n
drie uicuaciieiilevens, ook veel schade aanrichtte.
De inalcrioclc schade werd spoedig hersteld en
nadat eindelijk do En?, lschc regeering ervan over
tuigd was, dat oen Engolsch vliegenier de schade had
aangericht, tastte Engeland diep in de beurs en werd
•de aangerichte schade ruim vergoed, zoodat na de
verschillende uitkeer;ngen er nog f 4800 overbleef.
Een Engclsche firma leverde het carillon, dat nu met
F.ngelsche geld betaald werd.
EngelscJi geld betaald werd.
nemen nu afscheid van dit Stedeke, dat ons
or "ii s' lie steden zoo lief is.
Ieder Nederlander ,dio Zeeland bezoek verzuime
nici Z.erikz te bezoeken. Hij dwale door de Nobel,
Noord en Zuid ..avenpoortcn en zal van dat bezoek
geen berouw hebben
Infe-naiioaale Cfir. Zendi.ii.
II.
Het verbl ,dt mij dat dc gedachte om iets te schrij
ven over de Christelijke internationale Zending in
zulk en goede aarde gevallen is. Zoo dat de redactie
van cl t biad mij verzocht heeft om de andere week
een arti.ad voor deze rubriek te willen leveren.
„Met enkele foto's af en toe er bij". Natuurlijk! Dat
is de eisen van den tijd. Wc doen het gaarne. Ver-
ruime li t onze Zèndingsblik.
We zijn zoo geneigd om ons in kleinen kring op te
sluiten en ook te denken, dat deze kring zoo wat
allcö van het Christendom 19. En toch, de wereld
daar buiten is zoo groot en is zoo mooi. Daar zijn
mooie landen en gruotc mannen en reusachtige za
ken. En daar is nog zooveel van het Koninkrijk Gods
buiten onzen kring; daar zijn kerken waarin nog
voor groote scharen het zuivere Evangelie, zelfs naar
Gcref. belijdenis, verkondigd wordt; waar mannen
en vrouwen met ernst Jezus Christus belijden als
hun Ileere en Zaligmaker, waar moeders haar kin
deren opvoeden in dc vreeze Gods; waar de vaders
hun zonen voorgaan op den weg des levens; waar
ook inzonderheid zulk een grooto liefde en ijver voor
de zending gevonden wordt, dat wij er ons over ver
hazen moeten.
ets daarvan mee te declen, iets daarvan te laten
sien. kan niet anders dan onzen blik verruimen, on
ze ziel verblijden enonzen ijver aanvuren.
Alogen daartoe de artikeltjes van deze rubriek
Strekken.
In hot vorig artikel heb ik, beginnende van
huis uit, bij u geïntroduceerd enkele jonge mannen
en vrouwen van Hoilandsche afkomst en met ons
eenzelfde geloof en belijdenis deelachtig, cfic met
grooten moed en. met een zelfverloochening, waar wij
geen begrip van hebben, het Evangelie van Gods
genade prediken in onderscheidene werelddeelen. Ik
wil thans op die zelfverloochening cenigcn nadruk
leggen.
Ik weet het, ook onze zendelingen op Java hebben
in menig opzicht zichzelf to verloochenen, ik denk
inzonderheid aan lien, die hun kinderen hier ach-
tei ui moeten. Ik wil niets op hun verdiensten af-
dnc.i of hun arbeid verkleinen. Maar toch, zij hebben
n »g vele voorrechten. Onder eigen gouvernement
dat de Zending genegen is, ja, steunt, arbeidende
onder een volk, dat dit gouvernement der zendelin
gen moet erkchncn, hebben ze daarbij eigen taal in
hun omgeving, velen van eigen natie rondom zich,
ze hebben goede woningen, behoorlijk onderhoud, en
w/it dies meer zij.
Maar wat de jonge mannen en vrouwen aangaat,
die ik Lu mijn \orig artikel bij u introduceerde, en
ik denk hierbij vooral aan die in Afrika, ik heb u
laten zien wal wilde omgeving de hunne isl Ver van
iemand die hun eigen taal spreekt, onder vreemd
gouvernement (Belgisch en Fransch), dat niet altijd
de Zending genegen is. Met primitieve middelen,
moeien ze tevreden zijn. Eon hunner vertelde mij,
hoe hij zelf zijn eigen huis had moeten bouwen, de
inboorlingen had moeten leeren stecncn te bakken
en hoe j.c te leggen om de miycn van zijn huis op te
trekken. Ze moesten voor zes jaren voedsel in blik
meenemen, zoo. ook voor dien tijd kleeren, gereed-
echappen enz. Verder moeten zij (die in Afrika)
ik zeg niet dat dit goed is, de Schrift leert iets an
ders voor een groot deel in hun verloftijd hun
eigen salaris laat ik liever zeggen het geld be-
noodigd voor hun onderhoud, voor die periode van
zes jaren in Amerika bij elkaar oollcctecrcn.
Dc Zending waarvan zij uitgaan, de Africa Inland
Mission, geeft ze een terrein en wat hulp en zendt
zo vorder, zpo het heet, „in liet geloof uit". Dat wil
UUUfiN NOOIIDEWIEU.
zeggen, dat ze zelf de middelen moeten zoeken, waar
door God ze dien tijd onderhouden wil. onder-
schcidcncn hebben een gezin. En nemen dat mee
Zi;.VOELING Ij. J. BUYZE EN GEZIN.
en moeten ook daarvoor zorgen. En gaan dan zoo
naar die binnenlanden van Afrika, naar die afgele
gen posten, zes weken rcizens van hier, onder die
nog met wilde dieren bevolkte streken, en winnen
daar negerstammen voor Ghristus. Zo helpen hen li
chamelijk met medicijn en maatschappelijk door on
derwijs en opvoeding, en brengen zoo door en onder
alles den Christus en hen tot Christus. En ze gaan
er heen met blijdschap.
Zoo staat het met Johanna Vecnstra, dc schrijfster
van het boek „Een blanke Vrouw onder de kani-
balen". Zoo met de zachte en vriendelijke Helen
Noordewier, wier portret we hier geven, dio meer
in het Oosten is, in den Franschen Soedan, zoo met
J. G. Buyzc, die zijn jonge vrouw, ook een zendelinge,
en het eerste kindje, bij de geboorte van dat kind,
tegelijk zag sterven en met eigen hand een kist
moest maken en ze begraven.
Zoo is het met zijn broeder L. J. Ruyze, die reeds
zes jaren gezegenden arbeid in Afrika heeft ver
richt, en nu van een jaar verlof in Amerika weer
op zijn reis is naar zijn post. Zijn vrouw is ook een
zendelinge. Zie dat lieve gezin op de foto, de kinde
ren gaan mee naar het hart van Afrika
Zoo is hot met al dc zendelingen, die aldus voor
de „Africa Inland Mission" in Afrika worken. On
der hen is ook Miss Christine Ruigendijk, een ver
pleegster, lidmate van de Geref. Kerk van
Delft, die met een onweerstaanbare liefde voor dc
zending bezield, toen haar weg om naar ons Indië
te gaan toegesloten was (ik denk dat ze was afge
keurd om het klimaat) naar oLnden ging, en daar, na
drie-jarige voorbereiding, uitgezonden werd voor de
„Africa Inland Mission"*) Ze is gehuwd met Rev.
Stuart Cole, ook een zendeling aldaar.
Dan is daar nog zendeling Van Dusen, die des
nachts een zacht rumoer in zijn huis hoorde, en
dacht dat het de kat was, om des morgens te ont
dekken dat het een luipaard was, voor wiens doode-
lijke sprong hij als door een wonder bewaard werd.
Dan is cr Miss Harriet Scholten .uit Holland Mich,
nu gereed om uitgezonden te worden. Allen van Hoi
landsche afkomst Niet te vergeten ook Rev. Bier
man, die verleden jaar ook na een kort huwelijk,
pas aangekomen, zijn jonge vrouw in Afrika's zand
moest begraven.
En dit zijn alle jonge mannen en vrouwen, die in
Amerika schier in elk opzicht een schitterende toe
komst hadden! Inderdaad een liefde voor Christus
en een zelfverloochening, waar ik moer dan eens
met bewondering tegén op heb gezien.
Dr. J. VAN LONKHUYZEN.
De president van de „Africa Inland Mission"
is Dr. F. W. Piiilpott, onder ons volk eijn bekende
naam. De zendingsverccniging heeft linar hoofd
kwartier in Londen, maar is ook evenzeer, zoo niet
meer, vertakt in Amerika. Ze is „intcrdenominatioal"
(niet kerkelijk).
GEBROKEN GELUK
„Omdat jullie me altijd zooveel vriendelijkheid
betoont en huis en hart steeds voor me openzet, zal
ik je wat van vroeger vertellen."
Rustig beheersoht klonk de stem van Leo Ver
straete door de tot intimiteit stemmende salon van
z'n vriend Bekink. Diep weggedoken zaten ze, Henk
Bekink, z'n vrouw en Leo, ieder in een club-fauteuil.
Slechts de monotone tik van het Westminster-
uurwerk verbrak de stilte.
De groote schemerlamp verspreidde een warm,
prettig licht en de ouderwetsche petroleumlnmp,
omgewerkt tot een electrische, glansde idyllisch in
den hoek op een klein tafeltje. Als er buiten een
auto voorbijsnordo, trilden de mooie chrysanten,
die fijn gerangschikt stonden in een luxe vuns.
Met de hand onder het hoofd keek Leo Verstraete
strak voor zich uit Beelden uit het verleden doem
den langzaam op voor z'n geestesoog.
Noch Henk Bekink, nóch z'n vrouw, durfden na
het gezegde v©n hun vriend de stilte verbreken. Ze
voelden, hun vriend zou hen een blik laten slaan
in z'n levensboek, dat, naar ze meenden te weten,
menige tragische bladzijde bevatte.
„Ik kom", zoo Zei opeens Verstraete, „reeds ge-
ruimen tijd hier, terwijl jullie niet eens, precies
weet, wie ik ben cn waar ik eigenlijk vandaan kom.
'k Zou jullie wel eerder iets verteld hebben, maar
't is niet altijd even gemakkelijk om over jezelf te
praten, temeer niet, als het droeve dingen zijn."
„Ik las eens ergens: „Een ieder heeft een hitter
leed, dat niemand kent, waarvan hij nooit door
klacht of zucht, 't gelieimnis schendt."
Zoo is 't ongeveer hij mij. Maar toch, jullie harte
lijke vriendschap heeft bij mij het verlangen opge
wekt je iets te laten zien van den eenzame, die zoo
graag in jullie prettig „home" vertoeft."
Even viel de stilte weer in.
De donkere oogen van Verstraete zagen droef als
in verre verten.
Drie schaduwen teekende zich donker af tegen
den grond.
,.'t Is", vervolgde Verstraete ineens en z'n slem
klonk niet meer zoo kalm beheersebt ,,'t is onge
veer vijftien jaar geleden, dat ik kennis maakte
met een teer klein meisje, dat mij bijzonder aan
trok.
Haar rustige doen, haar vriendelijke oogopslag cn
haar golvend, goud-blond haar, brachten mij der
mate onder hekoring, dat ik steeds weer haar gezel
schap zocht.
Mijn familieleden mankten me met verholen spot
duidelijk, dat het kind puriteinsch was opgevoed
en naar streng orthodoxe leven ondanks alles
wenschte door te zetten.
Niettemin, we verloofden.
Die eerste tijd was heerlijk. Dat teere kind te
mogon koesteren en haar reine liefde om me heen
te voelen was eCn genot Mijn eerbiediging voor
haar orthodoxe gevoelens en mijn neiging om daar
in aan liaur zijde te staan, maakten haar dankbaar.
Onze groote liefde zou immers die verschillen op
heffen r
Niet onduidelijk liet ik mijn familieleden voelen
dat d» kleine Gró niet was, zooals zij haar geschil
derd hadden. Haar geloof was een benijdenswaardig
kinderlijk geloof, zonder zwoein van fanatisme of
farizeïsme.
Wat konden we heerlijk met elkaar praten over
godsdienstige kwesties. Voorzichtig vertelde ik
haar dan, dat ik altijd meende dut do godsdienst
uit niets anders d«n illusies bestond. Maar telkens
weer deed ze haar best mij de reëole waarde van
den godsdienst te doen zien.
Deze gesprekken deden aun onze liefde geen af
breuk, maar brachten ons eer dichter bij elkaar.
Na een paar jaar trouwden we. Op haar verzoek
maakten we daar geen buitengewone drukte van.
Dut was ook niet noodig, want ik had het gevoel,
dat onze reine, harmonische liefde, door allerlei
ibruiloftsdroktc zou worden gcluxvcnd.
Het leek in die dagen en in het eerste huwelijks
jaar, of we beiden voor het geluk geschapen waren.
Maar toen kwam de débacle.
Een kleine wereldburger deed z'n intrede. Wat
hadden we dien dag met spanning en met verlan
gen tegemoet gezien.
'j'*"{ocn begon het.... Na een ontzettend
lijden overleed m'n kleine vrouw en het kindje met
haar.
Samen werden ze begraven
Wat ik in dio dagen heb doorgemaakt is moeilijk
te beschrijven. De omgeving waarin we samen had
den geleefd werd me te zwaar. Ik solliciteerde en
werd hier benoemd als conrector aan het gym
nasium. Ik nam de benoeming aan en leef nu zoo
als jullie mo kent.
Een ellendige tijd heb ik doorgemaakt cn nog is
do strijd niet gestreden. Een strikt geloovi?e
ben ik nooit geweest cn door deze ontzettende ge
beurtenis was m'n gnnsche ziel in opstand gekomen.
Van m'n strijd en van m'n verdriet zal ik maar
zwijgen. Dat laat zich beter aanvoelen dan ver
tellen.
In den laatsten tijd ben ik rustiger geworden.
Vooral door den omgang met Jullie. Maar toch do
mineert bij rnij nog steeds de vraug: „Waarom dat
alles'? Waarom moest ons groote geluk zoo wreed
gebroken worden?"
Ik zoek daarop een antwoord en ik hoop het t«
vinden."
Leo Verstraete «weeg. Stil staarde hij naar den
grond.
Het deftig Westminster-uurwerk speelde elf uur..
Leo zag z'n vriend cn diens vrouw aan
„llenk, Betty, jullie weet nu m'n leed. Help me
het dragen en help me een antwoord vinden op
deze levensvragen".
Beiden stonden ze op en drukten hun vriend zwij
gend de hand.
Even later liep Leo in de koele avondlucht.
De hocge peppels aan den singel ruischtcn cn
zongen hun avondlied
In het grooto huis aan den singel knielden een
man en een vrouw cn baden voor hun vriend
W. A. J. D.
CORRESPONDENTIE.
N. N. Waarom mogen wij uw naam niet weten?
't Is ons steeds een genoegen over een werkelijk of
vermeend bezwaar met onze lezers van gedachten to
wisselen. We kunnen nu, hoe graag we 't ook zouden
doen, u onze bezwaren over uw bezwaar niet mee
deden. Intusschcn dank voor uw zeer vriendelijk
schrijven. Aan een melodie voor 't vers van Ds. Huet
kunnen we u niet helpen. Dat zal ook moeilijk gaan,
want de rogcis der twee coupletten zijn niet gelijk.
Aan vele Inzenders. Steeds ontvangen we voor ons
Zondagsbald veel copie. Dat stellen we op prijs. Maar
de geachte schrijvers en dichters moeten niet denken,
dat wat bede.n ingezonden wordt, volgende week in
't Zondagsblad verschijnt Wc kunnen heusch niet
alles direct lezen. Men troostc zich den eersten tijd
met de oude waarheid: wat in 't vat is verzuurt niet
Anders laten we wel iets van ons hooren.
OOK 'N METHODE.
Bij een juwelierpfirma te Hamburg werd een in
braak gepleegd cn'voor een waarde van 26.000 Mark
ontvreemd.
De firma plaatste nu de volgende advertentie:
„Wij fclicitoercn de hoeren inbrekers met hun suc
ces. Wij zouden de waren gaarne van hen zelf te-
rugkoopen en wij betalen hen meer, dan zij van wel
ke andere «ijdc ook kunnen ontvangen. Stelt u een
neutrale plaats vast. Wij staan er met onzen naam
borg voor, dat wij u niet aan do politie zullen uit
leveren".
Uit Zierikzee's Historieblaan.
EEN ROODDAKIGE SPROOKJESSTAD.
Door A. M. W e s s c 1 s.
Een van de mooiste hoekjes van Zlerikzee.
De Hertog deinsde echter terug, toen hij van de
pest hoorde, maar toch wilde hij gehuldigd worden.
Kon het niet in dc stad ,dan er maar buiten en de
gezonde poorters trokken naar den dijk van Borre-
dumme om den Hertog hun hulde te brengen.
Inmiddels steeg de nood hoog. Dc rijkdom van de
stad veranderde in armoede. De bloei nam af cn
niemand dacht meer aan den mooicn toren. De bur
gers hadden al hun aandacht noodig voor de vraag
hoe komen wij door het leven van zorg en kommer.
Het was dan ook geen wonder, dat weer 4 jaren
later, in .1474 een formeel oproer uitbrak. De poorters
kregen bezoek van heer Jacob Jans uit Middelburg
en Michiel van Cattendijke, een Baljuw. Deze kwa
men naar de stad om eenige nieuwe tollen en accijn-
sen op te leggen.
Dit was de zwaarbeproefde bevolking te veel. Zoo-
voel rampen en armoede had men geleden en nu nog
dezo geldafpersing. Onmogelijk, dat kon niet Men
drong op deze afgezanten aan en het lyocdcnde volk
sloeg hen eenvoudig dood.
Dat zulk een moord niet straffeloos kon blijven,
spreekt vanzelf en een bangen dag doorleefde Zierik-
zce, toen hertog Karei de Stoute daarheen trok op
30 Januari 1473, om de schuldigen te straffen.
Na deze bewogen dagen scheen het, alsof de stad
weer zou opbloeien. De zoutnering nam weer gewel
dig toe, zoodat men pakhuizen te kort kwam, doch
het was tijdelijk.
In 1492 was het weer een zwarte dag voor de poor
ters. Thans kwam de hertog van Saksen om de stad
te straffen voor het feit, dat de inwoners mond- en
krijgsbelineftcn hadden aangevoerd voor dc Hock-
schen in Sluis.
Dc jaren gingen voorbij, maar aan den toren dacht
niemand meer
En nog was het niet genoeg voor de arme stad.
Wederom deo.d (in 1515 en 151S) de pest zijn intrede,
die veel slachtoffers maakte, terwijl in 1525 weel
een zware brand uitbrak, die ontzaglijk veol ver
woesting aanrichtte.
Zou er dan nooit een einde aan de rampen komen?
Een feit, dat aan vroegere glorie herinnerde, viel
in 1523 voor. Schipper Mulok van Zicriki'ee kwam,
na anderhalf jaar spoorloos verdwenen en doodgeacht
te zijn, dc haven binnen varen met een mooie lading
goederen. Hij was naar kaap Verdi geweest, waar
nog nooit een Zierikzeesche schipper geweest was en
bracht iets nieuws voor de poorters, nl. kalkoenen
Deoe blijde dag werd echter door vele donkere
dagen gevolgd.
In 1530 vloeide ook in Zierikzee het bloed der
martelaren. Ook hier werd getracht de Hervorming
in bloed te smoren.
Do beul had veel werk en de verbanningen waren
niet van de lucht. Doch ook hier bleek het bloed der
martelaren het zaad der kerk te zijn. In Juli 1566
bad de eerste openbare Hervormde godsdienstoefening
plaats. Het Minderbroederklooster werd in Januari
1567 omvergehaald.
In dien tijd ontstond or een groote duurte in Zie
rikzee, ja zelfs was er hongersnood. Er was bijna
geen brood te krijgen, doch een boer uit Duivoland
wist op een keer met list een zending brood uit de
stad te betrokken.
Hij nam een doodkist, kocht zooveel mogelijk brood
op tot zeer hoogen prijs en borg dat daarin. Na de
kist dichtgemaakt tc hebben, reed hij naar dc poort
en verzocht verlof een overleden vriend in Duivelarwl
tc mogen begraven. Hij werd geloofd en dc brood-
doodkist kwam veilig buiten de stad, welker poorten
zwaar gesloten bleven, opdat er toeli geen ons brood
buiten dc stad zou komen.
In dit artikel zal ik den strijd van Oranje om Zie
rikzee niet behandelen. Het is oen schoone bladzijde
uit onze Zecuwsche geschiedenis en verdient aparte
behandeling.
In 1594 begon men aan het graven der haven on
het trokken van Duiveland aan Schouwen. In 1653
werden 49 visscherssohcpen door de Engelschcn ge
nomen. Op 11 Juli 1672 wa3 er een geweldig oproer,
evenals het jaar 1747 en 5 Februari 1795 daarvan
getuige was.
Ook de gevangenneming van den rechter Willem
Adriaan de Jonge, op SL Nieolaasdag, 5 Doe. 1813, gaf
veol stof tot rumoer.
24 Augustus 1801 zonk het Oost-havenhoofd weg. In
1804 had de strijd van de luitenants Olyve en Vcls-
berg tégen Engelsche kruisers plaats.
Evenals het andere deel van Zeetand, dee'do ook
Zicrikuoe in den watervloed van Ï5 Januari 1808.
Dc Eik^elschcn Wzctten de stad op 31 Juli 1809. Op
7 December 1813 trokken de Franschcn af en den
anderen dag, 8 December, werd de vrijheid hersteld.
Uit deze enkele grepen «iet men, welk een rijk»
historie Zierikzee bezit
En de St. Lieven Monstertorcn zult gij vragen? Hon
ging het met de sohepping van Keldermans?
Er was geen sprake van om den toren af te bou
wen. Daarom bepaalde men cr zich toe om alleen dn
eerste verdieping af te m&kcn, wat waarschijnlijk
onder toezicht van een nazaat van Kaldermans ge
beurde. Althans in 1529 werd aan een izekeren Kelder*
mans het opzicht op de afwerking toevertrouwd.
Na enkele jaren was het werk nu in zoover re vol
tooid, dat de klokken naar boven gebracht konden
worden. De oudste der zeven klokken was nog ouder
dan de toren zelf. Zij was in 1411 gegoten en droeg
den naam van Livinus. Zij droeg in 't Latijn dit
opschrift: „Ik loof den waren Godt Ik roep het volk
te saam! Ik vergader de geestelijkheid en beklaag
ilo dooden! Ik verdrijf dc peet en geef luister aan de
feesten! Mijn naam is Livinus 1411".
Maar ach, niemand bekommorde zioh om de stecnea
klomp.
Eeuwen vergingen en het schoone bouwwerk ge
raakte in verval. En- van herstel was geen sprake,
want de eertijds rijke stad was arm geworden.
De z.g.n. contrcforten aan de Westzijde waren ia
1815 zoo slecht, dat het beslist gevaarlijk was do Mon
stertoren tc naderen. Een schutting moest worden ge
zet om de bewoners op een afstand tc houden.
Dat Eulk een toestand niet kon worden bestendigd
spreekt vanzelf. Maar de stad «elf kon niets doen; zij
was te arm.
In 1S3S gaf het rijk steun en word de toren wat
„opgeknapt". Doch dit was niet voldoende.
Daarom zag dc Raad van Zierikzee zich voor de
keuze gesteld óf don toren tot een ruïne te latcu
worden óf tot afbraak te besluiten. Een andere uit
weg zag men niet.
Toen heeft de Rijksgebouwendienst zich over het
monument ontfermd. Gelukkig voor do stad, want zij
zou haar kwarttoren, die «oovcel lief en leed heeft
meegemaakt niet gaarne willen missen. Ziorikzeo
zonder de Lieven Monstertorcn zou niets zijn. De
zandsteen bekleeding werd vernieuwd, de basementen,
fleurons, chrochets en andore versieringen werden
hersteld, zoodat de bewoners een indruk konden krij
gen van de oorspronkelijke schoonheid van Keldcr-
inan's schepping.
Thans beeft men vanaf bet plateau een schitterend
uitzicht over Schouwen en dc Schelde cn de veelbe
wogen stad ecIvc.
Iïet izou een groote leemte zijn deze historische
beschouwing te besluiten, zonder nog even iets van
het fraaie stadhuis der romantische stad te vertellen.
Men zal ver in Nederland moeten zoeken, wil men
zoo iets unieks vinden. Weer een geheel ander genre
als b.v. in Tholcn, Veen; of Middelburg. Is hét be
trekkelijk buiten eenvoudig, inwendig is bet vooral
rijk bewerkt.
Op de eerste verdieping van het stadhuis bevindt
zich de groote zaal, mort een schepenbank en plafond
van 1775. Mooi zijn ook de schoorsteenstukken in do
Raadszaal, geschilderd door den Antwerpenaar
Geeraert in de 1.8de eeuw.
Dc in 1661 gebouwde Burgemeesterskamer heeft een
rijk bewerkten schoorsteen van 1673, versierd met do
wapens der heerlijkheid en plaatsen van het oiland
Schouwen.
De glorie van het stadhuis is echter de schitterend©
toren.
Dit is in één woord een kunststuk. Tot voor enkelo
jaren hesfond «ijn beiaard uit 13 klok-ken, doch na
gedurende een periode van 400 jaar liet wel cn wee
over de stad te hebben uitgegalmd, is cr een nieuwo
beiaard in geplaatst
De oude klokken waren gegoten door den bekenden
iniddeleeuw.schen klokkegieter Pecfer van den Ghcin,
maar na vier eeuwen waren haar klanken verre van
welluidend.
Wat nu te doen, want uit den aard der zaak was
dc verniguwing van carillon een dure geschiedenis.
Doch er was een uitkomst.
In Zierikzee was een comité, nl. een Bommen com it 6.
Men stelle zich gerust, 't was vrij van alle com
munistische tendonzen.
Dit bommencomitó was opgericht na den schrik-
nacht van 29 op 30 April 1917, toen een Engclsrh
vliegenier, die verdwaald was, eenige bommen op bet
in zoete rust verzonken stedeke wierp, en bclialv®
(Zie vervclg bladtfjde 22).
Gezicht op het Raadhuis van Zierikzee.
bet plan in zijn hoofd om Ziorikzeo te gaan bezoe
ken, en zich door de poorters te laten huldigen, wier
gemoedstoestand allesbehalve voor het ontvaage»
van vorstelijk bezoek gestemd was.
II.
Met vereende krachten trok men onder leiding van
Keldcrmans aan den arbeid. De palen, die den reus
der torens zouden dragen, werden ingeslagen en de
zware fundamenten gelogd. Hiermede was men in
'1454 gereed, want aan den voet van den toren leest
men „Deze torre is Ao 1454 gefondert".
Dat de vloot van Zierikzee ook het hare aan den
bouw moest bijdragen, spreekt vanzelf. Schepen
werden uitgezonden om de benoodigde bouwstoffen
van hout en steen aan te voeren en zoo naderde de
eerste verdieping reeds haar voltooiing cn rustte het
oog van de verheugde poorters en vreemdelingen, die
in Zierikzee kwamen, vol bewondering op het gewel
dige gevaarte.
Het was een gezellige aanblik de nijvere houwers
bezig te zien. De bouwsom was geen bezwaar
94000 was er voor uitgetrokken en dat was heusch
niet weinig als men de geldwaarde van vroeger in
aanmerking neemt De loonlijst, als ik het zoo noe
men mag, gaf aan, dat een „hoed" kalk 5 grooten
kostte cn de opperbaas der metselaars verdiende drie
grooten per dag cn een opperman een braspenning.
Do hoogmoed van Zierikzee, die een toren had
doen verlangen, grootcr en grootscher dan alle be
staande, zou ecliter voor den val komen.
De vernedering was nabij
Vijf jaren had men reeds aan den toren gewerkt,
cn een vierde gedeelte was klaar. Men zou thans aan
de twecdo verdieping beginnen.
Helaas, de laatste steen was gelegd van dezen to
ren.
Op een nacht kwam een orkaan over de Schelde
naderen, waarop talrijke Zierikzeesche visschers, en
andere schepen zich bevonden. Bruisend en brullend
wierpen de onstuimige golven zich oo de Zicrikzce-
Bche vloot, die totaal vernield werd.
De gelieele stad werd in diepen rouw gedompeld.
Niet één was er binnen dc muren, die niet een vader,
zoon of beminde had te betreuren. Meer dan 500 man
nen en jongelingen hadden hun dood in de golven
gevonden. En behalve deze mcnsch en levens waren
er ook talrijke kostbare schatten verloren gegaan,
doordat de volgeladen sche.pen hun lading niet meer
in de veilige Zierikzeesche haven konden binnen
brengen.
Het was alsof Gods liand de trotschc stad tot dee
moed wilde brengen. Weg waren ineens alle idealen.
Het noodgeschrei steeg ten hemel. Om den toren,
waarop zij zich zoo voorgestaan hadden, bekommer
de men zich niet meer. Vooral toen de tijding door dc
stad liep ,dat ook de Mcolielsche bouwmeester Kel
dermans, op weg naar Zierikzee, bij de ramp vcr-
dronken was.
Zoo bleef de toren tot heden onafgebouwd.
Maar nog zwaarder zou Góds bezoekende hand dc
Cens zoo hoogmoedige stad treffen.
In 1158 brak er een felle brand uit, die een groot
dee.i van het Zuidelijkste gedeelte der stad ver
woestte. Nauwelijks was er weer een gedeelte opge
bouwd, of in 1466 sloeg de bliksem in Zierikzee en
weer werd een derde deel der stad door het vuur
verteerd. Nu werd ook de fraaie St. Licvenskerk het
slachtoffer.
Ofschoon de Zierikzeesche poorters de vertwijfe
ling nabij waren, zij vatten weer opnieuw moed en
gingen weer den St Lieven Monster opbouwen, wat
een zeer mooie kerk werd, volgens kroniekschrijvers
nog mooier en heerlijker dan de afgebrande.
Hadden storm en vuur hun slachtoffers te Zie
rikzee in grooten getale gemaakt, een derde vijand
deed in 1468, dus twee jaar na den brand, zijn intre
de in dc vesting, een vijand, die niet buiten dc poor
ten was te houden, n.l. dc pest
Bang edagen beleefde de stad on de arme slacht
offers vielen bij tientallen. Terwijl de pest in de stad
hevig woedde, kreeg T-Tortog Karei van Bourgondié