/ogarns godesia geysers Huurgeschillen TIMEROID BOUWBLAD No. 4* VOOR VOORBURG ALLEEN WONINGBUREAU „VRON ESTEYN" Park Vronesteyn 61 - Tel. 78222 bij eindhalte bi. tram en station Zuid-Holl. Electr. Spoorweg Mij. Jgteutoe lefoöcïie Courant MAANDAG 29 APRIL 1330 AMSTERDAM.C, SARPH ATI KADE 1, TEL. 34824-36824 ROTTERDAM, STATIONSWEG 37 O TEL. 11690 ISOLEERT BESPAART BRANDSTOF WEERT VOCHT DEMPT GELUID Onze Nederlandsche Meubelindustrie Een degelijk meubel, ook als massaproduct, kan niet goedkoop zijn Principe en massa zijn tegenstellingen. De binnenhuisarchitect C. J. B. Breyer heeft met min of meer hooggespannen ver wachtingen de meubelafdeeling op de jong ste Utreohtsahe voorjaarsbeurs bezocht De vooraf gepubliceerde mededeelingen luidden, dat de groep meubelen en aanver- wanle vakken in nog ruimere mate dan vroeger de belangstelling waard zijn. Zelfs moest een belangrijk aantal deelnemers op de 4e verdieping worden ondergebracht. Het 2de gebouw was reeds de eerste maal tot in eiken hoek bezet Alle menschen, wat heeft zoo'n miniatuur-landje een ontstel lend aantal meubelfabrieken. De hier geschetste feiten zijn onweerleg baar juist en tochaarzelt de heer Breyer geen oogenblik om als zijn oordeel te kennen te geven in „Interieur" dat, ondanks dit uiterlijk succes, in wezen eigen lijk niets veranderd is en ook nu weer de meubelgroep, vakkundig bezien, een der slechtste van deze beurs was. Motiveering? Natuurlijk, men heeft er recht op, na het uitspreken van zoo scher pe critiek! Hier is ze: le. Gaf hetgeen op deze beurs te zien was voor zeker 80 a 90 procent een absoluut onjuist en onvolkomen beeld van de presta ties, waartoe onze uitnemende Nederland sche meubelindustrie in staat is. 2e. Viel er van eenige aesthetische verzor ging van interieurs en uiterlijk der stands weinig ot niets te bespeuren. 3e. Schijnt 80 k 90 procent der deelne mers in genoemde groep de meening te zijn toegedaan, dat iedereen, die wel eens 'n lintzaag of 'n vlakbank heeft zien werken, in staat is om zijn vrijen tijd productief te maken met het „ontwerpen" van meubels. Na deze weergave van den totaal-indruk, welke de groep meubelen van de 22ste Utrechtsche beurs op ons maakte, behoeft het geen verder betoog, gaat de heer Breyer voort, dat ook een afzonderlijke beschou wing der onderscheiden stands slechts wei nig prijzenswaardigs naar den voorgrond bracht. Hoopen karakterlooze produclen be schaduwen a.h.w. het weinige goede en het vordert een moeizamen arbeid van opmer ken en schiften, om dat weinige geslaagde uit dien chaos op te diepen. Met altijd de kans iets over het hoofd te zien, dat wel licht belangstelling verdiende! „Onze Gids" daarentegen is wat milder in zijn oordeel. De redactie zegt toch o. m. dat men vooraf dient te bepalen welke maatstaf men bij het oefenen van critiek moet aanleggen. Hiervoor is het ten eerste noodzakelijk, om zich rekenschap te geven van de plaats die het deel der meubelindustrie, dat op dc jaarbeurs vertegenwoordigd was, inneemt in de meubelindustrie in haar geheel en vooral ook daarbij de werkelijkheid niet uit het oog verliezende van de verhouding van het gemiddelde jaarbeursmeubel tot onze samenleving en de daarin gangbaar zijnde gemiddelde smaak. Slechts 5 pet der aangeslagenen in de inkomstenbelasting hebben een belastbaar inkomen van f 5000 en hooger, zoodat veilig aangenomen kan worden, dat van de overige 95 pet, zeker 85 pet aangewezen is op het massameubel. Zeer eenyoudig is hieruit af te leiden welk een belangrijk deel de massafabricage van de geheele meubelindustrie uitmaakt en ook de maatstaf onzer waardeering staat hiermede in het nauwste verband. Om de eenvoudige reden dat de fabrikan ten leveren moeten aan de massa, houden zij rekening met de smaak der massa. Men zoeke hier dan ook geen meubelen, ont worpen door vooraanstaande meubelarchi tecten; zij die zich op dit smaakniveau heb ben ingesteld, kwamen teleurgesteld van hun jaarbeursbezoek terug. De boven aangehaalde cijfers geven de oorzaken hiervoor aan, doch ook wie de vakliteratuur aandachtig bestudeert, moet wel bemerken aan het in verschillende pe riodieken voorkomen van dezelfde uitbeel dingen, naar werken onzer eerste meubel ontwerpers, dat de productie op dit gebied kwantitatief helaas gering genoemd moet worden. We spreken nog niet eens van de angstvalligheid, waarmede sommige archi tecten i een soms reeds jaren oud ontwerp, dat door de vaak herhaalde reproducties in allerlei periodieken en vakbladen ge meen goed is geworden, als een dierbaar kleinood beschermen. Nu kan men zich op een stram doctri nair standpunt stellen en beweren, dat de fabrikant dezen vooraanstaanden ontwer pers de opdracht moet geven voor de vorm geving van hun producten, maar hoe is het met den B.- K. I.? De fabrikant moet leveren en als dan, zooals we hoorden in een der stands, van 'n kastje tien exemplaren geleverd worden, indien om de paneclen en om het blad een parellijstje is aangebracht, tegen één exem plaar waarbij inplaats van het lijstje een strak bandje werd toegepast, dan zou men teveel van een fabrikant vergen, indien hij met deze mentaliteit zijner afnemers geen rekening hield. Deed hij het niet, dan zou zijn concurrent het wel doen. Hier komt nog bij, dat deze tierlantijntjes vaak nog ,goedkooper zijn dan eenvoudig strak werk. De geheele golf-, eier-, paternoster, parel-, cn astragaallijstjes-industrie woekert op deze mentaliteit en levert dit materiaal met motieven van 2500 jaar geleden, bij kilo meters voor een bagatel. Vierkante knop pen en ladetrekkers zijn een afzonderlijk fabrikaat, evenals de knoopen van een jas. Hoe men ook filosofeert over ontwikke ling van het smaakgcvocl der massa, en hoewel in deze ontwikkeling een wijziging in de goede richting valt te constateeren, de middenstof zal altijd op een haar eigen manier blijven reageeren op hoogere- ui tin gen van kunst. Dit geldt niet alleen op het gebied van de meubelkunst, doch algemeen. Zoo luisteren zeker 90 van de 100 liever naar het zingen van Tauber, al is het door een gramofoon geïmiteerd, dan naar een fuga van Bach en om het verhoudingsgetal van hen, die een svmphonie van Mahler met smaak kunnen verwerken, weer te ge ven, zouden we wellicht tot fracties van procenten onze toevlucht moeten nemen. Vertelde verder onlangs niet een pnzer grootste behangselpapierfabrikanten, dat zij het moesten hebben van den burgerman, dus dat zij met hun papierdessins hier rekening mede moesten houden? In dit verband informeerden we eens bij onzen Amerikaanschen abonné, den heer Van Ellinkhuyzen, hoe daar de massa staat tegenover de moderne meubelvormen in 't algemeen. Het antwoord was geheel in overeenstem ming met het bovenstaande: „We hebben; bij ons aan de zaak eens zes moderne slaapkamers gehad, doch nemen deze nóóit weer; het publiek wil „styles" en wat het publiek graag koopt, moet men verkoopen". Daar worden dergelijke problemen als hier niet opgeworpen, business cn daarmede uit Het eenige probleem daarbij is om manie ren uit te vinden om méér te verkoopen? wat men verkoopt staat op een tweede plan; wenschte het publiek moderne meu belvormen, men kon er zeker van zijn, dat dc Amerikaansche fabrikanten niet lang zouden wachten met deze op de markt te brengen. Niettegenstaande alle getheoretiseer over vormen, opvoeding der massa en daardoor vaak gecamoufleerd van het wezen der zaak, toch concentreert zic.h alles ook bij ons, om de business. De kostbare houtbe werkingsmachines moeten rendabel ge maakt worden en moeten daarom prodü- ceeren cn veel produceeren. liet publiek, vooral het jongere geslacht, opgevoed in moderne woningen cn op allerlei manieren gewend aan moderne vormen, wil ook wel moderne meubelen. We stuiten hierbij ech ter op allerlei moeilijkheden, waarvan we een enkele willen bespreken. Ook liet opkomend geslacht, trots alle op- of aanmerkingen, die hierop gemaakt kunnen worden, blijft toch het Hollandsche karakter dragen en weet de specifiek Hol landsche gezelligheid en intimiteit van het interieur te waardeeren. Nu is aan deze niet hoog genoeg te schatten eigenschap zeer zeker met onze moderne meubelvormen te voldoen, doch dan denken we hierbij aan de meubelen van Kramer niét hun warme kleur en mollige doch tevens gede gen vormen: aan het werk van Penaat eri van meerdere dezer epigonen, welk werk 'echter vaak een tegenstelling -vormt mei het massa-prodort, jn vorm en door den vorm ook in prijs. Om een modern massa-meubel op de markt te brengen, goed van constructie. Hovth.n.v.J. van Schijndel Co. Za„rl! Sclme,„ ANNO 1SS3Oost-Adm,raUteits'kade47h Rotterdam Nasmuhavcn - Boerenejat De verhouding tusschen huurder en verhuurder gelijkt veel op een soort gewapende vrede. Er zijn maar weinig contracten die zich zoozeer en bij voortduring in de belangstel ling van het publiek kunnen verheugen als die van huur- en verhuur, aldus mr. I. de Jong. Eindeloos vele en telkens wecrkecrend zijn de overeenkomsten waarbij een huis, een stuk land, een voorwerp in huur gege ven en genomen wordt; maar tevens: zoo vel huurovereenkomsten, ook even zoovele bronnen van wrijving tusschen de betrok ken partijen, want hoe nauwkeurig en nauwgezet men ook moge toezien bij de for muleering van beider rechten en verplich tingen, de kiem voor een geschil ligt in elk nieuw contract verborgen. Bovendien, geen bepaling kan in de plaats treden van het geen de partijen zelf als moreel-billijk moe ten aanvoelen; maak zooveel bepalingen als ge wilt, het helpt niets als huurder cn ver huurder elkaar niet verstaan willen. Het behoeft bij dezen stand van zaken niets te verwonderen, dat heel wat men schen met de bepalingen van het huurcon tract vrij goed op de hoogte zijn, zoo zelfs, dat ze u vaak haarfijn weten te vertellen hoe men een „huurzaakje" moet aanlileo- den om als huurder, of wel als verhuurder de minste kans te loopen gedupeerd te wor den. Speciaal degenen die van het verhuren van vaste goederen hun beroep maken en die zich aangesloten hebben hij een of an dere bond, die hun belangen zegt te behar tigen en die één of meer technische advi seurs tot hare beschikking heeft om dc le den-verhuurders ter gelegener tijd uit de pe rikelen te helpen, krijgen op den duur veel practische wetenschap op dit gebied; 't is duidelijk, dat deze heeren als vanzelf wijs worden en met foefjes hekend raken en me nig jong advocaat, die zoo van de academie is weggcloopen, met hoofd overvol van school'sche wijsheid, cn zich in de practijk van hot vak stort, kan van deze geroutincer- den-in-het-vak een schat van practische ken nis opdoen die in geen leerboek, van welken geleerden professor dan ook, te vinden is! Maar intusschen, al weten de huisheeren in voel gevallen wel.precies hoe ver ze gaan kunnen en tot waar hun macht over de huurders, speciaal over de onwilligcn en on- buigzamen onder hen strekt, de juridische consequenties cn conclusies vermogen ze niet te doorgronden; op een gegeven mo ment loopen ze met hun eigen kennis vast cn moeten noodzakelijk de assistentie inroe pen van diegenen dio hunne zaak bij den rechter aanhangig maken en voor hen eene uitspraak weten te verkrijgen waarmede ze tegenover onwillige elementen kunnen opc- reeren. Het behoeft nauwelijks betoog, dat juist op het terrein van huur- en verhuur par tijen het elkaar intens lastig kunnen maken; de-huurder die het perceel botweg weigert te verlaten dwingt den verhuurder, hoe men liet dan ook wil bekijken, om een advocaat den arm te nomen die aan de hand van uilig niet altijd vaststaande gegevens ar moet zien hoe hij den lastpost er uit krijgt; en liefst zoo vlug mogelijk. En vaak begint eerst dan de rechte misère ïor den huisheer, die om zijn goed recht strijdt, want, vergeet niet ,een procedure is en blijft altijd een risico. Dikwijls is de ver huurder, voor hij de zaak in handen geeft van zijn advocaat al verder gegaan dan zijne bevoegdheid eigenlijk wel strekt en daarbij komt dat ook de advocaat niet alles in zijn hand heeft; dit laatste is iets dat het public meer moest begrijpen en billijken, is echter, ongelukkig, dikwerf maar al eel zoo, dat het minder goede resultaat in een procedure op den hals van den raads man geschoven wordt, die in veel gevallen zichzelf niets te verwijten heeft als mis schien een te veel aan zorg en geduld en toewijding. We wijzen in dit verband op een geval dat nog niet zoo lang geleden in de practijk zich heeft voorgedaan. Door don verhuurder-eischer werd gevraagd ontrui ming van het pand; na veel conclusies over en weer beveelt de rechtbank de ontruiming dochtengevolge van een rechterlijk ver zuim (direct te vergeven, want per slot zijn rechters ook maar gewone menschen!) kon de huurder zich rustig van hooger beroep voorzien, zonder het pand behoeven te ver laten. Hoogst onprettig voor den verhuur der, zeker, maar zeker niet minder onplei- zierig voor den raadsman, die nog veel moeite zal hebben gehad zijn cliënf er van te overtuigen, dat hij aan deze minder suc cesvolle uitspraak in ieder geval niet debet was. Er stond in casu den huisheer, hoe verbitterd hij ook was, werkelijk niets an ders te doen,dan wachten en berusten; z'n eigen rechter mag men in ons goede vader land nog niet zijn voorloopig, al ziet men het hier cn daar wel eens anders, cn men zou de zaak meer kwaad dan goed doen, door zich op een oogenblik door het gevoel alleen te laten leiden. Een feit is, dat over liet algemeen de ver houding tusschen huurder en verhuurder veel gelijkt op eene soort gewapende vrede en het zal altijd wel een puzzle blijven bij wien van de twee contractanten de oor zaak van dc diverse conflicten moet wor den gezochl. Te beginnen met de huurders, wol, er zijn N.V.KON. VEREENIG DE T API JTFA BRIEKEN ROTTERDAM N.V. Rotterdamsche Fijnhouthandel LINKER ROTTEKADE 101-102, ROTTERDAM - TEL I2A7M035B Coromandel Coromandelfineer Heerenmodemagazijn ..NOVELTY" POMPENBURGSINGEL 11 (naast Grand Thoater) GOUDSCHERIJWEG 19 ROTTERDAM GLAS IN LOOD GEBRAND GLAS jj J. A. HAGG, Eschdoornstr. 74-80 TELEFOON 37050 - DEN HAAG YH^BNV.MEUBILEERINGMy H (Mg UtESTNIEUlL/LAND 13 1 betimmeringen] IR0TTERDAM.TEL:5I574 id Schoonheidscommissie Hillegersberg Ter voorziening in de ontstane vacature door het ontslagnemcn van Ing. Hoekstra te den Haag en ter voldoening aan het bepaal de in het 2de lid van art. 2 der verordening regelende de samenstelling en (werkkring van de schoonheidscommissie voor de ge meente Hillegersberg, werd als zoodanig be noemd Ir. H. Thunnisscn te Den Haag. met vormen en verhoudingen die blijvend een sfeer van gezelligheid en huiselijkheid in zich dragen, zonder dat getracht wordt dit laatste te bereiken door allerlei prul laria, dat bovendien in den smaak der massa valt en boven alles billijk is en de fabricage toch loonend, zal bij de bestaan de verhoudingen voorloopig wel een pro bleem blijven. Niettemin moet hiernaar toch gestreefd worden, hoewel het bereiken van de opge somde eigenschappen van dit ideaal massa meubel practisch van zeer veel tegenstrij dige factoren afhankelijk is; alleen de po ging om tot^een compromis hiertusschen te geraken, verdient aller aandacht nu zijn het juist deze pogingen welke bij een bezoek aan de meubeiafdeeling op le jaarbeui-s een critisch beschouwer moet veten te waardeeren en het is een studie op zichzelf om te constateeren tot hoeveel va riaties deze pogingen leiden. We zien hier practisch de gevolgen van de onmogelijkheid om een ideaal massa meubel te creëeren, want boven alles zweeft het zwaard van Damocles, de kostprijs, waarbij niettegenstaande de joviale stem ming tusschen de verschillende standhou ders, een felle concurrentie zeer veel ge wicht in de schaal legt. Een deugdelijk meubel, ook als massa product, kan niet goedkoop zijn en hieruit vloeien eigenlijk allo moeilijkheden voort. De fabrikant, die den nadruk legt op de kwaliteit, kan niet veel ten koste leggen aan bijkomstige verfraaiing, het resultaat kan dan wel zeer bevredigend zijn, doch de massa „ziet de kosten er niet aan af". Bo vendien missen moderne meubelen, waar in uitsluitend degelijkheid en principe ver werkt zijn, vaak de charme, waardoor zij orden tot „a joy for ever". De massa kan na een jaar of tien de boel laar niet aan den kant doen en koopt dus liever niet iets, waarvan zij a.h.w. bij 'ntuïtie voelt, dat het voor haar uitloopt >p „a joy for never". In dit uiterste vervallen de fabrikanten dan ook niet gemakkelijk, hoewel we er- vdn overtuigd zijn dat de producten, die 't dichtst bij dit uiterste staan, het ten slotte zullen winnen. Een gezond principe moet het per saldo altijd winnen, doch het draagt het bezwaar in zich, dat do snel heid, waarmede het tot de massa door dringt, omgekeerd evenredig is aan de ge zondheid van het principe. Principe en sa het zijn practisch bijna tegen stellingen. Daar kan de industrie dus niet op wach- n en een compromis is het gevolg, waar bij alle sohakeeringen der samenleving (be halve de upper ten) naar de oogen worden gezien, wat zich dan rfp de jaarbeurs ook afspiegelt in allerlei gradaties van kwali teiten en vormen. onder hen individuen, dien men het, rond uit gezegd, nooit naar den zin kan maken; ze zijn al bij voorbaat ingenomea legen iede- ren huisheer die (al heeft hij er ook het volste recht op) zoo bru'aal is op tijd zijn huurpenningen in ontvangst te komen n men. Er mankeer altijd wat aan hun w nirtg, te veel om hier op te noemen en alle hunne klachten worden door den verhuur der mogelijk nog wel aangehoord maar ove rigens onbeantwoord gelaten. Zoo zijn er, hii, velen! I* .ar bleef het daar nog maar bij. Meenen ze -nrechtmatig te worden ge dwarsboomd dan gaan ze „het voor den rechter gooien", zooals men dat hoort noe men cn die moet het maar voor hen uitzoe ken. Niets kan cn behoeft hen hiervan terug te houden, want in de meeste gevallen kost een procedure hunniets. Zij vooi zich spoedig van een bewijs van onvermo gen. hetgeen gemakkelijk genoeg gaat te genwoordig, en dan vertellen ze in een zeer omstandig verhaal hun leed aan den toe- gcvocgden raadsman, die er immers voor liet recht is! Een jaar of wat geleden deed zich te Am sterdam het geval voor, dat de huurder er zich op beriep dat de verhuurder hem niet verschafte „het rustig genot" van het ge huurde. Zooals bekend, zitten veel bewoner; van onze hoofdstad in groote menschen pakhuizen: éénhoog, tweehoog, driehoog, enz. Welnu, de bewoner-huurder van twee hoog. werd gemolesteerd door do bewoners van éénhoog en driehoog'en 't -was daarom dat hij eene vordering instelde tegen den verhuurder, dat deze hem het rustig genot can het verhuurde niet verschafte en op dien grond vorderde ontbinding van de huurovereenkomst. Afgezien nog van de vraag bij wien de schuld in dit geval lag, stelde dc rechtbank den huurder in het on gelijk. Den verhuurder, aldus de rechtbank, heeft geene verplichting om den huurder te waarborgen tegen belemmeringen die der den den huurder toebrengen, alhoewel do huurder zelf het recht heeft uit eigen hoofde zijne buren te vervolgen. Deze opvatting vindt inderdaad steun in de wet en ieder ge voelt, dat dit standpunt juist is: maar och, men kan nooit weten, en daarom probeert men het maar eens, lukt het eene verweer niet, dan misschien het andere. LOODGIETERS- EN SANITAIREWERKEN J. T. GALL Jr. ROTTE ROAM OOSTEINOE 96 TELEFOON S51S0 Koopt nevenstaande ar tikelen bij het vakkundig installatiebureau S.C.DE HAAN Rotterdam, Taborstr. 26 Telefoon 13237. t K. J. BOS ZOON VUREN GRENEN HOUTLAAN 19 GEZAAGD TELEF. 1302 -1303 HOUTHANDEL ROTTERDAM GESCHAAFD Wijd open de kroonj Godesio Gey» •erj hebben een groofe-copociieü Op enze monsferzolen zijn ze in werking fe zien. moor een brochure - die wij U groog zenden - brengt U ook «olkomen op de hoogfe» N.V. Hondelmoofiehoppi» R. S. STOKVIS Z? Cofferdam Wesfzeedijk 507 Amsterdam Keizersgrocht 313 Oen Haag - Aleianderilroo' 8 ichedijk 3 SilA DAICB&DEICICING Tikirr\Air\ voor iedere helling llnbUUIU-cement dakbedekking VOOR platte daken en terrassen .ERDOLINE' EEN BIJ UITSTEK ROESTWEREND MIDDEL VOORKOMT AANTASTING VAN BETON DOOR HUMUSZUUR MONSTERS. PRIJSOPGAVE, KOSTELOOZE BEGPOOTING N,V„ERDO" ADMIRAL!TEITSKLDE 80b ROTTERDAM Onder de Leeslamp De Protestantsche kerkenbouw in Nederland van Hervorming to! Franschen Tijd, door Dr. it. D. Ozinga. H. J. Paris, Amsterdam, UCMXXIX. ^\aatsch. Haringkade In de op 16 April j.l. te Den Haag gehou den vergadering van aandeelhouders der N.V. Handel- en Exploitatiemaatschappij „Haringkade" aldaar, is besloten een divi dend uit te koeren van 25 pet. evenals liet yorige jaar. In de laatste maanden van 1929 verscheen bij H. J. Paris, Amsterdam, een werk over Protestantschon kerkenbouw in Nederland, dat zoowel door zijn breeden opzet als door zijn inhoud zeer de aandacht trekt. Het draagt den titel: „De Protestantsche kerken bouw in Nederland van Hervorming tot Franschen tijd" en is van de hand van Dr. M. D. Ozinga. Het was zijn leermeester Prof. Dr. W. Martin, die, toen hij het bovenge noemde onderwijs aanried voor een acade misch proefschrift waaruit dit boek is voor gekomen hem verzekerde, dat de hecrschendc opvattingen inzake deze mate rie bij voortgezette detailstudie voor heel wat wijziging vatbaar zouden blijken, een voorspelling, welke steeds meer in vervul- line ging. In dit werk is blijkens dc Inleiding uit gegaan van het grondplan en den aanleg van hot inwondige der kerken. Het onder zoek is telkens, indien eenigszins doenlijk, cener/ijds gegrond op bouwwerken zelve, anderzijds op de daaromtrent bewaard ge bleven archivalia. Een keuze is gedaan, die in hoofdzaak beperkt is tot die kerkgebou wen, welke uit een architectonisch of al thans architectuur-historisch oogpunt van boteekenis zijn. De Minister van Onderwijs maakte door een subsidie deze publicatie mogelijk. Het is geen eenvoudige taak, in oen kort bestek een overzicht van den inhoud van deze uitvoerige studie te geven. De schrij ver beantwoord dc vraag, of er in het ver leden ten onzent waarlijk van een specifiek Protestantschcn kerkenbouw gesproken kan worden, bevestigend en hij weerspreekt dc veronderstelde vijandigheid van liet Gere formeerd Protestantisme afdoende: de ver nielzucht der negentiende eeuw leidde veel al tot deze misvatting. Toch was deze twijfel bij voorbaat niet ongerechtvaardigd. Immers, is voor den Ka tholiek het kerkgebouw het gewijde „Huis des Hoeren", de Protestant, en in zijn volle gestrengheid geldt dit voor den Calvinist, ziet hierin slechts de vergaderplaats der ge meente, een „voorhof oin met Dr. A. Kuy- per te spreken. Voor Luther hndden de vor men van den godsdienst naast de geestelijke waarden geen beteekenis. Calviju streefde in alles naar den uitersten eenvoud en Zwingli verbande zelf 't gezang uit de gods dienstoefeningen. De Hervormers stelden zich geenszins op dit standpunt uit vijand schap tegenover de kunst, doch wilde de aandacht der gemeente niet van prediking en gebed afleiden, en daarom, evenzeer als Loyola en het Concilie van Trente, de kunst in den eeredienst slechts een dienende rol docp spelen. Doch iedere religie, welke komt in de positie truer hcerschende kerk. zal hoezeer vergeestelijking en puritanisme haar uitgangspunt moge zijn, op den duur de be hoefte gevoelen haar aanzien ook naar hui ten. d.L in dr eerste plaatin het uiterlijk en de aankleeding har er kerkgebouwen te toonen. Cursiveering van ons. Red. „De Bouwwereld Het eerste hoofdstuk behandelt het be- gin-tijdperk. Onze eerste in den waren zin des woord» Protestantsche, d.i. van den aan vang af >oor den Protestantschcn eeredienst bestemde kerk van eenige beteekenis, is ge- sticht to Willemstad, Itceds na korten tijd vond het voorbeeld van Willemstad navol ging to IJzendijke (pltn. 1614). Behalve to Blokzijl zijn ook in de provincie Groningen de oudste Protestantsche kerkjes te vinden, n.l. in Bourtangc en Delfzijl. De bouw van de hierboven genoemde ker ken beteekende nog slechts een zeer beschei den aanloop in de richting van een specifiek- Protestantschen kerkenbouw. In 1006 wordt te Amsterdam aangevangen met den bouw van de Zuiderkerk, gevolgd in 1G15 door den bouw van tie Westerkerk. Roods in 1623 was de Noorderkerk gereed. Het tweede hoofdstuk „de zeventiend» eeuw na plm. 1630". Men heeft de Amster dam sche Noorderkerk het Protestantsch» kerktype bij uitnemendheid genoemd. Toch beschouwt de schrijver haar meer als een der voornaamste uitgangspunten Nan onzen Protestanten kerkbouw, dan als het voor beeld, waarnaar men zich in allen dccle heeft gericht. Haar veelgeroemde plattegrond bleek voor een Protestantsche preekkerk tenslotte geenszins de ideale. De schrijver somt in dit hoofdstuk de ver schillende in dit tijdvak gebouwde kruis kerken op, die niet slechts op zich zelve, doch ook als schakels in den keten der ont wikkeling, van groot belang zijn, om ver volgens uitvoerig stil te blijven staan bij de achtkante kerken en dc zaalkerken. Na in de voorgaande hoofdstukken een nauwen samenhang vastgesteld tc hebben tusschen de politieke en economische ont wikkeling der Republiek on don stand van den Protestantschcn kerkenbouw, consta teert de schrijver in het derde hoofdstuk dat wanneer in de eerste decenniën der acht tiende eeuw de volkskracht welhaast ver lamd schijnt, de houw van nieuwe kerken van l>eteekenis zelfs een tijdlang geheel op houdt. Dr. Ozinga besluit het werk met op te merken, dat toen na de groote omwenteling de overheid de Hervormde Kerk vrijwel ge heel losliet, aldra de Protestantsche ker kenbouw geheel in verval geraakte om eerst in onze dagen tot nieuw leven tc ontwaken. Een reeks aanteekeningen en bewijsstuk ken, alsmede een chronologisch lijst der behandelde, hier tc lande voor den Prntej- tantschen eeredienst gestichte kerkgebou wen, completoeren het 1S4 bladzijden be slaande werk, voorzien van afbeeldingen en 55 teekeningen tusschen tkn ekst. Het is een niet te onderschatten, moei lijke taak, om een zoo veel omvattend on derworp als de geschiedenis van den Tro- testantschen kerkenbouw in een g.compri meerden vorm te gieten en zonder onvolle dig tc worden of al tc zeer aan de opper vlakte to blijven. O.i. is het Dr. Ozinga mo gen gelukken binnen de perken van c n leesbare en dus niet te wijdloopige l»espi-e- king te blijven. Ik aarzel dan ook niet dit werk warm aan te bevelen. De uitgeversfirma II. J. paria. Amster- dam. heeft het werk een smaakvol uiter lijk gegeven, terwijl papier en druk vallen te roemen. Over do onderdoden van het werk een ander maal. y. H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9