ï's is de beste KOFFIE Radio Nieuws. Leger en Vloot. SAMBO EN JOCKO DIE ZIJN LEVEN VERLIEST WOENSDAG 15 JANUARI 1930 DERDE BLAD PAG. 9 BULGAARSCH LICHT OP ENKELE BIJBELPLAATSEN*) ANTIEKE VRIENDSCHAPS- GEBRUIKEN ■BET LAM OP 'T FEEST FAN ST. GEORGE Bijgeloof van ouden oorsprong 11 (Slot). In de beide boeken van Samuël komen op Versehilcndc plaatsen verhalen voor, en ook een klaagzang, waaruit ten duidelijkste blijkt, dat er hebben bestaan tusschen David en Jonathan, welke zelfs nawerkten na den dood van eerstgenoemde. Ze zijn te vinden 1 Sam. 18 3 en 4; 20 8 tot 17 en 42; en in 23 15 tot 18, alsook in 2 Sam. 1 17 tot 27; 9 1 v., vgl. 4 4; en 21 7. Bij hot lezen en vergelijken van deze texten bemerkt men ter dege, dat die vriendschap tusschen deze beide .iongc mannen, die eigenlijk naar de wereldsche moraal elkan ders gezworen vijanden moesten zijn, niet vergeleken kan en mag worden met gewone mensrbeliike vriendschap, die dikwijls, en dan meestal uit zelfzuchtige oorzaken, of d;-c mi n z h in elkander vergist heeft, eer der ve.nl)rok en dan gesloten wordt, en soms zelfs in blakende vijandschap verandert. Zooals eens een Hollandsch dichter zong: De liefde tusschen David en Jonathan echter was gegrond in beider persoonlijke liefde Jegens God en jegens hun volk Israël, als uitverkoren verbondsvolk, en daarom ge speend aan eigen zin en wil; gegrond ook in wederkeerige liefdé: liefde van Jonathan jegens David, zeker ook wegens diens karak- terhoedanighëden en heldenmoed dewijl hij hem liefhad als zijne ziel", en: „want hij bad hem lief met de liefde zijner ziel" welke liefde door David met gelijke liefde werd beantwoord; gegrond niet minder in beider inzicht in de bijzondere leidingen des Heeren met Saul en David; zij werd boven dien onder plechtige eedzwering gesloten als een onverbrekelijk verbond, zoowel voor hen zei ven als voor hunne nakomelingen, waarbij zij samen wel tusschen de stukken der geslachte beesten zullen zijn doorgegaan, vgl. Gen. 15 8 v.; zij werd voorts bevestigd door het ten geschenke geven van Jonathans zijde van zijn geheele wapenrusting aan Davirl, waarbij echter niet blijkt, dat dit ook van Davids kant gedaan is, zooals we zulks wel eens bij sommige volken der oudheid lezen. Wat David, toen hij aan de regeering gekomen was, aan Mefiboseth, den zoon van Jonathan deed, dien hij in zijn paleis opnam, was dan ook strikt genomen geen verdienste, doch uitvloeisel van den heili gen plicht, in de verbondmatige vriend- Bphapssluóiting wortelend. Zij 'die dus, gelijk Zelfs uit'gedrukte predikaties blijkt, 2 Sam. p x- ettelijken, waarbij David don Hecre voorstelt, en Mefiboseth, den begenadigden zondaar, hebben dus niets van de vorbonds- handeling tusschen David en Jonathan be grepen, en doen de Sohrift geweld aan. Men kan zulks inlegkunde, in plaats van uitlegkunde noemen. Het sluiten van dezen vriendschapsbond legde den beiden bondgenooten den heiligen plicht op om elkander in alle dingen,, ook lis het moest door het opofferen van eigen ter zijde te staan; reden, waarom we telkens lezen, dat Jonathan zijn zwager ■keurig inlicht aangaande de plannen zijns vaders, en hem goeden raad geeft in zijne zoo moeilijke levensomstandigheden. Dit voorbeeld van volkomen zelfverlooche nende liefde, vooral van den kant van Jo nathan, die naar recht en rede kroonprins was, en dus de aangewezen troonopvolger, doch zijn troon en scepter aan Davids voeten nedcrlcgde met de betuiging: „gij zult ko ning worden over Israël, en ik zal de tweede bij u zijn", wordt verduidelijkt door wat niet zelden in Bulgarije en in andere Oostersche landen plaats grijpt, vooral in bange tijden, als oorlog, hongersnood enz. Er bestaan De eene, de meer voorbijgaande, maar waar uit zich zeer dikwijls de onlosmakelijke vriendschap ontwikkelt, wordt meestal op nationale of kerkelijke feestdagen, in het bij- zonder op Paschen, en steeds op de graven van familieleden of vrienden, gesloten. Ze ZUID-TYROL ONDER FASCISTISCH BEWIND is echter dn geen geval bindend voor het leven, en wordt soms, b.v. ten gevolge van het aangaan van een huwelijk of verhuizen, vanzelf te niet gedaan, althans losser. De andore, de blijvende, kan evenwel niet gesloten worden zonder de toestemming der kerk en hare sanctie, nadat door de pries ters de gronden, waarop zulk een vriend schap rusten zal, naarstig zijn onderzocht, omdat het zoowel de beide bondelingen als hunne familie, ook na hun dood betreft Op een bepaalden dag, ook meestal een kerkelijke hoogtijd, en dan in het bijzonder op het Opstandingsfeest, komen de beide mannen met hunne naaste familieleden naar de kerk. In de zeer oude, nog is er het volgende over bepaald, hetgeen ik hier letterlijk overschrijf: „Wanneer twee mannon zich tot een vriendschapsband voor het leven willen verbinden, moeten zij voor het altaar treden; zij zullen dan een kaars in de linkerhand nemen, en do rechterhand leggen op het opengeslagen evangelie. Daar op zweren zij elkander trouw tot den dood, waarin de priester, die hun bond in den naam van den heiligen Sergius inzegent, hun het heilig sacrament uitdeelt". De Ibóde vrienden, die meestal ongeveer van denzelfden leeftijd zijn, helpen elkan- dier nu voortaan in alle mogelijke opzichten: zij zijn als het ware volkomen één gewor den. In oorlogstijd worden zij in het leger naast elkander ingedeeld, en nimmer zal de een den ander in den steek laten, al zou het zelfs naar alle berekening zijn eigen leven kosten, door hem b.v., als hij gewond Is, uit de vuurlinie te halen, enz. Sterft of sneuvelt een van beiden, dan es de ander verplicht diens huisgezin te verzorgen, enz. Ik heb persoonlijk tal van staaltjes gehoord van zelfopoffering, die haast ongelooflijk schijnen, en waarvan een romanschrijver gaarne gebruik zou maken om ze in een of andor verhaal te lassen, juist omdat ze waar zijn. Deze oude Bulgaarsche zede, die ook bij de Kelten werd aangetroffen, deel ik om tweeërlei reden mede. De woordvoerders van het Deïsme, dat als het. eem g ware kenmerk der echte religie de verdraagzaamhefd predikt, maar die zeiven, als b.v. Lessing, o.a. in zijn „Nathan de Wij ze", de onverdraagzaamste zijn en den wa ren godsdienst in een verachtelijk en be spottelijk daglicht stellen, beweren, dat zij in het Oude Testament geen enkele aanwij zing hebben kunnen vinden van wat op liefde, vriendschap en verdraagzaaenhe d gelijkt, bewijs, dat zij de verbondmatige, op liefde gegronde vriendschap van David en Jonathan niet hebben gekend en door schouwd, en nog minder oog hebben gehad voor de bijzondere genade, in Jonathan ver heerlijkt, om zonder zweem DE BOTSING TUSSCHEN DUITSCH EN ITALIAANSCH FASCISTISCHE DWANGMAATREGE LEN DIE VERBITTERING WEKKEN Politieke voorzichtigheid, die op de veiligheidsklep gaat zittenl Wie is er, die niet op eendgerlel wijze ken nis maakte met het schoone land van Zuid- Tyrol! Velen mochten het op hun reizen naar Oostenrijk en Italië van nabij leeren kennen. Anderen lazen er over, bewonder den in de illustraties fotografieën der im posante Dolomiten, en van de liederen uit clen Liederschatz is zeker het lied van Andreas Hofer geen onbekende. Uit het land van Andreas Hofcr wil ik u iets vertellen, opdat bekend zal worden hoe het den laatsten tijd geknecht wordt onder het fascisme. Inderdaad is dit niet te kras uitgedrukt, want indien er één volk op den aardbodem is, dat na den oorlog gewilliger het juk getorst heeft dat hen op de schouders werd gelegd, dan het zeker wel het Tyroler volk. De Tyroler is een bergbewoner. Hij leeft in hoofdzaak van zijn wijngaarden, is goeiig en vlijtig mensch en zooals de meeste bergvolken goed en oprecht van aard, leefde het reeds onder Oostenrijk als eon vrij en frank volk met zijn eigene ze den en gewoonten, zoodat men ook met recht had gesproken van den Tyroler en zijn land. In dat land mag de Tyroler nu zelfs zij: eigen liederen niet meer zingen. Het Lied „Zu Mantua in Banden, der treue Hofer war" en het Is er iets afschuwelijkers denkbaar, dan dat het eigen lied, dat moeder bij de wieg reeds geneuried heeft, dat van school en ouderhuis in de herinnering is gebleven en op nationale feestdagen gezongen is, niet meer gebruikt mag worden? Men voelt, dat dit niet goed is, dat er een snaar die vroeger zoo teer kon trillen, is stuk ge sprongen I Ik herinner mij nog, met welk een élan wij, Hollanders, reizende op dc P. C. Hooft in Januari naar het vaderland, de laatste avonden in Genua zongen: „Waar de blanke top der duinen schittert in den zonnegloed". Dan voelt men iets stroomen door het bloed, dat niet weer te geven is. geslacht, en wel zoo. dat het bloed tegen aarzeling j den versdh gewitten muur aanspatten kan. het wondergetal bij de menschen. hun too- waarna het opgevangen bloed gestreken «vergetal, No. 1, te passeeren, en zich met i wordt od de voorhoofden der kinderen, en de tweede plaats te vergenoegen, terwijl de I vooral op den bovendorpel en de beide zii- cerste zijn recht was posten der deur. De kerkklokken worden En de tweede reden is deze: op grond van dan geluid, en in optocht gaan de verschil de waarlijk sterke uitdrukk ngen van Jona-1 lende huisgezinnen naar het kerkplein, than s liefde voor David, boven reeds aan- waar de gebraden lammeren door hen, d"*> geduid, en die van Davids liefde voor Jona- tot de parochie behooren, op tafels worden than, uitgedrukt in de woorden van zun gezet, waar iedere familie eijn eigen lam klaagzang: „gij waart mij zeer liefelijk, uwe opeet. liefde was mij wonderlijker dan liefde der; F.r zijn nog vele andere gebruiken bij, vrouwen!" durven de Homo-sexueelen, i waarbij ook nog al verschil is waar te ne- zelfs 'in wetenschappelijke geschriften hun- j men naar die streek, waar de feesten ge ne perverse zonden 'verdedigen en aanprij- j vierd worden, die alle wijzen op het ontzet zen. En veel meer dan men helaas in oruzentend bijgeloof, dat in Oost-Europa heersohu kring vermoed en weet, worden deze ge- maar bovengenoemde werpen toch, ook in schiedenis en andere uit den Bijbel, uitge- j hun verbasterden vorm, een verrassend licht buit, ook vooral onder de jeugd, om ze zelfs "'nf KS! op Schriftuurlijke gronden te sanclioneeren Een andere ceremonie der Bulgaren die op hunne eeuwenlange volksverhuizn- gen, van Azië uit, met tal van volken in aanraking komen, wijst naar wat te lezen is in Exodus 12 21—23: het slachten van „c> uat uc uxlcIlsl.1IO UCIU een lam en het strijken van het opgevan- zjjn tegenstander Glaucus. die aan de zijde gen bloed met een bundeltje hysop aan den der Trojanen streed, diens gouden wapen bovendorpel en aan de beide zijposten der rusting kreeg tegen zijn lederen, omdat deuren. J bleek, dat hunne voorvaders een vriend- Op den feestdag -van den heiligen George, schapsverbond gesloten hadden. Ji~ aarde met het Paaschfeest gelijk De vriendschap, waarvan de oudheid Hillegersfoerg. M. H. A. VAN DER VALK staat, wordt o.a. in de omgeving van ELena en Trewna, zoodra unen uit de kerk komt, voor de eerste maal in het jaar De huisvader dekt te tafel, en legt er zout, klei en gras op. om daarmede zijn hoop uit te drukken, dat In den loop des jaars aan ziin huisgezin levensonderhoud, en aan ziin beesten vruchtbaarheid en goede weide zal gegeven worden. Het te slacihten lam wordt dan in huis gehaald, en eet van de tafel uit de hand van den boer mede. Na afloop van den maaltijd wordt het schaap driemaal met het kruisbeeld aangeraakt, terwijl de huisvader, zijn aangezicht naar het Oosten wendend, den heiligen George aanroept, on- dat hem het volgend jaar een nog beter schaap geworden mag. Het lam wordt dan waagt, als van Theseus en Perithons, van Achilles en Patroklus, van Orestes en Pv- lades, van Epeminondas en Pelopidas, van Damon en Phintias, kan met die van David en Jonathan niet vergeleken worden. Ler sing, die 'In 1745 een blijspel schreef, geti teld: Damon of de ware vriendschap, kon. ofschoon theoloog, dat niet inzien 2) De naam Bulgaren hangt niet samen met dien van de rivier Wolga, maar is af geleid van een Turksch-Mongoolsoh woord bulgha, dat vermengen beteekend. De Bul garen zijn evenals de Finnen en Siberiërs, met wie ze in sagen, religie, zeden enz groote verwantschap hebben, van de Hun nen-Mongolen afkomstig. De naam van hun tegenwoordigen Koning Boris een zeer oude Buig. koningsnaam is oorspronke lijk geweest Boghoris, afgeleid van het Mongoolsche woord boghoéi, dat nederig klein beteekent. INGEZONDEN MEDEDEELING. DE EERSTE FOTO VAN DEN AMERIKAANSCHEN KAPITOOLBRAND Enkele dagen na de brand in liet paleis van Amerika's president, brak ook ln het Kapétaol, het Amerikaans olie Parlementsgebouw, hot vuur uit Van de documenten- af deeling werd weinig gespaard. En dit moet de Tyroler thans stipt ver mijden, want anders loopt hij, schrik niet, gevaar voor ecnige weken opgesloten te worden. Zoo is het in de laatste jaren gepasseerd, dat een twintigtal jonge Tyrolers in vroo- lijke stemming in een der kleine bergdor pen in een herberg bijeen, hun liederen zongen, eenvoudig allen zonder pardon gevangen zijn genomen en niet minder dan 13 maanden in gevangenschap hebben door gebracht Op de scholen wordt Italiaansch als voertaal gebruikt, doch thuis spreken de kinderen hut) moedertaal. Op de openbare ambtelijke bureaux kan men eenvoudig zonder Italiaansch bijna niet terecht Voor de jongere menschen is het nog te doen om Italiaansch te leeren, maar voor ouderen is het werkelijk ondoenlijk en is het om me delijden mee te krijgen hoe veel onaange naamheden hen daardoor worden bezorgd. De meeste last en hinder ondervindt het eenvoudige boerenvolk. Komt een Tyroler boer aan het loket van een station dan is het hem vaak onmogelijk duidelijk te ma- wat hij verlangt. In plaats van deze menschen eenigszins tegemoet te komen, door daar voorloopig ambtenaren te plaat sen, die Duitsch spreken, heeft men hier juist beambten geplaatst, die niets dan Italiaansch verstaan. Ook is het dragen van messen verboden, althans mag het lemmet van een zakmes niet langer zijn dan de breedte der drie middelste vingers. Zoo gebeurde het dezer dagen, dat enkele heeren bij elkaar waren in een klein hotel in de omgeving van „Bolzano", alwaar zij zich onledig hielden met kegelen. Plotseling traden twee Itali- aansche gendarmen binnen, trokken de revolvers en geboden de aanwezigen „hands up", 't Leek formeel of men in een of ander moordenaarshol verzeild was. De heeren werden van top tot teen onderzocht en inderdaad werd op twee van hen een zak mes gevonden dat bijna een centimeter langer was dan de voorgeschreven maat. Beiden werden zonder pardon ingerekend en zijn voor dit vreeselijke misdrijf 14 igen aangehouden. Aan zulke handelingen zijn brave Tyro lers blootgesteld, want toevallig waren drie „misdadigers" mij van nabij bekend. Op die manier gaat het fascisme te werk! Als tijdelijk inwoner van Guiso-Bolsano maakten wij een wandeling op de z.g.n. Cunchino promenade. Bij een der vele krom mingen was een thermometer aangebracht achter een traliewerkje. Op zekeren dag passeerden wij deze plaats en zagen daar iemand dien thermometer in stukken slaan. Bij nader onderzoek bleek dit een fascist te zijn, die dit deed nit afkeer tegen de Duitsche taal (er stond een enkel Duitsoh woord op). Dit is wel een bewijs van de geweldige kort zichtigheid dezer menschen, die zich in allerlei vorm openbaart. Ontegenzeggelijk heeft Mussolini in de afgeloopen jaren veel tot stand ge bracht, doch ik heb tevens moeten consta- teeren, dat het fascisme mank gaat aan kortzichtigheid en kleinzieligheid. Mussolini zijn mannen hebben alleen oog voor Italië; buiten dat bestaat er niets op de wereld. Merkwaardig was in dit opzicht een ge sprek dat ik mocht hebben met eenige Ita lianen, de eene was bankdirecteur, de andere geneesheer. Beiden gaven mij volmondig toe, dat on danks aJ het goede dat Mussolini gedaan heeft, de groote fout i, dat geen rekening wordt gehouden met de wereld buiten Italië en dat juist daar door toestanden ontstaan als men thans in Italië en Tyrol te aanschouwen krijgt. Merk waardig is dan ook dat de wetenschappe lijke wereld in Italië zich zeer terugtrekt en zeer sceptisch gestemd is over de hande lingen der fascisten. Het kan ook niet goed zijn, dat de kroon in Italië thans bijgestaan wordt en voorgelicht door ministers met zulk een jeugdigen leeftijd, sommigen zijn nog geen dertig jaar of nauwelijks de dertig gepasseerd. Men moet toch in het leven eenigszins ervaring hebben opgedaan. Zeer zeker, voor kracht en gewold bukt men «zich maar het is wel treurig als alles daaraan wordt opgeofferd en het vernuft en gezond verstand daarbij in 't gedrang komen. Italië zou van een land als Zuid-Tyrol de beste en meest bereidwillige landslui ma ken, indien ze hun in enkele zaken als het behouden van hun moedertaal en dergelijke een weinig tegemoet wilden komen. Want oogenschijnlijk wordt thans in den geest gehandeld, omdat men gedwongen wordt, doch het is inderdaad zoo, dat men met den eenen hand de fascistengroet brengt, terwijl dc; andere gebald in de broekzak blijft steken I-Iet ware te wenschen, dat de Volkenbond nog in deze zeer belangrijke kwestie zijn stem kan doen hooren, want zooals het nu is, wil half Tyrol, wat de jongelingschap betreft, liever vandaag dan morgen het land verlaten, om elders in Afrika, Amerika of Indië hun heil en geluk te beproeven om zoodoende verlost te worden van deze on dragelijke terreur! Voorloopig is het nog geoorloofd dat in de kerken in de Duitsche taal gepredikt wordt, doch men heeft reeds hooren fluisteren, dat ook daaraan spoedig een eind gemaakt zou worden. Zoo is thans reeds verboden aan de Evangelische gemeenten de zooge naamde gemeente-avonden te doen plaats vinden in de Duitsche taal, hetgeen dus het zelfde is als het totaal verbod van samen komst. Dit is reeds een veeg voorteeken, want de tweede stap is het gebod, dat slechts in het Italiaansch gepreekt mag worden. Hetgeen eenvoudig zou beteekenen sluiting van de kerk en opheffing van het predik ambt. Italië gaat zeer ver en het lijdt geen twij fel, of de verbittering en verwijdering wordt steeds grooter en het tegendeel van wat men denkt te bereiken, wordt bereikt. Moge door een krachtig protest en een reëele propaganda in andere landen wellicht voor dat schoone Tyrol en zijn volk iets gedaan kunnen worden om Mussolini en de zijnen terug te brengen van deze in onze oogen beslist onpolitieke dwaling. Zieken- Zit.ken- PeteKera, lej. J. C .AL Doyen, t( ,4512,30 Uurtje L2.30 Tfidsc-in. 12.36—2 Middai Max Rood, fagot, de 2.Tijdsein. 2—2-35 Ultze 7 Literaire Lezl sn. Hoogleeraar n. Onderwerp „Eenige roofdieren uit 2.45—3.45 Cursus Fraaie handwer- cn door mej. O. AblJJ. Leeraree Unr.1- „Över zielkundige in- van de ziekte" (VI). 6 edeelte van het Orgel- den Piet van Esmond te erking van den heer R. >ns te Am-sterdam. 6.30 Ds. IC. H. Mlskotte. Ned. >el. Onderwerp A- Roland Orgelconcert. 7.30—* 69 II. 8 TUdse JongelIngs-Verbond. Spreker ander leiding Nederlandsch irtje. 5.30—6.30 Cor muziek. 8.018.15 Gra certgebouw te Amster Orkest onder leidnlg - 7.15—7.45 Franscll 7.45—8 Grnmofoon- imuzlek. 8.15 Con- PROMOTIE IN DE HOOFDOFFICIERS- RANGEN. Op 1 Mei zullen alle officieren, die den leeftijd van 40 jaren dienst hebben bereikt en die niet wegens uitstekende hoedanig heden en prestaties op speciaal gebied voor het leger behouden moeten blijven, den dienst verlaten. Behalve generaal-majoor J. H. BoreL, in specteur der infanterie van wien a! bekend was dat hij 1 Mei met pensioen gaat, neemt ook gen-maj. C A. Prins commandant der 3e divisie, ontslag. Verder gaan heen da kolonels K. H. Hardenberg, J. P. J. Verberne, Jhr. E. W. van Hol the en H. Wynaendts, resp commandant van de 7e, 8e, le en 6e brigade infanterie, luit.-kolonel W. G. van Hoogen- huyze, commandant van het reg. Jagers en kolonel H. G- Rambonnet, commandant van de le artillerie-brigade. Kolonel P. Donk, commandant der 2e bri gade, zal waarschijnlijk generaal Prins op volgen als commandant der 3e divisie. 1 HET JAARLIJKSCHE ONDERZOEK IN JUNI A.S. I Volgens ministerieels beschikking in da eerstvolgende Legerorders zal behoudens onvoorziene omstandigheden in Juni a.s. het jaarlijksch onderzoek plaats hebben voor do gewone dienstplichtigen der landmacht van de lichtingen 1918 en 1921. (Nadruk verboden). VAN EEN LEEUW EN EEN AAP. 73. Maar ach, te laat! Kijk maar, de stakker Neemt met een gruoten sprong de vlucht; In plaats daarvan gaan Sam en Jocko Een reisje maken door de lucht; De luchtballon verdwijnt terstond Vijfhónderd meter van den grond! 74. Verbaasd kijkt Sambo naar beneden: De luchtballon stijgt hooger op, De menschen daarbeneden lijken Nog kleiner dan een speldeknop Voort gaat het uren achtereen, Hoog over bosch en velden heen. (Wordt Vrijdag vervolgd), FEUILLETOM Door T. P. RIKSEN (3 Wat hij nimmer zelfs had durven denken as geschied, zóó onverwacht, dat in die dagen het woord der Sohrift, waarvan hij wel wist, dat het in geheel anderen zin was bedoeld, onwillekeurig telkens weer in zijn icring opkwam: „het is een wonder in mze oogen; wij zien het, maar doorgronden et z.00 oesciiouwde hij dien omkeer in z.i.i leven nóg. Altijd weer, als hij in dien tijd terug- eeftle, ook nu, groeide de overtuiging in hem, dat God hem op wonderbare en over moedige wijze had gezegend. En als hij tegenover anderen aan zijn dankbaarheid uiting gaf, was dat geen weidsche gebaar, Haar werkelijkheid. Hij sprak zelfs gaarne van Gods leidingen n zijn leven en nimmer schaamde hij "i"' i belijden, dat hij zeer klein begonnen Ras en slechts tengevolge van een wonderb aarlijke bestiering tot zijn tegenwoordige «oorspoed had mogen komen. En toch openbaarde zich juist in deze er kentenis een onbegrijpelijke tegenstrijdig-1 doch 'hij schreef dit hieraan toe, dat men heid, welke Van Eekeren karakteriseerde. zijn voorspoed niet goed kon uitstaan. „Er Hij was daar zelf blind voor, maar anderen zijn slechts weinig menschen, die het k'un- ontging zij niet. Zij beschuldigden hem van nen velen, dat het iemand goed gaat in de nederigen hoogmoed en wendden zich ge- wereld", was hij gewoon in den huiselijken I ergerd van hem af. kring te zeggen. Want aldus beschouwde hij zijn leven Deze verhouding tot anderen deed echter I Die onverwachte erfenis was een daad 1 weinig afbreuk aan zijn geluk. Zijn karak- j Gods, dat erkende hij volmondig en beleed ter bracht niet de behoefte aan veel vriend hij gaarne, maar hoevole menschen krijgen schap mede. Het deed hem genoegen, als niet een kans in bun leven, welke zij niet de menschen het goed met hem konden j weten aan te grijpen. Ondanks het geluk vinden, maar voor het overige was 't hem l dat hun als het ware vxjor de voeten wordt voldoende, dat hij in Heideveld, niet alleen geworpen, komen ze niet noemenswaard maatschappelijk, doch ook op ander terrein vooruit een persoonlijkheid was, waarmede men En dat aldus de redeneering van Van rekenen moest. Hij wist, dat men op veler- Eekeren, waaraan velen zich stieten kon lei gebied niet buiten hem kon en daarin men van hem niet zeggen. Ternauwer-vond hij zijn bevrediging, nood waren zijn financieele omstamdAghe Neemt men hierbij in aanmerking, dat den verbeterd, of hij toog aan het werk, om zorgen van eenige beteekenis de laatste ja- i ze te benutten. Een scherpen blik kon nie ren van zijn gezinsleven waren geweerd, mand hem oritóecuren. want het was - mand hem ontzeggen, want het was toch dan behoeft het geen verwondering te ba- maar durf, om hier in het toenmaals onbe-1 ren, dat Van Eekeren op dezen Zaterdag- tcekenend dorp een meubelzaak te begin middag dankbaar, doch niet minder zelf- nen. Hij had echter dadelijk gezien, datvoldaan was. Heideveld de aandacht zou gaan trekken en i En de reden, waarom hij op deze wande- als centrum van verscheidene pensiondor-..ling bij het verleden werd bepaald? Morgen "Huabjn zou hij 49 jaar worden, en waar een opper vlakkig leven niet met zijn aard overeen- pen best wat zou worden. God had hem kans gegeven maar hij, Van Eekeren. had deze op gelukkige wijze aangegrepen Hij wist wel, dat hij niet gemind was in Heideveld, al trad hij op den voorgrond; hij gevoelde ook heel goed de verkoeling, welke de menschen, kort na de kennisma king, zoo dikwijls van hem verwijderde, kwam, spraik het vanzelf, dat de achter hem liggende jaren hem op een dag als heden in de herinnering moesten komen. Hij mocht Heideveld wel. Ondanks het feit, dat hij hier niet was geboren en opge groeid in een drukke stad, was hij hier ge heel ingeburgerd. In dit dorp had hij een reeks van gelukkige jaren doorgebracht, geen wonder dus, dat hij naar de stad, waar slechts moeiten en tegenheden zijn deel wa ren geweest, niet terug verlangde. Ook zijn naderende verjaardag bracht Van Eekeren in een opgewekte stemming. Indien hij het wezen zijner gevoelens te dien op zichte had willen naspeuren, zou hij als diepste oorzaak zijner blijdschap ontdekt hebben: zijn begeerte, om het middelpunt te zijn. Morgenavond kon hij een groote visite ver wachten. Natuurlijk kwamen er verschillen de leden van den kerkeraad, waartoe ook hij behoorde: Ds. Kappelhoff. Kleepel, van de M.U.L.O., Dortveen, het hoofd der lagere school. Er waren er wel, met wie Van Eekeren minder sympathiseerde, maar dat kan men en dorp en bovendien op zulk een avond zou nauw niet nemen. Eu dan. hij kon zich niet al te zeer op een standpunt stellen, want binnenkort zou hij waarschijnlijk ver schillende van zijn bezoekers noodig heb ben. De Gereformeerde predikant, Ds. Kappel hoff. tooh had een beroep naar Laaksmeer aangenomen en zou dus over enkele maan den Heideveld verlaten. Er moest derhalve een nieuwe predikant beroepen worden welk een mooie kans voor zijn neef, candi- daat Van Eekeren, die juist was afgestu deerd. Maar zoo iets moest met voorzichtigheid worden voorbereid, en dus voorloopig alle persoonlijke grieven op den achtergrond! Een visite ais di<e van morgenavond was een geschikte gelegenheid, om met de ver schillende stroomingen in de gemeente om trent de predikantakeuze op de hoogte te komen, en, natuurlijk zoo politiek mogelijk, de aandacht te vestigen op den persoon, dien hij gaarne zag beroepen. Indien een ander blijk had gegeven der gelijke plannen te koesteren, zou Van Eeke ren stellig met verontwaardiging daartegen zijn opgekomen: een predikantsverkiezing berustte toch niet op politiek? Hoe meer hij echter over zijn \oornemen nadacht, hoe meer hij tot de overutiging kwam, dat de avond van morgen de gele genheid bij uitnemendheid was, om te trach ten Heideveld aan een gesohikten predikant te helpen. Dat zijn neef hier toevallig voor in aanmerking kwam en hij van plan was diens beroep met aile kracht voor te staan, wie kon hem het euvel duiden? Het ratelen van wagens over den straat weg en het geluid van stemmen gaven aan Van Eekeren's gedachten een andere rich ting. Aanstonds zou hij den rand van het bosoh bereiken en daarmede het pad, dat recht streeks naar Heideveld terugvoerde, maar de zijde, tegenovergesteld aan die, van welke hij het dorp straks had verlaten. Van Eekeren keek op ziin horloge: 'twas bijna vijf uur. Het w^rd tijd om naar huis terug te keer en, wai^t hij had vanavond nog al een en ander te verrichten. Nog iets met Ds. Kappelhoff te bespreken, oen openings woord in gereedheid te brengen voor de Maandag te houden jaarvergadering der kiesvereeniging, waarvan hij voorzitter waa en bovendien kreeg hij nog bezoek van den secretaris, om diens jaarverslag te keuren. Om thuis te komen, moest hij het geheele dorp door, hetwelk door den aanblik der volle winkels en de zorgvuldigheid, waar mede de bewoners de buitenzijde der huizen een extra beurt gaven, de altoos wederkee- rende Zaterdagmiddag-stemming weergvf. Op te letten, waai- men zijn voet zette, was thans geraden, wilde men niet over een im mer struikelen of in een der plassen stappen welke zich aan we-erszijden van den st.raa/t- weg hadden gevormd. Dan sloeg Van Eekeren links af. den Sta tionsweg in, om weldra ziin huis te berei ken. Toen hij de Gereformeede Kerk. welke schuin tegenover zijn woning was gelegen, nasseerde, drongen doffe orgeltonen tot hem door: de organist was bezi» voor den komen den rustdag zijn instrument te stemmen. Ter hoogte van zijn huis gekomen, bleef Van Eekeren een oogenhlik voor bet hek staan, om zijn eigendom nog eens goed op te nemen en zich voor de tweede maal op dezen dag te verlustigen in het groote Ba-» bel, dat hij had gebouwd. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9