bekAac&ó OimmOiacAm PAASCHCONGRES S. D. A. P. DINSDAG 22 APRIL 1930 EERSTE BLAD PAG. 3 BOND VAN CHR. ZANGVEREENIGINGEN algemeene jaarvergadering Op Paaschmaandag en heden heeft de iond van Chr. Zangvereenigingen m Ne erland zijn 4 ie bondsvergadering te itrecht gehouden. Maandagmiddag werden het hoofdbestuur in de afgevaardigden door het eerecomite n de regel in gscommissie ontvangen. Deze amenkornst vond plaats in het Gebouw oor Kunsten en Wetenschappen. Ds. P. d e laas, predikant der Ned. Herv. Gemeente, ill van het eerecomité, heeft de welkomst f,le gehouden en o.m. gezegd, dat ook wij Ked" li anders ons wel eens denken, dat ons and het middelpunt der wereld is. Maar nocht dit weersproken worden het is on- •ccrsprckelijk, dat Utrecht het middelpunt s van Nederland. Er is een middelpunt- liedendc kracht, in Utrecht soms veroor- aakt door do belastingen, maar ook een liddelpuntzoekende kraoht, in Utrecht o.m. eroorzaakt door de Jaarbeurs, maar ook oor het feit, dat hier vele congressen wor en gehouden. Spr. ging na wat het pro ranima voor dezen bondsdag bood en em- icde met den wensoh, dat in den arbeid an deze bondsvorgadering de Geest van Ihristus en de kracht van Christus tot open kring mogen komen. De Bondsvoorzitter, de heer J. P e t e r - on Moens, van Den Kaag, dankte voor eze welkomstrede en zeide, dat veertig jaar eledcn in 1S90 de bond ook in Utrecht ergaderde, en daarna verschillende kec- en, o.m. ook in 1917 midden in den oorlogs raad. Spr. wees erop, dat de afgevaarelig- en nu voor het eerst worden ontvangen oor een ringbestuur en hoopte, dat de enschen, uitgesproken voor het welslagen er vergadering, in vervulling mogen gaan. Nadat ververschingen waren rondgediend, erd gewandeld naar het Domplein, waar kloostertuin bezichtigd werd. De heer J. H. W a g e n a a r. carillonnist van den óm gaf een concert'en bracht bondsmuziek n gehoore. Terwijl de Domkerk bezichtigd erd, speelde de Dom-organist, de heer os op het orgel. Na afloop hiervan werd n wandeling door de stad gemaakt, waar de aanwezigen aanzaten aan een diner i het Gebouw voor Kunsten en Wetenschap en. Het bleek, dat vijf en zestig vereeni ngen een afgevaardigde gezonden hadden, is van heinde en verre, uit Heerlen en i het Noorden. De Friesche Bond van br. Zangvereenigingen had twee af gevaar eden gezonden, terwijl de Duitsche Christe- ke Zangersbond vertegenwoordigd was den heer Stehl uit Cassel. Maandagavond werd in Tivoli een groot meert gegeven, waaraan zeshonderd zan- ers en zangeressen deelnamen. Dit concert erd met een korte toespraak geopend door J. II. Telkamp, Pred. der Geref. Kerk „u Utrecht, die het concert ook op de ge- ruikelijke wijze sloot. De Bondsvergadering Hedenmorgen tien uur ving de Bonds ver- adering aan. De Bondsvoorzitter, de heer i, Pieterson Moens van Den Haag, ilw een openingsrede, waaraan wij het vol- jente ontleenen. De openingsrede Een afzonderlijk woord van welkom, in Duitsche taai, richt spr. tot den voorz. ,.i den Deutschen Chr. Sangerbund, Hein- oh Stehl uit Kassei, die de Bondsdagen als ost meemaakt J. PIETERSON MOENS Sinds enkele jaren zijn we bezig de orga- isatie van ons bondsleven geheel te herzien i in overeenstemming te brengen met den eeds voortgaanden groei; de Bond telt lans 456 zangkoren met bijna 20.000 leden De bedoeling is, na alle vereenigingen in ngverband samengebracht te hebben, deze ngen te vereenigen in gewestelijk verband de voorzitters der gewestelijke afdeelin- en zitting te geven in 't Centrale Bonds- istuur. Zoodoende kan de artjeid gedecen- aliseerd worden, terwijl toch de eenheid waard blijft In 't neutrale kamp worden in onzen tijd sombere stemmen vernomen. De voorz. van den Bond van Koordirigenten sprak over slecht-onderleide directeuren, slechte koor literatuur, verslapping van de publieke be langstelling, rotte toestanden bij het con courswezen. Zonder zelfvoldaan te zijn, mo gen we toch zeggen, zegt spr., dat onze Bond in toenemend tempo bezig is en reeds jaren w as om deze fouten te voorkomen of te ver minderen. Maar toch, ook op ons gebied blijft te wenschen over! Onze directeuren- cursussen moeten drukker worden bezocht de studie moet verdiept onze con coursen moeten zich van alle geldprijzen en medailles blijven onthouden, de muziek strenger gekeurd. En dan we moeten ons hoeden voor tweeërlei „valsch zingen", nl. voor „tech nisch valsch" zingen, maar ook voor werk tuigelijk. dus buiten ons hart om te zingen Het hart moet de bron zijn, waaruit ons lied welt. Anders zingen we „valsch". We hebben steeds met de „kunst'" te doen cn 't gevaar dreigt, dat die in 't tegendeel omslaat, als we niet onze ziel leggen in wat we zingen. Dan zullen we vanzelf hooge cischen stellen, ook technisch. „Bid en werk Al werkende en ons in spannende om 't hoogste te bereiken, in hart en muziek, ontvangen we 't antwoord op ons gebed. Daartoe zegene de Heere ons in 't jaar, voor ons ligt, aldus besloot Spr. zijn ope ningsrede. In de middagvergadering refereerde Prof. Dr. G. v. d. Leeuw, hoogleeraar te Gro ningen, over het onderwerp: „Wat maakt de muziek tot religieuze en wat maakt haar tot kerkmuziek?" Aan dit referaat is het na volgende ontleend. Referaat Prof. v. d. Leeuw Spr. begint met te w ijzen op den natuur lijken samenhang, die er tusschen gods dienst en eeredienst en de muziek is. Zelfs in onze kerken, die overigens met een mini mum van liturgie meenen te kunnen vol staan. wordt gezongen en gespeeld. Die na tuurlijke samenhang wortel in den geest van den primitieven mcnsch, die nog geen apar te terreinen van religie, kunst, wetenschap, enz. kende, maar voor wicn de kunstuiting tevens een uitdrukking van het heilige, heilige handeling kon zijn. Van dien primi tieven geest bezitten wij nog slechts de res ten, vermengd met de moderne neiging de verschillende levensuitingen kunstmatig te isoleeren. Daarom moeten wij den weg van de muziek naar de religie en de kerk, die eenmaal duidelijk voor ieder open lag, moeizaam zoeken. Daarbij moeten wij onderscheiden tus schen religieuze en kerkelijke muziek. Ware kerkmuziek is altijd religieus, maar niet alle religieuze muziek is kerkmuziek. Ook een symphonie, een dans kan religieuse muziek in den hoogsteu zin zijn. Wat maakt muziek religieus? Zeker niet de tekst. Die is in alle muziek, ook in de religieuze, se cundair. Met vele voorbeelden wordt dit aan getoond. Het heilige onderwerp maakt nog geen heilige muziek. Ook het archaischc karakter van muziek of instrument maakt muziek niet religieus, zooals o.a. door Lalo werd verondersteld, al wekt de muziek van een voorbijgegane periode^ .gemakkelijker indrukken, dan gloednieuwe, doordat zij een besef van distantie geeft, dat in alle religie essentieel is. Muziek wordt ook niet reli gieus door het doel, waarvoor zij werd ge schreven. Maar religieuze muziek ontstaat daar, waar de beleving van het heilige en van het schoone samenvallen. Aan enkele momenten en vele voorbeelden wordt dit nader toegelicht De vraag naar het wezen der kerkmuziek is geen aesthetische, maar een liturgische. Voorwaarde is, dat kerkmuziek religieus zij Maar bovendien moet zij voldoen aan be paalde eischen van stijl, die slechts door verdieping in het wezen van de kerk, die men dient, zijn te voldoen. Als voorbeelden worden genoemd het Gregoriaansch, het Duitsche koraal, de Engelsche hymn en de Fransch-N'ederlandsche psalmen. Met den wensch, dat zoowel theologen, als kerkmusici zich meer in deze vragen mogen verdiepen, opdat ook ten onzent van een echte, hoogstaande kerkmuziek moge kunnen worden gesproken, besluit de spr. zijn referaat. Op 't verdere behandelde in deze vergade ring hopen we in ons blad van morgen terug te komen. INGEZONDEN MEDEDEELING. bi] verkoudheden en rheumatlek DE UITSLAG DER VERKIEZINGEN DE ARBEIDERSPERS Een betooging te Groningen DE TOESTAND IN DEN LANDBOUW Na de openingsrede van den heer J. Oudegeest, welke rede we Zaterdag pu bliceerden, nam de vertegenwoordiger van de Deensohe partij, de heer H ede bol het woord. Hij wees op de beteekenis, welke Troelstra ook voor de Decrische arbeiders partij gehad heeft. Namens het N. V. V. begroette de heer Kupcrs het Congres. Vervolgens bracht de congrescommissie verslag uit, waarbij vele voorstellen werden verwezen naar den Partijraad; werden over genomen door het partijbestuur; werden in getrokken of van de agenda afgevoerd. Daarna kwam in discussie het jaarverslag van het Partijbestuur, het beleid van de Ka merfracties, van de redactie van de Arbei derspers en van de Internationale. Eerste spreker was de heer B. C. F r a n k e die namens de Amsterdamsche afdeeling sprak. Rede B. C. Franke Spr. vraagt of de commissie voor het ko loniale werkprogram al aan het werk is. Amsterdam is van meening, dat bij belang rijke gebeurtenissen in het afgcloopen jaar de landarbeidersstaking, de onlusten te Maastricht, de razzia in Indonesië, de actie der partij ook buiten het parlement gevoerd moet worden. Sprekende over de officieele vertegenwoor diging van de partij op het Religieus-socia listisch congres, wijst Spr. er op, dat mej. Ribbius—Pelletier namens het P. B. op het congres heeft gezegd, dat het 't P. B. wel kwalijk is genomen ,dat het belangstelling heeft voor het religieus socialisme. Ook had mej. Ribbius Pelletier naar leiding van de leuze „Godsdienst is privaat- zaak" gezegd, dat de partij godsdienst niet als een particuliere aangelegenheid be schouwde. Spr. was van meening, dat de religieuse partijgenooten in de partij en ..Het Volk" anders en beter behandeld w den dan de anti-religieusen. Beide groepen hebben dezelfde rechten en de partij staat nog steeds op het standpunt, dat godsdienst privaatzaak is. (Applaus.) Rede P. J. Schmidt. De eerste spreker in de avondzitting is P. J. Schmidt (Amsterdam VI), tevens de voornaamste woordvoerder der oppositie. De uitslag der verkiezingen acht Spr. het voornaamste punt dat te bespreken is. Spr. is het niet eens mot het P. B., dat den uitslag bevredigend heeft genoemd. Gaan wij in dit tempo voort, dan betee- kent dit politieke zelfmoord ran de S.D.A.P. Spreker komt nu tot do oorzaken van dit resultaat. Aan de propaganda heeft het niet gelegen. De hoofdoorzaak van dezen uitslag ligt in de politieke verhouding, welke wij hebben met de Katholieken. We hebben de leuze: niet belust en wel bereid. Daarmede heeft men dus aangege ven het politieke perspectief van onze partij. We hebben de R. K. Staatspartij in begin sel beschouwd als een bondgenoot. De R. K. Staatspartij is hier het typische bolwerk der reactie geworden. Er is geen hoop en ver wachting meer, dat wij met haar ooit in de positie zullen komen, als die in België en Duitschland bestond. Spreker dient in verband hiermede een motie in. Voorts voert de partij veel te weinig bui- ten parlementaire-act ie. Wel groeit de bewe ging sterk, maar percentueel zijn ook de anderen gegroeid. En het kapitalisme groeit sterker. Ten aanzien van de Socialistische Arbei ders Internationale hoopt Spr. dat deze zich niet nog verder op den Volkenbond zal ori on toeren. De maoht van het kapitalisme zoo groot geworden, dat het de vraag is, men in een land, waar de socialisten de meerderheid hebben, zelfs iets van het alisme zou kunnen verwezenlijken. De heer Loper Dias (Hilversum) is het niet met fchmidt eens. Do partij moet onder de R. K. arbeiders geen propaganda-materi- aal verspreiden, dat den indruk kan wekken alsof de partij tegen de kerk ageert Mej. Pom per (Rotterdam VII) is on danks de optimistische toon van de jaarver slagen niet tevreden over de propaganda onder de vrouwen. Hiltner (Bussum) bepleit een Jaarlijks terugkeerendo demonstratie voor ontwape ning en tegen den oorlog. Sp.\ sluit zioh aan bij de motie, die Schmidt namens do Am- sterdanisohe afdeelingen heeft ingediend. Redo J. J. da Roode De heer J. J. de Roode (Amsterdam IV) spreekt namens liet deel der Amsterdamsche afdeelingen, die niet achter Schmidt staan, maar ook dat deel, dat misschien als „rechts" gedoodverfd zal worden, acht den uitslag der verkiezingen cn de beschouwing daarover van het P. B. onbevredigend. Onbe vredigend acht spr. ook de verklaring, die Schmidt van de verkiezingsuitslag gaf. Men leeft nu eenmaal in eeri periode van onze kerheid, tusschen eb en vloed. Spr. is van meening, dat het kleine deel van welstand dat de arbeidersklasse veroverd heeft, een loommakenden invloed op de arbeidersklasse heeft. Het zal echter zoo niet blijven. De ar beidersbeweging beperkt zich te veel tot den nationalen kring. Het kapitalisme reorgani seert zich echter geheel op internationalen grondslag. Spr. wijst op den aanval der werkgevers te Genève op den in ternationalen 8-urendag en op de tolmuren", waarmee de Europecsche landen zich om ringen. Wat het eerst noodig is, is interna tionale actie. Spr. critiseert de gelatenheid in het verslag der Hollandsche gedelegeer den in de Executieve der S.A.I. en 't artikel van Vliegen in „De Socialistische Gids" waarin deze zegt: wij willen wel anders, maar we kunnen niet anders. De internatio nale moet de volkeren op de been brengen. Door Albarda's voorstel om een vredespeti- tionnement aan den Volkenbond te zenden, heeft Albaxda, misschien onbewmst, deze nieuwe politiek geïnaugureerd. Ook het Va- ticaan heeft den oorlog niet kunnen tegen houden, maar het heeft zijn eenheid bewaard en na den oorlog zijn macht uitgebreid. Maar het Vaticaan is de S.A.I. eeuwen voor, cn daarom behoeft men zioh niet ongerust te maken maar moet men werken aan den op bouw en versterking der S.A.I. (Applaus.) Rekke (Amersfoort) stelt voor. in een telegram aan den Minister van Waterstaat de eischen van de V.A.R.A. te steunen. Voorts maakt spr. eenige aanmerkingen op de pers. De heer G de Dood (Amsterdam V) pro testeert namens de Amsterdamsche afd. te gen de uitdrukking van den heer De Roode, dat deze afdeelingen door Schmidt op sleep touw zouden hebben laten nemen. Over het statuut van de N. V. „De Arbeiderspers"' zegt Spr., dat dit een cumulatie van func ties legt in handen van één persoon, den directeur, die tevens hoofdredacteur is. Spr. meent, dat de pers onder invloed zou kun nen komen van het N. V. V., dat zooveel geld heeft gegeven. Verder critiseert Spr. de journalistieke kwaliteiten van de redac ties. Spr. wenscht niet meer politiek in de krant, maar meer socialisme. De heer Van der Velde (Maastricht) zegt, dat men bij de verkiezingscampagne in het Zuiden staat voor een lastercampagne en een overmacht der katholieken. De heer Jongeneel (Roosendaal) be treurt, dat in het verkiezingsmateriaal der partij niet steviger stelling wordt genomen tegen de pamfletten der katholieken in het Zuiden. De heer J. ter Laan (Rotterdam VII) verdedigt een voorstel van zijn afdeeling voor een eventueele voorbereiding van mas sale dienstweigering en algemeene werk staking tegen oorlog of pogingen om oorlog te verwekken. (Luid applaus.) .De zitting wordt verdaagd tot den vol genden dag. DE TWEEDE DAG. Bij de heropening van 't congres wenscht de voorzitter, de heer J. Oudegeest, de partij en het geheele Nederlandsche volk geluk met den 70sten verjaardag van Troel stra. (Luid applaus; het congres verheft zich van zijn zetel.) De heer J. F. Ankersmit, hoofdredac teur van „Het Volk", verdedigt het beleid van de redactie. Hij merkt op, dat de cri- tiek op dit blad voornamelijk uit Amster dam komt en dat de stijging van het aantaJ abonnees juist in Amsterdam er op wijst, dat de arbeidersbevolking daar deze critiek niet onderschrijft De politiek van de krant wordt niet beïnvloed door het N. V. V., zoo als gevreesd werd, maar is geheel in han den van do partij, aangezien de hoofdredac tie alechts haar verantwoording schuldig was. Spr. komt ertegen op, dat het wordt voorgesteld, alsof sommige jonge redacteu ren niet socialistisch genoeg zouden voelen. De partij-secretaris, de heer C Wouden berg, beantwoordt de gemaakte opmerkin gen van technischen en organisatorischen aard, die een Intern karakter dragen De heer Vliegen beantwoordt als lid van het Bureau der Socialistische Arbeiders Internationale en als vertegenwoordiger der HoUandsche partij in de S. A. I., de gemaak te opmerkingen, val. die van Schmidt en De Roode. De heer F. M. Wibaut beantwoordt als voorzitter der soc.-dem. Eerste Kamerfractie de opmerking, dat de Eerste Kamerleden te veel werk maken van him lidmaatschap der Kamer. Dat acht spr. vanzelfsprekend en de plicht der Kamerleden, zoolang deze zit ting nemen in den Senaat Rede J. W. Albarda. Ir. J. W. A in ar da wordt met applaus begroet Dat woorden van waardeering voor de Kamerfractie achterwege zijn gebleven, heeft Spr. niet verwonderd. Op de congressen voeren meerendeels 6lechts zij het wooni, die critiek hebben. Het absentisme heeft ook de aandacht dor Kamerfractie, maar te dikwijls doet men in het land een beroep juist op de Kamerleden voor het vervullen van spreekbeurten. Over den uitslag der verkiezingen is hier dagelijks te doorstaan op een manier, die de Hollandsche huisvrouw bevredigt, is geen gemakkelijke taak voor ge- emailleerde pannen en ketels. B.K. Emaille. van de beste staalplaat vervaardigd, volko men veilig in het gebruik, be stand tegen zouten en zuren en zonderschadelijkebestand- f deelen,doorstaat de vuurproef schitterend. Sé B.K Emaille gaat jaren mee en blijft gaaf bij doelmatig gebruik. Let bij het'koopen op het ketel etiket, het ken merk der echtheid. ALLEEN ECHT MET KETELETIKET KAMPER EMAILLEFABRIEKEN vh. H. BERK&ZOON, KAMPEN. A-. 1851 Ir. 1. W. ALBARDA gister in mineur gesproken. Het driftige verlangen naar snelle niaahtsvermeerdering mag niet leiden tot zulk een pessimisme als hier gister tot uiting kwam en tot klainee- ring van behaalde overwinningen. De om standigheden voor de verkiezingen waren ongunstig door 6 jaren extra-parlementaire regeering waardoor de politieke belangstel ling verslapte en de burgerlijke partijen zich aan de verantwoordelijkheid kunnen ont trekken. De politieke bewegingsoorlog na 1918 is overgegaan in een loopgravenoorlog. In een tijdstip van geestelijke degeneratie na den oorlog zit een centrale in het Dosten van Europa met geld en boosaardige bedoe lingen te steken tegen de sociaal-democratie Het communisme leidt naar den onder gang der arbeidersklasse. (Appl.). Spr. ontkent, dat de partij ooit aan de burgerlijke partijen gebonden is geweest of dat de partij de Katholieken heeft on tri en- Van coalitiepolitiek is nog nooit sprake ge weest Het voorstel van Amsterdam VI acht epr. een dwaasheid. Het aanvaarden van den stryd tegen de R. K. Staatspartij acht spr. de grootste flater, die men kan heguan. Men zou zich stempelen tot anti-Katholieke par tij en de kloof tusschen de R. K. arbeiders onoverbrugbaar maken. Spr. bepleit verder de wenschelijkheid van steun aan den Volkenbond. Sprekende over de oppositie zegt spr., dat er formeel niet maar practise!) wel eenigs- zlns sprake is van georganiseerde oppositie. ,J)e Socialist", die critiek oefent op alles wat de sociaal-democratie doet, doet afbreuk aam de groeikracht der partij. Tegen half twee wordt Albarda's rede af gebroken om Maandagmorgen te worden voortgezet. Een betooglng. Des middags vomd een groote betooging, plaats in de straten van Groningen, waar aan werd deelgenomen door do congressis ten, door de Groningsche arbeidersbeweging en door de door de provincie-hoofdstad go kozen afdeelingen uit het gewest Groningen Des avonds vonden in twee zalen feest vergaderingen plaats, waar concerten wer den gegeven, door de afd. Groningen aan geboden aan het congres. DE DERDE DAG. Het congres der S. D. A. P. werd Maan dagmorgen te 9 uur voortgezet met de mode deeling van den uitslag der stemmingen, In het partijbestuur zijn herkozen Albarda, Drees. Suze Groeneweg, Vliegen ,Van Eek cn Wibaut, terwijl verder gekozen worden het Tweede Kamerlid Ir. Cb. Cramer en d» heer P. J. Schmidt. Als gedelegeerde in do Executieve der S. A. I. wordt herkozen de heer F. M. Wibaut, terwijl in de plaats van den heer Vliegen gekozen wordt Ir. J. W„ Albarda. Voortgezette rede Ir. Albarda» Ir. Albarda zet zijn gister afgebroken rede voort Eerst bespreekt hij de econo mische crisis. Eenige jaren geleden viel er iets van een opgaande conjunctuur waar te nemen. Thans ziet men de eerste teekenen naderen van 'n komende crisis, ook in ons land. Zoowel de overwonnenen als de over winnaars uit den wereldoorlog zijn de ge volgen nog niet te boven. Zelfs in Frank rijk en Amerika ontwikkelt de werkloos heid zich. Ook in ons land blijft deze ont wikkeling niet uit Spr. gaat uitvoerig de oorzaken hier van na. Sprekende over den toestand der kleinè boeren vraagt Spr. welke maatregelen kan men hiertegen nemen? Protectie kan een klein land als het onze met zijn vele export slechts schaden. De heer Co lijn die te Genève verdienstelijk werk heeft gedaan wil van protectie gelukkuj niets weten, zoodat men voor een protectionisti sche meerderheid in de Kamer niet behoeft te vreezen. De staat kan ook nog ere dieten verstrek ken. Al deze middelen kunnen echter slechts verlichting brengen, maar geen radicale uit komst Deze is slechts in het socialisme te vinden, in de socialisatie van den bodem. Niet in één dag zal die socialisatie worden verkregen, maar wel moet de strijd In deze dagen van crisis krachtig worden ingezet en moeten de boeren zien, dat niet de zelfstan dige eigendom van den grond een vrij be staan be teekent, maar de opheffing van het privaatbezit van den grond. (Applaus.) De Zuiderzeegronden moeten staatseigendom blijven. (Applaus.) WU roepon de noodlij dende bevolking van de landbouwgebieden op om zich bij ons te scharen, die een einde willen maken aan deU woeker met grond roept spr. uit De aarde brengt voldoende overvloed voort, maar het huidige maat schappelijke stelsel desorganiseert do pro ductie en de distributie. De tegenstelling tus schen dat stelsel en het socialistische stelsel van geordende productie on distributie is een klasse-tegenstelling. Met vertrouwen in het nieuwe en schoone stelsel gnat men daar om dc toekomst tegemoet. Voorts wordt de resolutie van het P. B. in zake de landbouwcrisis bij acclamatie aan genomen. Verschillende voorstellen worden behan deld, waarna de heer Oudegeest mot oen kort slotwoord het congres sluit. FEUILLETON )nder Zijn vleugelen Door ZENOBIA BIRD. 37) „Ja, ik ken hem wel. Wist u, dat hij a.s tndag hier zal zijn en in één vam de stads- irken spreken zal?" „Neen, wat zou ik dat heerlijk vindon hem inieuw te hooren." Wilda's gezicht straalde Gunst, ze is mooi, soms zelfs meer dan t, dacht Joan bij zich zelf, toen zo naar ar opzag. .Gun mij het genoegen u en juffrouw luiliern mee te nemen om Dr. B. te lioo n Zondagavond. Kunt u meegaan, juf- duw Southern?" „Héél graag; dikwijls heb ik Wilda ove/ m hooren spreken en ik zou hem dan ook t graag hooren." Zuo was het afgesproken. Mijnheer Tie Ji zou eerst juffrouw Miller halen. Haar ethuis ivas bet dichtst bij het zijne en arna Jean ophalen. Hij zou in zijn eigen ito komen. Het was Zondagavond en mijnheer Tie m ging zoo vroeg als noodig zou zijn om ar Jean's huis te gaan en tijdig genoeg in de kerk tc zijn. Hij en Wilda schenen toen ze bij Jean aankwamen oude vrienden. Zij waren beiden erg teleui^esteJd, toen zij hoorden, dat een zuster van Jean erg ziek was geworden en Jean den vorigen avond ns^-r huis was gegaan. Bij haai haastig vertrek had zij niet aan de afspraak van Zondagavond gedacht. Maar was het geen vriendelijke Voorzie nigheid, die het alles zóó bestuurde? Haar zuster was veel beter toen ze aankwam en zij was in staat den volgenden dag weer aan het werk te gaan. Wilda en mijnheer Tiegan konden goed met elkaar opschieten. Hij had eenige maan den geleden het beroep aangenomen naar een kleine maar groeiende kerk. Het was zijn eerste plaats sinds zijn terugkomst van Afrika en hij ondervond vele moeilijk heden, maar verheugde zich in de gelegen ,hcid, die God hem gogeven had om herder ite zijn van zijn eigen kudde. Zijn goede uit legging van GlkIs Woord verzamelde rond hem een groepje ernstige Jonge Christenen, die y.ich voedden aan het goede voedsel van Gods Woord. „Ik heb mijn werk en mijn mensc-heD lief." zei hij ernstig, maar er is zooveel meer dat gedaan kon worden; er is zoo'n bo- Ihoefte aan huisbezoek en het werk der jon (geren behoort georganiseerd te worden. Om kort te gaan, ik heb een helper noodig." Toen liield hij op, verbaasd door de vra gende, wijfelende blik op haar gelaat „Gunst" zei hij (tot zich zelf) „ik vroeg dat kind bijna zonder het te weten. Nu ik er goed over nadenk zou het nog niet zoo'n slecht idee geweest zijn!" Een paar weken later ontdekte Jean Southern dat dominee Robert Tiegan gere geld correspondeerde met Wilda Miller en een paar maanden daarna was Jean zelf te genwoordig bij de eenvoudige huwelijksin zegening. „Nu begrijp ik, waarom Ruth Birnie mijn heer Tiegan niet moest hebben. Ruth was heel goed in staat otn naar de vreemde zen- dingsvelden te gaan en Dr. Ripley had haar noodig en niemand anders zou het er zóó goed afgebracht hebben. Wanneer zij mijn heer Tiegan genomen had, zou de lieve, kleine Wilda Miller, die nooit naar die vreemde post gaan kon, deze kans nfet ge kregen hebben om de rest van haar lever» haar geliefkoosd werk in de kerk te doen Hoe wonderlijk zijn Gods werken. HOOFDSTUK XXV. De afloop. Niettegenstaande haar geloof en haar groote reden tot dankbaarheid was Betty Everett erg bedroefd over Charlie Bowen. Haar vader trachtte haar te bewegen niet weer naar de school terug tc gaan cn vroeg lïaar een Jaar buiten door te brengen of ten minste eon lange vacantie te nemen en' Charlie en de school te vergeten. Maar zij bleef trouw. Nu Charlie heen gegaan was en God aan haar offer zijn goed keuring scheen te hechten en hij haar ster vende getuigde van zijn groote en volko men redding, scheen haar roeping voor de zending nog te vermeerderen. Ze kon er niet toe komen haar vader er van te vertellen en zij sprak tegen nie mand van de vreemde, eenzame plaats, waarheen God haar riep. Om echter aan de wenschen van haar vader tegemoet te komen, stemde ze er in toe een paar weken in een lieve bergach tige streek door te brengen met haar vader en oen paar andere huisgenooten. Het hotel was vol gasten en zij ontmoetten prettige en interessante menschen. Veler oogen volgden 1 slanke, schoone meisje met het bedroelde gelaat, waarop echter toch een zachte glans lag en dat steeds door haar toegewijde rid derlijko vader begeleid werd. Zooals elk gezond en verstandig meisje zou doen, deed zij opgewekt mee aan alle pretjes, tenniste of zwxun ln 't koude berg meertje met eenige van de meer sportieve gasten. Ze hield er van om van tijd tit tijd een» in een andere richting te gaan dan de meeste anderen deden, en een kalm, kron kelend steenachtig pnndje af te dalen, dat meestal door automobilisten gemeden werd. Als gezelschap op dergelijke tochten nam ze zich een paar boeken uiee. Ze slaaede er zelfs in aan haar vaders waakzaam oog tc ontsnappen. Op zekeren middag was ze in een onge woon aardige vallei gekomen, scliijnbaur ver \an eenige woning, hoewel ze wist*dat er kleine boerderijtjes waren aan de andere kant van de bosehjes vlak bij haar. Zo had een gemakkelijk zitje gevonden en raakte, verdiept in haar boek, van tijd tot tijd haar oogen opslaand om ze te vestigen op de kalmo schoonheid rondom haar. Na een poosje werd ze gewaar dat de zon daalde en dat het tijd werd .an naar het hotel terug to keeren. Ze besloot een ge deelte van den weg af te snijden en zo was tamelijk zeker van haar richting. Halver wege gekomen, hoorde ze een geluld alsof Iemand hard achter haar aan kwam loo- pen. Ze keerde zich om en zag een groote bok met geweldige gebogen hoorns, zooals ze het wel eens gezien had op een plaatje van bergschapcn. Hij kwam recht op haar toe. Ze was geschrokkon, want ze was zi<*h van geen enkel levend wezen in haur nabij heid bewust ge-. eest. Het was een mvstcm- waar hij vandaan was gekomen, ma-ir niet waar hij heen ging. Ze had ternauwernood tijd achter een dikke boom te springen toen zijn harde kop er tegen op botste Ml) ging een eindje terug en kwam opnieuw op haar af. Maar ze zorgde er voor. dat de boom telkens tusschen hen bleef. Dit ergerde hein en maakte hem nog '••oetk-nder, maar hoe hij zich ook rospand*, het meisje was hem te vlug af en dicht bij den boom blijvend, wipte ze vlug op zij als de bok terug kwam. Ze hoorde in gedachten weer één van de heeren nit het hotel een grappig verhaaltje vertellen over een erg slecht gehumeurde ram ergons in de omstreken, dio een paar menschen in den voorzomer opgehouden had. Dit was blijkbaar dezelfde. Ze wilde wel dat ze wat meer aandacht aan het ver- haaltje geschonken had en gehoord had hoe ze aan de belangstelling van M .lier ontsnapt waren. Ze was geen wrlegen meisje en mid van dieren. In het begin moest ze lachen om haar nog al amusante positie. Ze wist dat er geen werkelijk gevaar was en zij kon het spelletje rondom den boom minstens eoo lang volhouden als het dier. Ze verwachtte, dat het hem na een poosje wel vemuejen *.u en dal hij dan w«g zou gaan, maar tot haar verwonJering gingen cr 5. 10, 15 minuten voorbij cn het boos aardige 0u'!e beest bleef maar waakzaam. Ze dacht er over om hulp te roepen, maar het drong tot haar door dat er waarschijn lijk binnen een afstond van een halve mijl geen menschelijk wezen te bekennen was •ui bovendien leek het wel een beetje dwaas otu werkelijk bang tc word, n on om holp te r-epen voor zoon belachelijk hees! Inwen dig lachte ze om de grap. die het dagen lang zou opleveren in het hotel. Neen. te wilde nog even wachten en zien of hij niet ff'ng- {Slot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3