lliruiur jTriHsclg (üourtmt
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
per kwartaal ƒ3.25
(Beschikkingskosten f 0.15)
)er weck 1 0-25.
y00r het Buitenland bij Weke-
lijkscho «ending „6.—
Bi) dagelllk.sche sending „7.-
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 5 cent
Zondagsblad niet af/onder lijk verkrijgbaar
No 3C12
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936.
MAANDAG 31 MAART 1930
A D V G B T E N TINï
Van 1 tot 5 regelsf 1.17 Vf
Like regel meer 0.22
Inget jiededetlingei.
van 1—6 regels 2.30
Elke regel meer „0.45
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekendf 0.10
1Qe Jaargang
bc;!:at uil
HET VLOEKVERBOD VOOR
HET LEGER
"Naar aanleiding van hetgeen over boven
staand onderwerp in ons blad geschreven
werd, gaf het Chr. Ilist. dagblad „dc Neder
lander" 22 Maart een hoofdartikel, dat wj
niet onbeantwoord willen laten.
We spreken thans niet over verschillende
opmerkingen, waarmee we ten volle instem
men, doch uitsluitend over de vraag of de
order van den minister, waarbij aan het
vloekverbod herinnerd werd, en onze be
schouwing, welke daarmee parallel liep, te
eenzijdig en daardoor ecnigszins partijdig
waren.
De tegenstelling zit hierin, dat dc klacht
der Legcrpredikanten en de order van den
minister zich bijna uitsluitend richt tegen
het vloeken van officieren en onderofficie
ren; terwijl „de Nederlander" van oordeel
is, dat dc ergste vloekers onder de man
schappen gevonden worden.
Het Chr. hist, orgaan zegt het zelfs in
ileze woorden:
„Onze ondervinding is, dat het veelal
de laatsten (de manschappen) zijn, waar
onder tic vloekers voorkomen, een onder
vinding, welke een bekende episode reeds
een twaalftal jaren geleden illustreerde,
toen een Minister van Oorlog, ten schade
van de krijgstucht, zonder dat er klachten
ter zake waren, aan manschappen vroeg
of de officieren vloekten en op de ont
kenning, of de onderofficieren het dan
doden, om na de tweede ontkenning op
zijn eindvraag: „wie het dan wèl deden?"
to hooren: „wel de jongens op de
kamer!""
En even verder heet het!
„Het herhalen van een order is op zich
zelf al een gevaar! Alle chefs zijn -door
drongen van den ernst dezer aangelegen
heid. Komen zij de handhaving onvol
doende na, dan zullen zij binnenskamers
ernstig ter verantwoording geroepen moe
ten worden; vóór alles zullen zij echter
over de gegevens voor de bestrijding
moeten beschikken, want het is wel heel
zeker, dat als regel vloeken en ongebon
den taal „in hun tegenwoordigheid niet
geuit worden".
Wij meenen, en o.i. op zeer goede gronden,
dat „de Ned" zich helaas vergist.
Dat ook de minderen, de soldaten op de
kamer zich aan vloeken en ruwe taal schul
dig maken; wegzuilen het geen oogenblik
ontkennen. Ons volk is alweer helaas
een vloekend volk, gelijk telkens in den
omgang blijkt. Hoog en laag vloekt; offi
cieren en minderen.
Waarop valt echter in dit verband den
grootsten nadruk? Op het feit, dat de man
schappen bij de oefeningen, in dienst
verband door hun instructeurs worden uit
gevloekt, en dat hiertegen verweer haast on
mogelijk is.
Met eenige bitterheid zouden wfj bijna
willen opmerken: „de Nederlander" heeft
gelijk: in tegenwoordigheid van meerderen
wordt er niet gevloekt; een soldaat vloekt
niet als hij in 't gelid staat, want dan moet
hij zwijgen.
Maar onder de officieren en de onderoffi
cieren-instructeurs zijn er nog zoo velen
(de vele goeden niet te na gesproken; wij
generaliseercn niet!) die meenen, dat com
mando's met vloeken of ruwe woorden ge
paard moeten gaan.
Dat is de ervaring van de jonge mannen
uit onze kringen, die onder de wapenen
staan. Dat is de ervaring van geloovige of
althans beschaafde onderofficieren, die
klachten indienen over het vloeken en dan
later vernemen, dat de kapitein lak heeft
aan vloekverbod en ministeriecle aanschrij
ving en de klacht eenvoudig ter zijde legt.
Weet „de Nederlander" dit niet? Een een
voudige enquête onder bevriende militairen
kan de Redactie overtuigen, dat wij niet
overdrijven.
We zijn er zeker van, dat na het verschij
nen van dit artikel, evenals na vorige, ons
van alle kanten ongevraagd brieven zullen
bereiken met duidelijk omschreven feiten,
w-elke „de Nederlander", helaas! in 't on
gelijk stellen.
Moeten wij dat alles maar verzwijgen,
omdat het gelukkig geen algemeene regel
is; of omdat door publicatie ons leger in
opspraak komt?
De opmerking van „de Nederlander", dat
de chefs, desnoods; binnenskamers ter ver
antwoording geroepen moeten worden;
schijnt op een vermaning in die richting te
wijzen.
En wij hebben onszelf, gezien de moeilijke
positie van ons leger, bovenstaande vraag
herhaaldelijk en zeer ernstig gesteld.
Doch onze slotconclusie was: wij mogen
niet zwijgen. De liefde mag niet blind zijn.
Wordt het recht geschonden en komt men
dc cerc Gods te na in 't leger, dan ware
zwijgen zonde.
En dus maken wij gebruik van het wapen
der publicatie, dat met groote voorzichtig
heid gehanteerd moet worden, doch dat
ook zulko goede diensten kan bewijzen.
De hiërarchische verhoudingen in het
leger dwingen juist tot openbaarmaking.
Men hoeft daarvan maar weinig, te ken
nen om te verstaan, dat slechts bij hoogo
uitzondering een mindere, die gecomman
deerd wordt, zijn meerdere zal durvén ver
zoeken om vloeken en ruwe taal na te laten.
Ilocvaak zwijgen wijzelf niet alleen tegen
over hoogcr geplaatsten, maar ook in don
tlagelijkschcn omgang?
Zelfs onderofficieren, die collega's en man
schappen telkens -weer vermanen, zwijgen
In den regel als het officieren geldt.
Gebrek aan moed? Ongetwijfeld. Doch
hier geldt wel in zeer bijzonderen zin
woord van Jezus: wie uwer zonder zonde
is, werpe den eersten steen.
Terwijl ook niet mag vergeten worden,
dat plompverloren critiek, hoe rechtmatig
ook, lang niet altijd van pas is. Hier is
verstandige vrijmoedigheid noodig.
En daarom zullen wij de klachten van
minderen en onderofficieren, die in hun
heiligste gevoelens gekwetst worden, omdat
de vloeker hun Heiland smaadt en hun ge
loof bespot, niet terzijde leggen.
Want, dit staat voor ons vast, ook voor
het front der soldaten wordt, ondanks vloek
verbod en ministericele aanschrijving Gods
heilige Naam nog al te dikwijls geiasterd!
GEVAARLIJK WERK.
We hebben ons meermalen geërgerd, om
het maar zoo kras mogelijk te zeggen, dat
eerst in liberale en daarna in rooir.sch
katholieke bladen afbeeldingen van Russi
sche spotprenten verschenen.
Het gesqhiedde ongetwijfeld met de aller
beste bedoelingen. Men wilde laten zien hoe
gruwzaam de haat der Sovjets tegen den
gódsdienst is.
Tegenover de leugen der communisten en
de goedpraterij der sociaal-democraten gaven
die platen vol Godslastering en heiligschen-
is eon onloochenbaar bewijs.
Daarom Tvas4iet goéd en noodzakelijk, dat
in Rusland exemplaren verzameld en af
beeldingen genomen en naar hier gestuurd
erden.
Maar daarmee is niet gezegd, dat men er
goed aan deed om ze door overdruk onder
de oogen van duizenden te brengen.
Want hiervan geldt, wat we meermalen
•an grove, ruwe spottaal gezegd hebben:
citeeren is buitengewoon gevaarlijk, omdat
het teedere zielen kwetst en de jeugd ver
trouwd maakt met deze dingen.
Het verheugt ons daarom, dat de N. Til-
burgsche Crt. haar roomsche perszusters
dringend verzoekt zulks in "t vervolg na te
laten. Zeer terecht merkt het blad op:
„De werking welke de bolsjewieken in Rus
land zich van zulke spotteekeringen voor
stellen zit in de plaat zelf en houdt niet
op wanneer zij in Katholieke bladen ver
schijnen, zij het dan dat men er „den afschuw
mee wil vermeerderen tegen ten systeem van
georganiseerden haat, dat het edelste gevoel
der menschen aanrandt".
Terwijl de slotconclusie lridt:
„Op ander gebied is de Katholieke pers
met afbeeldingen zoo voorzichtig. Modecli-
ché's worden met lijntjes bewerkt om toch
ook de teergevoeligste gewetens voor iederen
aanstoot maar te vrijwaren.
Wij gelooven dat men, om erger te voor
komen, op teekeningen als de Russische
godslasterlijke, niet alleen streepjes doch
zwarte blokken had kunnen aanbrengen".
Wij deelen deze opvatting geheel en vol
komen. Wie de Russische fi'm weert, moet
ook de gruwelijke plaat weren.
Het blijft gevaarlijk werk en tegen de
Sovjet-misdaden hebben we deze getuigen
niet noodig.
Uit de Pers.
AL TE LUCHTIG
In het blad Patrimonium schrijft het
Kamerlid S m e e n k over de afwezigheid
an eenige a.-r. Kamerleden, waardoor twee
mendementen van Prof. Dr. Visscher wer
den verworpen, als volgt:
Nu wij toch over art. 9 schrijven, willen
wij tevens een enkel woord zeggen over
een paar amendementen-Visscher, die
aangenomen zouden zijn, indien niet vijf
Roomsch-Katholicken hadden tegenge
stemd. Eveneens zouden zij zijn aangeno
men, indien niet eenige antirevolutionai
re, Christelijk-historische en Staatkundig
Gereformeerde leden bij de stemming af
wezig waren geweest.
Algemeen was verwacht, dat de behan
deling van het ontwerp-Winkelsluitings-
wet uiterlijk Donderdag 13 Maart zou
afloopen. Daarop was door sommige leden
gerekend ook bij de regeling van
andere dringende werkzaamheden. Maar
het viel tegen dank zij vooral de omvang
rijke debatten over de Zondagsviering.
Niet allen konden nu meer Vrijdagmiddag
in de Kamer zijn. Men verwachtte ook
niet, dat er spannende stemmingen
er iets werkelijk belangrijks gebeuren
kan.
Wat beteekenden nu de beide amende
menten-Visscher. die mot ócn stem meer
derheid zijn verworpen?
In art. 9 staat o.a. dat de Gemeente
besturen 21 dagen per jaar een.later slui
tingsuur kunnen vaststellen. De heer Vis
scher nu was blijkbaar van meening, dat
onder die 21 dagen ook Zondagen zouden
kunnen vaJlcn. Maar dc Minister merkte
terecht op, dat hierbij kennelijk niet aaii
Zondagen was gedacht. Immers kent dc
wet voor den Zondag geen eigenlijk „slui
tingsuur". Men kan het dus ook niet later
stellen.
Kr is op dien regel slechts een uit
zondering: voor de melk- en fruitwinkels,
die tot een bepaald uur: des middags 12
uur open mogen zijn. Theoretisch kan
men zeggen: een paar Zondagen per jaar,,
zal men dc modewinkels, etc. later dan 12'
uur kunnen openstellen. Maar .practisch
is die mogelijkheid al heel gering.
De amcndementcn-Visscher hadden dus
zoo goed als geen refiele betcekenis. Juist
daarom maakte de Minister geen bezwaar.
Immers bij zeidé: „Als men met een be
paling. die weinig betookenis heeften die
de wet niet onduidelijk maakt, aan den
geachfen afgevaardigde bevrediging
kunnen schenken, heb ik daartegen geen
bezwaar".
Dc hoer Visscher had op art. 9 ook
meer ingrijpende amendementen inge
diend. die, gehoord de bezwaren, ingetrok
ken zijn óf, voor zoover gehandhaafd,
slechts betrekkelijk weinig stemmen kon
den verwerven. Maar over de verwerping
van dc amendementen, die bijna de meer
derheid behaalden, behoeft niet al te zeer
getreurd.
In zoover kan men zeggen, dat door
de, ook onzerzijds betreurde, noodzake
lijke afwezigheid van de in de pers met
name gesignaleerde heeren Beumer, Zijl
stra en Smeenk, geen ernstige belangen
zijn geschaad. Hadden die werkelijk op
het spel gestaan, dan zouden ook deze
Kamerleden wel alles er op gezet heb
ben, om op hun post te zijn.
Wij vinden deze verklaring al te luchtig
gesteld. Aangenomen, dat de amendementen
weinig om het lijf hadden, heeft de zaak
een anderen kant Trouw eisrht, dat, wan
neer een Kamerfractie zich vóór een amen
dement heeft verklaard, al is daar niet een
afzonderlijke fractie-vergadering aan vooraf
gegaan, dat dan allen naast elkaar staan.
Althans wanneer er geen consciëntie-bezwa
ren zijn. De heer Visscher heeft dan de
voorstellen-S meen k te steunen, en de heer
Smeenk dc amendementen-Visscher.
Tegenover het publiek moet dan later niet
gezegd worden: ja, maar de zaak beteekende
niet veel. Het groote zit vaak in het
.nsgezind optrek k e.n, in de trouw
tegenover elkaar. Misschien voelen de kie
zers dat soms beter aan, dan van wie het
•acht wordt Dit missen wij althans in
de verdediging van den heer Smeenk. De
psychologische zijde is hier geheel over het
hoofd gezien. En deze kan den dag der
kleine dingen soms grooter doen zijn, dan
dien der oogenschijnlijk voorname zaken.
BINNENLAND.
OFFICIEELE BERICHTEN
CONSULAATWEZEN.
De consul der Nederlanden te San Sebas-
tiaan, de heer J. Ibarra, is overleden.
De heer F. Ibarra is belast met de waar
neming van het consulaat.
LOODSWEZEN.
Bij beschikking van den Minister van De
fensie is de schrijver 2e klasse bij het de
partement van Defensie H. C. Beek be
noemd tot schrijver le klasse bij het loods
wezen ter standplaats Rotterdam.
DE CODIFICATIE-CONFERENTIE.
BEZOEK AAN LEIDEN.
De deelnemers aan de Codificatie-Confe
rentie hebben Zaterdag Leiden bezocht Bij
hun bezoek aan de Leidsche Universiteit
werden zij door den rector-magnificus Prof.
van W ij k toegesproken, waarna oud-
Minister Heemskerk dankte voor de
ontvangst
Nadat een kleine wandeling door Leiden
was gemaakt, heeft het gemeentebestuur 't
gezelschap een thee aangeboden in De La
kenhal. Nadat de burgemeester en oud-
Minister Heemskerk gesproken hadden,
het museum De Lakenhal bezichtigd.
OUD-MINISTER KAN
WEER AAN HET REIZEN.
Na afloop van de zitting der rechtbank
te Assen, waarin Mr. Kan als getuige ge
hoord werd in de strafzaak Meyer, maakte
de heer Kan, vergezeld van den Commissa
ris der Koningin, nog een korten tocht door
Drente om enkele werken te zien. welke tij
dens het ministerschap van Mr. Kan a!i
objecten ter bestrijding van de werkloos
heid waren begonnen.
Onder meer werd een bezoek gebracht aan
het kanaal Bu'uenSchoonoord en werd de
nieuwe brug en de nieuwe straatwegver-
hinding in den kunstweg van Borger naar
Assen bezichtigd.
De oud-Minister bracht tevens een bezoek
in de ontginning tevens hoenderpark van
den hee.r L. v. d. M o e r te Grollo, gemeen
te Rolde, waar de thee werd gebruikt.
DE „VREDESTEMPEL"'TE LOCARNO
TENTOONSTELLINGEN TE LUIK
EN ANTWERPEN
Op de tentoonstellingen, die dit jaar te
Antwerpen en te Luik zullen worden ge
houden, zullen door den Rijkswaterstaat en
den Dienst der Zuiderzeewerken maquetten
en diorama's worden ingezonden, die een
overzicht geven van belangrijke Water
staatswerken.
De Minister van Waterstaat heeft zich
aar Amsterdam begeven, waar de inzen
dingen worden vervaardigd, ten einde zich
van den stand der werkzaamheden op de
hoogte te stellen.
Na bezichtiging van het vorenstaande
werd door den Minister een bezoek gebracht
aan deil burgemeester van Amsterdam
OVERBRUGGING VAN DE
HOLL. IJSSEL
EEN ADRES.
Door de Kamer van Koophandel voor
Gouda en Omstreken is aan den Minister
Waterstaat, de Eerste Kamer, de Twee
de Kamer en de Gedep. Staten van Zuid-
Holland een adres gezonden, waarin wordt
gezegd, dat de geheele Krimpenerwaard in
de laatste jaren grootendeels georiënteerd
is op Rotterdam en niet meer op Gouda.
"'il men den Hollandschen IJssel nabij
Krimpen a. d. IJssel overbruggen, dan dient
men er toch zeker mede rekening te hou
den, dat deze vaarweg ten koste van groote
sommen thans wordt geteedgemaakt, om
aan zeeschepen de gelegenheid te geven
rechtstreeks van Rotterdam via Gouda ar
Amsterdam te varen.
Zou men er dus toe besluiten deze over
brugging tot stand te brengen, dan dringt
de Kamer e-r ten sterkste op aan, dat deze
brug zoo hoog worde gemaakt, dat de scheep
vaart er niet den minsten last van onder
vindt.
Ten slotte merkt de Kamer nog op, dat de
economische redenen, waarom men, zooals
in het adres der commissie wordt gezegd,
.gedoemd" is, om zich langs een omweg op
de markten van Gouda te oriënteeren, ze
ker niet zullen veranderen door overbrug
ging van den Hollandschen IJssel.
DE A. T. O.
Door den Bond van Bedrijfsautohouders
in Nederland is een schrijven gericht aan
den Minister van Waterstaat, waarin werd
aangedrongen om een commissie in te stel
len, welke tot taak zal hebben te onderzoe
ken op welke wijze de A. T. O. wordt ge
ëxploiteerd en in hoeverre de expediteurs
door het optreden der Algemeene Transport
Onderneming worden benadeeld.
De ongerustheid, welke in expediteurs-
kringen door de gestes van de A. T. O. is
verwekt, is volgens de B. B. N. zeer ver
klaarbaar. De exploitatie van de A. T. O.
schijnt toch in afwijking van haar doel,
zooals dat in haar statuten staat vermeld,
hetwelk, een verband legt tusschen het ver
voer per A. T. O. en het railvervoer, te ge
schieden, terwijl ook de vraag mag worden
gesteld, of de exploitatie wel op economi
sche basis geschiedt.
ONDERZOEK OPGEDRAGEN.
vergadering van de Kamer
GEREF. VEREENIGING VOOR
DRANKBESTRIJDING
JAARVERGADERING AFDEELING
ZUID-HOLLAND.
Zaterdag werd in het Onthouderstehuis te
Rotterdam de 9e jaarvergadering gehouden
van den Prov. Bond van Afdeelingen der
Geref. Vereen, voor Drankbestrijding, onder
presidium van den heer W. C. F. Scheps,
van 's Gravenhage. Na opening op gebrui
kelijke wijze sprak de voorzitter een ope
ningswoord, waarin hij er op wees, dat de
toestand der beweging in de provincie be
vredigend is en opwekte om te blijven strij
den in de kracht van den grooten Hooge-
Driester, die door de hemelen gegaan is en
medelijden heeft met onze zwakheden.
Hierna werden de jaarverslagen uitge
bracht Aan dat van den secretaris, den
heer M. G o o t e, van Rijswijk, ontleenen
dat in den afgeloopen winter een krachtige
actie werd gevoerd. Verschillende prapagan
da-vergaderingen werden gehouden en met
16 kerkeraden werd contact verkregen. Nieu
we afdeelingen kwamen er te Woerden en
Slikkerveer. Een nieuwe afdeeling hoopt
men op te richten te Schiedam.
Het verslag van den penningmeester, den
heer J. M. de Zoete, van Rotterdam, sloot
met een eindcijfer van f 348 en een batig
saldo van f 164.85. De verslagen werden
goedgekeurd en de penningmeester gedé-
chargeerd voor zijn beheer. De begrooting
werd vastgesteld met een eindcijfer
f 419.S5.
De aftredende bestuursleden, de heeren
Ds. C. von Meyenfeldt te Feyenoord
en W. C. F. S c h e p s te 's-Gravenhage, wer
den met op twee na algemeene stemmen
herkozen. Besloten werd aan zwakke afdi
lingen de reiskosten van een afgevaardigde
naar de jaarvergadering te vergoeden.
Na afhandeling der huishoudelijke zaken
hield Ds. H. Veldkamp, van Kralingsche
veer, een opwekkende rede, waarvoor hij
als uitgangspunt nam de geschiedenis uit
Richteren 1, van Kaleb, die in het geloof
streed en getuigde tegen Kirjath-Sefer, de
boekenstad, dié moest genomen worden, om
dat daaruit het verderf kwam der geesten.
Daarom gaat Kaleb in tegen de publieke
opinie en kent hij het offer in het geven
:n zijn dochter Achsa als bruid aan den
erwinnaar. Zoo kent de Christen offen
sieve en defensieve actie en leert ons ook
deze geschiedenis dat de goede werken wor
den beloond en nalatigheid wordt gestraft.
Met een opwekking om in de kracht van
den grooten Othniël. die de stad van satan
rerwon door zijn bloed, te strijden ook
tegen het kwaad van het alcoholisme, be
sloot Spr. zijn rede.
i een geanimeerde rondvraag, waaraan
deelnamen Leiden, Woerden en Brielle.
werd de drukbezochte vergadering door Ds.
'"'dkamp met dankzegging gesloten.
Koophandel en Fabrieken, district Twente,
werd medegedeeld, dat de Minister van Wa
terstaat een onderzoek naar de gestes van
de A.T.G. heeft opgedragen aan den Inspec
teur-generaa.I va.n het rijkstoezicht op de
Spoor- en Tramwegen.
LASTIGE BUITENLANDERS
COMMUNISME IN DE MIJNEN.
den komen, anders had men zich nog wel-1 Staatsmijnen de bnitonlandsche arbeiders,
licht pogen vrij te maken. Een man als die van communisme verdacht worden, ont
Mr. Beumer bijv., die schier altijd op zijn! slagen zijn. Zij zullen over de grens worden
post is, blijft niet onnoodig weg, wanneerjgezet als „lastige buitenlanders'
HET RADIO-VRAAGSTUK
DE LIBERALE OMROEP VRAAGT 7
In een uitvoerig schrijven aan den Minis-
5r van Waterstaat, heeft de Liberale Om
roep vereen iging opnieuw geprotesteerd te
gen de grievende achterstelling, welke zij
ten opzichte van de andere partijen onder
vindt bij de verdeeling van den zendtijd,
welke aan dez organisatie wordt onthou den
Waar de VARA. op grond van het feit,
da» zij 24 pCt van het volk omvat, in het
advies van den Rndioraad 18 pet. van den
zendtijd zou kriiiron, vraagt het liberale
volksdeel, dat één tiende der bevolking
vormt, op dienzelfden grond 7 pCt. van den
zendtijd.
BEEKVERVUILING IN DE
MIJNSTREEK
HET MIJNWATER WORDT GEZUIVERD.
Het beek vervuilings-vraagstuk in de mijn
srteek, da<t ook in de Eerste Kamer ter spra
ke us gekomen, is voor het bedrijf dre Oran-
je-Nassaumijnen opgelost
Het water wordt nu op de mijn gezuiverd,
rioor slechts een geringe hoeveelheid ge
bluschte kalk bij het mijnwater te doen,
word't dat gezuiverd van de zwevende kool
deeltjes. Het procédé berust op de eleotro-
Iytische werking van kalk. Door twee polen
m een gelijkstroom in het water te houden
kreeg men hetzelfde resultaat.
Onderzocht wordt nu welke methode d»
goedkoopste is. Voor water, waarin stoffen
zijn opgelost, is dit procédé niet afdoend*-.
Met toevoeging van iets mëer kalk dan
voor mijnwater noodig is. wordt ook het af
valwater van 't slachthuis te Heerlen gezui
verd. De Oranje Nassaumijn II zal een der
gelijke installatie laten aanbrengen.
Leger en Vloot.
NED. VEREEN. „PRO REGE".
Afd. Zuid-Holland.
Onder presidium van D s. L. J. S. Crou-
.1 Ned. Herv. predkant te Strijen. kwam
het bestuur van de afd. Zuid-Holland der
Nat. Vereeniging „Pro Rege" in het Chr. Mi
litair Tehuis te Den Haag in algemeene ver-
SCHENDGESCHRIJF?
EEN GOEDE NAAM
IS BETER DAN OLIE
Baldadige jongens „rinncweeron" uw of
mijn huis; dat doet er niet toe wat het
verhaal betreft; om de kosten had ik
liever gehad, dat het mijn huis niet was
geweest.
De politie doet natuurlijk even welge
meende als niet-geslaagde pogingen om do
boefjes te snappen en raadt u (of mij dan,
naar keuze) aan om er maar eens over te
schrijven, want de Kantonrechter geeft veel
te lichte straffen.
Gij of ik (ad libitum) verheugen ons
reeds over de gevoelige straf van den mis
dadiger, maar vinden overigens weinig
troost in deze deelnemende woorden.
Precies zoo dacht Jan D. over de wijsheid
van mijn roode collega in de „Voorwaarts''
welke hem achteruit en naar beneden
duwde.
Och, 't was, als altijd, een stevige aanval
op onze door- en doorbedorven wreede kapi
talistische maatschappij.
Een net en goedontwikkeld man, doch
die zich aan een kleine diefstal had schul
dig gemaakt, kon omdat hij veroordeeld
was geen werk vinden en stortte in een
interview zijn hart uit voor een rooden
redacteur.
Die schreef er over, gëvoelig en ook bitter,
net als gij en ik zouden doen. Maar op één
ding legde hij bijzonder nadruk; dat nl.
deze man in de gevangenis tezamen werd
opgesloten met mennschen (bedoeld is:
boeven), die zijn leermeesters konden en
wilden zijn.
En, bevreesd, dat wij hem niet zouden
gelooven op zijn woord, noemde de redac
teur enkele beroemde persoonlijkheden op
't gebied van inbraken en dergelijke bezig
heden.
Eén van de genoomden stond nu vorige
week terecht: „Het is de schuld van de
„Voorwaarts", dat ik hier sta. Ik wou
goed oppassen, had een betrekking: maar,
daar las do patroon mijn naam en ik stond
op straat. Noodgedwongen nam ik mijn
oude beroep weer ter hand".
Mr. Canes, de president der Rotterdamsche
rechtbank vond het geschrijf in de krant
onbehoorlijk en raadde den inbreker aan
„zeer snel een aanklacht in te dienen" en
Mr. Oskam sprak zelfs van „schendgeschrijf'
Ik neem die uitdrukkingen niet over,
maar kon toch ook niet ernstig blijven, toen
ik de beverige verantwoording van de
Voorwaarts las. Die man had na zijn
ontslag, nu vier' maanden geleden, direct
aan de Voorwaarts moeten vertellen,
wat er gebeurd was.
En met vaderlijke teederheid, zoo a la
Absalom, schrijft het blad: „Hoe is het moge
lijk, dat hij dat alles voor ons verborgen
heeft gehouden? Het is vreemd, bijna onbe
grijpelijk!"
En, als hij dat nu gauw verteld had! Wat
dan? Had men hem dan nachtwaker bij
de roode brandkast gemaakt?
Wel, dan had de Voorwaarts er een
nieuw zaakje van gemaakt. Giessen-Nieuw-
kerk, Liebermann, Gouda, Fruytier
Reclame zit toch overal; overal mijn vrin
den. Als zelfs gedupeerden zich maar aan
melden om uitgebuit te worden.
gadenng bijeen. De voorzitter sprak na ope
ning der vergadering op gebruikelijke wijze,
allereerst een woord van weemoedige herin
nering jegens den zoo plotseling overleden
penningmeester, sergt.-maioor M. v. Wijck,
die zoo noode wordt gemist en die zich heeft
doen kennen als een gewaardeerd en trouw
werker in den arbeid van „Pro Rege" God
legt op Zijn tijd en overeenkomstig Zijn Raad
Zijn instrumenten uit Zijn handen. God mo
ge ook de zijnen troosten in deze eenzame
dagen.
Wijl de boeken en bescheiden van den over
leden penningmeester in de boste orde door
le nabestaanden waren overgo dragon, besloot
de vergadering Mevr. de Wed v. W ij c k
voor het beheer te dechargeertn. De secreta
ris sergt. E. Jansen ,zal als tijdelijk pen
ningmeester fungeeren.
Besloten werd de jaarvergadering der afd.
-p Zaterdag 3 Mei a.s. te Den Haag te hou
den. Na afhandeling der huishoudelijke za
ken zal Ds. G. Venema, Ned. Herv. pred.
to Loosduinen een opwekkende rede houden.
Voor de vacature in het bestuur werden ge-
candieerd dc heeren Wachtmeester J. van
R oo ij en te Den Haag, (aftr.); sergt.-maj.
W. Mei lof te Den Haag, Adj. A. C. v.
Zoel en te Den Haag; J. de Groot, te
Boskoop (aftr.) en A. Vijf vink el te
Loosduinen.
Land- en Tuinbouw.
HET UITVOER CONTROLE BUREAU
Algemeene vergadering 4 April
De algemeene vergadering van het Uit-
oer Contróle Bureau (U.C.B.) wordt Vrijdag
4 April a.s. 's namiddags 2 uur te Utrecht
gehouden in het jaarbeurssecretaria^
Tot het U. C. B. traden 12 nieuwe expor
teurs en twee veilingsvereenigingen toe.
Dit jaar zal begonnen worden met een
contributieheffing van f 10 per jaar.
Het comité van de groote Aalsmeersche
Bloemententoonstelling bericht, dat wegens
Koninklijk bezoek de tentonslelling Dinsd-g
1 April a.s. niet vóór des middags half vijf
voor het publiek zal zyn opengesteld.
Voor een bezoek aan de Bloemententoon
stelling wordt het per spoor reizend publiek
aangeraden plaatskaarten tot de halte Oost
einde te nemen, aangezien de Bloemententoon
stelling vlak bjj deze halte ligt.