bekAac&ó OimmOiacAm
PAASCHCONGRES S. D. A. P.
DINSDAG 22 APRIL 1930 EERSTE BLAD PAG. 3
BOND VAN CHR. ZANGVEREENIGINGEN
algemeene jaarvergadering
Op Paaschmaandag en heden heeft de
iond van Chr. Zangvereenigingen m Ne
erland zijn 4 ie bondsvergadering te
itrecht gehouden.
Maandagmiddag werden het hoofdbestuur
in de afgevaardigden door het eerecomite
n de regel in gscommissie ontvangen. Deze
amenkornst vond plaats in het Gebouw
oor Kunsten en Wetenschappen. Ds. P. d e
laas, predikant der Ned. Herv. Gemeente,
ill van het eerecomité, heeft de welkomst
f,le gehouden en o.m. gezegd, dat ook wij
Ked" li anders ons wel eens denken, dat ons
and het middelpunt der wereld is. Maar
nocht dit weersproken worden het is on-
•ccrsprckelijk, dat Utrecht het middelpunt
s van Nederland. Er is een middelpunt-
liedendc kracht, in Utrecht soms veroor-
aakt door do belastingen, maar ook een
liddelpuntzoekende kraoht, in Utrecht o.m.
eroorzaakt door de Jaarbeurs, maar ook
oor het feit, dat hier vele congressen wor
en gehouden. Spr. ging na wat het pro
ranima voor dezen bondsdag bood en em-
icde met den wensoh, dat in den arbeid
an deze bondsvorgadering de Geest van
Ihristus en de kracht van Christus tot open
kring mogen komen.
De Bondsvoorzitter, de heer J. P e t e r -
on Moens, van Den Kaag, dankte voor
eze welkomstrede en zeide, dat veertig jaar
eledcn in 1S90 de bond ook in Utrecht
ergaderde, en daarna verschillende kec-
en, o.m. ook in 1917 midden in den oorlogs
raad. Spr. wees erop, dat de afgevaarelig-
en nu voor het eerst worden ontvangen
oor een ringbestuur en hoopte, dat de
enschen, uitgesproken voor het welslagen
er vergadering, in vervulling mogen gaan.
Nadat ververschingen waren rondgediend,
erd gewandeld naar het Domplein, waar
kloostertuin bezichtigd werd. De heer J.
H. W a g e n a a r. carillonnist van den
óm gaf een concert'en bracht bondsmuziek
n gehoore. Terwijl de Domkerk bezichtigd
erd, speelde de Dom-organist, de heer
os op het orgel. Na afloop hiervan werd
n wandeling door de stad gemaakt, waar
de aanwezigen aanzaten aan een diner
i het Gebouw voor Kunsten en Wetenschap
en. Het bleek, dat vijf en zestig vereeni
ngen een afgevaardigde gezonden hadden,
is van heinde en verre, uit Heerlen en
i het Noorden. De Friesche Bond van
br. Zangvereenigingen had twee af gevaar
eden gezonden, terwijl de Duitsche Christe-
ke Zangersbond vertegenwoordigd was
den heer Stehl uit Cassel.
Maandagavond werd in Tivoli een groot
meert gegeven, waaraan zeshonderd zan-
ers en zangeressen deelnamen. Dit concert
erd met een korte toespraak geopend door
J. II. Telkamp, Pred. der Geref. Kerk
„u Utrecht, die het concert ook op de ge-
ruikelijke wijze sloot.
De Bondsvergadering
Hedenmorgen tien uur ving de Bonds ver-
adering aan. De Bondsvoorzitter, de heer
i, Pieterson Moens van Den Haag,
ilw een openingsrede, waaraan wij het vol-
jente ontleenen.
De openingsrede
Een afzonderlijk woord van welkom, in
Duitsche taai, richt spr. tot den voorz.
,.i den Deutschen Chr. Sangerbund, Hein-
oh Stehl uit Kassei, die de Bondsdagen als
ost meemaakt
J. PIETERSON MOENS
Sinds enkele jaren zijn we bezig de orga-
isatie van ons bondsleven geheel te herzien
i in overeenstemming te brengen met den
eeds voortgaanden groei; de Bond telt
lans 456 zangkoren met bijna 20.000 leden
De bedoeling is, na alle vereenigingen in
ngverband samengebracht te hebben, deze
ngen te vereenigen in gewestelijk verband
de voorzitters der gewestelijke afdeelin-
en zitting te geven in 't Centrale Bonds-
istuur. Zoodoende kan de artjeid gedecen-
aliseerd worden, terwijl toch de eenheid
waard blijft
In 't neutrale kamp worden in onzen tijd
sombere stemmen vernomen. De voorz. van
den Bond van Koordirigenten sprak over
slecht-onderleide directeuren, slechte koor
literatuur, verslapping van de publieke be
langstelling, rotte toestanden bij het con
courswezen. Zonder zelfvoldaan te zijn, mo
gen we toch zeggen, zegt spr., dat onze Bond
in toenemend tempo bezig is en reeds jaren
w as om deze fouten te voorkomen of te ver
minderen. Maar toch, ook op ons gebied
blijft te wenschen over! Onze directeuren-
cursussen moeten drukker worden bezocht
de studie moet verdiept onze con
coursen moeten zich van alle geldprijzen
en medailles blijven onthouden, de muziek
strenger gekeurd.
En dan we moeten ons hoeden voor
tweeërlei „valsch zingen", nl. voor „tech
nisch valsch" zingen, maar ook voor werk
tuigelijk. dus buiten ons hart om te zingen
Het hart moet de bron zijn, waaruit ons
lied welt. Anders zingen we „valsch".
We hebben steeds met de „kunst'" te doen
cn 't gevaar dreigt, dat die in 't tegendeel
omslaat, als we niet onze ziel leggen in
wat we zingen. Dan zullen we vanzelf hooge
cischen stellen, ook technisch.
„Bid en werk Al werkende en ons in
spannende om 't hoogste te bereiken, in
hart en muziek, ontvangen we 't antwoord
op ons gebed.
Daartoe zegene de Heere ons in 't jaar,
voor ons ligt, aldus besloot Spr. zijn ope
ningsrede.
In de middagvergadering refereerde Prof.
Dr. G. v. d. Leeuw, hoogleeraar te Gro
ningen, over het onderwerp: „Wat maakt de
muziek tot religieuze en wat maakt haar
tot kerkmuziek?" Aan dit referaat is het na
volgende ontleend.
Referaat Prof. v. d. Leeuw
Spr. begint met te w ijzen op den natuur
lijken samenhang, die er tusschen gods
dienst en eeredienst en de muziek is. Zelfs
in onze kerken, die overigens met een mini
mum van liturgie meenen te kunnen vol
staan. wordt gezongen en gespeeld. Die na
tuurlijke samenhang wortel in den geest van
den primitieven mcnsch, die nog geen apar
te terreinen van religie, kunst, wetenschap,
enz. kende, maar voor wicn de kunstuiting
tevens een uitdrukking van het heilige,
heilige handeling kon zijn. Van dien primi
tieven geest bezitten wij nog slechts de res
ten, vermengd met de moderne neiging de
verschillende levensuitingen kunstmatig te
isoleeren. Daarom moeten wij den weg van
de muziek naar de religie en de kerk, die
eenmaal duidelijk voor ieder open lag,
moeizaam zoeken.
Daarbij moeten wij onderscheiden tus
schen religieuze en kerkelijke muziek. Ware
kerkmuziek is altijd religieus, maar niet
alle religieuze muziek is kerkmuziek. Ook
een symphonie, een dans kan religieuse
muziek in den hoogsteu zin zijn. Wat maakt
muziek religieus? Zeker niet de tekst. Die
is in alle muziek, ook in de religieuze, se
cundair. Met vele voorbeelden wordt dit aan
getoond. Het heilige onderwerp maakt nog
geen heilige muziek. Ook het archaischc
karakter van muziek of instrument maakt
muziek niet religieus, zooals o.a. door Lalo
werd verondersteld, al wekt de muziek van
een voorbijgegane periode^ .gemakkelijker
indrukken, dan gloednieuwe, doordat zij een
besef van distantie geeft, dat in alle religie
essentieel is. Muziek wordt ook niet reli
gieus door het doel, waarvoor zij werd ge
schreven. Maar religieuze muziek ontstaat
daar, waar de beleving van het heilige en
van het schoone samenvallen. Aan enkele
momenten en vele voorbeelden wordt dit
nader toegelicht
De vraag naar het wezen der kerkmuziek
is geen aesthetische, maar een liturgische.
Voorwaarde is, dat kerkmuziek religieus zij
Maar bovendien moet zij voldoen aan be
paalde eischen van stijl, die slechts door
verdieping in het wezen van de kerk, die
men dient, zijn te voldoen. Als voorbeelden
worden genoemd het Gregoriaansch, het
Duitsche koraal, de Engelsche hymn en de
Fransch-N'ederlandsche psalmen.
Met den wensch, dat zoowel theologen,
als kerkmusici zich meer in deze vragen
mogen verdiepen, opdat ook ten onzent van
een echte, hoogstaande kerkmuziek moge
kunnen worden gesproken, besluit de spr.
zijn referaat.
Op 't verdere behandelde in deze vergade
ring hopen we in ons blad van morgen
terug te komen.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
bi] verkoudheden
en rheumatlek
DE UITSLAG DER VERKIEZINGEN
DE ARBEIDERSPERS
Een betooging te Groningen
DE TOESTAND IN DEN LANDBOUW
Na de openingsrede van den heer J.
Oudegeest, welke rede we Zaterdag pu
bliceerden, nam de vertegenwoordiger van
de Deensohe partij, de heer H ede bol het
woord. Hij wees op de beteekenis, welke
Troelstra ook voor de Decrische arbeiders
partij gehad heeft.
Namens het N. V. V. begroette de heer
Kupcrs het Congres.
Vervolgens bracht de congrescommissie
verslag uit, waarbij vele voorstellen werden
verwezen naar den Partijraad; werden over
genomen door het partijbestuur; werden in
getrokken of van de agenda afgevoerd.
Daarna kwam in discussie het jaarverslag
van het Partijbestuur, het beleid van de Ka
merfracties, van de redactie van de Arbei
derspers en van de Internationale.
Eerste spreker was de heer B. C. F r a n k e
die namens de Amsterdamsche afdeeling
sprak.
Rede B. C. Franke
Spr. vraagt of de commissie voor het ko
loniale werkprogram al aan het werk is.
Amsterdam is van meening, dat bij belang
rijke gebeurtenissen in het afgcloopen jaar
de landarbeidersstaking, de onlusten te
Maastricht, de razzia in Indonesië, de actie
der partij ook buiten het parlement gevoerd
moet worden.
Sprekende over de officieele vertegenwoor
diging van de partij op het Religieus-socia
listisch congres, wijst Spr. er op, dat mej.
Ribbius—Pelletier namens het P. B. op het
congres heeft gezegd, dat het 't P. B. wel
kwalijk is genomen ,dat het belangstelling
heeft voor het religieus socialisme.
Ook had mej. Ribbius Pelletier naar
leiding van de leuze „Godsdienst is privaat-
zaak" gezegd, dat de partij godsdienst niet
als een particuliere aangelegenheid be
schouwde. Spr. was van meening, dat de
religieuse partijgenooten in de partij en
..Het Volk" anders en beter behandeld w
den dan de anti-religieusen. Beide groepen
hebben dezelfde rechten en de partij staat
nog steeds op het standpunt, dat godsdienst
privaatzaak is. (Applaus.)
Rede P. J. Schmidt.
De eerste spreker in de avondzitting is
P. J. Schmidt (Amsterdam VI), tevens
de voornaamste woordvoerder der oppositie.
De uitslag der verkiezingen acht Spr. het
voornaamste punt dat te bespreken is. Spr.
is het niet eens mot het P. B., dat den uitslag
bevredigend heeft genoemd.
Gaan wij in dit tempo voort, dan betee-
kent dit politieke zelfmoord ran de S.D.A.P.
Spreker komt nu tot do oorzaken van dit
resultaat. Aan de propaganda heeft het niet
gelegen. De hoofdoorzaak van dezen uitslag
ligt in de politieke verhouding, welke wij
hebben met de Katholieken.
We hebben de leuze: niet belust en wel
bereid. Daarmede heeft men dus aangege
ven het politieke perspectief van onze partij.
We hebben de R. K. Staatspartij in begin
sel beschouwd als een bondgenoot. De R. K.
Staatspartij is hier het typische bolwerk der
reactie geworden. Er is geen hoop en ver
wachting meer, dat wij met haar ooit in de
positie zullen komen, als die in België en
Duitschland bestond.
Spreker dient in verband hiermede een
motie in.
Voorts voert de partij veel te weinig bui-
ten parlementaire-act ie. Wel groeit de bewe
ging sterk, maar percentueel zijn ook de
anderen gegroeid. En het kapitalisme groeit
sterker.
Ten aanzien van de Socialistische Arbei
ders Internationale hoopt Spr. dat deze zich
niet nog verder op den Volkenbond zal
ori on toeren. De maoht van het kapitalisme
zoo groot geworden, dat het de vraag is,
men in een land, waar de socialisten de
meerderheid hebben, zelfs iets van het
alisme zou kunnen verwezenlijken.
De heer Loper Dias (Hilversum) is het
niet met fchmidt eens. Do partij moet onder
de R. K. arbeiders geen propaganda-materi-
aal verspreiden, dat den indruk kan wekken
alsof de partij tegen de kerk ageert
Mej. Pom per (Rotterdam VII) is on
danks de optimistische toon van de jaarver
slagen niet tevreden over de propaganda
onder de vrouwen.
Hiltner (Bussum) bepleit een Jaarlijks
terugkeerendo demonstratie voor ontwape
ning en tegen den oorlog. Sp.\ sluit zioh aan
bij de motie, die Schmidt namens do Am-
sterdanisohe afdeelingen heeft ingediend.
Redo J. J. da Roode
De heer J. J. de Roode (Amsterdam IV)
spreekt namens liet deel der Amsterdamsche
afdeelingen, die niet achter Schmidt staan,
maar ook dat deel, dat misschien als
„rechts" gedoodverfd zal worden, acht den
uitslag der verkiezingen cn de beschouwing
daarover van het P. B. onbevredigend. Onbe
vredigend acht spr. ook de verklaring, die
Schmidt van de verkiezingsuitslag gaf. Men
leeft nu eenmaal in eeri periode van onze
kerheid, tusschen eb en vloed. Spr. is van
meening, dat het kleine deel van welstand
dat de arbeidersklasse veroverd heeft, een
loommakenden invloed op de arbeidersklasse
heeft. Het zal echter zoo niet blijven. De ar
beidersbeweging beperkt zich te veel tot den
nationalen kring. Het kapitalisme reorgani
seert zich echter geheel op internationalen
grondslag. Spr. wijst op den aanval der
werkgevers te Genève op den in
ternationalen 8-urendag en op de tolmuren",
waarmee de Europecsche landen zich om
ringen. Wat het eerst noodig is, is interna
tionale actie. Spr. critiseert de gelatenheid
in het verslag der Hollandsche gedelegeer
den in de Executieve der S.A.I. en 't artikel
van Vliegen in „De Socialistische Gids"
waarin deze zegt: wij willen wel anders,
maar we kunnen niet anders. De internatio
nale moet de volkeren op de been brengen.
Door Albarda's voorstel om een vredespeti-
tionnement aan den Volkenbond te zenden,
heeft Albaxda, misschien onbewmst, deze
nieuwe politiek geïnaugureerd. Ook het Va-
ticaan heeft den oorlog niet kunnen tegen
houden, maar het heeft zijn eenheid bewaard
en na den oorlog zijn macht uitgebreid. Maar
het Vaticaan is de S.A.I. eeuwen voor, cn
daarom behoeft men zioh niet ongerust te
maken maar moet men werken aan den op
bouw en versterking der S.A.I. (Applaus.)
Rekke (Amersfoort) stelt voor. in een
telegram aan den Minister van Waterstaat
de eischen van de V.A.R.A. te steunen. Voorts
maakt spr. eenige aanmerkingen op de pers.
De heer G de Dood (Amsterdam V) pro
testeert namens de Amsterdamsche afd. te
gen de uitdrukking van den heer De Roode,
dat deze afdeelingen door Schmidt op sleep
touw zouden hebben laten nemen. Over het
statuut van de N. V. „De Arbeiderspers"'
zegt Spr., dat dit een cumulatie van func
ties legt in handen van één persoon, den
directeur, die tevens hoofdredacteur is. Spr.
meent, dat de pers onder invloed zou kun
nen komen van het N. V. V., dat zooveel
geld heeft gegeven. Verder critiseert Spr. de
journalistieke kwaliteiten van de redac
ties. Spr. wenscht niet meer politiek in de
krant, maar meer socialisme.
De heer Van der Velde (Maastricht)
zegt, dat men bij de verkiezingscampagne
in het Zuiden staat voor een lastercampagne
en een overmacht der katholieken.
De heer Jongeneel (Roosendaal) be
treurt, dat in het verkiezingsmateriaal der
partij niet steviger stelling wordt genomen
tegen de pamfletten der katholieken in het
Zuiden.
De heer J. ter Laan (Rotterdam VII)
verdedigt een voorstel van zijn afdeeling
voor een eventueele voorbereiding van mas
sale dienstweigering en algemeene werk
staking tegen oorlog of pogingen om oorlog
te verwekken. (Luid applaus.)
.De zitting wordt verdaagd tot den vol
genden dag.
DE TWEEDE DAG.
Bij de heropening van 't congres wenscht
de voorzitter, de heer J. Oudegeest, de
partij en het geheele Nederlandsche volk
geluk met den 70sten verjaardag van Troel
stra. (Luid applaus; het congres verheft
zich van zijn zetel.)
De heer J. F. Ankersmit, hoofdredac
teur van „Het Volk", verdedigt het beleid
van de redactie. Hij merkt op, dat de cri-
tiek op dit blad voornamelijk uit Amster
dam komt en dat de stijging van het aantaJ
abonnees juist in Amsterdam er op wijst,
dat de arbeidersbevolking daar deze critiek
niet onderschrijft De politiek van de krant
wordt niet beïnvloed door het N. V. V., zoo
als gevreesd werd, maar is geheel in han
den van do partij, aangezien de hoofdredac
tie alechts haar verantwoording schuldig
was. Spr. komt ertegen op, dat het wordt
voorgesteld, alsof sommige jonge redacteu
ren niet socialistisch genoeg zouden voelen.
De partij-secretaris, de heer C Wouden
berg, beantwoordt de gemaakte opmerkin
gen van technischen en organisatorischen
aard, die een Intern karakter dragen
De heer Vliegen beantwoordt als lid
van het Bureau der Socialistische Arbeiders
Internationale en als vertegenwoordiger der
HoUandsche partij in de S. A. I., de gemaak
te opmerkingen, val. die van Schmidt en
De Roode.
De heer F. M. Wibaut beantwoordt als
voorzitter der soc.-dem. Eerste Kamerfractie
de opmerking, dat de Eerste Kamerleden te
veel werk maken van him lidmaatschap der
Kamer. Dat acht spr. vanzelfsprekend en
de plicht der Kamerleden, zoolang deze zit
ting nemen in den Senaat
Rede J. W. Albarda.
Ir. J. W. A in ar da wordt met applaus
begroet Dat woorden van waardeering voor
de Kamerfractie achterwege zijn gebleven,
heeft Spr. niet verwonderd. Op de congressen
voeren meerendeels 6lechts zij het wooni,
die critiek hebben. Het absentisme heeft
ook de aandacht dor Kamerfractie, maar te
dikwijls doet men in het land een beroep
juist op de Kamerleden voor het vervullen
van spreekbeurten.
Over den uitslag der verkiezingen is hier
dagelijks te doorstaan op een
manier, die de Hollandsche
huisvrouw bevredigt, is geen
gemakkelijke taak voor ge-
emailleerde pannen en ketels.
B.K. Emaille. van de beste
staalplaat vervaardigd, volko
men veilig in het gebruik, be
stand tegen zouten en zuren
en zonderschadelijkebestand-
f deelen,doorstaat de vuurproef
schitterend.
Sé B.K Emaille gaat jaren mee
en blijft gaaf bij doelmatig
gebruik. Let bij het'koopen
op het ketel etiket, het ken
merk der echtheid.
ALLEEN ECHT MET KETELETIKET
KAMPER EMAILLEFABRIEKEN vh. H. BERK&ZOON, KAMPEN. A-. 1851
Ir. 1. W. ALBARDA
gister in mineur gesproken. Het driftige
verlangen naar snelle niaahtsvermeerdering
mag niet leiden tot zulk een pessimisme als
hier gister tot uiting kwam en tot klainee-
ring van behaalde overwinningen. De om
standigheden voor de verkiezingen waren
ongunstig door 6 jaren extra-parlementaire
regeering waardoor de politieke belangstel
ling verslapte en de burgerlijke partijen zich
aan de verantwoordelijkheid kunnen ont
trekken. De politieke bewegingsoorlog na
1918 is overgegaan in een loopgravenoorlog.
In een tijdstip van geestelijke degeneratie
na den oorlog zit een centrale in het Dosten
van Europa met geld en boosaardige bedoe
lingen te steken tegen de sociaal-democratie
Het communisme leidt naar den onder
gang der arbeidersklasse. (Appl.).
Spr. ontkent, dat de partij ooit aan de
burgerlijke partijen gebonden is geweest of
dat de partij de Katholieken heeft on tri en-
Van coalitiepolitiek is nog nooit sprake ge
weest
Het voorstel van Amsterdam VI acht epr.
een dwaasheid. Het aanvaarden van den
stryd tegen de R. K. Staatspartij acht spr.
de grootste flater, die men kan heguan. Men
zou zich stempelen tot anti-Katholieke par
tij en de kloof tusschen de R. K. arbeiders
onoverbrugbaar maken.
Spr. bepleit verder de wenschelijkheid
van steun aan den Volkenbond.
Sprekende over de oppositie zegt spr., dat
er formeel niet maar practise!) wel eenigs-
zlns sprake is van georganiseerde oppositie.
,J)e Socialist", die critiek oefent op alles
wat de sociaal-democratie doet, doet afbreuk
aam de groeikracht der partij.
Tegen half twee wordt Albarda's rede af
gebroken om Maandagmorgen te worden
voortgezet.
Een betooglng.
Des middags vomd een groote betooging,
plaats in de straten van Groningen, waar
aan werd deelgenomen door do congressis
ten, door de Groningsche arbeidersbeweging
en door de door de provincie-hoofdstad go
kozen afdeelingen uit het gewest Groningen
Des avonds vonden in twee zalen feest
vergaderingen plaats, waar concerten wer
den gegeven, door de afd. Groningen aan
geboden aan het congres.
DE DERDE DAG.
Het congres der S. D. A. P. werd Maan
dagmorgen te 9 uur voortgezet met de mode
deeling van den uitslag der stemmingen,
In het partijbestuur zijn herkozen Albarda,
Drees. Suze Groeneweg, Vliegen ,Van Eek
cn Wibaut, terwijl verder gekozen worden
het Tweede Kamerlid Ir. Cb. Cramer en d»
heer P. J. Schmidt. Als gedelegeerde in do
Executieve der S. A. I. wordt herkozen de
heer F. M. Wibaut, terwijl in de plaats van
den heer Vliegen gekozen wordt Ir. J. W„
Albarda.
Voortgezette rede Ir. Albarda»
Ir. Albarda zet zijn gister afgebroken
rede voort Eerst bespreekt hij de econo
mische crisis. Eenige jaren geleden viel er
iets van een opgaande conjunctuur waar te
nemen. Thans ziet men de eerste teekenen
naderen van 'n komende crisis, ook in ons
land. Zoowel de overwonnenen als de over
winnaars uit den wereldoorlog zijn de ge
volgen nog niet te boven. Zelfs in Frank
rijk en Amerika ontwikkelt de werkloos
heid zich. Ook in ons land blijft deze ont
wikkeling niet uit
Spr. gaat uitvoerig de oorzaken hier
van na.
Sprekende over den toestand der kleinè
boeren vraagt Spr. welke maatregelen kan
men hiertegen nemen?
Protectie kan een klein land als het onze
met zijn vele export slechts schaden. De heer
Co lijn die te Genève verdienstelijk werk
heeft gedaan wil van protectie gelukkuj niets
weten, zoodat men voor een protectionisti
sche meerderheid in de Kamer niet behoeft
te vreezen.
De staat kan ook nog ere dieten verstrek
ken.
Al deze middelen kunnen echter slechts
verlichting brengen, maar geen radicale uit
komst Deze is slechts in het socialisme te
vinden, in de socialisatie van den bodem.
Niet in één dag zal die socialisatie worden
verkregen, maar wel moet de strijd In deze
dagen van crisis krachtig worden ingezet en
moeten de boeren zien, dat niet de zelfstan
dige eigendom van den grond een vrij be
staan be teekent, maar de opheffing van
het privaatbezit van den grond. (Applaus.)
De Zuiderzeegronden moeten staatseigendom
blijven. (Applaus.) WU roepon de noodlij
dende bevolking van de landbouwgebieden
op om zich bij ons te scharen, die een einde
willen maken aan deU woeker met grond
roept spr. uit De aarde brengt voldoende
overvloed voort, maar het huidige maat
schappelijke stelsel desorganiseert do pro
ductie en de distributie. De tegenstelling tus
schen dat stelsel en het socialistische stelsel
van geordende productie on distributie is
een klasse-tegenstelling. Met vertrouwen in
het nieuwe en schoone stelsel gnat men daar
om dc toekomst tegemoet.
Voorts wordt de resolutie van het P. B. in
zake de landbouwcrisis bij acclamatie aan
genomen.
Verschillende voorstellen worden behan
deld, waarna de heer Oudegeest mot oen
kort slotwoord het congres sluit.
FEUILLETON
)nder Zijn vleugelen
Door ZENOBIA BIRD.
37)
„Ja, ik ken hem wel. Wist u, dat hij a.s
tndag hier zal zijn en in één vam de stads-
irken spreken zal?"
„Neen, wat zou ik dat heerlijk vindon hem
inieuw te hooren." Wilda's gezicht straalde
Gunst, ze is mooi, soms zelfs meer dan
t, dacht Joan bij zich zelf, toen zo naar
ar opzag.
.Gun mij het genoegen u en juffrouw
luiliern mee te nemen om Dr. B. te lioo
n Zondagavond. Kunt u meegaan, juf-
duw Southern?"
„Héél graag; dikwijls heb ik Wilda ove/
m hooren spreken en ik zou hem dan ook
t graag hooren."
Zuo was het afgesproken. Mijnheer Tie
Ji zou eerst juffrouw Miller halen. Haar
ethuis ivas bet dichtst bij het zijne en
arna Jean ophalen. Hij zou in zijn eigen
ito komen.
Het was Zondagavond en mijnheer Tie
m ging zoo vroeg als noodig zou zijn om
ar Jean's huis te gaan en tijdig genoeg
in de kerk tc zijn.
Hij en Wilda schenen toen ze bij Jean
aankwamen oude vrienden.
Zij waren beiden erg teleui^esteJd, toen
zij hoorden, dat een zuster van Jean erg
ziek was geworden en Jean den vorigen
avond ns^-r huis was gegaan. Bij haai
haastig vertrek had zij niet aan de afspraak
van Zondagavond gedacht.
Maar was het geen vriendelijke Voorzie
nigheid, die het alles zóó bestuurde? Haar
zuster was veel beter toen ze aankwam en
zij was in staat den volgenden dag weer
aan het werk te gaan.
Wilda en mijnheer Tiegan konden goed
met elkaar opschieten. Hij had eenige maan
den geleden het beroep aangenomen naar
een kleine maar groeiende kerk. Het was
zijn eerste plaats sinds zijn terugkomst
van Afrika en hij ondervond vele moeilijk
heden, maar verheugde zich in de gelegen
,hcid, die God hem gogeven had om herder
ite zijn van zijn eigen kudde. Zijn goede uit
legging van GlkIs Woord verzamelde rond
hem een groepje ernstige Jonge Christenen,
die y.ich voedden aan het goede voedsel van
Gods Woord.
„Ik heb mijn werk en mijn mensc-heD
lief." zei hij ernstig, maar er is zooveel
meer dat gedaan kon worden; er is zoo'n bo-
Ihoefte aan huisbezoek en het werk der jon
(geren behoort georganiseerd te worden. Om
kort te gaan, ik heb een helper noodig."
Toen liield hij op, verbaasd door de vra
gende, wijfelende blik op haar gelaat
„Gunst" zei hij (tot zich zelf) „ik vroeg
dat kind bijna zonder het te weten. Nu ik
er goed over nadenk zou het nog niet zoo'n
slecht idee geweest zijn!"
Een paar weken later ontdekte Jean
Southern dat dominee Robert Tiegan gere
geld correspondeerde met Wilda Miller en
een paar maanden daarna was Jean zelf te
genwoordig bij de eenvoudige huwelijksin
zegening.
„Nu begrijp ik, waarom Ruth Birnie mijn
heer Tiegan niet moest hebben. Ruth was
heel goed in staat otn naar de vreemde zen-
dingsvelden te gaan en Dr. Ripley had haar
noodig en niemand anders zou het er zóó
goed afgebracht hebben. Wanneer zij mijn
heer Tiegan genomen had, zou de lieve,
kleine Wilda Miller, die nooit naar die
vreemde post gaan kon, deze kans nfet ge
kregen hebben om de rest van haar lever»
haar geliefkoosd werk in de kerk te doen
Hoe wonderlijk zijn Gods werken.
HOOFDSTUK XXV.
De afloop.
Niettegenstaande haar geloof en haar
groote reden tot dankbaarheid was Betty
Everett erg bedroefd over Charlie Bowen.
Haar vader trachtte haar te bewegen niet
weer naar de school terug tc gaan cn vroeg
lïaar een Jaar buiten door te brengen of
ten minste eon lange vacantie te nemen en'
Charlie en de school te vergeten.
Maar zij bleef trouw. Nu Charlie heen
gegaan was en God aan haar offer zijn goed
keuring scheen te hechten en hij haar ster
vende getuigde van zijn groote en volko
men redding, scheen haar roeping voor de
zending nog te vermeerderen.
Ze kon er niet toe komen haar vader er
van te vertellen en zij sprak tegen nie
mand van de vreemde, eenzame plaats,
waarheen God haar riep.
Om echter aan de wenschen van haar
vader tegemoet te komen, stemde ze er in
toe een paar weken in een lieve bergach
tige streek door te brengen met haar vader
en oen paar andere huisgenooten. Het hotel
was vol gasten en zij ontmoetten prettige en
interessante menschen. Veler oogen volgden
1 slanke, schoone meisje met het bedroelde
gelaat, waarop echter toch een zachte glans
lag en dat steeds door haar toegewijde rid
derlijko vader begeleid werd.
Zooals elk gezond en verstandig meisje
zou doen, deed zij opgewekt mee aan alle
pretjes, tenniste of zwxun ln 't koude berg
meertje met eenige van de meer sportieve
gasten. Ze hield er van om van tijd tit tijd
een» in een andere richting te gaan dan de
meeste anderen deden, en een kalm, kron
kelend steenachtig pnndje af te dalen, dat
meestal door automobilisten gemeden werd.
Als gezelschap op dergelijke tochten nam
ze zich een paar boeken uiee. Ze slaaede
er zelfs in aan haar vaders waakzaam oog
tc ontsnappen.
Op zekeren middag was ze in een onge
woon aardige vallei gekomen, scliijnbaur
ver \an eenige woning, hoewel ze wist*dat
er kleine boerderijtjes waren aan de andere
kant van de bosehjes vlak bij haar. Zo had
een gemakkelijk zitje gevonden en raakte,
verdiept in haar boek, van tijd tot tijd haar
oogen opslaand om ze te vestigen op de
kalmo schoonheid rondom haar.
Na een poosje werd ze gewaar dat de zon
daalde en dat het tijd werd .an naar het
hotel terug to keeren. Ze besloot een ge
deelte van den weg af te snijden en zo was
tamelijk zeker van haar richting. Halver
wege gekomen, hoorde ze een geluld alsof
Iemand hard achter haar aan kwam loo-
pen. Ze keerde zich om en zag een groote
bok met geweldige gebogen hoorns, zooals
ze het wel eens gezien had op een plaatje
van bergschapcn. Hij kwam recht op haar
toe. Ze was geschrokkon, want ze was zi<*h
van geen enkel levend wezen in haur nabij
heid bewust ge-. eest. Het was een mvstcm-
waar hij vandaan was gekomen, ma-ir niet
waar hij heen ging. Ze had ternauwernood
tijd achter een dikke boom te springen toen
zijn harde kop er tegen op botste Ml) ging
een eindje terug en kwam opnieuw op haar
af. Maar ze zorgde er voor. dat de boom
telkens tusschen hen bleef. Dit ergerde hein
en maakte hem nog '••oetk-nder, maar hoe
hij zich ook rospand*, het meisje was hem
te vlug af en dicht bij den boom blijvend,
wipte ze vlug op zij als de bok terug kwam.
Ze hoorde in gedachten weer één van de
heeren nit het hotel een grappig verhaaltje
vertellen over een erg slecht gehumeurde
ram ergons in de omstreken, dio een paar
menschen in den voorzomer opgehouden
had. Dit was blijkbaar dezelfde. Ze wilde
wel dat ze wat meer aandacht aan het ver-
haaltje geschonken had en gehoord had
hoe ze aan de belangstelling van M .lier
ontsnapt waren.
Ze was geen wrlegen meisje en mid van
dieren. In het begin moest ze lachen om
haar nog al amusante positie. Ze wist dat
er geen werkelijk gevaar was en zij kon
het spelletje rondom den boom minstens
eoo lang volhouden als het dier.
Ze verwachtte, dat het hem na een poosje
wel vemuejen *.u en dal hij dan w«g zou
gaan, maar tot haar verwonJering gingen
cr 5. 10, 15 minuten voorbij cn het boos
aardige 0u'!e beest bleef maar waakzaam.
Ze dacht er over om hulp te roepen, maar
het drong tot haar door dat er waarschijn
lijk binnen een afstond van een halve mijl
geen menschelijk wezen te bekennen was
•ui bovendien leek het wel een beetje dwaas
otu werkelijk bang tc word, n on om holp te
r-epen voor zoon belachelijk hees! Inwen
dig lachte ze om de grap. die het dagen
lang zou opleveren in het hotel. Neen. te
wilde nog even wachten en zien of hij niet
ff'ng- {Slot