n drie uicuaciieiilevens, ook veel schade aanrichtte. De inalcrioclc schade werd spoedig hersteld en nadat eindelijk do En?, lschc regeering ervan over tuigd was, dat oen Engolsch vliegenier de schade had aangericht, tastte Engeland diep in de beurs en werd •de aangerichte schade ruim vergoed, zoodat na de verschillende uitkeer;ngen er nog f 4800 overbleef. Een Engclsche firma leverde het carillon, dat nu met F.ngelsche geld betaald werd. EngelscJi geld betaald werd. nemen nu afscheid van dit Stedeke, dat ons or "ii s' lie steden zoo lief is. Ieder Nederlander ,dio Zeeland bezoek verzuime nici Z.erikz te bezoeken. Hij dwale door de Nobel, Noord en Zuid ..avenpoortcn en zal van dat bezoek geen berouw hebben Infe-naiioaale Cfir. Zendi.ii. II. Het verbl ,dt mij dat dc gedachte om iets te schrij ven over de Christelijke internationale Zending in zulk en goede aarde gevallen is. Zoo dat de redactie van cl t biad mij verzocht heeft om de andere week een arti.ad voor deze rubriek te willen leveren. „Met enkele foto's af en toe er bij". Natuurlijk! Dat is de eisen van den tijd. Wc doen het gaarne. Ver- ruime li t onze Zèndingsblik. We zijn zoo geneigd om ons in kleinen kring op te sluiten en ook te denken, dat deze kring zoo wat allcö van het Christendom 19. En toch, de wereld daar buiten is zoo groot en is zoo mooi. Daar zijn mooie landen en gruotc mannen en reusachtige za ken. En daar is nog zooveel van het Koninkrijk Gods buiten onzen kring; daar zijn kerken waarin nog voor groote scharen het zuivere Evangelie, zelfs naar Gcref. belijdenis, verkondigd wordt; waar mannen en vrouwen met ernst Jezus Christus belijden als hun Ileere en Zaligmaker, waar moeders haar kin deren opvoeden in dc vreeze Gods; waar de vaders hun zonen voorgaan op den weg des levens; waar ook inzonderheid zulk een grooto liefde en ijver voor de zending gevonden wordt, dat wij er ons over ver hazen moeten. ets daarvan mee te declen, iets daarvan te laten sien. kan niet anders dan onzen blik verruimen, on ze ziel verblijden enonzen ijver aanvuren. Alogen daartoe de artikeltjes van deze rubriek Strekken. In hot vorig artikel heb ik, beginnende van huis uit, bij u geïntroduceerd enkele jonge mannen en vrouwen van Hoilandsche afkomst en met ons eenzelfde geloof en belijdenis deelachtig, cfic met grooten moed en. met een zelfverloochening, waar wij geen begrip van hebben, het Evangelie van Gods genade prediken in onderscheidene werelddeelen. Ik wil thans op die zelfverloochening cenigcn nadruk leggen. Ik weet het, ook onze zendelingen op Java hebben in menig opzicht zichzelf to verloochenen, ik denk inzonderheid aan lien, die hun kinderen hier ach- tei ui moeten. Ik wil niets op hun verdiensten af- dnc.i of hun arbeid verkleinen. Maar toch, zij hebben n »g vele voorrechten. Onder eigen gouvernement dat de Zending genegen is, ja, steunt, arbeidende onder een volk, dat dit gouvernement der zendelin gen moet erkchncn, hebben ze daarbij eigen taal in hun omgeving, velen van eigen natie rondom zich, ze hebben goede woningen, behoorlijk onderhoud, en w/it dies meer zij. Maar wat de jonge mannen en vrouwen aangaat, die ik Lu mijn \orig artikel bij u introduceerde, en ik denk hierbij vooral aan die in Afrika, ik heb u laten zien wal wilde omgeving de hunne isl Ver van iemand die hun eigen taal spreekt, onder vreemd gouvernement (Belgisch en Fransch), dat niet altijd de Zending genegen is. Met primitieve middelen, moeien ze tevreden zijn. Eon hunner vertelde mij, hoe hij zelf zijn eigen huis had moeten bouwen, de inboorlingen had moeten leeren stecncn te bakken en hoe j.c te leggen om de miycn van zijn huis op te trekken. Ze moesten voor zes jaren voedsel in blik meenemen, zoo. ook voor dien tijd kleeren, gereed- echappen enz. Verder moeten zij (die in Afrika) ik zeg niet dat dit goed is, de Schrift leert iets an ders voor een groot deel in hun verloftijd hun eigen salaris laat ik liever zeggen het geld be- noodigd voor hun onderhoud, voor die periode van zes jaren in Amerika bij elkaar oollcctecrcn. Dc Zending waarvan zij uitgaan, de Africa Inland Mission, geeft ze een terrein en wat hulp en zendt zo vorder, zpo het heet, „in liet geloof uit". Dat wil UUUfiN NOOIIDEWIEU. zeggen, dat ze zelf de middelen moeten zoeken, waar door God ze dien tijd onderhouden wil. onder- schcidcncn hebben een gezin. En nemen dat mee Zi;.VOELING Ij. J. BUYZE EN GEZIN. en moeten ook daarvoor zorgen. En gaan dan zoo naar die binnenlanden van Afrika, naar die afgele gen posten, zes weken rcizens van hier, onder die nog met wilde dieren bevolkte streken, en winnen daar negerstammen voor Ghristus. Zo helpen hen li chamelijk met medicijn en maatschappelijk door on derwijs en opvoeding, en brengen zoo door en onder alles den Christus en hen tot Christus. En ze gaan er heen met blijdschap. Zoo staat het met Johanna Vecnstra, dc schrijfster van het boek „Een blanke Vrouw onder de kani- balen". Zoo met de zachte en vriendelijke Helen Noordewier, wier portret we hier geven, dio meer in het Oosten is, in den Franschen Soedan, zoo met J. G. Buyzc, die zijn jonge vrouw, ook een zendelinge, en het eerste kindje, bij de geboorte van dat kind, tegelijk zag sterven en met eigen hand een kist moest maken en ze begraven. Zoo is het met zijn broeder L. J. Ruyze, die reeds zes jaren gezegenden arbeid in Afrika heeft ver richt, en nu van een jaar verlof in Amerika weer op zijn reis is naar zijn post. Zijn vrouw is ook een zendelinge. Zie dat lieve gezin op de foto, de kinde ren gaan mee naar het hart van Afrika Zoo is hot met al dc zendelingen, die aldus voor de „Africa Inland Mission" in Afrika worken. On der hen is ook Miss Christine Ruigendijk, een ver pleegster, lidmate van de Geref. Kerk van Delft, die met een onweerstaanbare liefde voor dc zending bezield, toen haar weg om naar ons Indië te gaan toegesloten was (ik denk dat ze was afge keurd om het klimaat) naar oLnden ging, en daar, na drie-jarige voorbereiding, uitgezonden werd voor de „Africa Inland Mission"*) Ze is gehuwd met Rev. Stuart Cole, ook een zendeling aldaar. Dan is daar nog zendeling Van Dusen, die des nachts een zacht rumoer in zijn huis hoorde, en dacht dat het de kat was, om des morgens te ont dekken dat het een luipaard was, voor wiens doode- lijke sprong hij als door een wonder bewaard werd. Dan is cr Miss Harriet Scholten .uit Holland Mich, nu gereed om uitgezonden te worden. Allen van Hoi landsche afkomst Niet te vergeten ook Rev. Bier man, die verleden jaar ook na een kort huwelijk, pas aangekomen, zijn jonge vrouw in Afrika's zand moest begraven. En dit zijn alle jonge mannen en vrouwen, die in Amerika schier in elk opzicht een schitterende toe komst hadden! Inderdaad een liefde voor Christus en een zelfverloochening, waar ik moer dan eens met bewondering tegén op heb gezien. Dr. J. VAN LONKHUYZEN. De president van de „Africa Inland Mission" is Dr. F. W. Piiilpott, onder ons volk eijn bekende naam. De zendingsverccniging heeft linar hoofd kwartier in Londen, maar is ook evenzeer, zoo niet meer, vertakt in Amerika. Ze is „intcrdenominatioal" (niet kerkelijk). GEBROKEN GELUK „Omdat jullie me altijd zooveel vriendelijkheid betoont en huis en hart steeds voor me openzet, zal ik je wat van vroeger vertellen." Rustig beheersoht klonk de stem van Leo Ver straete door de tot intimiteit stemmende salon van z'n vriend Bekink. Diep weggedoken zaten ze, Henk Bekink, z'n vrouw en Leo, ieder in een club-fauteuil. Slechts de monotone tik van het Westminster- uurwerk verbrak de stilte. De groote schemerlamp verspreidde een warm, prettig licht en de ouderwetsche petroleumlnmp, omgewerkt tot een electrische, glansde idyllisch in den hoek op een klein tafeltje. Als er buiten een auto voorbijsnordo, trilden de mooie chrysanten, die fijn gerangschikt stonden in een luxe vuns. Met de hand onder het hoofd keek Leo Verstraete strak voor zich uit Beelden uit het verleden doem den langzaam op voor z'n geestesoog. Noch Henk Bekink, nóch z'n vrouw, durfden na het gezegde v©n hun vriend de stilte verbreken. Ze voelden, hun vriend zou hen een blik laten slaan in z'n levensboek, dat, naar ze meenden te weten, menige tragische bladzijde bevatte. „Ik kom", zoo Zei opeens Verstraete, „reeds ge- ruimen tijd hier, terwijl jullie niet eens, precies weet, wie ik ben cn waar ik eigenlijk vandaan kom. 'k Zou jullie wel eerder iets verteld hebben, maar 't is niet altijd even gemakkelijk om over jezelf te praten, temeer niet, als het droeve dingen zijn." „Ik las eens ergens: „Een ieder heeft een hitter leed, dat niemand kent, waarvan hij nooit door klacht of zucht, 't gelieimnis schendt." Zoo is 't ongeveer hij mij. Maar toch, jullie harte lijke vriendschap heeft bij mij het verlangen opge wekt je iets te laten zien van den eenzame, die zoo graag in jullie prettig „home" vertoeft." Even viel de stilte weer in. De donkere oogen van Verstraete zagen droef als in verre verten. Drie schaduwen teekende zich donker af tegen den grond. ,.'t Is", vervolgde Verstraete ineens en z'n slem klonk niet meer zoo kalm beheersebt ,,'t is onge veer vijftien jaar geleden, dat ik kennis maakte met een teer klein meisje, dat mij bijzonder aan trok. Haar rustige doen, haar vriendelijke oogopslag cn haar golvend, goud-blond haar, brachten mij der mate onder hekoring, dat ik steeds weer haar gezel schap zocht. Mijn familieleden mankten me met verholen spot duidelijk, dat het kind puriteinsch was opgevoed en naar streng orthodoxe leven ondanks alles wenschte door te zetten. Niettemin, we verloofden. Die eerste tijd was heerlijk. Dat teere kind te mogon koesteren en haar reine liefde om me heen te voelen was eCn genot Mijn eerbiediging voor haar orthodoxe gevoelens en mijn neiging om daar in aan liaur zijde te staan, maakten haar dankbaar. Onze groote liefde zou immers die verschillen op heffen r Niet onduidelijk liet ik mijn familieleden voelen dat d» kleine Gró niet was, zooals zij haar geschil derd hadden. Haar geloof was een benijdenswaardig kinderlijk geloof, zonder zwoein van fanatisme of farizeïsme. Wat konden we heerlijk met elkaar praten over godsdienstige kwesties. Voorzichtig vertelde ik haar dan, dat ik altijd meende dut do godsdienst uit niets anders d«n illusies bestond. Maar telkens weer deed ze haar best mij de reëole waarde van den godsdienst te doen zien. Deze gesprekken deden aun onze liefde geen af breuk, maar brachten ons eer dichter bij elkaar. Na een paar jaar trouwden we. Op haar verzoek maakten we daar geen buitengewone drukte van. Dut was ook niet noodig, want ik had het gevoel, dat onze reine, harmonische liefde, door allerlei ibruiloftsdroktc zou worden gcluxvcnd. Het leek in die dagen en in het eerste huwelijks jaar, of we beiden voor het geluk geschapen waren. Maar toen kwam de débacle. Een kleine wereldburger deed z'n intrede. Wat hadden we dien dag met spanning en met verlan gen tegemoet gezien. 'j'*"{ocn begon het.... Na een ontzettend lijden overleed m'n kleine vrouw en het kindje met haar. Samen werden ze begraven Wat ik in dio dagen heb doorgemaakt is moeilijk te beschrijven. De omgeving waarin we samen had den geleefd werd me te zwaar. Ik solliciteerde en werd hier benoemd als conrector aan het gym nasium. Ik nam de benoeming aan en leef nu zoo als jullie mo kent. Een ellendige tijd heb ik doorgemaakt cn nog is do strijd niet gestreden. Een strikt geloovi?e ben ik nooit geweest cn door deze ontzettende ge beurtenis was m'n gnnsche ziel in opstand gekomen. Van m'n strijd en van m'n verdriet zal ik maar zwijgen. Dat laat zich beter aanvoelen dan ver tellen. In den laatsten tijd ben ik rustiger geworden. Vooral door den omgang met Jullie. Maar toch do mineert bij rnij nog steeds de vraug: „Waarom dat alles'? Waarom moest ons groote geluk zoo wreed gebroken worden?" Ik zoek daarop een antwoord en ik hoop het t« vinden." Leo Verstraete «weeg. Stil staarde hij naar den grond. Het deftig Westminster-uurwerk speelde elf uur.. Leo zag z'n vriend cn diens vrouw aan „llenk, Betty, jullie weet nu m'n leed. Help me het dragen en help me een antwoord vinden op deze levensvragen". Beiden stonden ze op en drukten hun vriend zwij gend de hand. Even later liep Leo in de koele avondlucht. De hocge peppels aan den singel ruischtcn cn zongen hun avondlied In het grooto huis aan den singel knielden een man en een vrouw cn baden voor hun vriend W. A. J. D. CORRESPONDENTIE. N. N. Waarom mogen wij uw naam niet weten? 't Is ons steeds een genoegen over een werkelijk of vermeend bezwaar met onze lezers van gedachten to wisselen. We kunnen nu, hoe graag we 't ook zouden doen, u onze bezwaren over uw bezwaar niet mee deden. Intusschcn dank voor uw zeer vriendelijk schrijven. Aan een melodie voor 't vers van Ds. Huet kunnen we u niet helpen. Dat zal ook moeilijk gaan, want de rogcis der twee coupletten zijn niet gelijk. Aan vele Inzenders. Steeds ontvangen we voor ons Zondagsbald veel copie. Dat stellen we op prijs. Maar de geachte schrijvers en dichters moeten niet denken, dat wat bede.n ingezonden wordt, volgende week in 't Zondagsblad verschijnt Wc kunnen heusch niet alles direct lezen. Men troostc zich den eersten tijd met de oude waarheid: wat in 't vat is verzuurt niet Anders laten we wel iets van ons hooren. OOK 'N METHODE. Bij een juwelierpfirma te Hamburg werd een in braak gepleegd cn'voor een waarde van 26.000 Mark ontvreemd. De firma plaatste nu de volgende advertentie: „Wij fclicitoercn de hoeren inbrekers met hun suc ces. Wij zouden de waren gaarne van hen zelf te- rugkoopen en wij betalen hen meer, dan zij van wel ke andere «ijdc ook kunnen ontvangen. Stelt u een neutrale plaats vast. Wij staan er met onzen naam borg voor, dat wij u niet aan do politie zullen uit leveren". Uit Zierikzee's Historieblaan. EEN ROODDAKIGE SPROOKJESSTAD. Door A. M. W e s s c 1 s. Een van de mooiste hoekjes van Zlerikzee. De Hertog deinsde echter terug, toen hij van de pest hoorde, maar toch wilde hij gehuldigd worden. Kon het niet in dc stad ,dan er maar buiten en de gezonde poorters trokken naar den dijk van Borre- dumme om den Hertog hun hulde te brengen. Inmiddels steeg de nood hoog. Dc rijkdom van de stad veranderde in armoede. De bloei nam af cn niemand dacht meer aan den mooicn toren. De bur gers hadden al hun aandacht noodig voor de vraag hoe komen wij door het leven van zorg en kommer. Het was dan ook geen wonder, dat weer 4 jaren later, in .1474 een formeel oproer uitbrak. De poorters kregen bezoek van heer Jacob Jans uit Middelburg en Michiel van Cattendijke, een Baljuw. Deze kwa men naar de stad om eenige nieuwe tollen en accijn- sen op te leggen. Dit was de zwaarbeproefde bevolking te veel. Zoo- voel rampen en armoede had men geleden en nu nog dezo geldafpersing. Onmogelijk, dat kon niet Men drong op deze afgezanten aan en het lyocdcnde volk sloeg hen eenvoudig dood. Dat zulk een moord niet straffeloos kon blijven, spreekt vanzelf en een bangen dag doorleefde Zierik- zce, toen hertog Karei de Stoute daarheen trok op 30 Januari 1473, om de schuldigen te straffen. Na deze bewogen dagen scheen het, alsof de stad weer zou opbloeien. De zoutnering nam weer gewel dig toe, zoodat men pakhuizen te kort kwam, doch het was tijdelijk. In 1492 was het weer een zwarte dag voor de poor ters. Thans kwam de hertog van Saksen om de stad te straffen voor het feit, dat de inwoners mond- en krijgsbelineftcn hadden aangevoerd voor dc Hock- schen in Sluis. Dc jaren gingen voorbij, maar aan den toren dacht niemand meer En nog was het niet genoeg voor de arme stad. Wederom deo.d (in 1515 en 151S) de pest zijn intrede, die veel slachtoffers maakte, terwijl in 1525 weel een zware brand uitbrak, die ontzaglijk veol ver woesting aanrichtte. Zou er dan nooit een einde aan de rampen komen? Een feit, dat aan vroegere glorie herinnerde, viel in 1523 voor. Schipper Mulok van Zicriki'ee kwam, na anderhalf jaar spoorloos verdwenen en doodgeacht te zijn, dc haven binnen varen met een mooie lading goederen. Hij was naar kaap Verdi geweest, waar nog nooit een Zierikzeesche schipper geweest was en bracht iets nieuws voor de poorters, nl. kalkoenen Deoe blijde dag werd echter door vele donkere dagen gevolgd. In 1530 vloeide ook in Zierikzee het bloed der martelaren. Ook hier werd getracht de Hervorming in bloed te smoren. Do beul had veel werk en de verbanningen waren niet van de lucht. Doch ook hier bleek het bloed der martelaren het zaad der kerk te zijn. In Juli 1566 bad de eerste openbare Hervormde godsdienstoefening plaats. Het Minderbroederklooster werd in Januari 1567 omvergehaald. In dien tijd ontstond or een groote duurte in Zie rikzee, ja zelfs was er hongersnood. Er was bijna geen brood te krijgen, doch een boer uit Duivoland wist op een keer met list een zending brood uit de stad te betrokken. Hij nam een doodkist, kocht zooveel mogelijk brood op tot zeer hoogen prijs en borg dat daarin. Na de kist dichtgemaakt tc hebben, reed hij naar dc poort en verzocht verlof een overleden vriend in Duivelarwl tc mogen begraven. Hij werd geloofd en dc brood- doodkist kwam veilig buiten de stad, welker poorten zwaar gesloten bleven, opdat er toeli geen ons brood buiten dc stad zou komen. In dit artikel zal ik den strijd van Oranje om Zie rikzee niet behandelen. Het is oen schoone bladzijde uit onze Zecuwsche geschiedenis en verdient aparte behandeling. In 1594 begon men aan het graven der haven on het trokken van Duiveland aan Schouwen. In 1653 werden 49 visscherssohcpen door de Engelschcn ge nomen. Op 11 Juli 1672 wa3 er een geweldig oproer, evenals het jaar 1747 en 5 Februari 1795 daarvan getuige was. Ook de gevangenneming van den rechter Willem Adriaan de Jonge, op SL Nieolaasdag, 5 Doe. 1813, gaf veol stof tot rumoer. 24 Augustus 1801 zonk het Oost-havenhoofd weg. In 1804 had de strijd van de luitenants Olyve en Vcls- berg tégen Engelsche kruisers plaats. Evenals het andere deel van Zeetand, dee'do ook Zicrikuoe in den watervloed van Ï5 Januari 1808. Dc Eik^elschcn Wzctten de stad op 31 Juli 1809. Op 7 December 1813 trokken de Franschcn af en den anderen dag, 8 December, werd de vrijheid hersteld. Uit deze enkele grepen «iet men, welk een rijk» historie Zierikzee bezit En de St. Lieven Monstertorcn zult gij vragen? Hon ging het met de sohepping van Keldermans? Er was geen sprake van om den toren af te bou wen. Daarom bepaalde men cr zich toe om alleen dn eerste verdieping af te m&kcn, wat waarschijnlijk onder toezicht van een nazaat van Kaldermans ge beurde. Althans in 1529 werd aan een izekeren Kelder* mans het opzicht op de afwerking toevertrouwd. Na enkele jaren was het werk nu in zoover re vol tooid, dat de klokken naar boven gebracht konden worden. De oudste der zeven klokken was nog ouder dan de toren zelf. Zij was in 1411 gegoten en droeg den naam van Livinus. Zij droeg in 't Latijn dit opschrift: „Ik loof den waren Godt Ik roep het volk te saam! Ik vergader de geestelijkheid en beklaag ilo dooden! Ik verdrijf dc peet en geef luister aan de feesten! Mijn naam is Livinus 1411". Maar ach, niemand bekommorde zioh om de stecnea klomp. Eeuwen vergingen en het schoone bouwwerk ge raakte in verval. En- van herstel was geen sprake, want de eertijds rijke stad was arm geworden. De z.g.n. contrcforten aan de Westzijde waren ia 1815 zoo slecht, dat het beslist gevaarlijk was do Mon stertoren tc naderen. Een schutting moest worden ge zet om de bewoners op een afstand tc houden. Dat Eulk een toestand niet kon worden bestendigd spreekt vanzelf. Maar de stad «elf kon niets doen; zij was te arm. In 1S3S gaf het rijk steun en word de toren wat „opgeknapt". Doch dit was niet voldoende. Daarom zag dc Raad van Zierikzee zich voor de keuze gesteld óf don toren tot een ruïne te latcu worden óf tot afbraak te besluiten. Een andere uit weg zag men niet. Toen heeft de Rijksgebouwendienst zich over het monument ontfermd. Gelukkig voor do stad, want zij zou haar kwarttoren, die «oovcel lief en leed heeft meegemaakt niet gaarne willen missen. Ziorikzeo zonder de Lieven Monstertorcn zou niets zijn. De zandsteen bekleeding werd vernieuwd, de basementen, fleurons, chrochets en andore versieringen werden hersteld, zoodat de bewoners een indruk konden krij gen van de oorspronkelijke schoonheid van Keldcr- inan's schepping. Thans beeft men vanaf bet plateau een schitterend uitzicht over Schouwen en dc Schelde cn de veelbe wogen stad ecIvc. Iïet izou een groote leemte zijn deze historische beschouwing te besluiten, zonder nog even iets van het fraaie stadhuis der romantische stad te vertellen. Men zal ver in Nederland moeten zoeken, wil men zoo iets unieks vinden. Weer een geheel ander genre als b.v. in Tholcn, Veen; of Middelburg. Is hét be trekkelijk buiten eenvoudig, inwendig is bet vooral rijk bewerkt. Op de eerste verdieping van het stadhuis bevindt zich de groote zaal, mort een schepenbank en plafond van 1775. Mooi zijn ook de schoorsteenstukken in do Raadszaal, geschilderd door den Antwerpenaar Geeraert in de 1.8de eeuw. Dc in 1661 gebouwde Burgemeesterskamer heeft een rijk bewerkten schoorsteen van 1673, versierd met do wapens der heerlijkheid en plaatsen van het oiland Schouwen. De glorie van het stadhuis is echter de schitterend© toren. Dit is in één woord een kunststuk. Tot voor enkelo jaren hesfond «ijn beiaard uit 13 klok-ken, doch na gedurende een periode van 400 jaar liet wel cn wee over de stad te hebben uitgegalmd, is cr een nieuwo beiaard in geplaatst De oude klokken waren gegoten door den bekenden iniddeleeuw.schen klokkegieter Pecfer van den Ghcin, maar na vier eeuwen waren haar klanken verre van welluidend. Wat nu te doen, want uit den aard der zaak was dc verniguwing van carillon een dure geschiedenis. Doch er was een uitkomst. In Zierikzee was een comité, nl. een Bommen com it 6. Men stelle zich gerust, 't was vrij van alle com munistische tendonzen. Dit bommencomitó was opgericht na den schrik- nacht van 29 op 30 April 1917, toen een Engclsrh vliegenier, die verdwaald was, eenige bommen op bet in zoete rust verzonken stedeke wierp, en bclialv® (Zie vervclg bladtfjde 22). Gezicht op het Raadhuis van Zierikzee. bet plan in zijn hoofd om Ziorikzeo te gaan bezoe ken, en zich door de poorters te laten huldigen, wier gemoedstoestand allesbehalve voor het ontvaage» van vorstelijk bezoek gestemd was. II. Met vereende krachten trok men onder leiding van Keldcrmans aan den arbeid. De palen, die den reus der torens zouden dragen, werden ingeslagen en de zware fundamenten gelogd. Hiermede was men in '1454 gereed, want aan den voet van den toren leest men „Deze torre is Ao 1454 gefondert". Dat de vloot van Zierikzee ook het hare aan den bouw moest bijdragen, spreekt vanzelf. Schepen werden uitgezonden om de benoodigde bouwstoffen van hout en steen aan te voeren en zoo naderde de eerste verdieping reeds haar voltooiing cn rustte het oog van de verheugde poorters en vreemdelingen, die in Zierikzee kwamen, vol bewondering op het gewel dige gevaarte. Het was een gezellige aanblik de nijvere houwers bezig te zien. De bouwsom was geen bezwaar 94000 was er voor uitgetrokken en dat was heusch niet weinig als men de geldwaarde van vroeger in aanmerking neemt De loonlijst, als ik het zoo noe men mag, gaf aan, dat een „hoed" kalk 5 grooten kostte cn de opperbaas der metselaars verdiende drie grooten per dag cn een opperman een braspenning. Do hoogmoed van Zierikzee, die een toren had doen verlangen, grootcr en grootscher dan alle be staande, zou ecliter voor den val komen. De vernedering was nabij Vijf jaren had men reeds aan den toren gewerkt, cn een vierde gedeelte was klaar. Men zou thans aan de twecdo verdieping beginnen. Helaas, de laatste steen was gelegd van dezen to ren. Op een nacht kwam een orkaan over de Schelde naderen, waarop talrijke Zierikzeesche visschers, en andere schepen zich bevonden. Bruisend en brullend wierpen de onstuimige golven zich oo de Zicrikzce- Bche vloot, die totaal vernield werd. De gelieele stad werd in diepen rouw gedompeld. Niet één was er binnen dc muren, die niet een vader, zoon of beminde had te betreuren. Meer dan 500 man nen en jongelingen hadden hun dood in de golven gevonden. En behalve deze mcnsch en levens waren er ook talrijke kostbare schatten verloren gegaan, doordat de volgeladen sche.pen hun lading niet meer in de veilige Zierikzeesche haven konden binnen brengen. Het was alsof Gods liand de trotschc stad tot dee moed wilde brengen. Weg waren ineens alle idealen. Het noodgeschrei steeg ten hemel. Om den toren, waarop zij zich zoo voorgestaan hadden, bekommer de men zich niet meer. Vooral toen de tijding door dc stad liep ,dat ook de Mcolielsche bouwmeester Kel dermans, op weg naar Zierikzee, bij de ramp vcr- dronken was. Zoo bleef de toren tot heden onafgebouwd. Maar nog zwaarder zou Góds bezoekende hand dc Cens zoo hoogmoedige stad treffen. In 1158 brak er een felle brand uit, die een groot dee.i van het Zuidelijkste gedeelte der stad ver woestte. Nauwelijks was er weer een gedeelte opge bouwd, of in 1466 sloeg de bliksem in Zierikzee en weer werd een derde deel der stad door het vuur verteerd. Nu werd ook de fraaie St. Licvenskerk het slachtoffer. Ofschoon de Zierikzeesche poorters de vertwijfe ling nabij waren, zij vatten weer opnieuw moed en gingen weer den St Lieven Monster opbouwen, wat een zeer mooie kerk werd, volgens kroniekschrijvers nog mooier en heerlijker dan de afgebrande. Hadden storm en vuur hun slachtoffers te Zie rikzee in grooten getale gemaakt, een derde vijand deed in 1468, dus twee jaar na den brand, zijn intre de in dc vesting, een vijand, die niet buiten dc poor ten was te houden, n.l. dc pest Bang edagen beleefde de stad on de arme slacht offers vielen bij tientallen. Terwijl de pest in de stad hevig woedde, kreeg T-Tortog Karei van Bourgondié

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 13