/ogarns
godesia
geysers
Huurgeschillen
TIMEROID
BOUWBLAD No. 4*
VOOR VOORBURG
ALLEEN
WONINGBUREAU
„VRON ESTEYN"
Park Vronesteyn 61 - Tel. 78222
bij eindhalte bi. tram en station
Zuid-Holl. Electr. Spoorweg Mij.
Jgteutoe lefoöcïie Courant
MAANDAG 29 APRIL 1330
AMSTERDAM.C, SARPH ATI KADE 1, TEL. 34824-36824
ROTTERDAM, STATIONSWEG 37 O TEL. 11690
ISOLEERT
BESPAART BRANDSTOF
WEERT VOCHT
DEMPT GELUID
Onze Nederlandsche Meubelindustrie
Een degelijk meubel, ook als massaproduct, kan niet goedkoop zijn
Principe en massa zijn tegenstellingen.
De binnenhuisarchitect C. J. B. Breyer
heeft met min of meer hooggespannen ver
wachtingen de meubelafdeeling op de jong
ste Utreohtsahe voorjaarsbeurs bezocht
De vooraf gepubliceerde mededeelingen
luidden, dat de groep meubelen en aanver-
wanle vakken in nog ruimere mate dan
vroeger de belangstelling waard zijn. Zelfs
moest een belangrijk aantal deelnemers op
de 4e verdieping worden ondergebracht.
Het 2de gebouw was reeds de eerste maal
tot in eiken hoek bezet Alle menschen, wat
heeft zoo'n miniatuur-landje een ontstel
lend aantal meubelfabrieken.
De hier geschetste feiten zijn onweerleg
baar juist en tochaarzelt de heer
Breyer geen oogenblik om als zijn oordeel
te kennen te geven in „Interieur" dat,
ondanks dit uiterlijk succes, in wezen eigen
lijk niets veranderd is en ook nu weer de
meubelgroep, vakkundig bezien, een der
slechtste van deze beurs was.
Motiveering? Natuurlijk, men heeft er
recht op, na het uitspreken van zoo scher
pe critiek! Hier is ze:
le. Gaf hetgeen op deze beurs te zien was
voor zeker 80 a 90 procent een absoluut
onjuist en onvolkomen beeld van de presta
ties, waartoe onze uitnemende Nederland
sche meubelindustrie in staat is.
2e. Viel er van eenige aesthetische verzor
ging van interieurs en uiterlijk der stands
weinig ot niets te bespeuren.
3e. Schijnt 80 k 90 procent der deelne
mers in genoemde groep de meening te zijn
toegedaan, dat iedereen, die wel eens 'n
lintzaag of 'n vlakbank heeft zien werken,
in staat is om zijn vrijen tijd productief te
maken met het „ontwerpen" van meubels.
Na deze weergave van den totaal-indruk,
welke de groep meubelen van de 22ste
Utrechtsche beurs op ons maakte, behoeft
het geen verder betoog, gaat de heer Breyer
voort, dat ook een afzonderlijke beschou
wing der onderscheiden stands slechts wei
nig prijzenswaardigs naar den voorgrond
bracht. Hoopen karakterlooze produclen be
schaduwen a.h.w. het weinige goede en het
vordert een moeizamen arbeid van opmer
ken en schiften, om dat weinige geslaagde
uit dien chaos op te diepen. Met altijd de
kans iets over het hoofd te zien, dat wel
licht belangstelling verdiende!
„Onze Gids" daarentegen is wat milder
in zijn oordeel. De redactie zegt toch o. m.
dat men vooraf dient te bepalen welke
maatstaf men bij het oefenen van critiek
moet aanleggen.
Hiervoor is het ten eerste noodzakelijk,
om zich rekenschap te geven van de plaats
die het deel der meubelindustrie, dat op dc
jaarbeurs vertegenwoordigd was, inneemt
in de meubelindustrie in haar geheel en
vooral ook daarbij de werkelijkheid niet
uit het oog verliezende van de verhouding
van het gemiddelde jaarbeursmeubel tot
onze samenleving en de daarin gangbaar
zijnde gemiddelde smaak. Slechts 5 pet
der aangeslagenen in de inkomstenbelasting
hebben een belastbaar inkomen van f 5000
en hooger, zoodat veilig aangenomen kan
worden, dat van de overige 95 pet, zeker
85 pet aangewezen is op het massameubel.
Zeer eenyoudig is hieruit af te leiden
welk een belangrijk deel de massafabricage
van de geheele meubelindustrie uitmaakt
en ook de maatstaf onzer waardeering staat
hiermede in het nauwste verband.
Om de eenvoudige reden dat de fabrikan
ten leveren moeten aan de massa, houden
zij rekening met de smaak der massa. Men
zoeke hier dan ook geen meubelen, ont
worpen door vooraanstaande meubelarchi
tecten; zij die zich op dit smaakniveau heb
ben ingesteld, kwamen teleurgesteld van
hun jaarbeursbezoek terug.
De boven aangehaalde cijfers geven de
oorzaken hiervoor aan, doch ook wie de
vakliteratuur aandachtig bestudeert, moet
wel bemerken aan het in verschillende pe
riodieken voorkomen van dezelfde uitbeel
dingen, naar werken onzer eerste meubel
ontwerpers, dat de productie op dit gebied
kwantitatief helaas gering genoemd moet
worden. We spreken nog niet eens van de
angstvalligheid, waarmede sommige archi
tecten i een soms reeds jaren oud ontwerp,
dat door de vaak herhaalde reproducties
in allerlei periodieken en vakbladen ge
meen goed is geworden, als een dierbaar
kleinood beschermen.
Nu kan men zich op een stram doctri
nair standpunt stellen en beweren, dat de
fabrikant dezen vooraanstaanden ontwer
pers de opdracht moet geven voor de vorm
geving van hun producten, maar hoe is het
met den B.- K. I.?
De fabrikant moet leveren en als dan,
zooals we hoorden in een der stands, van 'n
kastje tien exemplaren geleverd worden,
indien om de paneclen en om het blad een
parellijstje is aangebracht, tegen één exem
plaar waarbij inplaats van het lijstje een
strak bandje werd toegepast, dan zou men
teveel van een fabrikant vergen, indien hij
met deze mentaliteit zijner afnemers geen
rekening hield. Deed hij het niet, dan zou
zijn concurrent het wel doen. Hier komt
nog bij, dat deze tierlantijntjes vaak nog
,goedkooper zijn dan eenvoudig strak werk.
De geheele golf-, eier-, paternoster, parel-,
cn astragaallijstjes-industrie woekert op
deze mentaliteit en levert dit materiaal met
motieven van 2500 jaar geleden, bij kilo
meters voor een bagatel. Vierkante knop
pen en ladetrekkers zijn een afzonderlijk
fabrikaat, evenals de knoopen van een jas.
Hoe men ook filosofeert over ontwikke
ling van het smaakgcvocl der massa, en
hoewel in deze ontwikkeling een wijziging
in de goede richting valt te constateeren,
de middenstof zal altijd op een haar eigen
manier blijven reageeren op hoogere- ui tin
gen van kunst. Dit geldt niet alleen op het
gebied van de meubelkunst, doch algemeen.
Zoo luisteren zeker 90 van de 100 liever
naar het zingen van Tauber, al is het door
een gramofoon geïmiteerd, dan naar een
fuga van Bach en om het verhoudingsgetal
van hen, die een svmphonie van Mahler
met smaak kunnen verwerken, weer te ge
ven, zouden we wellicht tot fracties van
procenten onze toevlucht moeten nemen.
Vertelde verder onlangs niet een pnzer
grootste behangselpapierfabrikanten, dat
zij het moesten hebben van den burgerman,
dus dat zij met hun papierdessins hier
rekening mede moesten houden?
In dit verband informeerden we eens bij
onzen Amerikaanschen abonné, den heer
Van Ellinkhuyzen, hoe daar de massa staat
tegenover de moderne meubelvormen in 't
algemeen.
Het antwoord was geheel in overeenstem
ming met het bovenstaande: „We hebben;
bij ons aan de zaak eens zes moderne
slaapkamers gehad, doch nemen deze nóóit
weer; het publiek wil „styles" en wat het
publiek graag koopt, moet men verkoopen".
Daar worden dergelijke problemen als hier
niet opgeworpen, business cn daarmede uit
Het eenige probleem daarbij is om manie
ren uit te vinden om méér te verkoopen?
wat men verkoopt staat op een tweede
plan; wenschte het publiek moderne meu
belvormen, men kon er zeker van zijn, dat
dc Amerikaansche fabrikanten niet lang
zouden wachten met deze op de markt te
brengen.
Niettegenstaande alle getheoretiseer over
vormen, opvoeding der massa en daardoor
vaak gecamoufleerd van het wezen der
zaak, toch concentreert zic.h alles ook bij
ons, om de business. De kostbare houtbe
werkingsmachines moeten rendabel ge
maakt worden en moeten daarom prodü-
ceeren cn veel produceeren. liet publiek,
vooral het jongere geslacht, opgevoed in
moderne woningen cn op allerlei manieren
gewend aan moderne vormen, wil ook wel
moderne meubelen. We stuiten hierbij ech
ter op allerlei moeilijkheden, waarvan we
een enkele willen bespreken.
Ook liet opkomend geslacht, trots alle
op- of aanmerkingen, die hierop gemaakt
kunnen worden, blijft toch het Hollandsche
karakter dragen en weet de specifiek Hol
landsche gezelligheid en intimiteit van het
interieur te waardeeren. Nu is aan deze
niet hoog genoeg te schatten eigenschap
zeer zeker met onze moderne meubelvormen
te voldoen, doch dan denken we hierbij
aan de meubelen van Kramer niét hun
warme kleur en mollige doch tevens gede
gen vormen: aan het werk van Penaat eri
van meerdere dezer epigonen, welk werk
'echter vaak een tegenstelling -vormt mei
het massa-prodort, jn vorm en door den
vorm ook in prijs.
Om een modern massa-meubel op de
markt te brengen, goed van constructie.
Hovth.n.v.J. van Schijndel Co. Za„rl! Sclme,„
ANNO 1SS3Oost-Adm,raUteits'kade47h Rotterdam Nasmuhavcn - Boerenejat
De verhouding tusschen huurder en verhuurder gelijkt veel op een
soort gewapende vrede.
Er zijn maar weinig contracten die zich
zoozeer en bij voortduring in de belangstel
ling van het publiek kunnen verheugen als
die van huur- en verhuur, aldus mr. I. de
Jong.
Eindeloos vele en telkens wecrkecrend
zijn de overeenkomsten waarbij een huis,
een stuk land, een voorwerp in huur gege
ven en genomen wordt; maar tevens: zoo
vel huurovereenkomsten, ook even zoovele
bronnen van wrijving tusschen de betrok
ken partijen, want hoe nauwkeurig en
nauwgezet men ook moge toezien bij de for
muleering van beider rechten en verplich
tingen, de kiem voor een geschil ligt in elk
nieuw contract verborgen. Bovendien, geen
bepaling kan in de plaats treden van het
geen de partijen zelf als moreel-billijk moe
ten aanvoelen; maak zooveel bepalingen als
ge wilt, het helpt niets als huurder cn ver
huurder elkaar niet verstaan willen.
Het behoeft bij dezen stand van zaken
niets te verwonderen, dat heel wat men
schen met de bepalingen van het huurcon
tract vrij goed op de hoogte zijn, zoo zelfs,
dat ze u vaak haarfijn weten te vertellen
hoe men een „huurzaakje" moet aanlileo-
den om als huurder, of wel als verhuurder
de minste kans te loopen gedupeerd te wor
den.
Speciaal degenen die van het verhuren
van vaste goederen hun beroep maken en
die zich aangesloten hebben hij een of an
dere bond, die hun belangen zegt te behar
tigen en die één of meer technische advi
seurs tot hare beschikking heeft om dc le
den-verhuurders ter gelegener tijd uit de pe
rikelen te helpen, krijgen op den duur veel
practische wetenschap op dit gebied; 't is
duidelijk, dat deze heeren als vanzelf wijs
worden en met foefjes hekend raken en me
nig jong advocaat, die zoo van de academie
is weggcloopen, met hoofd overvol van
school'sche wijsheid, cn zich in de practijk
van hot vak stort, kan van deze geroutincer-
den-in-het-vak een schat van practische ken
nis opdoen die in geen leerboek, van welken
geleerden professor dan ook, te vinden is!
Maar intusschen, al weten de huisheeren
in voel gevallen wel.precies hoe ver ze gaan
kunnen en tot waar hun macht over de
huurders, speciaal over de onwilligcn en on-
buigzamen onder hen strekt, de juridische
consequenties cn conclusies vermogen ze
niet te doorgronden; op een gegeven mo
ment loopen ze met hun eigen kennis vast
cn moeten noodzakelijk de assistentie inroe
pen van diegenen dio hunne zaak bij den
rechter aanhangig maken en voor hen eene
uitspraak weten te verkrijgen waarmede ze
tegenover onwillige elementen kunnen opc-
reeren.
Het behoeft nauwelijks betoog, dat juist
op het terrein van huur- en verhuur par
tijen het elkaar intens lastig kunnen maken;
de-huurder die het perceel botweg weigert
te verlaten dwingt den verhuurder, hoe men
liet dan ook wil bekijken, om een advocaat
den arm te nomen die aan de hand van
uilig niet altijd vaststaande gegevens
ar moet zien hoe hij den lastpost er uit
krijgt; en liefst zoo vlug mogelijk.
En vaak begint eerst dan de rechte misère
ïor den huisheer, die om zijn goed recht
strijdt, want, vergeet niet ,een procedure is
en blijft altijd een risico. Dikwijls is de ver
huurder, voor hij de zaak in handen geeft
van zijn advocaat al verder gegaan dan
zijne bevoegdheid eigenlijk wel strekt en
daarbij komt dat ook de advocaat niet alles
in zijn hand heeft; dit laatste is iets dat het
public meer moest begrijpen en billijken,
is echter, ongelukkig, dikwerf maar al
eel zoo, dat het minder goede resultaat
in een procedure op den hals van den raads
man geschoven wordt, die in veel gevallen
zichzelf niets te verwijten heeft als mis
schien een te veel aan zorg en geduld en
toewijding. We wijzen in dit verband op een
geval dat nog niet zoo lang geleden in de
practijk zich heeft voorgedaan. Door don
verhuurder-eischer werd gevraagd ontrui
ming van het pand; na veel conclusies over
en weer beveelt de rechtbank de ontruiming
dochtengevolge van een rechterlijk ver
zuim (direct te vergeven, want per slot zijn
rechters ook maar gewone menschen!) kon
de huurder zich rustig van hooger beroep
voorzien, zonder het pand behoeven te ver
laten. Hoogst onprettig voor den verhuur
der, zeker, maar zeker niet minder onplei-
zierig voor den raadsman, die nog veel
moeite zal hebben gehad zijn cliënf er van
te overtuigen, dat hij aan deze minder suc
cesvolle uitspraak in ieder geval niet debet
was. Er stond in casu den huisheer, hoe
verbitterd hij ook was, werkelijk niets an
ders te doen,dan wachten en berusten; z'n
eigen rechter mag men in ons goede vader
land nog niet zijn voorloopig, al ziet men
het hier cn daar wel eens anders, cn men
zou de zaak meer kwaad dan goed doen,
door zich op een oogenblik door het gevoel
alleen te laten leiden.
Een feit is, dat over liet algemeen de ver
houding tusschen huurder en verhuurder
veel gelijkt op eene soort gewapende vrede
en het zal altijd wel een puzzle blijven bij
wien van de twee contractanten de oor
zaak van dc diverse conflicten moet wor
den gezochl.
Te beginnen met de huurders, wol, er zijn
N.V.KON. VEREENIG DE
T API JTFA BRIEKEN
ROTTERDAM
N.V. Rotterdamsche Fijnhouthandel
LINKER ROTTEKADE 101-102, ROTTERDAM - TEL I2A7M035B
Coromandel Coromandelfineer
Heerenmodemagazijn ..NOVELTY"
POMPENBURGSINGEL 11 (naast Grand Thoater)
GOUDSCHERIJWEG 19 ROTTERDAM
GLAS IN LOOD
GEBRAND GLAS
jj J. A. HAGG, Eschdoornstr. 74-80
TELEFOON 37050 - DEN HAAG
YH^BNV.MEUBILEERINGMy
H (Mg UtESTNIEUlL/LAND 13
1 betimmeringen]
IR0TTERDAM.TEL:5I574
id Schoonheidscommissie
Hillegersberg
Ter voorziening in de ontstane vacature
door het ontslagnemcn van Ing. Hoekstra te
den Haag en ter voldoening aan het bepaal
de in het 2de lid van art. 2 der verordening
regelende de samenstelling en (werkkring
van de schoonheidscommissie voor de ge
meente Hillegersberg, werd als zoodanig be
noemd Ir. H. Thunnisscn te Den Haag.
met vormen en verhoudingen die blijvend
een sfeer van gezelligheid en huiselijkheid
in zich dragen, zonder dat getracht wordt
dit laatste te bereiken door allerlei prul
laria, dat bovendien in den smaak der
massa valt en boven alles billijk is en de
fabricage toch loonend, zal bij de bestaan
de verhoudingen voorloopig wel een pro
bleem blijven.
Niettemin moet hiernaar toch gestreefd
worden, hoewel het bereiken van de opge
somde eigenschappen van dit ideaal massa
meubel practisch van zeer veel tegenstrij
dige factoren afhankelijk is; alleen de po
ging om tot^een compromis hiertusschen te
geraken, verdient aller aandacht
nu zijn het juist deze pogingen welke
bij een bezoek aan de meubeiafdeeling op
le jaarbeui-s een critisch beschouwer moet
veten te waardeeren en het is een studie op
zichzelf om te constateeren tot hoeveel va
riaties deze pogingen leiden.
We zien hier practisch de gevolgen van
de onmogelijkheid om een ideaal massa
meubel te creëeren, want boven alles zweeft
het zwaard van Damocles, de kostprijs,
waarbij niettegenstaande de joviale stem
ming tusschen de verschillende standhou
ders, een felle concurrentie zeer veel ge
wicht in de schaal legt.
Een deugdelijk meubel, ook als massa
product, kan niet goedkoop zijn en hieruit
vloeien eigenlijk allo moeilijkheden voort.
De fabrikant, die den nadruk legt op de
kwaliteit, kan niet veel ten koste leggen
aan bijkomstige verfraaiing, het resultaat
kan dan wel zeer bevredigend zijn, doch de
massa „ziet de kosten er niet aan af". Bo
vendien missen moderne meubelen, waar
in uitsluitend degelijkheid en principe ver
werkt zijn, vaak de charme, waardoor zij
orden tot „a joy for ever".
De massa kan na een jaar of tien de boel
laar niet aan den kant doen en koopt
dus liever niet iets, waarvan zij a.h.w. bij
'ntuïtie voelt, dat het voor haar uitloopt
>p „a joy for never".
In dit uiterste vervallen de fabrikanten
dan ook niet gemakkelijk, hoewel we er-
vdn overtuigd zijn dat de producten, die
't dichtst bij dit uiterste staan, het ten slotte
zullen winnen. Een gezond principe moet
het per saldo altijd winnen, doch het
draagt het bezwaar in zich, dat do snel
heid, waarmede het tot de massa door
dringt, omgekeerd evenredig is aan de ge
zondheid van het principe. Principe en
sa het zijn practisch bijna tegen
stellingen.
Daar kan de industrie dus niet op wach-
n en een compromis is het gevolg, waar
bij alle sohakeeringen der samenleving (be
halve de upper ten) naar de oogen worden
gezien, wat zich dan rfp de jaarbeurs ook
afspiegelt in allerlei gradaties van kwali
teiten en vormen.
onder hen individuen, dien men het, rond
uit gezegd, nooit naar den zin kan maken;
ze zijn al bij voorbaat ingenomea legen iede-
ren huisheer die (al heeft hij er ook het
volste recht op) zoo bru'aal is op tijd zijn
huurpenningen in ontvangst te komen n
men. Er mankeer altijd wat aan hun w
nirtg, te veel om hier op te noemen en alle
hunne klachten worden door den verhuur
der mogelijk nog wel aangehoord maar ove
rigens onbeantwoord gelaten. Zoo zijn er,
hii, velen! I* .ar bleef het daar nog maar
bij. Meenen ze -nrechtmatig te worden ge
dwarsboomd dan gaan ze „het voor den
rechter gooien", zooals men dat hoort noe
men cn die moet het maar voor hen uitzoe
ken. Niets kan cn behoeft hen hiervan terug
te houden, want in de meeste gevallen kost
een procedure hunniets. Zij vooi
zich spoedig van een bewijs van onvermo
gen. hetgeen gemakkelijk genoeg gaat te
genwoordig, en dan vertellen ze in een zeer
omstandig verhaal hun leed aan den toe-
gcvocgden raadsman, die er immers voor liet
recht is!
Een jaar of wat geleden deed zich te Am
sterdam het geval voor, dat de huurder er
zich op beriep dat de verhuurder hem niet
verschafte „het rustig genot" van het ge
huurde. Zooals bekend, zitten veel bewoner;
van onze hoofdstad in groote menschen
pakhuizen: éénhoog, tweehoog, driehoog,
enz. Welnu, de bewoner-huurder van twee
hoog. werd gemolesteerd door do bewoners
van éénhoog en driehoog'en 't -was daarom
dat hij eene vordering instelde tegen den
verhuurder, dat deze hem het rustig genot
can het verhuurde niet verschafte en op
dien grond vorderde ontbinding van de
huurovereenkomst. Afgezien nog van de
vraag bij wien de schuld in dit geval lag,
stelde dc rechtbank den huurder in het on
gelijk. Den verhuurder, aldus de rechtbank,
heeft geene verplichting om den huurder te
waarborgen tegen belemmeringen die der
den den huurder toebrengen, alhoewel do
huurder zelf het recht heeft uit eigen hoofde
zijne buren te vervolgen. Deze opvatting
vindt inderdaad steun in de wet en ieder ge
voelt, dat dit standpunt juist is: maar och,
men kan nooit weten, en daarom probeert
men het maar eens, lukt het eene verweer
niet, dan misschien het andere.
LOODGIETERS- EN
SANITAIREWERKEN
J. T. GALL Jr.
ROTTE ROAM
OOSTEINOE 96 TELEFOON S51S0
Koopt nevenstaande ar
tikelen bij het vakkundig
installatiebureau
S.C.DE HAAN
Rotterdam, Taborstr. 26
Telefoon 13237.
t
K. J. BOS ZOON
VUREN
GRENEN
HOUTLAAN 19 GEZAAGD
TELEF. 1302 -1303
HOUTHANDEL
ROTTERDAM
GESCHAAFD
Wijd open de kroonj Godesio Gey»
•erj hebben een groofe-copociieü
Op enze monsferzolen zijn ze in
werking fe zien. moor een brochure
- die wij U groog zenden - brengt
U ook «olkomen op de hoogfe»
N.V. Hondelmoofiehoppi»
R. S. STOKVIS Z?
Cofferdam Wesfzeedijk 507
Amsterdam Keizersgrocht 313
Oen Haag - Aleianderilroo' 8
ichedijk 3
SilA DAICB&DEICICING
Tikirr\Air\ voor iedere helling
llnbUUIU-cement dakbedekking
VOOR platte daken en terrassen
.ERDOLINE' EEN BIJ UITSTEK ROESTWEREND
MIDDEL VOORKOMT AANTASTING VAN BETON DOOR HUMUSZUUR
MONSTERS. PRIJSOPGAVE, KOSTELOOZE BEGPOOTING
N,V„ERDO" ADMIRAL!TEITSKLDE 80b ROTTERDAM
Onder de Leeslamp
De Protestantsche kerkenbouw in Nederland van Hervorming to!
Franschen Tijd, door Dr. it. D. Ozinga.
H. J. Paris, Amsterdam, UCMXXIX.
^\aatsch. Haringkade
In de op 16 April j.l. te Den Haag gehou
den vergadering van aandeelhouders der
N.V. Handel- en Exploitatiemaatschappij
„Haringkade" aldaar, is besloten een divi
dend uit te koeren van 25 pet. evenals liet
yorige jaar.
In de laatste maanden van 1929 verscheen
bij H. J. Paris, Amsterdam, een werk over
Protestantschon kerkenbouw in Nederland,
dat zoowel door zijn breeden opzet als door
zijn inhoud zeer de aandacht trekt. Het
draagt den titel: „De Protestantsche kerken
bouw in Nederland van Hervorming tot
Franschen tijd" en is van de hand van Dr.
M. D. Ozinga. Het was zijn leermeester Prof.
Dr. W. Martin, die, toen hij het bovenge
noemde onderwijs aanried voor een acade
misch proefschrift waaruit dit boek is
voor gekomen hem verzekerde, dat de
hecrschendc opvattingen inzake deze mate
rie bij voortgezette detailstudie voor heel
wat wijziging vatbaar zouden blijken, een
voorspelling, welke steeds meer in vervul-
line ging.
In dit werk is blijkens dc Inleiding uit
gegaan van het grondplan en den aanleg
van hot inwondige der kerken. Het onder
zoek is telkens, indien eenigszins doenlijk,
cener/ijds gegrond op bouwwerken zelve,
anderzijds op de daaromtrent bewaard ge
bleven archivalia. Een keuze is gedaan, die
in hoofdzaak beperkt is tot die kerkgebou
wen, welke uit een architectonisch of al
thans architectuur-historisch oogpunt van
boteekenis zijn.
De Minister van Onderwijs maakte door
een subsidie deze publicatie mogelijk.
Het is geen eenvoudige taak, in oen kort
bestek een overzicht van den inhoud van
deze uitvoerige studie te geven. De schrij
ver beantwoord dc vraag, of er in het ver
leden ten onzent waarlijk van een specifiek
Protestantschcn kerkenbouw gesproken kan
worden, bevestigend en hij weerspreekt dc
veronderstelde vijandigheid van liet Gere
formeerd Protestantisme afdoende: de ver
nielzucht der negentiende eeuw leidde veel
al tot deze misvatting.
Toch was deze twijfel bij voorbaat niet
ongerechtvaardigd. Immers, is voor den Ka
tholiek het kerkgebouw het gewijde „Huis
des Hoeren", de Protestant, en in zijn volle
gestrengheid geldt dit voor den Calvinist,
ziet hierin slechts de vergaderplaats der ge
meente, een „voorhof oin met Dr. A. Kuy-
per te spreken. Voor Luther hndden de vor
men van den godsdienst naast de geestelijke
waarden geen beteekenis. Calviju streefde
in alles naar den uitersten eenvoud en
Zwingli verbande zelf 't gezang uit de gods
dienstoefeningen. De Hervormers stelden
zich geenszins op dit standpunt uit vijand
schap tegenover de kunst, doch wilde de
aandacht der gemeente niet van prediking
en gebed afleiden, en daarom, evenzeer als
Loyola en het Concilie van Trente, de kunst
in den eeredienst slechts een dienende rol
docp spelen. Doch iedere religie, welke komt
in de positie truer hcerschende kerk. zal
hoezeer vergeestelijking en puritanisme haar
uitgangspunt moge zijn, op den duur de be
hoefte gevoelen haar aanzien ook naar hui
ten. d.L in dr eerste plaatin het uiterlijk
en de aankleeding har er kerkgebouwen te
toonen. Cursiveering van ons. Red. „De
Bouwwereld
Het eerste hoofdstuk behandelt het be-
gin-tijdperk. Onze eerste in den waren zin
des woord» Protestantsche, d.i. van den aan
vang af >oor den Protestantschcn eeredienst
bestemde kerk van eenige beteekenis, is ge-
sticht to Willemstad, Itceds na korten tijd
vond het voorbeeld van Willemstad navol
ging to IJzendijke (pltn. 1614). Behalve to
Blokzijl zijn ook in de provincie Groningen
de oudste Protestantsche kerkjes te vinden,
n.l. in Bourtangc en Delfzijl.
De bouw van de hierboven genoemde ker
ken beteekende nog slechts een zeer beschei
den aanloop in de richting van een specifiek-
Protestantschen kerkenbouw. In 1006 wordt
te Amsterdam aangevangen met den bouw
van de Zuiderkerk, gevolgd in 1G15 door den
bouw van tie Westerkerk. Roods in 1623 was
de Noorderkerk gereed.
Het tweede hoofdstuk „de zeventiend»
eeuw na plm. 1630". Men heeft de Amster
dam sche Noorderkerk het Protestantsch»
kerktype bij uitnemendheid genoemd. Toch
beschouwt de schrijver haar meer als een
der voornaamste uitgangspunten Nan onzen
Protestanten kerkbouw, dan als het voor
beeld, waarnaar men zich in allen dccle
heeft gericht.
Haar veelgeroemde plattegrond bleek voor
een Protestantsche preekkerk tenslotte
geenszins de ideale.
De schrijver somt in dit hoofdstuk de ver
schillende in dit tijdvak gebouwde kruis
kerken op, die niet slechts op zich zelve,
doch ook als schakels in den keten der ont
wikkeling, van groot belang zijn, om ver
volgens uitvoerig stil te blijven staan bij de
achtkante kerken en dc zaalkerken.
Na in de voorgaande hoofdstukken een
nauwen samenhang vastgesteld tc hebben
tusschen de politieke en economische ont
wikkeling der Republiek on don stand van
den Protestantschcn kerkenbouw, consta
teert de schrijver in het derde hoofdstuk dat
wanneer in de eerste decenniën der acht
tiende eeuw de volkskracht welhaast ver
lamd schijnt, de houw van nieuwe kerken
van l>eteekenis zelfs een tijdlang geheel op
houdt.
Dr. Ozinga besluit het werk met op te
merken, dat toen na de groote omwenteling
de overheid de Hervormde Kerk vrijwel ge
heel losliet, aldra de Protestantsche ker
kenbouw geheel in verval geraakte om eerst
in onze dagen tot nieuw leven tc ontwaken.
Een reeks aanteekeningen en bewijsstuk
ken, alsmede een chronologisch lijst der
behandelde, hier tc lande voor den Prntej-
tantschen eeredienst gestichte kerkgebou
wen, completoeren het 1S4 bladzijden be
slaande werk, voorzien van afbeeldingen
en 55 teekeningen tusschen tkn ekst.
Het is een niet te onderschatten, moei
lijke taak, om een zoo veel omvattend on
derworp als de geschiedenis van den Tro-
testantschen kerkenbouw in een g.compri
meerden vorm te gieten en zonder onvolle
dig tc worden of al tc zeer aan de opper
vlakte to blijven. O.i. is het Dr. Ozinga mo
gen gelukken binnen de perken van c n
leesbare en dus niet te wijdloopige l»espi-e-
king te blijven.
Ik aarzel dan ook niet dit werk warm
aan te bevelen.
De uitgeversfirma II. J. paria. Amster-
dam. heeft het werk een smaakvol uiter
lijk gegeven, terwijl papier en druk vallen
te roemen.
Over do onderdoden van het werk een
ander maal. y. H.