EERSTE KAMER
TWEEDE KAMER
Gemengd Nieuws*
ZATERDAG 8 MAART 1930
TWEEDE BLAD PAG. 5
JUSTITIE
Vergadering van 7 Maart 1930.
Met Justitie werd verder gegaan.
Minister Donner had enkele tuiltjes waar-
deeringsbloempjes in ontvangst te nemen.
Mr. Heerkens Th ij s s e n (r.k.) begon
er mee en zelfs de roode grijsaard Hermans
wilde niet achterblijven. Hij deed het nu de
minister zijn extraparlementaire pakje aan
had; verleden jaar had hij 'hot nagelaten,
omdat hij rekening hield met de mogelijk
heid op een politiek kerkhof te zullen komen
staan en daar wilde hij dan later bloemen
strooien.
Overigens betoogde de heer Thijssen de
wenschelijkheid van voorlichting door psy
chiaters bij zedendelicten. Voor meer rech
tem te Haarlem brak hij een lans, maai
toonde weinig bewondering voor het insti
tuut van rcchters-plaatsvervanger. Voorts
werden behandeld de verbetering van het ge
vangeniswezen, bevordering van de vakbe
kwaamheid der gevangenbewaarders, uit'
brei ding Van het instituut der voorwaarde
lijke veroordeeling en aanstelling van meer
reelasseeringsambtenaren.
Kinderlijk blij toonde zich de heer. Her
mans (s.d.), dat de minister gezorgd Ir
voor een gevangenen-auto „bij ons in Arn
hem". Verder vroeg hij wat meer „baantjes"
voor socialisten en besprak de behandel:;
van de zaak Giesen-Nieuwkerk en de behan
deling van getuigen en verdachten voor de
rechtbanken. Bij dit laatste kwamen scc
dem. raadsleden uit Bodegraven en Doetin-
chem op de proppen en ook het Bossche ge
val.
Na de pauze verzette Mr. Janssen (r.k.)
zich tegen Mr. Mendels' aandrang om het
aantal gronden voor eohtscheiding te ver
ruimen.
Aangedrongen werd op een grondige her
ziening van het burgerlijk procesrecht-
De woorden van den vice-president der
Bossche Rechtbank wilde ook Mr. Janssen
niet voor zijn rekening nemen. Hij opperde
de mogelijkheid, dat er ter zitting iets ge
beurd kon zijn, waardoor de woorden zijr
uitgelokt De bedoelde ambtenaar, die eer
hoffelijk man is, zal vermoedelijk ook zelf
zijn uitlating wel betreuren.
In 's ministers onderzoek ten aanzien var
Giesscn-Nleuwkerk verklaarde de R. K. sena
tor vertrouwen te hebben en hij achtte vrees
voor herhaling vrijwel overbodig.
Dat de Maastrichtscho politie in de be
kende gebeurtenissen een fout gemaakt
heeft met. het laten komen van werkwilli
gen in de fabriek, werd toegegeven. Maar
aan den anderen kant valt niet te ontken
nen, dat ook de politie wekenlang is gesard
en gehoond. Daartegen is veel te slap op
getreden.
In de zaaik blijft meer lidlit moodig.
Prof. Diepenhorst (a. r.) besprak
eveneens Giessen-Niouwkerk. Hij achtte de
Kamer niet bevoogd en niet geroepen een
oordeel uit te sproken over het optreden
van de hoofdpersonen in deze geschiedenis,
of over den inhoud van rechterlijke beslis
singen.
Bij de critiek, die over verschillende per
sonen is uitgesproken, houde men vooral de
omstandigheden in het oog. Ook mag niet
worden Vergeten, dat verschillende getuigen
onwaarheid spraken.
De minister heeft van den aanvang af in
deze zaak ernst cn een vaste lijn getoond.
Hij heeft allerlei fouten, die waren be
gaan, scherp gehekeld. Moest hij daarom
van een slappe houding worden beschul
digd?
Geen behoefte had Prof. Diepenhorst om
op iemands bestraffing aan te dringen.
Vier lessen heeft de zaak Giessen-Nieuw-
IkerCc geleendéénheid bij het omdemoek is
noodig; geheime dessiers zijn eenparig ver
oordeeld. Een tweede les is, dat op pijnlijke
wijze is gebleken, dat aan den eed zoo
weinig waarde wordt gehecht. Vrijstelling
van den eed moet exceptie zijn en het afleg
gen van den eed moet op plechtige wijze
worden gedaan. Een derde les is, dat aan
getoond is de hooge waardij van het insti
tuut der verdediging. De vierde en meest
verstrekkende les is de gebleken tekortko
ming in de samenstelling van de rechterlijke
macht.
Men leide hieruit niet af, dat het aantal
rechterlijke dwalingen hier zoo groot is. Dat
blijkt uit de weinige aanvragen om revisie.
Zeifs de heer Duys heeft zich met grooten
lol uitgesproken over onze rechterlijke
mariit. die volgens hem den toets der cri
tiek ham doorstaan. Vroeger klonk het wel
anders uil diens kringen: toen achtte men
zelfs den heer Frans Rosier geschikt voor
lid van den Hoogen Raad! Vroeger sprak
de heer Duys naar aanleiding van Papen-
drecht over den politioneelen en justitieelen
Augiasstal. Welk een evolutiel.
Wat de benoemingen bij de rechterlijke
macht betreft, formuleerde Prof. Diepen
hors! vier wenschen.
Het bestaande stelsel van aanbeveling
leidt tot co-optatie en kastevorming.'
Geeft het niet te denken dat er onder de
4j rechterlijke ambtenaren te Rotterdam
geen enkele katholiek wordt aangetroffen?
Juristen, afkomstig van bijzondere univer
siteiten, worden eerst in de tweede plaats in
aanmerking gebracht voor het reöhtersambt
Wanneer zelfs een man als prof. Simons
daarvoor niet geschikt .wordt geacht, moet
dit wel van invloed zijn.
Het is vandaag juist vier jaar geleden dat
deze Minister van Justitie optrad en vóór
dien datum was er slechts één jurist ge
vormd aan de Vrije Universiteit, overeen
komstig de voordracht, benoemd tot rechter.
Waarom die aanbeveling gehandhaafd?
Zou het niet voldoende zijin als een alfa
betische lijst van alle sollicitanten (met in
lichtingen) werd overgelegd zooals indertijd
in de Tweede Kamer door mr. van Nispen
tot Sevenaar werd aanbevolen?
Automatische aanstelling en opklimming
met name voor de staande magistratuui
worde vermeden.
Een derde wensch heeft betrekking op de
bepaling in do Grondwet, dat de onafzet
baarheid van de leden der rechterlijke
macht geen beletsel mag zijn voor het geven
van ontslag bij het bereiken van een bepaal
den leeftijd. Er is nog een kantonrechter, die
tusschen 80 cn 85 jaar is, 2 zijn er tusschen
75 en 80, 10 tusschen 70 en 75 jaar.
De vierde wensch betreft de specialiseering
van den strafrechter. Het strafrecht is een
zeer bijzonder gewas in den junidischen hof,
dat. door don Minister moet worden beschut.
Mr. v. d. Hoeven (c.h.) betoogde, dat te
gemakkelijk preventieve hechtenis kan
den toegepast.
De Minister van Justitie
beantwoordde daarna het debat
In zake de administratieve rechtspraak
zette de Minister uiteen, dat een zelfstan-
digo administratieve rechtspraak ook thans
nog onmisbaar is tegenover de administra
tie; maar de zaak is niet zoo eenvoudig,
zoodat de oplossing niet direct voor de hand
ligt. Misschien zou het gewensoht zijn een
commissie van advies ten deze bijeen te
brengen.
Wat de samenstelling van de rechterlijke
macht betreft, eenzijdigheid moet verme
den worden en in de 4 jaar dat de Minister
aan het bewind ds, zijn 55 rechters be
noemd, waarvan 22 buiten de rechterlijke
macht. Het stelsel vaai aanbevelingen vindt
de Minister niet zoo erg als Prof. Diepen
horst en hij wil het dan ook niet afschaf
fen. Hij heeft toch het recht er van af te
wijken!
Voor invoering van de leeftijdsgrens voelt
de Minister wel iets, in do eerste plaats
voor kantonrechters. De kwestie van specia
lisatie is in den laatsten tijd levendig ge
worden, maar levert vooral voor kleine
rechtbanken moeilijkheden op.
Tot het huwelijksrecht komende, wees de
Minister er op, dat de onontbindbaarheid
van het huwelijk een rem is tegen onbe
raden huwelijken en ondoordachte stappen,
zelfs tegen ongelukkige huwelijken. Daar
om wil hij de grondslagen onaangetast la
ten en geen ommekeer in de wetgeving
brengen.
De Minister verdedigde vervolgens zijn
houding inzake Giossen-Nieuwkerk in de
Tweede Kamer zonder zich door de pu
blieke opinie te laten beïnvloeden. De rijks
rechercheur De Jong is niet gehandhaafd,
maar voor een strafvervolging was geen
reden.
Dat de Minister de antwoorden óp zijp
circulaire niet ter openbare kennds heeft
gebracht, sprak vanzelf; de circulaire was
niet tot het publiek gericht en de antwoor
den waren alleen voor den Minister be
stemd. Maar verontrustend zijn de resul
taten van zijn onderzoek gelukkig niet
Ten aanzien van dc Maastrlchtsche zaait
zegt de Minister, dat het uitgebrachte rap
port aan de Regeering is uitgebracht en
dus niet voor publicatie vatbaar. Er is een
resumé gepubliceerd, wat al meer was dan
men eigenlijk kon verwachten. De Minister
erkent, dat de agenten met een adjunct-
inspecteur wat al te veel taan ziioh zelf
waren overgelaten en de hoofdleiding de-
zaak niet voldoende in handen had. Op een
bepaald punt heeft de advocaat-generaal
nog een nader onderzoek ingesteld.
Ten aanzien van dc zeden-delikten tegen
over kinderen wijst de Minister er op, dat
men in de groote steden speciaal zoden- en
kinderpolitie heeft. Bijstand van psychia
ters kan gewcnscht zijn.
Wat de voorwaardelijke veroordeel ing be
treft, werel er op gewezen, dat ca. f 50.000
meer op de begrooting is uitgetrokken.
Omtrent liet Bossche geval deelde de Mi
nister ten slotte mede, dat het hem bekend
is, dat de betrokken rechter buitengewoon
veel spijt heeft, dat hem de bedoelde woor
den zijn ontvallen.
Diens promotie was volkomen gemotl
veerd.
De begrooting wordt z. Ii. s. goedgekeurd
en dc vergadering verdaagd tot Dinsdag
middag hall' 2.
De Zondag behoort aan den godsdienst uitgaansdag gebruiken, zoo verklaarde hij.
te worden gewijd Van slaafachtige werken Tegenover de Roomsche uitspraken van
'behoort te worden gerust, „uitgenomen die Prof. Visscher, bestaan ook, merkte de heer
de liefde en tegenwoordige noodzakelijkheid v. Dis op, veel soepeler uitspraken van
vereischen, mitsgaders van alle zoodanige Roomsche zijde. Die geven van groot aan-
recreatiën (ontspanning), die den godsdienst passings vermogen aan de bestaande toestan-
verhinderen".
Het was een ruim standpunt, dat aan de
synode werd aanbevolen en dat ook door
■haar is aanvaard. Van de uitvoering is ech
ter weinig terecht gekomen. Wel is felle,
woedende strijd gevolgd, welke onnoemelijk
veel kwaad heeft gesticht. Winkels bleven
open. cr werd geoogst, onder de preek in
dc 'kroeg gezeten, gedanst en gespeeld naar
hartelust.
In den „bloeitijd" van de Geref. Kerk on
zer vaderen was en bleef er doorloopende,
klacht over de grave Sab'bathsontheiliging.
De kerk en de overheid vermochten er niets
afdoende tegen te ondernarien, omdat het
„gereformeerde" volk met de strenge Zon
dagsviering weinig op had. Al die plakkaten
en resoluties lieten het ijskoud. Het ging
zijn gang.
Er ware over deze dingen nog heel veel
te zeggen. Maar het voorgaande is genoeg
om duidelijk te maken, waarom de heer v.
Dis dc vaderen met rust liet en ook hot 17e
eeuwsohe kloeke Calvinistenvolk, dat over
zuivere dogmatiek zoo heftig twisten kon,
ook in de taveerne.
1-Iij sprak nu alleen van ainderer groet
aanpassingsvermogen en over het zich on
derwerpen aan 's I-Ieeren ordinantiën. Het
eerste is niet fraai en het tweede zon'der
meer afdoende. Men leze er Zondag 38 maar
eens op na en schenke aandacht aan de
geciteerde uitspraak der synode van Dor
drecht in haar 164ste zitting over het 4de
gebod van 's He eren wet gedaan.
Met de leer en practijk onzer vaderen
klopte de rede van den heer v. Dis niet
en zijn amendementen, die algeheele Zon-
dagssluiting beoogen. zijn er mijlen ver van
verwijderd en veel enger van begrip dan de
Dordtsche synode toonde te bezitten.
Ook de Heere Jezus toonde zich in Z ij n
sabbbathsopvatting en de sabbath was
toen nog van zuiver ceremonieele beteekenis
veel breeder dan de heer v. Dis. Dit werd
hem door den heer v. Wijnbergen onder
hot oog gebracht
Wat zal de S.G.P. doen?
Tegen de wet stemmen?
Maar dan beteckent dat, dat ze versmaadt
te aanvaarden de Zondagssluiting voor zoo
ver die In de bestaande omstandigheden be
reikbaar is. D.w.z. dat zij weigert om die
to helpen verkrijgen voor de honderden
plaatsen in ons vaderland, waar geen Zon
dagssluiting bestaat! Het ware een vreemde
principeele politiek, die zegt; alles of
Ook wij zouden gaarne verder gaan. Maar
moet dat beslissend zijn? Moet het bereik
bare worden verworpen ter wille van het
geen onmogelijk te verkri'^en is? De heer
Kersten stapte wel over ernstige bezwaren
tegen het veldpredikerschap heen, toen het
ambt onder zijn bereik kwam. Wanneer hij
en de zijnen zullen stemmen voor het in be
handeling zijnde ontwerp, zullen ze voor de
Zondagsrust meer hebben met behulp der
overheid bereikt, dan onze vaderen met hun
plakkaten ooit hebben kunnen doen, omdat
het in onze dagen met de wetshandhaving
heel wat beter gestld is dan, ondanks de
inspanning van getrouwe leeraars er
met de uitvoering der 17e eeuwscbe syno
dale regelen en keuren en resoluties der
Staten.
De minister zette zijn standpunt duidelijk
uiteen zoowel wat betreft den socialen als
den ethischen kant van het vraagstuk van
winkel- en Zondagssluiting. We móeten daar
voor echter venvijzen naar het verslag.
De algemeene beschouwingen werden ten
einde gebracht. Art. 1, bevattende het begrip
„winkel" werd z.h.st. vastgesteld. Over art.
2, dat de 8 uur-sluiting en de Zondagsslui
ting voorschrijft, wordt Dinsdag gestemd.
Daarna komen de uitzonderingen aan de
orde. Met de behandeling daarvan zal wel
eenigc tijd gemoeid zijn.
VERSLAG
toegestaan, werd de be
den blijk en houden met Zondagsheiliging
weinig rekening.
De uitzonderingen voor Roomsche heiligen
dagen cn voor de Joden gaven den heer
v. Dis ten slotte mede aanleiding om zich
tegen het wetsontwerp te verklaren, al be
hield hij zich zijn stem nog voor.
In de huidige om-
acht te
INGEZONDEN BEDEDEELINGEN.
Nerveus en Overspannen
Onrustig en Slapeloos
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende
Mijnhardt's Z e n u w t a b I et ton
Glazen Buisje 75 cent, Bij Apoth. en Drogisten
De heer Vos merkte _op dat de vrijz.-dem. EENS OP
8 Maart
standi ""heden achtte ue neer vos ukm'rw j- -
rie heer V Wi ij li tijd van een oogmblik op liet gebied
bergen (r.k.) het van staatspensioen en ontwapening een ra-
i in het
de vrij- j
heid" der ^winkelicrawijten ^:*S«röCWÏ£n"d«>' hoer Oud
Wat de Zondagsrust eveneens dit carricaturïseeren van anderer
betreft, werd aan den j meening werd verweten.
heer Oud oDffpmcrk- Deze opmerkingen waren zoo raak. dat de
beer uuo^ opgemerKj heer Mïr chant, die o„ dit punt mets
i voigoling, in woede ont-
GEBEURDE:1
de Winkelsluitingswet
DE WINKELSLUITING
DE VADEREN EN DE ZONDAGS
VIERING.
INTERPELLATIE-V. d. HEUVEL
TOEGESTAAN.
Vergadering 7 Maart 1930:)
OVERZICHT
Een vreemd betoog heeft de heer Oud
over de winkelsluiting gehouden, speciaal
wat betreft de Zondagsluiting. Het kwam
hierop neer: zooveel mogelijk menschen
moeten van dc Zondagsrust genieten, maar
tevens moeten allen hun „gepast vermaak",
dat voor de vrijz.-dem' met Zondagsrust
synoniem is, kunnen vinden.
Practisch beteekent dit, dat de rustenden
zooveel onrust aan anderen mogen bezor
gen, als ze zelf begeeren.
We kregen ook de maidenspeech van den
S.G.P.-man v. Dis te hooren. Sociaal denkt
hij als de eerste beste liberaal, die dik doet
over vrijheidsberooving door sociale maat
regelen. Hij ontkende ook, zulks in strijd met
de feiten, dat groote personeelbelangen be
trokken wéren bij de winkelsluiting.
Intussehen was hij bereid die vriihei-ds-
berooving te aanvaarden als er m."r een
scherp-doorgaande Zoaclagsluiting kwam.
Er waren den heer v. Dis teveel uitzonde
ringen in de wet opgenomen.
We vernamen ditmaal geen beroep op
„onze vaderen". Begreep de heer v. Dis, dat
hij daarmee geen succes zou 'hebben? Im
mers het kan hem bekend zijn, dat „onze
vaderen" zoowel op het stuk van kerkgaan
als Zondag vieren er zeer ruime opvattingen
op na hielden. In het algemeen werd één
maal kerkgaan wel voldoende geacht. Bij
de middagcatechismuspreeken kwam vrij
wel niemand. Dan zocht men zijn vermaak,
én huiten werd op het land gewerkt. Mid
dagbeurten werden op vele plaatsen niet
gehouden of zelfs afgeschaft- .Zoo was het
om en bij de jaren 1618/19 wat het kerk
gaan betreft.
Met de Zondagsrust stond het niet beter,
d.w.z. veel slechter dan in onze dagen.
Overal waren winkels geopend. Gewerkt
werd er door „onze vaderen" op ruime
schaal. Op de Dordtsche synode begonnen
de Engelsche godgeleerden de 148ste zitting
met een protest over het venvaarloozen van
den dag des I-Ieeren in Dordrecht- Er werd
daar gekocht en verkocht als op andere da
gen. En niet alleen in de Synodestad was
dat zoo, maar door het gansche land.
Tegen de veelvuldige en dagelijks toene
mende „profanatiën des Sabbats" zou aan
de Staten-Generaal om scherpe plakkaten
gevraagd worden. De zaak werd amp?', be
sproken, mede in verband met een spec'a'.cn
vorm der Sabbathskwestie in Zeelan vaar
de toestand buitengewoon erg was. 7r wei
den door oen commissie enkele reg'jl ?n on
gesteld. Het ceremonieele in het 4e gebód
werd erkend niet langer op den vco-g.-er
te staan. Het gebod was meer van rmreé.
strekking geworden; daarom geen Joodsch
Sabbathsviering.
aan den heer Oud (v.d.)
Deze bestreed aller
eerst het versleten
vrijheidsargument,
dat van liberale zij
de tegen de winkel
sluiting wordt aange
voerd. Ook het spre
ken van „gelijkma
ken van concurrentie
voorwaarden" achtte
hij niet van beteeke
nis. Practisch koipt
er weinig van te
recht Voor den heer
Oud is de rechtvaar
diging van
gelegen in het bevor-
dcron van de vrijheid van den winkelier
zelf. welke hij zich niet kan verschaffen
dooi- omstandigheden buiten hem. Hij mag
wel werken, maar alleen zijn winkel op be
paalde uren niet openhouden.
Do voordeden van plaatselijke regeling
erkende de heer Oud volkomen, vooral ten
aanzien van de Zondagsiuiting. Het zal veel
moeilijker zijn in een algemeene wet op te
nemen, wat als recht wordt erkend door de
gemeensohap, dan in plaatselijke verorde
ningen- De overgroote meerderheid van ons
volk voelt wel voor Zondagsrust, maar niet
voor Zondagsheiliging. Daardoor
slechts mogelijk een behoorlijke mate van
Zondagsrust aan zooveel mogelijk menschen
te verzekeren. Zij moeten hun gepast ver
maak kunnen vinden. Dat is geen tegenstel
ling met religieuse wijding. Gesloten mogen
op Zondag niet zijn dc bedrijven, die open
moeten zijn om aan de groote meerderheid
gepast vermaakt=vrijziiinig-dem. Zondags
rust te kunnen geven. De Rijkswetgever is
aangewezen om op dit punt algemeene voor
schriften te geven, mede met het oog op ge
meentebesturen, die anders niets doen.
De hoer Lockef eer (r.k.) achtte liét
wetsontwerp van groot ethisch sociaal eco
nomisch en hygiënisch belang V0'
kleinen middenstand.
Do rede van Prof. Visscher noemde hij
een „oud antiek geluld". Die wil de hcelc
hand nemen als men hem den vinger toe
steekt.
De heer v. Dis (s.g.p.) las zijn maiden
speech zóó onverstaanbaar voor, dat de voor
zitter hem naar het spreekgestoelte liet gaan.
Van voren ai' aan! werd er geroepen.
Vanaf het spreekgestoelte hoorden we toen.
dat de heer v. Dis het had over de oude
geschiedenis der winkelsluiting. Met het on
derwerp hadden deze 30 jaar oude dingen
weinig van doen.
In de wettelijke winkelsluiting zag de
heer v. Dis een onder curateele brengen en
berooving van vrijheid van den winkelstand.
Z.i. gaat het niet om de bescherming vap
•het personeel.
Over allo bezwaren zou hij echter willen
hecnctappen indien voor de Zondagssluiting
niet zifiveel uitzonderingen waren toege
staan. Met Gods wet wordt de hand gelicht
teen behoeve van wie de Zondagsrust al^iiberaien^
derd worden door de Zondagsrust te bc-
•orderen.
In de wet wordt uitgedrukt, dat de door
God gegeven rustdag d e rustdag is. Van
daar dc bijzondere rcgetyigen voor een
uiterst moeilijke practijk. I-Iet. gebod voor
Zondagsrust kan nimmer absoluut zijn, Je
zus heeft ons dat doen verstaan.
Uitdrukkingen als: met Gods gebod mag
niet gemarchandeerd worden, hebben
schien effect op een volksvergadering, maar
zulk een algemeenheid maakt in de Kamer
op niemand eenigen indruk. Daar moet prac
tisch werk gedaan worden.
De heer v. Dis citeerde uit een Roomsch
boek. Hij leze het maar eens heelemaal door.
Zijn citaat was weer zeer eenzijdig. Want
de geciteerde schrijver spreekt juist uit de
wenschelijkheid, dat alle winkels op Zondag
gesloten bleven. Noodige uitzonderingen er
kent ook de lieer v. Dis. Dat is dus een
kwestie van meer of minder en niet van
principe.
Van sociaal belang is het op Zondag zoo
weinig mogelijk te werken. Daaraan moeten
maar eens denken degenen, die op de dagen
der week zoo weinig mogelijk willen laten
werken.
Dr. Schokking (c-h.) merkte aan
heer Oud op, dat dc Zondagssluiting uit
geheel andere gedaohte opkomt dan de win
kelsluiting. Voor deze laatste alleen zou ge
meentelijke regeling de voorkeur verdienen
voor Dr. Schokking. Wettelijke bescherming
moet zoo zijn, dat niet het zelfrespect en
het verantwoordelijkheidsgevoel worden ge
schaad. De wet geeft weer aanleiding tot
overtredingen, die niet als zoodanig worden
gevoeld.
De Zondagssluiting is ook om sociale re
denen van groot belang. Ter rechterzijde; wil
men die 'rast in 't bijzonder ter 'versterking
van het godsdienstige leven.
De minister spreekt.
Daarna verkreeg Minister Verschuur
het woord. Deze zag in het wetsontwerp
een oogstem van wat in enkele tientallen
van jaren is gezaaid. Het is het eind vaai
een ontwikkelingsgang in bepaalde richting,
welke door de historie is aangegeven. Die
lijn wil de minister gaarne volgen. Te lie
ver doet hij dat met het oog op de bevorde
ring van de rust op den Christelijken Zon
dag.
Op het*gebied van de wijze van Zondags
viering beweegt de overheid zich slechts in
direct. Zij kan alleen de voorwaarden schep
pen voor een goede Zondagsviering. Het
gaat hierbij niet slechts om winkeliers, n
ook om de belangen van tienduizenden
winkelpersoneel. In.zooverre is het ontwerp
een aanvulling van het winkelwerktijden
besluit.
Zonder de rZondagssIuiting zou de minis
ter het ontwerp niet con amore verdedigen,
Alle aantasting van de Zondagsrust in het
ontwerp, werd afgewezen.
Na te hebben stilgestaan bij de geschiede
nis van de winkelsluiting, wees de minister
er op, dat het wetsontwerp het verband is
rondom de door het werktijdenbesluit
wóhde handen van den Middenstand.
Toch staan sommigen er nu min of meer
wrevelig tegenover. En vergeten dat
verleden de winkelsluiting zoowat het eenige
onderwerp was, waarvoor de middenstand de
hulp der overheid inriep.
De grond voor de winkelsluiting ziet de
'minister niet in de werktijdenregeling, maar
in de zorg voor een gezonde, progressieve
bedrijfsontwikkeling in de bedrijf sgemeen-
schap. Thans vreezen allen voor allen en
daarom moet de overheid het bevrijdende
woord voor het middenstandsbedrijf spreken.
Vrees voor overdreven vrijheidszin mag daar
van niet terugjioudem. Vrijheid is niet on
beperkt, maar moet in de sociaje orde wor
den verwerkt.
De wetgever wil een rustdag geven in aan
sluiting aan de gewetemsopvatting omtrent
den dag des Heeren. Vandaar, overeenkom
stig den geest der Grondwet, ook vrijheid
voor de Joden en anderen, die den eersten
dag niet rusten. Zij moeten voor hun slui
ting een equivalent ontvangen.
De voorgestelde uitzonderingen zullen niet
met andere worden vermeerderd. De uitzon
deringen zijn vrucht van veel overleg; er
zou van „passen en meten" gesproken kun
nen worden. Daarom moet de Kamer er niet
met ruwe hand aanraken.
De uitzonderingen aanvoeren als bewijs,
dat geen ernst wordt ^gemaakt met het
beginsel, is een onbillijk verwijt- Het leven
vraagt die uitzonderingen. Maakt
niét, dan moet men niets doen. Op elk
ethisdh-christelij'k beginsel zal men uitzonde
ringen vinden. Wil men die in deze wet niet,
dan moet men ook de Zondagswet veroor-
deelen. Wie zich „om het beginsel" tegen
de wet verklaart, versmaadt het goede, dat
bereikbaar is.
Met het inschakelen der locale overheden
in art, 9 wordt een plaatselijk aangepaste
toepassing der wet beoogd. Van dat art- zal
een ruim gebruik worden gemaakt.
Scheiding maken tusschen sociaal en
christelijk is den minister vreemd. Tusschen
natuur en bovennatuur is geen tegenstelling
mogelijk. Wat goed is voor de eene sfeer
is ook goed voor de andere. Deze wijze
woorden waren voor den heer Lingbeek met
zijn onsamenhangende beschouwingen be
stemd.
Het nu voorgestelde zal op het gebied dei-
Zondagsrust een heel eind verder brengen.
Want in vele bestaande gemeentelijke rege
lingen komt de Zondagsrust niet voor. En
daarom is het ontwerp ook van belang voor
degenen, die aan het ethische hooger waarde
toekennen dan aan het sociale.
Replieken.
volgden
De heeren Smecnk en Vos'waren van
oordeel, dat artikel 9 rechts onzekerheid
schept De bewoordingen slaan op tnciden-
teele, niet op stationaire bijzondere omstan
digheden.
Dr. Vos verweet den heer Oud verdraai
ing van de redeneering zijner tegenstan
dors. Ook verwees hij eveneens terecht
naar diens verpolitieken van dit debat
en het verwijten van inziclitverandering bij
Op den Sslen Maart 1822 legde de presa-
dent van Noord-Amerika, James Monroe,
iidv v*-! s.... t .een belangrijke verklaring af.
dagsheiliging breng4,1 beter is dan zijn yolgeling. in woedc ont-j erkende de president de on-
ondenkbaar is. stak en den heer V os toebeet. Je bent^liici afhain,k.elijkheki der Zuid-Amenikaansche
Tot Zondagsheili-| nog niet lang genoeg om zoon monu op ie statenj opstand wairen gekomen
nc kon alleen dc zetten, kwajongen! Snanie.
Dr V o s bleef kalm en besloot met de
opmerking, dat dc heer Marchant in den
•egel veci te loslippig is, en dat hij zich
■an zijn woorden niet veel kan aantrekken.
Nadat de heer O u d bad gesproken, nam
de heer Marchant eijn kwalificatie op
reinig royale wijze terug, na er door den
oorzitter op te zijn gewezen, dat zijn
ir-nnrrl weinig gepast was.
ministers antwoord, waarin gepro
testeerd werd tegen de insinuatie van den heer ,e jj&i.at^g9'teïiljing voor de gebeurtenissen in
Dis, alsof de minister, onverschillig tegen- zuid-Amerika en schenen geneigd im den.
--- "-jjjUjggugfc °*nn* worf'f,n de. al- geest va,n 4e Heilige Alliance im te grijpen.
Daarom werd door president Mon-
Spain je.
Deze verklaring, welke later nog zou wor-i
den aangedikt, door zijn beroemde bood
schap aam het Amerikaansohe congres, van
2 December 1823, was moodig, omdat de
„Heilige Alliantie" neiging scheen te voe
len, niet alleen Spanje, of liever den Spaau-
sclien koning te helpen bij het dempen van
den opstand iin het 'land zelf, doch ook in
zijn Zui'd-Ameriikaansohe koloniën. Vooral
Frankrijk en Rusland toonden een verdach-
,-er de Zondagsrust stond, werden de al-
genteente beschouwingen gesloten.
Art. 1. waarin het begrip „winkel werd
omschreven, werd na eenige discussie z-h.sL
goedgekeurd.
Art. 2 schreef de 8 uur- en Zondagssluiting
roe de verklaring afgelegd, welke
teekenis zou wordien voor de ges&ohiedenis
van Zuid-Amerika. Door deze verklaring
■den Mexico, Columbia, Argentinië en
voor. Niemand vroeg er 't woord over. Wel j a,[S onafhankelijke republieken
werd stemming gewcnscht. Deze werd op
s. Dinsdag bepaald.
Te 6 uur zette de Kamer den arbeid stop.
Schoolnieuws.
HOOGER ONDERWIJS.
Prof. F. M. TEN HOOR
Op 19 Februari heeft Prof. F. M. ten Hoor
emeritus-hoogleeraar aan de Theol. school te
Grands Rapids van de Chr. Geref Kerk in
N.-Amerika, zijn 75sten verjaardag gevierd
c-n tevens het feit, dat hij 50 jaar geleden
in den dienst des Woords bevestigd werd.
Hij is 8 jaren predikant in Nederland ge
weest het laatste te Franeker waar hij van 15
April 1SS8 tot 29 Maart 1896 gearbeid heeft
Hier nam hij een beroep aan voor de Oakdale
Park-kerk te Grand Rapids. In 1900 werd hij
hoogleeraar in de Dogmatiek aan bovenge
noemde Theoloische school, welk ambt hij
lot 1924 bekleed heeft. Zoo heeft hij in weer
wil van een zwakke gezondheid en soms ern
stige ziekten, nog een veeljarig leven' van
drukken practischen arbeid mogen hebben
„The Banner" getuigt van Prof. ten Hoor,
dat deze een krachtige persoonlijkheid en
iemand met buitengewone gaven is. Hij bezit
scherpzinnigen geest ent is een zelfstan
dig' denker, waaraan hij paren mag een zeld
zame mate van nauwkeurig en helder zijn ge
dachten en oordeel uit te drukken. Zijn pre-
dik-'ng is zoowel diepzinnig als eenvoudig.
Hij is niet alleen een geleerde, maar ook een
practisch man, die in kerkelijke vergaderingen
en op de colleges vele wijze wenken gaf.
Het bied betreurt, dat Prof. ten Hoor zelden
meer in kerkelijke vergaderingen gezien wordt
en ook niet voor de pers schrijfthij gaat
geheel in de studie en in zijn boeken op.
LAGER ONDERWIJS
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN
Waardhuizen (hoofd C. Haspelt), D.
Potters te Tilburg. Tijdelijk tot 1 Sept.
Ooltgensplaat, mej. J. Wijl ti
Poortvliet.
Valburg, mej. J. van der Woerd te Uit
hoorn. Bedankt.
Schoonrewoerd, dezelfde. Aanger.
Utrecht IHerv. School, Thorbeckelaan 5,
hoofd M. Kruishoop), B. Witzel te Saheve-
ningen.
Amsterdam (Prinsexseschool voor U.L.0
Van Bossestraat S4, hoofd f. H. Boeisma),
als leeraar Duitsch D. W. Veldhuis, -en ais
vakonderwijzer Fransch G. d'OIivat.
H e e m s e, S. van Os te Amsterdam. Voor
tijdelijk.
Nieuweroord (Nieuw-Balinge)E. J.
Schoneveld te Enschedé.
Rotterdam (School der Geref. Gemeen
te), A. Kaashoek te Tholen.
EXAMENS
PROMOTIES.
kend en tegelijkertijd werd de aandacht
van Europa er op gevestigd, dat men geen
nieuw -despotisme in Zuid-Amerika zou dul->
den, niet toestaan, dat de nieuwe repubMë-
eer koloniën werden van Europeescilie
staten.
De verklaring van 8 Maart was de Zundt
Amerikaansche (republieken tot grooten
steun. Va-ij wei alle Europeesche staten za-i
gen er van af, om in te grijpen en toen
Rusland, dat de beteekenis van de verkla-.
■aarschijnlijk niet had (ingezien, waai;
aan, wellicht, de waarschuwing was ont*
gaan, pogingen wilde doen, om zijn grerrs
in Noord-West-Amerika vooruit te schuif
legde Monroe zijn hierboven bedoelde
boodschap af, waarin werd verklaard, dat
„de Amerikaansdhe landen, ten gevolge vaai
den vrijen en omafhankelijken staat, welke
zij hebben aangenomen en welke zij hebben
weten te handhaven, voortaan niet meer
kunnen worden beschouwd als object van»
toekomstige kolonisatie, door welken Euro-
peeechen staat dan ook."
leerdheld, op proefschrift: „De
i. Mr. F. A. Söhn
>efschrift getiteld: „Fotogrul
ACADEMISCHE EXAMENS.
RtJksunivei
Geneeskunde: art
te Kralingsche Vi
Weerbericht
BAROMETERSTAND.
Hoogste stand 766,3 te Rennes en Zurich.
Laagste stand 729,5 te Abisko.
WEERBERICHT.
Meest matige Zuidwestelijke tot Zuidelijk^
wind, waarschijnlijk half tot zwaar bewolkt,
weinig of geen regen in het Zuiden, in het
Noorden nog eenige regen, weinig verande
ring in temperatuur.
FIETSERS, LICHT OP!
Van 910 Maart van 6.21 nam. tot 5.59 vm,
Van 1011 Maart van 6.23 nam. tot 5.57 via,
U BiJIaard tö Den Haaf?.
Gem. Universiteit te Amsterdam,
Ges!.: Sociale Geographie: cand.ex., de heer M,
P. Ferweer.
KIIK» universiteit ts Utreen» G
slaaed: Ned. Letteren: doet. ex., de heer K,
Meylingr.
Sociale Aardrijkskunde: doet. ex., de heer J
Smit-
Natuurk. Aardrijkskunde: doet. ex., mej. G. Ca
F. A. G. Orth.
Geneeskunde: artsex., de heeren H. Moeuse
H. Broers: semi-arf
en mej. J. C. Groot
Tandheelkunde: i
heer J. J. van Luyn
EINDEXAMEN H. B. SCHOLEN.
55. Zde lid, M.O. Wet. zal plaats hebben
4. 5 en 6 Juni. en monrtelinsr te
nader op te geven gebouw in
Dr. E. Jensema, insi
r M.O. te Groningen.
HET DRAMA BIJ BENNEKOM.
Op de markt te Arnhem stonden twee lied"
jeszangers, die het publiek liedjes te kocp
aanboden, waarin de moordzaak te Bennekoiiï
werd bezongen.
De liedjes, waarin ergerlijke en banale be
woordingen het gebeurde werd gememoreerd
werden kort nadat zjj de liederen ten besta
hadden gegeven door de politie in beslag
genomen, terwijl tegen de zangers proces
verbaal werd opgemaakt.
"""J? Y»*™« te Utrecht te geheel atge-hroken. Hiervoor in de plaats te .ta..
aan de eisdren van deaen tijd beaptwordende brug. Een vep
kearevanbetemos word Manned» tot «tand