ï's is de beste KOFFIE
Radio Nieuws.
Leger en Vloot.
SAMBO EN JOCKO
DIE ZIJN LEVEN VERLIEST
WOENSDAG 15 JANUARI 1930
DERDE BLAD PAG. 9
BULGAARSCH LICHT OP
ENKELE BIJBELPLAATSEN*)
ANTIEKE VRIENDSCHAPS-
GEBRUIKEN
■BET LAM OP 'T FEEST FAN ST. GEORGE
Bijgeloof van ouden oorsprong
11 (Slot).
In de beide boeken van Samuël komen op
Versehilcndc plaatsen verhalen voor, en ook
een klaagzang, waaruit ten duidelijkste
blijkt, dat er
hebben bestaan tusschen David en Jonathan,
welke zelfs nawerkten na den dood van
eerstgenoemde.
Ze zijn te vinden 1 Sam. 18 3 en 4; 20 8
tot 17 en 42; en in 23 15 tot 18, alsook in
2 Sam. 1 17 tot 27; 9 1 v., vgl. 4 4; en
21 7.
Bij hot lezen en vergelijken van deze texten
bemerkt men ter dege, dat die vriendschap
tusschen deze beide .iongc mannen, die
eigenlijk naar de wereldsche moraal elkan
ders gezworen vijanden moesten zijn, niet
vergeleken kan en mag worden met gewone
mensrbeliike vriendschap, die dikwijls, en
dan meestal uit zelfzuchtige oorzaken, of
d;-c mi n z h in elkander vergist heeft, eer
der ve.nl)rok en dan gesloten wordt, en soms
zelfs in blakende vijandschap verandert.
Zooals eens een Hollandsch dichter zong:
De liefde tusschen David en Jonathan
echter was gegrond in beider persoonlijke
liefde Jegens God en jegens hun volk Israël,
als uitverkoren verbondsvolk, en daarom ge
speend aan eigen zin en wil; gegrond ook
in wederkeerige liefdé: liefde van Jonathan
jegens David, zeker ook wegens diens karak-
terhoedanighëden en heldenmoed dewijl
hij hem liefhad als zijne ziel", en: „want
hij bad hem lief met de liefde zijner ziel"
welke liefde door David met gelijke liefde
werd beantwoord; gegrond niet minder in
beider inzicht in de bijzondere leidingen des
Heeren met Saul en David; zij werd boven
dien onder plechtige eedzwering gesloten als
een onverbrekelijk verbond, zoowel voor
hen zei ven als voor hunne nakomelingen,
waarbij zij samen wel tusschen de stukken
der geslachte beesten zullen zijn doorgegaan,
vgl. Gen. 15 8 v.; zij werd voorts bevestigd
door het ten geschenke geven van Jonathans
zijde van zijn geheele wapenrusting aan
Davirl, waarbij echter niet blijkt, dat dit ook
van Davids kant gedaan is, zooals we zulks
wel eens bij sommige volken der oudheid
lezen.
Wat David, toen hij aan de regeering
gekomen was, aan Mefiboseth, den zoon
van Jonathan deed, dien hij in zijn paleis
opnam, was dan ook strikt genomen geen
verdienste, doch uitvloeisel van den heili
gen plicht, in de verbondmatige vriend-
Bphapssluóiting wortelend. Zij 'die dus, gelijk
Zelfs uit'gedrukte predikaties blijkt, 2 Sam.
p x- ettelijken, waarbij David don Hecre
voorstelt, en Mefiboseth, den begenadigden
zondaar, hebben dus niets van de vorbonds-
handeling tusschen David en Jonathan be
grepen, en doen de Sohrift geweld aan.
Men kan zulks inlegkunde, in plaats van
uitlegkunde noemen.
Het sluiten van dezen vriendschapsbond
legde den beiden bondgenooten den heiligen
plicht op om elkander in alle dingen,, ook
lis het moest door het opofferen van eigen
ter zijde te staan; reden, waarom we
telkens lezen, dat Jonathan zijn zwager
■keurig inlicht aangaande de plannen
zijns vaders, en hem goeden raad geeft in
zijne zoo moeilijke levensomstandigheden.
Dit voorbeeld van volkomen zelfverlooche
nende liefde, vooral van den kant van Jo
nathan, die naar recht en rede kroonprins
was, en dus de aangewezen troonopvolger,
doch zijn troon en scepter aan Davids voeten
nedcrlcgde met de betuiging: „gij zult ko
ning worden over Israël, en ik zal de tweede
bij u zijn", wordt verduidelijkt door wat niet
zelden in Bulgarije en in andere Oostersche
landen plaats grijpt, vooral in bange tijden,
als oorlog, hongersnood enz.
Er bestaan
De eene, de meer voorbijgaande, maar waar
uit zich zeer dikwijls de onlosmakelijke
vriendschap ontwikkelt, wordt meestal op
nationale of kerkelijke feestdagen, in het bij-
zonder op Paschen, en steeds op de graven
van familieleden of vrienden, gesloten. Ze
ZUID-TYROL ONDER
FASCISTISCH BEWIND
is echter dn geen geval bindend voor het
leven, en wordt soms, b.v. ten gevolge van
het aangaan van een huwelijk of verhuizen,
vanzelf te niet gedaan, althans losser.
De andore, de blijvende, kan evenwel niet
gesloten worden zonder de toestemming der
kerk en hare sanctie, nadat door de pries
ters de gronden, waarop zulk een vriend
schap rusten zal, naarstig zijn onderzocht,
omdat het zoowel de beide bondelingen als
hunne familie, ook na hun dood betreft
Op een bepaalden dag, ook meestal een
kerkelijke hoogtijd, en dan in het bijzonder
op het Opstandingsfeest, komen de beide
mannen met hunne naaste familieleden naar
de kerk. In de zeer oude, nog
is er het volgende over bepaald, hetgeen ik
hier letterlijk overschrijf: „Wanneer twee
mannon zich tot een vriendschapsband voor
het leven willen verbinden, moeten zij voor
het altaar treden; zij zullen dan een kaars
in de linkerhand nemen, en do rechterhand
leggen op het opengeslagen evangelie. Daar
op zweren zij elkander trouw tot den dood,
waarin de priester, die hun bond in den
naam van den heiligen Sergius inzegent,
hun het heilig sacrament uitdeelt".
De Ibóde vrienden, die meestal ongeveer
van denzelfden leeftijd zijn, helpen elkan-
dier nu voortaan in alle mogelijke opzichten:
zij zijn als het ware volkomen één gewor
den. In oorlogstijd worden zij in het leger
naast elkander ingedeeld, en nimmer zal
de een den ander in den steek laten, al zou
het zelfs naar alle berekening zijn eigen
leven kosten, door hem b.v., als hij gewond
Is, uit de vuurlinie te halen, enz. Sterft of
sneuvelt een van beiden, dan es de ander
verplicht diens huisgezin te verzorgen, enz.
Ik heb persoonlijk tal van staaltjes gehoord
van zelfopoffering, die haast ongelooflijk
schijnen, en waarvan een romanschrijver
gaarne gebruik zou maken om ze in een of
andor verhaal te lassen, juist omdat ze
waar zijn.
Deze
oude Bulgaarsche zede,
die ook bij de Kelten werd aangetroffen,
deel ik om tweeërlei reden mede.
De woordvoerders van het Deïsme, dat als
het. eem g ware kenmerk der echte religie de
verdraagzaamhefd predikt, maar die zeiven,
als b.v. Lessing, o.a. in zijn „Nathan de Wij
ze", de onverdraagzaamste zijn en den wa
ren godsdienst in een verachtelijk en be
spottelijk daglicht stellen, beweren, dat zij
in het Oude Testament geen enkele aanwij
zing hebben kunnen vinden van wat op
liefde, vriendschap en verdraagzaaenhe d
gelijkt, bewijs, dat zij de verbondmatige, op
liefde gegronde vriendschap van David en
Jonathan niet hebben gekend en door
schouwd, en nog minder oog hebben gehad
voor de bijzondere genade, in Jonathan ver
heerlijkt, om zonder zweem
DE BOTSING TUSSCHEN
DUITSCH EN ITALIAANSCH
FASCISTISCHE DWANGMAATREGE
LEN DIE VERBITTERING WEKKEN
Politieke voorzichtigheid, die op de
veiligheidsklep gaat zittenl
Wie is er, die niet op eendgerlel wijze ken
nis maakte met het schoone land van Zuid-
Tyrol! Velen mochten het op hun reizen
naar Oostenrijk en Italië van nabij leeren
kennen. Anderen lazen er over, bewonder
den in de illustraties fotografieën der im
posante Dolomiten, en van de liederen uit
clen Liederschatz is zeker het lied van
Andreas Hofer geen onbekende. Uit
het land van Andreas Hofcr
wil ik u iets vertellen, opdat bekend zal
worden hoe het den laatsten tijd geknecht
wordt onder het fascisme. Inderdaad is dit
niet te kras uitgedrukt, want indien er één
volk op den aardbodem is, dat na den
oorlog gewilliger het juk getorst heeft dat
hen op de schouders werd gelegd, dan
het zeker wel het Tyroler volk.
De Tyroler is een bergbewoner. Hij leeft
in hoofdzaak van zijn wijngaarden, is
goeiig en vlijtig mensch en zooals de
meeste bergvolken goed en oprecht van
aard, leefde het reeds onder Oostenrijk als
eon vrij en frank volk met zijn eigene ze
den en gewoonten, zoodat men ook met
recht had gesproken van den Tyroler en
zijn land.
In dat land mag de Tyroler nu zelfs zij:
eigen liederen niet meer zingen. Het Lied
„Zu Mantua in Banden, der treue Hofer
war" en het
Is er iets afschuwelijkers denkbaar, dan
dat het eigen lied, dat moeder bij de
wieg reeds geneuried heeft, dat van school
en ouderhuis in de herinnering is gebleven
en op nationale feestdagen gezongen is,
niet meer gebruikt mag worden? Men voelt,
dat dit niet goed is, dat er een snaar die
vroeger zoo teer kon trillen, is stuk ge
sprongen I
Ik herinner mij nog, met welk een élan
wij, Hollanders, reizende op dc P. C. Hooft
in Januari naar het vaderland, de laatste
avonden in Genua zongen: „Waar de
blanke top der duinen schittert in den
zonnegloed". Dan voelt men iets stroomen
door het bloed, dat niet weer te geven is.
geslacht, en wel zoo. dat het bloed tegen
aarzeling j den versdh gewitten muur aanspatten kan.
het wondergetal bij de menschen. hun too- waarna het opgevangen bloed gestreken
«vergetal, No. 1, te passeeren, en zich met i wordt od de voorhoofden der kinderen, en
de tweede plaats te vergenoegen, terwijl de I vooral op den bovendorpel en de beide zii-
cerste zijn recht was posten der deur. De kerkklokken worden
En de tweede reden is deze: op grond van dan geluid, en in optocht gaan de verschil
de waarlijk sterke uitdrukk ngen van Jona-1 lende huisgezinnen naar het kerkplein,
than s liefde voor David, boven reeds aan- waar de gebraden lammeren door hen, d"*>
geduid, en die van Davids liefde voor Jona- tot de parochie behooren, op tafels worden
than, uitgedrukt in de woorden van zun gezet, waar iedere familie eijn eigen lam
klaagzang: „gij waart mij zeer liefelijk, uwe opeet.
liefde was mij wonderlijker dan liefde der; F.r zijn nog vele andere gebruiken bij,
vrouwen!" durven de Homo-sexueelen, i waarbij ook nog al verschil is waar te ne-
zelfs 'in wetenschappelijke geschriften hun- j men naar die streek, waar de feesten ge
ne perverse zonden 'verdedigen en aanprij- j vierd worden, die alle wijzen op het ontzet
zen. En veel meer dan men helaas in oruzentend bijgeloof, dat in Oost-Europa heersohu
kring vermoed en weet, worden deze ge- maar bovengenoemde werpen toch, ook in
schiedenis en andere uit den Bijbel, uitge- j hun verbasterden vorm, een verrassend licht
buit, ook vooral onder de jeugd, om ze zelfs "'nf KS!
op Schriftuurlijke gronden te sanclioneeren
Een andere ceremonie der Bulgaren
die op hunne eeuwenlange volksverhuizn-
gen, van Azië uit, met tal van volken in
aanraking komen, wijst naar wat te lezen
is in Exodus 12 21—23: het slachten van „c> uat uc uxlcIlsl.1IO UCIU
een lam en het strijken van het opgevan- zjjn tegenstander Glaucus. die aan de zijde
gen bloed met een bundeltje hysop aan den der Trojanen streed, diens gouden wapen
bovendorpel en aan de beide zijposten der rusting kreeg tegen zijn lederen, omdat
deuren. J bleek, dat hunne voorvaders een vriend-
Op den feestdag -van den heiligen George, schapsverbond gesloten hadden.
Ji~ aarde met het Paaschfeest gelijk De vriendschap, waarvan de oudheid
Hillegersfoerg.
M. H. A. VAN DER VALK
staat, wordt o.a. in de omgeving van ELena
en Trewna, zoodra unen uit de kerk komt,
voor de eerste maal in het jaar
De huisvader dekt te tafel, en legt er zout,
klei en gras op. om daarmede zijn hoop uit
te drukken, dat In den loop des jaars aan
ziin huisgezin levensonderhoud, en aan ziin
beesten vruchtbaarheid en goede weide zal
gegeven worden. Het te slacihten lam wordt
dan in huis gehaald, en eet van de tafel uit
de hand van den boer mede. Na afloop van
den maaltijd wordt het schaap driemaal
met het kruisbeeld aangeraakt, terwijl de
huisvader, zijn aangezicht naar het Oosten
wendend, den heiligen George aanroept, on-
dat hem het volgend jaar een nog beter
schaap geworden mag. Het lam wordt dan
waagt, als van Theseus en Perithons, van
Achilles en Patroklus, van Orestes en Pv-
lades, van Epeminondas en Pelopidas, van
Damon en Phintias, kan met die van David
en Jonathan niet vergeleken worden. Ler
sing, die 'In 1745 een blijspel schreef, geti
teld: Damon of de ware vriendschap, kon.
ofschoon theoloog, dat niet inzien
2) De naam Bulgaren hangt niet samen
met dien van de rivier Wolga, maar is af
geleid van een Turksch-Mongoolsoh woord
bulgha, dat vermengen beteekend. De Bul
garen zijn evenals de Finnen en Siberiërs,
met wie ze in sagen, religie, zeden enz
groote verwantschap hebben, van de Hun
nen-Mongolen afkomstig. De naam van hun
tegenwoordigen Koning Boris een zeer
oude Buig. koningsnaam is oorspronke
lijk geweest Boghoris, afgeleid van het
Mongoolsche woord boghoéi, dat nederig
klein beteekent.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
DE EERSTE FOTO VAN DEN AMERIKAANSCHEN
KAPITOOLBRAND
Enkele dagen na de brand in liet paleis van Amerika's president, brak ook ln het
Kapétaol, het Amerikaans olie Parlementsgebouw, hot vuur uit Van de documenten-
af deeling werd weinig gespaard.
En dit moet de Tyroler thans stipt ver
mijden, want anders loopt hij, schrik niet,
gevaar voor ecnige weken opgesloten te
worden.
Zoo is het in de laatste jaren gepasseerd,
dat een twintigtal jonge Tyrolers in vroo-
lijke stemming in een der kleine bergdor
pen in een herberg bijeen, hun liederen
zongen, eenvoudig allen zonder pardon
gevangen zijn genomen en niet minder dan
13 maanden in gevangenschap hebben door
gebracht
Op de scholen wordt
Italiaansch als voertaal
gebruikt, doch thuis spreken de kinderen
hut) moedertaal. Op de openbare
ambtelijke bureaux kan men eenvoudig
zonder Italiaansch bijna niet terecht Voor
de jongere menschen is het nog te doen om
Italiaansch te leeren, maar voor ouderen is
het werkelijk ondoenlijk en is het om me
delijden mee te krijgen hoe veel onaange
naamheden hen daardoor worden bezorgd.
De meeste last en hinder ondervindt het
eenvoudige boerenvolk. Komt een Tyroler
boer aan het loket van een station dan is
het hem vaak onmogelijk duidelijk te ma-
wat hij verlangt. In plaats van deze
menschen eenigszins tegemoet te komen,
door daar voorloopig ambtenaren te plaat
sen, die Duitsch spreken, heeft men hier
juist beambten geplaatst, die niets dan
Italiaansch verstaan.
Ook is het dragen van messen verboden,
althans mag het lemmet van een zakmes
niet langer zijn dan de breedte der drie
middelste vingers. Zoo gebeurde het dezer
dagen, dat enkele heeren bij elkaar waren
in een klein hotel in de omgeving van
„Bolzano", alwaar zij zich onledig hielden
met kegelen. Plotseling traden twee Itali-
aansche gendarmen binnen, trokken de
revolvers en geboden de aanwezigen „hands
up", 't Leek formeel of men in een of ander
moordenaarshol verzeild was. De heeren
werden van top tot teen onderzocht en
inderdaad werd op twee van hen een zak
mes gevonden dat bijna een centimeter
langer was dan de voorgeschreven maat.
Beiden werden
zonder pardon ingerekend
en zijn voor dit vreeselijke misdrijf 14
igen aangehouden.
Aan zulke handelingen zijn brave Tyro
lers blootgesteld, want toevallig waren drie
„misdadigers" mij van nabij bekend.
Op die manier gaat het fascisme te werk!
Als tijdelijk inwoner van Guiso-Bolsano
maakten wij een wandeling op de z.g.n.
Cunchino promenade. Bij een der vele krom
mingen was een thermometer aangebracht
achter een traliewerkje. Op zekeren dag
passeerden wij deze plaats en zagen daar
iemand dien thermometer in stukken slaan.
Bij nader onderzoek bleek dit een fascist
te zijn, die dit deed
nit afkeer tegen de Duitsche taal
(er stond een enkel Duitsoh woord op). Dit
is wel een bewijs van de geweldige kort
zichtigheid dezer menschen, die zich in
allerlei vorm openbaart.
Ontegenzeggelijk heeft Mussolini in de
afgeloopen jaren veel tot stand ge
bracht, doch ik heb tevens moeten consta-
teeren, dat het fascisme mank gaat aan
kortzichtigheid en kleinzieligheid. Mussolini
zijn mannen hebben alleen oog voor
Italië; buiten dat bestaat er niets op de
wereld.
Merkwaardig was in dit opzicht een ge
sprek dat ik mocht hebben met eenige Ita
lianen, de eene was bankdirecteur, de andere
geneesheer.
Beiden gaven mij volmondig toe, dat on
danks aJ het goede dat Mussolini gedaan
heeft,
de groote fout
i, dat geen rekening wordt gehouden met
de wereld buiten Italië en dat juist daar
door toestanden ontstaan als men thans in
Italië en Tyrol te aanschouwen krijgt. Merk
waardig is dan ook dat de wetenschappe
lijke wereld in Italië zich zeer terugtrekt en
zeer sceptisch gestemd is over de hande
lingen der fascisten. Het kan ook niet goed
zijn, dat de kroon in Italië thans bijgestaan
wordt en voorgelicht door ministers met
zulk een jeugdigen leeftijd, sommigen zijn
nog geen dertig jaar of nauwelijks de dertig
gepasseerd. Men moet toch in het leven
eenigszins ervaring hebben opgedaan. Zeer
zeker, voor kracht en gewold bukt men «zich
maar het is wel treurig als alles daaraan
wordt opgeofferd en het vernuft en gezond
verstand daarbij in 't gedrang komen.
Italië zou van een land als Zuid-Tyrol de
beste en meest bereidwillige landslui ma
ken, indien ze hun in enkele zaken als het
behouden van hun moedertaal en dergelijke
een weinig tegemoet wilden komen. Want
oogenschijnlijk wordt thans in den geest
gehandeld, omdat men gedwongen wordt,
doch het is inderdaad zoo, dat men met den
eenen hand de fascistengroet brengt, terwijl
dc; andere gebald in de broekzak blijft
steken
I-Iet ware te wenschen, dat de Volkenbond
nog in deze zeer belangrijke kwestie zijn
stem kan doen hooren, want zooals het nu
is, wil half Tyrol, wat de jongelingschap
betreft, liever vandaag dan morgen het land
verlaten, om elders in Afrika, Amerika of
Indië hun heil en geluk te beproeven om
zoodoende verlost te worden van deze on
dragelijke terreur!
Voorloopig is het nog geoorloofd dat in de
kerken in de Duitsche taal gepredikt wordt,
doch men heeft reeds hooren fluisteren, dat
ook daaraan spoedig een eind gemaakt zou
worden. Zoo is thans reeds verboden aan
de Evangelische gemeenten de zooge
naamde gemeente-avonden te doen plaats
vinden in de Duitsche taal, hetgeen dus het
zelfde is als het totaal verbod van samen
komst. Dit is reeds een veeg voorteeken,
want de tweede stap is het gebod, dat slechts
in het Italiaansch gepreekt mag worden.
Hetgeen eenvoudig zou beteekenen sluiting
van de kerk en opheffing van het predik
ambt.
Italië gaat zeer ver en het lijdt geen twij
fel, of de verbittering en verwijdering wordt
steeds grooter en het tegendeel van wat
men denkt te bereiken, wordt bereikt. Moge
door een krachtig protest en een reëele
propaganda in andere landen wellicht voor
dat schoone Tyrol en zijn volk iets gedaan
kunnen worden om Mussolini en de zijnen
terug te brengen van deze in onze oogen
beslist onpolitieke dwaling.
Zieken-
Zit.ken-
PeteKera,
lej. J. C .AL Doyen, t(
,4512,30 Uurtje
L2.30 Tfidsc-in. 12.36—2 Middai
Max Rood, fagot, de
2.Tijdsein. 2—2-35 Ultze
7 Literaire Lezl
sn. Hoogleeraar
n. Onderwerp „Eenige roofdieren uit
2.45—3.45 Cursus Fraaie handwer-
cn door mej. O. AblJJ. Leeraree Unr.1-
„Över zielkundige in-
van de ziekte" (VI). 6
edeelte van het Orgel-
den Piet van Esmond te
erking van den heer R.
>ns te Am-sterdam. 6.30
Ds. IC. H. Mlskotte. Ned.
>el. Onderwerp A- Roland
Orgelconcert. 7.30—*
69 II. 8 TUdse
JongelIngs-Verbond. Spreker
ander leiding
Nederlandsch
irtje. 5.30—6.30 Cor
muziek. 8.018.15 Gra
certgebouw te Amster
Orkest onder leidnlg -
7.15—7.45 Franscll
7.45—8 Grnmofoon-
imuzlek. 8.15 Con-
PROMOTIE IN DE HOOFDOFFICIERS-
RANGEN.
Op 1 Mei zullen alle officieren, die den
leeftijd van 40 jaren dienst hebben bereikt
en die niet wegens uitstekende hoedanig
heden en prestaties op speciaal gebied voor
het leger behouden moeten blijven, den dienst
verlaten.
Behalve generaal-majoor J. H. BoreL, in
specteur der infanterie van wien a! bekend
was dat hij 1 Mei met pensioen gaat, neemt
ook gen-maj. C A. Prins commandant der
3e divisie, ontslag. Verder gaan heen da
kolonels K. H. Hardenberg, J. P. J. Verberne,
Jhr. E. W. van Hol the en H. Wynaendts, resp
commandant van de 7e, 8e, le en 6e brigade
infanterie, luit.-kolonel W. G. van Hoogen-
huyze, commandant van het reg. Jagers en
kolonel H. G- Rambonnet, commandant van
de le artillerie-brigade.
Kolonel P. Donk, commandant der 2e bri
gade, zal waarschijnlijk generaal Prins op
volgen als commandant der 3e divisie.
1
HET JAARLIJKSCHE ONDERZOEK IN
JUNI A.S. I
Volgens ministerieels beschikking in da
eerstvolgende Legerorders zal behoudens
onvoorziene omstandigheden in Juni a.s. het
jaarlijksch onderzoek plaats hebben voor do
gewone dienstplichtigen der landmacht van
de lichtingen 1918 en 1921.
(Nadruk verboden).
VAN EEN LEEUW EN EEN AAP.
73. Maar ach, te laat! Kijk maar, de stakker
Neemt met een gruoten sprong de vlucht;
In plaats daarvan gaan Sam en Jocko
Een reisje maken door de lucht;
De luchtballon verdwijnt terstond
Vijfhónderd meter van den grond!
74. Verbaasd kijkt Sambo naar beneden:
De luchtballon stijgt hooger op,
De menschen daarbeneden lijken
Nog kleiner dan een speldeknop
Voort gaat het uren achtereen,
Hoog over bosch en velden heen.
(Wordt Vrijdag vervolgd),
FEUILLETOM
Door T. P. RIKSEN
(3
Wat hij nimmer zelfs had durven denken
as geschied, zóó onverwacht, dat in die
dagen het woord der Sohrift, waarvan hij
wel wist, dat het in geheel anderen zin was
bedoeld, onwillekeurig telkens weer in zijn
icring opkwam: „het is een wonder in
mze oogen; wij zien het, maar doorgronden
et z.00 oesciiouwde hij dien omkeer
in z.i.i leven nóg.
Altijd weer, als hij in dien tijd terug-
eeftle, ook nu, groeide de overtuiging in
hem, dat God hem op wonderbare en over
moedige wijze had gezegend. En als hij
tegenover anderen aan zijn dankbaarheid
uiting gaf, was dat geen weidsche gebaar,
Haar werkelijkheid.
Hij sprak zelfs gaarne van Gods leidingen
n zijn leven en nimmer schaamde hij
"i"' i belijden, dat hij zeer klein begonnen
Ras en slechts tengevolge van een wonderb
aarlijke bestiering tot zijn tegenwoordige
«oorspoed had mogen komen.
En toch openbaarde zich juist in deze er
kentenis een onbegrijpelijke tegenstrijdig-1 doch 'hij schreef dit hieraan toe, dat men
heid, welke Van Eekeren karakteriseerde. zijn voorspoed niet goed kon uitstaan. „Er
Hij was daar zelf blind voor, maar anderen zijn slechts weinig menschen, die het k'un-
ontging zij niet. Zij beschuldigden hem van nen velen, dat het iemand goed gaat in de
nederigen hoogmoed en wendden zich ge- wereld", was hij gewoon in den huiselijken
I ergerd van hem af. kring te zeggen.
Want aldus beschouwde hij zijn leven Deze verhouding tot anderen deed echter
I Die onverwachte erfenis was een daad 1 weinig afbreuk aan zijn geluk. Zijn karak-
j Gods, dat erkende hij volmondig en beleed ter bracht niet de behoefte aan veel vriend
hij gaarne, maar hoevole menschen krijgen schap mede. Het deed hem genoegen, als
niet een kans in bun leven, welke zij niet de menschen het goed met hem konden
j weten aan te grijpen. Ondanks het geluk vinden, maar voor het overige was 't hem
l dat hun als het ware vxjor de voeten wordt voldoende, dat hij in Heideveld, niet alleen
geworpen, komen ze niet noemenswaard maatschappelijk, doch ook op ander terrein
vooruit een persoonlijkheid was, waarmede men
En dat aldus de redeneering van Van rekenen moest. Hij wist, dat men op veler-
Eekeren, waaraan velen zich stieten kon lei gebied niet buiten hem kon en daarin
men van hem niet zeggen. Ternauwer-vond hij zijn bevrediging,
nood waren zijn financieele omstamdAghe Neemt men hierbij in aanmerking, dat
den verbeterd, of hij toog aan het werk, om zorgen van eenige beteekenis de laatste ja-
i ze te benutten. Een scherpen blik kon nie ren van zijn gezinsleven waren geweerd,
mand hem oritóecuren. want het was -
mand hem ontzeggen, want het was toch dan behoeft het geen verwondering te ba-
maar durf, om hier in het toenmaals onbe-1 ren, dat Van Eekeren op dezen Zaterdag-
tcekenend dorp een meubelzaak te begin middag dankbaar, doch niet minder zelf-
nen. Hij had echter dadelijk gezien, datvoldaan was.
Heideveld de aandacht zou gaan trekken en i En de reden, waarom hij op deze wande-
als centrum van verscheidene pensiondor-..ling bij het verleden werd bepaald? Morgen
"Huabjn zou hij 49 jaar worden, en waar een opper
vlakkig leven niet met zijn aard overeen-
pen best wat zou worden. God had hem
kans gegeven maar hij, Van Eekeren.
had deze op gelukkige wijze aangegrepen
Hij wist wel, dat hij niet gemind was in
Heideveld, al trad hij op den voorgrond;
hij gevoelde ook heel goed de verkoeling,
welke de menschen, kort na de kennisma
king, zoo dikwijls van hem verwijderde,
kwam, spraik het vanzelf, dat de achter hem
liggende jaren hem op een dag als heden
in de herinnering moesten komen.
Hij mocht Heideveld wel. Ondanks het
feit, dat hij hier niet was geboren en opge
groeid in een drukke stad, was hij hier ge
heel ingeburgerd. In dit dorp had hij een
reeks van gelukkige jaren doorgebracht,
geen wonder dus, dat hij naar de stad, waar
slechts moeiten en tegenheden zijn deel wa
ren geweest, niet terug verlangde.
Ook zijn naderende verjaardag bracht Van
Eekeren in een opgewekte stemming. Indien
hij het wezen zijner gevoelens te dien op
zichte had willen naspeuren, zou hij als
diepste oorzaak zijner blijdschap ontdekt
hebben: zijn begeerte, om het middelpunt te
zijn.
Morgenavond kon hij een groote visite ver
wachten. Natuurlijk kwamen er verschillen
de leden van den kerkeraad, waartoe ook
hij behoorde: Ds. Kappelhoff. Kleepel, van
de M.U.L.O., Dortveen, het hoofd der lagere
school.
Er waren er wel, met wie Van Eekeren
minder sympathiseerde, maar dat kan men
en dorp en bovendien op zulk een avond
zou nauw niet nemen. Eu dan. hij kon zich
niet al te zeer op een standpunt stellen,
want binnenkort zou hij waarschijnlijk ver
schillende van zijn bezoekers noodig heb
ben.
De Gereformeerde predikant, Ds. Kappel
hoff. tooh had een beroep naar Laaksmeer
aangenomen en zou dus over enkele maan
den Heideveld verlaten. Er moest derhalve
een nieuwe predikant beroepen worden
welk een mooie kans voor zijn neef, candi-
daat Van Eekeren, die juist was afgestu
deerd.
Maar zoo iets moest met voorzichtigheid
worden voorbereid, en dus voorloopig alle
persoonlijke grieven op den achtergrond!
Een visite ais di<e van morgenavond was
een geschikte gelegenheid, om met de ver
schillende stroomingen in de gemeente om
trent de predikantakeuze op de hoogte te
komen, en, natuurlijk zoo politiek mogelijk,
de aandacht te vestigen op den persoon,
dien hij gaarne zag beroepen.
Indien een ander blijk had gegeven der
gelijke plannen te koesteren, zou Van Eeke
ren stellig met verontwaardiging daartegen
zijn opgekomen: een predikantsverkiezing
berustte toch niet op politiek?
Hoe meer hij echter over zijn \oornemen
nadacht, hoe meer hij tot de overutiging
kwam, dat de avond van morgen de gele
genheid bij uitnemendheid was, om te trach
ten Heideveld aan een gesohikten predikant
te helpen. Dat zijn neef hier toevallig voor
in aanmerking kwam en hij van plan was
diens beroep met aile kracht voor te staan,
wie kon hem het euvel duiden?
Het ratelen van wagens over den straat
weg en het geluid van stemmen gaven aan
Van Eekeren's gedachten een andere rich
ting.
Aanstonds zou hij den rand van het bosoh
bereiken en daarmede het pad, dat recht
streeks naar Heideveld terugvoerde, maar
de zijde, tegenovergesteld aan die, van
welke hij het dorp straks had verlaten.
Van Eekeren keek op ziin horloge: 'twas
bijna vijf uur. Het w^rd tijd om naar huis
terug te keer en, wai^t hij had vanavond nog
al een en ander te verrichten. Nog iets met
Ds. Kappelhoff te bespreken, oen openings
woord in gereedheid te brengen voor de
Maandag te houden jaarvergadering der
kiesvereeniging, waarvan hij voorzitter waa
en bovendien kreeg hij nog bezoek van den
secretaris, om diens jaarverslag te keuren.
Om thuis te komen, moest hij het geheele
dorp door, hetwelk door den aanblik der
volle winkels en de zorgvuldigheid, waar
mede de bewoners de buitenzijde der huizen
een extra beurt gaven, de altoos wederkee-
rende Zaterdagmiddag-stemming weergvf.
Op te letten, waai- men zijn voet zette, was
thans geraden, wilde men niet over een im
mer struikelen of in een der plassen stappen
welke zich aan we-erszijden van den st.raa/t-
weg hadden gevormd.
Dan sloeg Van Eekeren links af. den Sta
tionsweg in, om weldra ziin huis te berei
ken. Toen hij de Gereformeede Kerk. welke
schuin tegenover zijn woning was gelegen,
nasseerde, drongen doffe orgeltonen tot hem
door: de organist was bezi» voor den komen
den rustdag zijn instrument te stemmen.
Ter hoogte van zijn huis gekomen, bleef
Van Eekeren een oogenhlik voor bet hek
staan, om zijn eigendom nog eens goed op
te nemen en zich voor de tweede maal op
dezen dag te verlustigen in het groote Ba-»
bel, dat hij had gebouwd.
(Wordt vervolgd.)