enoemd de heer C. R o e t e r
dink.
Jaarverslag.
Het jaarverslag van den secretaris den
heer W. H. Kohier van Maarssen vermeld
de vele bizonderheden over de werkzaam
heden van het afgeloopen jaar.
Het verslag, dat in het April nummer van
het orgaan is gepubliceerd, werd goed|
kcurd.
Ds. Mr. C. J. B a r t e 1 s refereerde ovc
vraag: „Hoe komen de Kerkvoogdijen aan
haar geld?"
Spr. kwam na een historisch-juridische
uiteenzetting tot de beantwoording dezer
vraag. In 1869 werd het beheersreclit vrij en
het kwam sindsdien in het bezit der Gemeen
ten. Tweederde der Gemeenten regelde se
dertdien zijn zaken naar het. Algemeen Re
glement. Een derde der Gemeenten bohield
plaatselijke vrijheid voor. De kerkvoogden
zijn na 1869 zuiver kerkelijke functionaris
sen, beheeren de eigendommen der Gemeen
ten en de financien, hebben meestal opdracht
om belastingen te heffen, prechkantstracte-
menten uit te betalen; kortom zij zitten als
lasthebbers der Gemeenten. De z.g. kerke-
goederen moeten tegenwoordig beschouwd
als eigendom der) Ned. Ilerv. Gemeenten en
er is dus geen onderscheid tusschen eigen
dommen welke zij thans verkrijgen b.v. door
erfstelling of die zij verkreeg in de grijze
oudheid.
De kerkvoogden moeten zich dus beschou
wen als kerkelijke functionarissen. Om aan
geld tc komen putten zij uit de doode hand;
d. w. z. renten van belegd kapitaal. Het in
komen van de gezamenlijke Ned. Ilerv. 'Ge
meenten bedraagt moer dan een milliocn
gulden. Een belangrijke bedrag, maar lang
niet voldoende voor de kerkelijke huishou-
De kerkvoogdijen hebben veel mot verpach
tingen te maken. Naar spr.'s meening zal het
oiiiwerp-Pachtwet uitkomst brengen als het
dwingend recht erin blijft. Dan zullen dc
Kerkvoogdijen veel moeilijke en lastige kvves
ties kunnen afwentelen op een ander lichaam
buiten het dorp gevestigd.
Of vergrooting van het bezit in de doode
hand wenscljelijk is? Dat bezit heeft natuur
lijk zijn gevaren. Met verhuringen van lan
derijen krijgt mer. soms kwesties welke som
migen zouden afstootcn. Als de Kerk rijk is
en in de. oogen der eenvoudigen is de
Kerk al gauw rijk dan verleeren de men-
schen het geven en daardoor verliezen de
mcnschen zelf zooveel. De Kerk is nu een
maal een volkskerk en zij heeft een groote
kleurlooze massa mee te sleepen. Daarom
moet zij ruggegraat hebben en met het oog
daarop mag de Kerk aanspraak maken op
hulp uit 's Rijks kas en ook trachten het be
zit in de doode hand uit te breiden. De
Kerk doet goed daarop de Aandacht te ves
tigen en er dc menschen op attent te maken
dat zij graag het bezit in de doode hand uit
breidt en daarom graag in testamenten
wordt bedacht. Maar het is noodig, dat voor
al ook het bezit in de levende hand wordt
uitgebreid, want anders worden de Kerk
voogdijen slechts fondsbeheerders en geeD
beheerders der levende Gemeente. De kerk-
collecte is de kerkelijke vorm bij uitnemend
heid om gelden voor den eeredienst bijeen
te brengen, maar de kerkcent heeft dezen
vorm bij uitnemendheid doen verloopen. Wij
moeten den strijd aanbinden met de kerk
cent. Landelijk moet een anti-centencam
pagne worden op touw gezet door artikeltjes
ertegen te schrijven, die in alle kerkelijke
bladen worden opgenomen, en door alle Pre
dikanten ertegen te lateil spreken.
Voor den hoofdelijken omslag is een zeer
goede administratie noodig. Deze moet dan
uniform zijn, voor alle kerkvoogdijen gelijk
Propaganda voor den hoofdelijken omslag is
noodig.
In de Kerkvoogdijen moeten de leden op
tijd aftreden, niet blijven zitten tot hun dood
of tot ze een briefje van den dokter krijgen.
De Kerkvoogdij is geen lichaam van regen
ten, geen landjonkerdom, geen boerenaristo-
cratie. De rivaliteit tusschen kerkvoogdijen
on predikanten moet uit den tijd zijn.
De heer J. Bakker, voorzitter der Vereen,
refereerde daarna over de vraag: „Waaraan
geven sommige Kerkvoogdijen haar geld uil
en waaraan behooren de Kerkvoogdijen haar
geld uit te geven?"
Er zijn Kerkvoogdijen geweest die, hoewel
het haar aan middelen niet ontbrak, toch
aan dc predikanten geen tractementen ga
ven die behoorlijk mogen worden genoemd
De gelden waarover de Kerkvoogdij de be
schikking heeft mogen alleen maar bestemd
worden voor doeleinden welke liggen in de
kerkelijke lijn. Het komt soms voor dat ker
kelijke kiesvereenigingen gesteund worden
door de Kerkvoogdijen. Dat is verkeerd. Ook
moet geen subsidie worden verleend b.v. aan
bewaarscholen zooals soms ook gebeurt.
Dc Kerkvoogdijen moeten wel bijdrage ver
lecnen aan de Diaconie als dat noodig is. Zij
kunnen ook Evangelisatie uitgaande van de
Ned. Herv. Kerk steunen. Maar alleen als zij
ruim in haar middelen zitten en voorzichtig
heid is aan te bevelen.
Door gezamenlijk optreden kan men plaal
seliik besparen. Overwoj.4 n kan b.v. een
bank te stichten zooals ook de Vereen, van
Ned. Gemeenten heeft; de inrichting van
een centraal bureau; gezamenlijke inkoop
van allerlei dingen waartoe eventueel eer
coöperatie kon worden gevormd; het instel
len van een gemeenschappelijk toezicht op
den orgelbouw enz. enz.
Er kan bezuinigd worden op uitgaven ter
verzorging van de kerkelijke gebouwen en
alles wat in betrekking staat tot den eere
dienst. Dan moet men breken met jaarroke
ningen en kwartaalrekeningen. Dan is spr.
overtuigd dat alleqji door dezen maatregel
reeds dc rekeningen wel wat méè zullen val
len. Goed onderhoud der kerkelijke goede-
ren is noodig.
Na te hebben betoogd dat, wanneer
het onderhoud van bruggen, wegen en
voetpaden op derden kan worden afge
wenteld, dat met kracht moet worden
bevorderd, zeide spr. dat reserveering zeer
noodig is voor onderhoudskosten van kerk
of toren of andere bouwwerken. Daardoor
oorkomt men dat een groote leening'voor
dergelijke doeleinden zou moeten worden go
sloten wat ten nadeelc der Gemeenten is.
De Kerkvoogdij moet de Gemeente volle
dig op de hoogte stellen van de wijze waar
op zij haar beheer heeft gevoerd. Men moet
af van het oude standpunt van dorpspo-
tentaatjes of dorpskoninkjes. Het moet niet
zoo zijn zooals het wel was dat de kerk-
vobgden gingen zitten met gezichten van:
„wie doet me hier eigenlijk wat?" en
heerschton op een Mussolini-achtige wijze
tot schade der Gemeenten. Men moet besef
fen als kerkvoogd, rentmeester te zijn in
het Huis Gods en spr. eindigde met den
ensch dat de Vereen van Kerkvoogdijen
an de verlevendiging van dit besef krach
tig zal kunnen medewerken.
Bespreking.
Bij de bespreking werd gevraagd waar
vrijwillige bijdragen stelsel moeten zijn en
waar hoofdelijke omslag regel moet wezen
Verder werd opgemerkt dat extra-collecten
niet in den weg staan van kerkcollecten:
juist extra-collecten geven een bewijs van
leven in dc Gemeente. De kerkcent zal niet
verdwijnen door extra-collecten, maar kan
wel worden verdreven door zooveel moge
lijk medeleven der Gemeente op te wekken
Gemeentevergadcringen, belegd minstens
eens per jaar door de Kerkvoogdij, waarop
de kerkelijke begrooting wordt besproken,
DE BURGEMEESTER VAN BOEDAPEST
"GOUDEN TEHUIS-'JUBILEUM
W -V* -4.
Deze week werd het 50-jarig bestaan herdacht van het Christelijk Militair Tehuis te Deventer. In een groote feestvergadering
waar onze fotograaf bovenstaande foto nam werd dit gouden jubileum gevierd. Zittend v.Ln.r. mevr. Janssen, ds. H. Janssen
(leger- en vlootpredikant in alg. dienst), 'baron Stratenus (voorz. afd. Deventer Nederl. Mil. Bond), majoor Crommelin (garni
zoenscommandant Deventer), en Ds. P. Bootsma ('.egerpredikant, voorz. van het comité Gouden Jubileum van het Chr. Tehuis
voor Militairen).
Di\ Ripka, Burgemeester van Boedapest, die met het bekende Hongaarschc zangkoor
«enige dagen in ons land vertoef!, bracht gister een bezoek aan Rotterdam. Vooral dc
havens en het vliegveld Waalhaven trokken zijn belangstelling. Bovenstaande foto
werd genomen bij de aankomst van den Burgemeester,
zijn daartoe nuttig. Juist thans is het de
goede tijd om een Kerkelijke Bank op te
richten nu binnenkort in verband met het
Zuiderzeegebied groote sommen verhandeld
zullen worden.
Een der sprekers merkte op, dat ook in
de groote stad de Gemeente moet bestaan
door vrijwillige bijdragen; door hoofdelijken
omslag gaan wij ten gronde, aldus deze spr.
Reserveeren is niet gewenscht zoo meen
de men voor Gemeenten die geen goederen
in dc doode hand hebben. Is 't wel billijk om
twintig, dertig jaar lang lasten op de Go
meente te leggen? Moet niet het geslacht aal
daarna komt, die lasten dragen? Een
kerkelijke bank vond deze spr. niet ge
wenscht; het bankwezen is in ons land toch
al zoo gespecialiseerd. Deze spreker was ook
niet ervoor dat vrouwen in de Kerkvoogdij
zitting zouden hebben.
Coöperatief inkoopen beeft een nadeel vol
gons een der sprekers, omdat het geld wordt
opgebracht door de Gemeenteleden en men
dus ook dat geld in de Gemeente moet be
steden.
Door beide referenten werden de vragen
beantwoord.
AVONDVERGADERING.
In den avond werd eon meer gezellige bij
eenkomst gehouden, waarin verschillende
punten op gemoedelijke wijze werden be-
besproken.
Jihr. Ir. W. L a m a n Trip, van Wage-
ningen, sprak een kort inleidend woord
het zitplaatsenvraagstuk.
Spr. beantwoordde bierbij de twee vra
gen: 1. mogen naet-leden tier kerkelijke ge
meente zitplaatsen in eigendom hebben; 2.
mogen anderen dan de kerkvoogden de
plaatsen verhuren, ontkennend.
Uit de historie wees Spr. den verschillen-
cèeii oorsjnxyrtg van bet ■„zitreuht" an do
kerken aan, dat zijn oorspr mg vindt in een
bijdrage bij den kerkbouw in gewoonterecht
Misbruiken kwamen voor, toen het zit-
recht voorwerp van verhandeling werd en
sommigen de plaatsen gingen opkoopen en
als melkkoetje beschouwen.
Hoe nu te handelen?
De zaak moet centraal aangepakt worden.
Iet zou overweging verdienen om een ge-
al, dat een niet-lid der kerk recht op een
plaats doet gelden, rechterlijk te doen uit
maken als voorbeeld. Voorts kan men trach
ten. het zitrecht te doen uitsterven of uit
wonenden te vragen hum plaats met lusten
lasten aam de kerkvoogdij over te doen.
De heer J. Bakker leidde in het
orgelbouwvraagstuk.
Spr. wees allereerst met een enkel woord
op de beteekems van het orgel voor den
eeredienst.
Spr. wees er hierna op, dat voor den
ww van een orgel betrouwbaar advies
moet gegeven worden. Er is te dien aan
zien thans eenige onrust De Ned. Klokken-
Orgelraad is er. Van onbetrouwbaarheid
bij dit lichaam, zooals beweerd werd, is
geen sprake. Toch is er aanleiding voor de
j, of de kerkvoogdijen er zich niet
zelf mee moeten gaam bemoeien. Het kwaad
de steekpenningen is diep ingeburgerd.
Ook op dit gehied.
Er moet een goede verhouding komen tus
sohen de kerkvoogdijen en de orgelbouwers.
Beide zullen er ook materieele voordeelcn
in hebben.
Provinciale regeling lijkt Spr. hiervoor 't
beste, zooals dc practijk in Friesland be
llet groote bezwaar bij restauratie is
toch, dat men een orgel fabrikant het orgel
moet laten onderax?kcn, om de gebreken
ast te stellen en een begrooting op te ma
ken. Men moet zich toch wenden tot de be
langhebbenden. Daar moet een schakel tus
schen komen, in het vinden waarvan men
in Friesland door het aanstellen van een
eigen deskundige ails adviseur is geslaagd.
Ook voor het orgelstemmen werden in
Friesland collectieve tarieven vastgesteld.
Voor andere provincies geeft Spr. derge
lijke samenwerking dn overweging.
Na rondvraag werd de vergadering ge
sloten.
DE VERGADERING VAN HEDEN.
Hedenmorgen ving aan het congres.
De voorzitter, de heer J. A. Bakker,
lüeld
de feestrede.
Daaraan ontleenen wij het volgende;
Spr. riep de vertegenwoordigers van ver
schillende organisaties in de Ned. Herv.
Kerk, alsmede de prae-adviseurs, 'n harte
lijk welkom toe. Er as reden voor de Vereen.
het tienjarig bestaan dn een opgewekte
stemming te vieren. Wanneer er rekening
wordt gehouden mei de omstandigheden,
waaronder zij zich heeft, mogen ontplooien,
dan kunnen wij God danken voor tal van
lijkiheden, die achter den rug zijn. Wan
neer we een enkele klacht mogen uiten,
dan Is het wel deze, dat er in onze Kerk
nog een tweede vereeniging van kerkvoog
dijen bestaat, wat wij betreuren, doch we
doen dat niet zonder hope, in de overtui
ging, dat men straks ook daar zal inzien,
dat slechts door een machtige eenheid door
dc kerkvoogdijen iets groots, iets zegenrijks
voor onze Kerk tot stand gebracht zal kun
nen worden, wat ook voor onze beheerscol-
leges zelf geestelijk en stoffelijk vruchtbaar
zal kunnen zijn!
Spr maakte molding van een zeer be
langrijk besluit, dat onlangs door 't hoofd
bestuur genomen is, nl. om het systema-
|tisch overleg zoowol landelijk als provin
ciaal te openen met andere organisaties in
onze Kerk. Wij hebben het vertrouwen
aldus Spr. dat andere organisaties dit
streven niet alleen zullen waardeeren, doch
door haar medewerking ook vruchtbaar wil
len zijn voor de belangen onzer Kerk, die
groote behoefte heeft aan samenwerking
tusschen de in haar midden optredende or
ganisaties. Onze arbeid wenschen wij te
verrichten onder de banier des vredes en
als er bij ons ook voor de toekomst in dit
opzicht van strijd zal moeten worden ge
sproken, dan zal het een worsteling zijn om
den vrede.
Daarbij dient echter deze voorwaarde in
acht genomen te worden, dat men door ens
tc laten leven en werken op de plaats, waar
wij staan, alleen het doel dat we ons in
het belang der Kerk voorgesteld hebben, zal
kunnen benaderen. Wij mecnen hier een
stillen wenk te moeten geven aan 't hoog
ste. bestuurscollege in onze Kerk, terwijl
ook de andere organisaties in onze Kerk
naar wij hopen dien wenk niet zullen ne-
geeren. Door samenwerking is veel te be
reiken.
Spr. constateerde, dat het beheeren van de
goederen der Kerk oneindig meer teerheid
vereischt dan dat van eigen bezit. Daarvan
onze Kerkvoogdijen te doordringen zij en
blijve onze taak.
Onze blik in de toekomst is er een van
hope, van geloof en van verwachting. Zoo ge-
looven wij, dat onze storm- en brandschade
verzekering krachtig vooruit zal gaan, dat
eerlang een Kerkelijke Raad practisch kan
worden ingericht; wij hopen, dat onze Kerk
voogdijen in de toekomst een beknopte hand
leiding met practische wenken voor beheers-
aangelegenheden ter hand zal kunnen wor
den gesteld, tevens dat wij een leeningfonds
zullen kunnen instellen; dat wij zullen ko
men tot een centraal bureau, dat alle deelen
en onderdoelen onzer organisatie omvat Dit
alles zal eerst verwezonlijkt^kunrron worden
wanneer het duizendtal leden is bereikt. Wij
zijn nog lang niet waar we wezen moeten.
Zoo ware het inderdaad van belang, dat onze
vereeniging precies op de hoogte werd ge
steld van de geschiedenis van het beheer
'gedurende een of meer eeuwen, van iedere
Gemeente. Ook zullen wij een roeping heb
ben indien in de toekomst wat de zilveren
koorde betreft, de verhouding tusschen Staat
en Kerk aan de orde mocht worden gesteld.
Voorts is het noodzakelijk door middel van
studieconferenties de besturen der provin
ciale afdeelingen te bekwamen om in be
heerszaken betrouwbare adviezen te geven.
Wijders is het een ernstige vraag of er in
ternationaal geen banden moeten worden
aangeknoopt met de Kerken buitenslands,
ook in verband met de stichting van kerk
gebouwen.
Al deze perspectieven kunnen slechts ver
vuld worden, wanneer wij in Nederland tct
een krachtig lichaam geworden zijn.
Behandeling prae-advlezen.
Aan de orde was daarna de behandeling
der prae-adviezen van Ds. D. Boar, Dr. J.
R. Slotemaker de Bruine en Mr. A. A. de
Veer, over de vraag: „Op welke wijze kan
bij den bestaandon toestand door middel
van samenwerking tusschen beheer en be
stuur plaatselijk en algemeen kerkelijk iets
positiefs worden bereikt?"
Het praeadvies van Ds. D. Boer luidt
aldus:
Na gewezen te hebben op wat verstaan
moet worden onder den „bestaanden toe
stand" en het „positieve" dat bereikt moet
w rden, wordt opgemerkt, dat het een fout
der 6ynode is geweest, dat zij nog steeds in
gebreke bleef om de gemeenten er op te wij
zen, dat zij ongeacht en met eerbiediging
van de relaties tot die oude fondsen, ver
plicht waren een regeling te treffen voor
haar finantieele zaken.
Het behoort tot de maatschappelijke
plicht van elke gemeente orde te stellen op
haar financieele aangelegenheden. De kfrk
mag niet dulden dat sommige gemeenten
''"""'.""i" J~ Indien
in finantieele wanorde voortleven.
gemeenten nalaten deze orde op haar za
ken te stellen, zal de kerk de gemeenten
daartoe moeten verplichten door middel
van een synodaal reglement op de finan
cieele zaken.
Er zou in elke gemeente een instantie
moeten worden geschapen, om de noodige
soepele samenwerking te verkrijgen, opdat
het nimmer behoeft te hokken tusschen
„beheer en bestuur" en geen der partijen,
om te ontkomen aan wat recht en billijk is.
zou willen schuil gaan achter gebrekkige
wetsfonnuleeringen of oude overleveringen
En dan ook hoogere instanties, wellicht
liefst naar de indeeling der kerk. Classical
Provinciale en een Algemeene instantie,
voor hooger beroep en problemen van bree
der strekking. Deze instanties, zonder eeni
ge macht, zouden moeten beschikken over
des -te hooger gezag.
Alle partijen zouden hierbij betrokken
moeten worden, de besturen, de beheerders
en de predikanten, dc diakenen misschien
eveneens. En dan zou het niet moeten kun
nen voorkomen, dat deze instanties zich ont
trekken wegens onvolledige rechlsbeschrij-
ving. Zij zouden als goede mannen een weg
moeten wijzen waarvan zij innerlijk verze
kerd waren dat het een hooge weg van
recht is.
Pr. J. R. Slotemaker de Bruine
stelt als eenige vraag: Iloe kunnen hestuur
en beheer practisch samenwerken in het be
lang van gemeente en kerk?
Dan is allereerst noodig, dat de terreinen,
waarop deze beide colleges werken, duide
lijk afgebakend worden. Wat echter niet uit
sluit, dat zij beiden moeten arbeiden vooi
hetzelfde groote doel: de bloei en de invloed
der kerkelijke gemeente.
Hoé wordt nu gezonde en vruchtbare sa
menwerking verkregen?
Het aantal mogelijkheden tot samenwer
king is legio; het aantal gevallen, waarin
deze samenwerking van zelf spreekt, waar
in zij zich eenvoudig opdringt, groeit onder
de handen. En men is te zamen werkzaam
voor het ééne, grootsche doel!
Elk college bepale zich dus töt eigen ter
rein, maar zoo. dat georganiseerd en regel
matig contact onmisbaar is.
Met dit uitnemend gevolg: dat als aldus
de gemeentelijke instituten voor bestuur on
voor beheer hun tvederzijdsche verhouding
en hun gezamelijke taak verstaan, zij tevens
arbeiden aan de kerk in haar geheel; rij
tevens ons volk dienen, dat gediend zal we
zen zoo de Nederlandsche Hervormde Kerk
haar roeping in het midden van ons volks
leven al beter vervullen kan.
Mr. A. A. de Veer merkt op, dat in het
overgroote aantal der gemeenten Beheer en
Bestuur los van elkaar staan. Ook deze wijst
op nauwe samenwerking, die noodig is.
Of deze samenwerking te bereiken is? Bij
de bestaande toestanden in de kerk zeker
niet gemakkelijk. Samenwerking is alleen
mogelijk bij opoffering althans van een deel
van eigen vrijheid. En tot die opoffering is
men niet licht geneigd. Iets van zijn machts
positie prijs te geven eischt zelfverlooche
ning. Ieder weet wel, hoe moeilijk het is.
deze deugd in praktijk te brengen.
Toch moet men zich beter van eikaars
positie en gedachtengang op de hoogte stel
len. Bij het Beheer moet meer begrip van
en waardeering voor het Bestuur komen en
omgekeerd. Pat zal alleen kunnen en op
den duur blijvende vruchten afwerpen, wan
neer in hel Beheer personen uit het Bestuur
worden opgenomen. In de praktijk zal dit
wel niet zoo vlot gaan, tenzij dan dat de be-
heerscolleges zelve daartoe zouden rnede-
weirken.
Gemakkelijk ré dit niet te bereiken. Dat
zal alleen gaan, wanneer de publieke kerke
lijke opinie een zoodanige wordt, dat wordt
ingezien, dat Baheer en Bestuur zoo nauw
bij elkaar behooren. dat de volledige schei
ding tusschen beide een anomalie is. die
dient te verdwijnen hoe eer hoe liever.
Nauwer contact tusschen kerkeraad
eenerzijds en kerkvoogden en notabelen an
derzijds moet worden verkregen. Daardoor
zal het geestelijk leven in de plaatselijke ge
meente beter tot rijn recht komen.
AUTO-ONGEVAL1 TE SCHIEDAM
RADIO-REGLEMENT
VOORWAARDEN EN
BEPERKINGEN
Omtrent den radio-omroep bevat het
Radioreglement, dat bij K B. van 9 dezer
verschenen is. de eigende bepalingen:
De aanleg of het gebruik van eon radio-
electrische inrichting mag alleen geschie
den ingevolge een machtiging van dea
minister van waterstaat Een omroep
organisatie moet rechtspersoonlijkheid be
zitten.
Om voor een machtiging in aanmerking
te kunnen komen moeten
de omroeporganisaties
aantooncn, dat zij in zoodanige mate ge
richt zijn op bevrediging van in het volk
levende cultureele of godsdienstige beboet
ten, dat hare uitzendingen uit dien hoofde
geacht kunnen worden van algemeen nut
te zijn. Onverminderd dpze voorwaarden
kan een machtiging, behoudens uit hoofde
van beewaren van techniek en uitvoering,
slechts wegens gevaar voor de veiligheid
van den staat, de openbare orde of de goede
zeden worden ge weigen!.
De beschikbare zendtijd wordt, den radiv
read gehoord, door don minister naar bil
lijkheid verdeeld over de tot uitzending be
voegde omroeporganisaties.
Uitzendingen.
Door den minister kan worden bepaald,
dat onder de uit te zenden mededeelingcn
méde mogen worden begrepen mededeelin-
gen van leerzamen aard, die voor bepaalde
personen bestemd zijn.
Bovendien kan door den minister worden
toegestaan dat in bepaalde gevallen mede-
deelingen van zakelijken aard, bestemd
voor allen, die deze wenschen te ontvangen
door de omroeporganisaties worden uitge
zonden.
Het gebruik van dc inrichting wordt, zoo-
dra dit door de Kroon in het algemeen l»e-
lang wordt noodig geacht, geheel of ten
deele gestaakt.
Tut aanleg, wijziging of uitbreiding van
de inrichting mag niet worden overgegaan,
alvorens daarvan is kennis gegeven aan
den directeur-generaal der P.T.T. en deze
tot de uitvoering van de werkzaamheden
schriftelijke toestemming gegeven heeft; bi
de uitvoering moet aan die door of namens
den directeur-generaal tc geven aanwijzin
gen van tecluiischen aard naar diens ge
noegen gevolg gegeven worden.
Dc omroeporganisaties zijn verplicht er
voor zorg te dragen, dat de inhoud van
hetgeen wórdt uitgezonden, niet in strijd is
met de veiligheid van den Siaat, de open
bare orde of de goede zeden.
De omroeporganisaties zijn verplicht zich
te onderwerpen aan de controle op hetgeen
door middel van de inrichting wordt uitee-
zonden, zooals deze contróle bij wettelijk
voorschrift is of zal worden geregeld.
De in de hiert»oven bedoelde bepaling
vermelde controle zal worden uitgeoefend
door een na verkregen advies van den radio
raad door den minister te benoemen
lichaam, dat zijn werkzaamheden zal uit
voeren volgens richtlijnen, door den minis
ter, den radio-raad gehoord, vast te stellen.
Aan de uitzending van mededcehngen
kan, ter bestrijding van de kosten voor de
contrólc-bemociingi-n van liet rijk, door den
minister de verplichting tot betaling van
een door hem te bepalen vergoeding wor
den verbonden.
Radio-distributie.
Zonder machtiging van den minister is
het verboden aan te leggen of te gebruiken
inrichtingen, bestemd tot het langs gelei
dingen en lijnen doorgeven van langs radio
electrischen weg door middel van die in
richtingen ontvangen seinen naar andere
perceelen of woningen dan die. waarin de
ontvanginnehting is geplaatst.
Zij, die op het oogenblik in het bezit zijn
van een voorloopige machtiging van den
directeur-generaal, worden geacht tc zijn
in bet bezit van de hierboven vastgestelde
machtiging, totdat deze de voorloopige
machtiging zal hebben vervangen.
De houder van dc machtiging is verplicht
indien de uitzendingen der omroepstations
zulks mogelijk maken, de programma's der
Nederlandsche omroepstations gelijktijdig
en onverkort door te geven naar alle aan
gesloten perceelen, zoodat de aangeslotenen
uit die programma s een keuze kunnen
doen.
Voorts is de draad-omroep geregeld, wanr
onder wordt' verstaan het langs geleidingen
en lijnen elcctriscb Overbrengen van meile-
deelingen van woord-, toon- of beeldinhoud,
niet ontvangen als onder de radio-distribu
tie is omschreven, naar andere perceelen
of woningen dan die. waarin de inrichtilig
is geplaatst, voor welke overbrenging even
eens een machtiging van den minister van
waterstaat is vereischt.
Ook het beproeven van of liet nemen van
proeven mei radlo-electrischo zendinrich-
tingen wordt aan een machtiging gebonden.
Wat de ontvang inrichtingen h. treft, is
de houder o.m. verplicht tot het treffen van
alle maatregelen, dienstig om het uitzenden
van voor het radio-electrisch verkeer hin
derlijke golven tc voorkomen, en van de
door of namens den minister met betrek
king tot de inrichting en antenne verlang
de voorzieningen. Zonder een ontvangbe
wijs is het ten gebruike gereed aanwezig
hebben of het gebruiken van een ontvang-
inrichting verboden. Voor de verkrijging
van het ontvangbewijs moet binnen 11 da
gen, nadat de inrichting ten gebrnike ge
reed is, aangifte geschieden door middel
van dc invulling van een formulier, dat
aan de rijkstelegraaf- en telefoonkantoren
kosteloos verkrijgbaar is. De houder van
het bewijs is verplicht onverwijld aangifte
te doen van elke verandering van woon
plaats, adres of plaats, waar de inrichting
zich bevindt of wanneer de inrichting
wordt opgeruimd.
Op de overtreding van de bepalingen
van het reglement staat een hechtenis van
ten hoogste zea maanden of ecu gcldboeta
van ten hoogste f 1000.
DR. ABR. KUYPER STICHTING
EEN SCHILDERIJ VAN DR. KUYPER
Door het Dagelijkscli Bestuur der Kuyper-
stichting tc Den Haag is op de voilnnLin
Pulahri Studdo aangekocht het hckoWo
door den kunstschilder Haverman geschil
derde portret van Dr. Ahr. Kuyper. liet por
tret is geschilderd omstreeks 1W7, «lus m
den tijd. toen Kuyper rvig hoogleeranr aan
de V. U. was te Amsterdam en aldaar
woonde.
Te Schiedam had een ernstig auto-ongeval plaats, waarbij
akieiMi^i^wiMiii, twee gewond, Een foto van de vernielde auto,
persoon werd gedood c
EXTRA MAIL UIT INDIE
Met het s.s. „Grotiusvan de Maatschappij
Nederland, dat op 24 April JJ. in extra rei»
van Tandjong Priok naar Amsterdam ver
trok, wordt een volledige landmail en zee
post vervoerd.
I)o ..Grotius" zal vermoedelijk 10 M«i ts
Genua en 24 Mei te Amsterdam aankomen;
in aansluiting op de Grotius ml echter geen
extra trein Genua—'s-Gravcnliago tijden.