KINDEREN Voor Jonge Meisjes Voor de Keuken RESTANTEN RESTANTEN Electrische Lampen 2eK. DEND VOOR DE VROUW, No. 4 in alle afdcelingcn radicaal in alle afdeelingen radicaal men ook zijn bost mag doen, de kin- j dwingen, ik zou dien middag vast diè aard- derziel te begrijpen, in vele gevallen zal ons toch altijd weer voor raadsels zetten. Zeker, het is plicht van ieder ouder en opvoeder, om tot het uiterste te trachten het kind te doorgronden, achter zijn beweegre denen zien te komen, maar als dit met de hesle bedoelingen ter wereld niet gelukken mag durf dan ook eens iets over te laten aan bet „goed vertrouwen", denk vooral niet dadelijk kwaad van de dingen die ge niet begrijpen kunt Ik herinner mij in dit verband een aardig voorval. Een heel klein ventje mocht met zijn moe der op een middag mee op visiste. De gastvrouw, die veel van kinderen hie'.d, wou het jongetje een plezier doen, haar dochter nam hem eens mee in den tuin om de kippon te gaan kijken enz. Toen ze binnen kwamen vroeg zij hem: „en n je zeker wel 's graag een lekker bordje van die heerlijke aardbeien hebben?" Maar kleine broer schudde beslist van nee. „Heusch niet? Houd je daar niet van? Weer zei hij nee. Toen vroeg de verwonderde gastvrouw aan de even verbaasde moeder: Houdt hij niet van arbeien? „Ja zeker. Graag. Laat maar eens zien, Keesje, hoe lekker je ze opeet" en moe der knipoogde eens tegen de anderen om te «duiden dat het natuurlijk maar verlegen- beid was van het ventje. De dochter kwam intusschen met een bordje prachtige aardbeien, flink wat suiker er op, het was bepaald aanlokkelijk. „Kom," zei de moeder," hij was een klein beetje verlegen, geloof ik. „Maar als Moekie !T bij is, eet jc ze wel graag op, hè vent?" Maar de „vent" bleef halsstarrig weigeren, ijj wilde geen aardbeien. Wit Moeder of de inderen ook zeiden of probeerden, goed- lehiks of kwaadschiks, broer hield de lip pen stijf opeen. „Ik begreep er niets van," zei de moeder '.«J me later, ik geneerde me, omdat do men- V tchen zich juist zoo uitgesloofd hadden voor oj bet kiiul. Ik dacht nog even aan koppigheid, maar hij is anders nooit koppig. En wil je 103 *el gelooven, dat hij thuis dienzelfden avond nojr m?t smaak aardbeien heeft zitten eten?" „Nu, diè had ik hem niet dadelijk daarna thuis gegeven; ik «zou gezegd hebben „jij houd er immers niet van", voor zijn straf, ia om de reden eens te weten te komen", ui ik. J)at hèb ik geprobeerd" zei de Moeder. „Ilt 'm, zijn ze nu niet lekker? Dat zijn de aien die je vanmiddag niet hebben [Ü9 en als je gezien had, hoe zijn gezicht Éfrbij plotseling betrok, als schrok hij van [ï/eit, dat hij die vruchten van dien middag 1h had aangeraakt Maar dadelijk daarna want 't is zoo'n bij-de-handje zei hij en gerustgesteld: „dat kén niet Moes, want hebt ze hier in de keuken schoongemaakt, heb het gezien". ,Och," eindigde de moeder, met een lachje, heb maar niet veel meer gezegd. Dat zijn an die rare dingen die alle kleine kinderen rel eens hebben, en waar je gewoon \oor lAat." Jaren later heeft „Broer" me verteld wat iet geweest was. Hij had pas het sprookje van sneeuwwitje wren vertellen. Dat had erg op zijn kindcr- ilOJ'f jke fantasie gewerkt, en de eerste dagen na verhaal want pas langzaam sleet het leefde hij aldoor in de stellige overtui- hoe vrien- 1ERD h 4 - CW r 1 ,cc hij aiuvui iii ue öici. ing, dat, wanneer een vreemde - K - rlijker hoe gevaarlijker dacht hij hem ts geven wilde, dat was om hem te vcr- iftigen. „Daarom" zei hij lachend, „al had- en ze me met klappen en straffen willen RECEPT VOOR GLUTON 9J.H 141104 Heel iets anders, waar ook veel naar 4 97ii faagd wordt al was het niet door onze 9S «eressen, is het recept voor plakstijfsel «64 kleefpasta) die men zelf maken en... daar 1081 lat het om lanj* bewaren kan. De beken- - potjes gluton, titanol enz. zijn wel goed 'ilOOt lerg gemakkelijk, maar op kantoren en in •j? uisgezinnen waar men veel plakt (kinde- fn) worden ze wat duur in het gebruik. l|93u en kan het zelfde maken voor een derde 9Sl vierde van de prijs. Een zeer eenvoudige «nier is wat ik zelf heel vaak gedaan eb, gewone plakstijfsel koken en er dan, wd, wat lysol dat men in elk huishouden ^looi voorradiB heeft, doorheen te roeren om *l !t schimmelen tegen te gaan. Wel een paar eken blijft je stijfsel dan goed, maar lan- z toch niet En de pasta die we nu maken ilgens recept duurt maanden zonder schim- j Spelen of klonteren. ~'e eenvoudigste manier is (om ook met nig te beginnen) koop (een) ons witte oral alleen witte nemen anders komt teleurstelling) dextrine, voor een dubbeltje iden drogist te krijgen. Dit au-bain-marine riten in twee kopjes koud water, ruim een bartier. Dan na afkoeling bijvoegen: drie am salycil (tegen de schimmel) en tien uppels glycerine (tegen het dikworden)* Op deze manier heeft men voor nog geen .4 ïoüj ie stuivers een jampot vol kleefpasta, die *1061 Voluut niet onderdoet voor de in de handel r 97 inde potten. Men kan in plaats van saly- H1J1) look nemen: lysol of formaline het laat e|Pcl'ter voePt men pas bij de massa na af- ai '4101 H 83*1 oeling (om de schadelijke dampen) Men doet het echter ook wel zoo: in een „kenen jam- of vetpotje gaat wat witte dcx- '4 ine bijv. een paar centimeter-hoogte. die iH - ordt aangemaakt met goed-kokend water donder stevig roeren wordt bijgevoegd tot ;n ongeveer tweemaal de hoogte heeft li 81 ,cnl<el® dexterine. Warm ziet liet mengsel >4 8i %r>js, maar gekoeld heeft het een mooie si auwachtige witte tint Is de pasta te stijf 4S7H ri kan ze nog worden verdund met wat 9J' ikend water, onder stijf roeren er bijge- *94* iegd. Na afkoeling gaan er 20—30 druppoU "q nnaline door. ook onder gestadig roeren, ijj doet de klaargemaakte pasta in goed- ihoone (liefst even gedesinfecteerd met fnialine of lysol) glutonpottcn. Een ander recept dat door een lezeres in i vrouwenrubriek van het H.bl. gegeven erd is: tien gram aluin, dertig gram witte 'iker worden onder verwarming opgelort getrokken van punt tot punt. Men werkt die 1100 gr. water Daarbij 400 gr. dextrine, d t lijntjes weer met een kettingsteek, nu in aken en na afkoeling een scheutje forma- j groen. m er door roeren. I In de binnenkanten der hoekpunten komen IX - beien niét hebben gegeten; ik wou niet naar de kabouters, ik wou hij „moekie" blijven:" En „Moekie" glimlachte weer om het ver haal. „Ik ben maar blij" zei ze, „dat ik dien middag maar niet de schroef te ver aangezet heb, al had 'k er heusch veel-zin in je zou yèst gedacht hebben dat ik zelf óók jc Uit zoo'n verhaal lecren we twee dingen: dat zeer-kleine fantastische kinderen geen grièzelighedcn, zelfs niet in sprookjesvorm verteld moeten worden, die al te zeer op hun verbeelding inwerken kunnen, en dat er altijd gevallen zullen overblijven, waarbij 't absoluut ónmogelijk is, met ons groote- menschenbrein de kinderlijke motieven na te gaan, wanneer ze ons die niet eigener be weging vertellen. En het middel om dat gedaan te krijgen is alleen: vertrouwen, hegrijpen. Tracht er biddend naar, uw kinderen te leeren kennen en begrijpen, hun volle ver trouwen te winnen. Vraag hen, zooveel mo gelijk naar hun redenen, hun motieven en begin vooral niet dadelijk met dwingen en straffen, of met zelf verklaringen te geven als bijv. „ja, je dacht zékero, dat is zoo hatelijk voor een kind, wanneer we op die manier soms een ergere gedachte achter zijn daad zoeken, dan er achter zat. TIJDIG WEGGENOMEN Soms leeft gij naast een stille ziel en beseft van haar rijkdom niets. Cf: „Tijds genoeg, morgen doorgrond ik haar" Zoo maakt gij U luchthartig diets. En morgen komt, maar de Dood meteen die neemt de stille mee met heel den schat dien zij bezat En gij blijft met uw rouw alleen, schreiendmisschien van wee dat gij zoo weinig hebt verstaan van de stille die nu is heengegaan, en die u zoo gaarne gegeven had van heur grooten, heur kostelijken schatl NELLIE VAN KOL. Volgens het besef van verantwoordelijk heid, dat ik in mij aanwezig voel, moet ik beslissen, hoeveel in mijn leven, mijne be zittingen, mijne rechten, mijn geluk, mijn tijd, mijn rust, ik aan anderen moet wijden, en hoeveel ik daarvan voor mijzelf behouden mag. Evenals een golf niet op zichzelf be staan kan, maar steeds deelneemt aan den golfslag \an den oceaan, zoo moet ik mijn leven nooit als iets afzonderlijks beleven, maar altijd als een deel van het groote ge beuren, dat om mij heen plaats vindt A. Schweitzer. Dit eenvoudig maar toch mooie randpa- troon kan waarschijnlijk goed te pas komen voor shawls in de eerste plaats, verder voor blouses en japonnen, klein boekenkast-gor dijntje, enz. Zooals we het hier afbeelden was het ge- GEBORDUVRDE RAND nu de driehoeken die we op de afbeelding zien. Ze worden uitgevoerd met de platte sleek, de eene helft groen en de andere blauw (zie afb. 1) men laat die kleuren regelmatig afwisselen, zoodat, als het eene driehoekje eindigt met een blauwe helft, het bruikt voor een breodo sportshawl en op I daaropvolgende begint met een groene helft, cream viyella newcrkt met wol in pauw-1 Dc rechtc lljntjoSi die vun de drieh0(,kjes uiti naar den overkant loopen, worden met blauw, mauve en groen. Men teekent de rand als volgt: eerst worden twee rechte lijnen getrokken met een timmermanspot lood langs een rechte liniaal. Zorg er goed voor, dat ze even wijdig blijven loopen (met overal even groote tusschenruimte). Die twee lijnen de be grenzing van de driehoeken, worden later in pauwblauw gewerkt met de kettingsteek. Dat zet men op bepaalde afstanden (Gé 10 van elkaar, dat hangt af van de breedte den rand) de stippen uit voor de drie- hoekspunten van de tussohenliggende zig1 zag lijn. Die schuine lijntjes worden uit dc hand of -als men wil, ook langs een liniaal mauve wol, eveneens in kettingsteek, ge- boHuurd. Boven de bovenste dwarse lijn wordt nu een andere getrokken, die van af stand tot afstand kleine cirkeltjes krijgt, welke precies tegenover de onderste drie hoekjes moeten komen te liggen. Deze cir keltjes (zie afb. 2) worden met groene steel- steek gemaakt, en de kleine mfddenrandjes in knoopsteek met blauw. De rechte lijntjes tusschen de cirkels zijn mauve. Ten slotte (en zoo wordt dus al werkende de hecle rand geteekend en opgebouwd) komt er nu boven die cirkeltjeslijn nog een dubbele dwarse linieering en gaat men de ruimte tusschen die twee vullen met de vischgraatsteek (zie afb. 3). Andere kleuren waarin men deze rand op lichten achtergrond zou kunnen uit voeren, zijn: oranje, geel en een warm- bruin; of ook: rood, mauve en purper. Vooral op een lichte ijsjumper, zal een rand als deze het aardig doen, men kan er dan ook een shawl en muts mee opfleuren. Wie het graag gemakkelijk (of stemmiger) heeft, kan gerust de rand in één kleur uit voeren. Ook voor theemutsen en aanvattertjes kan men den rand gebruiken. Voor het laatste maakt men dan een hoesje op de manier van tb muts, maar in het klein natuurlijk, voert li> t, en werkt er dan een randje op. Als materiaal ltan men hiervoor hot best donker jute nemen of een wollen lacie e« een dubbele flanellen voering. Om nog eens te wijzen op de gevaren, die verbonden zijn aan het omgaan met electri- sche lampen, nemen wij hier over de „tien geboden", zooals die voorkomen in den „\Vat gij moet weten"-bundel, uitgegeven door dc firma J. M. Meulenhoff, Rokin 44, Amsterdam. Zij luiden als volgt: le Laat reparaties alleen door vaklui uit- 2e. Laat de electrische geleidingen zoo hoog aanbrengen, dat ze niet aan beschadi ging zijn blootgesteld. 3e. Gebruik alleen losse snoeren (voor schemerlampen, enz.) die zoo buigzaam mo gelijk zijn en die op deugdelijke wijze zijn geïsoleerd. 4e. Vermijd het, de snoeren te buigen of te knikken, hang ze niet op aan scherpe haken of spijkers- 5e. Laat stopcontacten en schakelaars zoo hoog aanbrengen, dat ze buiten 't be reik zijn van kleine kinderen. Ge. Zorg ervoor, dat in de badkamer geen schakelaar of stopcontact is onder het be reik van den persoon, die een bad neemt 7e. Vermijd zoo mogelijk het aanbrengen van stopcontacten in bad- en waschkamers, in keldervertrekken en op andere gevaar lijke plekken. 8e. Schroef alleen lampen in of uit als de stroom is afgesloten en bekleed geen enkele electrische lamp met gaas, papier of andere licht-brandbare stoffen. 9e. Raak tijdens een onweer de electri sche geleiding niet aan en 10e. Schakel bij langere afwezigheid alle electrische apparaten uit Het is een feit, dat een ongebruikt stop contact altijd een groot gevaar blijft voor spelende kinderen, die zoo gauw geneigd zijn om overal met hun vingertjes aan te komen. Twee vingertjes in de schijnbaar zoo onschuldige openingen gestoken en er bestaat gróóte kans op een ongeluk dat de allernoodlottigste gevolgen kan hebben. Natuurlijk zal elke verstandige moeder haar kleinen peuters verbieden, om de stopcon tacten aan te raken. Maar nog beter is het, behalve te waarschuwen, tevens met eenvou- digen stekker de gevaarlijke plek af te slui ten. DE BABY-BOX Van dit nuttige „meubel", vertelt de Am- sterdamsche kinderarts Dr. W. F. Enklaar in zijn boek „Het gezonde cn het zieke kind" het volgende: Een van de beste hulpmiddelen om de op voeding op een aangename wijze te leiden is de box. In het tweede levensjaar behoort het kind bijvoorbeeld van 9 tot 12 in de box. Na het ontbijt en het gewone dagelijkscho bad wordt het kind in de box gezet. Indien omstandigheden en het weer het toelaten, zullen wij de box buiten of op een veranda of in een balconkamer plaatsen, in ieder gcyal daar, waar licht en lucht ruim kun nen toetreden. In diè box wordt, het kind alleen gelaten met een enkel stuk speelgoed. Voor de moeder zen is üeze regeling gemak kelijk, omdat zij daardoor de handen vrij krijgt voor haar bezigheden en voor liet Kind is het goed, dat het aan zichzelf is overge laten Het moet leeren zichzelf bezig te houden. Het is noodig, dat het daarbij niet overstelpt wordt met een reeks van indruk ken en een massa speelgoed, maar dat het geheel zoo eenvoudig mogelijk wordt gehou den. Al naur den leeftijd een wollen o! gummi-pop of nagemaakt beest, een beer, een paard, of, als het kind iets ouder wordt iets dat rollen kan, een eenvoudig wagentje of iets dergelijks Het zal zich geleideI wennen aan deze omgeving en zoeken te be reiken, wat het kan. Ht zal "staan, kruipen of loopen, en, als het vermoeid is, eenvoudig in slaap vallen. „Ik acht het een groote fout", aldus verder de medicus, „om kindo ren zoet te houden door er iemand bij te zetten, die zijn vernuft uitput met alles aan te sleepen en het kind tenslotte verveelt en ongedurig maakt. Laat men daarom gerust bovengenoemde proef nemen. Ik weet zeker, dat zij bij goede toepassing zal bevredigen..." IN DEN TREIN De Vrouwenrubriek van het Hbl. ertelt de volgende aardige ontmoeting: Spoorwegen. Coupé tweede klas. Ik zit in een hoek weggedoken achter een krant. In Utrecht stappen mijn medereizigers uit en komen er twee nieuwe bij. Een jonge dame, naar schatting een jaar of negentien, en een meneer, reus, al in de dertig. Hij helpt haai de bagage in het net te leggen, zij bedankt hem daarvoor en gaat tegenover hem zitten. Ze zijn vreemd voor elkaar. Een tijd lang wordt er niet gesproken in het comparti ment, maar dan, na ecnigen tijd, als zij iet? laat vaillen en haar visa-vis zich snel hukt om dit op te rapen, begint de conversatie. In den loop van het discours kom ik dan tc weten, dat de jonge dame Engelsche les geeft. Zij vertelt het onder de noodige reserve, want, zegt ze: „Ik heb geen diploma, maar ik hen ver genoeg om de eerste beginselen uit Roorda I en II te on derwij zen". Maar vis-d-vis vindt dat klaar blijkelijk zeer belangrijk en informeert of zij al veel lessen heeft. Lachend vertelt ze hom, dat zo pas bezig is ze te zoeken. Als hij eens iemand weet, houdt zij zich aan bevólen. Graag zal hij dat doen. Dan 'n oogenblik pauze. Daarna begint hij weer, over hetzelfde onderwerp. „Het lijkt mij toch wel plezierig", zegt hij, „zoo ver in een taal ie zijn, dat men daarin les kan geven. Weet u wat, als u nog geen leerling hebt, mag ik dan misschien de ééiste zijn? Ik heb mij n lang willen bekwamen' in het Engelsch". Zij, verheugd, grijpt het voorstel ter i stond met beide handen aan, vraagt hem j waar hij woont en hoe hijReeds heef' I hij zijn portefeuille te voorschijn gehaald en daaruit een kaartje genomen. Zij doet hetzelfde; do kaartjes worden gewisseld, ieder bekijkt het kurtonnetjo. Vuurrood wordt j 7.i'. plotseling. Want op zijn kaartje staat, onder den naam W J. ML. Muylder Leeraar Engelsch M. O. I Een woord voor dc huisvrouw die 't zij geregeld of door omstandigheden tijdelijk haar dagen ziet vergaan met kleine „onbe duidende werkjes" als vaten wasschen, aard appelen schillen, stof-afnemen, alles op zich zelf schijnbaar zoo doelloos; Wie de waarheid verzwijgt, als de plicht hem gebiedt te spreken, is een even groote leugenaar, als hij, die een onwaarheid spreekt. AARDIG DESSERT We weten 't allemaal wel: zal een zieke goed eten, dan moet alles bijzonder smake lijk worden klaargemaakt cn mooi opge diend. Dan hebben we vooral de kunst noo dig ,de schotels aardig op te maken en van niets, iets te maken. Citroen- of chocolade vla, opgediend op een diep bord, dat zal de zieke niets aantrekken en we hebben veel kans dat zij 't laat staan, maar pro- beeren we het eens op de manier, zooals ons plaatje aangeeft, cn we willen wedden, dat 't er in gaat. Voor servies kan hier het beste dienen een of ander aardig kommetje, sierk^ametje of iets dergelijks, 't Lekkerste is, wanneer we dit vullen met schuimvla, natuurlijk als de zieke dit hebben mag. Hiervoor hebben we niet anders noodig dan eiwit en jam. Het eiwit kloppen we stevig tot het stijf is. Dan zetten we een beetje apart, om straks als schuimkop te dienen en bij het overige voe gen we, steeds kloppend, de jam, bij kleine hoeveelheden tegelijk. Voor jam kunnen we abrikozen-, bessen-, frambozen- of aardbeien jam nemen ,wat we maar in huis hebben. Is alles goed vermengd, dan doen we de vla in ons kommetje, zetten langs den rand boudoirtjes of langwerpige biscuits, plaat sen bovenop den schuimkop, dien we ver sieren met een ingemaakt kersje of ander vruchtje of een vlokje jam. We kunnen het kommetje ook vullen met andere vla's: citroen- vanille-, sinaasappel- of frambozenvla. Daarbij houden we natuur lijk rekening met smaak en voorkeur van de zieke en met wat zij van den dokter gebruiken mag. Alleen, we moeten zorgen, dat de lekkernij voor onze patient een ver rassing blijft en haar niet de illussie bene men door te vertellen, dat 't maar mooi- opgemaakte vanille-vla is („pap" zegt zij dan misschien wel minachtend). Het geheim van onze kunst moeten we maar voor ons zelf houden, dat verhoogt de waarde. GEWOONTEN DIE SCHADELIJK ZIJN VOOR DE GEZONDHEID Gaan slapen met koude voeten, hierdoor wordt de bloedcirculatie belemmerd en de slaap onrustig. Het niet goed drogen van het hoofdhaar na wassching. Hierdoor wordt vaak rheuma- tische hoofdpijn veroorzaakt. Het drogen van door verkoudheid vochtig geworden zakdoeken, tijdens het gebruik. Hierdoor wordt gelegenheid gegeven, dat ge vaarlijke kiemen zich ontwikkelen Het wrijven der oogen, indien daarin een vreemd lichaam is geraakt. Hierdoor heeft men kans het hoornvlies te beschadigen Het drinken van koud water na het ge bruik van warme spijzen. Hierdoor ontstaan, door de plotselinge afkoeling, stoornissen in de spijsvertering en in den bloedsomloop der mondholte. EEN VEEL GEVRAAGD RECEPT is het volgende en ik hoop daarom dat de genen die het uit ten treurc kennen, en weten dat we het hier reeds meer dan eens opgaven, zich niet zullen ergeren, want weer telkens wordt ons gevraagd naar dit recept dat bij velen bekend is onder den. naam „Haagsche Bluf", bij andere weer on der andere namen, als bijv. „scliuimgelci'' een eigen vinding. De meest gewone vorm ris: neem een kop fijne witte suiker (liefst basterd- geen brui ne) met een kop bessensap en één eiwit. Klop bet eiwit goed en voeg er langzaam de suiker met de bessensap doorheen. Men kan dit recept natuurlijk niet lang vooruit klaarmaken, daar het dan al gauw zal in zakken. Nriet voor niets heet het bluf want «véél zit er niet in, imaar lekker is het wel. Het is ook luchtig en dus een goed toetje na een zwaren maaltijd. Velen gebruiken op één eiwit veel meer bessensap en suiker, dat hangt ervan af hoe dik men het heb ben wil wrie het bijv. als vla over droge rijst gebru kt, maakt het wat dunner, ook hangt het veel van het koppen af. Som migen doen dadelijk alles door elkaar en beginnen dan met kloppen, maar de erva ring leert, dat dit vaak tegenvalt, men kan het dan soms niet dik meer krijgen, daar om is het veiliger eerst het wit te kloppen en de vloeistof langzaam bij te gieten tot men denkt: verder gaat het niet. Natuurlijk kan men ook nriet te dun ci troen- of sinaasappelsap gebruiken, ik heb dit vaak gedaan en vind het zelfs lekker der omdat het iets minder zoet wordt. Ik neem dan: sinaasappel-limonade stroop met zeer weinig water verdund en enkele druppels citroensap, onverdund. Er hoeft dan weing of geen suiker bij want de stroop is altijd al zoet. Weer een andere variatie, die ik ook vaak maakte is: in plaats van vruchtensap, mar melade of jam te nemen. Ook dan diene, wie niet van erg zoet houdt, er wat verdund citroensap door te mengen. Het aardige is, vooral voor kinderen of zieken bijv. dat men er nu ook vruchtjes in ziet, ook is het stijf- kloppen veel gemakkelijker dan wat sap. Verder heb ik wel 'eens gehoord maar niet zelf geprobeerd dat men bij het eerst genoemde recept soms een paar blaadjes roode gelatine voegt die vooraf in een wei nig warm water geweekt, door de stijfgeklop te massa geroerd wordt- In dat geval echter, moet de bluf juist een poos vooraf klaarge maakt worden. Men roert de massa voorzich tig door, nadat ze in de vorm of schaal ge goten is, dit om het zakken van de gelatine te voorkomen. Het aardigst dient men de bluf vóór op glazen schoteltjes, gegarneerd met vanille wafeltjes of ander bisquits. Vaak serveert men het in 'n schaal, waarvan vooraf de bo dem is bedekt met lange vingers of zoo iets. Anderen geven het als vla over droge rijst, koude griesmeel of zoo iets. Met opzet hebben we dit eenvoudig recept eens wat uitvoerig besproken, omdat men daar eigenlijk meer aan heeft, dan een be paald voorschrift, dat men precies dient op te volgen, en dat toch nooit voor verschillen de smaken pasklaar te maken is. Gelatine bijv. doen sommige menschen letterlijk over al in, terwijl anderen het eenvoudig niet kunnen „uitstaanIedereen moet dat maar voor eigen gezin of gezelschap uitmaken. Rest me nog te vertellen dat men ook wel de „bluf" garneert met fijngehakte noten (amandelen), hazelnoten, etc.) die men er overheen strooit, vooraf gebrand of niet, al naar persoonlijke smaak. GEZONDHEIDSRAAD Verwaarloos geen hoofdpijn bij uw kind. Hoofdpijn is bij kinderen geen natuurlijk verschijnsel; het is een teeken dat er iets niet in orde is. Het kan een gevolg zijn van te groote inspanning van de oogen, hetgeen door een bril verholpen kan worden; of het kan een nog ernstiger oorzaak hebben. Laat uw dokter die oorzaak zoeken. Wees er niet te zeker van, dat het door gebrek aan oplettendheid is dat uw kind iets verkeerd doet; overtuig u, dat zijn gehoor volkomen goed is. Van besmettelijke ziekten a.s roodvonk, diphteritis houdt men dikwijls dcofheid over ais gevolg van de ontsteking van de keel en de gang, die deze met. het oor verbindt Adenoïden zijn ook een gewone oorzaak tot doofheid bij kinderen. Zooals onze huismoeders nu onderdehand wel weten, wordt de ouderwetsche manier om pannen liefst nog wel met de deksels erop in gesloten kasten te bewaren, tegen woordig algemeen afgekeurd. Naarmate men ze gebruikt, is het bezwaar natuurlijk meer HET OPBERGEN VAN DE PANNEN of minder erg, maar pannen die een poos zoo staan, moeten na verloop van tijd wel muf en onfrisch worden. Veel beter is het daarom de pannen om gekeerd op een open plank te zetten, die uit richels bestaat, of wanneer ze op de hand vatten kunnen steunen, kan het ook op een gewone plank. Als maar niet de heele boven rand plat ligt zoodat de binnenkant van de lucht afgesloten is. In dat geval kan men beter dc pan open overeind zetten met een weinig water erin, dat voorkomt het muf en stoffig worden. Alluminlum pannen laat men echter niet staan met water erin. De deksels van de pannen kunnen e»dan los naast of achter gezet worden of wat wel het best en het geriefelijkst is: achter een houten richel tegen den muur gehangen worden. Timmert men zoo'n richel op lood rechte latten die tegen den muur gespijkerd worden, en bovenaan de steunsels dragen voor de pannenplank, dan is het bij elkaar een ordelijk cn gemakkelijk stel. In den onderkant van de plank kan men, dicht bij den muur nog wat haken schroeven, waar aan steelpannen kunnen opgehangen. Zoo heeft men, met weinig kastruimte, toch alles vlot bij de hand. Handige huisvrouwen zullen best zelf zoo'n stelletje in elkaar kun nen timmeren als tenminste de muur niet al te lastig te brokkelig of te hard is, om spijkers in te slaan. Maar wie iets betera heeft, houde zich daarbij, dat spreekt van zelf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11