EERSTE KAMER
TWEEDE KAMER
VRIJDAG 28 MAART 1930
TWEEDE BLAD PAG. 5
Sorghvliet Kleine Wetsontwerpen
Begrooting van Arbeid
HET GEVAL-FRUYTIER
De Kamer vordert intrekking van
den Haagschen Hoofdinspecteur.
De nacht moet raad brengen
Vergadering van 27 Maart 1930.
OVERZICHT
De clou van den dag zou de kwestie-
Fruy.tier worden. Daarop was alle belang
stelling gericht Geen lid der Kamer heeit
ook maar een goed woord gesproken ter
verdediging van de ministerieeie beslissing
om den Haagschen hoofdinspecteur plaats
te doen maken voor den ex-gouverneur van
Curagao.
Wat zou de Minister aanvoeren?
Hij liet de senatoren wel lang wachten.
Te uitvoerig beantwoordde hij eerst de ove
rige onderwerpen, welke in het debat wa
ren ter sprake gebracht Zoo uitvoerig was
hij daarbij, dat de aandacht geheel ver
liep.
Éindelijk kwam echter het zorgvuldig op
geschreven antwoord op de entiek op de
veel besproken benoeming bij de Arbeids
inspectie.
Laten we maar direct zeggen: het is ons
niet meegevallen.
Tot aan het verklaren van het ontstaan
van de Maastrichtsche vacature liep alles
vlot Maar toen werd het mis, «volkomen
mis, zoo mis, dat een van 's Ministers argu
menten zelfs den lachlust der Kamer op
wekte.
Welke was nu de grootste aanbeveling
voor den heer Fruytier?
Deze: dat hij ongeschikt, d. w. z. onvol
doende bekwaam werd geacht voor de
moeilijke inspectie Maastricht, die boven
dien door weini-gen begeerd wordt. Daar
om gaf de Minister hem het zooveel rus
tiger Den Haag, te meer omdat de tegen
woordige, zeer verdienstelijke functionaris
daar wat jonger in dienstjaren was dan de
beer Fruytier. Toen lachte de Kamer. Zij
vond het blijkbaar een allerminst door
slaand argument om een hoofdinspecteur,
die zeven jaar lang zijn werk voortreffelijk
gedaan had, tegen zijn wensch over te plaat
«n en te doen vervangen door iemand, dien
men elders niet durfde plaatsen, ook omdai
bij eenigen tijd buiten den dienst was ge
iveesL
Voor de hand had dan o. i. gelegen den
ftvgouveraeur nog eenigen tijd van zijn
wachtgeld te laten genieten cn te wachten
tot een rustig district, waar hij niet veea
iiraad zou kunnen doen, vrij kwam en hen»
gelegenheid zou bieden weer in het werk
te komen.
Deze meening overheerschte blijkbaar ook
in de Kamer, die de behandeling van den
hoofdinspecteur in Den Haag als onrecht
vaardig niet wenschto te sanctioneercn.
De heer Slingenberg bracht den Minister
het zakelijk onbevredigende van zijn verde
diging onder, het oog. Hij wensch te intus
Bchen nog niet dadelijk het radicale mid
del van stemming t.egen de begrooting te
hanteeren. Want tegen 's Ministers beleid
heeft men verder niets. Om den Minister
een behoorlijken terugtocht mogelijk te ma
ken, diende hij een motie in. Daarin werd
uitgesproken, dat niet gebleken was, dat
het algemeen belang de herplaatsing van
Lr. Fruytier vordert ten koste van de ver
plaatsing tegen diens zin, van een fungee-
rend hoofdinspecteur. Daarom werd de Re
gecring uitgenoodigd aan haar voornemen
geen gevolg te geven en de intrekking te
bevorderen van de overplaatsing van den
hoofdinspecteur van Den Haag naar Maas
tricht
Vriendelijk voegde de heer Slingènherg er
bij, dat hij de Kamer en den Minister gaar
ne eenigen tijd van beraad gunde over de
motie.
Dat scheen wel noodig. Want de Minister
scheen weinig trek te hebben in de motie,
die ware zij in stemming gebracht met
overweldigende meerderheid zou zijn aan
genomen.
De voorzitter scheen een nacht van be
raad in dit geval ook niet kwaad te achten,
keek eens op de- klok, zag dat het kwart
over vieren was en achtte in dit bijzon
der geval dit uur zonder al te groot ge
wetensbezwaar niet al te ver verwijderd van
5 uur, het. gewone einde van den dagelijk-
Bchen arbeid.
Hij verdaagde de vergadering tot heden
morgen 11 uur.
Dan zal spoedig blijken of de Minister
rich h^eft laten raden, dan wel moedwillig
fa zwakke positie met de Eerste Kamer een
conflict wenscht te forceeren.
We zouden het niet aanraden.
VERSLAG
De Kamer begon den dag met het aan
nemen van enkele kleinere wetsontwerpen:
wijzigingen der Indische begrooting, wijzi
ging van art 66 der Drankwet en de aan
vaarding van de schenking van Sorghvliet.
De heer Rink (lib.) sprak namens do
Kamer een woord van hulde tot de schen
kers voor hun nobele daad van burgerzin.
De Minister van Financiën sloot
rich namens de Regeering daarbij aan.
Met levendig applaus betuigde de Kamer
haar instemming met het gesprokene.
Daarna werd de behandeling van de
Arbeldsbegrooting
voortgezet
De heer Fock (lib.) besprak de her
plaatsing van den oud-gouverneur van
Curasao bij de arbeidsinspectie te 's-Gra-
Hij achtte de wijze, waarop deze herplaat
sing geschiedt niet gemotiveerd. Zelfs het
doen van beloften voor herplaatsing In het
algemeen noemde de oud-gouvemeur vaD
Ned.-Indie ongewcnscht Zij kunnen ande
ren binden. En bovendien een gouverneur,
die goed gediend heeft, zal gemakkelijk her
plaatsing vinden. Ook vergete men niet het
niet onbelangrijke pensioen, dat aan een
gouverneur ten deel valt
De Regeering doet beter, ook in het be
lang van de betrokkenen, geen beloften te
doen. Die beloften mogen echter nooit zoo
rijn, dat dewijze vanambtsvervulling ge
heel wordt genegeerd.
Over de gebeurtenissen op Curacao wilde
de heer Fock gaarne zwijgen. Het oordeel
over 's gouverneurs houding staat ook des
ondanks wel vast.
De gedane belofte had in dit geval niet do
beteekenis, dat voor den terugkeerende een
plaats moest worden opengemaakt Een ver
dienstelijk ambtenaar wordt thans tegen
zijn wensch naar Maastricht overgeplaatst
De heer Fruytier versmaadde Dor-dt, dat
evenveel traktement gaf. Tegen de Regee
ring toonde hij moed en dwong om Den
Haag. De Regeering liet zich ovenvinnen,
hoewel de heer Fruytier op Den Haag niet
de minste aanspraak had.
In het gebeurde kan niet worden berust.
Bijna de heele Kamer keurt het In hooge
mate af.
De heer Fock besloot met de verklaring,
dat hij de begrooting niet goedkeuren kan,
waarop de f 8000 voor deze onrechtvaardige
daad staan, tenzij de Minister verklaart dat
hij van die f 8000 geen gebruik zal maken
de gelaste overplaatsingen zal intrekken.
Dr. Wibaut (s.d.) sloot zich bij de
strekking vain de rede van Mr. Fock volko
men aan. De Minister zorge, dat geen ge-
■al-Fruytier ontsta.
Tegen de begrooting zou hij echter niet
stemmen.
Daarna besprak de heer Wibaut de zorg
voor de volkshuisvesting, speciaal met hel
oog op de groote gezinnen. De huren voor
groote woningen, krachtens de Woningwet
gebouwd, konden worden gereduceerd,
meende hij.
Het Rijk mocht in hoofdzaak voor
kosten opdraaien.
De heer v. Citters (a.r.) besprak ook
de Fruytier-zaak. Hij meende, dat dc toe
zegging aan den heer Fruytier voorwaar
delijk was en ook sprak van een eventueel
wachtgeld. Er was dus voor een geforceerde
beslissing geen aanleiding. Hij zag de daad
als een daad van de Regeering, welke aan
de belangen van twee ambtenaren schade
deed te.r wille van de wenschen van den
heer Fruytier. De belangen van den dienst
legden weinig gewicht in de schaal.
De Tweede Kamer is onkundig gelaten
in wat de bedoeling was van de in druk
ken tijd bij aanvullende begrootng voorge
stelde „reorganisate" der Arbeidsinspectie.
Aan den heer Fruytier was geensziais her
plaatsing in Den Haag beloofd. Maar men
hem ter wille geweest, zonder met billijk
heid en 's lands belang te rekenen. De her
plaatsing in Den Haag is een onrechtvaar
digheid.
Gevraagd werd van de aangevraagde
S000 geen gebruik te maken. Zegt de Mi
nister dat niet toe, dan zullen *vele leden
tegen de begrooting stemmen om politiek-
moreele redenen. Want wat hier staat ge
daan te worden is in strijd met goede be
ginselen van politieke moraliteit.
De heer Janssen (r.k.) pleitte vervol
gens voor steun voor de huisvesting van
groote gezinnen en mevr. P o t h u y s (s.d.)
de zuigelingenzorg van de Veenkolo
niën.
Na de pauze kregen we den heer Den
avornin Lohman (c.h.) die namens
de geheele chr.-hist. onoverkomelijke be
zwaren verklaarde te hebben tegen de be
noeming van den heer" Fruytier in Den
PROF. Jhr. Mr. BC. SAVORNIN LOHMAN
Haag. Deze bezwaren richten zich thans te
gen de begrooting zelf.
De heer Fruytier, die verantwoordelijk is
voor den smaad onze vlag in Curacao aan
gedaan, werd als gouverneur eervol en met
dank ontslagen en bovendien werd voor
hem, met verdringing van andere verdien
stelijke ambtenaren, een plaats bij de ar
beidsinspectie gemaakt
Tenzij de Minister verklaart van de des
betreffende toegestane gelden geen gebruik
te zullen maken en de overplaatsing van
den heer Huygens in te trekken, zal dë
fractie tegen de begrooting stemmen.
De heer Briët (a.r.) legde eveneens een
korte verklaring af, waarin hij uitsprak niet
illen meewerken om halfheid en slap
Mr. P. E. BRIET
heid te beloonen en tenzij de Minister
houding verandert tegen de begroo
ting te zullen stemmen.
Rede van Minister Verschuur.
Het woord was vervolgens aan den M i-
nister van Arbeid.
Hij deelde mede een weg gevonden te
hebben om den achterstand bij den Octrooi-
raad, die een jaar werken zou vorderen, ge
leidelijk in te halen. I-Iet personeel is zeer
wisselend bij den Octrooiraad. Voor de in
gemeurs is een beter perspectief in het
leven geroepen. In het Bezoldigingsbesluit
wordt de hoofdingenieursrang opgenomen,
die voor elk goed ingenieur bereikbaar zal
zijn.
op. onteigeningskwestie hoopt 'de Minis
ter tijdig te kunnen afdoen; hij zal op de
behandeling van de wijziging der Woning
wet het oog houden en hoopt, dat die zaJ
plaats hebben eer het Rotlerdanische uit
breidingsplan, dat iets van „geeuwhonger"
heeft, aan de orde zal zijn.
Voor de tentoonstelling te Antwerpen zal
door het comité de Nederlandsche taal
worden gebruikt Op het gebouw zal vijf
keer het woord „Nederland" en 2 keer het
woord „Pays Bas" verschijnen.
De soms hooge grondprijzen (soms vau
f 9U0f 1300 per arbeiderswoning) stellen
dc Regeering voor moeilijke beslissingen.
Men kan die prijzen negeeren en eenvoudig
op de te hooge huren bijslag geven. Maar
die oplossing is te eenvoudig.
De verscheidenheid der omstandigheden
in de verschillende gevallen, maakt' 't niet
mogelijk alle plannen naar één maatstaf te
beoordeelen. De opzet is er te verschillend
voor en ook wordt door de gemeenten voor
de -berekening van den grondprijs geheel
verschillend gehandeld.
De Regeering wil den grond voor arbei
dci-swoningen schatten naar de bestem
ming, naar de economische waarde en niet
naar den kostprijs. Is er voor de gemeenten
verlies, dan moeten ze dat afschrijven.
Op deze wijze worden hooge grondprijzen
voorkomen en wordt de bouw van arbei
derswoningen mogelijk. Het gaat niet
de hooge grondprijzen te handhaven, waar
de gemeenten profileeren, en dan het
het Rijk te laten bijdragen In de tekorten
op de exploitatie der woningen.
Bij het vraagstuk van de groote gezinnen
moet men met de financieel e consekwed-
ties ernstig rekening houden. Men kan niet
ongelimitcerden steun geven. Een speciale
bi j-cl ragen-regeling is in een begin van be
werking. De studie over het onderwerp is
in het eindstadium.
Ir. L. A. FRUYTIER
Een regeling is reeds ontworpen voor de
groote gezinnen uit krotwoningen.
Daarna zal onderzocht worden op welke
wijze voor de groote gezinnen nog verder
kan worden gegaan.
Aan plannen tot krotopruiming verleent
de Regeering reeds op verschillende plaat
sen steun, vaak belangrijken steun.
De Arbeidswet zal zoo volledig worden
toegepast, als in de bestaande omstandig
heden mogelijk zal blijken. Overwerkver*
gunningen worden slechts verleend indien
noodig. De bezwaren van den heer 'Danz
p.r over.waren reeds oudbakken: eeq bewijs,
dat nieuwe en goede argumenten eigenlijk
ontbreken.
De wettelijke werkloosheidsverzekering is
afhankelijk van den stand van andere werk
zaamheden en de economische omstandig
heden.
Niet alleen het sociale leven, maar ook
het economische leven moet door de Regee
ring worden bevorderd. Daartoe heeft ze
aan een goede economische voorlichting be
hoefte. De toestand van thans is onvoldoen
de en onhoudbaar.
Over trusts en kartels zal dan tevens
inzi-cht kunnen worden verkregen. Men
moet. dergelijke dingen niet overdreven
als geheimzinnige machten beschouwen.
Er bestaan reeds tal van gegevens over en
die wettigen niet al dat geheimzinnig ge
praat er over.
Aan een wettelijke regeling der arbeiders-
vacantie zal de Minister voorloopig niet
beginnen. Dat kan om te beginnen aan do
maatschappij zelf worden overgelaten. De
overheid moet maar niet dadelijk alles gaan
regelen om te regelen.
De organisatie van de Ziektewet moet
eerst een poosje werken om voldoende te
kunnen beoordeelen of bier en daar her
ziening noodig is.
Bij ratificaties van conventies behoeven
e niet vooraan te staan. In de zaken zelf
doen we dat wel; vaak staan we aan de
spits bij allerlei sociale maatregelen. Wij
doen wat we doen. Dat kan niet van alle
landen worden gezegd; die zijn wel
minder degelijk in de uitvoering.
In het buitenland bestaan ten aanzien
m do S-urendag-conventie zooveel en
groote afwijkingen, dat we niet verantwoord
zouden zijn met onze degelijke opvattingen
en uitstekend werkende arbeidsinspectie, de
Washingtonsche conventie te aanvaarden.
Zoud«'r je dat doen, dan stelden we onze
eigen economische orde in de waagschaal.
Gaan Puiuchland en Engeland tot ratifica-
ver, dan zijn wij er bij. Zoodra er uni
formiteit van toepassing in de werkelijk
heid mogelijk is, vervallen onze bezwaren.
Ten slotte:
het geval-Fruytier.
De Minister begon met de Kamer eendgs-
zins te verwijten, dat zij "de zaak wat scherp
had opgezet. Sommige leden spraken een
eindoordeeel uit voor de verdediging was
gehoord.
Ook de Minister heeft de gebeurtenissen
in de West als een smaad voor onze na
tionale eer gevoeld.
Het ontslag aan den ex-gouverneur en de
)rm daarvan behoort bij Koloniën thuis.
Eveneens de beoordeeling van zijn beleid
De Minister van Arbeid kan daarover niet
spreken.
Na de daad van eervol ontslag was een
basis gelegd voor vérdere onderhandeling.
Bij de beoordeeling van 's Ministère be
leid mag men de ontslagkwestie niet meer
laten meewegen.
Toen de eervol ontslagen gouverneur her
plaatsing vroeg, moest op denzelfden weg
worden doorgegaan. De Minister heeft zich
diens verleden als gouverneur geab
straheerd.
Is het verloop der herplaatsing verder
zakelijk geweest?
De Minister merkte op, dat do toevoeging
m een tweeden hoofdinspecteur bij de di
rectie van den Arbeid noodzakelijk was.
Op 9 Sept is daarover gesproken en de
Minister dariit toen niet aan den heer
Fruytier. Bestemd werd voor deze functie
de hoofdinspecteuruit Dordrecht
Later kwam het ontslag van den heer
Fruytier en kwam diens herplaatsing aan
de orde. Daarbij was noodig twee voor
waarden te vervullen: eervol ontslag en er
moest een vacature zijn. De vacature was
or hi bepaalden vorm te Dordrecht De
hoofdinspecteur daar wist van zijn voorge
nomen verplaatsing nog niet
voor de vacature in de directie was de
heer Fruytier niet de meest aangewezene.
Daarom bleef de voorloopige aanwijzing
van den Dordtschen hoofdinspecteur be
stendigd.
De directeur-generaal stelde voor Dordt
de benoeming van den hoofdinspecteur tc
Maastricht voor.
Moest de heer Fruytier nu naar Maas
tricht? De. Minister besliste voor Den Haag,
hoezeer hij begreep, dat dit voor den heer
Huygens onaangenaam zou zijn. Maar een
adat, dat geen overplaatsing tegen den
wensch van -den betrokkene plaats heeft,
bestaat niet
De overplaatsing van den hoofdinspecteur
Huygens werd om zakelijke redenen door
gezet. Fruytier kende Den Haag, dat zijn
oude district was. Huygens was jonger in
dienstjaren als hoofdinspecteur en toen
moest Huygens wijken.
Bovendien was den Haag eenvoudiger
voor iemand, die een tijdlang uit den dienst
was geweest. Maastricht was minder be
geerlijk, maar voor het werk gecompliceer
der.
De Minister meende, dat hij zakelijk juist
had gehandeld.
De ambtenaar Huygens zal bij de eerste
de beste gelegenheid tegenwicht ontvangen
voor hetgeen hij nu heeft moeten onder
gaan.
Het geloof van den heer Fruytier heeft
nimmer eeni-ge rol gespeeld. Nooit had de
Minister te voren relatie met den heer
Fruytier.
De Voorzitter merkte op, dat deze
dingen buiten de Kamer omgaan.
De Minister eindigde daarop zijn rede.
Replieken.
De heer Slingenberg (v.d.) wilde
aannemen, dat de Minister het verleden
van den heer Fruytier niet in rekening ge
bracht heeft.
De Minister heeft echter onvoldoende za
kelijk aangetoond, waarom de heer Huy
gens moest worden overgeplaatst
De eenvoudigheid van het den heer Fruy
tier bekende district is geen argument om
iemand, die in Den Haag verdienstelijk
werk doet, te dupeeren tegen zijn wil. De
encienniteit is ook' geen argument; zij mag
geen beslissende rol spelen. Het argument,
dat de eenvoudigheid van het district Den
Haag de voorkeur aan den. heer Fruytier
deed geven, wekte den lachlust op. Niet
zonder reden.
Tegen de begrooting stemmen wilde de
heer Slingenberg nog niet Maar wel is een o
uitspraak der Kamer, waarin niemand het I beidsinspectie,
beleid der Regeering heeft verdedigd, mo- noodigt de R-egeering uit, aan dit haar
gelijk. (voornemen geen'gevolg te geven en de
Een motie zal worden voorgesteld om dc trekking te bevorderen van de overplant-
EEN JUBILEERENDE JONGELINGSVEREENIGING
De Geref. Jongelingsvereeniging „Vreest God, eert den Koning" te Breda hoopt vol
gende week haar 25-jarig bestaan te herdenken. Op bovenstaande foto, voorste rij, van
Links naar rechts: Adr. Raams, bihliotli. (staande); en dan verder zittend: L. v. d.
Ham, seer.; A. Langeler, alg adj.; J. J. v. d. Put, oud-voorz., cerelid; Ds. B. Telder,
eere-voorz.; C. v. d. Ploeg, voorz.; W. v. d. Waal, M. J. Leendertse, I. v. d. Ham, oud-
voorzitters, eereleden.
over den heer Huygens te voorkomen. De
heer Fruytier kan desnoods later naa
Maastricht gaan.
De Minister heeft zich in zijn beslissin;
vergist. Al te kwalijk is hem dat in di
moéilijke geval niet te nemen.
Daarna las de heer Slingenberg zijn mo
tie voor, die mede-onder-teekend was door
den heer Oudegeest
Zij luidde als volgt:
De Eerste Kamer der Staten-Generaal
Gehoord de mededeeling van den heer
Minister-President in haar vergadering d.d.
4 Maart 1930, alsmede die van den heer
Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid
inhaar vergadering van heden, betreffen
de het voornemen van de Regeering tot
herplaatsing van den ingenieur Fruytier bij
de Arbeidsinspectie ter standplaats 's-Gra-
enhage,
overwegende, dat het de Kamer niet ge
bleken is, dat het algemeen belang de her
plaatsing van Ir. Fruytier vordert ten koste
van de overplaatsing, tegen diens zin, van
een fungeerend hoofdinspecteur der Ar-
Regeering uit te noodigen van haar voor
nemen om den heer Fruytier ten koste van
den heer Huygens te Den Haag te plaatsen,
niet uit te voeren.
De motie is los van het Curagaosche be
wind van den heer Fruytier en los van de
politiek. Aanneming der motie behoeft geen
politieke gevoigen te hebben.
Bedoeld wordt alleen het onrecht tegen-
sing van den hoofdinspecteur van 's-Gra-
venhage naar Maastricht,
en gaat over tot de orde van den dag.
De Voorzitter iheende dat v
schillende leden gelegenheid wensch ten i
zich over de motie te beraden en overleg
te plegen. Hij schorste daarom de vergade
ring tot hedenochtend 11 uur.
ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR
KAPITEINS EN SCHEPELINGEN
DUBBELE BELASTING
OUD - GEPENSIONNEEKDEN
RECES TOT 6 MEI
Vergadering van 27 Maart 1930.
De Tweede Kamer is er in geslaagd gis
teren haar werkzaamheden te beëindigen.
Het heeft wat moeite gekost, maar 't werk
toch afgekomen.
t Langst hield op het wetsontwerp hou
dende nieuwe wettelijke regeling van de
Algemeene beschouwingen hielden de
heeren Brautigam (s.d.) en Knott"-
belt (lib.).
Eerstgenoemde was met het wetsontwerp
zeer ingenomen. Gelukkig is nu gebroken
roet de bepaling, dat de zeeman met den
sterken arm gedwongen kan worden zijn ar
beidsovereenkomst na te leven. Ook het ver
vallen der strafbaarheid van eenvoudige
desertie is een goede stap in de richting van
modern arbeidsrecht.
Echter heeft de heer Brautigam in het
ontwerp gemist de bepaling, dat laden en
lossen niet behooren tot de scheepswerlc-
zaamheden. De oude wet verplicht tot laden
en lossen, maar 't is geen gebruik dat de
bemanning zelf laadt en lost Daarvoor
heeft men de havenarbeiders. De regeering
had deze kwestie duidelijk moeten stellen en
niet moeten overlaten aan de arbeidsover-
eenkomst zelf. De schepelingen kunnen bij
staking 'der havenarbeiders voor gewetens-
moeilijkheden komen te staan. Waarom
heeft de minister niet overgenomen de be-
'paling dienaangaande uit het voor-ontwerp-
Molengraaff? Verder komt in het ontwerp
niet voor een bepaling omtrent den ar
beidstijd. Staat het ouomstootelijk vast, dat
bij het einde der reis de schepeling recht
heeft op zijn loon? De schepelingen blijven
dikwijls jarenlang aan boord van hetzelfde
schip. Heeft de schipbreukeling recht op
vervoer naar- Nederland of een andere ha
ven? De minister is op tal van punten af
geweken van het ontwerp-Molengraaff en
niet ten gunste van de schepelingen.
De heer Knottenbelt merkte op, dat
wanneer dit ontwerp wet zal zijn geworden
1-Iij hoopte nu, dat de Minister ook een
commissie zal benoemen voor de regeling
der zeeverzekeringen en de averij-grosse.
Toen de commissie-Molengraaff werd inge
steld, heerschte in scheepvaartkringen nog
een optimistische stemming, die later ver
dwenen is, maar die nog haar stempel ge
drukt heeft, op den arbeid der commissie.
Onze Nederlandsche reeders zorgen in 't al
gemeen goed voor hun personeel. De verhou
dingen in scheepvaartkringen tusschen pa-
iroons en personeel zijn niet slecht,
Bij toegeven aan wenschen van het perso
neel moeten de reeders uitermate voorzich
tig zijn, omdat het bedrijf ten zeerste af
hankelijk is van internationale verhoudin
gen. Daarbij is het rendement van reeders-
bedrijven steeds geweest beneden het nor
male en er is weinig uitzicht op verbete
ring. Op 20 Maart waren te Rotterdam
buiteivbedrijf gesteld 26 schepen van de tot
8 reederijen behoorende 73 schepen. Hoewel
de nieuwe regeling, die hier wordt voor
gesteld, weer nieuwe lasten meebrengt, zal
de heer Knottenbelt dit ontwerp vierkant
aanvaarden, omdat het een moderniseerin;.
brengt van het Wetboek van Koophandel.
Deze regeling geeft bovendien een even
wichtstoestand en het werd betreurt» dat d<
heer Brautigam gekomen is met een aantal
amendementen, die dien evenwichtstoestand
weer dreigen te verstoren ten voordeele van
één der partijen.
Minister D o n n e r merkte op, dat het met
het oog op een spoedige totstandkoming van
hei ontwerp wenschelijk was het ïormeele
recht hiervan gesplitst te houden.
Hij geeft toe, dat er veel verwijzingen zijn
naar het Burgerlijk Wetboek. Dit kon echter
niet anders omdat er veel bepalingen in voor
komen, die afwijken van de wet op
arbeidsovereenkomst. Met het oog op
zeevisscherij moest hier en daar afgeweken
worden van het ontwerp-Molengraaff. Men
kan zich ten deze niet op de commissie be
roepen, omdat de zeevisscherij niet in de
commissie vertegenwoordigd was. Nu hel
laden en lossen niet is buitengesloten
scheepswerkzaamheden, zal de schepeling
alleen de bevelen van den kapitein moeten
volgen, als die vallen binnen het kader der
arbeidsovereenkomst.
Schipbreukelingen zullen niet altijd vrij
vervoer hebben. Dit hangt van omstandig
heden af.
Daarna kwamen de
Amendementen
aan de beurt.
Aangenomen werd ee
van den heer Brautigam c
voorschriften te doen gevet
mum-eischen voor voeding
De minister achtte het amendement
niet zeer gewenscht, maar de Kamer nam
het met 54 tegen 23 stemmen aan.
De heer Brautigam verdedigde voorts
een amendement om ziekengeld van 70 op S0
pet te brengen, overeenkomstig de Ziekte
wet.
minister meende, dat de voorgestel
de regeling niet ongunstiger is dan die van
de Ziektewet. Gedurende de reis krijgt de
schepeling vol loon en aan wal 70 pet.
liet amendement werd aangenomen
met 58 tegen 23 stemmen.
De heer G o s e 1 i n g (r.k.) lichtte een
mendement toe ter versterking van het
recht van de vrouw van den schepeling op
uitbetaling van ten hoogste 2/3 van het loon
van den man.
De minister nam het over.
Nadat nog enkele amendementen van den
heer Brautigam waren ingetrokken,
werd het wetsontwerp z.h.s. aangenomen.
Hetzelfde geschiedde met enkele kleine
etsontwerpen, waaronder dat ter voorko
ming van dubbele belasting.
Halt werd weer gehouden bij het ontwerp,
dat een nadere bestemming gaf aan de be
zittingen van het Kon. Nat. Steuncomité. Het
gold eigenlijk de
oud-gepensïonneerden.
De indiening van dit ontwerp is een ge-,
volg van de toezegging der regeering om
q amendement
m de regeering
omtrent mini-
i logies.
te overwegen om in de wet van 26 Juni 1923
de bepaling op te nemen, dat de toekenning
van uitkceringen aan de in het eenig artikel
dier wet bedoelde z.g. oud-gepensionneerdcu
zal geschieden volgens bij algemeenen maat
regel van bestuur te stellen regelen. De
regeering erkent de wenschelijkheid van
zoodanige wijziging, welk denkbeeld in de
Tweede Kamer werd geuit, cn zij heeft deze
wijziging in het thans ingediende ontwerp
opgenomen.
De heer tjer Laan (s.d.) bracht den mi
nister dank voor het wetsontwerp, maar do
wijze der regeling bevredigt hem niet, omdat
het karakter der uitkeeringen niet veran
dert Wel ontstaat meer rechtszekerheid,
maar aan wettelijke regeling blijft de heer
ter Laan onbeperkt vasthouden. Hij zou ook
meer regelen willen voor de toekenning der
uitkeeringen. Die uitkeeringen behooren
voor de oud-gepensionneerden volkomen ge
lijkstelling te brengen met do thans gelden
de bepalingen. Ook voor de Indische oud
gedienden.
Een motie werd ingediend om de voor
zieningen voor de oud-gepensionneerden
niet hij K. B., maar bij de wet te treffen.
De heer T i 1 a n li s (C.H.) herinnerde aan
de weduwen van voor 1909 gepensionneer
den. Hij wenschte een verhooging van de
gratificaties, welke uit de Defensiebegroo-
ting aan deze weduwen worden toegekend.
De hoop werd uitgesproken dat het wets
ontwerp niet alleen van formeele, maar ook.
van materieele beteekenis zou zijn voor dc
ond-gepensionneerden.
De heer Ketelaar (v.d.) wilde weten,
wat de nieuwe bepalingen practisch zullen
heteekenen aan verbetering van den toe
stand. Aan een wetsontwerp zou hij de voor
keur geven.
De lieer v. D ij k (a.r.) merkte op, dat de
uit. té lokken maatregel van bestuur, thans
eeii Wettelijke basis krijgt Wettelijke rege
ling der uitkeeringsbepalingen kan mis
schien later geschieden. Het beste is nu de
nieuwe maatregelen af te wachten, ook in
hun werking.
De oud-gepensionneerde militairen zijn in
bijzonder ongunstige conditie. Gevraagd
werd of aan hun belangen ook zal worden
gedacht, als voor anderen de nonnen wor
den verhoogd.
De heer d e V i s s e r (Comm.) verklaarde
zich voor de motie-ter Laan.
Da-ar was de lieer Bierema (Lib.) weer
niet voor. Want dat geeft uitstel tot schade
der oud-gepensionneerden.
Minister de Geer betoogde, dat het
ingediende Wetsontwerp de .resultante is
van het Kamerdebat van 3 Dec.
Gelijkstelling tusschen oud- en nieuw-ge-
pensionneerden is principieel niet te aan
vaarden.
Een algemeene percentsgewijze verhoo
ging van den toeslag zou het doel niet be
reiken. Menschen, die het niet noodig heb
ben, zouden verhooging krijgen en de ver
hooging zou onvoldoende zijn b.v. voor ue
menschen met de lage stand-pensioenen.
De methode van de individualiseering is
nu gekozen om precies te kunnen steunen
daar, waar nood en ellende is.
De normen voor steen komen nu in een
algemeenen maatregel van bestuur. Ze zul
len dus publiek worden en voor critiek vat
baar zijn.
De behoeftigen zullen worden bijgewerkt
tót een bepaald minimum en komen in ver
band met gezin, plaatselijken levensstan
daard en overige inkomsten.
De militairen-weduwen van voor 1902 zul
len niet worden vergeten op Defensie. Er is
reeds overleg gaande.
De normen voor steun komen, nu in een
ter onjuist achten.
Verwerpt de Kamer het wetsontwerp, dan
'orden de normen toch publiek.
De motie-ter Laan werd verworpen
met 4-3 tegen 29 stemmen: Rechts tegen
links.
Het wetsontwerp werd z.h.s. aangenomen.
Na enkele opmerkingen van den heer
arch an t (v.d.) werd ook het laatste
ontwerp van de agenda goedgekeurd z.h.st.
Het gold een herziening van het statuut van
het Permanente Hof van Internationale
Justitie.
De heer Beumer (a.r.) zag nog kans
den heer Marchant een inconselcwentie in
zijn redevoering te verwijten.
Do opmerking was zoo raak, dat de lieer
Marchant er het zwijgen toe deed
Op reces.
oorzitter deelde tenslotte mede,
dat de Kamer waarschijnlijk tegen 6 Mei
'eer zal worden bijeengeroepen. Voor be
handeling zal dan wel gereed zijn de Ar-
beidsbemiddelingswct. Mocht dit ook liét
geval zijn met de Herziening der Gfmeente-
et, dan zal deze ook op de agenda worden
geplaatst
Voor afdeelingsonderzoek komen in aan
merking de herziening der Woningwet en
het ontwerp betreffende het muziekauteurs-
recht
Daarna wenschte de president zijn mede
leden een aangenomen studietijd en sloot de
vergadering.
Handjes werden geschud en ve%" een
zevental weken ging do Kamer, bij gebrek
aan werk, naar huis.
I Ik